Voor de jeugd NIEUWJAARSGEBRUIKEN GUUS1E SILO'S ftieuw/aar 1941 BOEKHOUDLESSEH „De Hoop" Rob de Avonturier. krijgt haar zin Accountancy Belastingzaken door ELLY TELDERS De samenstelling van het brood. Achterkerkstraat 24 PER SPOOR REIST GIJ 'T VEILIGST BETORINDUSTRIE VOORHEEN DE JONG SGHOUTE Coöp. Zuivelfabriek Bennekom - Telefoon 278 n. v. d. DiKKenberg, Prins Berntiardi.237 IS if (VERVOLG) De zon rijst boven de horizon Van 't nieuwe jaar, dat juist begon En hoort, hoe alle mensen Elkaar het beste wensen. Een denkt: Waarom doen ze dat niet altijd door Dan kwam er nooit meer ruzie voor Dan deden ze hun best en hielpen elkaar Ach, was 't toch altijd maar Nieuwjaar! In alle landen wordt het nieuwe jaar veelal op een bijzondere wijze ingehaald, maar wie eenmaal de Nieuwjaarsviering in de Beierse bergen meemaakte, zal deze vie ring nooit meer vergeten. Als herinnering aan oude Nieuwjaarsge- bruiken vinden we daar het Nieuwjaars zingen in Oberammergau en het Nieuw- jaarsschieten in Bcrchtesgaden. Op Oudejaarsavond komen de jongens uit de verschillende dorpen en dorpjes te zamen* en vermaken zich onderling tot het nieuwe jaar is aangebroken. Hebben de klokken hun twaalf slagen laten horen en is het oude jaar verdwenen, dan trekken zij van huis tot huis onder het zingen van oude liederen. Overal knallen de 'schoten om het nieuwe jaar te begroeten en overal schrijft men met krijt het jaartal op huis deuren en trappen. De bewoners geven de zangers geld of 6 jdej aarssnoeperij en. De troep trekt dan weer verder, steeds maar hun lied herha lend. In het zuiden van ons land vindt men ook nog dat zingend rondtrekken van de jeugd. Grote groepen kinderen trekken daar verkleed, met een rommelpot langs de huizen. Een rommelpot is een aarden pot, waarovei» perkament is gespannen. Wan neer men er met stokken op slaat, geeft dit een oorverdovend lawaai. Een nieuwjaars liedje, dat in West-Brabant veel gezongen wordt is dit: „Nuuwe Jaorke Zoete, ,,'t Vaarke hee vier voete, „Vier voete en 'n staert, ,,'t Kopke is 'n worstje wart. „D'r is nog wel 'n goeie vrouw, „Die rrog wel wat geven zou. „Lang maag ze leve, „Veul maag ze geve, „Honderd jaor nao dezen daag, „Hoop 'k da-ze leve maag. Als 't lied uit is, verwachten de kinderen natuurlijk een beloning. Krijgen ze die niet of worden ze verjaagd, dan worden de twee laatste regels van het liedje gauw veranderd en klinkt 't extra luid en zo onvriendelijk mogelijk: „Honderd jaor nao dezen daag, „Hak 'm dan z'n kop maar af!" In Schildwolde (Groningen) vindt men een ander merkwaardig Oudejaarsgebruik, het z.g. klokluiden. Als de dienst in de ker ken is afgelopen, komen boerenknechts bij de torens en beginnen de zware klokken te luiden. Dat luiden duurt ongeveer twaalf uren. Er wordt begonnen om acht uur 's avonds en op Nieuwjaarsmorgen ongeveer acht uur eindigt het luiden pas. Door de boe renknechts wordt vooraf het z.g. „klokke- smeer" opgehaald. Geen enkele dorpsbewo ner zal weigeren een kleine bijdrage te ge ven. Over het algemeen gaan de Nieuwsjaars- gebruiken gepaard met veel lawaai. Niet echter in het „Land van de Rijzende Zon-'. In dit opzicht kunnen we ongetwijfeld aan de Chinezen een voorbeeld nemen, die ter ere van het nieuwe jaar hun huizen versieren met groen en bloemen en overal lantaarns ophangen. Zij begroeten het nieu we jaar als een welkome gast en branden ter zijner eere geurige kruiden. „Over een paar weken krijg je er een nieuwe oom bij, Guusje", zei vader en moe der keek erg blij. Guusje hield op met spelen en vroeg: „Hoe kan dat dan?" Toen vertelde vader dat moeder's broer lang geleden naar het buitenland was ge gaan en nu eindelijk, eindelijk zou terug-, komen. Guusje was tevreden en speelde weer verder, want oom kwam toch niet dadelijk. „Speel je nu weer met die vervelende kat", zei vader ineens. „Gisteren is ze op m'n schrijftafel ge sprongen en heeft de inktkoker omge gooid." „Wat zeg je?" riep moeder en ging gauw naar 't bureau en zag de grote zwarte vlek op 't hout. Toen was moeder erg boos. ..Nu heb ik je al honderdmaal gezegd, dat die kat buiten moet blijven, Guusje. en toch laat je haar steeds weer binnen! Versta nu goed: Mimi moet buiten blijven. In de schuur staat eten en drinken en een warme mand. Ze kan er in en er uit als ze wil. De schuurdeur staat altijd ocen. Maar in huis wil ik haar niet meer zien Katten horen niet in de kamer! Trouwens we zouden haar immers toch niet houden", ging moe der verder tegen vader. „Je had toch ge zegd. dat de Jansen's haar graag wilden hebben?" Vader mompelde maar wat. want hij zag. dat Guusje verdrietig werd. Maar nu wilde het ongeluk, dat Mimi. een erg jong en levendig katje, net een overmoedige bui had Als een nijl uit een boog vloog ze opeens op vader's schouder en vandaar roetsj! in de gordijnen De gor dijnen scheurden, want al was Mimi erg licht, haar klauwtjes waren heel scherp en de gordijnen waren van fijne tulle! Dat was te veel voor moeder. Mimi moest en zou morgen al weg Mimi was intussen door de openstaande kamerdeur naar de gang gerend en van daar naar de tuin Guusje haar achterna! In de tuin kon ze haar pakken en toen gingen ze samen naar Guusje's eigen ka mertje. Daar stonden haar bed en haar ta feltje en haar kastie. Hier was Guusje de baas! En hier was Mimi veilig. Vrolijk soeelde 't katie verder. maar Guusi° zat mokkend on 't randie van haar bed. Morgen moest Mimi wee. Dan zou ze haar nooit meer in haar bedie vinden en ook nooit meer in haar nonoenwagen. Guusje werd hoe langer hoe bozer. Ze wilde Mimi niet missen, 't Was vreselijk hard van moeder en echt leliik van vader dat ze Mimi niet houden mocht! Ja. dat was 't. Echt leliik! En wat zou tante Len.v wel zeggen, als ze Zondag kwam. Die hield ook zoveel van poezen en zeker zou ze vragen: „Guusje. waar is Mimi?" En dan zou ze moeten zeg gen: „Mimi. die is weg!" Neen. dat kon niet! En Guusje nam een besluit. Tante Lenv woonde wel twee uur hier vandaan, maar tante Leny hield van poezen! Dus.ze moesten naar tante Le ny toe. Zij en Mimi! Oom was toch ook van zijn ouders weggegaan toen hii jong was? Nog wel naar 't buitenland! Vader had 't toch zelf verteld? Misschien was hij toen ook wel zeven iaar geweest en mis schien had hij 't ook wel gedaan om een poesje! Guusje wist nu wat haar te doen stond Ze ging naar tante Leny. Nu. Dade lijk! En Mimi nam ze roe" Er was nu een maal niets aan te doen! Ze ging aan haar tafeltje zitten on schroef een briefje. Lieve Ouders. Ik ben vertrokken. Net als oom gedaan heeft. Ik ben naar tante Leny, want die houdt van poc^n. Dag. Een zoen van Uw Guusje. En toen gingen ze op stap. Guusje en Mimi. En moeder vond wat later haar briefje en was toen erg ongerust. Maar va der moest vreselijk lachen, maar toch sta.o- te hij gauw op z'n fiets en ging de vluch telingen na. Moeder riep: „Breng ze maar allebei te rug." „De kat ook?" vroeg vader verwonderd. „Ja, die ook! Want als Guus nu zo dol op haar is!" De vluchtelingen waren al een eind ge vorderd. maar 't viel lang niet mee! Mimi was er niets op gesteld zo rustig op Guus- ie's arm te moeten zitten en probeerde zich aldoor los te wringen. En Guusje deed al haar best om Mimi vast te houden. En ze werden allebei doodmoe. En 't leek wel of er aan de weg geen eind kwam. Telkens als Guusje dacht: „Nu nog maar een klein eindje, dan merkte ze. dat ze zich had ver gist. en dat ze nog veel verder moesten. Eindelijk was ze zo moe, dat ze maar op de stoep van een huis ging zitten en Mimi '•olde zich dadelijk op en ging slapen. Maar Guusje had grote zorgen. Hoe kwam ze nu bij tante Leny? En ze kon toch ook niet zonder Mimi aankomen! En als die nu wegliep? O. wat was 't alles naar! En Guusje wilde net gaan huilen, toen er op eens een fietsbel klingelde. Net vader's fietsbel! 't Was vader en hij had allang ge zien. hoe ze daar met Mimi zielig op een stoepje zat. Daar sorong vader al van de fiets! „Guusje, ik kom je^oes een zoen geven! En haar vragen of ze weer mee naar huis gaat. Ik vind 't thuis niets gezellig zonder Mimi. Ik neem haar weer mee! Wil jij nu alleen naar tante Leny? Of „Mogen we allebei achter op de fiets?" vroeg Guusje zachtjes. „Maar eerst moet U Mimi een zoen geven en dan mij." En zo gebeurde 't. Een half uur later waren ze thuis. Daar kreeg Guusje een lekker kopje thee en Mimi een schoteltje melk en haar mandje stond vlak naast de kachel! Toen oom een paar weken later op be zoek kwam. stapte Guusje dadelijk op hem af om te vragen, hoe oud hij was toen hij wegliep en waarom hij dat had gedaan „Waarom ik wegliep?" lachte oom. „en hoe oud ik toen was?" „Wel Guusje, ik was toen zeven en twintig en ik moest voor werk naar 't buitenland!" „O!" zei Guusje verlegen. En opeens lachten ze allemaal. Onder de vele dwaze ge rucht* n, die ten aanzien van de samenstelling van ons brood de ronde t doen, spant het sprook je van verwerking van gemalen bloembollen in ons brood wel de kroon. Ons witte brood b v bestaat voor 65 tiit tarwe en voor 35 uit rogge. Door ce- ze cijfers wordt de mogelijkheid voor „bloembollenmeel" uitge schakeld. Wel heeft meneenigen tijd proeven genomen met aard appelmeel, dat tot een hoeveel heid van 5% in het bakmeel ver werkt werd. Sinds 4 Novem ber bestaat ons brood echter uitsluitend uit tarwe en rogge, die in genoemde verhouding in het brood voorkomen. De veranderde kleur van het brood heeft ook tot vele on juiste gissingen aanleiding ge geven. Daar men vroeger gewend was aan het blanke melkbrood, heeft het feit om zichzelf al, dat tegenwoordig alleen waterbrood gebakken mag worden, dat de blanke witheid van het melk brood mist, de publieke belang stelling op zich gevestigd. De oorzaak van de grauwe kleur moet echter niet alleen gezocht worden in de omstan digheid, dat er voor de berei ding van het z.g. oorlogsbrood, geen melk meer gebruikt wordt. De grauwe kleur van het brood is n.l' een gevolg van de uitmaling. In den tegenwoor- digen tijd is het zeker niet ver antwoord, meel verloren te laten gaan. De uitmalingsgraad is dan ook opgevoerd tot 80 Zou den wij verder gaan, dan zou de zemel in het meel komen. De uitmalingsgraad van 80 garandeert ons dus een maxi mum hoeveelheid meel. Hier door verkrijgt men het meel, dat vlak onder het zemellaagje zit, waaraan de grauwe kleur dan ook te wijten is. Het groote voordeel van deze werkwijze is, dat men bovendien meer vitamine B 1 verkrijgt, daar vi tamine B 1 zich in de graan korrel bevindt in de laag, die vlak onder de zemel zit.. De 35 roggemeel zijn er verantwoordelijk voor, dat het brood iets minder smakelijk is dan vroeger. Deeg met 35 roggemeel plakt en rijst daar door moeilijk. De bakker zal er echter voor een zeer belangrijk deel het zijne toe kunnen bijdragen om het brood zoo smakelijk mogelijk te maken. De z.g. klefheid van het brood kan hij vermijden door de bloem voor het gebruik te zeven, waar door dank zij de hoeveelheid frissche lucht, die op deze wijze in de bloem wordt gebracht, het rijzen wordt bevorderd. Het is een bekend feit, dat een gedistribueerd artikel plot seling zeer gewild is. Distributie verhv ogt de vraag: men is ge neigd, juist omdat een artikel gerantsoeneerd is, daarvan meer te willen hebben. Oppervlakkig bezien, zou men de klacht van het spoediger op- tredendhongergevoelna het eten van oorlogsbrood in vergelijking met het nuttigen van her voor- oorlogsche brood op rekening van dit verschijnsel kunnen schuiven. Hoewel nu, afgezien van het feit, dat er geen melk in het brood zit, de voedingswaarde zeker niet minder is dan die van het vroegere brood, is de klacht „honger" toch nog aan andere oorzaken toe te schrij ven. In de eerste plaats is de belegging niet meer zoo over vloedig als voorheen, maar veel belangrijker is het feit, dat de vitamine B 1, die men door de intersievere uitmaling juist in grootere hoeveelheid verkrijgt, het hongergevoel opwekt. De voedingswaarde is dus geenszins verminderd. Integendeel. Het uitmalen tot 80 heeft, be halve een hooger gehalte aan vitamine B 1, ook een hooger ijzer- en kalkgehalte ten gevolge De klachten, dat het oorlogs brood oorzaak zou zijn van op schurft gelijkende huidaandoe ningen, worden aan medische zijde geheel ontzenuwd. De samenstelling van het brood is, naar van zijde van vooraan staande huidartsen is mede gedeeld, een voldoende waar borg, dat geen huidziekten ont staan door het gebruik van oorlogsbrood. opleiding voor praktijkexamens, akte Handelskennis L.O. en Middenstandsdiploma A ecount antibureaa „MERCURIUS" Lid. Nat. Ver. v. Acc. N. I. v. B. Veenendaal, Verlaat 2 Lunteren, Klomperweg Lh 1 c. Tel. 260 Voor het inkuilen van Gras, Knollen, Aardappelen, enz. Gemaakt van gebogen gewapende betonplaten. Wij leveren o.a. aan het Rijk. H.H. Landbouwers en Veehouders zijn over onze silo's zeer tevreden. - Voor inlichtingen en prijs raar: Zandstraat Telefoon 231 Veenendaal Vraagt Uw leverancier onze -: PRIMA ROOMBOTER -: Grossier voor Veanandaal: 129. Na zich met de cocosnoot wat te hebben op gefrist, klommen Rob en Ans op 'n rotspunt, van waar zij 'n prachtig uitzicht hadden op de lagune i en het rif. „Daar is de onderzeeër!" riep Rob, ter- tifawijl hij naar het vaartuig wees, dat ginds op het 130. Toen de onderzeeër op het rif lag, beval de Havik zijn mannen de boot te vermommen als een wrakkig galjoen. De piraten klauterden en sprongen over de rotsen en sleepten zeewier over 't glanzende meiaal van de duikboot. (Wordt vervolgd) 127. Nu hadden zij weer vaste grond onder hun voeten. Beiden zochten dan 'n plekje onder de pal men. 128. „Dat is geluktlachte Ans, terwijl zij in de schaduw van 'n palmboom ging zitten. Rob had intussen 'n cocosnoot in tweeën gespleten. Wie had gedacht hier de luchtpiraten te ontmoeten."

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1941 | | pagina 3