Nieuwsblad voor Veenendaal Omstreken Veenendaal herdenkt de WATERSNOOD van 1855 doorbraak grebbedijk Koning Willem III bezocht Veenendaal twee maal Met zekerheid 12 DODEN in Veenendaal Honderden Veenendalers in de Utrechtse Geertekerk Wist U Fa. J. F. TAK AGENDA Oorzaak en gevolgen van de 29o jaargang VRIJDAG 18 FEBRUARI 1955 No 13 Uitgave: „De Gelderse Vallei" Veenendaal Verschijnt tweemaal per week in: Stichts en Gelders Veenendaal, Amerongen, Eist, Rhenen, Achterberg, Overberg, De Haar, Kade, Maanderbuurt, Ederveen, Renswoude, Scherpenzeel Bevel van de koning Assurantie-, Hypotheek- en Woningbureau BROUWER, De aangerichte schade BRIL Redactie en administratie: Parallelweg 10 Veenendaal Telefoon K 8385-2023 - Girono. 563427 Redactie: W. F. ter Hoeven Advertenties en abonnementen kunnen ook worden opgegeven by de agentschappen van „De Vallei" in de plaatsen van verschijning DE VALLEI ADVERTENTIES Advertentieprijs per mm 12 cent Speciale contractprijzen op aanvraag Minimum per advertentie 3,60 Rubriek Vraag en Aanbod 110 woorden 95 cent, elk woord meer 7 cent Familieberichten 15 cent per mm Abonnementsprijs 1,55 p. kwartaal Losse nummers 10 cent Zaterdag 5 Maart a.s., om precies te zyn 's middags om half vier, is het 100 jaar geleden dat de Rijndijk aan de Grebbe brak en de tot aan de kruin van de dijken staande rivier met enorm geweld een machtige en niets ontziende arm over het lage land van de Gelderse Vallei uitsloeg. Het woeste water, zware jjsschotsen met zich voerende, bewoog zich als een machtige stroom over de straatweg in de Nude, tussen de hogere gedeel ten van Wageningen en Achterberg, naar Veenendaal. De op de Wageningse berg opgestelde kanonnen hadden een salvo van zes schoten afgevuurd, ten teken dat de dijk door was, en ter bevestiging hiervan kwam een ijlbode naar hier met de vreselijke mare: vlucht, vlucht, het water komt. Al spoedig ziet men het water in de sloten en de Grift stijgen. Dan zijn ook deze al gauw vol en het water loopt over de wegen en velden. Het komt tot aan de huizen en het blijft maar stijgen. Bewoners van de laagst gelegen gedeelten, zoals die aan het Benedeneind, zoeken al meteen een goed heenkomen. Daar heeft men al vaker last van hoog water gehad. Het water komt deze keer echter zo hoog dat vrijwel niemand in huis kan blijven. Men vlucht naar alle kanten, naar Ede, Barneveld, Amerongen en Eist. Velen ook komen te recht op de hooggelegen Markt en omgeving waar vele vluchtelingen onder dak worden gebracht in de kerk. Hoger en hoger komt het water. Velen die op de ver dieping van hun woning zitten moeten ook daar weg. Na enkele dagen doet zich onder de achterblijvers het tekort aan voedsel en drinkwater gevoelen. Steeds meer mensen worden ziek. Het wordt ondragelijk. De derde dag slaat een schuit, over de Kerkewijk varend, door golfslag om. De inzittenden waren op weg naar de berg. Zes mensen vinden hierbij de verdrinkingsdood. Het zou bij deze vijf slachtoffers niet blijven. Nog een andere schuit zou omslaan en opnieuw zou het water vijf mensenlevens eisen. Ook elders in het land had men met het water te kampen en waren slachtoffers te betreuren. Veenen daal was, naar later bleek, echter een van de zwaarst getroffen plaatsen. Behalve de te betreuren doden en het grote leed door de Veenendalers ondervonden, was ook de materiële schade groot. Het is dan ook geen wonder dat de Veenendalers tot voor ongeveer 50 jaar ieder jaar weer op de vijfde Maart in hun kerken bij eenkwamen om die onvergetelijke ramp te herdenken. AI hebben de Veenendalers van heden nog weer rampen beleefd van groter omvang, vooral die in de vorm van de laatste wereldoorlog, toch gaat Veenen daal, zij het sober, op 5 Maart a.s. de ramp van 1855 herdenken in de sfeer van de geweldige indruk welke dat gebeuren op die oude Veenendalers heeft gemaakt. De onvergetelijke indruk welke de watersnood van 1855 op de Veenenda lers van toen heeft gemaakt wordt mis schien wel het duidelijkst geïllustreerd door de wijze waarop nog tientallen jaren nadien het geboortejaar van iemand die in het jaar 1855 het levens licht zag werd aangeduid. Men zei dan niet: hij is geboren in 1855, maar: „Hij is van 't water". Trouwens, vele ouderen onder onze plaatsgenoten hebben hun ouders uit den treure over „het water" horen vertellen. Onvergetelijk door wat zij moesten doorstaan. Onvergetelijk ook door het medeleven en de daadwerkelijke hulp uit geheel het land. Z.M. Koning Willem III deed in die dagen als een echte Oranje-vorst van zijn intens medeleven blijken. Tweemaal in drie dagen tiids was hij in Veenendaal De eerste maal kwam hij geheel on verwacht in Veenendaal aan op Zater dag 10 Maart. Per extra trein was hij van ,,'t Loo" via Arnhem zo dicht mo gelijk naar Veenendaal gekomen (de spoordijk bij het station De Klomp was over een afstand van 2'/2 km door het water ondermijnd en onbruikbaar) 2.1 vandaar per aak, via de Stationsstraat, Hoogstraat en Hoofdstraat naar de Markt gevaren. De koning had ook levensmiddelen, dekens enz. in zijn trein meegenomen, welke eveneens per schuit werden aan- Maandag 21 Februari (in geb. Eikenlaan) ledenver gadering Dierenbescherming Veenendaal Dinsdag 22 Februari In geb. Eikenlaan) 7.30 uur, revue „We nemen een snipper dag" gezelschap Adrie van Oorschot, onder ausp. Arb. Kunstkring. Woensdag 23 Februari (In geb. Eltheto) Jaarfeestver gadering Textielarb. Bond „Unitas", o.a. opvoering van toneelgroep „Unitas". Donderdag 24 Februari (In geb. Eltheto) Jaarfeestver gadering „Unitas". (In geb. 't Trefpunt) 8 uur, prof. mr. dr. De Gaay Fortman spreekt over Medezeggenschap. Vrijdag 25 Februari (In geb. Eltheto) Jaarfeestver gadering „Unitas". Zaterdag 26 Februari (In geb. Eikenlaan) Uitvoering van Chr. Tamboers- en Pij perscorps „Prins Bernhard" en het jeugdcorps „Prinses Ma rijke". (In geb. Eltheto) Jaarfeestver gadering „Unitas". Luxor Theater Van heden Vrijdag t.m. Zondag de film „De grote beslissing" van Maandag t.m. Woensdag ..Het eiland der begeerte" en Donderdag de film „Warchau Concerto". i! \\a\i\ iiuiiiiiiiii.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiIiiiiiNfiuimiiiMaiiiiiuiii' gevoerd. Op het droge gedeelte van de Markt stapt de koning uit de aak en be geeft zich naar de kerk waar 450 men sen een onderdak hebben gevonden. Z.M. wordt bewogen door de verschrik kelijke toestand welke hij hier aantreft. Er is een tekort aan voedsel, water en dekens. Er zijn verschillende zieken wier aantal steeds toeneemt. Zelfs dreigt een algemene ziekte uit te breken. Iemand is krankzinnig geworden. Er wordt een kind geboren. De mensen hebben de moed verloren. De koning kan dit niet aanzien en geeft bevel de mensen zo spoedig mogelijk naar elders over te brengen. Tegen deze order ko- Gezien de hoge waterstand was het niet te verwonderen dat een aantal in gezetenen de verdrinkingsdood vonden. Op 8 Maart begaf het gezin van G. v. Wijk, varkenskoper wonende in de Zandstraat, zich op weg naar de berg om vandaar naar Amerongen te gaan waar men onderdak zou vinden. In de schuit waarmee men zich ver plaatste bevonden zich man, vrouw en zeven kinderen, de 70-jarige Cornelis Jansen, schoonvader van Van Wijk en de schipper Sijmen Verhoef. Zoveel mo gelijk huisraad werd meegevoerd. Aanvankelijk ging alles goed, maar op de Kerkewijk bij hotel Gerth gekomen, werd veel hinder ondervonden van de zware golfslag hier. Tenslotte schepte de schuit water, sloeg om en de ongeluk- kigen kwamen in het wilde water te recht. De schipper en vader en moeder Van Wijk en twee van hun kinderen wisten zich aan bomen boven water te houden. De moeder omklemde een baby in haar armen. Plotseling zag Van Wijk een van de kinderen vlak langs zijn vrouw drijven. Grijp hem, schreeuwde hij haar toe. De vrouw grijpt het kind en hierdoor glipt de baby uit haar armen. De jongen die zij gegrepen heeft is reeds dood. Ook de overigen die in het water terecht gekomen zijn kwamen om. Het waren de 70-jarige Jansen en diens kleinkinderen Geertrui 17 jaar; Cornelis 15, Hendrikje 11, Gerritje 4 en Jacob 2 jaar oud. Enkelen hunner wor den daags daarna gevonden. Van drie anderen zou het een maand duren eer hun stoffelijk overschot gevonden werd. Op 21 Maart sloeg nog een schuit om. Cornelis van der Meijden hielp, met zijn twee oudste zoons, Cornelis van de Sandschulp en diens zwager Roelof van Hall en de daglooner Hendrik de Kleu- ver, die in een schuit van de omgeving van de Hel naar de vrijwel drooggeval len boerderij genaamd „Het Russeveen" een koe wilden overbrengen. Vijf man hielden de koe in het mid den van de schuit om deze niet te laten omslaan. De zesde man boomde het vaartuig voort. Opeens begint de koe kuren te vertonen en de schuit schept water en zinkt. Vijf hunner verdwijnen in de diepte. De koe zwemt naar de kant en Van Hall ziet kans het beest bij T de staart te pakken en zo aan de kant te worden _gebracht. Liever sterven ^-Uekomcn. Omstanders proberen de an - DE TOESTAND, ONTSTAAN IN DE GELDERSE VALLEI, NA DE DOORBRAAK VAN DE- GREBBEDDK OP 5 MAART 1855. Rivl*r»n n kanaltn Ho.pLw»«4» Sluiien «n V9i-lat«n t Ka.l.Un 11 DljLctoorkrakw m Vtrial<lting«n van d« Rijn »poorwf£ O öratlitfn in vrijheid in Veenendaal dan daarheen te gaan. Als er oproer dreigt uit te bre ken blijft Z.M. bij zijn woord en geeft order dat wie zich tegen de evacuatie verzet met de kogel gestraft zal worden. De volgende dag, Zondags, kwam de Gouverneur van de Koning in de pro vincie Utrecht persoonlijk de leiding van de evacuatie op zich nemen en 's avonds om 6 uur kwamen de Veenendalers per trein in Utrecht aan waar zij in de Geer- tekerk werden ondergebracht. De Maandag er op, 's morgens tegen half acht, is de koning alweer in Vee nendaal om de toestand hier in ogen schouw te nemen, zo was hij getroffen door de omstandigheden welke hij hier had aangetroffen. De burgemeester, de heer Van de Poll, stelde hij 1000 gulden beschikbaar voor de vluchtelingenhulp. Bij zijn vertrek werd Z.M. door de nog men de mensen in verzet Ze verkeren j in Veenendaal achtergebleven bewoners in de mening naar een of ander kamp toegejuichd. Koning Willem III, op Zaterdag 10 Maart in Veenendaal, beval, toen hij de onhoudbare toestand van de honderden vluchtelingen in de kerk op de Markt aanschouwde, de onmiddellijke over brenging van de mensen naar elders. De volgende dag, Zondag 11 Maart, 's avonds om zes uur, kwamen 418 Vee nendalers per trein in Utrecht aan. In een groot aantal schuiten waren zij naar het nog intact gebleven deel van de spoorlijn gebracht en in de trein gestapt. In de Geertekerk in Utrecht aangeko men, welke voor de ontvangst van de vluchtelingen in gereedheid was ge bracht, kregen de ongelukkigen een stevige maaltijd en werden door ds. Bösken, predikant te Utrecht, toege sproken. Deze toespraak maakte grote indruk en vele Veenendalers hebben de tekst van deze toespraak nog altijd in hun bezit. Ook werden er dekens uitgereikt en kregen allen van het Bij belgenootschap een bij bel. Verschillende zieken werden in ziekenhuizen ondergebracht. Na korte tijd bleek het zeker nodig te zijn de vluchtelingen een dag indeling voor te schrij ven om orde op zaken te kunnen stellen in deze kleine samenleving. In de kerk werd tenminste 't volgende rooster aan geplakt: 6 uur opstaan; 6.30 uur gebouw schoon maken 7 uur ontbijt; 8.45 godsdienstoefening; 9— 12 werken; 121 rust; 1 —3 eten; 35 werken; 56 rust; 6 uur eten; 8 uur vrouwen zich ter ruste begeven; 8.30 uur mannen idem. Bijzonder vermeldens waard over het verblijf van de Veenendalers in de Geertekerk is nog hef feit dat de Utrechters de vluchtelingen konden bezichtigen. Hiervoor werden gratis toegangs kaarten uitgereikt. Van ,de toegangskaarten zijn er nog enkele bewaard gebleven. De kijkers was het echter uitdrukkelijk verboden de onge lukkigen iets te geven. Gaven moest men storten in het speciaal daartoe aan gewezen fonds. Een van de dingen welke de Veenendaalse vluchtelingen van de andere mensen onderscheidde was dat zij een nummer op hun borst droegen. Half April kon een groot deel van de vluchtelingen weer naar hun door het water gehavende woningen in Veenen daal vertrekken. De teruggekeerden bleken door het doorstane leed echter dermate te zijn aangegrepen dat het nog geruime tijd duurde eer zij met het de finitieve herstel van de schade begon nen en zij hun arbeidslust hervonden. deren in het water te vinden. Zij slagen er in De Kleuver op het droge te bren gen. Deze geeft nog tekenen van leven en zegt nog iets onverstaanbaars tot zijn redders die hem neerleggen om ook de anderen te kunnen redden. Echter te vergeefs. En als zij bij De Kleuver ko men blijkt deze reeds van kou te zijn gestorven. Elf dagen later worden op dezelfde plaats de vijf lijken van de verdronken mannen gevonden. Er zijn geen nadere bijzonderheden van bekend, maar in de omgeving waar thans de Julianakerk staat verdronk nog een twaalfde Veenendaler, n.l. ene Dirk Hootsen. Ook op de Stationsstraat zou nog iemand de verdrinkingsdood gevonden hebben, maar hiervan zijn geen nadere gegevens bekend. Ook van eventueel nog andere slachtoffers is niets bekend, zodat, afgezien van de mensen en voor al zuigelingen die door ontbering als gevolg van de watersnood zijn gestor ven, het water in Veenendaal tien do den heeft geëist. STERK STAALTJE IN AMSTERDAM Op de dag dat op de Kerkewijk vijf leden van de familie Van Wijk door ver drinking omkwamen, bleek ergens in Veenendaal ook nog een Amsterdammer te zijn geweest, die, getroffen door dit gebeuren, in een van de hoofdstedelijke bladen een ingezonden stuk plaatste en binnen 2 uur een bedrag van 500 gulden (een voor die dagen enorme som) had bijeengebracht om ze de familie Van Wijk beschikbaar te stellen. Alle verzekeringen Hypotheken Verkoop vaste goederen Woningbeheer Taxaties beëdigd als makelaar en taxateur Veenendaal - Kanaaiweg 2 - Tel. 2918 De winter van 18541855 was laat in gevallen. Na wekenlang zacht kwakkel- weer viel half Januari plotseling een felle kou in. Er viel niet minder dan 40 cm sneeuw en het vroor hard. Begin Februari viel de dooi in met als gevolg een snelle was der rivieren. Deze periode werd al spoedig gevolgd door een zware vorst en de van dijk tot dijk staande Rijn vroor vast. Het ijs was zo dik dat men er met wagens overheen kon rijden. Op 12 Februari werd door de Rijks waterstaat de algemene rivieren-cor respondentie ingesteld. Aan de Grebbe dijk betrok het dijkleger zijn posities. De sluizen aan de Rode Haan werden in gereedheid gebracht om bij een eventuele doorbraak van de Rijndijk het water te kunnen lozen. Wat was namelijk het geyal? De in middels ingetreden dooi voerde op nieuw enorme hoeveelheden water uit Duitsland aan. De Rijn was echter één groot ijsveld en het water kon niet uit de weg. Het ijs begon te kreunen en te kraken doordat het water zich met ge weld een weg zocht er onder door en ook er overheen. Water en ijs kwamen steeds hoger en hoger. De toestand was wel dreigend maar direct gevaar be stond er niet. Sinds 1711 was de Greb- bedijk niet doorgebroken en hij zou het ook nu wel houden. De dijk was in vroeger eeuwen wel vaker doorgebro ken maar steeds had men hem ver sterkt en opgehoogd. De eerste opge tekende doorbraak dateert van 1595. De daarop volgende doorbraken vonden plaats in 1602, 1643, 1652 en 1711. Toch werd op 3 Maart de toestand kritiek. De rivier bleef maar hoger en hoger komen. In de nacht van 4 op 5 Maart stroomde het water hier en daar over de kruin van de dijk heen. Het noodpeil was bereikt. Daar waar de dijk een knik maakt stapelt het ijs zich hoog op en schuift over de dijk heen. De bekisting kan de druk van water en ijs niet meer houden en om half vier de vol en dan komt het water op de velden en wegen. In Gelders Veenendaal vlucht men veelal naar i^ue. Het is ueKend uat hier Ió00 mensen een onderdak vonden. Anderen, vluchten naar de Markt. Hon derden mensen woraen in de Ker* un der dak gebracht. Anderen zoeken hun heil in de richting van de berg en ko men veelal in Eist en Amerongen te recht. Het water blijft nog stijgen. Het wordt opgehouden door de Slaperdijk en de spoordijk van de lijn Utrecnt Arnhem. Alleen de Marktheuvel en de hoge gedeelten van de Munnikenweg en de Nieuweweg bij de molen blijven droog. De tunnel in de spoordijk bij het station De Klomp heeft men dichtge- plankt om overstroming van Ederveen en Renswoude en het noordelijk deel van de Gelderse Vallei te voorkomen. Dit dichtplanken helpt echter niet want het water spoelt onder het fundament van de tunnel een diepe geul. De zwarte partij in de hierbij afgedrukte tekening geeft deze geul duidelijk aan. Deze te kening geeft ook een duidelijk beeld van de hoogte welke het water hier bereikte. Het stond bijna even hoog als de spoor dijk. De bovenste streepjeslijn geeft de waterstand aan. Het hier doorstromende water over spoelt Ederveen en rolt verder in de richting Renswoude. Op 9 Maart breekt het water bij de Munnikenheul door de Slaperdijk, welke dijk het overige deel van de Vallei moet beschermen in geval van een doorbraak van de Grebbedijk. Renswoude, Scherpenzeel en Wouden berg lopen al spoedig onder. Zelfs komt het water tot in de straten van Amers foort nadat de spoordijk bij Veenendaal bij Jufferschans eveneens is doorgebro ken en nog grotere hoeveelheden water in noordelijke richting stromen. De el ders op deze pagina afgedrukte tekening geeft een beeld van de uitgestrekte wa tervlakte welke de Gelderse Vallei ten slotte bedekte. Op bedoelde tekening wordt ook een deel van de overstroom- volgende dag breekt de dijk en zwaar dreunend storten water en ijs zich op het lage land. Op dezelfde plaats waar hij 144 jaar geleden was doorgegaan ontstond al spoedig een gat van 150 me ter breed. De nabij gelegen boerderijen worden totaal weggevaagd. De ijsschot- sen richten overal ernstige vernielingen aan. Het water zoekt zich vrijwel recht streeks tussen de hoger gelegen gedeel ten van Wageningen en Achterberg door een weg naar Veenendaal. Hier is men inmiddels gewaarschuwd en de bewoners van de lage gedeelten in Veenendaal maken spoedig dat zij wegkomen, het vee met zich voerend. De bewoners van het Benedeneind zijn het eerst weg. Zij hebben al vaker met het water kennis gemaakt. In de vooravond ziet men het water in de Grift snel stijgen. De sloten lopen Het verbluf van de Veenendaalse vluchtelingen in de Utrechtse Geertekerk inspireerde de schilder W. C. van Dijk tot het vervaardigen van het hierbij afgedrukte schilderstuk dat het jaartal 1856 draagt. Het schilderij bevindt zich in de trouwzaal van het gemeentehuis. dat de onthulling van het water snoodmonument op 5 Maart a.s. zal worden verricht door rechtstreekse af stammelingen van de tijdens de ramp zo zwaar getroffen familie Van Wijk- Jansen, namelijk door de achtjarige Herman Jansen en de vijftienjarige Gerrit van Wijk? dat de laatstgenoemde een nazaat is van een van de twee kinderen van de familie Van Wijk die van de verdrin kingsdood werden gered? dat na de doorbraak van 1711 groot onenigheid ontstond tussen de Geldersen en Stichtsen over het herstel van de dijk? dat die dijk als gevolg van dit geharrewar toen drie jaar lang open gelegen heeft? dat de waterhuishouding in de Gelderse Vallei door de eeuwen heen aanleiding heeft gegeven tot bittere strijd, ook tussen de bewoners van de zuidelijke en noordelijke gedeelten van de Vallei? dat de bewoners van onze omge ving zich heftig hebben verzet tegen het leggen van de Slaperdijk omdat die dijk in geval van overstroming het water hier zou ophouden? dat er zelfs sprake is geweest van een aanslag op de dijk en een legeraf deling nodig was om een en ander te verhinderen? dat de Broederschap van de Hern hutters in Zeist op schuiten brood aan voerden voor de vluchtelingen welke tij dens de watersnood in de kerk aan de Markt waren ondergebracht? dat de mensen hier kennelijk zo hongerig waren dat zij bij de uitdeling de Hernhutters totaal onder de voet liepen? dat Amsterdam op een bepaald moment 10 fusten soep per trein naar Veenendaal wilde doen overbrengen? dat de Spoorwegen deze zending moest weigeren mdat men vreesde de andere goederen voor de getroffenen bestemd te zullen bederven? dat niet bekend is hoe die soep dan wel naar hier werd overgebracht? dat vrijwel alle zuigelingen die in de kerk verbleven of later naar Utrecht werden overgebracht, zijn overleden? dat ten tijde van de watersnood een vrij groot aantal Joden in Veenen daal woonde? dat zij hier volgens de schade- rapporten zelfs een eigen schpol hadden? de Betuwe aangegeven. Aan de over zijde van de Rijn waren de dijken tus sen Lienden en Maurik op niet minder dan vijf plaatsen gelijktijdig doorge broken. In Veenendaal bereikte het water op 10 Maart zijn hoogste stand. In de Hoofdstraat kwam het water ruim twee meter hoog terwijl elders een stand van 2.40 werd gemeten. Hoewel men aanneemt dat deze cij fers niet compleet zijn, werden in Vee nendaal de volgende bedragen aan scha devergoeding uitgekeerd: voor schade aan gebouwen f 24.713,aan meubi lair en andere voorwerpen f 31.909, Door een landelijke commissie voor hulpverlening zijn waarschijnlijk de schadebedragen aan fabrieken e.d. uit gekeerd, evenals de schade toegebracht aan bouwgrond enz. welke werd ver goed met f 40,— per bunder. Totale be dragen hiervan zijn echter niet bekend. Om een indruk te krijgen van de om vang van deze schade-uitkeringen zij vermeld dat een weekloon in die dagen gemiddeld f 4,bedroeg. Dit is het uit het jaar 1500 daterende wapen van het voormalige Veenraad- schap der Geldersche en Stichtsclie Veenen. Genoemd Veenraadschap heeft eeuwenlang in Veenendaal en omgeving verregaande bestuursbevoegdheid ge had. Zelfs het beheer van de kerk op de Markt heeft lang deel uitgemaakt van de taak van dit machtig college. Het wapen, dat sterk gelijkt op het wapen van de gemeente Veenendaal, Is ook aangebracht op de gedenkzuil welke op 5 Maart a.s. aan de Kerkewijk zal worden onthuld. Bij Uw verantwoordelijk werk scherp en rus tig zien niet een deugdelijke van Hoofdstraat 106 - Telefoon 2576 OPTICIEN SEDERT 1904 Speciale moderne paskamer ZIEKENFONDS LEVERANCIER

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 1