Adoptie in het brandpunt
BEVA VAKKLEDING
DE VALLEI
KOLOM VOOR DE VROUW
TWEEDE BLAD „DE VALLEI''
VRIJDAG 2 JULI 1954
No. 26
Prettige vacantie
Daar heb ik uren voor gekookt*»».
't Is in een wip verdwenen
Voor de Jeugd
DE KRANS VAN KONING
HIERO
FEUILLETON
De adoptie staat dit jaar wel zeer
bijzonder in de belangstelling door
de bemoeienissen van de regering.
Ontelbaar zjjn de problemen en
moeilijkheden, waarmee de pleeg
ouders te maken krijgen.
Er zijn talloze echtparen, die geen
kinderen hebben, geen uitzicht hebben
ook om ze te krijgen en zich maanden,
jaren beraden over de vraag, of zij een
kind zullen aannemen. Het spreekt van
zelf, dat men, voordat er een dergelijke
stap wordt ondernomen, de zaak van alle
kanten bekijkt, maar het al te lang
wachten heeft grote nadelen, al was het
alleen maar om het feit, dat men zelf
ouder wordt, minder van de kinderen
kan hebben en zich te weinig meer kan
inleven in de geest van de jonge men
sen.
Een jonge vrouw, die pas via de voog
dij haar derde baby mocht ontvangen,
was zelfs van mening, dat men niet
vroeg genoeg kon beginnen met het op
voeden in eigen huis van kinderen, die,
om welke reden dan ook de familiekring
was ontzegd. Haar opvattingen over
deze kwestie willen we hier graag weer
geven als een voorbeeld, hoe verstande
lijk inzicht en werkelijke liefde tot de
kinderen, een groot aantal van de moei
lijkheden reduceren tot onbetekenende
voorvallen, opvattingen, die overigens
volkomen persoonlijk zijn, en niet de
minste pretentie hebben om als richt
lijnen te dienen, omdat elk geval op
zichzelf moet worden beschouwd.
„Velen van onze kennissen begonnen
bij het aanschouwen van onze nieuwe
wereldburger op slag uitroepen te sla
ken als deze: „Wat moedig van jullie!"
en „Wat een edele daad is het aanne
men van zo'n kind toch!"
Naar mijn smaak gaven die mensen
door deze uitlatingen te kennen, dat ze
niet het minste begrip hadden van de
vreugde, welk zo'n meisje elke keer
weer met zich meebrengt
Ik kan er moeilijk over oordelen, om
dat ik geen kinderen van mijzelf heb,
maar ik geloof niet, dat de tijd van voor
bereiding in een gezin, waarin de vrouw
zwanger is, blijder is dan in ons krin
getje.
Mijn man en ik huldigen het stand
punt de kinderen zo jong mogelijk te
vertellen, dat wij niet de werkelijke
ouders zijn. Op deze wijze menen we te
voorkomen, dat de schok later te groot
en te ingrijpend is. Een klein kind be
seft, wanneer hem op eenvoudige wijze
de stand van zaken wordt meegedeeld,
de juiste waarde van het verhaal toch
nog niet en met het groter worden raakt
hij er geleidelijk aan gewend.
De meeste ouders zullen dan ook er
varen, dat het vertellen zeker niet het
moeilijkste is, maar dat beantwoorden
van de diverse vragen, die in de loop
van de jaren worden afgevuurd, heel
wat ingewikkelder is.
Zo vond onze zevenjarige oudste het
noodzakelijk bij de groenteboer aan mij
te vragen, of haar vijfjarige broertje
van dezelfde dame kwam als zij. Ik
moest ontkennend antwoorden, waarop
zij zielstevreden zei: „Dan is Robbie mijn
broertje ook niet, hè Mam?", welke te
vredenheid voorkwam uit de omstandig
heid, dat ze juist samen een fikse ruzie
achter de rug hadden. „Meid, zeur niet!"
was Robbie's commentaar en hij ver
diepte zich verder in het afkluiven van
een wortel. Ik heb geantwoord, dat ze
wel degelijk broer en zuster waren, om
dat ze behoorden tot hetzelfde gezin en
deze opmerking werd door beiden vol
komen geaccepteerd.
Het onverstand en de harteloosheid
van oppervlakkige mensen zat breeduit
achter de vraag: „Waarom zeggen de
mensen toch, dat ik geboft heb?"
Toen heb ik even slagerneigingen voe-
en opkomen. Geen enkel kind boft, als
iet in een normaal gezin opgroeit, daar-
»p heeft het recht en het is alleen maar
leel triest te bedenken, dat zoveel kin
leren van dit recht worden uitgesloten.
Naar mijn eerlijke overtuiging vragen
de kinderen niet niet allemaal uit een
verborgen angst, maar uit een gezonde
nieuwsgierigheid, die ieder kind eigen
is.
In veel gezinnen, waar meer dan één
kind woont, bekijkt men angstig elke
kibbelpartij tussen de kinderen en trekt
dan angstig en overhaast de conclusie,
dat de kinderen niet bij elkaar passen
en „Was ik er maar nooit aan begon
nen!" Laten we dan toch vooral niet
vergeten, hoe bloedeigen broers en zus
ters kunnen vechten op het leven af en
dat zelfs de band tussen ouders en eigen
kinderen wel eens niet helemaal zo
hecht is, als deze eigenlijk behoorde te
zijn, ja, dat er zelfs heel erg veel fami
lies bestaan, waar ouders en kinderen
boos uit elkaar zijn gegaan en het leven
lang boos blijven.
De lokkende zon buiten kondigt de
tüd aan, dat Nederland weer met
vacantie gaat. Die vrije dagen wor
den pas volmaakt, als elke ergernis
verdwenen is, ook die over het
uiterlijk.
Ja, een prettige vacantie en een heel
goede reis, maar wilt u er wel even aan
denken? Aan uw huid en uw handen en
uw ogen en uw haar en uw voeten.
Want anders zit u straks met de brok
ken als u thuis komt en dat is ten slotte
ook niet de bedoeling.
U moet het u vooral niet moeilijk ma
ken of ingewikkeld of zo, want ten slotte
hebt u vacantie, maar 's morgens en
s avonds honderd streken met de bor
stel door uw haren is toch niet te veel
gevergd, wel? Bovendien bent u daar
aan nu al zo gewend, dat u het even
automatisch doet als tanden poetsen. En
neem vooral ook een hoofddoekje mee,
om de haren tegen de allerfelste zon te
beschermen, anders zijn ze bij elkaar
net een bosje hooi aan het einde van de
vacantietijd.
Een goede zonnebril voor de ogen en
als ze branderig worden een oogbadje
van boorwater of gedistilleerd water;
een recept, waaraan niet niet te tornen
valt.
Met de huid zijn we niet zo snel klaar,
ook al omdat we daarvan onderweg de
meeste last kunnen hebben. Voordat we
op stap gaan, zorgen we, dat de huid
mooi soepel is, zodat zij een stootje heb
ben kan. Onderweg verzorgen we haar
met zonnebrandolie of crème, waarvan
uitstekende producten in de handel zijn.
Elke avond opnieuw maken we haar
goed schoon en wrijven haar in met een
voedende nachtcrème. Wanneer de huid
wat rood of verbrand is, doet men beter
haar niet te wassen, maar haar schoon
te maken met melk en daarna in te vet-
Op dezelfde wijze verzorgt men de
handen, speciaal waarbij kampeerders er
aan moeten denken de nagelriemen in te
wrijven met een druppeltje nagelolie,
waardoor ze niet zo gauw scheuren of
barsten.
Resten nog de voeten. Een uitgebrei
de pedicure, voordat de vacantie aan
breekt, lijkt me geen overbodige weel
de. Wil men de onderdanen in goede
conditie houden, dan wrijft men ze
's morgens in met wat glycerine, geeft
ze 's avonds een voetenbad en wrijft er
daarna wat lanolinecrême op.
Al deze handelingen tesamen kosten
u slechts enkele minuten en u zult er
naar alle waarschijnlijkheid bijzonder
veel plezier en gemak van ondervinden.
Daarom: denkt u er even aan, dan
wenst u in gemoede een prettige vacan
tie uw
MARIANNE VAN LOON
EEN FOSSIELENHOUDENDE LAAG
BIJ SAINT-VALLIER
De directeur van het natuur-historisch
museum te Lyon, prof. Viret, heeft on
langs medegedeeld, dat de op het pla
teau van Sa int-Vallier-sur-Rhóne
(Dröme) in 1948 ondernomen onderzoe
kingen, het resultaat hebben gegeven
dat een belangrijke fauna bekend is ge
worden, welke heeft bestaan in de eer
ste uitlopers van de alpen-gletschers in
de vlakten, een millioen jaar ongeveer
geleden.
„Een bepaald soort wordt door ver
schillende individu's vertegenwoordigd,
zo vertelde de prof., en wel zodanig dat
men een idee van zijn variatie krijgt.
Deze fauna, waaronder geen enkele he
dendaagse diersoort wordt gevonden,
bevat enkele „voorouders van bekende
dieren en onder geheel uitgestorven
vormen: mastodonten, en tijgers met
slagtanden als dolken".
„De laag, die gedurende een zeer korte
tijd gevormd werd, draagt een tropisch
karakter. Zo heeft men ook resten ge
vonden van olifanten, van gazellen,
hyena's, rhinocerossen, luipaarden enz.
Dit is de enige plaats in Europa waar
men deze fauna kan bestuderen, in een
rots genaamd Poess.
„Ik denk, zo zegt prof. Viret, dat er
een algemene paniek is geweest; in hun
vaart zijn de beesten gevallen en bra
ken hun poten, wat door de opeenhoping
van de skeletten verklaard wordt. De
gewonde dieren en cadavers hebben de
aandacht van de vleesetende dieren ge
trokken, want van de achtentwintig
soorten zijn er veertien vleesetende".
De tot nu toe weer gevonden stukken
zijn op merkwaardige wijze bewaard
gebleven en zijn nu in een zaal van het
Museum van Lyon ondergebracht.
Dat heeft Bruin nog nooit in z'n lange
paardenleven meegemaakt, een wagen
met dubbele wielen. Maar één ding is
zeker, „extra versterkt" Is die wagen
beslist I
En de baas heeft goed lachen, want hij
draagt een echt BEVA-werkpak, gemaakt
van de beste slijtvaste weefsels, gecon
troleerd op Amerikaanse testmachines I
Zo'n B E V A-p ak is extra versterkt
op alle plaatsen, die geweld moeten
kunnen weerstaan. BE VA is ook royaal
met de stof, zodat BEVA-werkpakken
makkelijk zitten en er is altijd een
schriftelijk garantiebewijs bij.
H3ËSS
BEVA werkkleding verkrijgbaar bij
C V. HEIN VAN SCHUPPEN - Hoofdstraat 79 - Veenendaal
E. VAN DE WEERD Notaris Fischerstraat 35 Ede
Hoeveel tijd staat een vrouw per dag
in de keuken? Met elkaar heel wat. Van
de eerste ketel water voor de thee des
morgens tot wat er na de avondmaaltijd
wordt gedronken; koken, bakken, bra
den, het keert terug met de regelmaat
van de klok. En als men dan aan „ta
fel" niet het begrip toont voor het hele
werk, dat in de „keuken" vooraf is ge
gaan aan het vullen der borden, dan is
het wel eens moeilijk niet te vervallen
in de verzuchting, welke wij hier boven
hebben geplaatst.
Ook dit punt kwam aan de orde op
onze kwaliteitstocht door Nederland. We
hebben dingen gezien, die geheel beho
ren tot de keuken, het werkterrein bij
uitnemendheid voor de Nederlandse
huisvrouw. Daarnaast ook de middelen
om het gebruik aan tafel te maken tot
een dagelijkse bron van gezelligheid.
Keukenuitzet: uitgave voor jaren
We weten allen wel wat goed gereed
schap waard is. Of het nu een hengel be
treft voor onze man en vader of de pas
serdoos, waarmee de oudste zoon straks
naar de ambachtsschool zal gaan,
spullen" moeten in orde zijn.
Past u dit eens toe op uw keukenpan
nen en bedenk bovendien wat er van
deze nuttige gebruiksvoorwerpen dag
aan dag gevraagd wordt: fel verhitten,
snel afkoelen, van binnen bestand tegen
alcalihoudende stoffen en zuren. Nie
mand vraagt zich af of dat nu eigenlijk
wel kan. En bovendien: op dit gebied
dulden we geen slijtage. De meeste tex
tiel is aan mode onderhevig, en ons
vloerkleed gaat kale plekken vertonen
bij gebruik. Jammer, maar het is zo. Wat
echter op de keukenplank staat moet
mee tot over vijf en twintig jaar, daar
voor heeft het zoveel geld gekost.
Inderdaad: een keukenuitzet is kost
baar. Maar gezien de diensten welke hij
ons bewijst is dat begrijpelijk en verant
woord. Na een bezoek aan de N.V. Ko
ninklijke Kamper Ernaillefabrieken is
ons duidelijk geworden, wat er nodig is
om een gaaf product te laten overgaan
in het trotse bezit van een stel gelukkige
verloofden. Daarbij heeft de fabrikant
aan alles gedacht: duurzaamheid, goede
vorm, practische inhoudsmaat en zelfs
het vraagstuk der kleuren. Want uitge
breide wetenschappelijke proefnemingen
zijn gedaan om te komen tot de meest
geslaagde mengvorm van de twee beste
tinten: groen en geel, waarbij het reseda
tenslotte is uitverkoren.
Wij zeiden reeds: goede pannen moe
ten kostbaar zijn. Maar: het publiek
maakt ze duurder dan nodig is! Evenals
vele andere bedrijven, welke wij heb
ben bezocht, heeft ook deze industrie
met nadruk verklaard, dat de „smaak
van de kopers dwingt tot dingen, welke
de fabrikant liever zou nalaten. Op kou-
sengebied bijvoorbeeld het sierwerk van
zwarte naden, bewerkte hielen of zelfs
bijzondere borduursels. Bij de pannen
heeft men te Kampen te kampen met
het „gouden biesje". Extra duur, want
het moet met de hand opgebracht wor
den, en de grondstof is bijzonder prijzig.
Maar: het publiek en de klant beveelt.
De jongste spruit aan de boom van dit
bedrijf is aluminium. Licht aan gewicht
maar (nog) vatbaar voor bepaalde na
delen. Zo verkleurt de binnenzijde in
sommige streken (Veenkoloniën) door de
samenstelling van het daar gebruikte
water.
Deze industrie ondergaat sterk de in
vloed van de woningtoestanden. De ge
woonte ten plattelande om in de keuken
ook te wonen, heeft bevorderend ge
werkt op het aanschaffen van mooi en
verzorgd kookgerei. Daarentegen moe
ten vele jonge gezinnen zich zo behel
pen met een noodinrichting dat de uit
rusting van dit voornaamste „werkver-
de trek der huisvrouw" nog lang niet alge
meen op het peil van voor de oorlog is
gebracht.
Het bestek
Wij zijn uitgegaan van een dubbele
klacht: de vele arbeid bij het koken en
de vanzelfsprekendheid waarmede de
resultaten worden „verwerkt". Dit laat
ste is een kwestie van de tafel, de rust,
de manieren die daar heersen, maar ook
van het „eetgereedschap", in vaktermen
bestek" genaamd. Grote diners mun
ten niet alleen uit door de kwaliteit en
de afwisseling der spijzen, maar het suc
ces hangt niet minder af van de wijze
waarop gedekt is.
Van ouds is daarvoor zilver het meest
geschikte metaal. Bij de tegenwoordige
levensstandaard is evenwel zo goed als
niemand in staat zich dat aan te schaf
fen in massieve vorm. Sinds een men
senleeftijd is stelselmatig gezocht naar
een combinatie van een onedel metaal
om de goedkoopste en het zilver op
grond van de sierlijkheid. De oplossing
is geworden: een kern van goedkope sa
menstelling (die toch door en door roest
en vlek vrij moet zijn) en een zilveren
deklaag. Uiteraard speelt bij dit laatste
het gehalte een rol. Terwijl de wetgever
het woord „zilver" verboden heeft voor
wat niet geheel en al uit dit metaal be
staat, is het aan elke fabrikant vrijge
laten om voor de mengproducten naar
eigen inzicht te handelen.
De kwaliteitstocht van Nederlands
Fabrikaat voerde voor dit belangrijke
onderdeel naar een fabriek te Zeist,
waar men behalve de vorken, lepels en
messenheften van verzilverd metaal
Verschijnt als bijlage van het
streekblad DE VALLEI
Onder redactie van TANTE JOS
Correspondentie te richten
aan Tante Jos, p/a Parallel
weg 10, Veenendaal.
CORRESPONDENTIE
Arie en Jan Diepeveen, Veenendaal.
Nou Jan, jij bent verwend met je ver
jaardag hoor. Wat een mooie cadeaux.
Hartelijk dank voor jullie brief hoor. Die
brieven van jullie zien er keurig is. Het
is zeker wei een goede schrijfmachine.
Krijg ik nog eens gauw een brief van je.
Wat gaan jullie doen in de vacantie?
Daag.
Leendert Myndert, Veennendaal. Har
telijk welkom in onze grote kring van
nichten en neven, Leendert. Dus jij
bent een broertje van Alie als ik wel
begrijp. Wil je je moeder nog van mij
feliciteren met haar verjaardag. Gaat
Alie ook weer naar Lisse? Mooi is het
daar hè. Gaan jullie vier weken lang
daarheen? Zeg Leendert, ik weet nog
niet wanneer je jarig bent. Schrijf je
me dat nog even? Niet vergeten hoor.
Dag Leendert, tot de volgende brief dan.
ONZE JARIGEN
2 Juli: Annie v. d. Bruijn, V'daal;
3 Juli: Diny van de Haar, V'daal.
7 Juli: Henk v. Ginkel. Vdaal;
8 Juli: Meite Coumans, Veenendaal;
9 Juli: Nita Jansen, Veenendaal;
9 Juli: Jannie van Eist, Veenendaal;
10 Juli: Jelis Budding, Veenendaal;
10 Juli: Jannie Budding, Veenendaal;
13 Juli: Arnold Need, Eist;
13 Juli: Piet van de Kolk, V'daal;
14 Juli: Gertie van Wjjk, V'daal;
15 tfuli: Dlkje van de Weerd, V'daal;
16 Juli: Theo de Lange, Veenendaal;
16 Juli: Dinie v. Engelenburg, V'daal;
17 Juli: Jan Ariessen, Veenendaal;
17 Juli: Gerrie Vinken, Veenendaal;
19 Juli: Jopie Koldewijn, Eist;
20 Juli: Lina Roks, Eist.
DE ZILVERPAPIER-ACTIE
De stroom van zilverpapier en andere
materialen van waarde, houdt maar
aan. Deze keer kunnen wij de ontvangen
zendingen verantwoorden van:
Henny Schoeman, Veenendaal;
Theo van Beek, Veenendaal;
Ina Onink, Eist;
Melis, Franck en Eefje Lansing, Vee
nendaal;
Cobi, Ina en Emmie Hogendoorn, Vee
nendaal;
Dikje van de Weerd, Veenendaal;
Lina Roks, Eist;
Franse Albers, Veenendaal;
Corrie Janny en Hennie de Bruin,
Veenendaal;
Dick en Theo Schoonderbeek, Veenen
daal;
Corrie, 'Joop en Willy van Engelen
burg, Veenendaal;
Arend en Hennie van de Berg, Vee
nendaal;
Gerrie Diepeveen, Veenendaal;
Bertus, Gerrit, Kees en Carolientje
van Capelle, Veenendaal.
Al deze spaarders onze hartelijke
dank. (T. J.).
NIEUWE RAADSELS
1. Waar zit, in de omgeving van
IJmuiden de meeste vis?
2. Hoeveel pijlen heeft de Neder
landse leeuw op ons wapen in zijn
klauw?
3. Wanneer ontdekte Columbus Ame
rika en hoe heette het schip waar hij
op voer?
Om de waarheid te zeggen: dit zijn
eigenlijk geen raadsels, maar zogenaam
de testvragen. Zij worden ook wel eens
hersengymnastiek genoemd. Als je er
moeite mee hebt, mag je voor deze keer
je vader en moeder die vragen voorleg
gen!
(Zilvium genaamd, waarbij de verwer
king van 90 gram zilver op 12 couverts
wordt gegarandeerd) ook een gehele
keukenapparatuur maakt van een iets
minder kostbaar metaal, Zilmeta. Toch
zijn deze pannen en schalen voor huis
houdelijk gebruik vrijwel onbereikbaar
om de prijs. Grote instellingen, zoals de
koopvaardijvloot gebruiken ze op grond
van de uiterste soliditeit en sierlijkheid.
Ook hier ontvingen wij practische aan
wijzingen: regelmatig gebruik is beter
dan lang in de kast liggen. En poetsen
(natuurlijk met verantwoorde middelen)
is niet alleen nodig om de optredende
aanslag te verwijderen, maar ook voor
het wegwerken van kleine krasjes en
het ophalen van de glans.
(Nadruk verboden).
Heel, heel lang geleden, nog wel 250
jaar voordat de mensen voor de eerste
keer na Christus' geboorte, de jaren
gingen tellen, woonde er in het Rijk var.
Italië, op het eiland Sicilië, een koning
Hiero was zijn naam. Het was de groot
ste en rijkste stad van zijn land, waar
koning Hiero een paleis had laten bou
wen.
Op zekere dag wilde de koning een
prachtige krans hebben, van puur goud
Maar het was niet zo gemakkelijk om
iemand te vinden, die deze zou kunnen
maken. De krans zou zwaar moeten
zijn, zwaarder dan de kransen van
andere koningen. En de krans zou
prachtig moeten zijn, zoals geen andere
vorst zou bezitten.
Lang zocht de koning naar een goud
smid, die het voor hem zou kunnen
maken, en na veel moeite vond hij
iemand. Er woonde in het land een man,
die zijn vak heel goed verstond. De ko
ning liet hem bij zich komen en gaf
hem het goud voor de krans. Onmid
dellijk nam de goudsmid deze opdracht
van de vorst aan en de krans werd zo
mooi en zo prachtig, dat iedere vorst
jaloers was op konnig Hiero.
Maar lang duurde het niet of Hiero
hoorde, dat de man, die zijn mooie
krans gemaakt had, een bedrieger was
Een spion kwam hem zelfs vertellen, dat
er iets met die krans moest zijn. Maar
niemand wist er het fijne van. Toen
werd koning Hiero erg ongerust. Als de
handige goudsmid hem toch ook eens
bedrogen had? Want er werd in zijn rijk
verteld, dat de man altijd goud achter
hield en er zilver voor in de plaats ge
bruikte.
Hiero liet, zo gauw hij dat hoorde, de
krans wegen, maar deze was even zwaar
als de klomp goud, die hij gegeven had.
Toch was hij nog niet zeker van zijn
zaak. Daarom liet de vorst de geleerd
ste man van zijn land komen. Archime
des heette die. Maar ook de geleerde kon
de koning eerst niet helpen. „Ik zal de
krans smelten" zei hij tegen koning
Hiero, „dan kunnen we zien of de goud
smid ook U bedrogen heeft".
Maar daar wilde Hiero niet van ho
ren. Daarvoor vond hij de krans veel te
mooi. Stel je voor, dat het toch allemaal
goud was wat er in zat!
De geleerde man gaf de moed echter
niet op, ook al had hij de koning niet
kunnen helpen. Hij zocht dagen er
nachten lang naar een oplossing, maar
vond er geen, totdat hij op zekere dag
een bad nam. Toen hij in de kuip ging
zitten, liep het water over de rand.
,Nou heb ik het gevonden," riep de
geleerde man meteen uit, en hij vergal
zich verder te wassen.
Hij nam een klomp goud en een klomp
zilver, allebei even zwaar, als de krans
van koning Hiero, al was de zilveren
klomp veel groter. Toen maakte hij een
klein bad en daarin liet hij eerst de
klomp zilver zakken. Toen deed hij er
weer water bij, want er was wat over
de rand van het bad gelopen, en liet de
klomp goud erin zakken. En onmiddel
lijk zag hij een heel verschil in de stand
van het water. Bij het goud ging er
helemaal geen water over de rand. Toen
liet de geleerde de krans van koning
Hiero halen stopte die in hetzelfde bad
met water. En als het puur goud ge
weest was, mocht er evenals bij de
klomp goud natuurlijk geen water
uit het bad klotsen, maar het gebeurde
wel.
En zo kwam de koning te weten, dal
de goudsmid ook hem er tussen geno
men had.
Hij beloonde de geleerde natuurlijk.
En deze man werd beroemd over de hele
wereld, want het werd een wet, die nu
nog bekend is. Maar tevens blijkt hier
uit, dat oneerlijkheid bijna altijd uit
komt.
i
't <~lOapenvan<:Hreeck
U zoekt het wel ver! meende Ven-
nema met duidelijke geringschatting.
Al moest ik het ik weet niet waar
zoeken antwoordde zijn chef maar
ik ben niet bereid zo prima vista aan te
nemen, wat ieder ander helder als de
dag vindt. In ieder geval Vennema, we
spreken elkaar hier nog over.
Hij dacht aan dit gesprek, toen hij zat
tegenover zijn oude vertrouwde opper,
'n oud vriend van Korstiaan van Vue-
ren, die zoals duidelijk was te zien, ook
met het geval in de maag zat. En op dat
zelfde ogenblik stak een agent het hoofd
om de hoek van de deur.
Hier is ene meneer Koningsbruggen
van de Verzekeringsmaatschappij Pro-
videntia kondigde hij aan en of u
vijf minuten voor hem had. Het gaat
over de zaak Van Vueren voegde hij er
haastig aan toe, toen hij het afwerend
gezicht van zijn chef zag.
Laat binnenkomen riep
Blankwater. We zullen eens zien wat
die meneer te vertellen heeft voegde
hij er aan toe en laten we hopen dat
het wat goeds is.
Een uur later stapte de kellner
Marinus, moeizaam hinkend, het bu
reau binnen, verwonderd over de som
matie die hij ontvangen had. Die jonge
snotneus van een adjudant had hem het
vel al van de botten gevraagd, wat
konden ze nu nog hebben?
Ga zitten, Marinus zei Blank
water vriendschappelijk ik wou je nog
even wat vragen.
Is het weer over die brand? in
formeerde Marinus achterdochtig en
zonder enthousiasme.
Ja, het gaat over de brand. Maar
luister eens even. Denk eens goed na.
Er hangt veel van af wat je hierop ant
woordt. Jullie hadden electrisch in de
zDcilc niet?
Vanzelf antwoordde Marinus
verwonderd. Dat wist de inspecteur toch
ook wel!
Was dat lichtin orde? in
formeerde de inspecteur verder.
Ja, natuurlijk antwoordde Mari-
jnus. 't Brandde de eigenste avond
nog.
Nou ja, maar ik bedoelwas er
nooit eens iets mee aan de hand? Een
defect of zoiets?
Niet dat ik weet.
Zo. Geen storingen? Kortsluiting
of zo?
Nee, niet dat ik weet.
Niet dat je weet. Wie zorgde er
voor het licht? Het schakelbord en zo?
Nou, dat deed meestal de baas zelf.
Alléén de baas zelf?
Ja, die draaide het licht aan en uit.
iedere avond.
Had meneer Van Vueren verstand
van electriciteit?
Geen bal.
Zo? Ouderwets zekermoest
niks hebben van al die fratsen, niet?
Ja lachte Marinus 'n beetje u
weet hoe de ouwe man was. Hij zou
maar liefst de ouwe olielampen gehad
hebben. Of kaarsen. Daar had ie het
laatst nog over. Kaarsverlichting, dat
was je ware.
Als er nou zo es iets eh
Blank water stak gemoedelijk 'n pijp
op te prutsen was, zoals je altijd
thuis wel es hebt, aan 't stopcontact of
zo, of een draadje los of een fitting, deed
hij dat óók zelf?
Nee antwoordde Marinus vlot
daar was ie als de dood voor. Hij was
altijd bang voor schokken.
Jij niet?
Nee, ik niet, ik heb nog een blauwe
Maandag bij een electriciën gewerkt.
Onu, dat was gemakkelijk. Dus
als er eens iets gebeurde, laten we zeg
gen een stop doorgeslagen of zo, dan kon
jij dat opknappen. Dus jullie hoefden
niet voor ieder wissewasje naar een
electriciën?
Als 't even de moeite waard was
wel. De baas hield niet van knoeien.
Maar soms moest 't wel eens.
De avond vóór de brandging
toen niet opeens 't licht uit?
Marinus dacht na.
Ja, dat is zo. Hoe weet u dat?
Heel toevallig. Een van mijn agen
ten kwam langs en zag het uitflappen.
Een minuut of vijf later was 't weer
aan.
Ja, dat heb ik opgeknapt ver
klaarde Marinus trots.
Was zeker niet zoveel aan de hand.
Stop gesprongen.
En jij hebt er een nieuwe inge
draaid?
Het leek of de man op de stoel tegen
over de inspecteur veranderde. Zijn ge
zicht werd als overtogen met een waas
van sluwe achterdocht. Zijn hand greep
de stoelleuning. Hij antwoordde niet.
Nou, dat weet je toch nog wel
vroeg Blankwater gemoedelijk.
Niet zo precies meer was het
aarzelend antwoord.
Kijk es Marinus wees hem
Blankwater terecht je moet me niet
met smoesjes aan boord komen. Ik zie
dat je zit te liegen. En dat hoef je heus
niet te doen. Je hoeft ook niet bang te
zijn. 't Gaat niet om jou. Maar als je niet
precies zegt hoe of wat, gaat 'n ander
naar de haaien.
De baas? fluisterde de kellner.
Je baas, ja. Verder kan ik je niets
zeggen. Ik wou alleen maar één ding
van je weten. Toen het licht uit ging,
was er een stop gesprongen. Heb jij er
toen 'n nieuwe ingedraaid?
Neekwam het moeilijk.
Waarom niet?
Ze waren op. Ik had vergeten nieu
we te halen. De baas had het die mor
gen gezegd. Ik was 't vergeten. En hij
was toch al zo slecht ts spreken, en de
winkels waren dicht, en ik dacht
Jij dacht?
Ik repareer 'm wel even, dan haal
ik morgen nieuwe stoppen. De man
zei het als sprak hij zijn eigen dood
vonnis uit.
Dus jij hebt die stop ehgere
pareerd. Op de gewone manier zeker?
Met een draadje, ja.
Aha! zei de inspecteur.
HOOFDSTUK XVIII
EXIT SARTORIUS
De heer Sartorius keek de volgende
morgen wel wat verwonderd op, toen hij
bij 't binnentreden van De Gouden
Leeuw door niemand minder dan door
de eigenaar zelf werd ontvangen.
Meneer Sartorius? vroeg Ver-
donck u kwam voor meneer Van
Vueren? Tja, dan zult u toch even moe
ten wachten en ik zou zeggen, komt u
even mee naar m'n kantoor
Och weerde Sartorius af ik
kom later nog wel even terug.
Spaar u de moeite, spaar u de
moeite zei Verdonck met vriendelijke
hoffelijkheid u kunt gerust hier even
wachten. Kom, laat ik u voorgaan! en
met zachte, maar onweerstaanbare drang
leidde hij de bezoeker, die weinig lust
vertoonde aan de uitnodiging gehoor te
geven, naar zijn kantoor. Hij bood hem
een stoel en een sigaar aan, beijverde
zich met 'n lucifer en toen beiden geze
ten waren, zag hij zijn gast aan met een
glimlach vol stralende jovialiteit.
Als ik het wel heb begon Ver
donck hebt ook u 'n aantal jaren in
de Oost doorgebracht. Ik ben daar zelf
ook geweest, zo in m'n wilde jaren, voor
ik een eerzaam huisvader werd aan de
vaste wal. Misschien kunnen we een
paar minuutjes gezellig keuvelen en
straks ontdekken we nog wederzijdse
kennissen!
Sartorius ontdooide niet na deze har
telijke ouverture. Integendeel, zijn hou
ding werd nog méér afwerend.
Ik heb niet zulke prettige herinne
ringen aan die tijd zei hij een beetje
hooghartig en weinig lust er over te
praten. Ik denk ook niet dat we daai
gemeenschappelijke kennissen hebben
Ik zou liever
O, dat weet u niet viel Verdonck
in, zonder zijn bezoeker gelegenheid
te geven aan het woord te later
komen Wat ik daar allemaal mee
gemaakt heb, meneer Sartorius is onge
looflijk' De zonderlingste mensen ont
moet je daar. Ik weet nog goed, ik voei
toen als steward op de Serawakken'
u die boot? nee? werkelijk niet? nooii
op gevaren? nou goed dan, 't doet er ook
niet toe; dat we een verstekeling had
den. 't Bleek een gedroste soldaat tc
zijn, 'n koloniaal noemden ze dat vroe
ger. 'n Beetje zwaar aan de boemel ge
weest in de dessa, ruzie over een Soem-
banese wouw, 't mesenfin, u wee
er misschien wel wat van, hoe dat daai
soms toe kon gaan in die oude tijd
Ik heb nooit veel interesse gehac
voor dergelijke histories weerde di
heer Sartorius koud af.
Nou, enfin, hij werd ontdekt, moes'
natuurlijk worden uitgeleverd maai
of u 't geloven wil of niet, in Singapore
was ie 'm gepiept en had nog kans ge
zien in de gauwigheid een stel kleren var
de steward, dat was ik, en honderc
gulden uit m'n geldkistje mee te nemen
Hij zal d'r wel vermakelijk uitgezier.
hebben in die kleren, want zoals u ziet
ik ben nogal flink van postuur, dat wa;
ik toen ook alen hijnou, es kij
ken, hij had wel zo ongeveer uw pos
tuur. Hij was trouwens wel zo ongevee:
uw type, ook zo donker, 'n halfbloec
dacht ik eigenlijk
(Wordt vervolgd»