Ruzie zoeken is niet altijd verkeerd apen van DE GRUYTER' KOFFIE KOLOM VOOR DE VROUW t<io ONS NIEUWE FEUILLETON „Het Wapen van Breeck" NUTSSPAARBANK TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 13 NOVEMBER 1953 Burgerlijke Stand No. 45 Je merkt het door de cassabon... is voordeliger dan wat ik had! FEUILLETON „Het Wapen van Breeck" is een oud, uit de 18de eeuw daterend en klein hotel in het stadje van die naam. Korstiaan van Vueren en diens knappe en flinke dochter Marion, een meisje nog, besturen samen deze zaak. De oude Van Vueren houdt niet van meisjes in café's, maar met haar hartelijk en kordaat optreden is Marion goed opgewassen tegen de soms moeilijke situaties die haar dagelijkse aanwezigheid in Het Wapen met zich brengt. Ook het huishouden zij moest haar moe der al vroeg missen weet zij uit stekend te regelen. „De Gouden Leeuw" is het nieu we hotel dat door iemand van buiten het stadje de vader van de aardige en blonde Harm Verdonck wordt geopend. Tussen Harm en Marion groeit al gauw een eerlijke liefde. „Het Wapen van Breeck" is een keurige zaak, ook al loopt er mis schien wel eens een minder ge wenste gast tussen door. Marions vader komt echter in financieele moeilijkheden, en daardoor onder de invloed van de geheimzinnige en rijke bewoner van een grote villa: Sartorius. Deze Sartorius is hard bezig Het Wapen een slechte naam te bezorgen door het organiseren van besloten clubjes. Omdat Van Vueren financieel van deze rijke man „zonder" verledenafhan kelijk geworden is, ziet hij geen kans hiertegen op te treden. Marion die van deze machtspositie van Sartorius niet het juiste weet, besluit" ten slotte om in te gaan op het aandringen van Sartorius om samen met hem eens een dagje naar Amsterdam te gaan. Onder het voorwendsel om hem behulpzaam te zijn bij het uitzoeken van nieuwe meubelen in zijn vrijgezellen-wo ningZij doet het om achter de waarheid te komen. Sartorius, bijgenaamd „de Gele" of „de Chinees", wordt ontmaskerd als een door de buitenlandse politie gezocht misdadiger en wel op de dag nadat „Het Wapen van Breeck" in vlammen is opgegaan. Voor degenen die met de moeilijkheden van de vader van Marion op de hoogte zijn is het niet moeilijk te raden hoe deze brand is ontstaan. Marion en Harm, die hun jonge liefde lange tijd heimelijk konden houden, wor den bij de brand door de vele om standers arm in arm gezien. -8- Van deze door Franck van Vree land beschreven boeiende en in Ne derland spelende geschiedenis, heb ben wij hier nog maar enkele pun ten aangetipt. Dit uit het leven ge grepen verhaal plaatst ons m,idden in de zorgen, vreugden en verdriet van gewone mensen. En juist daar om zijn wij er van overtuigd dat dit uitstekend geschreven, en ook als feuilleton zeer goed leesbaar werk, waarvan wij in dit nummer het eerste deel opnemen, van regel tot regel en van aflevering tot afleve ring gelezen zal worden. RED. (Opgericht 1846) bijkantoor: Veenendaal en Omstr. „Polderhuis" Hoogstraat 10 Geopend: van 912,/i en 24 Zaterdag van 912*/» Vrijdagavond van 78 Gerrit Mandersloot, 80 jaar, ongehuwd, Cuneraweg 36; Hendrika Johanna Evers, 1 dag, Vallei weg 1. AMERONGEN Geboren: Herman Frans Leonard, z. van J. W. Geurts en H. B. H. Litjens; Janny, d. van G. van Zomeren en A. Blauwendraat; Piet, z. van D. Raven horst en W. Baars. Overleden: Cornelis van den Ooster kamp, 76 jaar. Ingekomen: G. van Beek (echtgenote D. Overeem) van Rhenen naar Molen straat C 47; A. van Deelen van Wou denberg naar O verberg D 88; J. M. Fernhout en gezin van Blaricum naar Betonweg C 230. Vertrokken: Hillegonda W. Smits (echtgenote v. d. Molen) en gezin van van Reede Ginkellaan B 477 naar Haar lem; C. T. H. M. Voermans van Over- berg D 22a naar Soest; E. Bergsma en echtgenote van Utrechtsestraat B 271 naar Roermond. RENSWOUDE Geboren: Johannes Cornelius, z. van J. C. de Grauw en T. van Veenendaal; Dirk, z. van A. van de Vliert en A. de Jager; Hendrika, d. van J. van de Brink VEENENDAAL Ondertrouwd: Dirk Johannes Jacob- sen, 27 jaar en Jacoba Anbeek, 27 jaar; Everardus van Voskuilen, 24 jaar en Teuntje Robbertsen, 24 jaar; Jacob Jan sen, 33 jaar en Willemina Jacomina Davidse, 24 jaar. Getrouwd: Hendrik de Ruiter, 28 jaar en Jannetje Diepeveen, 28 jaar; Corne lis Lam, 25 jaar en Jannetje Prins, 23 jaar. Geboren: Cornelia Geurtje, d. v. D. de Man en A. J. Diepeveen; Gerardus Wil- librordus, z. v. H. D. Faber en G. J. Stuivenberg; Roelofje Gijsbertje, d. v. T. de Kruijff en R. G. van Zetten; Jan na Elske, d. v. W. Hofstede en J. Bar- neveld. Overleden: Albertina Stuivenberg, 69 jaar, wed. v. C. van Dijk; Jasper van den Bovenkamp, 79 jaar, wedn. v. C. v. Asselt; Hendrik van Rotterdam, 9 m., z. v. G. van Rotterdam en M. W. van de Weerd. GELD. VEENENDAAL EN EDERVEEN Getrouwd: G. H. van der Meijden en M. van Dijk. Geboren: Cornelis, z. v. R. v. Doorn en E. Bos; Wilhelmina, d. v. J. M. Groenhof en J. H. van Doorn. Overleden: Jansje van de Hooff, 67 jr., cchtg. van J. H. Versteeg. RHENEN Geboren: Christina Willemina, d. van H. J. Blankestijn en J. G. van Binsber- gen, Franseweg 39; Christina Wille mina, d. van A. van Zetten en H. K. W. van Koetsveld, Zuidwal 16; Hendrika Johanna, d. van E. Evers en C. Hen- driksen, Valleiweg 1; Peter, z. van L. Stoutjesdijk en H. J. E. van den Berg, Nieuwerkerk. Ondertrouwd: Christiaan van der Hammen en Christina Josephina van Hal, Wehl; Paulus Wolve, Wageningen en Alida Jansen; Wessel Severijn Brus- sen, Wageningen en Aaltje Teuntje Mager; Hendrikus van Harn, Wagenin gen en Janna Willemina Margaretha Hensen; Jan van Hunnik, Veenendaal en Dirkje Willemijntje Lokhorst; Aart Vos, Langbroek en Lammerdiena van Ba aren. Getrouwd: Petrus Ludovicus Stom mels en Antonia van der Loos; Josep Karei Driesenaar en Aleida Geertruida van den Berg. Overleden: Maarten Stoker, 86 jaar, weduwn. van P. K. Neels, Franseweg 49; en G. Bakkenes; Teuntje Antonia, d. van M. Lieftink en J. van Veldhoven: Gerrit Hendrik, z. van J. van de Haar en H. van de Kamp; Hendrik Cornelus, z. van G. Jansen en G. van Ravenhorst Dirkje Everdina, d. van H. van Maanen en E. van Veldhuizen; Klazina, d. van C. Slok en W. Hutink. Getrouwd: Matthijs van Eist, 29 jaar, Scherpenzeel en Antonia Gijsbertsen 21 jaar. Ingekomen: Eybertha J. Brons van Ede naar D 56; Arie L. Edelman van Barneveld naar Dorpsstraat 73. „De mens wordt geboren in het besef, dat hij de spil is waaraan de wereld draait. Het is een lange en harde stryd, alvorens het hem dui delijk is, dat ieder ander schepsel even belangrijk is als hij", aldus de Amerikaanse dokter Herman Bun- desen. Heel vaak klagen de moeders er over, dat haar kinderen zoveel ruzie zoeken. Vrijwel elke dag opnieuw ontstaat er een ernstig meningsverschil en dikwijls ontaardt dit in een gevecht, totdat moe der de kemphanen uit elkaar haalt. Dr Herman N. Bundesen, de presi dent van de Chicago Board of Health, heeft een uitvoerige studie gemaakt over deze ruzies en de oorsprongen er van. Volgens hem is het ruzie maken bij kinderen helemaal niet zo slecht. Broertjes en zusjes, die elkaar nooit eens flink de waarheid zeggen, lopen de kans hun gevoelens, onbewust na tuurlijk, sterk te onderdrukken, waar uit de vreemdsoortigste complexen kunnen voortkomen. Zo'n kibbelarijtje in de familieschoot kan dan ook prach tig werken om tijdelijke irritatie af te reageren en zij zijn dan ook in de meeste gevallen helemaal geen uitingen van diepgewortelde haatgevoelens. Het spreekt wel bijna vanzelf, dat de ouders deze ruzies nu niet behoeven aan te wakkeren: daarmee zouden zij van hun kinderen buitengewoon onbe heerste wezens maken. En evenmin is het aanbevelenswaardig, dat vader en moeder met elkaar kibbelen, speciaal in gezelschap van de kinderen of op ge- hoorsafstand. Juist het goede voorbeeld van de eendracht tussen de ouders, welke echter niet moet ontaarden in een pantserplaat voor de kinderen, kan de jeugd wel degelijk verdraag zame en vredelievende gevoelens bij brengen. Dr Bundesen heeft duizenden ouders gevraagd nu eens precies te noteren hoeveel keren per dag hun kinderen het oneens waren en waarover. Het bleek, dat dit getal niet erg groot was, maar dat de verbeelding en de bezorgdheid van de ouders het gekibbel in overdre ven proporties hadden doen zien. De onderwerpen waren doorgaans futili teiten als een stuk speelgoed, dat ver dwenen was of een karweitje dat moest worden opgeknapt. Toch waren er ook een aantal gezin nen, die wel met hoge frequentiecijfers van kinderruzie kwamen. Deze gezinnen zijn door Dr Bundesen en zijn assisten ten bezocht. Bij de bezoeken gedroeg het merendeel der kinderen zich als engelen. De reden? De kinderen waren afgeleid door het bezoek en verveelden zich derhalve niet. Want ledigheid is des duivels oorkussen, speciaal bij de jeugd. Zelfs als kinderen spelen, kun nen zij zich vervelen om de doodeen voudige reden, dat het spel niet genoeg boeit Hun teveel aan energie leven ze dan uit op de speelpartners. Een andere oorzaak van voortdurend kibbelen bleek jaloezie te zijn. Er zijn weinig verkeerder dingen te bedenken, dan het voortrekken van de ene spruit boven de andere. En zelfs als de ouders naar alle eerlijkheid en recht- vaarigheid te werk gaan, dan nog lijden de kinderen vaak aan een ernstige vorm van jaloersheid. Al was het alleen maar, dat de jongens vinden, dat de meisjes altijd gelijk krijgen en dat de meisjes de mening zijn toegedaan, dat jongens veel meer mogen. Kinderen moeten discipline kennen. Deze discipline zal hun ruzies binnen de perken houden, hun eerbied jegens anderen bijbrengen en hun sterker doen staan in het leven. Nochtans zullen zij naar alle waarschijnlijkheid morgen weer een lustig robertje vechten, al was het alleen maar om hun bestaansrecht aan de ander duidelijk te maken. MARIANNE VAN LOON i) Hooofdstuk I DE NOODREM Marian van Vueren keek uit het coupéraam naar de bedrijvigheid op het langgerekte en ietwat smoezelige station van Zwolle. Zo even waren haastige reizigers voorbij gerept naar het Kampertreintje. Naast het volgende perron stond een geweldige Jumbo astmatisch te steu nen, als pufte hij nog na van een in spannende rit met een lange sleep goe- renwagens aan zijn staart over de een zame Veluwe. Marian keek naar het indrukwekkende stalen monster met zijn grote wielen, de van olie glimmen de drijfassen en het pluimpje stoom dat verried dat deze kolos niet sliep maar alleen even uitblies. Op hetzelfde ogenblik schoof met piepend gekras van remmen een lange resedakleurige expressetrein onder de overkapping. Marions ogen dwaalden af van de zwart glanzende locomotief naar de gladde moderne electrische trein, om dan toch weer iets met te leurstelling terug te keren naar de sta len reus die zich van de moderne con current niets scheen aan te trekken. De jongeman die tegenover haar zat volgde haar blik en glimlachte. 't Is wel een heel verschil merkte hij op, ik voor mij reis liever met de electri sche dan met de stoomtrein en vooral die moderne expressetreinen zijn wel mirakel confortabel. Maar ik vind de locomotief toch honderdmaal roman tischer dan zo'n electrisch strijkijzer. Het meisje aarzelde een ogenblik voordat zij hem antwoord gaf; dan zei ze bedachtzaam Ja, en toch heb ik zo'n idee dat zulke locomotieven voor bestemd zijn voor het museum en dat men ze later even raar zal vinden als wij nu de trekschuit. Ja, misschien hebt u wel gelijk stemde de jongeman toe. En toen de treinen gingen rijden ging Marian verder betreurden alle mensen de diligence en de trek schuit en vonden de locomotief een le lijk vies ding. En nu zitten wij, het tegenwoordige geslacht, naar zo'n zelf de locomotief te kijken en vinden het jammer als hij verdwijnen moet. Zo zie je alweer dat de dingen wel ver anderen, maar de mensen niet. U hebt wel een philosofische kijk op het leven zei de jongen geamu seerd U knoopt aan de locomotief een hele wijsgerige beschouwing vast figuurlijk dan altijd. Marian kleurde licht, ze was niet stug, eer vlot in de omgang, ze was op gegroeid in het bedrijf van haar vader, de eigenaar van het uit de 18e eeuw daterende „Wapen van Breeck", het oudste café-restaurant en tevens loge ment in 't kleine stadje. Ze was het wel gewend te praten over koetjes en kalf jes met bezoekers van allerlei slag: boe ren en veekooplui die de markt bezoch ten, handelsreizigers met grote koffers en allerlei toeristen die bij het rijden door deze mooie streek graag tevens een bezoek brachten aan het histori sche stadje Breeck met zijn oude wal len, de formidabelé poort waartegen Spanjaarden en Fransen de kop gestoten hadden, en dan het belommerde markt plein op te rijden, hun wagen te par keren voor 't oude mooie raadhuisje met zijn grimmige stenen leeuwen en in de ouderwetse doch gezellige serre van Het Wapen van Breeck" een kop kof fie te drinken of een uitsmijter te eten. Maar als was ze dus gewend om vrij moedig te conserveren in de veilige omgeving van haar vaders établisse ment, het was toch nog wel even anders dan in de intimiteit van een spoorweg coupé zo hardop je gedachten te laten gaan tegen 'n volkomen wildvreemde jongeman. Dat kwam ook wel, bekende zij zichzelf, omdat zij hem wel aardig vond. Hij zat eenvoudig, doch wel goed in de kleren, zijn blond haar krulde bo ven een paar bruine, een beetje spot zieke ogen, hij had geen bijzonder knap, maar wel een flink gezicht en leek zo helemaal niet op het type jongens waarvan ze een grondige afkeer had, de jongelui die wilden lijken op alles, behalve op zichzelf. Hij gaf haar het gevoel alsof zij hem kende, hij had iets dat vertrouwd was en vertrouwen wek te, hij deed niet aanstellerig, hij sloof de zich niet uit. Hij was gewoon en dat was voor deze tijd (stelde Marian glim lachend bij zichzelf vast) nogal tame lijk ongewoon. Ze hoopte maar dat hij niet van haar zou denken dat ze zo erg om conver satie verlegen was. Ze bedacht dat zij veel meer gezegd had dan hij en dat kwam toch werkelijk niet te pas.. Maar ach, ze was een modem meisje in een moderne tijd, die het stadium van ver legen blosjes en schuwe teruggetrok kenheid al lang te boven was. En ten slotte zag deze jongeman er niet naar uit haar openhartigheid verkeerde ge volgtrekkingen zou maken. Waaraan ze dat zien kon, dat wist ze zelf niet. Ze voelde dat nu eenmaal zo. Hun gesprek werd onderbroken door de conducteur, die luid galmend een reeks van bijna onverstaanbare plaats namen langs hun compartiment riep en een bons tegen de deurknop gaf. De rei zigers uit de express-trein, die enkele minuten te laat was, waren al overge stapt. Van het perron klonk een schil fluitje. Daar gaan we constateerde Ma rians overbuur nogal overbodig. Op hetzelfde moment verscheen voor het coupéraamr'-" - n hoofd. Onder de scheef staande hoed staarde een paar verstrikte ogen in een rood bezweet ge laat. Drommels, die moet nog mee zei de jongen. Hij sprong van de bank op om de coupédeur te openen voor de late reiziger die nog op het nippertje pro beerde in de aan snelheid winnende trein te springen. Marian keek verschrikt toe. Ze vond het gevaarlijk en onverantwoordelijk wat deze man deed, maar nu hij een maal op de treeplank van de rijdende trein stond, schoot er niets anders over dan hem zo spoedig mogelijk naar bin nen te hijsen. Haar medepassagier deed een greep naar de knop van het portier, op dat zelfde ogenblik klonk boven het lawaai van de trein uit een angstige kreet. Hij valt schreeuwde opeens de jongen. Bijna zonder na te denken sprong Marian op en greep het hengsel van de noodrem. Ze voelde hoe die op eens meegaf, hoorde plotseling de rem men knarsen op de wielen en het sissen van de stoom, en met een schok die haar bijna voorover deed tuimelen, stond de trein, die nog geringe snelheid had, stil. Het portier vloog open. De jongeman sprong er uit en rende het perron op. Bijna automatisch ging zij hem achter na. Op de stoffig-grijze perronvloer lag de man, die getracht had in de coupé te komen. Zijn linkerbeen was eigen aardig verwrongen. Hij kreunde en hield de ogen gesloten. De twee jonge mensen haastten zich naar hem toe. Marian zag een eindje verder de rode riem van de hoofdconducteur die uit de trein gesprongen was om te zien wie aan de noodrem getrokken had. Uit alle raampjes keken verschrikte hoof den, hier en daar werd een portier voorzichtig geopend. Een bejaard heer in een grijze overjas kwam snel naar het groepje toe dat zich op het perron vormde. Een politieagent, twee witkie len, en de perronopzichter met zijn rode pet voegden zich bij Marian en haar reisgezel, die gebukt stonden boven het lichaam van de nog steeds kreunende man. Dat been is gebroken zei de jon gen met stelligheid. Marian probeerde zich te herinneren wat ze nog van haar eerste hulpcursus wist. Liggen laten ze ze tegen de beide witkielen, die probeerden de man op te tillen laat hem maar liggen tot er een dokter komt, en misschien wilt u een beetje ruimte maken dit tegen de mensen die nieuwsgierig en tuk op sensatie begonnen op te dringen. Ja, een beetje achteruit mensen sprak de dienaar van heilige Herman dad, zich plots van het gewicht zijner taak bewust. Op datzelfde ogenblik drong zich de heer met de grijze over jas tussen de mensen door. Ik ben dokter zei hij tegen de perronopzich ter als u die mensen een beetje weg houdt, wil ik eens zien wat er aan man keert. Is hij uit de trein gevallen? Nee dokter antwoordde Marian hij wilde instappen toen de trein al reed en voor hij de coupédeuren open kon krijgen verloor hij schijnbaar zijn evenwicht en viel van de treeplank. Dan heeft hij stom geluk gehad constateerde de hoofdconducteur zake lijk. Hij had net zo goed tussen het perron en de trein terecht kunnen ko men. Een ogenblik zag Marian in haar ver beelding het schouwspel van een mens, wegglijdend tussen de steile perron muren en de rijdende trein, gegrepen door de onbarmhartig voortglijdende wagons, neergedrukt tussen de stalen wielen. Het werd haar koud om het hart. Als in een flits zag ze hoe in één moment een gezond en levenslustig mens het hoofd vol plannen en slechts vervuld van één gedachte: zijn trein te halen en die plannen uit te voeren, kan worden vervormd tot een gekneusd, bloedend hoopje ellende. Maar het was bij deze man gelukkig zover niet geko men. Ze zag hoe de dokter zijn hand deskundig liet glijden over 't beweging loze lichaam, de oogleden optilde, en ze vroeg: Is het erg, dokter? Hij keek eerst wat geirriteerd op, glimlachte toen hij zag wie de vraag had gesteld. Been gebroken en waarschijnlijk een hersenschudding zei hij kort en wendde zich toen tot de perron-op zichter. De hoofdconducteur tikte Ma rian op haar mouw U zei dat hij in de trein wilde springen toen die al reed? vroeg hij hebt u het gezien? Ja kwam de jongeman haar te hulp, want hij zag dat het meisje een ogenblik verbijsterd was door de in drukken die zij had opgedaan hij wilde in onze coupé springen, ik had de knop van de deur al in de hand toen hij opeens viel; ik kreeg de indruk dat hij bang werd en er weer afsprong en daarbij zo lelijk terecht gekomen is. De hoofd conducteur knikte bedacht zaam met het hoofd. Ja, dat is wel van belang, ziet zei hij. We moeter. natuurlijk goed weten hoe het geval zich heeft toegedragen. Hij liep met Marian en de jonge man naar de coupé waarvan de deur nog open stond. Ik zou zeggen, gaat u maar weer zitten, want we vertrék ken direct weer. De ziekenauto is al op gebeld en de rest maken ze op het sta tion wel in orde, dan kom ik zo dadelijk wel even bij u zitten en dan wilde ik graag even uw namen en adressen heb- Is dat nodig? vroeg Marian een beetje verschrikt. Ze hield niet van al die poespas, was ook bang dat die arme man die daar nu als een hoopje ellende op het perron lag, er last door zou krij gen. Kijkt u eens zei de hoofdconduc teur gewichtig. Als er eens wat ern stigs met die man zou gebeuren, zou zijn familie misschien de Maatschappij om schadevergoeding kunnen aanspre ken en dan is het voor ons toch wel van belang dat we kunnen bewijzen dat het ongeluk aan zijn eigen schuld te wijten is. Het is verboden om op een rijdendi trein te springen. Het is trouwens ook verboden glimlachte hij om aan de noodrem te trekken zonder dringen de noodzaak; al was het alleen maar daarom, zal ik toch uw naam en adres moeten hebben. Anders zou u nog een boete moeten hebben voor uw kordate optreden. Ja bevestigde de jongeman dat was werkelijk kordaat conducteur! (Wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1953 | | pagina 4