Adoptie in het brandpunt BEVA VAKKLEDING DE VALLEI KOLOM VOOR DE VROUW TWEEDE BLAD „DE VALLEI'' VRIJDAG 2 JULI 1954 No. 26 Prettige vacantie Daar heb ik uren voor gekookt*»». 't Is in een wip verdwenen Voor de Jeugd DE KRANS VAN KONING HIERO FEUILLETON De adoptie staat dit jaar wel zeer bijzonder in de belangstelling door de bemoeienissen van de regering. Ontelbaar zjjn de problemen en moeilijkheden, waarmee de pleeg ouders te maken krijgen. Er zijn talloze echtparen, die geen kinderen hebben, geen uitzicht hebben ook om ze te krijgen en zich maanden, jaren beraden over de vraag, of zij een kind zullen aannemen. Het spreekt van zelf, dat men, voordat er een dergelijke stap wordt ondernomen, de zaak van alle kanten bekijkt, maar het al te lang wachten heeft grote nadelen, al was het alleen maar om het feit, dat men zelf ouder wordt, minder van de kinderen kan hebben en zich te weinig meer kan inleven in de geest van de jonge men sen. Een jonge vrouw, die pas via de voog dij haar derde baby mocht ontvangen, was zelfs van mening, dat men niet vroeg genoeg kon beginnen met het op voeden in eigen huis van kinderen, die, om welke reden dan ook de familiekring was ontzegd. Haar opvattingen over deze kwestie willen we hier graag weer geven als een voorbeeld, hoe verstande lijk inzicht en werkelijke liefde tot de kinderen, een groot aantal van de moei lijkheden reduceren tot onbetekenende voorvallen, opvattingen, die overigens volkomen persoonlijk zijn, en niet de minste pretentie hebben om als richt lijnen te dienen, omdat elk geval op zichzelf moet worden beschouwd. „Velen van onze kennissen begonnen bij het aanschouwen van onze nieuwe wereldburger op slag uitroepen te sla ken als deze: „Wat moedig van jullie!" en „Wat een edele daad is het aanne men van zo'n kind toch!" Naar mijn smaak gaven die mensen door deze uitlatingen te kennen, dat ze niet het minste begrip hadden van de vreugde, welk zo'n meisje elke keer weer met zich meebrengt Ik kan er moeilijk over oordelen, om dat ik geen kinderen van mijzelf heb, maar ik geloof niet, dat de tijd van voor bereiding in een gezin, waarin de vrouw zwanger is, blijder is dan in ons krin getje. Mijn man en ik huldigen het stand punt de kinderen zo jong mogelijk te vertellen, dat wij niet de werkelijke ouders zijn. Op deze wijze menen we te voorkomen, dat de schok later te groot en te ingrijpend is. Een klein kind be seft, wanneer hem op eenvoudige wijze de stand van zaken wordt meegedeeld, de juiste waarde van het verhaal toch nog niet en met het groter worden raakt hij er geleidelijk aan gewend. De meeste ouders zullen dan ook er varen, dat het vertellen zeker niet het moeilijkste is, maar dat beantwoorden van de diverse vragen, die in de loop van de jaren worden afgevuurd, heel wat ingewikkelder is. Zo vond onze zevenjarige oudste het noodzakelijk bij de groenteboer aan mij te vragen, of haar vijfjarige broertje van dezelfde dame kwam als zij. Ik moest ontkennend antwoorden, waarop zij zielstevreden zei: „Dan is Robbie mijn broertje ook niet, hè Mam?", welke te vredenheid voorkwam uit de omstandig heid, dat ze juist samen een fikse ruzie achter de rug hadden. „Meid, zeur niet!" was Robbie's commentaar en hij ver diepte zich verder in het afkluiven van een wortel. Ik heb geantwoord, dat ze wel degelijk broer en zuster waren, om dat ze behoorden tot hetzelfde gezin en deze opmerking werd door beiden vol komen geaccepteerd. Het onverstand en de harteloosheid van oppervlakkige mensen zat breeduit achter de vraag: „Waarom zeggen de mensen toch, dat ik geboft heb?" Toen heb ik even slagerneigingen voe- en opkomen. Geen enkel kind boft, als iet in een normaal gezin opgroeit, daar- »p heeft het recht en het is alleen maar leel triest te bedenken, dat zoveel kin leren van dit recht worden uitgesloten. Naar mijn eerlijke overtuiging vragen de kinderen niet niet allemaal uit een verborgen angst, maar uit een gezonde nieuwsgierigheid, die ieder kind eigen is. In veel gezinnen, waar meer dan één kind woont, bekijkt men angstig elke kibbelpartij tussen de kinderen en trekt dan angstig en overhaast de conclusie, dat de kinderen niet bij elkaar passen en „Was ik er maar nooit aan begon nen!" Laten we dan toch vooral niet vergeten, hoe bloedeigen broers en zus ters kunnen vechten op het leven af en dat zelfs de band tussen ouders en eigen kinderen wel eens niet helemaal zo hecht is, als deze eigenlijk behoorde te zijn, ja, dat er zelfs heel erg veel fami lies bestaan, waar ouders en kinderen boos uit elkaar zijn gegaan en het leven lang boos blijven. De lokkende zon buiten kondigt de tüd aan, dat Nederland weer met vacantie gaat. Die vrije dagen wor den pas volmaakt, als elke ergernis verdwenen is, ook die over het uiterlijk. Ja, een prettige vacantie en een heel goede reis, maar wilt u er wel even aan denken? Aan uw huid en uw handen en uw ogen en uw haar en uw voeten. Want anders zit u straks met de brok ken als u thuis komt en dat is ten slotte ook niet de bedoeling. U moet het u vooral niet moeilijk ma ken of ingewikkeld of zo, want ten slotte hebt u vacantie, maar 's morgens en s avonds honderd streken met de bor stel door uw haren is toch niet te veel gevergd, wel? Bovendien bent u daar aan nu al zo gewend, dat u het even automatisch doet als tanden poetsen. En neem vooral ook een hoofddoekje mee, om de haren tegen de allerfelste zon te beschermen, anders zijn ze bij elkaar net een bosje hooi aan het einde van de vacantietijd. Een goede zonnebril voor de ogen en als ze branderig worden een oogbadje van boorwater of gedistilleerd water; een recept, waaraan niet niet te tornen valt. Met de huid zijn we niet zo snel klaar, ook al omdat we daarvan onderweg de meeste last kunnen hebben. Voordat we op stap gaan, zorgen we, dat de huid mooi soepel is, zodat zij een stootje heb ben kan. Onderweg verzorgen we haar met zonnebrandolie of crème, waarvan uitstekende producten in de handel zijn. Elke avond opnieuw maken we haar goed schoon en wrijven haar in met een voedende nachtcrème. Wanneer de huid wat rood of verbrand is, doet men beter haar niet te wassen, maar haar schoon te maken met melk en daarna in te vet- Op dezelfde wijze verzorgt men de handen, speciaal waarbij kampeerders er aan moeten denken de nagelriemen in te wrijven met een druppeltje nagelolie, waardoor ze niet zo gauw scheuren of barsten. Resten nog de voeten. Een uitgebrei de pedicure, voordat de vacantie aan breekt, lijkt me geen overbodige weel de. Wil men de onderdanen in goede conditie houden, dan wrijft men ze 's morgens in met wat glycerine, geeft ze 's avonds een voetenbad en wrijft er daarna wat lanolinecrême op. Al deze handelingen tesamen kosten u slechts enkele minuten en u zult er naar alle waarschijnlijkheid bijzonder veel plezier en gemak van ondervinden. Daarom: denkt u er even aan, dan wenst u in gemoede een prettige vacan tie uw MARIANNE VAN LOON EEN FOSSIELENHOUDENDE LAAG BIJ SAINT-VALLIER De directeur van het natuur-historisch museum te Lyon, prof. Viret, heeft on langs medegedeeld, dat de op het pla teau van Sa int-Vallier-sur-Rhóne (Dröme) in 1948 ondernomen onderzoe kingen, het resultaat hebben gegeven dat een belangrijke fauna bekend is ge worden, welke heeft bestaan in de eer ste uitlopers van de alpen-gletschers in de vlakten, een millioen jaar ongeveer geleden. „Een bepaald soort wordt door ver schillende individu's vertegenwoordigd, zo vertelde de prof., en wel zodanig dat men een idee van zijn variatie krijgt. Deze fauna, waaronder geen enkele he dendaagse diersoort wordt gevonden, bevat enkele „voorouders van bekende dieren en onder geheel uitgestorven vormen: mastodonten, en tijgers met slagtanden als dolken". „De laag, die gedurende een zeer korte tijd gevormd werd, draagt een tropisch karakter. Zo heeft men ook resten ge vonden van olifanten, van gazellen, hyena's, rhinocerossen, luipaarden enz. Dit is de enige plaats in Europa waar men deze fauna kan bestuderen, in een rots genaamd Poess. „Ik denk, zo zegt prof. Viret, dat er een algemene paniek is geweest; in hun vaart zijn de beesten gevallen en bra ken hun poten, wat door de opeenhoping van de skeletten verklaard wordt. De gewonde dieren en cadavers hebben de aandacht van de vleesetende dieren ge trokken, want van de achtentwintig soorten zijn er veertien vleesetende". De tot nu toe weer gevonden stukken zijn op merkwaardige wijze bewaard gebleven en zijn nu in een zaal van het Museum van Lyon ondergebracht. Dat heeft Bruin nog nooit in z'n lange paardenleven meegemaakt, een wagen met dubbele wielen. Maar één ding is zeker, „extra versterkt" Is die wagen beslist I En de baas heeft goed lachen, want hij draagt een echt BEVA-werkpak, gemaakt van de beste slijtvaste weefsels, gecon troleerd op Amerikaanse testmachines I Zo'n B E V A-p ak is extra versterkt op alle plaatsen, die geweld moeten kunnen weerstaan. BE VA is ook royaal met de stof, zodat BEVA-werkpakken makkelijk zitten en er is altijd een schriftelijk garantiebewijs bij. H3ËSS BEVA werkkleding verkrijgbaar bij C V. HEIN VAN SCHUPPEN - Hoofdstraat 79 - Veenendaal E. VAN DE WEERD Notaris Fischerstraat 35 Ede Hoeveel tijd staat een vrouw per dag in de keuken? Met elkaar heel wat. Van de eerste ketel water voor de thee des morgens tot wat er na de avondmaaltijd wordt gedronken; koken, bakken, bra den, het keert terug met de regelmaat van de klok. En als men dan aan „ta fel" niet het begrip toont voor het hele werk, dat in de „keuken" vooraf is ge gaan aan het vullen der borden, dan is het wel eens moeilijk niet te vervallen in de verzuchting, welke wij hier boven hebben geplaatst. Ook dit punt kwam aan de orde op onze kwaliteitstocht door Nederland. We hebben dingen gezien, die geheel beho ren tot de keuken, het werkterrein bij uitnemendheid voor de Nederlandse huisvrouw. Daarnaast ook de middelen om het gebruik aan tafel te maken tot een dagelijkse bron van gezelligheid. Keukenuitzet: uitgave voor jaren We weten allen wel wat goed gereed schap waard is. Of het nu een hengel be treft voor onze man en vader of de pas serdoos, waarmee de oudste zoon straks naar de ambachtsschool zal gaan, spullen" moeten in orde zijn. Past u dit eens toe op uw keukenpan nen en bedenk bovendien wat er van deze nuttige gebruiksvoorwerpen dag aan dag gevraagd wordt: fel verhitten, snel afkoelen, van binnen bestand tegen alcalihoudende stoffen en zuren. Nie mand vraagt zich af of dat nu eigenlijk wel kan. En bovendien: op dit gebied dulden we geen slijtage. De meeste tex tiel is aan mode onderhevig, en ons vloerkleed gaat kale plekken vertonen bij gebruik. Jammer, maar het is zo. Wat echter op de keukenplank staat moet mee tot over vijf en twintig jaar, daar voor heeft het zoveel geld gekost. Inderdaad: een keukenuitzet is kost baar. Maar gezien de diensten welke hij ons bewijst is dat begrijpelijk en verant woord. Na een bezoek aan de N.V. Ko ninklijke Kamper Ernaillefabrieken is ons duidelijk geworden, wat er nodig is om een gaaf product te laten overgaan in het trotse bezit van een stel gelukkige verloofden. Daarbij heeft de fabrikant aan alles gedacht: duurzaamheid, goede vorm, practische inhoudsmaat en zelfs het vraagstuk der kleuren. Want uitge breide wetenschappelijke proefnemingen zijn gedaan om te komen tot de meest geslaagde mengvorm van de twee beste tinten: groen en geel, waarbij het reseda tenslotte is uitverkoren. Wij zeiden reeds: goede pannen moe ten kostbaar zijn. Maar: het publiek maakt ze duurder dan nodig is! Evenals vele andere bedrijven, welke wij heb ben bezocht, heeft ook deze industrie met nadruk verklaard, dat de „smaak van de kopers dwingt tot dingen, welke de fabrikant liever zou nalaten. Op kou- sengebied bijvoorbeeld het sierwerk van zwarte naden, bewerkte hielen of zelfs bijzondere borduursels. Bij de pannen heeft men te Kampen te kampen met het „gouden biesje". Extra duur, want het moet met de hand opgebracht wor den, en de grondstof is bijzonder prijzig. Maar: het publiek en de klant beveelt. De jongste spruit aan de boom van dit bedrijf is aluminium. Licht aan gewicht maar (nog) vatbaar voor bepaalde na delen. Zo verkleurt de binnenzijde in sommige streken (Veenkoloniën) door de samenstelling van het daar gebruikte water. Deze industrie ondergaat sterk de in vloed van de woningtoestanden. De ge woonte ten plattelande om in de keuken ook te wonen, heeft bevorderend ge werkt op het aanschaffen van mooi en verzorgd kookgerei. Daarentegen moe ten vele jonge gezinnen zich zo behel pen met een noodinrichting dat de uit rusting van dit voornaamste „werkver- de trek der huisvrouw" nog lang niet alge meen op het peil van voor de oorlog is gebracht. Het bestek Wij zijn uitgegaan van een dubbele klacht: de vele arbeid bij het koken en de vanzelfsprekendheid waarmede de resultaten worden „verwerkt". Dit laat ste is een kwestie van de tafel, de rust, de manieren die daar heersen, maar ook van het „eetgereedschap", in vaktermen bestek" genaamd. Grote diners mun ten niet alleen uit door de kwaliteit en de afwisseling der spijzen, maar het suc ces hangt niet minder af van de wijze waarop gedekt is. Van ouds is daarvoor zilver het meest geschikte metaal. Bij de tegenwoordige levensstandaard is evenwel zo goed als niemand in staat zich dat aan te schaf fen in massieve vorm. Sinds een men senleeftijd is stelselmatig gezocht naar een combinatie van een onedel metaal om de goedkoopste en het zilver op grond van de sierlijkheid. De oplossing is geworden: een kern van goedkope sa menstelling (die toch door en door roest en vlek vrij moet zijn) en een zilveren deklaag. Uiteraard speelt bij dit laatste het gehalte een rol. Terwijl de wetgever het woord „zilver" verboden heeft voor wat niet geheel en al uit dit metaal be staat, is het aan elke fabrikant vrijge laten om voor de mengproducten naar eigen inzicht te handelen. De kwaliteitstocht van Nederlands Fabrikaat voerde voor dit belangrijke onderdeel naar een fabriek te Zeist, waar men behalve de vorken, lepels en messenheften van verzilverd metaal Verschijnt als bijlage van het streekblad DE VALLEI Onder redactie van TANTE JOS Correspondentie te richten aan Tante Jos, p/a Parallel weg 10, Veenendaal. CORRESPONDENTIE Arie en Jan Diepeveen, Veenendaal. Nou Jan, jij bent verwend met je ver jaardag hoor. Wat een mooie cadeaux. Hartelijk dank voor jullie brief hoor. Die brieven van jullie zien er keurig is. Het is zeker wei een goede schrijfmachine. Krijg ik nog eens gauw een brief van je. Wat gaan jullie doen in de vacantie? Daag. Leendert Myndert, Veennendaal. Har telijk welkom in onze grote kring van nichten en neven, Leendert. Dus jij bent een broertje van Alie als ik wel begrijp. Wil je je moeder nog van mij feliciteren met haar verjaardag. Gaat Alie ook weer naar Lisse? Mooi is het daar hè. Gaan jullie vier weken lang daarheen? Zeg Leendert, ik weet nog niet wanneer je jarig bent. Schrijf je me dat nog even? Niet vergeten hoor. Dag Leendert, tot de volgende brief dan. ONZE JARIGEN 2 Juli: Annie v. d. Bruijn, V'daal; 3 Juli: Diny van de Haar, V'daal. 7 Juli: Henk v. Ginkel. Vdaal; 8 Juli: Meite Coumans, Veenendaal; 9 Juli: Nita Jansen, Veenendaal; 9 Juli: Jannie van Eist, Veenendaal; 10 Juli: Jelis Budding, Veenendaal; 10 Juli: Jannie Budding, Veenendaal; 13 Juli: Arnold Need, Eist; 13 Juli: Piet van de Kolk, V'daal; 14 Juli: Gertie van Wjjk, V'daal; 15 tfuli: Dlkje van de Weerd, V'daal; 16 Juli: Theo de Lange, Veenendaal; 16 Juli: Dinie v. Engelenburg, V'daal; 17 Juli: Jan Ariessen, Veenendaal; 17 Juli: Gerrie Vinken, Veenendaal; 19 Juli: Jopie Koldewijn, Eist; 20 Juli: Lina Roks, Eist. DE ZILVERPAPIER-ACTIE De stroom van zilverpapier en andere materialen van waarde, houdt maar aan. Deze keer kunnen wij de ontvangen zendingen verantwoorden van: Henny Schoeman, Veenendaal; Theo van Beek, Veenendaal; Ina Onink, Eist; Melis, Franck en Eefje Lansing, Vee nendaal; Cobi, Ina en Emmie Hogendoorn, Vee nendaal; Dikje van de Weerd, Veenendaal; Lina Roks, Eist; Franse Albers, Veenendaal; Corrie Janny en Hennie de Bruin, Veenendaal; Dick en Theo Schoonderbeek, Veenen daal; Corrie, 'Joop en Willy van Engelen burg, Veenendaal; Arend en Hennie van de Berg, Vee nendaal; Gerrie Diepeveen, Veenendaal; Bertus, Gerrit, Kees en Carolientje van Capelle, Veenendaal. Al deze spaarders onze hartelijke dank. (T. J.). NIEUWE RAADSELS 1. Waar zit, in de omgeving van IJmuiden de meeste vis? 2. Hoeveel pijlen heeft de Neder landse leeuw op ons wapen in zijn klauw? 3. Wanneer ontdekte Columbus Ame rika en hoe heette het schip waar hij op voer? Om de waarheid te zeggen: dit zijn eigenlijk geen raadsels, maar zogenaam de testvragen. Zij worden ook wel eens hersengymnastiek genoemd. Als je er moeite mee hebt, mag je voor deze keer je vader en moeder die vragen voorleg gen! (Zilvium genaamd, waarbij de verwer king van 90 gram zilver op 12 couverts wordt gegarandeerd) ook een gehele keukenapparatuur maakt van een iets minder kostbaar metaal, Zilmeta. Toch zijn deze pannen en schalen voor huis houdelijk gebruik vrijwel onbereikbaar om de prijs. Grote instellingen, zoals de koopvaardijvloot gebruiken ze op grond van de uiterste soliditeit en sierlijkheid. Ook hier ontvingen wij practische aan wijzingen: regelmatig gebruik is beter dan lang in de kast liggen. En poetsen (natuurlijk met verantwoorde middelen) is niet alleen nodig om de optredende aanslag te verwijderen, maar ook voor het wegwerken van kleine krasjes en het ophalen van de glans. (Nadruk verboden). Heel, heel lang geleden, nog wel 250 jaar voordat de mensen voor de eerste keer na Christus' geboorte, de jaren gingen tellen, woonde er in het Rijk var. Italië, op het eiland Sicilië, een koning Hiero was zijn naam. Het was de groot ste en rijkste stad van zijn land, waar koning Hiero een paleis had laten bou wen. Op zekere dag wilde de koning een prachtige krans hebben, van puur goud Maar het was niet zo gemakkelijk om iemand te vinden, die deze zou kunnen maken. De krans zou zwaar moeten zijn, zwaarder dan de kransen van andere koningen. En de krans zou prachtig moeten zijn, zoals geen andere vorst zou bezitten. Lang zocht de koning naar een goud smid, die het voor hem zou kunnen maken, en na veel moeite vond hij iemand. Er woonde in het land een man, die zijn vak heel goed verstond. De ko ning liet hem bij zich komen en gaf hem het goud voor de krans. Onmid dellijk nam de goudsmid deze opdracht van de vorst aan en de krans werd zo mooi en zo prachtig, dat iedere vorst jaloers was op konnig Hiero. Maar lang duurde het niet of Hiero hoorde, dat de man, die zijn mooie krans gemaakt had, een bedrieger was Een spion kwam hem zelfs vertellen, dat er iets met die krans moest zijn. Maar niemand wist er het fijne van. Toen werd koning Hiero erg ongerust. Als de handige goudsmid hem toch ook eens bedrogen had? Want er werd in zijn rijk verteld, dat de man altijd goud achter hield en er zilver voor in de plaats ge bruikte. Hiero liet, zo gauw hij dat hoorde, de krans wegen, maar deze was even zwaar als de klomp goud, die hij gegeven had. Toch was hij nog niet zeker van zijn zaak. Daarom liet de vorst de geleerd ste man van zijn land komen. Archime des heette die. Maar ook de geleerde kon de koning eerst niet helpen. „Ik zal de krans smelten" zei hij tegen koning Hiero, „dan kunnen we zien of de goud smid ook U bedrogen heeft". Maar daar wilde Hiero niet van ho ren. Daarvoor vond hij de krans veel te mooi. Stel je voor, dat het toch allemaal goud was wat er in zat! De geleerde man gaf de moed echter niet op, ook al had hij de koning niet kunnen helpen. Hij zocht dagen er nachten lang naar een oplossing, maar vond er geen, totdat hij op zekere dag een bad nam. Toen hij in de kuip ging zitten, liep het water over de rand. ,Nou heb ik het gevonden," riep de geleerde man meteen uit, en hij vergal zich verder te wassen. Hij nam een klomp goud en een klomp zilver, allebei even zwaar, als de krans van koning Hiero, al was de zilveren klomp veel groter. Toen maakte hij een klein bad en daarin liet hij eerst de klomp zilver zakken. Toen deed hij er weer water bij, want er was wat over de rand van het bad gelopen, en liet de klomp goud erin zakken. En onmiddel lijk zag hij een heel verschil in de stand van het water. Bij het goud ging er helemaal geen water over de rand. Toen liet de geleerde de krans van koning Hiero halen stopte die in hetzelfde bad met water. En als het puur goud ge weest was, mocht er evenals bij de klomp goud natuurlijk geen water uit het bad klotsen, maar het gebeurde wel. En zo kwam de koning te weten, dal de goudsmid ook hem er tussen geno men had. Hij beloonde de geleerde natuurlijk. En deze man werd beroemd over de hele wereld, want het werd een wet, die nu nog bekend is. Maar tevens blijkt hier uit, dat oneerlijkheid bijna altijd uit komt. i 't <~lOapenvan<:Hreeck U zoekt het wel ver! meende Ven- nema met duidelijke geringschatting. Al moest ik het ik weet niet waar zoeken antwoordde zijn chef maar ik ben niet bereid zo prima vista aan te nemen, wat ieder ander helder als de dag vindt. In ieder geval Vennema, we spreken elkaar hier nog over. Hij dacht aan dit gesprek, toen hij zat tegenover zijn oude vertrouwde opper, 'n oud vriend van Korstiaan van Vue- ren, die zoals duidelijk was te zien, ook met het geval in de maag zat. En op dat zelfde ogenblik stak een agent het hoofd om de hoek van de deur. Hier is ene meneer Koningsbruggen van de Verzekeringsmaatschappij Pro- videntia kondigde hij aan en of u vijf minuten voor hem had. Het gaat over de zaak Van Vueren voegde hij er haastig aan toe, toen hij het afwerend gezicht van zijn chef zag. Laat binnenkomen riep Blankwater. We zullen eens zien wat die meneer te vertellen heeft voegde hij er aan toe en laten we hopen dat het wat goeds is. Een uur later stapte de kellner Marinus, moeizaam hinkend, het bu reau binnen, verwonderd over de som matie die hij ontvangen had. Die jonge snotneus van een adjudant had hem het vel al van de botten gevraagd, wat konden ze nu nog hebben? Ga zitten, Marinus zei Blank water vriendschappelijk ik wou je nog even wat vragen. Is het weer over die brand? in formeerde Marinus achterdochtig en zonder enthousiasme. Ja, het gaat over de brand. Maar luister eens even. Denk eens goed na. Er hangt veel van af wat je hierop ant woordt. Jullie hadden electrisch in de zDcilc niet? Vanzelf antwoordde Marinus verwonderd. Dat wist de inspecteur toch ook wel! Was dat lichtin orde? in formeerde de inspecteur verder. Ja, natuurlijk antwoordde Mari- jnus. 't Brandde de eigenste avond nog. Nou ja, maar ik bedoelwas er nooit eens iets mee aan de hand? Een defect of zoiets? Niet dat ik weet. Zo. Geen storingen? Kortsluiting of zo? Nee, niet dat ik weet. Niet dat je weet. Wie zorgde er voor het licht? Het schakelbord en zo? Nou, dat deed meestal de baas zelf. Alléén de baas zelf? Ja, die draaide het licht aan en uit. iedere avond. Had meneer Van Vueren verstand van electriciteit? Geen bal. Zo? Ouderwets zekermoest niks hebben van al die fratsen, niet? Ja lachte Marinus 'n beetje u weet hoe de ouwe man was. Hij zou maar liefst de ouwe olielampen gehad hebben. Of kaarsen. Daar had ie het laatst nog over. Kaarsverlichting, dat was je ware. Als er nou zo es iets eh Blank water stak gemoedelijk 'n pijp op te prutsen was, zoals je altijd thuis wel es hebt, aan 't stopcontact of zo, of een draadje los of een fitting, deed hij dat óók zelf? Nee antwoordde Marinus vlot daar was ie als de dood voor. Hij was altijd bang voor schokken. Jij niet? Nee, ik niet, ik heb nog een blauwe Maandag bij een electriciën gewerkt. Onu, dat was gemakkelijk. Dus als er eens iets gebeurde, laten we zeg gen een stop doorgeslagen of zo, dan kon jij dat opknappen. Dus jullie hoefden niet voor ieder wissewasje naar een electriciën? Als 't even de moeite waard was wel. De baas hield niet van knoeien. Maar soms moest 't wel eens. De avond vóór de brandging toen niet opeens 't licht uit? Marinus dacht na. Ja, dat is zo. Hoe weet u dat? Heel toevallig. Een van mijn agen ten kwam langs en zag het uitflappen. Een minuut of vijf later was 't weer aan. Ja, dat heb ik opgeknapt ver klaarde Marinus trots. Was zeker niet zoveel aan de hand. Stop gesprongen. En jij hebt er een nieuwe inge draaid? Het leek of de man op de stoel tegen over de inspecteur veranderde. Zijn ge zicht werd als overtogen met een waas van sluwe achterdocht. Zijn hand greep de stoelleuning. Hij antwoordde niet. Nou, dat weet je toch nog wel vroeg Blankwater gemoedelijk. Niet zo precies meer was het aarzelend antwoord. Kijk es Marinus wees hem Blankwater terecht je moet me niet met smoesjes aan boord komen. Ik zie dat je zit te liegen. En dat hoef je heus niet te doen. Je hoeft ook niet bang te zijn. 't Gaat niet om jou. Maar als je niet precies zegt hoe of wat, gaat 'n ander naar de haaien. De baas? fluisterde de kellner. Je baas, ja. Verder kan ik je niets zeggen. Ik wou alleen maar één ding van je weten. Toen het licht uit ging, was er een stop gesprongen. Heb jij er toen 'n nieuwe ingedraaid? Neekwam het moeilijk. Waarom niet? Ze waren op. Ik had vergeten nieu we te halen. De baas had het die mor gen gezegd. Ik was 't vergeten. En hij was toch al zo slecht ts spreken, en de winkels waren dicht, en ik dacht Jij dacht? Ik repareer 'm wel even, dan haal ik morgen nieuwe stoppen. De man zei het als sprak hij zijn eigen dood vonnis uit. Dus jij hebt die stop ehgere pareerd. Op de gewone manier zeker? Met een draadje, ja. Aha! zei de inspecteur. HOOFDSTUK XVIII EXIT SARTORIUS De heer Sartorius keek de volgende morgen wel wat verwonderd op, toen hij bij 't binnentreden van De Gouden Leeuw door niemand minder dan door de eigenaar zelf werd ontvangen. Meneer Sartorius? vroeg Ver- donck u kwam voor meneer Van Vueren? Tja, dan zult u toch even moe ten wachten en ik zou zeggen, komt u even mee naar m'n kantoor Och weerde Sartorius af ik kom later nog wel even terug. Spaar u de moeite, spaar u de moeite zei Verdonck met vriendelijke hoffelijkheid u kunt gerust hier even wachten. Kom, laat ik u voorgaan! en met zachte, maar onweerstaanbare drang leidde hij de bezoeker, die weinig lust vertoonde aan de uitnodiging gehoor te geven, naar zijn kantoor. Hij bood hem een stoel en een sigaar aan, beijverde zich met 'n lucifer en toen beiden geze ten waren, zag hij zijn gast aan met een glimlach vol stralende jovialiteit. Als ik het wel heb begon Ver donck hebt ook u 'n aantal jaren in de Oost doorgebracht. Ik ben daar zelf ook geweest, zo in m'n wilde jaren, voor ik een eerzaam huisvader werd aan de vaste wal. Misschien kunnen we een paar minuutjes gezellig keuvelen en straks ontdekken we nog wederzijdse kennissen! Sartorius ontdooide niet na deze har telijke ouverture. Integendeel, zijn hou ding werd nog méér afwerend. Ik heb niet zulke prettige herinne ringen aan die tijd zei hij een beetje hooghartig en weinig lust er over te praten. Ik denk ook niet dat we daai gemeenschappelijke kennissen hebben Ik zou liever O, dat weet u niet viel Verdonck in, zonder zijn bezoeker gelegenheid te geven aan het woord te later komen Wat ik daar allemaal mee gemaakt heb, meneer Sartorius is onge looflijk' De zonderlingste mensen ont moet je daar. Ik weet nog goed, ik voei toen als steward op de Serawakken' u die boot? nee? werkelijk niet? nooii op gevaren? nou goed dan, 't doet er ook niet toe; dat we een verstekeling had den. 't Bleek een gedroste soldaat tc zijn, 'n koloniaal noemden ze dat vroe ger. 'n Beetje zwaar aan de boemel ge weest in de dessa, ruzie over een Soem- banese wouw, 't mesenfin, u wee er misschien wel wat van, hoe dat daai soms toe kon gaan in die oude tijd Ik heb nooit veel interesse gehac voor dergelijke histories weerde di heer Sartorius koud af. Nou, enfin, hij werd ontdekt, moes' natuurlijk worden uitgeleverd maai of u 't geloven wil of niet, in Singapore was ie 'm gepiept en had nog kans ge zien in de gauwigheid een stel kleren var de steward, dat was ik, en honderc gulden uit m'n geldkistje mee te nemen Hij zal d'r wel vermakelijk uitgezier. hebben in die kleren, want zoals u ziet ik ben nogal flink van postuur, dat wa; ik toen ook alen hijnou, es kij ken, hij had wel zo ongeveer uw pos tuur. Hij was trouwens wel zo ongevee: uw type, ook zo donker, 'n halfbloec dacht ik eigenlijk (Wordt vervolgd»

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1954 | | pagina 3