m.
m
BjBSJs
i
iSH
STU1VENBERG
Internationaal Hotel Restaurant
Telefoon 8377-200 -
Specialiteit Bamie, Nasi-goreng, Rijsttafels en prima
Diners. - Elke dag Piepkuikens en verse Paling
De Oprichters van de Veenendaalse Middenstandsvereniging
»Handel en Nijverheid«
Vervolg van pagina 1
nadelige invloed gehad op de wegen-
en huizenbouw. Was deze oorlog er
niet geweest, Veenendaal zou wel
licht veel groter zijn dan thans. Het
tegenwoordige Veenendaalse geslacht
maakt enorme groei van het vier
eeuwen oude Veenendaal mee, zon
der dat men zich daar misschien van
bewust is.
Handelsgeest.
Van geslacht op geslacht heeft de
Veenendaler zich een handelsman
getoond en daaruit is een midden
stand ontstaan die er eveneens toe
bijdraagt tot de grootmaking van
't Veen. De Veenendaler verstond de
kunst van zakendoen en hij begreep,
dat door eendrachtige samenwerking
nog meer te bereiken was. Is het
daarom verwonderlijk, dat zich in
Veenendaal een winkeliersvereniging
bevindt, die niet alleen oog heeft
voor het directe resultaat, doch zich
er van bewust is, dat een groot deel
van de nering buiten Veenendaal te
vinden is. Door deze actieve mid
denstand is Veenendaal, naast een
industrie-centrum, tevens een in
koopcentrum geworden voor de om
geving. Officiële cijfers zijn uit den
aard der zaak niet te verkrijgen,
maar het moet ongetwijfeld een be
langrijk bedrag zijn, dat wekelijks
omgezet wordt buiten Veenendaal.
Naast de gewone winkelier kent
Veenendaal bovendien nog een 60-
tal grotere en kleinere grossiers, en
er zijn maar weinig plaatsen in Ne
derland waar men niet de kans
loopt de een of andere Veenendaalse
handelaar tegen te komen. Vele
maiynen en vrouwen, geboren dip ge
togen Veenendaler zijnde, bevinden
zich in alle werelddelen. Actief en
ondernemend is de Veenendaalse
bevolking altijd geweest en is dit
nog. „Veenendaal heeft geen be
roemdheden voortgebracht" schrijft
Dr Thoomes ergens in zijn boekje
„Vier eeuwen Veenendaal". Inder
daad: een grote staatsman of een
wereldkampioen vond zijn wieg niet
in Veenendaal. Maar 100 koop
lieden heeft Veenendaal wel voort
gebracht en zij hebben er niet in het
minst toe bijgedragen, dat zij in een
plaats wonen, die ook in handels
kringen buiten onze landsgrenzen
bekendheid verwierf. De voorbeelden
zijn er te over van bedrijven en za
ken, zeer primitief in een schuurtje
of op een zoldertje begonnen, die
thans uitgegroeid zijn tot bedrijven
en zaken van meer dan normale om
vang. Wat dat betreft, doen zij de
Heer Gilles van Schoonbeke, de
grondvester van Veenendaalgeen
oneer aan!
Sport en spel.
Een jeugdprobleem kende men
vroeger niet. De bejaarde Veenen-
dalers kunnen nog hele verhalen
vertellen van hun jeugd, hoe zij in
de vroege morgen reeds op koude
stenen of dweilen gezet werden om
gewekt te worden voor de fabrieks
arbeid. Was de gewone dagtaak in
de "ïabriek volbracht, dan waren er
altijd nog andere bezigheden voor
een meisje of jongen. De jongens to
gen met vader mee naar het bouw
land, want bijna iedereen had een
groot stuk bouwland, om zoveel mo
gelijk in eigen levensonderhoud te
voorzien. Daar werd „messe gekro-
je" en „erepels gerooid". Daar werd
na $e gewone dagelijkse arbeid ge
werkt, tot de duisternis in viel. En
voor de „deeres" was er thuis en
op het land altijd werk te vinden.
De nieuwe arbeidswetten en de
moderne beschaving hebben hier
diepingrijpende veranderingen inge
bracht en thans beschikken de jonge
mensen over veel meer vrije tijd.
Daardoor is een nieuw probleem
ontstaan: het probleem van de vrije
tijdsbesteding. Vroeger bestond al
leen in de winterdag belangstelling
voor een jongelings vereniging en
een enkele zangvereniging. Thans
zijn er in Veenendaal zeer veel
sportverenigingen, welhaast op elk
gebied. En ook het aantal culturele
verenigingen is groter geworden,
niettegenstaande deze verenigingen,
in verhouding tot het inwoner-aan
tal, eigenlijk te gering in aantal zijn.
Voor werkelijke Kunst, (de Kunst
met een grote „K") is in Veenen
daal nog zeer weinig belangstelling,
hoewel ook hier' langzamerhand een
verbetering merkbaar is.
Er zijn grenzen.
Veenendaal heeft een eigenaardige
geografische ligging. Sinds vele
eeuwen heeft het ene gedeelte der
bevolking zich in de provincie
Utrecht (vroeger Het Sticht gehe
ten) gevestigd, terwijl het andere
gedeelte zich op Gelre's grondgebied
vestigde. Juist op de grens van deze
twee gebieden is Veenendaal ont
staan, hetgeen eigenaardige gevol
gen heeft gehad en tot op de huidige
dag nog heeft. Deze eigenaardig
heden zijn voldoende bekend, om ze
hier nader toe te lichten. In de loop
van de laatste eeuw zijn er talrijke
pogingen in het werk gesteld, aan
deze grillige loop der grenzen een
einde te maken door annexatie. Tot
op heden zij ft deze pogingen zonder
succes gebleven. Het is voor Veenen
daal, dat uit haar grenzen gegroeid
is, van het allergrootste belang, dat
in de toekomst hierin verandering
gebracht wordt. De verschillende
delen van Veenendaal, thans ver
deeld 'in verschillende gemeenten,
vormt historisch één geheel en het
zal voor de toekomst van deze plaats
van meer dan het grootste belang
zijn, dat het tot één geheel wordt
samengevoegd. Waren het hier al^en
gemeentegrenzen, dan was deze een
heid vermoedelijk reeds lang tot
stand gekomfen, maar waar het'hier
tevens om een provinciale grens
wijziging gaat, wordt het probleem
annexatie veel ingewikkelder.
Vormen de verschillende delen
één geheel, administratief zijn zij
ver van elkaar verwijderd en Vee
nendaal zal opnieuw reden tot feest
vieren hebben, indien deze annexatie
eenmaal een feit zal worden. Er zijn
tenslotte grenzen, niet alleen letter
lijk, maar ook in figuurlijke zin.
Verbindingswegen.
Na de opkomst van de industrie
en handel is er in Veenendaal di
rect een behoefte gekomen aan
rechtstreekse verbindingen met de
buitenwereld. Tal van pogingen zijn
in de vorige eeuw reeds ondernomen
om door de Gelderse Vallei een ka
naal te graven, waardoor Veenen
daal een zeer goede verbinding te
water zou hebben met andere steden
en dorpen. Deze pogingen zijn allen,
ondanks krachtige acties, op niets
uitgelopen.
De spoorlijn aan De Klomp bracht
een eeuw geleden verbetering, doch
was door een groot aantal brugjes
zeer moeilijk te bereiken en in de
winterdag was hét risico van een
nat pak niet denkbeeldig, daar de
verlichting nog zeer schaars was.
De spoorlijn Amersfoort-Kesteren
bracht reeds een belangrijke verbe
tering. Deze spoorlijn viel echter in
de laatste oorlog uit door de ver
nieling van de brug bij Rhenen en
zij is tot op de huidige dag nog niet
in gebruik genomen.
Groot was de vreugde van de Vee-
nendalers, toen zij enkele jaren ge
leden het plan van de Nederlandse
Spoorwegen vernamen, om de ver
binding Utrecht—Arnhem dwars
door Veenendaal te laten gaan. De
plannen zijn tot nu toe niet uitge
voerd maar er is altijd nog een zeer
redelijke kans, dat deze spoorlijn in
de loop der jaren door Veenendaal
zal lopen Deze spoorlijn zal van grote
economische waarde zijn, niet alleen
voor de plaats zelf, maar voor het
gehele land.
De ontwikkelingssnelheid van
Veenendaal lal in de naaste toe
komst veel afhangen van een even
tuele annexatie en de spoorweg
plannen. Een zeer belangrijke ver
binding met de buitenwereld zal het
bovendien zijn, waneer over enkele
jaren de Rijksweg 20 (beter bekend
onder de naam „Hazenpad") gereed
zal zijn. Deze weg toch ligt niet ver
van de bebouwde kom der gemeen
te en zij zal een zeer snelle verbin
ding met het Westen en Oosten des
lands geven.
Veenendaal bouwt hard aan haar
toekomst ^en indien oorlogen en
andere rampen deze plaats niet in
haar opbouw zullen belemmeren,
dan ligt een zeer grote toekomst voor
Veenendaal in het verschiet.
Een dichter heeft eens zeer juist
opgemerkt:
Aan de grens van 't Sticht, in de
[lage vallei,
Te midden van bouwland en
[groenende wei:
Daar ligt sedert eeuwen de plaats
[onzer woon,
Voor haar klinkt ons lied op een
[vrolijke toon.
Klein is ons Veen, maar met eer
[klinkt zijn naam
Het komt in de reien steeds verder
[vooraan,
Daar nering en handel, door denken
[en kracht,
Wordt meerdere welvaart tot zegen
[verwacht.
INGEZONDEN.
Opmerking.
Naar aanleiding van de mede
delingen, die in de krant verschenen
over het openluchtspel stel ik er prijs
op mede te delen, dat inderdaad
oorspronkelijk door mij een spel
werd geschreven, waarin de ontwik
keling van Veenendaal werd uitge
beeld.
Door omstandigheden is van dit
spel afgezien en is er overgegaan op
een spel van de Heer Ros, waar ik
volkomen buiten sta.
De tekst van dit spel is mij geheel
onbekend, zodat ik hiervoor gener
lei verantwoordelijkheid op mij kan
nemen.
Met dank voor plaatsruimte.
H. THIJS,
Bergweg 57, Veenendaal.
GESCHIEDKUNDIGE
HERINNERING.
„Op den 5en Maart 1855 brak de
Grebbedijk door. Voor geen plaats
was deze ramp noodlottiger dan
voor het ongeveer 2 uren achter dien
dijk laag gelegen dorp Veenendaal,
een gemeente van 5000 zielen, ge
deeltelijk tot Gelderland, gedeeltelijk
tot Utrecht behoorende. Toen het wa
ter in dat dorp gekomen was, rees
het spoedig dermate, dat de huizen
tot aan de daken in het water ston
den. Zeer velen vonden nergens mber
een toevluchtsoord, dan j^de op/en
hoogte gelegen kerkC InciJJ^^fen
nu weldra eenige honderden men-
schen vereenigd, die, van alles be
roofd, zich in de uiterste armoede
bevonden. Middelen voor hun on
derhoud ontbraken. Ook was het
getal der in de kerk zich bevinden
den te groot, om zonder nadeel voor
de gezondheid lang bij elkander te
kunnen blijven. In dezen nood was
het ergste te vreezen. Daarom
wendde de Burgemeester der ge
meente zich tot den Commissaris des
Konings van deze Provincie, met
verzoek, om voor zoo ver de armen
van Utrechts Veenendaal betrof,
hulp te willen bieden en terwijl nu
inmiddels Z.M de Koning te Vee
nendaal kwam, om door woord en
daad, bij het in oogenschouw ne
men van den ramp, zijne deelneming
te betoonen, daagde ook spoedig en
spoediger dan men had kunnen ver
wachten, de van den Commissaris
des Konings gevraagde hulp op.
Deze had van het kerkbestuur der
Nederduitsche hervormde gemeente
te Utrecht de Geertekerk tot huis
vesting van noodlijdende Veenen-
dalers gevraagd en verkregen. Spoe
dig werd hierop een Commissie ge
vormd, onder den naam van provin
ciale Commissie voor den water
snood, bestaande uit de Heeren: Mr.
W. M. J. van Dielen, voorzitter, Mr.
J. J. Nahuys, Mr. J. G. J. van Itter-
sum, Mr. A. G. J. Taets van Ame-
rongen, Mr. F. J. J. van Heemstra,
Mr. T. C. T. N. Nahuys, secretaris.
Deze Heeren hebben, met verwon
derlijken spoed, de Geertekerk voor
hare nieuwe bestemming ingericht
en zijn op Zondag den 11 Maart met
een buitengewonen spoortrein ver
trokken, om de ongelukkigen af te
halen. Van den spoorweg afgevaren
zijnde naar Veenendaal, kwamen
zij in de plaats der verwoesting als
redders aan. Velen echter beschouw
den hen niet aanstonds als de zqo-
danigen, maar vreesden veeleer, dat
deze Heeren kwamen, om hen weg
te voeren naar de een of andere ko
lonie. Op de krachtige toespraak
echter van een der leden, gaven
velen zich met vertrouwen aan
hunne redders over ter hunner ver
voering naar Utrecht. Terwijl ande
ren der meest bezochten elders ge
borgen zijn, kwam de genoemde
Commissie in den avond van den 11
Maart met 401 der armsten en el*
lendigsten hier aan, welk getal ge
klommen is tot 480.
Buiten de tolsteeg hield de trein
stil, van welken in de wagens der
tweede klasse de kranken geplaatst
waren, terwijl de overigen in de
wagens van de derde klasse waren
overgevoerd. Nooit kwamen er wel
licht gasten in Utrecht, die met
meer liefde en hartelijkheid ont
vangen zijn, dan deze ongelukkigen.
Zij werden binnen de stad geleid
door den Heer Commissaris des Ko
nings, door de Commissie en een
talrijke diep bewogen schare van
Utrechts ingezetenen. In hunne ge
meenschappelijke woning vonden zij
een warmen maaltijd gereed en wer
den zij sinds dien tijd op de liefde
rijkste wijze verpleegd. Om in de
kosten hiervan, als ook om in den
nood van andere ongelukkigen in
deze provincie te voorzien, is eene
provinciale collecte geschied, die in
deze stad alleen heeft opgebracht
7910.17%.
Aan de Commissie der Heeren
sloot zich weldra een vereeniging
van Vrouwen aan, welke de zorg
voor de kleeding der ongelukkigen
op zich namen, bestaande uit: Mevr.
Taets van Amerongen van Natewisch,
Mevr. Schermbeek de Jong; Mevr.
van Ittersum Beelaerds; Mevr. Wal-
land Hinlópen; Mevr. Hinlöpen
Berghuis.
Niet alleen voor het lichaamlijk
welzijn onzer arme gasten werd ge
zorgd, maar ook voor hun geestelijk
welzijn. Den eersten dag na hunne
aankomst werden zij door een on
zer onderwijzers in de Godsdienst
toegesproken, die tevens met hen
dankte en bad. Eiken dag werd door
dezen hun een kapittel uit den Bij
bel voorgelezen. De kinderen der
Veenendalers zijn in drie onzer scho
len gebracht. Het bijbelgenootschap
gaf hun 200 bijbels ten geschenke;
en de Commisie wenschte tevens,
dat er eiken Zondag Godsdienst
oefening voor hen zou wezen. Mijn
waarde ambtgenoot Dr. van den
Ham, vroeger predikant te Veenen
daal, was door ongesteldheid ver
hinderd, om aan den wensch van
zijn hart te voldoen en op den eerst-
komenden dag des Heeren de leden
zijner oude gemeente alhier toe te
spreken. Daardoor verkreeg ik het
voorrecht, om op dien dag de Gods
dienstoefening te mogen leiden, in
welke ik de hier volgende toespraak
hield. Onvergetelijk zal mij deze ure
altijd wezen. Behalve de armen met
hunne kinderen waren tegenwoordig
de Commissie der Heeren en de
Vereeniging der Vrouwen, alsook de
Heer Commissaris des Konings, die
aardoor voor de door hen &ewel-
n schoon blijk gaven„
dat zij, door met de geredden te wil
len danken, zich zeiven niet anders
beschouwden, dan als werktuigen
van den eenigen Redder, Wien
alleen de eere toekomt, ook van het-
gene Hij door menschen geliefd te
verrichten."
(Uit: Toespraak naar Klaag
liederen III 21-23, gehouden
tot de uit den Watersnood Ge
redde Veenendaler s, tijdelijk
gehuisvest in de Geertekerk te
Utrecht, door J. H. Bösken,
Predikant te Utrecht).
DE WATERSNOOD TE VEENEN
DAAL.
5 Maart 1855.
Nog dreunt de nagalm ons in 't oor
Van 't jammerend noodgeschrei.
De roede van Gods slaande Hand
Ging dreigend over stad en land,
In grimmigheid voorbij.
t Was God, die op de waat'ren zit;
Wiens majesteit en macht
Bij 't ruisen van de watervloed,
Het hart der volk'ren sidderen doet
Door Zijn geduchte kracht.
Ook 't volkrijk dorp van Veenendaal
Moest delen in het lot,
Door 't wraakzwaard der gerechtig-
[heid;
Al was d'onzichtb're Hand in strijd,
d'Onzichtb're Hand van God.
Maar nauwelijks had de lentezon
Het aardrijk weer begroet,
Of spelde zij in vlammend schrift
Het noodlot door Gods Hand gegrift,
De schrik're Watervloed.
De 5e Maart, o bange dag,
Klonk jammerend door de lucht
De noodkreet op het onverwacht,
Nu meeng' - door geduchte macht -
Onzer dorpsgenoten vlucht.
Een bode ijlings aangerend,
Geeft aan zijn paard de spoor
En roept deez' treurmaar' snel en
[luid:
„Bewoners, vlucht de woonplaats uit,
Het water is er door!"
Thans worden huis en schuur ont
ruimd,
Men spoedt zich naar de wal,
Daar rukt men boot en schuiten los
Of spant het voertuig met het ros,
Waarmee men vlieden zal.
T ot 's nachts 1 uur geopend
Ook vlucht een talrijk huisgezin
Naar een naburig oord.
Maar nauw'lijks is men met de
[schuit
De pas ontvluchte woonplaats uit
Of d' angstkreet wordt gehoord.
Het zwakke voertuig zwaar belast
Door golfgeweld omringd,
Is voor geen golf noch ijs bestand;
Men wordt door 't water overmand,
Dat spoedig binnendringt.
De moeder met haar zuigeling
Vlucht ijlings in een boom,
Maar ach, vergeefs redt zij het wicht,
Dat schreiend aan haar harte ligt,
Bij 't woeden van de stroom.
Och, wie gevoelt het lijden niet,
Die nameloze smart
Die na veel moeite, zorg en strijd,
Door anderen tot hun hulp bereid
Doordringt tot in 't hart.
Te Utrecht in de Geertekerk
Had men een plaats bereid,
Door hen werd thans een grote
[schaar',
Di^ brodeloos doolde hier en daar,
In veiligheid geleid.
De herkomst van het gedicht
Van de Heer Sandbrink vernamen wij
dat een »Oude Veense« een gedicht be
kend is, dat gemaakt is na de water
snood in 1855.
Na ëeïï korte kennismaking met Johannês
Turkesteen, welke in de Molenstraat
woont, stak deze van wal en dicteerde
als een volleerd declamator de 11 cou
pleden van het gedicht.
Daarna kon Johannes Turkesteen het niet
nalaten diverse feiten op te noemen, die
hij van zijn Vader en Moeder had over
genomen
Het gedicht is gemaakt door Hendrik
Gaasbeek, een Turkesteen onbekende
Veenendaler uit 1855, welke het gedicht
overhandigd heeft aan de Vader van Piet
Mark, welke thans nog een boekwinkel
houdt in de Achterkerkstraat.
De Vader van Piet Mark was n.l. ge
schiedenis-navorser en schrijver van ge
dichten.
Van deze Piet Mark heeft Turkesteen dit
gedicht dus uiteindelijk mogen ontvangen,
Turkesteen is een zeer krasse baas van
81 jaar, heeft 30 jaar aan de V. S. W.
gewerkt als wever en 20 jaar als stoker
pakhuisknecht bij de Ritmeester Sigaren
fabriek.
Op 66 V3 jarige leeftijd werd hij gepen-
sionneerd.
Oud-Burgemeester v. d. Westeringh f
Zondag j.l. overleed te Heelsum,
waar hij de laatste jaren woonplaats
had, in de ouderdom van 77 jaar, de
heer Hendrikus Arnoldus van de Wes
teringh. De overledene werd geboren
17 Januari 1872 te Heteren en zal al
daar in het familiegraf ter aarde wor
den besteld. Gedurende het tijdvak van
1902 (zijn benoeming vond plaats tij
dens het Ministerie-Kuijper) tot 1 Oc
tober 1925 bekleedde de thans over
ledene het ambt van Burgemeester te
Veenendaal, waarna hij zich in uitzicht
van zijn pensioen met zijn gezin te
Heelsum vestigde. Gedurende de eva
cuatie in de hongerwinter 1944 bracht
de heer Van de Westeringh met zijn
echtgenote en dochter, die met de be
volking van Heelsum, Renkum, Oos
terbeek en Wageningen moest evacu
eren, weder te Veenendaal door.
Het dacht ons goed, juist aan de
vooravond van de feesten, die Veenen
daal ter gelegenheid van zijn 400-jarig
bestaan gaat vieren, van het verschei
den van één zijner magistraten, die ve
len van de inwoners zo van nabij heb
ben gekend, melding te maken.
GEMEENTERAADSVERGADERING
Nieuwe Raad herkoos de af
tredende wethouders.
P.v.d.A. herziet haar starre
houding.
Dinsdagavond kwam de nieuwe
Gemeenteraad in een openbare zit
ting bijeen. Oude bekenden waren
verdwenen en verschillende nieuwe
le&en hadden hun plaatsen ingeno
men. De raadsleden zitten ook nu
in volgorde van leeftijd en de volg
orde was nu als volgt: C. de Gooyer
(AR); Joh. van Hardeveld (PvdA);
H. Bos (AR); B. van Hunnik (SGP);
W. van Stempvoort (AR); Jac. Slok
(AR); J. H. Jansen (PvdA); J.
Scholten (CH); A. Plant (PvdA);
M. Bastmeyer (CH); J. Verkuyl
(PvdA); W. van Galen (CH) en J.
de Kleuver (CH).
Bij de opening door de voorzitter,
hadden de aftredende wethouders
hun plaatsen tussen de raadsleden
ingenomen, terwijl de beide wet
houderszetels leeg bleven staan.
Na de gebruikelijke opening met
het gebed legden de nieuwe "raads
leden hun eden af, allereerst de
zuiveringseed en daarna de gewone
eed. Na de eedsaflegging sprak de
voorzitter o.a.: „U hebt in het open
baar en onder aanroeping van Gods
naam beloofd, dat U de belangen van
de gemeente Veenendaal zult voor
staan en bevorderen. Ik wens U ge
luk met Uw installatie. Het is een
post van ere, maar ook een post van
vertrouwen. Dat is niet altijd een
voudig. Er komen wel eens moei
lijke zaken voor, waarvoor de weg
niet gemakkelijk is In dit geval bent
U gebonden aan de eed, die U nu
hebt afgelegd en ik verwacht dat
U de taak als een verantwoordelijke
taak op zult vatten. De verhouding
in onze Raad was steeds perfect en
ik hoop en vertrouw, dat de verhou
ding in de nieuwe raad evenzo zal
zijn, in het belang van de gemeente.
Ik hoop dat U de periode, die de
wet daarvoor stelt, vol zult maken
en dat God U en mij de kracht zal
geven, om te doen, wat wij moe
ten doen."
Nadat de Raadsleden hun zetels
weer hadden ingenomen, verhieven
zij zich weer van hun zetels, toen
de voorzitter mededeling deed, dat
bij het Gemeentebestuur bericht was
ontvangen van het overlijden van
oud-burgemeester H A. van de Wes
teringh, die van 1902 tot 1925 onze
gemeente als burgemeester gediend
had. Het college van B. en W. heeft
dit overlijdensbericht beantwoord
met een schrijven van rouwbeklag.
De voorzitter sprak de wens uit, dat
God Mevr. Van de Westeringh nabij
■■::'~':ïïMSL.Zie veivolg^pagina 1, 2e.|blad
De eerste steenlegging van de Gasfabriek, met o.a. Burg. v.d. Westeringh, Weth.
Hardeman, secr. de Klerck, dhr. v.d."Bovenkamp en de heer v. Kreel.