Effectenregistratie. „In naam der Koningin" De vlag der vrijheid waait weer op alle levensterreinen. In beginsel kunnen wij, bevrijd van alle knellende binden der thans verslagen onderdrukkers, wederom onze gedachten en gevoelens in vrijheid uiten. Weliswaar past ons veel zelf beheersing, teneinde te voor komen, dat wij, verlost van de vijfjarige druk, overslaan in los bandigheid en zijn wij ia deze overgangsperiode nog aan zeer veel regels en* bepalingen ge bonden, wat noodzakelijk is om wee7* spoedig tot een ge ordende toestand terug te keren, maar wij hebben thans het vooruitzicht op een geordend en normaal gemee schapsleven en dit vooruitzicht moet ons aansporen om, onder veel zelf beheersing en zelfverlochening, alle krachten in te spannen om spoedig tot de normale ver houdingen terug te keren Van illegaal moeten wij weer legaal worden. Met name geldt dit ook op het gebied van het rechtsleven. Ook op dit terrein hebben wij in de achter ons liggende vijf jaren onder zeer zware druk geleefd en werd ons rechtsleven in de Duitse dwangbuis schier verstikt. Wat was er over gebleven van onze door de Grondwet gewaarborgde rechten, onze individuele vrijheidsrechten? De onderdrukker spotte met ons recht op geestelijke-, per soonlijke- en staatkundige vrij heid. Onze vermogensrechten werden herhaaldelijk aangerand en met de voeten vertreden. Ons gehele rechtsleven was onder curatele van de Duitse bezettende macht gebacht, zulks in strijd met de volken rechtelijke beginselen. Immers, de verordening van 29 Mei 1940 ter regeling van de rege ringsbevoegdheden in Neder land, bepaalde o.a. dat een Duitse rijkscommissaris alle wettelijke bevoegdheden van Koning en de Regering overnam, voorzover nodig ter uitvoering van diens taak, en dft laatste was een zeer rekbaar begdp. Onze vonnissen stonden onder controle van den rijks commissaris. De Nederlandse Politie we d bij deze verorde- ningesteld onder toezicht van de Duitse Politie en was aan haar aanwijzingen gebonden. De terreur had haar entrée ge daan. Volgens deze verordening werd er geen recht meer ge sproken ,in naam des Konings" gelijk de Grondwet in artikel 156 voorschrijft, maar „in naam van het Recht". De traditionele uitdrukking „in naam des Konings" ver dween uit de gerechtelijke stukken en daarmede de waar borg voor objectieve en onpar tijdige rechtspraak en rechts handhaving. Hiervoor kwam in de plaats de onpersoonlijke uitdrukking in naam van het Recht", een begrip ^wat ons niets zeg', en zeker gee -i waar borg is voor objectieve rechts handhaving in een Nationaal- Socialistisch systeem, waarin het recht gelijk is aan een camelion- en kleur aanneem al na r gel mg het belang van de Nazy-machtstaat of concreter van den Nazy-dictator dit ver eist. Vandaag is het* rood en morgen is het zwart. Alleen de oranjekleur heeft on.broken. Deze periode ligf thans weer achter ons en wij staan nu voor een nieuw tijdperk. De opbouw, ook die van ons Nederlandse rechtsleven zal moeten berusten op de grondslag van de objec tieve rechtsnormen, getoetst aan de ordeningen Gods. Het rechts leven zal nu ook weer worden gebonden aan de naam van onze geliefde Koningin, Hand haafster bij de gratie Gods van de rechtsverhoudingen tussen Overh id en onderdaan en haar onderdanen onderling. Die vijf jaar lang, onder inzet van Haar ganse persoonlijkheid gestreden heeft voor het recht van Haa- volk. In het bijzonder zal de Over heid zich moeten bezis houden met de rechtsuitoefening t.a.v. hen. die gedurende de achter ons liggende jaren van bezetting de belangen en rechten van onze Nederlandse gemeenschap in het algemeen n van veie Nederlandse Staatsburgers in het bijzonder op ernstige en dikwijls misdadige wijze hebben geschaad. Al deze personen zullen voor- hu s daden ter ver antwoording moeten worden geroepen en zullen, waar nodig, hun straf niet mogen ontgaan. Van deze personen zullen som migen, hetzij tijdelijk, herzij voor altijd uit de Nederlandse gemeenschap worden gestoten, anderen met de dood of op enige andere wijze worden ge straft. Dit is een eis van het recht. De bestraffing zal dusdanig moeten zijn, dat enerzijds het rechtsgevoel van het Neder landse volk wordt bevredigd, maar anderzijds dient de be straffing steeds rechtvaardig te zijn. Rechtvaardig straffen be tekent niet week of zacht in de bestraffing zijn, wel mens waardig en laiende aan de ver dachten het volle recht om zich te verdedigen en tegen beschuldigingen te verweren. Men moet zich hoeden voor Duitse toepassing van de metho des zowel in het gerechtelijke vooronderzoek als bij en na de berechting. Deze methodes lig gen nog vers in ons geheugen n onder de indruk hi rvan zijn wij misschien licht geneigd he: beginsel an „oog om oog en tand om tand" toe te passen. Toepassing van deze methodes kan nooit ons rechtsgevoel be vredigen. Maar indien er rechtvaardig en streng, overeenkomstig de objectieve rechtsnormen,zonder aanzien des persoons, zowel gestraft en vergolden als ook gezuiverd wordt, dan kunnen degenen die daartoe worden geroepen niet alleen tegenover de gemeenschap, maar in het bijzonder voor God, die hun deze taak oplegde, hierover met een zuiver geweten ver antwoording afleggen. Deze verantwoordelijkheid zal bij de Politie in het vooron.ierzo k en bij de rechters en verdedi gers bij de berechting zwaar moeten wegen, in het bijzonder in deze gevallen, waar het ge vaar dreigt, dat de subjectieve gevoelens een rol zullen spelen en de objectieviteit in verdruk king. komt. Moge daarom de zelfde objectieviteit onpartijdig heid en degelijkheid in deze gevallen van bijzonder- recht spraak worden toegepast als wij van onze rechtspraak in de andere normale gevallen steeds gewend waren. En indien wij aldus, niet alleen op het gebied van deze bijzondere rechtspleging, maar op het gehele terrein an het recht, waar, hetzij rechtsherstel dient te worden verleend of nieuw recht moet worden ge- vo md, het beginsel van objec- deve rechtvaardigheid conse quent toepassen, dan wordt weer met ere het Nederlandse r chtsleven verbonden aan de naam van onze ge!i fde Konin gin, door God ons g geven als "-jar dh fster van de Neder landse rechtsorde. Daarom recht doen „in naam der Koningin". Mr. W. A. van Es Tot de belangrijke te verwach ten regeringsmaatregelen be hoort ongetwijfeld de effecten registratie. Hoewel definitieve medede lingen omtrent de aaamelding nog zuilen volgen, achten wij het van belang, onze lezers reeds thans van de voorlopige be richten op de hoogte te bren gen. De Directie van het Bijkan toor Veenendaal der Amster damse Bank N.V. (welke In stelling, zoals bekend, o.a. de zaken der N.V. Veense Bank van den Heer D. J. Spruyt heeft overgenomen), heeft ons welwillend het volgende mede gedeeld, omtrent hetgeen thans bekend is van de plannen der Regering inzake het fondsen- bezit. Alle binnenlandse effecten, waar deze zich ook bevinden en alle buitenlandse effecten, die op het tijdstip van het in werkingtreden van het Besluit Herstel Rechtsverkeer. 1. zich binnen het Koninkrijk bevinden of 2. zich buiten het Koninkrijk bevmden, doch waarvan de tegenwoordige bezitter inge zetene van het Koninkrijk is of 3. zich buiten het Koninkrijk bevinden ten name dan wel ten behoeve van een inge zetene van het Koninkrijk, voor zover niet vallende on der 2, moeten worden geregistreerd. Te dien einde moeten de be doelde effecten binnen de macht van de registrerende instantie worden gebracht b.v door depo nering bij door de instantie aan te-wijzen instellingen te haren gunste, of door blokkade van gedeponeerde fondsen ten gun ste van de registrerende instan tie. Door de registrerende in stantie wordt een regu afgege ven, dat niet overdraagbaar is. Binnenlandse effecten zijn alle soorten van effecten (aandelen* obligaties, pandbrieven, etc., mante s, couponbladen, talons, losse coupons of dividendbe wijzen, recepissen) uitgegeven door of ten laste van a) Nederland,Nederiands-Indië, Suriname, Curasao, pro7 in- ciën, gemeenten, waterschap pen en andere publiekrechte lijke lichamen in het Konink rijk. b) vennootschappen, maatschap pijen, fondsen, verenigingen,

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1945 | | pagina 2