ROB DE AVONTURIER
MOEDER DE VROUW
den. maar ook voor hen, die door Ver-
walters e.d. uit hun betrekking zijn ver
wijderd. Ook zij, die geëvacueerd werden
en daardoor hun dienstbetrekking ver
broken zagen, komen in aanmerking voor
herplaatsing op de voet van de nieuwe
regeling, evenals onderduikers. Ten aan
zien van de laatsten is uitdrukkelijk be
paald. dat zij in elk geval gerekend moe
ten worden, hun arbeidsverhouding an
ders dan uit vrije wil te hebben beëin
digd.
Degene, die van dit herplaatsingsrecht
gebruik wil maken, moet zich daartoe
bij zijn vroageren werkgever aanmelden
binnnen een maand, nadat de gelegen
heid daartoe voor hem ontstond. In de
meeste gevallen ontstaat die gelegenheid
door het in werking treden van het Be
sluit. De aanmelding bij den ouden werk
gever dient dus uiterlijk op 14 November
1945 te geschieden.
De wederindienstneming moet geschie
den binnen twee na de aanmel
ding en wel op de-^Borwaarden, zoals
die thans in het bojlrijf gelden.
De werknemer,* die in een andere
dienstbetrekking werkzaam is. doch die
weder bij zijn vroegeren werkgever wenst
terug te keren, kan met het oog daarop
ontslag nemen, zonder dat hij daarvoor
toestemming behoeft van den Directeur
van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Er
is hem echter geen vrijstelling toegekend
van de verplichting, de gewone termijn
van opzegging in acht te nemen of anders
schadeloosstelling te betalen.
Ook de werknemer, die ziek is, kan
zich voor herplaatsing aanmelden. Hij
heeft den aanspraak op ziekengeld van
de dag der herplaatsing af.
De werkgever is niet verplicht tot her
plaatsing over te gaan, wanneer de
werknemer aangesloten is geweest bij de
N.S.B. of een daaraan verwante fascis
tische organisatie of instelling, daarvoor
werkzaam is geweest, propaganda heeft
gemaakt e.d.
Geschillen over de herplaatsingsrege
ling kunnen worden voorgelegd aan den
Directeur van het Gewestelijk Arbeids
bureau, die een bindende beslissing
geeft.
Bij eventuele moeilijkheden, kan men
zich het beste wenden tot zijn vakbonds-
afdefing of tot de Bureaux voor Arbeids
recht.
SCHERPENZEEL
Donderdagavond had de vergadering
plaats van de nieuwe raadsleden. Tot
wethouders werden gekozenH. Be-
rendse en M. Overvest.
Bij het thans beschikbare inlandse
hout kan de klompenbehoefte slechts
voor een derde worden gedekt. Er zijn
thans besprekingen gaande om in België
een partij van 800.000 paar klompen te
kopen.
VOOR DEN BOER.
We kunnen toch merken, dat we lang
zamerhand naar normaler omstandighe
den toegaan. Zo is bijv. per 15 October
de handel in hooi geheel vrij gekomen.
Iedereen mag weer hooi kopen, waar hij
dat wil en ook voor het vervoer is geen
vergunning meer nodig. Wel kan de
Voedselcommissaris op bepaalde partijen
beslag leggen. Die mogen dan niet ver
kocht worden doch moeten gereserveerd
blijven voor de overheid, totdat deze het
hooi vordert of vrij geeft. Dit is een
maatregel, die vooral voor gedupeerde
streken betekenis heeft. Als men ergens
vastloopt met de veevoeding, doordat
men in de afgelopen zomer niet heeft
kunnen hooien wegens overstroming of
mijnengevaar, moet de regering kunnen
beschikken over hooivoorraden. Een
ieder zal de billikheid daarvan inzien.
Een bemoedigd bericht is voorts, dat
de aanvoer van grondstoffen voor de
superfosfaatbereiding vlot verloopt. Er
komt dus weer fosfaatmest voor onze
landerijen, die juist aan deze stof zo'n
schreeuwend gebrek hebben. Ook wan
neer de staalindustrie in België nog geen
slakkenmeel mocht opleveren, hebben we
toch in ieder geval super, al zal daar
mede, fosfaatbehoefte nog lang niet ge
dekt zijn.
Niet minder welkom was de mede
deling van ir. Louwes in zijn onlangs ge
houden radiorede, dat er deze winter
waarschijnlijk 200 kg. veekoek per dier
beschikbaar zal komen. 200 kg, dat is zo
ongeveer een koek per dag en per koe
gedurende de gehelen staltijd. En bij koe
ken blijft het niet. want het binnenlandse
graan zal voor het overgrote deel als
veevoeder worden gebruikt. Onze vee
stapel zal dus het volgend voorjaar in
de goede conditie de wei ingaan, zodat
we mogen verwachten, dat de zuivel-
productie dan met sprongen zal stijgen.
Het is deze winter uiteraard nog krap,
maar de grondslagen voor de snelle ver
betering in de naaste toekomst worden
nu al gelegd.
Tegelijk wordt gezorgd, dat het bouw
plan zo nauw mogelijk verbonden blijft
met de nationale belangen. Dat betekent,
dat we nog zoveel mogelijk in eigen be
hoeften aan levensmiddelen moeten
voorzien. Op die manier houden we de
invoer, die we met ons schaarse geld
moeten betalen, zo klein mogelijk en te
gelijk voorkomen we een speculatieve
uitbreiding van de veehouderij, die wel
licht weer op export-moeilijkheden zou
stuiten. Het is om deze reden bijv., dat
het nog niet toegelaten is zonder toe
stemming van den productiecommissaris
nieuw blievend grasland aan te leggen.
Met het bestellen van de schaarse en
dus dure gras- en klaverzaden wachte
men daarom tot toestemming voor de
aanleg van grasland verkregen is.
Ten slotte nog iets over de kippen. Zij,
die in 1945 aan hun inleveringsplicht van
eieren hebben voldaan, mogen voortaan
50 hoenders houden in plaats van de
tien of vijftien, die tot nu toe waren toe
gestaan. Het vervoer van eieren is vrij
tot een aanlal van 25 stuks.
NUTTIGE WENKEN.
Denk om uw paraplu.
Is men in het bezit van een goede
paraplu, dan moet men daar zorgvuldig
mee om gaan. De meeste fouten worden
gemaakt, door de paraplu als zij nat is,
dicht gevouwen weg te zetten. Het tegen
overgestelde, n.l. de paraplu geheel geo
pend te laten drogen is, vooal voor de
tegenwoordige kunstzijden paraplu al
evenmin aan te bevelen. De beste manier
is, de paraplu half geopend weg te zetten
om te laten drogen. Controleer ook eens
of het foudraal niet te strak om de para
plu sluit. Hierdoor gaat de zijde al heel
spoedig op de naden slijten.
Vuile aardappelhanden.
„Aardappelschillen vind ik niet erg.
als je er maar niet zulke bruine vingers
van kreeg!" Zie hier een klacht, die wij
dikwijls horen. Inderdaad: van het aard
appelschillen en ook van het wortelen
schoonmaken kan je lelijke handen krij
gen. Zelfs met schuurpoeder en zeep zijn
ze niet schoon te maken. Probeer eens
de handen te reinigen met een mengsel
van azijn en zout. Wrijf ze daar goed
mee in. U zult zien, dat het helpt.
Een vuile vloer.
Vloerbedekking van matting of papier
kan heel goed worden gereinigd. De mat
ten worden eerst flink stofschoon ge
maakt, waarbij vooral de randen bij de
plinten en de hoekjes niet mogen worden
vergeten. Het gemakkelijkst neemt men
daar de stof weg door de stofzuiger zon
der mond te gebruiken. Met de buis kan
men dan in alle hoekjes komen. Is de
vloer stofvrij, dan wordt een oplossing
gemaakt van water en zout. Ongeveer
een handvol zout in een emmer water.
In deze oplossing drenken we een doek,
waarmede de matten flink worden af
genomen. Met schoon water wordt de
vloerbedekking dan nog eens nagedaan.
Er mag niet op de matting worden
gelopen, voor deze door en door droog
is.
Grote gebeurtenissen werpen hun scha
duwen vooruit Schaduwen vallen er
trouwens genoeg over het oude Europa!
Hartige drie in de pan.
6 sneedjes oud' brood, boter of vet; 2
uien; peterselie; water; meel; peper en
zout. De in stukjes gesneden boterham
men in het water weken. Dan goed kne
den. De uien raspen of heel klein snijden
en door het deeg roeren; de peterselie
fijn hakken en met peper en zout door
het beslag mengen. Boter of vet in de
koekepan goed heet laten worden en
daar de koekjes mooi bruin in bakken.
15 Ouwe Daan was er inmiddels in geslaagd de
vliegmachine terug te vinden en onmiddellyk was
alles in de weer om de verloren geraakten terug
te vinden. Enige ogenblikken later kruiste het
vliegtuig in de luoht.
16 De toestand van Rob en zijn vriend, die het
meisje op het droge getrokken hadden, was nu
uiterst gevaarlijk. De beide beesten, even ver
schrikt door het geweerschot, maakten aidh ge
reed tot de aanval. Plotseling klonk een saivo
uit de luoht.
DE LANDBOUW.
Nu de oorlog voorbij is, staan onze
boeren voor een geheel nieuwe situatie.
Er begint weer veevoeder te komen, de
regering importeert kunstmest, de mest-
contracten voor de Duitse Weermacht
bestaan niet meer en zo ziet het er voor
de boeren en dus ook voor het gehele
volk veel beter uit dan het in de af
gelopen vijf jaar heeft gedaan. Toen
zagen we alleen maar steeds verder gaan
de afbraak, terwijl we nu weer geleide
lijk aan met de wederopbouw kunnen
beginnen. De schuilgaten, de loopgraven
en de stellingen van de Todt zijn op de
meeste plaatsen door de boeren zelf weer
geslecht en dat was een handeling, die
als het ware het afwerpen van het Duitse
juk symboliseerde.
Maar toch is er nog veel onbevredi
gends in de positie van onze land- en
tuinbouw. Het is namelijk nog in het
geheel niet duidelijk hoe de toekomstige
ontwikkeling zal zijn. In welke mate kan
onze uitvoer hersteld worden? We weten
het niet! Wat zal de koopkracht van
ons eigen publiek zijn en welke die van
het buitenland? We weten het niet! Zul
len Canada, Australië en Nieuw-Zeeland
ons helemaal van de Engelse markt ver
dringen? Alweer een groot vraagteken,
niemand kan zeggen voor welke
markten onze boeren en tuinders straks
zullen werken.
Doch er is een omstandigheid, die al
thans voorlopig enig houvast geeft en dat
isonze armoede. Daardoor moeten
we namelijk onze inkopen in het buiten
land tot het uiterste beperken en in ons
eigen land telen, wat we telen kunnen.
Daarom zal de regering voorshands nog
hoge prijzen blijven betalen voor de
akkerbouwproducten en blijft ook de teelt
van koolzaad door hoge prijzen be
schermd. De nieuwe richtprijzen zijn zelfs
niet onbelangrijk hoger dan die van
1944/1945, zodat de uitkomsten van de
landbouw zo goed mogelijk verzekerd
zijn.
Doch wat is er „zeker" in het boeren
bestaan? Zo hebben we nu b.v. hoge
prijzen voor koolzaad, maar nu blijkt het
weer, dat van de laatste oogst de op
brengst aan zaad per hectare niet best
is geweest. In vergelijking met vorige
jaren zijn we een heel eind gezakt. Twee
oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen:
onvoldoende bemesting en toenemende
schade door insecten. Koolzaad heeft
een krachtige bodem nodig, liefst klaver-
stoppel of een andere kunstweide, die
weer gescheurd wordt en anders althans
een flinke vracht stalmest. In de tijden
van vóór de kunstmest en vóór de invoer
van goedkoop vet uit overzeese landen
werd het koolzaadland zelfs voorbereid
door braak. Geen wonder dus, dat kool
zaad op alle gronden vooral op zand
en dan nog vaak na tarwe of rogge
maar een halve opbrengst gaf. Boven
dien kweekt een gewas, dat plotseling
sterk wort uitgebreid, altijd een nog ster
ker groei van zijn vijanden; insecten en
schimmels, die bij voorkeur op de betrok
ken plant teren, vinden plotseling hun
levenskansen hun „Lebensraumzou
den de Duitsers hebben gezegd vele
malen vergroot. Daar maken ze dan
meteen een dankbaar misbruik van en
doen zich dus extra te goed. wat weer
een versterkte nakomelingschap ten ge
volge heeft. Op het ogenblik zijn er maar
liefst vier insecten, waaronder het kool
zaad lijdt, namelijk: de koolzaadaardvloo,
de koolzaadglanskever, de koolzaadgal-
mug en de snuitkever in de hauwen.
Die aardvloo is bijvoorbeeld zo actief,
dat de koolzaadteelt na drie of vier oog
sten in de jonge zeekleipolders in Gro
ningen (Julianapolder) totaal mislukte.
Om de glanskever er onder te kunnen
houden, zouden we derrispoeder moeten
hebben, maar dat moet uit Indië komen
en mankeert dus voorlopig nog. Hadden
we nu maar het Amerikaanse wonder-
poeder D.D.T., maar daarvan schijnen
geen grote voorraden ter beschikking te
zijn. Met vangapparaten kan men echter
een groot deel dezer insecten wegkrijgen.
Vooral nu tegelijk met het koolzaad
ook de teelt van stoppelknollen voor
veevoeder sterk is toegenomen, worden
deze insectenplagen moeilijk te bestrijden,
want knollen en koolzaad zijn als het
ware broertje en zusje en worden daar
door bedreigd door dezelfde vijanden.
Deze twee redenen en het schaars en
duur zijn van arbeidskrachten maken,
dat er dit jaar ondanks de hoge prijs
minder koolzaad is gezaaid dan vorige
jaren. Dat dit gewas zich een blijvende
plaats jn onze vruchtwisseling zal ver
overen is dus nog geenszins zeker.