DE VALLEI SIMON DE WIT De nieuwe renschaats Combinoor De keuze van ons tapijt KOLOM VOOR DE VROUW Voor de Jeugd LET 0R DE DUBBELTJES! Na de daverende kwartjesreclame, gaat Simon de Wit door met QoecCm goedkoop de ^5 lauwe sS luier* DE NEDERLANDSE SCHAATSEN DUIZENDEN VOGELS ZWERVEN OM DE DORPEN Zij moeten nu minder schuw zijn Officiële Bekendmaking HET OOG WIL OOK WAT Denk aan de vogels! Niet schaatsen, tóch plezier! FEUILLETON door FRANCOIS CAMP AU X De schaats van Nederlandse herkomst is beslist niet nieuw. Zo'n 1400 jaar ge leden reed men hier ook al op schaat sen, d.w.z. men bond beenderen van paarden- of ossenpoten onder de laar zen en bewoog zich op deze glijbenen over het ijs. Pas omstreeks de 14e eeuw schijnen de eerste ijzeren schaatsen met houten blokken gemaakt te zijn. De bakermat van de Nederlandse schaatsenindustrie ligt in Friesland. Se dert eeuwen maakten daar timmerlie den en smeden het gehele jaar door wanneer het stil was in hun bedrijven de bekende Friese schaatsen. Tegen woordig is hun taak overgenomen door een twintigtal bedrijven, waar alle denkbare schaatstypen langs mechani sche weg worden geproduceerd. De to tale productie bedraagt tussen de 300.000 en de 400.000 paar per jaar. Min stens 100.000 paar daarvan zijn goed kope kinderschaatsen, maar daarnaast zijn er enige tientallen modellen, zo wel op het gebied van de „houten" schaatsen als de metalen kunst-, ijs hockey- of renschaatsen. Bij de fabricage van een kwaliteits- schaats komt het er in de eerste plaats op aan, dat het hout voldoende is ge droogd om kromtrekken te voorkomen. Een fabriek heeft hiervoor zelfs een va cuum drooginstallatie. Verder moet het hout goed worden gladgeschuurd, zodat de poriën dichttrekken, waarna het door lakken beschermd wordt tegen weers invloeden. Het z.g. „ijzer" bestaat uit ijzer en een onderlaag van plm. 8 mm daarop vastgewalst staal. Nadat dit ijzer in de gewenste vorm is gesmeed wordt het in een hardingsoven op hoge temperatuur gebracht, waarna het plot seling in koud water wordt gedompeld. Door de koude komen vele vogels dichter bij de huizen; het wordt moei lijker voedsel en water te bemachtigen en het is voor hen een moeilijke tijd. Het is voor ons een prachtige gelegen heid de vogels eens beter te leren ken nen en nog wel op een gemakkelijke manier. U kunt lekker bij de warme kachel blijven zitten en vandaar het rappe vogelvolkje bekijken. Zorg dan, dat u regelmatig wat voer in uw tuin strooit. Wat fijn gekruimeld brood, een paar korstjes kaas of spekzwoerdjes, een paar halfrotte appelen of als u wat meer kunt missen elke dag een beetje vogelzaad. In de handel zijn van die aardige vetballen verkrijgbaar. De me zen zijn daar verzot op en als „dank" vertonen zij allerlei acrobatische toeren voor u. Iedereen weet, dat de schran dere meesjes al spoedig een snoertje pinda's ontdekken. U moet er echter wel voor zorgen, dat de katten niet veel kans krijgen. De kinderen zullen iedere morgen met de neus tegen de ruiten gedrukt staan om naar het roodborstje te kijken of misschien naar een heggemusje, pim pelmees, koolmees, zwartkopmees of als u wat buitenaf woont naar de bonte specht. We noemen er zo maar enkele, maar de variatie kan veel groter zijn. EEN OMGEKEERDE BLOEMPOT Als u een vijvertje in uw tuin hebt, kunt u daar 's zomers veel plezier van beleven, want de vogels komen zich er regelmatig baden, maar nu is het dicht gevroren. Een bakje water buiten zet ten (niet te groot, want ze mogen zich er niet baden) heeft ook al minder zin gekregen, want het water bevriest snel. Er is een heel simpele oplossing voor! Maak in de zijkant van een doodgewone bloempot een paar gaatjes; in de bodem zit er al een, maar dat is niet voldoen de. In een kuiltje in de grond plaatst u een brandend waxine-lichtje en daar overheen plaatst u de omgekeerde bloempot. Nu is het verder heel een voudig, u kunt de rest wel raden. Op de naar boven gekeerde pot plaatst u een bakje met water, dat nu niet zo gemak kelijk bevriest. De gaatjes in de zijkant dienen om de luchttoevoer (zuurstof) te bevorderen. Leden van de vogelbeschermings- wacht zullen zich belasten met de win- tervoedering op verschillende plaatsen in onze omgeving. Ook aan de water vogels, zoals eenden, koeten, waterhoen tjes enz., zal alle aandacht worden be steed. Als de vorst door blijft zetten en veel open water dus bevriest is er veel voedsel nodig b.v. oud brood, granen en dergelijke. Van enkele zakenlieden ontving men reeds hoeveelheden graanafval. We doen echter een dringend beroep op ieder, die iets beschikbaar heeft, dit aan A. W. v. Hardeveld, Kerkewijk 70, telefoon 2731, Veenendaal, te melden. Er zal gezorgd worden, dat het direct bij u wordt weg gehaald. Van de schrik wordt het ijzer zo hard dat men er met geen vijl meer in kan komen, hetgeen voor prima schaatsen dan ook de bedoeling is. De geheel me talen schaatsen worden bij een tempe ratuur van 600° C in de juiste stand ge bogen en geperst en op dezelfde wijze gehard en daarna gepolijst. Kundige vakmensen zijn dan nodig om met een speciale holslijpmachine het zeer harde loopvlak te bewerken. Daarna worden de schaatsen vernikkeld of verchroomd. Van de Nederlandse schaatsen noemen we de originele Friese doorlopers, waar uit eigenlijk alle andere typen zijn voortgekomen en de houten kunst schaats of het klompje. Deze beide moe ten de laatste tijd wel enigszins plaats maken voor de houten renschaats, die een hoog en dun staal heeft en een naar de schoen bewerkt voetblad en de ge heel metalen kunstschaats. Waren we vroeger voor de grote wedstrijden veel al aangewezen op de geïmporteerde No ren, sinds het afgelopen jaar worden deze ook in ons land van zo prima kwa liteit gemaakt, dat ze zelfs bij Noorse schaatsenrijders in gebruik zijn. On langs won de bekende hardrijdster An nie van der Meer op deze Nederlandse renschaats een eerste prijs. Daarnaast wordt dit seizoen een nieuwe schaats gebracht, die een com binatie is tussen de Friese renschaats en de Noorse schaats en die daarom Combinoor wordt genoemd. De Noorse onderbouw is hier voorzien van een houten bovendek. De hoge stand en daardoor het snelle lopen van de Noor zijn hier behouden, maar de lucht wordt langs i.p.v. onder de voet door geleid, waardoor men minder koude voeten krijgt. Bovendien behoeft men geen aparte schoenen te kopen. Gemeentebestuur van Rhenen WEDEROPBOUWWET Burgemeester en Wethouders van Rhenen brengen ter openbare kennis, dat een verzoek is ingekomen van mevr. B. M. Vlaanderen-Schuddeboom om ver gunning te mogen ontvangen voor het bouwen van een woning op een terrein aan de Simon Stevinweg, kadastraal be kend gemeente Rhenen, sectie E no. 260 ged., 468 ged. en 469 ged., met toepas sing van artikel 20 van de Wederop- bouwwet. De eigenaren van de aangrenzende en nabij gelegen gronden, die tegen uitvoe ring van vorenbedoeld bouwplan, het welk ter gemeentesecretarie, afdeling algemene zaken, ter inzage ligt, bezwa ren hebben, kunnen deze tot en met 24 Januari a.s. schriftelijk ter kennis van hun College brengen. Rhenen. 14 Januari 1955. Burgemeester en wethouders voornoemd. L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, TH. v. d. WILLIK. Het vloerkleed is voor een gezin met een matig inkomen een kostbare aan koop, maar desondanks een product, waarop men zeer gesteld blykt te zijn. Er wordt in de laatste jaren ontzet tend veel over woninginrichting en bin nenhuisarchitectuur gesproken. Op ge zette tijden worden de keuken, de woon- en slaapkamers onder de loupe geno men, de meubels worden uitgebreid be keken en er valt menig woordje over de het hoofd over parket, linoleum, ge spijkerd kleed of zeil, maar zelden hoort men iets over de tapijten, die daar weer bovenop komen te liggen. En toch is dat tapijt, dat „vloerkleed", „SPRINKHAAN VLIEGTUIG" GEREED VOOR EERSTE VLUCHT Een vliegmachine die kan stijgen en dalen op een stuk land ter grootte van een voetbalveld zal binnenkort haar eerste vlucht maken. Het is de „Twin Pioneer" van Schottish Aviation die in Prestwick is ontworpen en gebouwd. Het toestel is ontwikkeld uit haar een- motorige voorganger, die thans met suc ces wordt gebruikt in de strijd op Ma- lakka. De „Twin-Pioneer" kan zestien passagiers plus bagage vervoeren, of hetzelfde gewicht aan vracht. Ook kan het dienst doen als ambulancevliegtuig, plaats biedende aan negen brancard- gevallen en vier zittende patiënten. De machine is geheel uit metaal vervaar digd en heeft een maximum snelheid van ongeveer 180 kilometer per uur. De klimsnelheid bedraagt 880 voet per minuut. Verschijnt als bijlage van het streekblad DE VALI..EI Onder redactie van TANTE J08 Correspondentie te richten aan Tante Jos, p/a Parallel- weg 10, Veenendaal. ONZE JARIGEN 19 Jan. Johan Berends. 20 Wim v. Ingen, Rhenen. 21 Gerarda Turkesteen. 23 Hennie Henzen. 25 Jannie v. d. Haar. Nu Koning Winter ons royaal Op ijs en sneeuw tracteert, Is 't elke dag voor ons weer feest, Geen koude die ons deert. De kogels fluiten door de lucht Bij 't sneeuwgevecht vol gloed! En ziet u onze sneeuwman wel Met wortelneus èn hoed? Wij sleeën, bouwen een kasteel, Wij schaatsen samen fijn, Wat kan zo'n Hollands wintertje Toch bar gezellig zijn! Maarvoor de vogels is het nu De schraalste tijd van 't jaar. Wij helpen daarom met plezier De ganse vogelschaar. Ze zitten kleumend in een boom, En zijn beslist in nood. Wij strooien dus in onze tuin Vast ied're morgen brood! Oplossingen raadsels. I. Kers, appel, bes, dadel, peer. II. Pijp, rapport, veter, boom, kast, pot. III. Bijl, bij. De jongens en meisjes van I B van de „Maurits" Mulo, schonken niet veel aandacht aan de les. Stel je voor, de vrije Zaterdagmiddag wachtte, er was ijs en 't was prachtig weer! Ze zouden wel zó hun boeken dicht willen klap pen en de school uitstuiven. Mijnheer Gispen, de leraar Nederlands, had een ingewikkelde zin op het bord geschie- ven. („De Komma", werd hij altijd ge noemd, waarom wist niemand, want zijn rug was zo recht als een kaars.) Jan Bolt moest de zin ontleden. Verveeld keken ze allemaal naar het bord. Mijnheer Gispen merkte heel goed dat het zijn leerlingen maar matig interes seerde wat het lijdend voorwerp in aie zin was. Ze leken zelf wel allemaal een lijdend voorwerp zo ze daar lusteloos in de bank hingen. Hij keek op zijn hor loge. Kwart voor twaalf al bijna Plotseling gooide hij zijn krijt in het bakje en zei tegen Jan Bolt: „Hou maar op Jan, we zetten er een punt achter." Ze veerden allemaal overeind en Jan Bolt riep zachtjes „hoera!". Die „Kom ma" was nog eens een kerel. „Maar," zei mijnheer Gispen, „nu moet ik nog eens even met jullie praten. Jul lie weten dat ik heel veel van dieren en speciaal van vogels houd. Welnu, gis teren maakte ik een wandeling door het Spaanderbos en daarna langs het Nonnenmeer en de Molenplassen. Ik zag daar op het ijs, dicht aan de kant, iets liggen en ik stapte er heen, het ijs was sterk genoeg. Even later had ik een dode meerkoet in mijn handen. Omge komen van de honger. Een eind verder, bij een wak in het ijs, zaten een paar waterhoentjes te kleumen. Ze vlogen bij mijn komst maar een klein eindje weg. Ze waren helemaal niet schuw meer. Toen dacht ik: „Hier moet hoog nodig geholpen worden. Er is een orga nisatie in ons land die ten doel heeft öe vogelwintervoedering te bewerkstelli gen, juist op die plaatsen, waar dat het meest noodzakelijk is. Dat is prachtig werk, jongens. Zou den jullie er iets voor voelen om van middag voer in te zamelen? We gaan het dan samen naar de wakken in het Nonnenmeer en de Molenplassen bren gen. Ook zullen we wat bij de bosrand strooien, waar zich meestal veel vo gels ophouden, 't Zal een klein beetje een offer voor jullie zijn, want het is een heel eind lopen en van schaatsen zal dan niets komen vanmiddag, maar het lijkt er wel op dat het zal blijven vriezen en ik denk dat we Maandag middag wel ijsvrij zullen hebben. Maar wie vanmiddag ook liever gaat rijden mag dat doen hoor! „Nee, mijnheer. We gaan mee, mijn heer. Jofel. Wat moeten we meebren gen?" Ze schreeuwden allemaal door elkaar. Een wandeling met „De Komma" was altijd een feest, of het nu winter was of zomer. Hij wist van alles altijd zo ge zellig te vertellen onderweg! „Nou," glunderde mijnheer, blij dat het plan in goede aarde viel, „we kun nen van alles gebruiken: brood, graan, groentenafval, rotte appels, visafval; dat laatste is het meest geschikt voor reigers en roerdompen. Laten we af spreken dat we om drie uur met onze ingezamelde eetwaren hier op het schoolplein zijn, dan vertrekken we van hier." „Ja, mijnheer, enig," klonk het in stemmend. (Wordt vervolgd.) Tot de kostbaarste gaven, welke de mens by zyn geboorte heeft meegekre gen, behoren de ogen, die dan ook aan spraak mogen maken op een uiterst zorgvuldige behandeling. Het zal niet zo erg lang meer duren of we kunnen ons weer eens lui uit strekken in de zon en in elk bot van ons lichaam de milde warmte voelen tinte len. Gelukkig voor ons, jammer voor onze ogen! Want die worden namelijk doodmoe van dat felle licht en het resultaat daarvan is, dat ze er brande rig en rood gaan uitzien. De ogen ver liezen aan glans en de huid er onder gaat kringen, blazen, rimpels en groe ven vertonen. Om dat te voorkomen moet men een goede zonnebril op de neus zetten, ook bij sport in de open lucht en af en toe de ogen eens baden met gekookt water, boorwater of met een ooglotion. Zo'n oogbad is ook een uitstekende remedie, als men lang in een rokerige zaal is ge weest of als men uren heeft gelezen of gestudeerd. Is men de 25 gepasseerd, dan gaan de oogleden verouderen, hetgeen merkbaar is aan het droger worden van de huid, waardoor vouwen en rimpeltjes ont staan. Men kan dit tegengaan door de oogleden met wat vette crème in te wrijven, 's nachts zowel als overdag, waarbij men zich overdag moet hoe den voor overdrijving. De wimpers vormen bij de schoon heidsverzorging een hoofdstuk apart. We zouden allemaal graag lange, don kere, krullende wimpers willen hebben, die aan de ogen zo'n mysterieus waas geven en aan de andere kant de oog opslag fonkelender maken. Zijn de wimpers en ook de wenkbrau wen erg bleek of helemaal wit, dan kan men ze bij de kapper laten verven. Wie dit te kostbaar vindt, kan zelf de natuur te hulp schieten door 's avonds wimpers en wenkbrauwen te borstelen met een druppeltje wonderolie. Daardoor groeien de wimpers en gaan ze wat krullen, terwijl de tint iets donkerder wordt. De wenkbrauwen kan men, om de kleur wat pittiger te maken, bewerken met een wenkbrauwenstift. Dan zijn er nog de mascara's, maar daarmee moet men heel voorzichtig zijn. Er zijn namelijk vrouwen, die hiervan zo'n overvloedig gebruik maken, dat het lijkt, of ze een heel plakkaat verf boven haar ogen hebben hangen; bovendien gaan de oogharen aan elkaar plakken, zodat men in plaats van een mooie volle wimper een paar scherpe pieken krijgt, die onregelmatig boven het oog zijn ver deeld. Afgezien van het feit, dat het niet mooi is, staat het nog goedkoop ook. Het epileren van de wenkbrauwen is volkomen uit de mode. En terecht. Die dunne smalle streepjes boven de ogen gaven het gezicht een domme uitdruk king en ontnamen het bovendien alle persoonlijkheid. Het enige, dat op dit gebied nog voorkomt is het weghalen van de z.g. wilde haren, die buiten de boog groeien en vooral boven de neus en aan het uiteinde van de wenkbrauw voorkomen. Voor de rest moet men de wenkbrauwen zorgvuldig kammen en borstelen en te grove beharing wat bij knippen. Rest nog de bril, vroeger zo veraf schuwd, maar op het ogenblik dankbaar aangegrepen om óf het uiterlijk modern te maken, óf de indruk te geven, dat men veel heeft gestudeerd! Het is< zaak, dat degenen die een bril dragen haar gezicht altijd goed verzorgd hebben: keurig gekamde en geborstelde haren, helder wit gepoetste tanden en zorgvuldig aangebracht lippenrood. Daardoor wordt namelijk de aandacht van de bril afgeleid. Blonde vrouwen doen er goed aan een donker montuur te kiezen; donkere typen daarentegen zullen beter gebaat zijn met een licht montuur of met een montuurloos exemplaar. Mensen met kleine neuzen dragen bij voorkeur geen zware randen en voor alle brillendraagsters spreekt het wel bijna vanzelf, dat er extra aandacht aan de wenkbrauwboog wordt besteed, die als het ware de bovenlijst van de bril vormt. vloerbedekking. En hier komt nu juist het eigenaardige: als men het over de vloerbedekking heeft, breekt men zich een belangrijk element in de Nederland se huiskamer. Immers, in welke woning men ook binnengaat, of deze nu van de bezitter van een dikke bankrekening is of van de man, die de eindjes maar nau welijks aan elkaar kan knopen, men vindt in vrijwel elke huiskamer een kleed, dat de vloer een extra bedekking geeft. De fabrikanten kennen deze voorlief de van de Nederlander en er worden dan ook tapijten bij de vleet geprodu ceerd. Echter zelden vindt men kleden, die het meubilair of de vorm van de kamer beter tot haar recht doen komen, dan anders het geval zou zijn geweest. We willen het hier niet in de eerste plaats hebben over de warm gekleurde Perzische tapijtjes, maar wel over de kleden met de brede randen en grote bossen bloemen in het midden, alle maal in helle kleuren uitgevoerd, die al te gauw vaal worden. Kijk, zo'n druk groot patroon eist de aandacht op en dat moet nu juist niet in onze huiskamers, die gewoonlijk al vol genoeg staan met stoelen rond de eettafel, gemakkelijke stoelen rond de haard en bloementafeltjes opzij van de boekenkast. Een dergelijk kleed moet juist rustig van kleur en eenvoudig van patroon zijn, wil het harmoniëren met de rest van de kamer en de bewoners niet het gevoel geven, dat het vertrek zo vol is, dat zij er zelf bijna niet meer bij kunnen. Voor lieden, die zich „modern" heb ben ingericht, zijn er kleedjes met een voudiger motieven en dat is toe te jui chen. Maar al die tapijten zien er pre cies eender uit: ze zijn gefabriceerd van gebroken witte wol en hebben donker bruine stippels, ruiten of zig-zaglijnen. Effen tapijten, en daar willen we naar toe, in redelijke prijzen van een behoor lijke kwaliteit zijn even moeilijk te vin den als de bekende naald in de nog be kender hooiberg. En dat is heel erg jammer! MARIANNE VAN LOON. BRITSE PILOOT HAALT 30.500 VOET IN ZWEEFVLIEGTUIG Marine-kapitein H. C. N. Goodhart, die lid is van de gecombineerde Britse militaire missie in de Verenigde Staten, heeft met zijn zweefvliegtuig een hoog te behaald van 30.500 voet. Hij werd door een vliegmachine tot een hoogte van 10.900 voet gesleept. De hoogte door kapitein Goodhart gehaald is de groot ste die ooit door een Britse zweefvlieger werd bereikt en ligt 500 voet hoger dan het resultaat dat de heer Philip A. Wills in December in Nieuw-Zeeland be haalde. (37) In huis zag alles er schoon en netjes uit, hoe eenvoudig het meubilair en de ver dere inrichting ook was. Louise zag di rect, dat haar hulp niet werd besteed aan mensen, die het niet waard waren. Mrs. Meadows, zoals Gladys' moeder heette, ging Louise voor naar een slaap kamertje waar zij haar voorstelde aan haar man, die reeds jaren bedlegerig was. Ook daar zag alles er netjes en zindelijk uit. Verder telde het huis nog een kamertje, waar Louise zou slapen met het jongste dochtertje, terwijl de beide jongens van acht en elf jaar in de Louise begon direct met te vragen, keuken sliepen, wat zij het eerst kon doen. „We durven dit gewoon niet van u te vergen," zei Mrs. Meadows verlegen. „U hebt toch reeds zo'n druk bestaan en dan dit nog. Ik ben bang dat u het niet zult kunnen volhouden." „Maakt u zich daar maar geen zorgen over," antwoordde Louise, „ik heb wel voor heter vuren gestaan, Mrs. Mea dows.. Zegt u maar, waar ik mee kan beginnen." Met een dankbare blik keek Mrs. Meadows haar aan. „Als u dan eerst even wat verstelwerk zou willen doen, dat dringend noodzakelijk is en mis schien een paar kousen van de kinderen stoppen. Daar ben ik niet meer aan toe gekomen." Vijf minuten later was Louise reeds druk aan het werk. Het leek, of ze bovenmenselijke krachten had gekregen. Vermoedelijk was dit toe te schrijven aan het feit, dat zij nu weer de zorg had over anderen, die haar hulp zo dringend nodig had den. Dag aan dag stond zij 's ochtends om half vijf op, maakte het huisje van de Meadows' schoon en ging tegen half zes naar haar werk in het hotel. Daar ging zij 's avonds, na een lange, drukke dagtaak, om acht uur weg, om zodra zij bij de Maedows terug kwam, weer aan de slag te gaan tot een uur of tien. Ge lukkig was Mrs. Meadows zelf nog in staat voor het eten te zorgen. Nu ging alles nog vrij behoorlijk, doch af en toe kreeg Louise toch het ge voel, of alles om haar heen draaide, en moest zij haar bezigheden een ogenblik staken, om even tot rust te komen. Maar onmiddellijk daarop ging zij weer vlug aan de slag. De meeste vrouwen van tien of twintig jaar jonger zouden het haar niet hebben verbeterd; de oude geestkracht had Louise blijkbaar nog niet verlaten en maanden lang hield zij vol. De Meadows wisten van dankbaar heid niet, wat zij doen moesten. Zowel de zieke man als zij vrouw bleven er weken lang verlegen onder en Gladys deed wat zij kon, om nog zoveel moge lijk hulp te bieden. In het gezin zelf voelde Louise zich thuis. Zij had weer kinderen om zich heen, welopgevoede, beleefde kinderen, die, zo klein als zij waren, op hun manier zoveel mogelijk de handen uit de mouw staken om mee te helpen. Binnen enkele dagen waren zij zo op Louise gesteld geraakt, dat het leek, of zij reeds jaren in hun midden had doorgebracht. Vaak kocht zij van haar weinige op gespaarde geld één of ander verster kend middel voor de beide zieken, of een kledingstuk, dan wel een lekkernij tje voor de kinderen. Als zij de moei lijkheden zag, waarin deze mensen ver keerden, was zij van oordeel dat deze er nog veel erger aan toe waren, dan zij zelf en kon zij het idee niet verkroppen, nog wat geld te hebben, terwijl deze stakkers vrijwel noodlijdend waren. Zij ging regelmatig iedere week één keer naar haar eigen kamer, om ook daar de boel schoon te houden. En op zekere dag vond zij daar de tweede brief van Tony! Zodra zij binnenkwam en een brief op het matje zag liggen, sprong haar hart omhoog en dacht zij: Tony! Zo vlug haar trillende handen het toelieten, maakte zij de brief open en las allereerst het onderschrift. In derdaad, hij was van Tony! De brief luidde: „Lieve Moeder, Waarom bent U nog niet eens hier heen gekomen? Ik verlang heel erg naar U. Hebt U mijn andere brief ont vangen van een paar jaar geleden? Ik maak het goed en zit nu in de tweede klas van de H.B.S. Ik schrijf U op school in een vrij uurtje, want zij mogen het niet weten. Hoe gaat het met U? Woont U nog altijd in ons oude huis? Zodra ik groot ben en mijn eigen baas, kom ik weer voorgoed bij U. Dag, lieve Moeder. Heel veel zoenen van Tony." Ze was met deze tweede brief bijna nog gelukkiger dan zij met de eerste geweest was. Hij had haar dus nog niet vergeten, maar bleef naar haar verlan gen! O, wat zou ze er voor over hebben, om hem wéér te zien en aan haar hart te drukken! Eens even kijken, hij moest nu zo'n dertien, veertien jaar zijn en begon al een grote jongen te worden. Maar zij vergat nog iets: zijn adres. Vlug greep zij weer naar de brief en naar de enveloppe: weer had hij er niet aan gedacht het adres op te geven! Na enkele maanden voelde zij, dat zij dit vermoeiende leven niet langer zou kunnen voortzetten. De aanvallen van duizeligheid werden heviger en kwa men steeds meer voor. Zij dacht af en toe, dat zij geen voet meer zou kunnen verzetten. Met taaie koppigheid had zij volgehouden, tot zij er bijna bij neer viel. En nog steeds was in de toestand van Mrs. Meadows geen verbetering ge komen. Als het zo doorging, zou Louise binnenkort zelfs niet meer in staat zijn haar werkzaamheden bij de Langley's te verrichten. Dan zou het einde van alles gekomen zijn, zowel voor haar als voor de Meadows. Daar niet aan den ken, doorzetten maar, volhouden, tot het bittere einde! Zij kon toch onmoge lijk die arme stumperds aan hun lot overlaten. En weer zwoegde Louise ver der. Het ergste was, dat haar ogen steeds zwakker begonnen te worden, waardoor zij af en toe door de heftige vrees werd overvallen, dat zij blind en daarmee hulpbehoevend zou worden. Gladys sloeg haar reeds enige tijd met de grootste bezorgdheid gade en nam haar in het hotel veel werk uit handen. Doch zelf had zij een zware dagtaak, zodat zij niet zo heel veel kon doen. Enige malen had zij er bij Louise op aangedrongen, het werk bij haar ouders op te geven en om zichzelf te denken, doch Louise had met grote beslistheid geweigerd naar haar te luisteren. De enige in het hotel, die nog steeds onhebbelijk tegen haar deed, was Tom, de piccolo, die een treiterige natuur bleek te bezitten en het haar dikwijls met opzet lastiger maakte dan noodza kelijk was. Doch Louise nam dit maar op de koop toe en deed zelfs nog haar uiterste best zo vriendelijk mogelijk tegen hem te zijn. Hij was de enige valse noot in deze omgeving en voor de rest had zij het zo goed naar haar zin, dat zij er best vrede mee zou hebben, tot haar dood hier te blijven. Alles was beter dan het armhuis! Op een stralende voorjaarsochtend, als een bliksemstraal uit zuivere blauwe lucht, viel de slag, die aan alles een einde dreigde te maken. Eén van de ho telgasten, een regelmatig terugkerende, zuinige dame, Mrs. Deacon, miste een met diamantjes afgezette gouden bro che uit haar kamer. Zij beweerde posi tief te weten hem op tafel te hebben gelegd, toen zij even naar de badkamer ging, en hem bij haar terugkomst te hebben gemist. Binnen enkele ogen blikken was alles in rep en roer, want zij was er niet de vrouw naar om iets geheim te houden. Haar luide ge schreeuw van: „Dieven!" en „Mijn broche!" schalde door het gehele huis. Mr. en Mrs. Langley liepen nerveus heen en weer en deden alle mogelijke moeite om Mrs. Deacon die een zenuw toeval nabij was, tot kalmte te manen. Doch deze weigerde zich te laten kal meren en stelde het ultimatum dat de broche binnen een kwartier terug moest zijn en dat zij anders de politie van het gebeurde in kennis zou stellen. De broche kwam niet terug binnen de vast gestelde tijd en een half uur later was de politie ter plaatse. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 4