Athletiek - streekontmoeting
op Candia in Rhenen
WAAR MOET HET GELD
VOOR ONZE VACAN-
TIE VANDAAN KOMEN?
VMLf PUDDING
PUDDING
RECLAME
DE VALLEI
Vier pakjes pudding
samen voor 50 cent
-de CANADESE ERFENIS-
KOLOM VOOR DE VROUW
DeGruyter's
Voor de Jeugd
RHENUS ZETTE SERIE
WEDSTRIJDEN VOORT
Officiële Bekendmaking
naar keuze:
vanille, citroen, mokka, frambozen
AVONTUUR MET EEN
TAPIR
t (Slot.)
FEUILLETON
Op het gemeentelijk sportterrein
„Candia" te Rhenen vond Zaterdag
avond een athletiekstreekontmoeting
plaats tussen verenigingen uit Rhenen,
Ede, Veenendaal en Ochten. De Rhenen-
se Athletiek Vereniging RAV organi
seerde deze ontmoeting, die werd bij
gewoond door de burgemeester van de
Grebbestad.
De ongelijke grasmat van Candia
kwam de prestaties niet ten goede. C.
v. d. Velden van RAV werd voor dit
jaar uitgeschakeld, daar hij zwikte in
een kuil en een spier scheurde. Vele
RAV-ers behaalden eervolle resultaten.
D. van Harn won op de 80 m jongens en
600 m jongens B; C. Nellestijn won de
60 m meisjes C; S. v. Albada won 80 m
meisjes A; P. Groenveld won 800 m
jongens A; J. Brouwers won kogelsto
ten meisjes B; R. Nellestijn won kogel
stoten meisjes C; K. v. d. Pol won hoog
springen jongens B; J. Brouwers won
hoogspringen meisjes B en ver sprin
gen meisjes A en B was voor S. v. Al
bada. Verkerk en Van Hoften, die de
dag daarop voor de districtsploeg uit
moesten komen, deden het kalm aan,
De voetbalvereniging heeft afgelopen
Zondag de door haar georganiseerde
serie wedstrijden voortgezet. De ploeg
speelde zelf tegen Kesteren en won met
43, na tot aan de rust met 03 te
hebben achtergestaan. Na de thee
maakte Rhenus binnen acht minuten
drie doelpunten en dit bracht de ken
tering. De eerste goal werd gescoord
via een penalty van de voet van mid-
voor v. d. Horst. Rhenus was de eerste
helft erg ongelukkig. Toen na rust Ho-
vestad naar voren ging kwam er meer
leven in het spel. De tweede wedstrijd,
CHRC 2 HDS, werd gewonnen door
de Renkummers met 41. Renkum
speelde met drie spelers van het eerste
en verder van het tweede en junioren.
Het werd een goede partij voetbal. Vol
gende week vindt de voortzetting var,
het tournooi plaats, waarin zullen uit
komen Oranje-Wit, CHRC 2, Rhenus en
Uchta.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders der ge
meente Rhenen maken bekend, dat het
verzoek van N.V. Industriële Produc
ten Compagnie I.P.C., Hoofdstraat 15,
Schiedam, om op het perceel, kada
straal bekend gemeente Rhenen, sectie
G Gnr. 1520, plaatselijk gemerkt Oude
Dijksestraat no. 1, een benzinepomp
installatie, bestaande uit een 2000 liter
ondergrondse benzinetank en een hand
pomp, te mogen oprichten, door hen is
ingewilligd.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris,
G. J. BLEUMINK, w.s.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders van de
gemeente Rhenen maken bekend, dat
het verzoek van Esso Nederland N.V.,
Benoordenhoutseweg 7, 's-Gravenhage,
om op het perceel, kadastraal bekend
gemeente Rhenen, sectie F no. 1398,
plaatselijk gemerkt Frederik van de
Paltshof no 2, een bestaande onder
grondse benzinebewaarplaats met af
tapinrichting te mogen uitbreiden, door
hen is ingewilligd.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris,
G. J. BLEUMINK, w.s.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders der ge
meente Rhenen maken bekend, dat het
verzoek van Fa. J. Nieuwenhuis en Zn.,
Nieuwe Veenendaalseweg 167, Rhenen,
om op het perceel, kadastraal bekend
gemeente Rhenen, sectie G no. 1856ged.,
plaatselijk gemerkt Nieuwe Veenen
daalseweg nos. 8284, een timmerwerk
plaats met opslag te mogen inrichten,
door hen is ingewilligd.
Rhenen, 30 Juni 1955.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris,
G. J. BLEUMINK, w.s.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders van
Rhenen brengen ter openbare kennis,
dat ter gemeentesecretarie ter inzage
ligt een verzoek met bijlagen van H.
Houth, Rijksstraatweg 81 te Eist, ge
meente Rhenen, om vergunning tot het
oprichten van een meetwerktuig voor
•gemengde motorbrandstof voor brom
fietsen op het perceel, kadastraal be
kend gemeente Rhenen, sectie H no.
649, plaatselijk gemerkt Rijksstraatweg
no. 81.
Rhenen, 5 Juli 1955.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
De secretaris, Th. v. d. WILLIK.
doch wisten desondanks toch op de
5000 en 800 m overtuigend te winnen.
De overige uitslagen waren als volgt:
60 m jongens; 1. T. Bruggeman, VAV,
8.2; 2. C. Wely, VAV 8.5; 3. Buijs, Olym-
pia 8.8.
80 m jongens B: 1. D. v. Harn, RAV
10.4; 2. H. Bruin, VAV 10.6; 3. K. v. d.
Pol, RAV, 11.
60 m meisjes C: 1. C. Nellestijn, RAV
9.2; 2. D. v. Laar, RAV 9.6; 3. R. Nelle
stijn, RAV 9.7.
80 m meisjes A en B: 1. S. v. Albada,
RAV, 11.7; 2. T. van Barneveld, VAV,
11.8.
110 m heren: 1. J. C. Stam, Olympia,
12.; 2. G. C. Rense, RAV, 12.1; 3. H. v.
Engelenburg, VAV, 12.1. 100 m jongens
A: 1. A. Hartman, VAV, 12.6; 2. P.
Groenveld, RAV, 13.4; 3. J. Lammes,
HBS. 13.6; 100 m dames: 1. C. v. Laar,
VEAC, 13.9; 2. N. v. d. Ham, VEAC, 14.8;
3. M. v. d. Wetering, VAV, 15.8; 800 m
heren: 1. H. v. Hoften. RAV, 2.11.9; 2. S.
Drost, VAV 2, 12.5; 3. H. de Vries,
VEAC, 2.15; 800 m jongens A: 1. P.
Groenveld, RAV, 2.13.9; 2. J. Mereveld,
VEAC, 2.17.7; 3. J. Lamers, HBS, 2.24.6;
600 m jongens B: 1. D. v. Harn, RAV
1.36.1; 2. Ruler, VEAC, 1.39.1; 3. C. Die
penveen, VAV, 1.39.7; speerwerpen he
ren: 1. v. d. Linden, VEAC, 2. G. Knop-
pert, RAV 32.28; 3. G. Rense, RAV, 24.21
kogelstoten, meisjes BC: 1. J. Brouwers
RAV 7.98; 2. R. Nellestijn RAV 6.16; 3.
C. Nellestijn RAV 6.03; ver springen
heren: 1. H. v. Engelenburg, VAV, 5.11;
2. J. C. Stam, Olympia 5.10; 3. A. Har-
teman, VAV, 1.33; hoogspringen jon
gens: 1. T. Bruggeman, VAV, 1.43; 2. H.
Mom, RAV, 1.23; 3. F. v. Hernen, RAV
1.18; hoogspringen jongens B: 1. K. v.
d. Pol, RAV, 1.38; 2. R. Clarenbach,
Olympia 1.28; 3. K. v. Nieuwameron-
gen RAV, 1.23; hoogspringen meisjes B:
1. J. Brouwers RAV 1.03; hoogspringen
dames: 1. C. v. Laar, VEAC 1.38; 2. N.
v. d. Ham 1.13; 5000 m heren: 1. H. Ver
kerk, RAV, 16.39; 2. H. Roest, VEAC,
16.44.2; 3. A. v. d. Bovenkamp VAV
17.40; kogelstoten: 1 T. Kas, Olympia
8.85; 2. C. v. Laar, VEAC 8.63; kogel--
stoten jongens C: 1. B. Lodder, Olym
pia 8.85; 2. C. v. Wely, VAV, 8.92; 3.
T. Bruggeman VAV 8.17; discuswerpen
meisjes A-B: 1. T. Kas Olympia; 2. S.
v. Albada, RAV. ver springen meisjes
A-B: 1. S. v. Albada, RAV 4.01 m; 2. T.
v. Barneveld, VAV.
GROOT-BRITTANNIE BOUWT NOG
MEER ATOOMREACTORS
Groot-Brittannië's programma dat
voorziet in de productie van electrici-
teit door middel van atoomkracht, zal
met „volle kracht vooruit" gaan en er
zullen nog zes atoomreactors meer
worden gebouwd voor de productie van
splijtbaar materiaal voor militaire
doeleinden en electriciteit. Deze reac
tors zullen van hetzelfde type zijn als
de twee die thans in Calder Hall in
aanbouw zijn. Geoffrey Lloyd, de Mi
nister van Brandstoffen en Energie,
heeft dit kortgeleden in het Lagerhuis
verklaard en deelde bij die gelegen
heid tevens mede, dat de zes reactors
los staan van die welke zullen worden
gebouwd ingevolge het programma dat
in Februari werd aangekondigd en
waarmede 300 millioen gemoeid zijn.
Twee van deze reactors komen in Cal
der Hall en de andere vier in Wind-
scale, Cumberland.
Het naderen van een vacantie brengt veel vrouwen in geldzorgen. Zij willen
voor haar gezin deze tijd, die zij geheel voor zichzelf hebben, op aangename wijze
doorbrengen en als het enigszins kan, ook nog een feestelijke stemming brengen.
Maar een vacantie kost geld. Gaat men zijn huis verlaten, dan zyn er om te
beginnen de reiskosten. Bovendien moet er betaald worden voor het verblijf in
het huis, hotel, kamp of ander vacantiecentrum, waar men gaat logeren. En dan
gaat men in zyn vacantie toch ook uit. By slecht weer bezoekt men een ontspan
ningsgelegenheid, by goed weer gaat men fietsen, wandelen, bussen of met de
trein naar een punt, waar het aangenaam is om te vertoeven in de vacantie. Maar
bij alles moet de portemonnaie op tafel komen en de huisvrouw heeft er meestal
een aandeel in om te zorgen, dat er wat geld is.
Niemand zal kunnen ontkennen, dat vacantie-uitgaven in elk geval uitstijgen
boven de normale bestedingen. Denkt men alleen maar eens aan het eten, men
wil toch iets extra's doen!
SNUIVEN WORDT WEER POPULAIR
Het snuiven, dat in de 18e eeuw door
een Engelse dokter werd aanbevolen
als het middel bij uitstek tegen ver
koudheid, begint weer populair te
worden. Een firma in Westmoreland
verkoopt thans 20 procent van haar
productie naar het buitenland. Het
grootste gedeelte hiervan is metholyp-
tussnuif dat op doktersvoorschrift
wordt vervaardigd. Voor de oorlog ex
porteerde deze firma alleen maar .naar
België. In 1946 verzond zij een monster-
blikje met snuif naar Zuid-Afrika en
de vraag in dit land is overgeslagen
naar de Belgische Congo, Goudküst,
Somaliland, het Middenoosten, Austra
lië, West-Indië en Noord-Amerika. i
ONDERZOEKERS UIT HET
ATOOMTIJDPERK
Een toenemend aantal mensen in het
Verenigd Koninkrijk brengt thans zijn
vrije tijd door met een nieuw soort
openluchtsport, namelijit het zoeken
naar uranium in de grond. Ze zijn ge
wapend met Geigertellers, en een van
de grootste fabrikanten van deze in
strumenten heeft verklaard dat school
jongens de tellerbuizen kopen en deze
thuis tot complete Geigertellers maken
of in radiozaken laten completeren.
Elke waargenomen reactie wordt aan
het Britse Ministerie van Bevoorra
ding doorgegeven.
BEKEND SCHRIJVER BLEEF
ONBEKEND
Wij weten, dat Ben Traven een eerste
rangs verteller is. Wij weten echter
niet, wie zich achter dit bescheiden
pseudoniem verbergt. Vermoedelijk is
het een Duitser. Hij werkt in Mexico
en zijn romans en vertellingen, waar
den meermalen vertaald.
Tot nu toe is het deze schrijver ge
lukt, zijn pseudoniem volkomen te
handhaven en ofschoon van hem be
kend is, dat hij reeds tientallen jaren
ergens in Mexico verblijf houdt, is hij
steeds aan de speurzin der journalisten
ontkomen.
Zelfs de uitgever van zijn boeken kan
slechts langs een omweg poste
restante met hem in verbinding
komen.
Deze over de gehele wereld bekende
auteur heeft eens van zichzelf gezegd:
„Ik vervul mijn plicht ten opzichte van
de mensheid. Ik heb dat gedaan als
eenvoudige arbeider, als zeeman, als
ontdekkingsreiziger, als onderwijzer op
afgelegen farms en nu als schrijver. Ik
voel mij als een korreltje zand, waar
uit de aarde bestaat. Mijn werk is van
belang niet mijn persoon, evenals de
persoon van de schoenmaker niet van
belang is, als hij het zich tot een plicht
rekent, de mensheiid aan goede passen
de schoenen te helpen."
EXTRA INKOMSTEN
Bij die hogere uitgaven kunnen we
ons toch wel beperken. Zeer zeker is
het niet zo, dat door de hogere kosten
een vacantie buitenshuis maar achter
wege moet blijven. Bovendien zijn er
ook nog wel eens extra vacantie-in-
komsten, die dankbaar aanvaard kun
nen worden. Wij denken aan de vacan-
tietoeslag, die in veel bedrijven wordt
toegekend in de vorm van een bedrag,
dat enkele procenten van het jaarloon
betekent. Gezien de stijgende drang om
een vacantie buitenshuis door te bren
gen, zal men steeds meer in collectieve
arbeidsovereenkomsten een bepaling
tegenkomen over vacantietoeslag.
Een andere bron van vacantie-in-
komsten kan thans gevonden worden in
het overwerk. Door het tekort aan ar
beidskrachten wordt er in veel bedrij
ven nu overgewerkt en er is geen be
tere besteding dan om een deel van dit
geld te besteden aan de vacantie. Heeft
rtien zich een jaar lang dikwijls extra
ingespannen, dan is de ontspanning
stellig geen luxe meer te noemen.
Kinderen hebben voor hun vacantie
ook extra inkomsten nodig. Hun ouders
kunnen die dikwijls niet geven. Nu is
het een tijd van tekort aan werkkrach
ten. Op het veld, in magazijnen en pak
huizen, in boomgaarden en op kantoren
er zijn vele plaatsen te vervullen en de
werkzaamheden hebben zich opgesta
peld. Jonge krachten, die enkele weken
van hun vacantie willen opofferen,
worden dikwijls met open armen ont
vangen en hun dilettanten-arbeid wordt
behoorlijk betaald.
NIET VERBIEDEN!
Er zijn ouders, dikwijls vooral de
moeders, die dit vacantiewerk van de
kinderen verbieden, omdat dit de kin-,
deren in hun vrije tijd te zeer zou ver
moeien. Deze redenering is zelden juist.
Want het gaat erom in de vacantie be
zigheden te verrichten, die anders zijn
gericht dan hetgeen men in zijn nor
male dagtaak doet.
Gaan de kinderen voetballen of ten
nissen, dan vraagt dit ook lichamelijke
inspanning en voor jonge mensen, die
anders hun ontluikende geesten moeten
rekken om ze soepel te maken voor het
leven is het gebruiken van lichaams
kracht dikwijls een welkom tegenwicht
voor de anders strak gespannen geest.
Dus een vacantiebaantje is niet zo
kwaad en men moet zich daar a priori
niet tegen verzetten.
De meeste schoolvacanties zijn zo
lang, dat men zich wel afvraagt of de
vacantie nu de schooltijd onderbreekt
ofwel dat men spreken moet van va
canties, die af en toe door een schooltijd
worden onderbroken.
De jeugd zorgt er stellig wel voor,
dat er nog enkele weken overblijven
voor een vreugdevolle vrije tijd. En
dank zij de verdiensten met flink be
drag aan zakgeld. Alweer een onkos
tenpost minder voor de huisvrouw, die
er immers op bedacht moet zijn, dat
haar vacantie-uitgaven niet te hoog
worden.
DOE KALMPJES AAN
Op die vacantie-uitgaven zelf kan in
veel gevallen nog wel worden bezui
nigd. Men gaat per fiets in plaats van
de trein te nemen en men zoekt een
eenvoudig vacantie verblijf, waarbij men
zelf het eten kan verzorgen. Moet au
de vrouw toch weer aan de slag? Mo
gelijk wel, maar men kan hier huisge
noten gaan inschakelen en kampdagen
organiseren met veel pic-nicpartijen en
maaltijden in de open lucht, waarbij pa
voor zijn plezier de soep kookt op een
oude spiritusbrander, terwijl hij thuis
nooit te vinden is bij een goed bran
dende gaspit.
En heus, u bent niet verplicht naar
het buitenland te gaan, wanneer dit
bezwaarlijk is voor uw huishoudkas.
Zelfs wanneer de buren wèl gaan en
uw familie eveneens, kunt u toch thuis
blijven zonder dat u tot de groep der
minderwaardigen of kniezers behoort.
Want het goud is aan de meeste huis
vrouwen slechts in bescheiden mate
toebedeeld en het kan niet blinken op
het vacantiefront èn in het goed ge
vulde kolenhok èn in de nieuwe cos-
tuums of jurken van echtgenoot en
kinderen.
Het zal de taak van de huisvrouw zijn
om er voor te zorgen dat men een va
cantie houdt, die aangaande de kosten
niet grootscheepser wordt dan de mid
delen toelaten.
Al te veel gezinnen gaan nog met va
cantie „op crediet", d.w.z. zij laten de
leveranciers wachten op het voldoen
van hun rekeningen en gaan eerst de
bloemetjes buiten zetten. Het gevolg is
dan dikwijls, dat er na de vacantie rond
eigen huis en haard geen bloemetjes
meer te vinden zijn, maar alleen zorgen.
Daarom is een goede vacantie er een,
die niet boven de huishoudbegroting
gaat. De beste vacanties zijn die met
sluitende, rekening. (Nadr. verb.)
(van 68 cent)
Geldig van 6 t/m 12 Juli 1955
Verschijnt als bijlage van het
streekblad DE VALLEI
Onder redactie van TANTE J
Correspondentie te richten
aan Tante Jos, p/a Parallel-
weg 10, Veenendaal.
CORRESPONDENTIE
Beste Johanna en Gerrit,
Bedankt voor jullie brief. Fijn dat
jullie zo trouw zilverpapier spareo-
Schrijf een volgende keer nog eens iets
meer van je zelf. In welke klas zitten
jullie? Woon je op een boerderij en heb
je nog meer broertjes of zusjes?
Dag hoor. Hart. gr. Tante Jos.
WIE ZIJN ER JARIG?
Juli Piet Willemsen.
Henk v. Ginkel.
Frea v. Ommeren.
Meike Coumans.
Janny v. Eist.
Rita Jansen.
Jelis Budding.
Janny v. d. Weerd.
Zilverpapier ontvangen van:
Johanna en Gerrit v. d. Bijl, Rhenen.
Martien en Tineke van Dam.
Gerrie en Jan van Dijk.
Nelly, Truus en Fred van Ommeren.
De Mees
De Wilde
Hartelijk dank.
NIEUWE RAADSELS
I. Loodboer. Zoek. eens uit wel-
Bakwijzer. ke beroepen hier-
Melkziger. naast staan.
Slaker. .Loodboer' is geen
Reigieter. vak. Probeer of je
Dokger. ze bij elkaar kunt
Onderter. passen.
II. Hier zijn vier vierkantjes van 16
lucifers gelegd. Kun je van dezelfde lu
cifers vijf vierkantjes leggen? Ze moe
ten even groot zijn.
III. Welke overeenkomst is er tussen
een soldaat en een naaister?
Oplossing raadsels
I. 1. Borne. 2. Bruin. 3. Beleg. 4.
Bende. 5. Bevel. 6. Banka. 7. Baarn. 8.
Brand.
II. Kalk - Abel - Lena - Klas.
III. De cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0.
Asaba had zelfs geen tijd, zich op te
richten. Hij zag het dier op hem af
stormen, aangroeien tot een reusachtig
monster dat hem verpletteren wilde.
Hij strekte de handen uit, als om het
dj
ev
gevaar te keren. Van angst begon hij te
gillen en sloot de ogen, om het gevaar
niet te zien.
Toen voelde hij, dat hij omver werd
gelopen. De sterke poten van het dier
trapten op zijn benen. De kop met de
wrede ogen zag hij vlak voor zich. De
tanden blikkerden in de open bek. De
jongen wist, dat dit het einde was. De
tapir beet naar zijn arm. Asaba had
nog de macht die met een snelle bewe
ging terug te trekken. Hij begon wild
met zijn gewonde benen te trappen.
Maar het dier boog opnieuw de kop,
aarzelde een seconde, als zocht hij naar
de plaats, waar hij de jongen het best
kon treffen.
Toen gebeurde het!
Een donker lichaam sprong uit een
wirwar van takken op de rivieroever:
een grote neger stormde op het woe
dende dier af. Hij aarzelde niet, maar
greep de tapir bij de oren, trok wild de
kop achterover. Een woeste trap van
een der poten deed de man omtuimelen.
Maar meteen sprong hij weer op, wierp
zich opnieuw op de tapir. Weer greep
hij hem vast, spande alle krachten in,
tot hij het dier met een ruk van de jon
gen wist af te trekken. De tapir zag, als
in een flits, de zilveren glinstering van
de rivier. Daarop leek alles zwart te
worden. Er trok een rilling door zijn
poten. Nog eenmaal ademde hij zwaar.
Toen viel hij neer, dood!
Hijgend kwam Sambo aanhollen. Hij
zag Asaba op de grond liggen. Het bloed
liep langs zijn benen en de jongen
kreunde zacht. Een onbekende neger
boog zich over hem heen. Naast hen
lag de dode tapir.
De neger keek naar Sambo en zei:
,,'t Is .niet zo erg met hem, er is niets
gebroken." Sambo herademde. Hij zag,
hoe de neger wat kleine plantjes, die
langs de rivier groeiden, tot een papje
kauwde en dat op Asaba's wonden leg
de. Toen het verband klaar was stond
Asaba voorzichtig op. Even beet hij op
z'n lippen, maar hij kon toch lopen. Sa
men gingen ze aan de rivieroever zitten
en daar vertelde de vreemde neger, hoe
hij de schreeuw van de tapir had ge
hoord en nog net op tijd was gekomen
om Asaba te redden. De jongens keken
de man dankbaar aan. Iemand van een
andere stam werd altijd als een vijand
beschouwd en toch had deze vreemde
ling Asaba's leven gered. Ze begrepen
het niet goed, maar waren er te dank
baarder om.
„Wat moeten we nu doen?" vroeg
Sambo bezorgd. Asaba klaagde nog
steeds over zijn zere benen en hoe
moesten ze nu de dode tapir in de ne
derzetting krijgen? Asaba haalde de
schouders op, omdat hij het ook niet
wist. De vreemde neger keek de jon
gens aan. „We kunnen samen de tapir
een eind die kant op dragen,,' zei hij
langzaam, „ia de richting van jullie
dorp." De jongens knikten. In het dorp
wagen zou de vreemdeling zich niet. Ze
wisten heel goed, hoe iedere vreemde
ling in de nederzetting als een vijand
werd beschouwd en, vaak op wrede
wijze, om het leven werd gebracht.
Maar nu had deze man toch hun leven
gered. Asaba zei het en voegde er bij,
dat hun stamgenoten dit keer toch wel
van de geldende regel zouden afwijken.
De vreemde neger glimlachte, maar
schudde zijn hoofd. Toen stond hij op.
„Kun jij lopen?" vroeg hij Asaba. Deze
knikte. Ze grepen met hun drieën de
tapir beet en sleepten hem voort, tien
twintig meter, maar het ging niet. De
neger stond stil en zocht een paar lange,
stevige stokken, die bij een storm van
de bomen gerukt waren.
Met lianen bonden ze de poten van
de tapir er aan vast, legden de takken
op hun schouder. Werkelijk, nu ging
het veel gemakkelijker. De vreemde
ling liep voorop, achter hem de jon
gens en zo droegen ze samen het dier
langs de rivier omhoog. Tot de neger
plotseling stilstond daar, waar het pad
naar het dorp zichtbaar werd, en voor
de jongens hem nog eens voor zijn hulp
konden bedanken, was de man als een
pijl uit de boog tussen het dichte ge
boomte verdwenen.
Nu bleef er verder voor de jongens
niets anders over dan hulp te halen uit
het dorp. Asaba, die het ergst ver
moeid was, bleef bij de dode tapir, ter
wijl Sambo zo vlug zijn voeten hem
konden dragen, naar het dorp ijlde, om
daar het grote nieuws te vertellen. Zijn
verhaal bracht niet weinig opschudding
teweeg bij de mannen en jongens van
de stam. Het halve dorp trok mee het
bos in om de jachtbuit te halen. Sambo
trots voorop. Met vereende krachten
werd de tapir naar de nederzetting ge
bracht waar de beide jongens nog lang
de helden waren, omdat ze zo'n ge
weldig dier hadden neergelegd.
(33)
Eric had al gemerkt, met welk soort
kerels hij te doen had. Hij pakte zwij
gend zijn laarzen, trok ze haastig aan
en ging naar buiten. Even pookte iets
hards in zijn rug en de angst snerpte
door hem heen, dat hij misschien ter
plaatse zou worden opgeruimd. Hij wist
dat de heren dranksmokkelaars niet
zachtzinnig omgingen met de toevallige
ontdekkers van hun voorraden. Maar zo
vlak bij het kamp zouden ze hem toch
niet overhoop schieten! Als ze hem
maar niet uitnodigden een eind „mee te
gaan rijden". Zo liep hij een pas of tien
met de revolver in zijn rug gedrukt.
„Hoor 's jongen," zei de aanvoerder,
„je houdt je mond over wat er gebeurt."
En hij porde wat harder met de loop
van de revolver tussen zijn ribben. „Als
je verstandig bent, zoek je zo gauw
mogelijk ander werk. Het kon hier wel
eens ongezond worden."
De drie mannen verdwenen in het
donker en even later trok de vracht
wagen, die een eindje verderop aan de
weg; gezet was, langzaam en met gering
gerucht weg.
„Een prachtig einde van mijn tijd
hier!" dacht Eric. „Ze zijn weg, zou ik
nu maar niet teruggaan naar mijn stro-
leger?"
Doch hij waagde het er toch maar niet
op en ging de slaaploods binnen. De
nachtlucht was nu sterk afgekoeld. Het
ijzeren dak straalde geen hitte meer uit
en de atmosfeer was niet meer zo be
dompt als in de vooravond. Stijf en do
delijk vermoeid wierp Eric zich op zijn
brits. Het was klaar licht, toen hij wak
ker werd. Een ogenblik worstelde hij
met de slaap, toen herinnerde hij zich
zijn besluit om weg te gaan.
„Dit is mijn laatste dag!" Hij kon wel
zingen van plezier. Hij ging weer aan
het trekken. Nieuwe gezichten, nieuwe
streken zien! Hij zou het land onder de
wielen van de trein zien wegschieten.
De trein zou door het land glijden, sterk,
snel, doelbewust de rookpluim over
de ruggen der wagons geslagen als de
manen van een hollend paard.
En hier of daar zou hij uitstappen. Op
goed geluk het land intrekken, kennis
maken met de een of ander. Werken of
slapen, net naar het uitkwam. Het le
ven werd weer een spel, een spel van
zwoegen en zweten. Eric wist, dat het
uiterste van zijn spieren en zijn uithou
dingsvermogen gevergd zou worden.
Maar hij was niet aan het werk geke
tend. Hij kon weggaan als de partij uit
was. Het was geen sleur, geen tredmo
len. Alle verlangen naar een huis, alle
bezinning van de vorige avond waren
verdwenen bij het vooruitzicht te gaan
zwerven.
Met alle kracht borrelde de oude
zwerflust weer in hem op. Het doet
goed te beseffen, dat de spieren sterk en
de pezen taai zijn, maar nog beter is het
te weten, dat men zelf de meester en de
beschikker over die kracht is. Deze
laatste weken in het kamp had hij zich
onderworpen gevoeld, loonslaaf, afge
jakkerde, uitgebuite, maar dat was nu
afgelopen. Hij nam zijn vrijheid terug
en hij zou die besteden, zoals hemzelf
het beste leek. Wat is een man meer
waard dan zijn vrijheid?
Deze dag, zijn laatste dag, speelde
Eric met het stenenverslindende mon
ster naast hem. Hij begreep niet, dat het
ding hem zo geïmponeerd had. Snel en
scherp haalde zijn schop de stenen naar
de wentelende vretende schoepen. Hij
bleef hen nu gemakkelijk voor en de
voorman van de ploeg, die de vorige
dag een paar maal bedenkelijk naar
Eric had gekeken, gaf zichzelf een te
vreden knipoogje. De Zweed was weer
in orde. Dat was nog eens een mannetje
om aan de steenlader te hebben!
Dat is mijn laatste slag," zei Eric,
toen om zes uur het fluitje klonk en hij
smeet zijn schop neer.
„Ja," zei de voorman, „voor vandaag
is het gebeurd."
„En voor morgen en overmorgen ook."
„Wat....?"
„Ik ga weg."
„Ga jij weg?"
Een rollende vloek zette 's mans ver
bazing en ergernis om in geluid. Woe
dend en met een rood hoofd stond hij
tegenover de Zweed. Dat was al te gek.
Die man kon het werk beter aan dan
alle arbeiders, die hij er deze zomer
aangezet had en daar liep hij weg! Ter
wijl hij juist door een inzinking heen
was!
Eric gertoot van de uitwerking van
zijn woorden. Het was een waardige
bekroning van zijn laatste dag. Hij
haalde zijn schouders op in antwoord
op de verwarde vragen van de voor
man: „Waarom ga je weg? Waarom
juist nu? Is er wat gebeurd? Dacht je,
dat je ergens anders vijf dollar per dag
kon maken?"
„Ik heb er genoeg van," zei hij ten
slotte en meende daarmee voldoende
zijn vertrek te hebben gemotiveerd.
Had een der anderen, die weggegaan
waren, ooit meer uitleg gegeven? Waar
om dan deze verbazing en woede? Er
zou wel weer een ander gevonden wor
den om zich een paar weken in het stof
en de uitlaatgassen af te beulen. Zijn
tijd zat er op en hij was er blij om.
„Maar je kunt pas Vrijdag betaald
worden."
„Ik kom Vrijdag terug voor mijn loon.
Morgen ga ik naar de stad om mijn za
ken te regelen."
Minachtend snoof Jones, de voorman
en liep schouderophalend weg.
Een weldadige loomheid doorstroom
de Eric, toen hij na het avondmaal te
gen de spoordijk zat te praten met zijn
gewone vrienden. Hij had zich aan het
kantoor afgemeld en zich zorgvuldiger
dan anders gewassen en geschoren. Hij
voelde zich als een man, die onder ver
momming heeft moeten leven en ein
delijk de vodden af kon gooien om
zichzelf weer te zijn. Hij behoorde reeds
niet meer tot het kamp. Hij was er te
gast en daarom vriendelijk en welwil
lend gestemd. Morgen ging hij de vrij
heid tegemoet!
In de eetzaal groepten reeds weer de
kaarters bijeen. In een hoek zaten vier
mannen, bij elkaar: de voorman van de
steenlader, de halfbloed, een opzichter
van het kamp en een vreemde. Niemand
besteedde aan het viertal enige aan
dacht.
„Weet je zeker, dat die vent 't door
had, George? 't Is vervloekt vervelend,
dat we zo'n handig bergplaatsje als dit
schuurtje moeten opgevenomdat de
een of andere idioot er in wilde slapen."
„Dacht jij, dat 't er een uit dit kamp
was?" antwoordde de vreemde, die met
George aangesproken was.
„Vast wel, en hij snapte ook wel, wat
we daar opborgen. Dacht je, dat er hier
één is, die geen drank zou herkennen,
al was het pikdonker?"
„En je kende hem niet?"
(Wordt vervolgd.)