DE VALLEI Wie heeft recht op Josette? MULDER De hoed is weer hoed geworden -Burgerlijke Stand- de **ÏBlauwe sStuier^« KOLOM VOOR DE VROUW Voor de Jeugd Franse en Duitse vrouw vechten om een kind ASSURANTIEKANTOOR ALLE VERZEKERINGEN HYPOTHEKEN EN FINANCIERINGEN ËËILLIEK ©mm Opticiën Fa. J. F. TAK TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 8 OCTOBER 1954 No 40 4 Oct. was het dierendag Roland, de zwerver De mooie kleur, die fijne geur DE GRUYTEITS TI1EE voldoet me méér dan die ik had! PBK FEUILLETON door FRANCOIS CAMPAÜX Een beroemde naam. Een grote faam. DE GRUYTER, de Koffie- en Theezaak (Van onze Parijse correspondent) „In de sterren staat geschreven, dat je leven moeilijk zal zyn. Je zult trouwen, maar je kind zal in de gevangenis het levenslicht aanschouwen. Voor je je meisje terug zult zien zal het bijna een volwassen vrouw zyn geworden. Het kind zal je niet kennen. Het zal zelfs een andere taal spreken Een toevallig passerende zigeunerin voorspelde Georgette Phelippeau op een lenteavond van 1942 deze sombere toekomst. Ze haalde onverschillig haar schouders op, doch de eerste nachten sliep het knappe, jonge meisje niet. Voortdurend moest ze aan de1 vreselyke voorspelling denken. GEARRESTEERD! De tragedie nam enkele maanden la ter reeds een aanvang. Het hotel, waar in Georgette werkte, werd door de Duit sers in beslag genomen. Voorlopig zou het bewoond worden door officieren van Hitiers leger. De verloofde van Geor gette, René, spoorde haar aan haar nor male werkzaamheden te blijven ver richten. Ze werkte nl. op het kantoor van het betreffende bedrijf. Met enige handigheid zou ze er in kunnen slagen wapenen machtig te worden, die René dan ter hand zou stellen aan de leden van zijn verzetsgroep. In Mei 1943 werd ze gearresteerd en in September bracht ze haar kind ter wereld in de gevangenis van Gmünd. Een gerecht te Breslau veroordeelde haar in April 1944 tot drie jaren tuchthuisstraf. Moeder en baby werden gescheiden. De kleine Jo sette werd toevertrouwd aan de zorgen van het Diaconessenhuis te Breslau. Toen in Januari van het volgende jaar Breslau ontruimd moest worden werd Josette met twaalf andere weesjes naar Eger vervoerd. Daar geraakte men te midden van de onbeschrijflijke chaos, waarmee de instorting van het nazi-rijk gepaard ging. De weeskindjes werden toegewezen aan personen, die hen adop teren wilden. Zo kreeg Josette een nieu we moeder: Erna Rustier, gehuwd, leef tijd 25 jaren. Ook Erna moest vluchten. Wekenlang liep ze over de wegen. Haar kindje had ze op de rug gebonden. Vier weken later arriveerde ze doodmoe, doch gezond en gelukkig bij haar ouders Wiessau (Franken). Enige maanden la ter kwam de man van Erna thuis. Hij was de dans in het Oosten ontsprongen. Nu het vrede was, wilde hij genieten gaan en daarbij stond het „Fransozen- kindje" hem in de weg. Erna moest kie zen tussen hem en het vreemde kind. Ze ging uit werken en ze had een moeilijke tijd, maar het kindje thuis was voor deze jonge vrouw, die wist zelf kinder loos te zullen blijven, ieder offer waard. Daarna hertrouwde ze en de zon scheen weer te gaan schijnen. STRIJD OM HET KIND Maar in Januari 1948 kreeg Erna be zoek. Een vertegenwoordiger van de in ternationale vluchtelingen-organisatie eiste in naam van Georgette Phelippeau teruggave van het kind. De Frangaise was in Mei 1945 door de Amerikaanse troepen bevrijd en had na twee en een half jaar zoeken de verblijfplaats van haar kind ontdekt. Erna weigerde. KERKEWIJK 167 -TEL.2860 VEENEN DAAL Georgette deed een beroep op de ge rechtelijke instanties. De Amerikaanse rechter besliste evenwel ten gunste van Erna, omdat Josette haar ware moeder niet kende, de Franse taal niet sprak en onder de overgang ongetwijfeld zou lij den. Georgette tekende beroep aan. De vader van haar kind was inmiddels ge sneuveld. Josette was haar enige schat. Maar ook in beroep kwam er geen uit spraak te haren gunste. Tenslotte deed ze beroep op de Franse Hoge Commissa-v ris in Duitsland. De zaak zal thans ge heel opnieuw onderzocht en behandeld worden. Hoofdstraat 106 - Tel. 2576 - Veenendaal De verdediging van Erna is gebaseerd op twee feiten: het kind spreekt geen Frans, kent haar moeder niet en zal er onder lijden als het afstand moet doen van Erna (1); er is geen voldoende be wijs voor de veronderstelling, dat Jo sette werkelijk het kind van Georgette is, want de chaos was in de dagen der Duitse ineenstorting dermate groot, dat tal van baby's kunnen zijn verwisseld. C-p advies van de Franse Hoge Commis saris zullen zowel het kind als Geor gette thans aan een bloedonderzoek worden onderworpen. De uitslag hier van kan zeer belangrijk zijn. Ook de diaconessen van Breslau zullen thans als getuigen worden gehoord. stormkap, die onze mannen op zee dra gen bij slecht weer. Zwaait u het kleine dopje van de laatste seizoenen maar gedag; de hoe den hebben een positieve gedaantever wisseling ondergaan. Eigenlijk hadden we het kunnen we ten. Dat gezeur met die onmogelijk kleine hoofddeksels, die op het laatst vrijwel niets meer weg hadden van een hoed, moest onafwendbaar leiden tot een radicale ommezwaai. En die is er dan ook gekomen. Niet schuchter of aarzelend, neen, breeduit en rondborstig. Alle Parijse hoedenmakers en -maak sters hebben zich bij wijze van wel zeer grote uitzondering broederlijk en zus terlijk verenigd om samen een HOED te gaan maken, welke die naam waar dig is. Er zijn twee proto-typen, maar ze hebben beide dit gemeen, dat ze aan merkelijk groter zijn dan de dopjes van vorig jaar en dat ze de nadruk leggen op de rechterhelft van het hoofd. Dit laatste is bij sommige modellen wat sterker dan bij andere, maar het is toch wel een duidelijke lijn, die in alle col lecties werd vastgehouden. Het eerste type is dan de baretachtige, variërend van een alpinopetje tot een kostelijke turban en het tweede is ont leend aan een klok. Wie de baretten bekijkt zal de neiging in zich voelen opkomen een duik te ne men in de oude-klerenkoffer, want ze hebben ontzaglijk veel weg van de mo dellen, die we kort na de oorlog voor geschoteld kregen. Vooral de exempla ren, welke ontleend zijn aan het Nabije en Verre Oosten, doen de gedachten steeds weer teruggaan naar de tijd, dat we allerlei shawls en overgeschoten lappen in de vreemdsoortigste knopen en knoedels om ons hoofd bonden. Bij zonder aardig was de schepping van Albouy, die inspiratie had opgedaan bij de hoofddeksels van de olifantendrij vers. Het resultaat was een rose-zwarte wrong op het rechteroor, die door een imitatie-olifanttand bij elkaar werd ge houden. Tot de baretten kunnen we ook reke nen de mutsjes, die zoveel lijken op de puntkapjes van onze Volendamse vrou wen en meisjes en de kapjes, welke een vergrote uitgave zijn van baby-mutsjes. De klokvormige modellen, die behalve breder ook hoger zijn dan de hoeden van het afgelopen seizoen, zijn zeer soepel van vorm. Het zijn bijna allemaal mo dellen, die je kunt opvouwen en onder in je koffer kunt stoppen om ze een dag later weer zonder kreuken en met een elegante lijn op het hoofd te zetten. Deed bij de baretten de Volendammer inspiratie ons Nederlandse hart goed, bij de klokvormige was het de zuid wester, waarvoor we een warm applaus je over hadden. Een echte pure zee manshoed, met wel een kneepje en een vouwtje hier en daar en een steen of een speld links of rechts, maar deson danks gemakkelijk te herkennen als de Het materiaal is erg mooi: heel zacht vilt en glanzend fluweel worden in hoofdzaak gebruikt voor overdag. Voor avondhoeden (de wagenwielen en haar- kronen zijn weer terug) werkt men graag met satijn en veertjes. Kleuren zijn wel op te geven, namelijk alle tinten rood, groen en blauw, maar de meesten zullen zich daarvan weinig aantrekken en liever een kleurtje uitzoeken, dat past bij de nieuwe mantel, een opvatting, waarin ze overigens schoon gelijk hebben. Ik vergat nog te vertellen, dat de linten, waarmee we de laatste tijd zo rijk voorzien zijn geweest, uit de nieuwe collecties zijn verdwenen, maar dat men graag bloemen en veren gebruikt om de hoeden wat breder te doen lijken. MARIANNE VAN LOON. Verschijnt als bijlage van het streekblad DE VALLEI Onder redactie van TANTE JOS Correspondentie te richten aan Tante Jos, p/a Parallel weg 10, Veenendaal. VEENENDAAL Geboren: Albertha, d. v. Jacob Bruijs en Alberta van Manen; Celia, d. v. Jas per v. d. Horst en Gijsberta v. Laar; Ja- coba Cornelia, d. v. Willebartus v. d. Brink en Jannetje Gaasbeek; Geertrui- da, d. v. Anthonie Nagel en Berendina v. Doornik; Jan Pieter Marinus, z. v. Marinus v. Viegen en Hendrik je v. Beek; Wilma, d. v. Gijsbert Diepeveen en Ma ria Bergacker. Ondertrouwd: Jacobus Groeneveld en Willemina v. Dolderen; Albert Boers, 27 j. en Ardina Elizabeth Takken, 24 j.; Johannes Coenraad Hoedeman, 27 j. en Johanna Alida Bouman, 26 j.; Teunis Cornelis Hasselaar, 28 j. en Maria Ger- truud v. Ginkel, 26 j.; Aalbert Methorst en Rika Meggelina v. Olderen; Arnol- dus v. d. Bovenkamp, 23 j. en Geer- truida v. Ojik, 23 j. Getrouwd: Barend v. d. Weerdhof, 30 j. en Evertje Geefshuijsen, 26 j. Overleden: Izaak v. Hunnik, 76 j. en 11 mnd., echtg. v. Jantje Bouw. RHENEN Geboren: Jenneke, d. v. Otto v. Scho- neveld en Cornelia Gerritje Schoeman, Nieuwe Veenendaalseweg 184; Josina, d. v. Albertus v. Hal en Jeanne Marie Geng, Kerkrade; Gijsbert Gerrit, z. v. Gerrit Nellestijn en Jacoba Johanna v. d. Heuvel, Meidoornlaan 9; Gerritje Yvonne, d. v. Wouter v. Donselaar en Grietje Everdina v. d. Weerdhof, Ber kenlaan 241; Arina, d. v. Bart v. Vee nendaal en Maria v. Brenen, Nieuwe Veenendaalseweg 204. Ondertrouwd: Dirk v. Setten en Bar- ta Johanna v. Soest; Jacob Marius v. Ommen en Wentje Hendrika Francina v. Voorthuysen; Hendrik Heikamp en Dirkje Arina v. d. Velden. Overleden: Johanna Geertruida Jozina Sanders, 84 j., wed. v. Cornelis Schui- lenburg, Nieuwe Veenendaalseweg 51; Anja Myrrhe Brave, 8 j., Cuneraweg 12. GELDERS VEENENDAAL EN EDERVEEN Geboren: Arie J., z. v. H. J. de Man en J. C. C. v. Manen; Karei H. T., z. v. C. A. F. Beenen en S. G. F. Jansen. Ondertrouwd: Ernst Hardeman en Wendelina I. Dokkum; Johannes Lou- rens en Christina C. Diepeveen. AMERONGEN Ondertrouwd: R. Bakkenes, 22 j. en T. Reede, 19 j. ONZE JARIGEN 11 October Geurtje de Man. 12 Bruinoogje. 12 Rinie van Ginkel 13 Coby Vonk 15 Keesje van Capelle. 17 Kitty van de Berg Wie graag de dieren plaagt, Is wreed en laf en klein. Maar wie er goed voor zorgt, Ervaart hoe trouw ze zijn. NIEUWE RAADSELS 1. Brussel begint met een B en ein digt met een E. Hoe kan dat? 2. Ladderraadsel. Bovenste sport: natuur verschijnsel. 2e sport: kleine vrucht 3e sport: doen jullie vast graag. 4e sport: is niet groot. 5e sport: gebruikt een kunstschilder. 6e sport: kan malen. 7e sport: een voertuig. In het midden komt, van boven naar beneden gelezen, de naam van een dier dat heel hard kan lopen. 3. Met B ben ik in bijna ieder huis te vinden. Met D hoor ik in de keuken. Met K ben ik lekker zoet. Met R ben ik een vogel. Met L ben ik een meisjesnaam. Volgende week de oplossing! Op een regenachtige dag in October kwam Piet thuis met een grote hond. 't Was een zwerver, die hem vanaf de Bosweg, waar Piet eikels zocht, gevolgd was. Van zijn staart droop vies modder water en z'n poten waren helemaal zwart. Piet tikte tegen het raam, waar achter moeder zat te naaien. „Kijk es moe, deze hond is met me meegelopen, mag ik hem houden, hij is zo nat." „Bah!", riep moeder, „wat een viezerd, breng hem gauw weer weg Piet, ik wil helemaal geen hond." Maar Piet gaf het zo gauw niet op! „Toe moes, laat hem toch blijven, zie hem eens treurig kijken enne ,t is toch pas dierendag geweest en de mees ter heeft zelf gezegd, dat we altijd goed voor dieren moesten zijn." „Ja, maar ik wil geen hond hebben", riep moeder weer. „Nu breng hem maar naar de schuur. Als vader komt moet die hem maar naar het asyl brengen. Jij hebt ook altijd wat." Piet werd een beetje blij. Vader hield veel van dieren en misschien mocht hij toch blijven. En ja hoor. Vader zei: „Hij heeft 'een leuke kop en als hij eens flink gewassen is, is het vast een mooie hond. Toe moeder, strijk de hand eens over je hart en maak Piet blij." Nu tegen twee kon moeder niet op en de hond mocht blijven. Piet maakte een luchtsprong en zei: „Ik noem hem Ro land, dat vind ik zo'n mooie naam." Roland ging in het bad en werd flink ingezeept, 't Was net of hij dankbaar van de één naar de ander keek, toen hij voor het keukenfornuis zat te drogen. Piet borstelde z'n lange haren tot ze glansden als zij en toen moeder zag hoe gulzig hij aanviel op het bord brood met warme melk, dat ze voor hem had klaar gemaakt, was ze al een beetje verzoend met de grote lobbes. Vader plaatste eerst nog een kleine advertentie in de krant, waarin stond dat er een grote hond was komen aan lopen, die terug te krijgen was, Am bachtstraat no. 15. Piet zat een paar dagen in spanning. Maar niemand kwam zijn Roland halen. En moeder? Een week later was zij het die Roland stukjes leverworst voer de. „Daar is hij zo dol op," zei ze. Roland was een goede haven binnen gezeild! 541014. SÏ&S (9) Zij zag even de trek van hopeloze te leurstelling, die over zijn gelaat gleed, toen zij was uitgesproken. Maar onmid dellijk had hij zijn trekken weer in be dwang. Rustig antwoordde hij: „Louise, laten wij doen, of ik je dit nooit gevraagd heb. Ik ben Goddank sterk genoeg, om het te kunnen accepte ren en verwerken. Maar laten wij vrien den zijn, zolang het leven ons dat toe staat. Het schijnt, dat het lot ons beiden heeft voorbestemd om eenzame figuren te blijven." Ze was niet in staat een woord te uiten. Zwijgend stak zij hem de hand toe, terwijl haar ogen zich met tranen vulden. •H- Haar volgend bezoek gold het Plaat singsbureau van Mrs. Grierson, die haar vijf jaar tevoren het adres van Mr. Beckley had opgegeven. Zij vond Mrs. Grierson niet veel veranderd en be merkte, dat zij nog altijd dezelfde pien tere zakenvrouw was, al moest zij nu toch zeker over de vijftig zijn. Toen Louise haar naam noemde, zei dit Mrs. Grierson aanvankelijk niets, doch toen deze vernam, dat zij geduren de de laatste vijf jaar bij Mr. Beckley in betrekking was geweest, keek zij Louise opeens met veel groter opmerk zaamheid aan. „Nu weet ik het weer," zei ze. „U bent dat vrouwtje, dat destijds door Dr. Wes son naar mij toegestuurd werd en dat eerst bezwaar had de verzorging van Mr. Beckley's zoontje op zich te nemen. Ik heb me toen niet in u vergist, wel? Mr. Beckley heeft mij later meermalen de verzekering gegeven, dat hij zeer te vreden over u was. Maar waarom komt u hier?" „Omdat ik op zoek ben naar een an dere werkkring en ik daarbij het eerst aan u heb gedacht," antwoordde Louise eenvoudig. „Een andere werkkring? Maar gaat u daar dan weg? Dat jongetje van Beck ley kan toch zeker niet ouder zijn dan een jaar of vijf. Hij heeft u dan toch nog hard nodig? Bevalt het u daar dan niet meer?" „Dat is het niet, Mrs. Grierson. De zaak is, dat Mr. Beckley hertrouwd is en dat zijn vrouw zelf de zorg voor Billy op zich wil nemen. Daarom ben ik dus nu overbodig geworden." Mrs. Grierson wierp vlug een blik op haar en vroeg toen niet verder. „Eens even kijken. Ik moet nog een kaart van u hebben in mijn archiefkast. L.M., ja, hier heb ik hem, Morgan, Mrs. Louise Morgan." Zij haalde de kaart uit de kast en leg de hem voor zich op het bureau. Snel las zij de aantekeningen, die er op stonden, door en ging toen verder: „U wilde des tijds het liefst iets in de huishouding, of als dame van gezelschap. Ik denk wel, dat we wat in die geest voor u hebben. Wacht U even, dan zal ik het voor u laten nazien." Zij wilde de telefoon grij pen, die op haar bureau stond, vermoe delijk om instructies aan één der leden van het personeel te geven, toen Louise haar door een handgebaar weerhield. „Een ogenblik Mrs. Grierson. Om eer lijk de waarheid te zeggen, zou ik liever iets hebben op het gebied van kinder verzorging, wanneer dat tenminste mo gelijk is." Mrs. Grierson begreep. In stilte ge noot zij van het feit, dat haar ingeving van vijf jaar geleden zo'n prachtig re sultaat had gehad. Deze vrouw, met haar enorme mensenkennis, had toen onmiddellijk in Louise de ideale moeder aangevoeld en begrepen, dat slechts de omgang met een kind, dat geheel van haar afhankelijk zou zijn, haar er toe zou kunnen brengen aan haar natuur lijke roeping gevolg te geven. Daarom had zij toen tegen Louise gezegd, dat er niets anders te krijgen was, en haar voorgesteld de verzorging van Beckley's baby op zich te nemen, wat nu zo'n gunstig gevolg had gehad. Dan geloof ik, dat ik iets voor u weet, dat werkelijk geknipt voor u zou zijn. Mr. en Mrs. Palfrey, die op een groot buiten aan de Hodson wonen, een eind buiten New York, zoeken een beschaaf de gouvernante voor hun zoontje van drie jaar. Zou u dat lijken, denkt u?" Of haar dat zou lijken? Louise zou zich niets heerlijkers kunnen indenken! Weer te zorgen voor een kind, en dan op een groot buiten, zij, die van kind af aan het buitenleven gewend geweest was. „O, Mrs. Grierson, ik geloof dat dat juist iets voor mij zou zijn. Wanneer zou ik daar kunnen beginnen?" „Liefst zo spoedig mogelijk. Ze zitten dringend om iemand verlegen. U zult het er best hebben. Het zijn zeer ge fortuneerde mensen, maar hoogst een voudig en heel vriendelijk. Verder zijn ze buitengewoon goed voor hun perso neel. Zal ik mevrouw eens opbellen en vragen of zij u één dezer dagen kan ont vangen, om nader kennis te maken? Dan kunt u eventueel meteen met haar afspreken wanneer u uw werkzaam heden daar zult aanvangen." Op Louise's bevestigend antwoord, draaide Mrs. Grierson een nummer en werd even daarna verbonden met het huis van de Palfrey's. Zij sprak even met Mrs: Palfrey en hing toen de hoorn weer op. „Mrs. Palfrey wacht u morgenmiddag bij haar thuis," zei ze. „Zij zal u met de auto laten halen, omdat het nogal een eind weg is. Ik heb het adres van Mr. Beckley opgegeven. Daar zal de auto u morgenmiddag om half drie komen ha len." Zij nam Louise nogmaals aandachtig op en vervolgde toen: „E'n ding moet ik u nog wel even zeggen, Mrs. Morgan. Ik weet, dat Mrs. Palfrey er beslist op staat, dat de gouvernantes van haar kinderen de gebruikelijke blauwe sluier dragen. Ik hoop, dat u daartegen geen bezwaar hebt." •Even dacht Louise hierover na. De blauwe sluier! Dat betekende uniform. Zou zij er toe overgaan, de sluier en eventueel het bijpassende uniform te dragen? Daarmee zou zij zich officieel scharen in de rij van gouvernantes en kinderverzorgsters. Maar waarom niet? Haar roeping lag nu eenmaal geheel in die richting, dat voelde zij maar al te goed. Kinderen alleen konden haar leven achtergrond en bevrediging schenken. Zo zij dan haar eigen kind niet had mogen behouden, dan zou zij toch zoveel mogelijk proberen iets voor kinderen van anderen te zijn, kinderen, die haar hulp en haar liefde hard nodig hadden. Meteen stond haar besluit vast. „Niet het minste bezwaar, Mrs. Grier son," antwoordde zij. „Dat zal ik mor gen ook wel met Mrs. Palfrey be spreken." Toen Louise, na Mrs. Grierson voor haar hulp te hebben bedankt, de deur achter zich sloot, bleef deze nog even naar die gesloten deur zitten staren. „Een lief vrouwtje," sprak zij bij zich zelf. „Wat een geluk, dat ik haar destijds naar Beckley heb kunnen krijgen. Ik heb nu het gevoel, dat ik een goed werk heb gedaan en dat het voor haar èn voor de Palfreys een geluk zal zijn, dat ik hen met elkaar in aanraking heb ge bracht." (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1954 | | pagina 3