DE VALLEI
GRADIX
A.P. W.C.-V eenendaal 1-3
Zomerjurken dit jaar
voor een koopje?
-de CANADESE ERFENIS-
V*R*C. verloor haar tweede pro
motie-wedstrijd onder protest
Voor de Jeugd
KOLOM VOOR DE VROUW
Ook U zult enthousiast zijn over
het unieke vloeibare wasmiddel dat
Wageningen-Brabantia 5-2
Officiële Bekendmaking
1
WIMS DROOM
Avontuur met een Tapir
Gevolg van slechte seizoenverkoop en ver
minderde mogelijkheden
^handen
anders:
bleken
FEUILLETON
Veenendaal besloot de voetbalcompe
titie met een 31 overwinning op de
hekkesluiter APWC, welke wedstrijd
Zaterdagavond te Amersfoort werd ge
speeld.
Het was een matig partijtje voetbal
dat aan weerszijden te zien werd ge
geven, waarin de geel-blauwen tech
nisch beter waren.
De gastheren begonnen direct aan
vallend, waardoor Veenendaal aanvan-
Het was op de Wageningse Berg
Zondag weer een slap partijtje voetbal.
Al direct na de aftrap kregen de Wa-
geningers een prachtige kans om de
score te openen. Midvoor Van Kleef
wist echter niets anders te doen dan
alleen, vlak voor de keeper komende,
nog naast te schieten.
Ook Knevel wist de juiste richting
niet te vinden. Een tweetal harde
schoten van deze linksbuiten ketsten
van lat en paal het veld weer in.
Alhoewel Wageningen steeds het
spel in handen had was het Brabantia
dat de leiding nam. Bij een goede aan
val kreeg Brabantia een hoekschop te
nemen, het leer. werd fraai voor het
Wageningse doel geplaatst, midvoor
Van Kideren ving de bal op en het
harde schot was voor doelman Geutjes
onhoudbaar (01). Lang plezier hadden
de Brabanders niet van deze voor
sprong. Een mistrap van hun spil Van
de Heuvel gaf de Wageningse midvoor
Van Kleef een vrije schietkans, die hij
op uitstekende wijze benutte (11), met
welke stand de rust aanbrak.
Na de rust werd het spel wat leven
diger. Weer was Wageningen in het
offensief, maar Brabantia had het eerst
succes door en wel zeer fortuinlijk doel
punt, waarbij de bal eerst door Geut
jes werd gemist en daarna door het
hoofd van spil Looys in het doel rolde
(12). Vijf minuten later was de stand
opnieuw gelijk door Van Kleef (22).
Enkele minuten later was het dezelfde
speler, die met een goed schot de stand
op 32 bracht. Wageningen bleef nu
het spel in handen houden. Bij een
goede aanval over de rechtervleugel
was het rechtsbuiten Van de Kolk, die
zich fraai vrij speelde en de bal on
houdbaar in het Brabantia-doel plaat
ste (42). Het werd nog 52 toen bij
een aanval van Wageningen opnieuw
Van de Kolk zich van enkele tegen
standers ontdeed en een hard schot in
zond. De bal werd door de Brabantia
achterhoede maar ten halve gekeerd,
het leer kwam voor de voeten van Van
Amersfoort, die de bal in het net
plaatste.
In de laatste minuut scoorde Van de
Kolk opnieuw; de scheidsrechter kende
dit doelpunt echter niet toe.
kelijk in de verdediging werd gebracht.
Het duurde echter niet lang, of Vee
nendaal kwam wat meer tot aanvallen
en na 10 minuten spelen viel het eerste
Veendaalse doelpunt. Linkshalf Piet
Muller bracht de bal van het midden
veld ver op en schoot van de 16-meter-
lijn zelf keihard in. De Amersfoortse
doelman, die een dergelijk schot niet
verwacht had, reageerde te laat. Uit
een corner, genomen door linksbuiten
Ebben kon rechtsbuiten Rebergen
enkele minuten later met een hard schot
de stand op 20 voor Veenendaal
brengen.
Tien minuten later zag Veenendaals
midvoor Heykamp kans het derde Vee-
nendaalse doelpunt te scoren, toen de
bal iets te zacht op de Amersfoortse
doelman werd teruggespeeld.
Ook na de rust bleef Veenendaal het
beste van het spel behouden. Het te
korte spel in de voorhoede leverde ech
ter geen doelpunten meer op. Aan de
andere zijde probeerde de APWC-
aanval met lange passen de Veenen-
daalse defensie te passeren. Spil Van
de Scheur hield de Amersfoortse mid
voor voldoende in bedwang om een
succesvolle afwerking van deze lange
passen te voorkomen. Een kwartier
voor het einde slaagde linksbinnen
Isink er eindelijk in met een prachtig
doelpunt de Amersfoortse eer nog te
redden en de eindstand op 13 te
brengen.
GEVAAR HOOIBROEI
De burgemeester van Rhenen, over
wegende, dat gevaar voor h o o i b r o e i
nimmer is uitgesloten, wijst belang
hebbenden met nadruk op bovenge
noemd gevaar, onder opmerking, dat
art. 158 van het Wetboek van Straf
recht straf bedreigt tegen hem, aan
wiens schuld brand is te wijten.
Rhenen, 18 Juni 1955.
Burgemeester en wethouders
van Rhenen,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris,
G. J. BLEUMINK, wns.
VLIEGENFARM
Een firma in het Verenigd Koninkrijk
houdt er een vliegenfarm op na voor
het beproeven van verschillende insec
ticiden. Deze firma, die haar chemische
producten naar 54 landen exporteert,
verschaft haar vliegen een lui en
luxueus leventje. Zij zijn ondergebracht
in twee kooien van glas met aluminium
bij een temperatuur van 80 graden en
een vochtigheidsgehalte van 50%. Zij
krijgen prima eten, als melk en suiker.
Puur geneeskracht, gezondheid
en zuiverheid voor Uw huid
In Nijverdal hebben SVVN en VRC
uit Veenendaal elkaar voor de eerste
maal in de promotiecompetitie voor de
derde klasse Zaterdagvoetbal ontmoet.
Het werd 21 voor SVVN, hoewel VRC
onmiddellijk na afloop protest aante
kende tegen het toekennen van het eer
ste doelpunt.
Dat doelpunt kwam door een vrij
wonderlijke beslissing van de scheids
rechter tot stand. Het was reeds kort
voor de rust. Tot dat ogenblik kon men
moeilijk nog van enig krachtsverschil
spreken. Al vallende kopte spil Van
Kooten de bal weg, waardoor hij tegen
het hoofd getrapt werd en bleef liggen.
Aanvankelijk zag de scheidsrechter dit
niet. De bal was reeds in het midden
veld, toen de grensrechter de arbiter er
op attent maakte, dat er een speler ge
wond was, waarna de scheidsrechter
floot. Nadat Van Kooten was uitgeval
len, gaf de scheidsrechter in plaats van
een scheidsrechtersbal in het midden
van het veld, een indirecte vrije trap
aan SVVN. Dit was een duidelijke ver
gissing, die erger werd, toen SVVN uit
deze indirecte vrije trap het eerste
doelpunt scoorde, zodat de thuisclub
met een 1—0 voorsprong de eerste helft
kon afsluiten.
Voor Van Kooten viel daarna P. van
Enk in, waardoor een gehele omzetting
in de VRC-ploeg noodzakelijk was. Van
Enk ging rechtsbuiten spelen, De Ko
ning spil.
Ook in de tweede helft ging het spel
gelijk op. Er waren aan beide zijden
hachelijke momenten, zoals dat in een
promotiewedstrijd nu eenmaal gewoon
te is, zonder dat er doelpunten kwamen.
Een kwartier voor het einde verhoogde
SVVN haar voorsprong tot 20.
De achterspeler Van de Loosdrecht
kon kort daarop de achterstand tot 12
reduceren en net voor het einde was er
toch nog een Nijverdals been, dat de
gelijkmaker in de weg stond, zodat het
een 21 nederlaag voor de geel-blau-
wen werd, hetgeen de promotiekansen
zeer klein maakt.
De stand is thans:
Go Ahead 2 2 0 0 4
SVVN 2 1 0 1 2
VRC
2 0 0 2 0
Verschijnt als bijlage van het
streekblad DE VALLEI
Onder redactie van TANTE JOB
Correspondentie te richten
aan Tante Jos, p/a Parallel-
weg 10. Veenendaal.
KNIPKUNSTJE
I. Maak van stevig karton vier
figuren A en vier figuren B.
ONZE JARIGEN
24 Juni Evert Klumpenaar.
25 Melis Lansing.
26 Johanna v. d. Bijl (Rhenen).
27 Bea v. d. Bosch.
28 Gerrit v. d. Bijl (Rhenen).
De vraag is: „Wie kan van deze acht
stukken een vierkant maken?"
II. 5x5 25. Maar hoe kunnen we
nu, als we maar 21 centen hebben, deze
toch op 5 rijtjes van 5 centen leggen?
III. Leg negen lucifers neer,
zoals hier is aangegeven.
I I Wie kan van deze negen,
I zonder meer lucifers te gebrui
ken, twaalf maken?
Oplossing raadsels
I. Slak lak.
II.
III. Oss - Edam - Lent - Raalte -
Lemmer - Lopik.
Wim droomde van een, fijne ballon
Met een heel lang touwtje er aan.
Hij hield zich aan dat touwtje vast,
En zweefde omhoog naar de maan.
Die werd èl groter en hing in de lucht
Als een reuzenpannekoek.
En het mannetje in de maan riep luid:
„Ha Wim, kom je hier op bezoek?"
Maar o vrees'lijk, daar stootte de ballon
Plots tegen een heel grote ster
Enpats zei die toen en hij spatte
En de aarde lag daar zo ver.... [uiteen
In razende, duizelingwekkende vaart
Tolde toen die Wim naar omlaag.
Met dichte ogen van pure angst
En een wee gevoel in zijn maag.
Daar zag hij de bomen en huizen al,
Hij slaakt' een benauwde kreet.
Kwam met 'n smak op de grond terecht.
Hij lag... in z'n bed, nat van 't zweet.
(Vervolg.)
De mannen, die hun houten knotsen
op de blokken sloegen, al vlugger en
vlugger, zweetten als paarden. Maar
hun ogen schitterden. De oude priester
bewoog steeds sneller zijn benen, hief
zijn handen, liet ze weer zakken, zijn
lichaam boog van links naar rechts, op
de maat van de tam-tam.
Tot hij plotseling neerviel. Zijn ogen
draaiden wild in de kassen, zijn handen
sloegen op de grond, terwijl hij schorre
klanken uitstootte, die niemand ver
stond. De tam-tam zweeg, de negers
stonden op. Lange tijd bleef het dood
stil.
Dan kwam de priester overeind,
veegde zijn bezwete voorhoofd af en
liep weg in de richting van zijn hut.
Het offerfeest, gehouden om de boze
geest die al wekenlang de zoon van het
opperhoofd aan het ziekbed bond, te
verjagen, was ten einde.
„Asaba."
De jongen die tegen een der hutten
zat geleund en gekeken had naar de
dansende priester, zag om toen hij zijn
naam hoorde noemen. Zijn ogen licht
ten op. Daar stond Sambo, zijn vriendje.
„Kom," wenkte Sambo. Asaba stond
snel op en volgde Sambo naar de ach
terkant van de hut.
„Wat is er?" vroeg hij, „waarom roep
je me?"
Sambo legde de vinger op de mond
om Asaba te beduiden dat hij niet
hardop moest praten. Ze gingen naast
elkaar zitten in de schaduw van een
paar struiken. Sambo keek nog eens om
zich heen, om te zien of ze wel alleen
waren.
„Wat heb je dan," klonk ongeduldig
Asaba's stem.
Sambo wees met zijn hand in de rich
ting van het bos, maar Asaba zag daar.
niets bijzonders.
„D'r zit een tapir in het bos," fluis-.
terde Sambo, „daar dicht bij de rivier,
ik heb hem gezien."
„Dat zal wel," zei Asaba ongelovig,
terwijl hij zijn vriend spottend aan
keek. Hij herinnerde zich vaag hoe hij
eens een jonge tapir had gezien, maar
dat was al lang geleden. Een tijger had
het dier de hals afgebeten en Boni, een
der mannen van het dorp, had het dode
lichaam mee naar huis gesleept. Nadien
was er nooit meer een tapir gezien in
de buurt van de nederzetting.
Sambo werd kwaad. „Denk je dat ik
lieg, geloof je me niet, 't is vast waar,
zo'n beest was het." Zijn handen gin
gen zo ver mogelijk van elkaar, om de
lengte van de tapir aan te geven. Asaba
keek zijn vriend weifelend aan, ver
trouwde het nog niet helemaal.
„Liep ie niet weg?" informeerde hij
aarzelend. Sambo schudde zijn hoofd.
„Hij kwam drinken aan de rivier en
later liep hij langzaam het bos weer in,
hij zag mij niet." Asaba moest het nu
wel geloven, zo stellig als Sambo sprak.
Een tapir bij het dorp, dat was wat! De
jongen was de priester en het offerfeest
vergeten. Hij sprong op, zijn ogen
schitterden. „Zullen we het gaan zeg
gen?" stelde hij voor. Maar Sambo
greep zijn schouder. „Neen," zei hij
fluisterend, „luister, weet je wat we
gaan doen? Wij gaan hem jagen!"
In gedachten zag hij al de jaloerse
blikken van de andere jongens als ze
zomaar een dode tapir het dorp zouden
binnenslepen. Zijn stem klonk hees van
spanning. Ook Asaba voelde zich warm
worden van opwinding. Dat kon een
jacht worden! „Kom," fluisterde hij.
Achter elkaar slopen ze het bos in,
gewapend met boog en pijlen. Een oude
neger zag hen en glimlachte. De jon
gens waren zeker aan het spelen. Zo
geheimzinnig als ze het bos inslopen,
of er wonderwat te schieten viel. Een
beetje weemoedig dacht hij terug aan
zijn eigen jeugd, die al zo ver achter
hem lag
Sambo, voorop, wees de weg. Hij
volgde het pad tot waar een bosje apen
haar aan een stok boven zijn hoofd hing.
Dat diende om de boze geesten te
weren. (Wordt vervolgd.)
Nog is de zomer niet in het land of de dames zyn er op uit een deel van het
hun ter beschikking staande geld te besteden aan de inkoop van zomerjurken en
andere „snoezige" kledingstukken, die speciaal in dat jaargetijde worden ge
dragen. Meer nog dan b[j de winterkleding speelt de mode daarbij een rol en het
aantal vrouwen dat bereid is om twee zomerseizoenen met hetzelfde toilet door
te brengen, is spoedig te tellen. Zelfs in de speciale kleding, zoals badpakken,
hebben de modekoningen getoond heerschappij te bezitten. Want ook in dit soort
costuums komt men elk jaar met nieuwe snufjes.
De invloed van de mode en de daarop V.S. en ook in verschillende Europese
gerichte reclame is zeer groot. Men
zorgt er wel voor om de modellen in
enkele jaren tijds zodanig te wijzigen
of een zodanige verandering in stof en
kleur aan te bevelen, dat men kleding
reeds na drie jaar „antiek" durft te
noemen. De snelle propagandamiddelen
zoals radio, televisie, een goed georga
niseerd verkeersnet, het vliegtuig, dit
alles werkt er aan mede er voor zorg te
dragen, dat er practisch geen onder
scheid meer bestaat in hetgeen in de
stad en de modellen, die in „de provin
cie" worden gevraagd.
Het wordt steeds moeilijker een „ach
terland" te vinden/dat bereid is met
een tweedehands-mode genoegen te ne
men. Voor industrie en handel in tex
tiel heeft dit een kostprijsverhogend
gevolg gehad, want vroeger kon men
een in de stad onverkoopbare collectie
nog weieens met succes in meer afge
legen streken brengen. Maar men is nu
overal goed op de hoogte en is een
creatie ergens onverkoopbaar, dan zal
zij dit overal elders in het land ook zijn.
VERKOOP VIEL TEGEN
Dagelijks tuurt men in die kringen
naar de bewolkte hemel in de hoop, dat
de zomerwarmte nog zal worden uitge
stort. Veel kan nog worden goedge
maakt, zo meent men, maar dan moet
het op korte termijn gebeuren. Ove
rigens hoort men overal verkondigen,
dat men stellig reeds van een teleur
stellende seizoenverkoop kan spreken.
Denken we nu nog even aan hetgeen
we schreven over die enorme invloed
van de mode, dan zal men begrijpen dat
veel voor dit seizoen uitgedachte schat
tige jurkjes nooit meer zullen worden
vertoond ter opluistering van het stads
beeld of landschapsschoon. Want naar
mate het seizoen vordert, neemt de lust
af om nog speciale zomerkleding aan te
schaffen. Er is immers een steeds af
nemende kans op een prachtige zomer-
parade van het vrouwelijk geslacht!
Bij dit alles nadert de maand van de
uitverkoop zeer snel. Men ziefrdan dik
wijls grote uithangborden die met
schreeuwende letters aankondigen:
„Alles moet weg" tegen sterk verlaagde
prijzen. Nu weten wij uit ervaring, dat
er nog wel textiel is, die men lang niet
tegen elke prijs verkoopt, maar bij die
speciale mode-artikelen hebben de han
delaren geen keus. Volgend 'jaar bren
gen Parijs, Wenen en Amsterdam weer
nieuwe modellen en nieuwe kleuren. En
het ziet er dus naar uit, dat dit jaar een
grote voorraad tegen afbraakprijzen
naar de lieftallige koopsters gaat, die
voor een appel en een ei nog wel het
risico op een mooie Augustus durven te
nemen. Echter tot grote schade voor de
handel.
TROOST EN TEGENHANGERS
Zo is het nu eenmaal: bij vroege,
mooie zomers verkoopt men textiel vlot
met weinig restanten en bij een laat
seizoen profiteren de huismoeders en
haar dochters. Voor onze vrouwen kan
dit dan een troost zijn voor de vertra
ging, die zij in de schoonmaak hebben
ondervonden en een tegenhanger voor
de hoge zomerrekening vande ko-
lenman.
Opmerkelijk bij de aankoop van kle
ding is dikwijls de voorliefde die door
dames aan de dag wordt gelegd voor
buitenlandse producten. Het is zelfs
niet voldoende wanneer de ontwerpen
uit het buitenland komen en de kleding
in Nederland is vervaardigd. Bij de
voorname plaats, die de Nederlandse
confectie-industrie inneemt in onze na
tionale economie is dit standpunt on
verstandig.
Maar het merkwaardige is, dat men
daarmee ook in veel gevallen het meest
moderne en in het buitenland meest
gewaardeerde laat hangen. Want in de
landen is de Nederlandse confectie be
zig zich een eerste plaats te veroveren.
Voor winterartikelen, zoals mantels, is
dit reeds enkele jaren het geval. Al
staan wij met alle zomertextiel nog niet
aan de top, het product van eigen bo
dem is beter dan menige import. Let u
er maar eens op in de winkels.
DE SLAK EN DE ZON
De zomerverkoop is in volle gang, al
is het in veel gevallen nog een slakken
gang. Het gevolg is dat de prijzen reeds
hier en daar gedaald zijn.
Een kreunende damestextielhandel, en
een opgewekte schare dames staan aan
beide zijden van de toonbank. Mogen
zij spoedig elkaar de hand reiken onder
een blauwe hemel, waarbij onze da
mes bij het kiezen van haar aanwinst
vooral het Nederlandse product zullen
kopen om ook in komende jaren de
textiel-producerende en verwerkende
bedrijven een wolkenloze toekomst te
verzekeren.
Daar zullen weer andere groepen van
ons volk welvaartsvruchten van kun
nen plukken. (Nadruk verboden.)
WINDTUNNEL VOOR SUPER
SONISCHE SNELHEDEN
Deze week is in Groot-Brittannië een
nieuwe windtunnel in gebruik geno
men. Deze bevindt zich op de terreinen
van de Hawker Siddeley vliegtuig
fabrieken in Coventry. De tunnel, die
door Lord Brabazon in werking werd
gesteld, kan windsnelheden opwekken
die driemaal sneller zijn da„n de snel
heid van het geluid. Zij zal worden ge
bruikt om raketten, nieuwe straalmoto
ren en geleide projectielen te testen en
zij zal ook een inzicht kunnen geven in
wat er gebeurt wanneer de snelheid van
vliegtuigen 2080 mijl per uur gaat be
dragen. Deze snelheid, Mach. III, ofte
wel drie keer de snelheid van het ge
luid, is met opzet gekozen als de uiter
ste grens omdat zich hierbij een nieuw
probleem van de aero-dynamica voor
doet. Hier ligt namelijk de z.g. hitte-
barrière.
GRADIX
Het is een genot met GRADIX
te werken. Van de vetste vaat
tot de vuilste vloer, GRADIX
maakt in recordtijd alles glan
zend helder en fris. GRADIX
is sopkrachtig, maar daarbij
is het sop zo zacht als zijde,
veilig voor donzige wol, het
mooiste nylon. Uw fijnste
lingerie en Uw mooiste deken.
GRADIX maakt grondig schoon,
maar spaart de gevoeligste handen.
Vraag met nadruk naar GRADIX
de grote literfles met het groene
etiket. Meer inhoud voor slechts 45 cent
GRADA, het gestabiliseerde
bleekwater, bleekt veilig en sluit
elk risico voor de vezel van
Uw kostbaar linnengoed uit.
Bovendien vooral 's zomers
onmisbaar als onovertroffen
en goedkoopste ontsmettings
middel in huis of bedrijf.
Grote literfles met plastic
patentsluiting voor 27 Ct
(29)
Geen seconde rust was er mogelijk. Wie
een ogenblik wilde rusten, kwam ach
ter en wie eenmaal achter was, had geen
gelegenheid meer die achterstand in te
halen. Alleen met de uiterste krachts
inspanning was het mogelijk het tempo
van de machine bij te houden.
Met een benauwende regelmaat hoor
de hij de motor van de gigantische
cementmolen achter zich telkens aan
zetten om een nieuwe vracht steen, zand
en cement in de menger te hijsen, en
even later hoorde hij de leeggegoten
reuzenschep weer op de grond ploffen
om, een nieuwe lading te ontvangen.
Eric was er altijd van overtuigd ge
weest, dat er geen werk bestond, dat
hem de baas zou worden. Het wagons
lossen en cement stampen, dat zijn
eerste werk aan de weg was geweest,
had hij spelend afgedaan. Als hij dan
's avonds in het kamp kwam, had hij er
nog vrolijk een paar uurtjes overwerk
bijgedaan, zonder zich de volgende dag
ook maar enigszins vermoeid te voelen.
Maar deze steenladder was hem te
machtig. Het waren de hitte en de
droogte en het verstikkende gas, die
hem overweldigden. Zijn bestoven tong
lag droog in zijn mond, zijn hoofd ha
merde en bonsde, zijn rug voelde ge
radbraakt. Met hete, benauwde golven
sloeg het bloed naar zijn gezichthij
kreeg het gevoel te stikken. Dan zei hij
bij zichzelf, dat het heetste deel van de
dag al voorbij was. Straks was het vier
uur; hij moest het nog twee uur zien
vol te houden. Hij wilde niet bij het
werk uitvallen. Gold hij niet voor een
van de sterkste kerels van de ploeg?
Maar het werd rood voor zijn ogen en
de schop trilde in zijn handen. Het was
hem bijna niet meer mogelijk met de
machine gelijk op te werken. Kreeg je
nu op deze manier een zonnesteek?
Maar hij zou het niet vrijwillig op
geven! Hij zou werken tot hij er bij
neerviel.
Weer bonsde de schep van de cement
molen op de grond. „Daar gaat dat el
lendige ding weer," dacht Eric wan
hopig. „Maar op hetzelfde moment
klonk het schrille fluitje van de op
zichter boven alle lawaai van machines,
motoren, vrachtauto's en betonstampers
uit en een onwezenlijke stilte viel over
het werk. Er was een kabel van de mo
len gebroken. Het bedrijf lag stil. „God
dank." En Eric liet zich languit op de
stoffige berm van de weg vallen. Dat
was op het nippertje.
De drinkwaterwagen werd bestormd
en een toevallig passerende koopman
met sinaasappelen leeggekocht. Toen
na vijfentwintig minuten de schade
hersteld was en een nieuw fluitje het
begin van het werk aangaf, was Eric
door de inzinking heen. Maar hij had de
schrik beet van op het werk ineen te
zakken.
Die avond zat hij tegen de spoordijk
waarnaast het wegwerkerskamp was
opgeslagen, te praten met een paar
mannen van het heterogene gezelschap,
dat hier bijeen was. Een Deense bank
directeur, die door de Duitse crisis fail
liet was gegaan, een Japanner van de
kunstacademie uit Toronto, die in de
zomer zijn studiegeld wou verdienen,
twee New-Foundlandse vissers, die van
de kabeljauw niet meer konden be
staan, maar zich op het land niet lekker
voelden en een halfbloed, half Schot en
half Indiaan, waren zijn kameraden van
de avond.
Een late trein ratelde voorbij. In de
eetbarak waren de meeste mannen aan
het pokeren; een paar anderen stonden
zich buiten te scheren.
„Hoe bevalt de steenladder, Scotty?"
Het was de halfbloed, die na een stilte
de vraag stelde.
„Vandaag heb ik het er haast bij
neergegooid," bekende Eric.
„Stap er uit jongen, voor het werk
jou te pakken krijgt. De heetste maand
komt nog."
„Werk, dat vijf dollar per dag geeft,
laat je niet zo gauw schieten." Eric was
nog niet zo gekraakt, dat hij zich over
wonnen wilde tonen.
„Wij gaan weg," vertelden de New-
Foundlanders plotseling met hun won
derlijke korte manier van spreken.
Het was als gewoonlijk de oudste van
de twee, die het woord voerde, hoe be
perkt dat ook was. Hij was de aanvoer
der en steeds sprak en besliste hij voor
beiden.
„Hebben jullie ander werk?"
„Timmerfabriek. Minder geld, maar
niet zulk heidens werk." De voormalige
visser sprak haast vijandig. Hij kon het
nog niet verkroppen, dat hjj het leven
op zee prijs had moeten geven. In zijn
hart verfoeide hij dit gejakker op het
land, maar vrouw en kinderen moesten
nu eenmaal leven. De jongste was geen
zeeman in zijn hart. Hij wilde er wel
voor uitkomen, dat hij blij was van de
kou, de nattigheid en het stinkende ge-
glibber van de vis af te zijn. Wat een
getob om een paar dollars te verdienen.
Dan was het hier beter. Hij kon droog
en warm en gerust slapen, hij wist wat
hij deze dag verdiend had en wat hij
de volgende dag zou verdienen. Hij had
aan de zee niets verloren.
Maar een timmerfabriek! Neen, dat
lokte geen den' andere mannen aan. De
bankdirecteur haakte naar een admini
stratief baantje, de Japanner had een
heilige afkeer van de lopende band; hij
zocht licht werk, waar meer zijn scha
duw, dan hijzelf in het oog viel. Voor
Eric was het woord fabriek al een ver
schrikking. Voor hem was alle werk
goed, als het maar in de open lucht
was. De beslotenheid van muren, van
zuiver machinale arbeid zou hem be
nauwd hebben. Hij moest zon en wind
boven zich hebben en een breed land
schap om zich heen om zo nu en dan
eens over te staren.
„Harvest excursion." zei de halfbloed,
„begint de volgende week. Dan hoeft
niemand te vragen, of hij ander werk
kan krijgen."
Zwaar sloeg het woord in het groep
je. Zij hadden er allen over horen spre
ken, maar alleen de halfbloed had die
jaarlijkse uittocht uit het oosten van
Canada naar de graanvelden van de
westelijke provincies meegemaakt.
(Wordt vervolgd.)