Nieuwsblad voor Veenendaal Omstreken
Veenendaal herdenkt de
WATERSNOOD
van
1855
doorbraak grebbedijk
Koning Willem III bezocht
Veenendaal twee maal
Met zekerheid
12 DODEN in
Veenendaal
Honderden Veenendalers in de
Utrechtse Geertekerk
Wist U
Fa. J. F. TAK
AGENDA
Oorzaak en gevolgen van de
29o jaargang
VRIJDAG 18 FEBRUARI 1955
No 13
Uitgave: „De Gelderse Vallei" Veenendaal
Verschijnt tweemaal per week in: Stichts en Gelders Veenendaal, Amerongen, Eist, Rhenen, Achterberg, Overberg, De Haar, Kade, Maanderbuurt, Ederveen, Renswoude, Scherpenzeel
Bevel van de koning
Assurantie-, Hypotheek- en
Woningbureau BROUWER,
De aangerichte schade
BRIL
Redactie en administratie:
Parallelweg 10 Veenendaal
Telefoon K 8385-2023 - Girono. 563427
Redactie: W. F. ter Hoeven
Advertenties en abonnementen
kunnen ook worden opgegeven by
de agentschappen van „De Vallei" in
de plaatsen van verschijning
DE VALLEI
ADVERTENTIES
Advertentieprijs per mm 12 cent
Speciale contractprijzen op aanvraag
Minimum per advertentie 3,60
Rubriek Vraag en Aanbod 110
woorden 95 cent, elk woord meer
7 cent
Familieberichten 15 cent per mm
Abonnementsprijs 1,55 p. kwartaal
Losse nummers 10 cent
Zaterdag 5 Maart a.s., om precies te zyn 's middags
om half vier, is het 100 jaar geleden dat de Rijndijk aan
de Grebbe brak en de tot aan de kruin van de dijken
staande rivier met enorm geweld een machtige en niets
ontziende arm over het lage land van de Gelderse
Vallei uitsloeg. Het woeste water, zware jjsschotsen
met zich voerende, bewoog zich als een machtige stroom
over de straatweg in de Nude, tussen de hogere gedeel
ten van Wageningen en Achterberg, naar Veenendaal.
De op de Wageningse berg opgestelde kanonnen
hadden een salvo van zes schoten afgevuurd, ten teken
dat de dijk door was, en ter bevestiging hiervan kwam
een ijlbode naar hier met de vreselijke mare: vlucht,
vlucht, het water komt.
Al spoedig ziet men het water in de sloten en de
Grift stijgen. Dan zijn ook deze al gauw vol en het
water loopt over de wegen en velden. Het komt tot aan
de huizen en het blijft maar stijgen. Bewoners van de
laagst gelegen gedeelten, zoals die aan het Benedeneind,
zoeken al meteen een goed heenkomen. Daar heeft men
al vaker last van hoog water gehad. Het water komt
deze keer echter zo hoog dat vrijwel niemand in huis
kan blijven. Men vlucht naar alle kanten, naar Ede,
Barneveld, Amerongen en Eist. Velen ook komen te
recht op de hooggelegen Markt en omgeving waar vele
vluchtelingen onder dak worden gebracht in de kerk.
Hoger en hoger komt het water. Velen die op de ver
dieping van hun woning zitten moeten ook daar weg.
Na enkele dagen doet zich onder de achterblijvers het
tekort aan voedsel en drinkwater gevoelen. Steeds meer
mensen worden ziek. Het wordt ondragelijk. De derde
dag slaat een schuit, over de Kerkewijk varend, door
golfslag om. De inzittenden waren op weg naar de berg.
Zes mensen vinden hierbij de verdrinkingsdood. Het
zou bij deze vijf slachtoffers niet blijven. Nog een
andere schuit zou omslaan en opnieuw zou het water
vijf mensenlevens eisen.
Ook elders in het land had men met het water te
kampen en waren slachtoffers te betreuren. Veenen
daal was, naar later bleek, echter een van de zwaarst
getroffen plaatsen. Behalve de te betreuren doden en
het grote leed door de Veenendalers ondervonden, was
ook de materiële schade groot. Het is dan ook geen
wonder dat de Veenendalers tot voor ongeveer 50 jaar
ieder jaar weer op de vijfde Maart in hun kerken bij
eenkwamen om die onvergetelijke ramp te herdenken.
AI hebben de Veenendalers van heden nog weer
rampen beleefd van groter omvang, vooral die in de
vorm van de laatste wereldoorlog, toch gaat Veenen
daal, zij het sober, op 5 Maart a.s. de ramp van 1855
herdenken in de sfeer van de geweldige indruk welke
dat gebeuren op die oude Veenendalers heeft gemaakt.
De onvergetelijke indruk welke de
watersnood van 1855 op de Veenenda
lers van toen heeft gemaakt wordt mis
schien wel het duidelijkst geïllustreerd
door de wijze waarop nog tientallen
jaren nadien het geboortejaar van
iemand die in het jaar 1855 het levens
licht zag werd aangeduid. Men zei dan
niet: hij is geboren in 1855, maar: „Hij
is van 't water". Trouwens, vele ouderen
onder onze plaatsgenoten hebben hun
ouders uit den treure over „het water"
horen vertellen.
Onvergetelijk door wat zij moesten
doorstaan. Onvergetelijk ook door het
medeleven en de daadwerkelijke hulp
uit geheel het land. Z.M. Koning Willem
III deed in die dagen als een echte
Oranje-vorst van zijn intens medeleven
blijken. Tweemaal in drie dagen tiids
was hij in Veenendaal
De eerste maal kwam hij geheel on
verwacht in Veenendaal aan op Zater
dag 10 Maart. Per extra trein was hij
van ,,'t Loo" via Arnhem zo dicht mo
gelijk naar Veenendaal gekomen (de
spoordijk bij het station De Klomp was
over een afstand van 2'/2 km door het
water ondermijnd en onbruikbaar) 2.1
vandaar per aak, via de Stationsstraat,
Hoogstraat en Hoofdstraat naar de
Markt gevaren.
De koning had ook levensmiddelen,
dekens enz. in zijn trein meegenomen,
welke eveneens per schuit werden aan-
Maandag 21 Februari
(in geb. Eikenlaan) ledenver
gadering Dierenbescherming
Veenendaal
Dinsdag 22 Februari
In geb. Eikenlaan) 7.30 uur,
revue „We nemen een snipper
dag" gezelschap Adrie van
Oorschot, onder ausp. Arb.
Kunstkring.
Woensdag 23 Februari
(In geb. Eltheto) Jaarfeestver
gadering Textielarb. Bond
„Unitas", o.a. opvoering van
toneelgroep „Unitas".
Donderdag 24 Februari
(In geb. Eltheto) Jaarfeestver
gadering „Unitas".
(In geb. 't Trefpunt) 8 uur,
prof. mr. dr. De Gaay Fortman
spreekt over Medezeggenschap.
Vrijdag 25 Februari
(In geb. Eltheto) Jaarfeestver
gadering „Unitas".
Zaterdag 26 Februari
(In geb. Eikenlaan) Uitvoering
van Chr. Tamboers- en Pij
perscorps „Prins Bernhard" en
het jeugdcorps „Prinses Ma
rijke".
(In geb. Eltheto) Jaarfeestver
gadering „Unitas".
Luxor Theater
Van heden Vrijdag t.m. Zondag
de film „De grote beslissing"
van Maandag t.m. Woensdag
..Het eiland der begeerte" en
Donderdag de film „Warchau
Concerto".
i! \\a\i\
iiuiiiiiiiii.iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiIiiiiiNfiuimiiiMaiiiiiuiii'
gevoerd. Op het droge gedeelte van de
Markt stapt de koning uit de aak en be
geeft zich naar de kerk waar 450 men
sen een onderdak hebben gevonden.
Z.M. wordt bewogen door de verschrik
kelijke toestand welke hij hier aantreft.
Er is een tekort aan voedsel, water en
dekens. Er zijn verschillende zieken
wier aantal steeds toeneemt. Zelfs dreigt
een algemene ziekte uit te breken.
Iemand is krankzinnig geworden. Er
wordt een kind geboren. De mensen
hebben de moed verloren. De koning
kan dit niet aanzien en geeft bevel de
mensen zo spoedig mogelijk naar elders
over te brengen. Tegen deze order ko-
Gezien de hoge waterstand was het
niet te verwonderen dat een aantal in
gezetenen de verdrinkingsdood vonden.
Op 8 Maart begaf het gezin van G. v.
Wijk, varkenskoper wonende in de
Zandstraat, zich op weg naar de berg
om vandaar naar Amerongen te gaan
waar men onderdak zou vinden.
In de schuit waarmee men zich ver
plaatste bevonden zich man, vrouw en
zeven kinderen, de 70-jarige Cornelis
Jansen, schoonvader van Van Wijk en
de schipper Sijmen Verhoef. Zoveel mo
gelijk huisraad werd meegevoerd.
Aanvankelijk ging alles goed, maar op
de Kerkewijk bij hotel Gerth gekomen,
werd veel hinder ondervonden van de
zware golfslag hier. Tenslotte schepte de
schuit water, sloeg om en de ongeluk-
kigen kwamen in het wilde water te
recht. De schipper en vader en moeder
Van Wijk en twee van hun kinderen
wisten zich aan bomen boven water te
houden. De moeder omklemde een baby
in haar armen. Plotseling zag Van Wijk
een van de kinderen vlak langs zijn
vrouw drijven. Grijp hem, schreeuwde
hij haar toe. De vrouw grijpt het kind
en hierdoor glipt de baby uit haar
armen. De jongen die zij gegrepen heeft
is reeds dood. Ook de overigen die in
het water terecht gekomen zijn kwamen
om. Het waren de 70-jarige Jansen en
diens kleinkinderen Geertrui 17 jaar;
Cornelis 15, Hendrikje 11, Gerritje 4 en
Jacob 2 jaar oud. Enkelen hunner wor
den daags daarna gevonden. Van drie
anderen zou het een maand duren eer
hun stoffelijk overschot gevonden werd.
Op 21 Maart sloeg nog een schuit om.
Cornelis van der Meijden hielp, met
zijn twee oudste zoons, Cornelis van de
Sandschulp en diens zwager Roelof van
Hall en de daglooner Hendrik de Kleu-
ver, die in een schuit van de omgeving
van de Hel naar de vrijwel drooggeval
len boerderij genaamd „Het Russeveen"
een koe wilden overbrengen.
Vijf man hielden de koe in het mid
den van de schuit om deze niet te laten
omslaan. De zesde man boomde het
vaartuig voort. Opeens begint de koe
kuren te vertonen en de schuit schept
water en zinkt. Vijf hunner verdwijnen
in de diepte. De koe zwemt naar de
kant en Van Hall ziet kans het beest bij
T de staart te pakken en zo aan de kant
te worden _gebracht. Liever sterven ^-Uekomcn. Omstanders proberen de an -
DE TOESTAND, ONTSTAAN IN DE GELDERSE VALLEI, NA DE
DOORBRAAK VAN DE- GREBBEDDK OP 5 MAART 1855.
Rivl*r»n n kanaltn Ho.pLw»«4» Sluiien «n V9i-lat«n t Ka.l.Un
11 DljLctoorkrakw m Vtrial<lting«n van d« Rijn »poorwf£ O öratlitfn
in vrijheid in Veenendaal dan daarheen
te gaan. Als er oproer dreigt uit te bre
ken blijft Z.M. bij zijn woord en geeft
order dat wie zich tegen de evacuatie
verzet met de kogel gestraft zal worden.
De volgende dag, Zondags, kwam de
Gouverneur van de Koning in de pro
vincie Utrecht persoonlijk de leiding van
de evacuatie op zich nemen en 's avonds
om 6 uur kwamen de Veenendalers per
trein in Utrecht aan waar zij in de Geer-
tekerk werden ondergebracht.
De Maandag er op, 's morgens tegen
half acht, is de koning alweer in Vee
nendaal om de toestand hier in ogen
schouw te nemen, zo was hij getroffen
door de omstandigheden welke hij hier
had aangetroffen. De burgemeester, de
heer Van de Poll, stelde hij 1000 gulden
beschikbaar voor de vluchtelingenhulp.
Bij zijn vertrek werd Z.M. door de nog
men de mensen in verzet Ze verkeren j in Veenendaal achtergebleven bewoners
in de mening naar een of ander kamp toegejuichd.
Koning Willem III, op Zaterdag 10
Maart in Veenendaal, beval, toen hij de
onhoudbare toestand van de honderden
vluchtelingen in de kerk op de Markt
aanschouwde, de onmiddellijke over
brenging van de mensen naar elders.
De volgende dag, Zondag 11 Maart,
's avonds om zes uur, kwamen 418 Vee
nendalers per trein in Utrecht aan. In
een groot aantal schuiten waren zij naar
het nog intact gebleven deel van de
spoorlijn gebracht en in de trein gestapt.
In de Geertekerk in Utrecht aangeko
men, welke voor de ontvangst van de
vluchtelingen in gereedheid was ge
bracht, kregen de ongelukkigen een
stevige maaltijd en werden door ds.
Bösken, predikant te Utrecht, toege
sproken. Deze toespraak maakte grote
indruk en vele Veenendalers hebben de
tekst van deze toespraak nog altijd in
hun bezit. Ook werden er
dekens uitgereikt en
kregen allen van het Bij
belgenootschap een bij
bel. Verschillende zieken
werden in ziekenhuizen
ondergebracht.
Na korte tijd bleek het
zeker nodig te zijn de
vluchtelingen een dag
indeling voor te schrij
ven om orde op zaken te
kunnen stellen in deze
kleine samenleving. In
de kerk werd tenminste
't volgende rooster aan
geplakt: 6 uur opstaan;
6.30 uur gebouw schoon
maken 7 uur ontbijt; 8.45
godsdienstoefening; 9—
12 werken; 121 rust; 1
—3 eten; 35 werken;
56 rust; 6 uur eten; 8
uur vrouwen zich ter
ruste begeven; 8.30 uur
mannen idem.
Bijzonder vermeldens
waard over het verblijf
van de Veenendalers in
de Geertekerk is nog hef
feit dat de Utrechters de
vluchtelingen konden
bezichtigen. Hiervoor
werden gratis toegangs
kaarten uitgereikt. Van
,de toegangskaarten zijn er nog enkele
bewaard gebleven. De kijkers was het
echter uitdrukkelijk verboden de onge
lukkigen iets te geven. Gaven moest
men storten in het speciaal daartoe aan
gewezen fonds. Een van de dingen welke
de Veenendaalse vluchtelingen van de
andere mensen onderscheidde was dat
zij een nummer op hun borst droegen.
Half April kon een groot deel van de
vluchtelingen weer naar hun door het
water gehavende woningen in Veenen
daal vertrekken. De teruggekeerden
bleken door het doorstane leed echter
dermate te zijn aangegrepen dat het nog
geruime tijd duurde eer zij met het de
finitieve herstel van de schade begon
nen en zij hun arbeidslust hervonden.
deren in het water te vinden. Zij slagen
er in De Kleuver op het droge te bren
gen. Deze geeft nog tekenen van leven
en zegt nog iets onverstaanbaars tot zijn
redders die hem neerleggen om ook de
anderen te kunnen redden. Echter te
vergeefs. En als zij bij De Kleuver ko
men blijkt deze reeds van kou te zijn
gestorven. Elf dagen later worden op
dezelfde plaats de vijf lijken van de
verdronken mannen gevonden.
Er zijn geen nadere bijzonderheden
van bekend, maar in de omgeving waar
thans de Julianakerk staat verdronk nog
een twaalfde Veenendaler, n.l. ene Dirk
Hootsen.
Ook op de Stationsstraat zou nog
iemand de verdrinkingsdood gevonden
hebben, maar hiervan zijn geen nadere
gegevens bekend. Ook van eventueel
nog andere slachtoffers is niets bekend,
zodat, afgezien van de mensen en voor
al zuigelingen die door ontbering als
gevolg van de watersnood zijn gestor
ven, het water in Veenendaal tien do
den heeft geëist.
STERK STAALTJE IN AMSTERDAM
Op de dag dat op de Kerkewijk vijf
leden van de familie Van Wijk door ver
drinking omkwamen, bleek ergens in
Veenendaal ook nog een Amsterdammer
te zijn geweest, die, getroffen door dit
gebeuren, in een van de hoofdstedelijke
bladen een ingezonden stuk plaatste en
binnen 2 uur een bedrag van 500
gulden (een voor die dagen enorme som)
had bijeengebracht om ze de familie
Van Wijk beschikbaar te stellen.
Alle verzekeringen
Hypotheken
Verkoop vaste goederen
Woningbeheer
Taxaties
beëdigd als makelaar en taxateur
Veenendaal - Kanaaiweg 2 - Tel. 2918
De winter van 18541855 was laat in
gevallen. Na wekenlang zacht kwakkel-
weer viel half Januari plotseling een
felle kou in. Er viel niet minder dan 40
cm sneeuw en het vroor hard.
Begin Februari viel de dooi in met
als gevolg een snelle was der rivieren.
Deze periode werd al spoedig gevolgd
door een zware vorst en de van dijk tot
dijk staande Rijn vroor vast. Het ijs was
zo dik dat men er met wagens overheen
kon rijden.
Op 12 Februari werd door de Rijks
waterstaat de algemene rivieren-cor
respondentie ingesteld. Aan de Grebbe
dijk betrok het dijkleger zijn posities.
De sluizen aan de Rode Haan werden
in gereedheid gebracht om bij een
eventuele doorbraak van de Rijndijk
het water te kunnen lozen.
Wat was namelijk het geyal? De in
middels ingetreden dooi voerde op
nieuw enorme hoeveelheden water uit
Duitsland aan. De Rijn was echter één
groot ijsveld en het water kon niet uit
de weg. Het ijs begon te kreunen en te
kraken doordat het water zich met ge
weld een weg zocht er onder door en
ook er overheen. Water en ijs kwamen
steeds hoger en hoger. De toestand was
wel dreigend maar direct gevaar be
stond er niet. Sinds 1711 was de Greb-
bedijk niet doorgebroken en hij zou het
ook nu wel houden. De dijk was in
vroeger eeuwen wel vaker doorgebro
ken maar steeds had men hem ver
sterkt en opgehoogd. De eerste opge
tekende doorbraak dateert van 1595. De
daarop volgende doorbraken vonden
plaats in 1602, 1643, 1652 en 1711.
Toch werd op 3 Maart de toestand
kritiek. De rivier bleef maar hoger en
hoger komen. In de nacht van 4 op 5
Maart stroomde het water hier en daar
over de kruin van de dijk heen. Het
noodpeil was bereikt. Daar waar de
dijk een knik maakt stapelt het ijs zich
hoog op en schuift over de dijk heen. De
bekisting kan de druk van water en ijs
niet meer houden en om half vier de
vol en dan komt het water op de velden
en wegen. In Gelders Veenendaal vlucht
men veelal naar i^ue. Het is ueKend uat
hier Ió00 mensen een onderdak vonden.
Anderen, vluchten naar de Markt. Hon
derden mensen woraen in de Ker* un
der dak gebracht. Anderen zoeken hun
heil in de richting van de berg en ko
men veelal in Eist en Amerongen te
recht.
Het water blijft nog stijgen. Het
wordt opgehouden door de Slaperdijk
en de spoordijk van de lijn Utrecnt
Arnhem. Alleen de Marktheuvel en de
hoge gedeelten van de Munnikenweg en
de Nieuweweg bij de molen blijven
droog. De tunnel in de spoordijk bij het
station De Klomp heeft men dichtge-
plankt om overstroming van Ederveen
en Renswoude en het noordelijk deel
van de Gelderse Vallei te voorkomen.
Dit dichtplanken helpt echter niet want
het water spoelt onder het fundament
van de tunnel een diepe geul. De zwarte
partij in de hierbij afgedrukte tekening
geeft deze geul duidelijk aan. Deze te
kening geeft ook een duidelijk beeld van
de hoogte welke het water hier bereikte.
Het stond bijna even hoog als de spoor
dijk. De bovenste streepjeslijn geeft de
waterstand aan.
Het hier doorstromende water over
spoelt Ederveen en rolt verder in de
richting Renswoude. Op 9 Maart breekt
het water bij de Munnikenheul door de
Slaperdijk, welke dijk het overige deel
van de Vallei moet beschermen in geval
van een doorbraak van de Grebbedijk.
Renswoude, Scherpenzeel en Wouden
berg lopen al spoedig onder. Zelfs komt
het water tot in de straten van Amers
foort nadat de spoordijk bij Veenendaal
bij Jufferschans eveneens is doorgebro
ken en nog grotere hoeveelheden water
in noordelijke richting stromen. De el
ders op deze pagina afgedrukte tekening
geeft een beeld van de uitgestrekte wa
tervlakte welke de Gelderse Vallei ten
slotte bedekte. Op bedoelde tekening
wordt ook een deel van de overstroom-
volgende dag breekt de dijk en zwaar
dreunend storten water en ijs zich op
het lage land. Op dezelfde plaats waar
hij 144 jaar geleden was doorgegaan
ontstond al spoedig een gat van 150 me
ter breed. De nabij gelegen boerderijen
worden totaal weggevaagd. De ijsschot-
sen richten overal ernstige vernielingen
aan. Het water zoekt zich vrijwel recht
streeks tussen de hoger gelegen gedeel
ten van Wageningen en Achterberg
door een weg naar Veenendaal.
Hier is men inmiddels gewaarschuwd
en de bewoners van de lage gedeelten
in Veenendaal maken spoedig dat zij
wegkomen, het vee met zich voerend.
De bewoners van het Benedeneind zijn
het eerst weg. Zij hebben al vaker met
het water kennis gemaakt.
In de vooravond ziet men het water
in de Grift snel stijgen. De sloten lopen
Het verbluf van de Veenendaalse vluchtelingen in de Utrechtse Geertekerk inspireerde de
schilder W. C. van Dijk tot het vervaardigen van het hierbij afgedrukte schilderstuk dat het
jaartal 1856 draagt. Het schilderij bevindt zich in de trouwzaal van het gemeentehuis.
dat de onthulling van het water
snoodmonument op 5 Maart a.s. zal
worden verricht door rechtstreekse af
stammelingen van de tijdens de ramp
zo zwaar getroffen familie Van Wijk-
Jansen, namelijk door de achtjarige
Herman Jansen en de vijftienjarige
Gerrit van Wijk?
dat de laatstgenoemde een nazaat
is van een van de twee kinderen van de
familie Van Wijk die van de verdrin
kingsdood werden gered?
dat na de doorbraak van 1711
groot onenigheid ontstond tussen de
Geldersen en Stichtsen over het herstel
van de dijk?
dat die dijk als gevolg van dit
geharrewar toen drie jaar lang open
gelegen heeft?
dat de waterhuishouding in de
Gelderse Vallei door de eeuwen heen
aanleiding heeft gegeven tot bittere
strijd, ook tussen de bewoners van de
zuidelijke en noordelijke gedeelten van
de Vallei?
dat de bewoners van onze omge
ving zich heftig hebben verzet tegen het
leggen van de Slaperdijk omdat die dijk
in geval van overstroming het water
hier zou ophouden?
dat er zelfs sprake is geweest van
een aanslag op de dijk en een legeraf
deling nodig was om een en ander te
verhinderen?
dat de Broederschap van de Hern
hutters in Zeist op schuiten brood aan
voerden voor de vluchtelingen welke tij
dens de watersnood in de kerk aan de
Markt waren ondergebracht?
dat de mensen hier kennelijk zo
hongerig waren dat zij bij de uitdeling
de Hernhutters totaal onder de voet
liepen?
dat Amsterdam op een bepaald
moment 10 fusten soep per trein naar
Veenendaal wilde doen overbrengen?
dat de Spoorwegen deze zending
moest weigeren mdat men vreesde de
andere goederen voor de getroffenen
bestemd te zullen bederven?
dat niet bekend is hoe die soep
dan wel naar hier werd overgebracht?
dat vrijwel alle zuigelingen die in
de kerk verbleven of later naar Utrecht
werden overgebracht, zijn overleden?
dat ten tijde van de watersnood
een vrij groot aantal Joden in Veenen
daal woonde?
dat zij hier volgens de schade-
rapporten zelfs een eigen schpol hadden?
de Betuwe aangegeven. Aan de over
zijde van de Rijn waren de dijken tus
sen Lienden en Maurik op niet minder
dan vijf plaatsen gelijktijdig doorge
broken.
In Veenendaal bereikte het water op
10 Maart zijn hoogste stand. In de
Hoofdstraat kwam het water ruim twee
meter hoog terwijl elders een stand van
2.40 werd gemeten.
Hoewel men aanneemt dat deze cij
fers niet compleet zijn, werden in Vee
nendaal de volgende bedragen aan scha
devergoeding uitgekeerd: voor schade
aan gebouwen f 24.713,aan meubi
lair en andere voorwerpen f 31.909,
Door een landelijke commissie voor
hulpverlening zijn waarschijnlijk de
schadebedragen aan fabrieken e.d. uit
gekeerd, evenals de schade toegebracht
aan bouwgrond enz. welke werd ver
goed met f 40,— per bunder. Totale be
dragen hiervan zijn echter niet bekend.
Om een indruk te krijgen van de om
vang van deze schade-uitkeringen zij
vermeld dat een weekloon in die dagen
gemiddeld f 4,bedroeg.
Dit is het uit het jaar 1500 daterende
wapen van het voormalige Veenraad-
schap der Geldersche en Stichtsclie
Veenen. Genoemd Veenraadschap heeft
eeuwenlang in Veenendaal en omgeving
verregaande bestuursbevoegdheid ge
had. Zelfs het beheer van de kerk op de
Markt heeft lang deel uitgemaakt van
de taak van dit machtig college.
Het wapen, dat sterk gelijkt op het
wapen van de gemeente Veenendaal, Is
ook aangebracht op de gedenkzuil welke
op 5 Maart a.s. aan de Kerkewijk zal
worden onthuld.
Bij Uw verantwoordelijk
werk scherp en rus
tig zien niet een
deugdelijke
van
Hoofdstraat 106 - Telefoon 2576
OPTICIEN SEDERT 1904
Speciale moderne paskamer
ZIEKENFONDS LEVERANCIER