DE VALLEI
SIMON DE WIT
De nieuwe renschaats
Combinoor
De keuze van ons tapijt
KOLOM VOOR DE VROUW
Voor de Jeugd
LET 0R DE DUBBELTJES!
Na de daverende kwartjesreclame,
gaat Simon de Wit door met
QoecCm goedkoop
de ^5 lauwe sS luier*
DE NEDERLANDSE SCHAATSEN
DUIZENDEN VOGELS
ZWERVEN OM DE DORPEN
Zij moeten nu minder schuw
zijn
Officiële Bekendmaking
HET OOG WIL OOK WAT
Denk aan de vogels!
Niet schaatsen, tóch plezier!
FEUILLETON
door FRANCOIS CAMP AU X
De schaats van Nederlandse herkomst
is beslist niet nieuw. Zo'n 1400 jaar ge
leden reed men hier ook al op schaat
sen, d.w.z. men bond beenderen van
paarden- of ossenpoten onder de laar
zen en bewoog zich op deze glijbenen
over het ijs. Pas omstreeks de 14e eeuw
schijnen de eerste ijzeren schaatsen met
houten blokken gemaakt te zijn.
De bakermat van de Nederlandse
schaatsenindustrie ligt in Friesland. Se
dert eeuwen maakten daar timmerlie
den en smeden het gehele jaar door
wanneer het stil was in hun bedrijven
de bekende Friese schaatsen. Tegen
woordig is hun taak overgenomen door
een twintigtal bedrijven, waar alle
denkbare schaatstypen langs mechani
sche weg worden geproduceerd. De to
tale productie bedraagt tussen de
300.000 en de 400.000 paar per jaar. Min
stens 100.000 paar daarvan zijn goed
kope kinderschaatsen, maar daarnaast
zijn er enige tientallen modellen, zo
wel op het gebied van de „houten"
schaatsen als de metalen kunst-, ijs
hockey- of renschaatsen.
Bij de fabricage van een kwaliteits-
schaats komt het er in de eerste plaats
op aan, dat het hout voldoende is ge
droogd om kromtrekken te voorkomen.
Een fabriek heeft hiervoor zelfs een va
cuum drooginstallatie. Verder moet het
hout goed worden gladgeschuurd, zodat
de poriën dichttrekken, waarna het door
lakken beschermd wordt tegen weers
invloeden. Het z.g. „ijzer" bestaat uit
ijzer en een onderlaag van plm. 8 mm
daarop vastgewalst staal. Nadat dit
ijzer in de gewenste vorm is gesmeed
wordt het in een hardingsoven op hoge
temperatuur gebracht, waarna het plot
seling in koud water wordt gedompeld.
Door de koude komen vele vogels
dichter bij de huizen; het wordt moei
lijker voedsel en water te bemachtigen
en het is voor hen een moeilijke tijd.
Het is voor ons een prachtige gelegen
heid de vogels eens beter te leren ken
nen en nog wel op een gemakkelijke
manier. U kunt lekker bij de warme
kachel blijven zitten en vandaar het
rappe vogelvolkje bekijken. Zorg dan,
dat u regelmatig wat voer in uw tuin
strooit. Wat fijn gekruimeld brood, een
paar korstjes kaas of spekzwoerdjes,
een paar halfrotte appelen of als u wat
meer kunt missen elke dag een beetje
vogelzaad. In de handel zijn van die
aardige vetballen verkrijgbaar. De me
zen zijn daar verzot op en als „dank"
vertonen zij allerlei acrobatische toeren
voor u. Iedereen weet, dat de schran
dere meesjes al spoedig een snoertje
pinda's ontdekken. U moet er echter
wel voor zorgen, dat de katten niet veel
kans krijgen.
De kinderen zullen iedere morgen
met de neus tegen de ruiten gedrukt
staan om naar het roodborstje te kijken
of misschien naar een heggemusje, pim
pelmees, koolmees, zwartkopmees of als
u wat buitenaf woont naar de bonte
specht. We noemen er zo maar enkele,
maar de variatie kan veel groter zijn.
EEN OMGEKEERDE BLOEMPOT
Als u een vijvertje in uw tuin hebt,
kunt u daar 's zomers veel plezier van
beleven, want de vogels komen zich er
regelmatig baden, maar nu is het dicht
gevroren. Een bakje water buiten zet
ten (niet te groot, want ze mogen zich
er niet baden) heeft ook al minder zin
gekregen, want het water bevriest snel.
Er is een heel simpele oplossing voor!
Maak in de zijkant van een doodgewone
bloempot een paar gaatjes; in de bodem
zit er al een, maar dat is niet voldoen
de. In een kuiltje in de grond plaatst u
een brandend waxine-lichtje en daar
overheen plaatst u de omgekeerde
bloempot. Nu is het verder heel een
voudig, u kunt de rest wel raden. Op de
naar boven gekeerde pot plaatst u een
bakje met water, dat nu niet zo gemak
kelijk bevriest. De gaatjes in de zijkant
dienen om de luchttoevoer (zuurstof) te
bevorderen.
Leden van de vogelbeschermings-
wacht zullen zich belasten met de win-
tervoedering op verschillende plaatsen
in onze omgeving. Ook aan de water
vogels, zoals eenden, koeten, waterhoen
tjes enz., zal alle aandacht worden be
steed. Als de vorst door blijft zetten en
veel open water dus bevriest is er veel
voedsel nodig b.v. oud brood, granen
en dergelijke.
Van enkele zakenlieden ontving men
reeds hoeveelheden graanafval. We doen
echter een dringend beroep op ieder, die
iets beschikbaar heeft, dit aan A. W. v.
Hardeveld, Kerkewijk 70, telefoon 2731,
Veenendaal, te melden. Er zal gezorgd
worden, dat het direct bij u wordt weg
gehaald.
Van de schrik wordt het ijzer zo hard
dat men er met geen vijl meer in kan
komen, hetgeen voor prima schaatsen
dan ook de bedoeling is. De geheel me
talen schaatsen worden bij een tempe
ratuur van 600° C in de juiste stand ge
bogen en geperst en op dezelfde wijze
gehard en daarna gepolijst. Kundige
vakmensen zijn dan nodig om met een
speciale holslijpmachine het zeer harde
loopvlak te bewerken. Daarna worden
de schaatsen vernikkeld of verchroomd.
Van de Nederlandse schaatsen noemen
we de originele Friese doorlopers, waar
uit eigenlijk alle andere typen zijn
voortgekomen en de houten kunst
schaats of het klompje. Deze beide moe
ten de laatste tijd wel enigszins plaats
maken voor de houten renschaats, die
een hoog en dun staal heeft en een naar
de schoen bewerkt voetblad en de ge
heel metalen kunstschaats. Waren we
vroeger voor de grote wedstrijden veel
al aangewezen op de geïmporteerde No
ren, sinds het afgelopen jaar worden
deze ook in ons land van zo prima kwa
liteit gemaakt, dat ze zelfs bij Noorse
schaatsenrijders in gebruik zijn. On
langs won de bekende hardrijdster An
nie van der Meer op deze Nederlandse
renschaats een eerste prijs.
Daarnaast wordt dit seizoen een
nieuwe schaats gebracht, die een com
binatie is tussen de Friese renschaats
en de Noorse schaats en die daarom
Combinoor wordt genoemd. De Noorse
onderbouw is hier voorzien van een
houten bovendek. De hoge stand en
daardoor het snelle lopen van de Noor
zijn hier behouden, maar de lucht wordt
langs i.p.v. onder de voet door geleid,
waardoor men minder koude voeten
krijgt. Bovendien behoeft men geen
aparte schoenen te kopen.
Gemeentebestuur van Rhenen
WEDEROPBOUWWET
Burgemeester en Wethouders van
Rhenen brengen ter openbare kennis,
dat een verzoek is ingekomen van mevr.
B. M. Vlaanderen-Schuddeboom om ver
gunning te mogen ontvangen voor het
bouwen van een woning op een terrein
aan de Simon Stevinweg, kadastraal be
kend gemeente Rhenen, sectie E no. 260
ged., 468 ged. en 469 ged., met toepas
sing van artikel 20 van de Wederop-
bouwwet.
De eigenaren van de aangrenzende en
nabij gelegen gronden, die tegen uitvoe
ring van vorenbedoeld bouwplan, het
welk ter gemeentesecretarie, afdeling
algemene zaken, ter inzage ligt, bezwa
ren hebben, kunnen deze tot en met 24
Januari a.s. schriftelijk ter kennis van
hun College brengen.
Rhenen. 14 Januari 1955.
Burgemeester en wethouders
voornoemd.
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris, TH. v. d. WILLIK.
Het vloerkleed is voor een gezin met
een matig inkomen een kostbare aan
koop, maar desondanks een product,
waarop men zeer gesteld blykt te zijn.
Er wordt in de laatste jaren ontzet
tend veel over woninginrichting en bin
nenhuisarchitectuur gesproken. Op ge
zette tijden worden de keuken, de woon-
en slaapkamers onder de loupe geno
men, de meubels worden uitgebreid be
keken en er valt menig woordje over de
het hoofd over parket, linoleum, ge
spijkerd kleed of zeil, maar zelden hoort
men iets over de tapijten, die daar weer
bovenop komen te liggen.
En toch is dat tapijt, dat „vloerkleed",
„SPRINKHAAN VLIEGTUIG"
GEREED VOOR EERSTE VLUCHT
Een vliegmachine die kan stijgen en
dalen op een stuk land ter grootte van
een voetbalveld zal binnenkort haar
eerste vlucht maken. Het is de „Twin
Pioneer" van Schottish Aviation die in
Prestwick is ontworpen en gebouwd.
Het toestel is ontwikkeld uit haar een-
motorige voorganger, die thans met suc
ces wordt gebruikt in de strijd op Ma-
lakka. De „Twin-Pioneer" kan zestien
passagiers plus bagage vervoeren, of
hetzelfde gewicht aan vracht. Ook kan
het dienst doen als ambulancevliegtuig,
plaats biedende aan negen brancard-
gevallen en vier zittende patiënten. De
machine is geheel uit metaal vervaar
digd en heeft een maximum snelheid
van ongeveer 180 kilometer per uur. De
klimsnelheid bedraagt 880 voet per
minuut.
Verschijnt als bijlage van het
streekblad DE VALI..EI
Onder redactie van TANTE J08
Correspondentie te richten
aan Tante Jos, p/a Parallel-
weg 10, Veenendaal.
ONZE JARIGEN
19 Jan. Johan Berends.
20 Wim v. Ingen, Rhenen.
21 Gerarda Turkesteen.
23 Hennie Henzen.
25 Jannie v. d. Haar.
Nu Koning Winter ons royaal
Op ijs en sneeuw tracteert,
Is 't elke dag voor ons weer feest,
Geen koude die ons deert.
De kogels fluiten door de lucht
Bij 't sneeuwgevecht vol gloed!
En ziet u onze sneeuwman wel
Met wortelneus èn hoed?
Wij sleeën, bouwen een kasteel,
Wij schaatsen samen fijn,
Wat kan zo'n Hollands wintertje
Toch bar gezellig zijn!
Maarvoor de vogels is het nu
De schraalste tijd van 't jaar.
Wij helpen daarom met plezier
De ganse vogelschaar.
Ze zitten kleumend in een boom,
En zijn beslist in nood.
Wij strooien dus in onze tuin
Vast ied're morgen brood!
Oplossingen raadsels.
I. Kers, appel, bes, dadel, peer.
II. Pijp, rapport, veter, boom, kast,
pot.
III. Bijl, bij.
De jongens en meisjes van I B van
de „Maurits" Mulo, schonken niet veel
aandacht aan de les. Stel je voor, de
vrije Zaterdagmiddag wachtte, er was
ijs en 't was prachtig weer! Ze zouden
wel zó hun boeken dicht willen klap
pen en de school uitstuiven. Mijnheer
Gispen, de leraar Nederlands, had een
ingewikkelde zin op het bord geschie-
ven. („De Komma", werd hij altijd ge
noemd, waarom wist niemand, want
zijn rug was zo recht als een kaars.) Jan
Bolt moest de zin ontleden. Verveeld
keken ze allemaal naar het bord.
Mijnheer Gispen merkte heel goed dat
het zijn leerlingen maar matig interes
seerde wat het lijdend voorwerp in aie
zin was. Ze leken zelf wel allemaal een
lijdend voorwerp zo ze daar lusteloos in
de bank hingen. Hij keek op zijn hor
loge. Kwart voor twaalf al bijna
Plotseling gooide hij zijn krijt in het
bakje en zei tegen Jan Bolt: „Hou maar
op Jan, we zetten er een punt achter."
Ze veerden allemaal overeind en Jan
Bolt riep zachtjes „hoera!". Die „Kom
ma" was nog eens een kerel.
„Maar," zei mijnheer Gispen, „nu moet
ik nog eens even met jullie praten. Jul
lie weten dat ik heel veel van dieren en
speciaal van vogels houd. Welnu, gis
teren maakte ik een wandeling door
het Spaanderbos en daarna langs het
Nonnenmeer en de Molenplassen. Ik
zag daar op het ijs, dicht aan de kant,
iets liggen en ik stapte er heen, het ijs
was sterk genoeg. Even later had ik een
dode meerkoet in mijn handen. Omge
komen van de honger. Een eind verder,
bij een wak in het ijs, zaten een paar
waterhoentjes te kleumen. Ze vlogen
bij mijn komst maar een klein eindje
weg. Ze waren helemaal niet schuw
meer. Toen dacht ik: „Hier moet hoog
nodig geholpen worden. Er is een orga
nisatie in ons land die ten doel heeft öe
vogelwintervoedering te bewerkstelli
gen, juist op die plaatsen, waar dat het
meest noodzakelijk is.
Dat is prachtig werk, jongens. Zou
den jullie er iets voor voelen om van
middag voer in te zamelen? We gaan
het dan samen naar de wakken in het
Nonnenmeer en de Molenplassen bren
gen. Ook zullen we wat bij de bosrand
strooien, waar zich meestal veel vo
gels ophouden, 't Zal een klein beetje
een offer voor jullie zijn, want het is
een heel eind lopen en van schaatsen
zal dan niets komen vanmiddag, maar
het lijkt er wel op dat het zal blijven
vriezen en ik denk dat we Maandag
middag wel ijsvrij zullen hebben. Maar
wie vanmiddag ook liever gaat rijden
mag dat doen hoor!
„Nee, mijnheer. We gaan mee, mijn
heer. Jofel. Wat moeten we meebren
gen?" Ze schreeuwden allemaal door
elkaar.
Een wandeling met „De Komma" was
altijd een feest, of het nu winter was of
zomer. Hij wist van alles altijd zo ge
zellig te vertellen onderweg!
„Nou," glunderde mijnheer, blij dat
het plan in goede aarde viel, „we kun
nen van alles gebruiken: brood, graan,
groentenafval, rotte appels, visafval;
dat laatste is het meest geschikt voor
reigers en roerdompen. Laten we af
spreken dat we om drie uur met onze
ingezamelde eetwaren hier op het
schoolplein zijn, dan vertrekken we van
hier."
„Ja, mijnheer, enig," klonk het in
stemmend.
(Wordt vervolgd.)
Tot de kostbaarste gaven, welke de
mens by zyn geboorte heeft meegekre
gen, behoren de ogen, die dan ook aan
spraak mogen maken op een uiterst
zorgvuldige behandeling.
Het zal niet zo erg lang meer duren
of we kunnen ons weer eens lui uit
strekken in de zon en in elk bot van ons
lichaam de milde warmte voelen tinte
len. Gelukkig voor ons, jammer voor
onze ogen! Want die worden namelijk
doodmoe van dat felle licht en het
resultaat daarvan is, dat ze er brande
rig en rood gaan uitzien. De ogen ver
liezen aan glans en de huid er onder
gaat kringen, blazen, rimpels en groe
ven vertonen.
Om dat te voorkomen moet men een
goede zonnebril op de neus zetten, ook
bij sport in de open lucht en af en toe
de ogen eens baden met gekookt water,
boorwater of met een ooglotion. Zo'n
oogbad is ook een uitstekende remedie,
als men lang in een rokerige zaal is ge
weest of als men uren heeft gelezen of
gestudeerd.
Is men de 25 gepasseerd, dan gaan de
oogleden verouderen, hetgeen merkbaar
is aan het droger worden van de huid,
waardoor vouwen en rimpeltjes ont
staan. Men kan dit tegengaan door de
oogleden met wat vette crème in te
wrijven, 's nachts zowel als overdag,
waarbij men zich overdag moet hoe
den voor overdrijving.
De wimpers vormen bij de schoon
heidsverzorging een hoofdstuk apart.
We zouden allemaal graag lange, don
kere, krullende wimpers willen hebben,
die aan de ogen zo'n mysterieus waas
geven en aan de andere kant de oog
opslag fonkelender maken.
Zijn de wimpers en ook de wenkbrau
wen erg bleek of helemaal wit, dan kan
men ze bij de kapper laten verven. Wie
dit te kostbaar vindt, kan zelf de natuur
te hulp schieten door 's avonds wimpers
en wenkbrauwen te borstelen met een
druppeltje wonderolie. Daardoor groeien
de wimpers en gaan ze wat krullen,
terwijl de tint iets donkerder wordt. De
wenkbrauwen kan men, om de kleur
wat pittiger te maken, bewerken met
een wenkbrauwenstift.
Dan zijn er nog de mascara's, maar
daarmee moet men heel voorzichtig zijn.
Er zijn namelijk vrouwen, die hiervan
zo'n overvloedig gebruik maken, dat het
lijkt, of ze een heel plakkaat verf boven
haar ogen hebben hangen; bovendien
gaan de oogharen aan elkaar plakken,
zodat men in plaats van een mooie volle
wimper een paar scherpe pieken krijgt,
die onregelmatig boven het oog zijn ver
deeld. Afgezien van het feit, dat het niet
mooi is, staat het nog goedkoop ook.
Het epileren van de wenkbrauwen is
volkomen uit de mode. En terecht. Die
dunne smalle streepjes boven de ogen
gaven het gezicht een domme uitdruk
king en ontnamen het bovendien alle
persoonlijkheid. Het enige, dat op dit
gebied nog voorkomt is het weghalen
van de z.g. wilde haren, die buiten de
boog groeien en vooral boven de neus
en aan het uiteinde van de wenkbrauw
voorkomen. Voor de rest moet men de
wenkbrauwen zorgvuldig kammen en
borstelen en te grove beharing wat bij
knippen.
Rest nog de bril, vroeger zo veraf
schuwd, maar op het ogenblik dankbaar
aangegrepen om óf het uiterlijk modern
te maken, óf de indruk te geven, dat
men veel heeft gestudeerd!
Het is< zaak, dat degenen die een bril
dragen haar gezicht altijd goed verzorgd
hebben: keurig gekamde en geborstelde
haren, helder wit gepoetste tanden en
zorgvuldig aangebracht lippenrood.
Daardoor wordt namelijk de aandacht
van de bril afgeleid.
Blonde vrouwen doen er goed aan een
donker montuur te kiezen; donkere
typen daarentegen zullen beter gebaat
zijn met een licht montuur of met een
montuurloos exemplaar.
Mensen met kleine neuzen dragen bij
voorkeur geen zware randen en voor
alle brillendraagsters spreekt het wel
bijna vanzelf, dat er extra aandacht aan
de wenkbrauwboog wordt besteed, die
als het ware de bovenlijst van de bril
vormt.
vloerbedekking. En hier komt nu juist
het eigenaardige: als men het over de
vloerbedekking heeft, breekt men zich
een belangrijk element in de Nederland
se huiskamer. Immers, in welke woning
men ook binnengaat, of deze nu van de
bezitter van een dikke bankrekening is
of van de man, die de eindjes maar nau
welijks aan elkaar kan knopen, men
vindt in vrijwel elke huiskamer een
kleed, dat de vloer een extra bedekking
geeft.
De fabrikanten kennen deze voorlief
de van de Nederlander en er worden
dan ook tapijten bij de vleet geprodu
ceerd. Echter zelden vindt men kleden,
die het meubilair of de vorm van de
kamer beter tot haar recht doen komen,
dan anders het geval zou zijn geweest.
We willen het hier niet in de eerste
plaats hebben over de warm gekleurde
Perzische tapijtjes, maar wel over de
kleden met de brede randen en grote
bossen bloemen in het midden, alle
maal in helle kleuren uitgevoerd, die al
te gauw vaal worden.
Kijk, zo'n druk groot patroon eist de
aandacht op en dat moet nu juist niet
in onze huiskamers, die gewoonlijk al
vol genoeg staan met stoelen rond de
eettafel, gemakkelijke stoelen rond de
haard en bloementafeltjes opzij van de
boekenkast. Een dergelijk kleed moet
juist rustig van kleur en eenvoudig van
patroon zijn, wil het harmoniëren met
de rest van de kamer en de bewoners
niet het gevoel geven, dat het vertrek
zo vol is, dat zij er zelf bijna niet meer
bij kunnen.
Voor lieden, die zich „modern" heb
ben ingericht, zijn er kleedjes met een
voudiger motieven en dat is toe te jui
chen. Maar al die tapijten zien er pre
cies eender uit: ze zijn gefabriceerd van
gebroken witte wol en hebben donker
bruine stippels, ruiten of zig-zaglijnen.
Effen tapijten, en daar willen we naar
toe, in redelijke prijzen van een behoor
lijke kwaliteit zijn even moeilijk te vin
den als de bekende naald in de nog be
kender hooiberg. En dat is heel erg
jammer! MARIANNE VAN LOON.
BRITSE PILOOT HAALT 30.500 VOET
IN ZWEEFVLIEGTUIG
Marine-kapitein H. C. N. Goodhart,
die lid is van de gecombineerde Britse
militaire missie in de Verenigde Staten,
heeft met zijn zweefvliegtuig een hoog
te behaald van 30.500 voet. Hij werd
door een vliegmachine tot een hoogte
van 10.900 voet gesleept. De hoogte door
kapitein Goodhart gehaald is de groot
ste die ooit door een Britse zweefvlieger
werd bereikt en ligt 500 voet hoger dan
het resultaat dat de heer Philip A. Wills
in December in Nieuw-Zeeland be
haalde.
(37)
In huis zag alles er schoon en netjes uit,
hoe eenvoudig het meubilair en de ver
dere inrichting ook was. Louise zag di
rect, dat haar hulp niet werd besteed
aan mensen, die het niet waard waren.
Mrs. Meadows, zoals Gladys' moeder
heette, ging Louise voor naar een slaap
kamertje waar zij haar voorstelde aan
haar man, die reeds jaren bedlegerig
was. Ook daar zag alles er netjes en
zindelijk uit. Verder telde het huis nog
een kamertje, waar Louise zou slapen
met het jongste dochtertje, terwijl de
beide jongens van acht en elf jaar in de
Louise begon direct met te vragen,
keuken sliepen,
wat zij het eerst kon doen.
„We durven dit gewoon niet van u te
vergen," zei Mrs. Meadows verlegen. „U
hebt toch reeds zo'n druk bestaan en
dan dit nog. Ik ben bang dat u het niet
zult kunnen volhouden."
„Maakt u zich daar maar geen zorgen
over," antwoordde Louise, „ik heb wel
voor heter vuren gestaan, Mrs. Mea
dows.. Zegt u maar, waar ik mee kan
beginnen."
Met een dankbare blik keek Mrs.
Meadows haar aan. „Als u dan eerst
even wat verstelwerk zou willen doen,
dat dringend noodzakelijk is en mis
schien een paar kousen van de kinderen
stoppen. Daar ben ik niet meer aan toe
gekomen." Vijf minuten later was
Louise reeds druk aan het werk.
Het leek, of ze bovenmenselijke
krachten had gekregen. Vermoedelijk
was dit toe te schrijven aan het feit, dat
zij nu weer de zorg had over anderen,
die haar hulp zo dringend nodig had
den. Dag aan dag stond zij 's ochtends
om half vijf op, maakte het huisje van
de Meadows' schoon en ging tegen half
zes naar haar werk in het hotel. Daar
ging zij 's avonds, na een lange, drukke
dagtaak, om acht uur weg, om zodra zij
bij de Maedows terug kwam, weer aan
de slag te gaan tot een uur of tien. Ge
lukkig was Mrs. Meadows zelf nog in
staat voor het eten te zorgen.
Nu ging alles nog vrij behoorlijk,
doch af en toe kreeg Louise toch het ge
voel, of alles om haar heen draaide, en
moest zij haar bezigheden een ogenblik
staken, om even tot rust te komen.
Maar onmiddellijk daarop ging zij weer
vlug aan de slag. De meeste vrouwen
van tien of twintig jaar jonger zouden
het haar niet hebben verbeterd; de oude
geestkracht had Louise blijkbaar nog
niet verlaten en maanden lang hield zij
vol.
De Meadows wisten van dankbaar
heid niet, wat zij doen moesten. Zowel
de zieke man als zij vrouw bleven er
weken lang verlegen onder en Gladys
deed wat zij kon, om nog zoveel moge
lijk hulp te bieden. In het gezin zelf
voelde Louise zich thuis. Zij had weer
kinderen om zich heen, welopgevoede,
beleefde kinderen, die, zo klein als zij
waren, op hun manier zoveel mogelijk
de handen uit de mouw staken om mee
te helpen. Binnen enkele dagen waren
zij zo op Louise gesteld geraakt, dat het
leek, of zij reeds jaren in hun midden
had doorgebracht.
Vaak kocht zij van haar weinige op
gespaarde geld één of ander verster
kend middel voor de beide zieken, of
een kledingstuk, dan wel een lekkernij
tje voor de kinderen. Als zij de moei
lijkheden zag, waarin deze mensen ver
keerden, was zij van oordeel dat deze er
nog veel erger aan toe waren, dan zij
zelf en kon zij het idee niet verkroppen,
nog wat geld te hebben, terwijl deze
stakkers vrijwel noodlijdend waren.
Zij ging regelmatig iedere week één
keer naar haar eigen kamer, om ook
daar de boel schoon te houden. En op
zekere dag vond zij daar de tweede
brief van Tony! Zodra zij binnenkwam
en een brief op het matje zag liggen,
sprong haar hart omhoog en dacht zij:
Tony! Zo vlug haar trillende handen
het toelieten, maakte zij de brief open
en las allereerst het onderschrift. In
derdaad, hij was van Tony!
De brief luidde:
„Lieve Moeder,
Waarom bent U nog niet eens hier
heen gekomen? Ik verlang heel erg
naar U. Hebt U mijn andere brief ont
vangen van een paar jaar geleden? Ik
maak het goed en zit nu in de tweede
klas van de H.B.S. Ik schrijf U op school
in een vrij uurtje, want zij mogen het
niet weten. Hoe gaat het met U? Woont
U nog altijd in ons oude huis? Zodra ik
groot ben en mijn eigen baas, kom ik
weer voorgoed bij U. Dag, lieve Moeder.
Heel veel zoenen van Tony."
Ze was met deze tweede brief bijna
nog gelukkiger dan zij met de eerste
geweest was. Hij had haar dus nog niet
vergeten, maar bleef naar haar verlan
gen! O, wat zou ze er voor over hebben,
om hem wéér te zien en aan haar hart
te drukken! Eens even kijken, hij moest
nu zo'n dertien, veertien jaar zijn en
begon al een grote jongen te worden.
Maar zij vergat nog iets: zijn adres.
Vlug greep zij weer naar de brief en
naar de enveloppe: weer had hij er niet
aan gedacht het adres op te geven!
Na enkele maanden voelde zij, dat zij
dit vermoeiende leven niet langer zou
kunnen voortzetten. De aanvallen van
duizeligheid werden heviger en kwa
men steeds meer voor. Zij dacht af en
toe, dat zij geen voet meer zou kunnen
verzetten. Met taaie koppigheid had zij
volgehouden, tot zij er bijna bij neer
viel. En nog steeds was in de toestand
van Mrs. Meadows geen verbetering ge
komen. Als het zo doorging, zou Louise
binnenkort zelfs niet meer in staat zijn
haar werkzaamheden bij de Langley's
te verrichten. Dan zou het einde van
alles gekomen zijn, zowel voor haar als
voor de Meadows. Daar niet aan den
ken, doorzetten maar, volhouden, tot
het bittere einde! Zij kon toch onmoge
lijk die arme stumperds aan hun lot
overlaten. En weer zwoegde Louise ver
der. Het ergste was, dat haar ogen
steeds zwakker begonnen te worden,
waardoor zij af en toe door de heftige
vrees werd overvallen, dat zij blind en
daarmee hulpbehoevend zou worden.
Gladys sloeg haar reeds enige tijd met
de grootste bezorgdheid gade en nam
haar in het hotel veel werk uit handen.
Doch zelf had zij een zware dagtaak,
zodat zij niet zo heel veel kon doen.
Enige malen had zij er bij Louise op
aangedrongen, het werk bij haar ouders
op te geven en om zichzelf te denken,
doch Louise had met grote beslistheid
geweigerd naar haar te luisteren.
De enige in het hotel, die nog steeds
onhebbelijk tegen haar deed, was Tom,
de piccolo, die een treiterige natuur
bleek te bezitten en het haar dikwijls
met opzet lastiger maakte dan noodza
kelijk was. Doch Louise nam dit maar
op de koop toe en deed zelfs nog haar
uiterste best zo vriendelijk mogelijk
tegen hem te zijn. Hij was de enige valse
noot in deze omgeving en voor de rest
had zij het zo goed naar haar zin, dat zij
er best vrede mee zou hebben, tot haar
dood hier te blijven. Alles was beter
dan het armhuis!
Op een stralende voorjaarsochtend, als
een bliksemstraal uit zuivere blauwe
lucht, viel de slag, die aan alles een
einde dreigde te maken. Eén van de ho
telgasten, een regelmatig terugkerende,
zuinige dame, Mrs. Deacon, miste een
met diamantjes afgezette gouden bro
che uit haar kamer. Zij beweerde posi
tief te weten hem op tafel te hebben
gelegd, toen zij even naar de badkamer
ging, en hem bij haar terugkomst te
hebben gemist. Binnen enkele ogen
blikken was alles in rep en roer, want
zij was er niet de vrouw naar om iets
geheim te houden. Haar luide ge
schreeuw van: „Dieven!" en „Mijn
broche!" schalde door het gehele huis.
Mr. en Mrs. Langley liepen nerveus
heen en weer en deden alle mogelijke
moeite om Mrs. Deacon die een zenuw
toeval nabij was, tot kalmte te manen.
Doch deze weigerde zich te laten kal
meren en stelde het ultimatum dat de
broche binnen een kwartier terug moest
zijn en dat zij anders de politie van het
gebeurde in kennis zou stellen. De
broche kwam niet terug binnen de vast
gestelde tijd en een half uur later was
de politie ter plaatse.
(Wordt vervolgd.)