DE VALLEI GRADIX A.P. W.C.-V eenendaal 1-3 Zomerjurken dit jaar voor een koopje? -de CANADESE ERFENIS- V*R*C. verloor haar tweede pro motie-wedstrijd onder protest Voor de Jeugd KOLOM VOOR DE VROUW Ook U zult enthousiast zijn over het unieke vloeibare wasmiddel dat Wageningen-Brabantia 5-2 Officiële Bekendmaking 1 WIMS DROOM Avontuur met een Tapir Gevolg van slechte seizoenverkoop en ver minderde mogelijkheden ^handen anders: bleken FEUILLETON Veenendaal besloot de voetbalcompe titie met een 31 overwinning op de hekkesluiter APWC, welke wedstrijd Zaterdagavond te Amersfoort werd ge speeld. Het was een matig partijtje voetbal dat aan weerszijden te zien werd ge geven, waarin de geel-blauwen tech nisch beter waren. De gastheren begonnen direct aan vallend, waardoor Veenendaal aanvan- Het was op de Wageningse Berg Zondag weer een slap partijtje voetbal. Al direct na de aftrap kregen de Wa- geningers een prachtige kans om de score te openen. Midvoor Van Kleef wist echter niets anders te doen dan alleen, vlak voor de keeper komende, nog naast te schieten. Ook Knevel wist de juiste richting niet te vinden. Een tweetal harde schoten van deze linksbuiten ketsten van lat en paal het veld weer in. Alhoewel Wageningen steeds het spel in handen had was het Brabantia dat de leiding nam. Bij een goede aan val kreeg Brabantia een hoekschop te nemen, het leer. werd fraai voor het Wageningse doel geplaatst, midvoor Van Kideren ving de bal op en het harde schot was voor doelman Geutjes onhoudbaar (01). Lang plezier hadden de Brabanders niet van deze voor sprong. Een mistrap van hun spil Van de Heuvel gaf de Wageningse midvoor Van Kleef een vrije schietkans, die hij op uitstekende wijze benutte (11), met welke stand de rust aanbrak. Na de rust werd het spel wat leven diger. Weer was Wageningen in het offensief, maar Brabantia had het eerst succes door en wel zeer fortuinlijk doel punt, waarbij de bal eerst door Geut jes werd gemist en daarna door het hoofd van spil Looys in het doel rolde (12). Vijf minuten later was de stand opnieuw gelijk door Van Kleef (22). Enkele minuten later was het dezelfde speler, die met een goed schot de stand op 32 bracht. Wageningen bleef nu het spel in handen houden. Bij een goede aanval over de rechtervleugel was het rechtsbuiten Van de Kolk, die zich fraai vrij speelde en de bal on houdbaar in het Brabantia-doel plaat ste (42). Het werd nog 52 toen bij een aanval van Wageningen opnieuw Van de Kolk zich van enkele tegen standers ontdeed en een hard schot in zond. De bal werd door de Brabantia achterhoede maar ten halve gekeerd, het leer kwam voor de voeten van Van Amersfoort, die de bal in het net plaatste. In de laatste minuut scoorde Van de Kolk opnieuw; de scheidsrechter kende dit doelpunt echter niet toe. kelijk in de verdediging werd gebracht. Het duurde echter niet lang, of Vee nendaal kwam wat meer tot aanvallen en na 10 minuten spelen viel het eerste Veendaalse doelpunt. Linkshalf Piet Muller bracht de bal van het midden veld ver op en schoot van de 16-meter- lijn zelf keihard in. De Amersfoortse doelman, die een dergelijk schot niet verwacht had, reageerde te laat. Uit een corner, genomen door linksbuiten Ebben kon rechtsbuiten Rebergen enkele minuten later met een hard schot de stand op 20 voor Veenendaal brengen. Tien minuten later zag Veenendaals midvoor Heykamp kans het derde Vee- nendaalse doelpunt te scoren, toen de bal iets te zacht op de Amersfoortse doelman werd teruggespeeld. Ook na de rust bleef Veenendaal het beste van het spel behouden. Het te korte spel in de voorhoede leverde ech ter geen doelpunten meer op. Aan de andere zijde probeerde de APWC- aanval met lange passen de Veenen- daalse defensie te passeren. Spil Van de Scheur hield de Amersfoortse mid voor voldoende in bedwang om een succesvolle afwerking van deze lange passen te voorkomen. Een kwartier voor het einde slaagde linksbinnen Isink er eindelijk in met een prachtig doelpunt de Amersfoortse eer nog te redden en de eindstand op 13 te brengen. GEVAAR HOOIBROEI De burgemeester van Rhenen, over wegende, dat gevaar voor h o o i b r o e i nimmer is uitgesloten, wijst belang hebbenden met nadruk op bovenge noemd gevaar, onder opmerking, dat art. 158 van het Wetboek van Straf recht straf bedreigt tegen hem, aan wiens schuld brand is te wijten. Rhenen, 18 Juni 1955. Burgemeester en wethouders van Rhenen, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, G. J. BLEUMINK, wns. VLIEGENFARM Een firma in het Verenigd Koninkrijk houdt er een vliegenfarm op na voor het beproeven van verschillende insec ticiden. Deze firma, die haar chemische producten naar 54 landen exporteert, verschaft haar vliegen een lui en luxueus leventje. Zij zijn ondergebracht in twee kooien van glas met aluminium bij een temperatuur van 80 graden en een vochtigheidsgehalte van 50%. Zij krijgen prima eten, als melk en suiker. Puur geneeskracht, gezondheid en zuiverheid voor Uw huid In Nijverdal hebben SVVN en VRC uit Veenendaal elkaar voor de eerste maal in de promotiecompetitie voor de derde klasse Zaterdagvoetbal ontmoet. Het werd 21 voor SVVN, hoewel VRC onmiddellijk na afloop protest aante kende tegen het toekennen van het eer ste doelpunt. Dat doelpunt kwam door een vrij wonderlijke beslissing van de scheids rechter tot stand. Het was reeds kort voor de rust. Tot dat ogenblik kon men moeilijk nog van enig krachtsverschil spreken. Al vallende kopte spil Van Kooten de bal weg, waardoor hij tegen het hoofd getrapt werd en bleef liggen. Aanvankelijk zag de scheidsrechter dit niet. De bal was reeds in het midden veld, toen de grensrechter de arbiter er op attent maakte, dat er een speler ge wond was, waarna de scheidsrechter floot. Nadat Van Kooten was uitgeval len, gaf de scheidsrechter in plaats van een scheidsrechtersbal in het midden van het veld, een indirecte vrije trap aan SVVN. Dit was een duidelijke ver gissing, die erger werd, toen SVVN uit deze indirecte vrije trap het eerste doelpunt scoorde, zodat de thuisclub met een 1—0 voorsprong de eerste helft kon afsluiten. Voor Van Kooten viel daarna P. van Enk in, waardoor een gehele omzetting in de VRC-ploeg noodzakelijk was. Van Enk ging rechtsbuiten spelen, De Ko ning spil. Ook in de tweede helft ging het spel gelijk op. Er waren aan beide zijden hachelijke momenten, zoals dat in een promotiewedstrijd nu eenmaal gewoon te is, zonder dat er doelpunten kwamen. Een kwartier voor het einde verhoogde SVVN haar voorsprong tot 20. De achterspeler Van de Loosdrecht kon kort daarop de achterstand tot 12 reduceren en net voor het einde was er toch nog een Nijverdals been, dat de gelijkmaker in de weg stond, zodat het een 21 nederlaag voor de geel-blau- wen werd, hetgeen de promotiekansen zeer klein maakt. De stand is thans: Go Ahead 2 2 0 0 4 SVVN 2 1 0 1 2 VRC 2 0 0 2 0 Verschijnt als bijlage van het streekblad DE VALLEI Onder redactie van TANTE JOB Correspondentie te richten aan Tante Jos, p/a Parallel- weg 10. Veenendaal. KNIPKUNSTJE I. Maak van stevig karton vier figuren A en vier figuren B. ONZE JARIGEN 24 Juni Evert Klumpenaar. 25 Melis Lansing. 26 Johanna v. d. Bijl (Rhenen). 27 Bea v. d. Bosch. 28 Gerrit v. d. Bijl (Rhenen). De vraag is: „Wie kan van deze acht stukken een vierkant maken?" II. 5x5 25. Maar hoe kunnen we nu, als we maar 21 centen hebben, deze toch op 5 rijtjes van 5 centen leggen? III. Leg negen lucifers neer, zoals hier is aangegeven. I I Wie kan van deze negen, I zonder meer lucifers te gebrui ken, twaalf maken? Oplossing raadsels I. Slak lak. II. III. Oss - Edam - Lent - Raalte - Lemmer - Lopik. Wim droomde van een, fijne ballon Met een heel lang touwtje er aan. Hij hield zich aan dat touwtje vast, En zweefde omhoog naar de maan. Die werd èl groter en hing in de lucht Als een reuzenpannekoek. En het mannetje in de maan riep luid: „Ha Wim, kom je hier op bezoek?" Maar o vrees'lijk, daar stootte de ballon Plots tegen een heel grote ster Enpats zei die toen en hij spatte En de aarde lag daar zo ver.... [uiteen In razende, duizelingwekkende vaart Tolde toen die Wim naar omlaag. Met dichte ogen van pure angst En een wee gevoel in zijn maag. Daar zag hij de bomen en huizen al, Hij slaakt' een benauwde kreet. Kwam met 'n smak op de grond terecht. Hij lag... in z'n bed, nat van 't zweet. (Vervolg.) De mannen, die hun houten knotsen op de blokken sloegen, al vlugger en vlugger, zweetten als paarden. Maar hun ogen schitterden. De oude priester bewoog steeds sneller zijn benen, hief zijn handen, liet ze weer zakken, zijn lichaam boog van links naar rechts, op de maat van de tam-tam. Tot hij plotseling neerviel. Zijn ogen draaiden wild in de kassen, zijn handen sloegen op de grond, terwijl hij schorre klanken uitstootte, die niemand ver stond. De tam-tam zweeg, de negers stonden op. Lange tijd bleef het dood stil. Dan kwam de priester overeind, veegde zijn bezwete voorhoofd af en liep weg in de richting van zijn hut. Het offerfeest, gehouden om de boze geest die al wekenlang de zoon van het opperhoofd aan het ziekbed bond, te verjagen, was ten einde. „Asaba." De jongen die tegen een der hutten zat geleund en gekeken had naar de dansende priester, zag om toen hij zijn naam hoorde noemen. Zijn ogen licht ten op. Daar stond Sambo, zijn vriendje. „Kom," wenkte Sambo. Asaba stond snel op en volgde Sambo naar de ach terkant van de hut. „Wat is er?" vroeg hij, „waarom roep je me?" Sambo legde de vinger op de mond om Asaba te beduiden dat hij niet hardop moest praten. Ze gingen naast elkaar zitten in de schaduw van een paar struiken. Sambo keek nog eens om zich heen, om te zien of ze wel alleen waren. „Wat heb je dan," klonk ongeduldig Asaba's stem. Sambo wees met zijn hand in de rich ting van het bos, maar Asaba zag daar. niets bijzonders. „D'r zit een tapir in het bos," fluis-. terde Sambo, „daar dicht bij de rivier, ik heb hem gezien." „Dat zal wel," zei Asaba ongelovig, terwijl hij zijn vriend spottend aan keek. Hij herinnerde zich vaag hoe hij eens een jonge tapir had gezien, maar dat was al lang geleden. Een tijger had het dier de hals afgebeten en Boni, een der mannen van het dorp, had het dode lichaam mee naar huis gesleept. Nadien was er nooit meer een tapir gezien in de buurt van de nederzetting. Sambo werd kwaad. „Denk je dat ik lieg, geloof je me niet, 't is vast waar, zo'n beest was het." Zijn handen gin gen zo ver mogelijk van elkaar, om de lengte van de tapir aan te geven. Asaba keek zijn vriend weifelend aan, ver trouwde het nog niet helemaal. „Liep ie niet weg?" informeerde hij aarzelend. Sambo schudde zijn hoofd. „Hij kwam drinken aan de rivier en later liep hij langzaam het bos weer in, hij zag mij niet." Asaba moest het nu wel geloven, zo stellig als Sambo sprak. Een tapir bij het dorp, dat was wat! De jongen was de priester en het offerfeest vergeten. Hij sprong op, zijn ogen schitterden. „Zullen we het gaan zeg gen?" stelde hij voor. Maar Sambo greep zijn schouder. „Neen," zei hij fluisterend, „luister, weet je wat we gaan doen? Wij gaan hem jagen!" In gedachten zag hij al de jaloerse blikken van de andere jongens als ze zomaar een dode tapir het dorp zouden binnenslepen. Zijn stem klonk hees van spanning. Ook Asaba voelde zich warm worden van opwinding. Dat kon een jacht worden! „Kom," fluisterde hij. Achter elkaar slopen ze het bos in, gewapend met boog en pijlen. Een oude neger zag hen en glimlachte. De jon gens waren zeker aan het spelen. Zo geheimzinnig als ze het bos inslopen, of er wonderwat te schieten viel. Een beetje weemoedig dacht hij terug aan zijn eigen jeugd, die al zo ver achter hem lag Sambo, voorop, wees de weg. Hij volgde het pad tot waar een bosje apen haar aan een stok boven zijn hoofd hing. Dat diende om de boze geesten te weren. (Wordt vervolgd.) Nog is de zomer niet in het land of de dames zyn er op uit een deel van het hun ter beschikking staande geld te besteden aan de inkoop van zomerjurken en andere „snoezige" kledingstukken, die speciaal in dat jaargetijde worden ge dragen. Meer nog dan b[j de winterkleding speelt de mode daarbij een rol en het aantal vrouwen dat bereid is om twee zomerseizoenen met hetzelfde toilet door te brengen, is spoedig te tellen. Zelfs in de speciale kleding, zoals badpakken, hebben de modekoningen getoond heerschappij te bezitten. Want ook in dit soort costuums komt men elk jaar met nieuwe snufjes. De invloed van de mode en de daarop V.S. en ook in verschillende Europese gerichte reclame is zeer groot. Men zorgt er wel voor om de modellen in enkele jaren tijds zodanig te wijzigen of een zodanige verandering in stof en kleur aan te bevelen, dat men kleding reeds na drie jaar „antiek" durft te noemen. De snelle propagandamiddelen zoals radio, televisie, een goed georga niseerd verkeersnet, het vliegtuig, dit alles werkt er aan mede er voor zorg te dragen, dat er practisch geen onder scheid meer bestaat in hetgeen in de stad en de modellen, die in „de provin cie" worden gevraagd. Het wordt steeds moeilijker een „ach terland" te vinden/dat bereid is met een tweedehands-mode genoegen te ne men. Voor industrie en handel in tex tiel heeft dit een kostprijsverhogend gevolg gehad, want vroeger kon men een in de stad onverkoopbare collectie nog weieens met succes in meer afge legen streken brengen. Maar men is nu overal goed op de hoogte en is een creatie ergens onverkoopbaar, dan zal zij dit overal elders in het land ook zijn. VERKOOP VIEL TEGEN Dagelijks tuurt men in die kringen naar de bewolkte hemel in de hoop, dat de zomerwarmte nog zal worden uitge stort. Veel kan nog worden goedge maakt, zo meent men, maar dan moet het op korte termijn gebeuren. Ove rigens hoort men overal verkondigen, dat men stellig reeds van een teleur stellende seizoenverkoop kan spreken. Denken we nu nog even aan hetgeen we schreven over die enorme invloed van de mode, dan zal men begrijpen dat veel voor dit seizoen uitgedachte schat tige jurkjes nooit meer zullen worden vertoond ter opluistering van het stads beeld of landschapsschoon. Want naar mate het seizoen vordert, neemt de lust af om nog speciale zomerkleding aan te schaffen. Er is immers een steeds af nemende kans op een prachtige zomer- parade van het vrouwelijk geslacht! Bij dit alles nadert de maand van de uitverkoop zeer snel. Men ziefrdan dik wijls grote uithangborden die met schreeuwende letters aankondigen: „Alles moet weg" tegen sterk verlaagde prijzen. Nu weten wij uit ervaring, dat er nog wel textiel is, die men lang niet tegen elke prijs verkoopt, maar bij die speciale mode-artikelen hebben de han delaren geen keus. Volgend 'jaar bren gen Parijs, Wenen en Amsterdam weer nieuwe modellen en nieuwe kleuren. En het ziet er dus naar uit, dat dit jaar een grote voorraad tegen afbraakprijzen naar de lieftallige koopsters gaat, die voor een appel en een ei nog wel het risico op een mooie Augustus durven te nemen. Echter tot grote schade voor de handel. TROOST EN TEGENHANGERS Zo is het nu eenmaal: bij vroege, mooie zomers verkoopt men textiel vlot met weinig restanten en bij een laat seizoen profiteren de huismoeders en haar dochters. Voor onze vrouwen kan dit dan een troost zijn voor de vertra ging, die zij in de schoonmaak hebben ondervonden en een tegenhanger voor de hoge zomerrekening vande ko- lenman. Opmerkelijk bij de aankoop van kle ding is dikwijls de voorliefde die door dames aan de dag wordt gelegd voor buitenlandse producten. Het is zelfs niet voldoende wanneer de ontwerpen uit het buitenland komen en de kleding in Nederland is vervaardigd. Bij de voorname plaats, die de Nederlandse confectie-industrie inneemt in onze na tionale economie is dit standpunt on verstandig. Maar het merkwaardige is, dat men daarmee ook in veel gevallen het meest moderne en in het buitenland meest gewaardeerde laat hangen. Want in de landen is de Nederlandse confectie be zig zich een eerste plaats te veroveren. Voor winterartikelen, zoals mantels, is dit reeds enkele jaren het geval. Al staan wij met alle zomertextiel nog niet aan de top, het product van eigen bo dem is beter dan menige import. Let u er maar eens op in de winkels. DE SLAK EN DE ZON De zomerverkoop is in volle gang, al is het in veel gevallen nog een slakken gang. Het gevolg is dat de prijzen reeds hier en daar gedaald zijn. Een kreunende damestextielhandel, en een opgewekte schare dames staan aan beide zijden van de toonbank. Mogen zij spoedig elkaar de hand reiken onder een blauwe hemel, waarbij onze da mes bij het kiezen van haar aanwinst vooral het Nederlandse product zullen kopen om ook in komende jaren de textiel-producerende en verwerkende bedrijven een wolkenloze toekomst te verzekeren. Daar zullen weer andere groepen van ons volk welvaartsvruchten van kun nen plukken. (Nadruk verboden.) WINDTUNNEL VOOR SUPER SONISCHE SNELHEDEN Deze week is in Groot-Brittannië een nieuwe windtunnel in gebruik geno men. Deze bevindt zich op de terreinen van de Hawker Siddeley vliegtuig fabrieken in Coventry. De tunnel, die door Lord Brabazon in werking werd gesteld, kan windsnelheden opwekken die driemaal sneller zijn da„n de snel heid van het geluid. Zij zal worden ge bruikt om raketten, nieuwe straalmoto ren en geleide projectielen te testen en zij zal ook een inzicht kunnen geven in wat er gebeurt wanneer de snelheid van vliegtuigen 2080 mijl per uur gaat be dragen. Deze snelheid, Mach. III, ofte wel drie keer de snelheid van het ge luid, is met opzet gekozen als de uiter ste grens omdat zich hierbij een nieuw probleem van de aero-dynamica voor doet. Hier ligt namelijk de z.g. hitte- barrière. GRADIX Het is een genot met GRADIX te werken. Van de vetste vaat tot de vuilste vloer, GRADIX maakt in recordtijd alles glan zend helder en fris. GRADIX is sopkrachtig, maar daarbij is het sop zo zacht als zijde, veilig voor donzige wol, het mooiste nylon. Uw fijnste lingerie en Uw mooiste deken. GRADIX maakt grondig schoon, maar spaart de gevoeligste handen. Vraag met nadruk naar GRADIX de grote literfles met het groene etiket. Meer inhoud voor slechts 45 cent GRADA, het gestabiliseerde bleekwater, bleekt veilig en sluit elk risico voor de vezel van Uw kostbaar linnengoed uit. Bovendien vooral 's zomers onmisbaar als onovertroffen en goedkoopste ontsmettings middel in huis of bedrijf. Grote literfles met plastic patentsluiting voor 27 Ct (29) Geen seconde rust was er mogelijk. Wie een ogenblik wilde rusten, kwam ach ter en wie eenmaal achter was, had geen gelegenheid meer die achterstand in te halen. Alleen met de uiterste krachts inspanning was het mogelijk het tempo van de machine bij te houden. Met een benauwende regelmaat hoor de hij de motor van de gigantische cementmolen achter zich telkens aan zetten om een nieuwe vracht steen, zand en cement in de menger te hijsen, en even later hoorde hij de leeggegoten reuzenschep weer op de grond ploffen om, een nieuwe lading te ontvangen. Eric was er altijd van overtuigd ge weest, dat er geen werk bestond, dat hem de baas zou worden. Het wagons lossen en cement stampen, dat zijn eerste werk aan de weg was geweest, had hij spelend afgedaan. Als hij dan 's avonds in het kamp kwam, had hij er nog vrolijk een paar uurtjes overwerk bijgedaan, zonder zich de volgende dag ook maar enigszins vermoeid te voelen. Maar deze steenladder was hem te machtig. Het waren de hitte en de droogte en het verstikkende gas, die hem overweldigden. Zijn bestoven tong lag droog in zijn mond, zijn hoofd ha merde en bonsde, zijn rug voelde ge radbraakt. Met hete, benauwde golven sloeg het bloed naar zijn gezichthij kreeg het gevoel te stikken. Dan zei hij bij zichzelf, dat het heetste deel van de dag al voorbij was. Straks was het vier uur; hij moest het nog twee uur zien vol te houden. Hij wilde niet bij het werk uitvallen. Gold hij niet voor een van de sterkste kerels van de ploeg? Maar het werd rood voor zijn ogen en de schop trilde in zijn handen. Het was hem bijna niet meer mogelijk met de machine gelijk op te werken. Kreeg je nu op deze manier een zonnesteek? Maar hij zou het niet vrijwillig op geven! Hij zou werken tot hij er bij neerviel. Weer bonsde de schep van de cement molen op de grond. „Daar gaat dat el lendige ding weer," dacht Eric wan hopig. „Maar op hetzelfde moment klonk het schrille fluitje van de op zichter boven alle lawaai van machines, motoren, vrachtauto's en betonstampers uit en een onwezenlijke stilte viel over het werk. Er was een kabel van de mo len gebroken. Het bedrijf lag stil. „God dank." En Eric liet zich languit op de stoffige berm van de weg vallen. Dat was op het nippertje. De drinkwaterwagen werd bestormd en een toevallig passerende koopman met sinaasappelen leeggekocht. Toen na vijfentwintig minuten de schade hersteld was en een nieuw fluitje het begin van het werk aangaf, was Eric door de inzinking heen. Maar hij had de schrik beet van op het werk ineen te zakken. Die avond zat hij tegen de spoordijk waarnaast het wegwerkerskamp was opgeslagen, te praten met een paar mannen van het heterogene gezelschap, dat hier bijeen was. Een Deense bank directeur, die door de Duitse crisis fail liet was gegaan, een Japanner van de kunstacademie uit Toronto, die in de zomer zijn studiegeld wou verdienen, twee New-Foundlandse vissers, die van de kabeljauw niet meer konden be staan, maar zich op het land niet lekker voelden en een halfbloed, half Schot en half Indiaan, waren zijn kameraden van de avond. Een late trein ratelde voorbij. In de eetbarak waren de meeste mannen aan het pokeren; een paar anderen stonden zich buiten te scheren. „Hoe bevalt de steenladder, Scotty?" Het was de halfbloed, die na een stilte de vraag stelde. „Vandaag heb ik het er haast bij neergegooid," bekende Eric. „Stap er uit jongen, voor het werk jou te pakken krijgt. De heetste maand komt nog." „Werk, dat vijf dollar per dag geeft, laat je niet zo gauw schieten." Eric was nog niet zo gekraakt, dat hij zich over wonnen wilde tonen. „Wij gaan weg," vertelden de New- Foundlanders plotseling met hun won derlijke korte manier van spreken. Het was als gewoonlijk de oudste van de twee, die het woord voerde, hoe be perkt dat ook was. Hij was de aanvoer der en steeds sprak en besliste hij voor beiden. „Hebben jullie ander werk?" „Timmerfabriek. Minder geld, maar niet zulk heidens werk." De voormalige visser sprak haast vijandig. Hij kon het nog niet verkroppen, dat hjj het leven op zee prijs had moeten geven. In zijn hart verfoeide hij dit gejakker op het land, maar vrouw en kinderen moesten nu eenmaal leven. De jongste was geen zeeman in zijn hart. Hij wilde er wel voor uitkomen, dat hij blij was van de kou, de nattigheid en het stinkende ge- glibber van de vis af te zijn. Wat een getob om een paar dollars te verdienen. Dan was het hier beter. Hij kon droog en warm en gerust slapen, hij wist wat hij deze dag verdiend had en wat hij de volgende dag zou verdienen. Hij had aan de zee niets verloren. Maar een timmerfabriek! Neen, dat lokte geen den' andere mannen aan. De bankdirecteur haakte naar een admini stratief baantje, de Japanner had een heilige afkeer van de lopende band; hij zocht licht werk, waar meer zijn scha duw, dan hijzelf in het oog viel. Voor Eric was het woord fabriek al een ver schrikking. Voor hem was alle werk goed, als het maar in de open lucht was. De beslotenheid van muren, van zuiver machinale arbeid zou hem be nauwd hebben. Hij moest zon en wind boven zich hebben en een breed land schap om zich heen om zo nu en dan eens over te staren. „Harvest excursion." zei de halfbloed, „begint de volgende week. Dan hoeft niemand te vragen, of hij ander werk kan krijgen." Zwaar sloeg het woord in het groep je. Zij hadden er allen over horen spre ken, maar alleen de halfbloed had die jaarlijkse uittocht uit het oosten van Canada naar de graanvelden van de westelijke provincies meegemaakt. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 4