Athletiek - streekontmoeting op Candia in Rhenen WAAR MOET HET GELD VOOR ONZE VACAN- TIE VANDAAN KOMEN? VMLf PUDDING PUDDING RECLAME DE VALLEI Vier pakjes pudding samen voor 50 cent -de CANADESE ERFENIS- KOLOM VOOR DE VROUW DeGruyter's Voor de Jeugd RHENUS ZETTE SERIE WEDSTRIJDEN VOORT Officiële Bekendmaking naar keuze: vanille, citroen, mokka, frambozen AVONTUUR MET EEN TAPIR t (Slot.) FEUILLETON Op het gemeentelijk sportterrein „Candia" te Rhenen vond Zaterdag avond een athletiekstreekontmoeting plaats tussen verenigingen uit Rhenen, Ede, Veenendaal en Ochten. De Rhenen- se Athletiek Vereniging RAV organi seerde deze ontmoeting, die werd bij gewoond door de burgemeester van de Grebbestad. De ongelijke grasmat van Candia kwam de prestaties niet ten goede. C. v. d. Velden van RAV werd voor dit jaar uitgeschakeld, daar hij zwikte in een kuil en een spier scheurde. Vele RAV-ers behaalden eervolle resultaten. D. van Harn won op de 80 m jongens en 600 m jongens B; C. Nellestijn won de 60 m meisjes C; S. v. Albada won 80 m meisjes A; P. Groenveld won 800 m jongens A; J. Brouwers won kogelsto ten meisjes B; R. Nellestijn won kogel stoten meisjes C; K. v. d. Pol won hoog springen jongens B; J. Brouwers won hoogspringen meisjes B en ver sprin gen meisjes A en B was voor S. v. Al bada. Verkerk en Van Hoften, die de dag daarop voor de districtsploeg uit moesten komen, deden het kalm aan, De voetbalvereniging heeft afgelopen Zondag de door haar georganiseerde serie wedstrijden voortgezet. De ploeg speelde zelf tegen Kesteren en won met 43, na tot aan de rust met 03 te hebben achtergestaan. Na de thee maakte Rhenus binnen acht minuten drie doelpunten en dit bracht de ken tering. De eerste goal werd gescoord via een penalty van de voet van mid- voor v. d. Horst. Rhenus was de eerste helft erg ongelukkig. Toen na rust Ho- vestad naar voren ging kwam er meer leven in het spel. De tweede wedstrijd, CHRC 2 HDS, werd gewonnen door de Renkummers met 41. Renkum speelde met drie spelers van het eerste en verder van het tweede en junioren. Het werd een goede partij voetbal. Vol gende week vindt de voortzetting var, het tournooi plaats, waarin zullen uit komen Oranje-Wit, CHRC 2, Rhenus en Uchta. HINDERWET Burgemeester en wethouders der ge meente Rhenen maken bekend, dat het verzoek van N.V. Industriële Produc ten Compagnie I.P.C., Hoofdstraat 15, Schiedam, om op het perceel, kada straal bekend gemeente Rhenen, sectie G Gnr. 1520, plaatselijk gemerkt Oude Dijksestraat no. 1, een benzinepomp installatie, bestaande uit een 2000 liter ondergrondse benzinetank en een hand pomp, te mogen oprichten, door hen is ingewilligd. Burgemeester en wethouders voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, G. J. BLEUMINK, w.s. HINDERWET Burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen maken bekend, dat het verzoek van Esso Nederland N.V., Benoordenhoutseweg 7, 's-Gravenhage, om op het perceel, kadastraal bekend gemeente Rhenen, sectie F no. 1398, plaatselijk gemerkt Frederik van de Paltshof no 2, een bestaande onder grondse benzinebewaarplaats met af tapinrichting te mogen uitbreiden, door hen is ingewilligd. Burgemeester en wethouders voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, G. J. BLEUMINK, w.s. HINDERWET Burgemeester en wethouders der ge meente Rhenen maken bekend, dat het verzoek van Fa. J. Nieuwenhuis en Zn., Nieuwe Veenendaalseweg 167, Rhenen, om op het perceel, kadastraal bekend gemeente Rhenen, sectie G no. 1856ged., plaatselijk gemerkt Nieuwe Veenen daalseweg nos. 8284, een timmerwerk plaats met opslag te mogen inrichten, door hen is ingewilligd. Rhenen, 30 Juni 1955. Burgemeester en wethouders voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, G. J. BLEUMINK, w.s. HINDERWET Burgemeester en wethouders van Rhenen brengen ter openbare kennis, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van H. Houth, Rijksstraatweg 81 te Eist, ge meente Rhenen, om vergunning tot het oprichten van een meetwerktuig voor •gemengde motorbrandstof voor brom fietsen op het perceel, kadastraal be kend gemeente Rhenen, sectie H no. 649, plaatselijk gemerkt Rijksstraatweg no. 81. Rhenen, 5 Juli 1955. Burgemeester en wethouders voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. De secretaris, Th. v. d. WILLIK. doch wisten desondanks toch op de 5000 en 800 m overtuigend te winnen. De overige uitslagen waren als volgt: 60 m jongens; 1. T. Bruggeman, VAV, 8.2; 2. C. Wely, VAV 8.5; 3. Buijs, Olym- pia 8.8. 80 m jongens B: 1. D. v. Harn, RAV 10.4; 2. H. Bruin, VAV 10.6; 3. K. v. d. Pol, RAV, 11. 60 m meisjes C: 1. C. Nellestijn, RAV 9.2; 2. D. v. Laar, RAV 9.6; 3. R. Nelle stijn, RAV 9.7. 80 m meisjes A en B: 1. S. v. Albada, RAV, 11.7; 2. T. van Barneveld, VAV, 11.8. 110 m heren: 1. J. C. Stam, Olympia, 12.; 2. G. C. Rense, RAV, 12.1; 3. H. v. Engelenburg, VAV, 12.1. 100 m jongens A: 1. A. Hartman, VAV, 12.6; 2. P. Groenveld, RAV, 13.4; 3. J. Lammes, HBS. 13.6; 100 m dames: 1. C. v. Laar, VEAC, 13.9; 2. N. v. d. Ham, VEAC, 14.8; 3. M. v. d. Wetering, VAV, 15.8; 800 m heren: 1. H. v. Hoften. RAV, 2.11.9; 2. S. Drost, VAV 2, 12.5; 3. H. de Vries, VEAC, 2.15; 800 m jongens A: 1. P. Groenveld, RAV, 2.13.9; 2. J. Mereveld, VEAC, 2.17.7; 3. J. Lamers, HBS, 2.24.6; 600 m jongens B: 1. D. v. Harn, RAV 1.36.1; 2. Ruler, VEAC, 1.39.1; 3. C. Die penveen, VAV, 1.39.7; speerwerpen he ren: 1. v. d. Linden, VEAC, 2. G. Knop- pert, RAV 32.28; 3. G. Rense, RAV, 24.21 kogelstoten, meisjes BC: 1. J. Brouwers RAV 7.98; 2. R. Nellestijn RAV 6.16; 3. C. Nellestijn RAV 6.03; ver springen heren: 1. H. v. Engelenburg, VAV, 5.11; 2. J. C. Stam, Olympia 5.10; 3. A. Har- teman, VAV, 1.33; hoogspringen jon gens: 1. T. Bruggeman, VAV, 1.43; 2. H. Mom, RAV, 1.23; 3. F. v. Hernen, RAV 1.18; hoogspringen jongens B: 1. K. v. d. Pol, RAV, 1.38; 2. R. Clarenbach, Olympia 1.28; 3. K. v. Nieuwameron- gen RAV, 1.23; hoogspringen meisjes B: 1. J. Brouwers RAV 1.03; hoogspringen dames: 1. C. v. Laar, VEAC 1.38; 2. N. v. d. Ham 1.13; 5000 m heren: 1. H. Ver kerk, RAV, 16.39; 2. H. Roest, VEAC, 16.44.2; 3. A. v. d. Bovenkamp VAV 17.40; kogelstoten: 1 T. Kas, Olympia 8.85; 2. C. v. Laar, VEAC 8.63; kogel-- stoten jongens C: 1. B. Lodder, Olym pia 8.85; 2. C. v. Wely, VAV, 8.92; 3. T. Bruggeman VAV 8.17; discuswerpen meisjes A-B: 1. T. Kas Olympia; 2. S. v. Albada, RAV. ver springen meisjes A-B: 1. S. v. Albada, RAV 4.01 m; 2. T. v. Barneveld, VAV. GROOT-BRITTANNIE BOUWT NOG MEER ATOOMREACTORS Groot-Brittannië's programma dat voorziet in de productie van electrici- teit door middel van atoomkracht, zal met „volle kracht vooruit" gaan en er zullen nog zes atoomreactors meer worden gebouwd voor de productie van splijtbaar materiaal voor militaire doeleinden en electriciteit. Deze reac tors zullen van hetzelfde type zijn als de twee die thans in Calder Hall in aanbouw zijn. Geoffrey Lloyd, de Mi nister van Brandstoffen en Energie, heeft dit kortgeleden in het Lagerhuis verklaard en deelde bij die gelegen heid tevens mede, dat de zes reactors los staan van die welke zullen worden gebouwd ingevolge het programma dat in Februari werd aangekondigd en waarmede 300 millioen gemoeid zijn. Twee van deze reactors komen in Cal der Hall en de andere vier in Wind- scale, Cumberland. Het naderen van een vacantie brengt veel vrouwen in geldzorgen. Zij willen voor haar gezin deze tijd, die zij geheel voor zichzelf hebben, op aangename wijze doorbrengen en als het enigszins kan, ook nog een feestelijke stemming brengen. Maar een vacantie kost geld. Gaat men zijn huis verlaten, dan zyn er om te beginnen de reiskosten. Bovendien moet er betaald worden voor het verblijf in het huis, hotel, kamp of ander vacantiecentrum, waar men gaat logeren. En dan gaat men in zyn vacantie toch ook uit. By slecht weer bezoekt men een ontspan ningsgelegenheid, by goed weer gaat men fietsen, wandelen, bussen of met de trein naar een punt, waar het aangenaam is om te vertoeven in de vacantie. Maar bij alles moet de portemonnaie op tafel komen en de huisvrouw heeft er meestal een aandeel in om te zorgen, dat er wat geld is. Niemand zal kunnen ontkennen, dat vacantie-uitgaven in elk geval uitstijgen boven de normale bestedingen. Denkt men alleen maar eens aan het eten, men wil toch iets extra's doen! SNUIVEN WORDT WEER POPULAIR Het snuiven, dat in de 18e eeuw door een Engelse dokter werd aanbevolen als het middel bij uitstek tegen ver koudheid, begint weer populair te worden. Een firma in Westmoreland verkoopt thans 20 procent van haar productie naar het buitenland. Het grootste gedeelte hiervan is metholyp- tussnuif dat op doktersvoorschrift wordt vervaardigd. Voor de oorlog ex porteerde deze firma alleen maar .naar België. In 1946 verzond zij een monster- blikje met snuif naar Zuid-Afrika en de vraag in dit land is overgeslagen naar de Belgische Congo, Goudküst, Somaliland, het Middenoosten, Austra lië, West-Indië en Noord-Amerika. i ONDERZOEKERS UIT HET ATOOMTIJDPERK Een toenemend aantal mensen in het Verenigd Koninkrijk brengt thans zijn vrije tijd door met een nieuw soort openluchtsport, namelijit het zoeken naar uranium in de grond. Ze zijn ge wapend met Geigertellers, en een van de grootste fabrikanten van deze in strumenten heeft verklaard dat school jongens de tellerbuizen kopen en deze thuis tot complete Geigertellers maken of in radiozaken laten completeren. Elke waargenomen reactie wordt aan het Britse Ministerie van Bevoorra ding doorgegeven. BEKEND SCHRIJVER BLEEF ONBEKEND Wij weten, dat Ben Traven een eerste rangs verteller is. Wij weten echter niet, wie zich achter dit bescheiden pseudoniem verbergt. Vermoedelijk is het een Duitser. Hij werkt in Mexico en zijn romans en vertellingen, waar den meermalen vertaald. Tot nu toe is het deze schrijver ge lukt, zijn pseudoniem volkomen te handhaven en ofschoon van hem be kend is, dat hij reeds tientallen jaren ergens in Mexico verblijf houdt, is hij steeds aan de speurzin der journalisten ontkomen. Zelfs de uitgever van zijn boeken kan slechts langs een omweg poste restante met hem in verbinding komen. Deze over de gehele wereld bekende auteur heeft eens van zichzelf gezegd: „Ik vervul mijn plicht ten opzichte van de mensheid. Ik heb dat gedaan als eenvoudige arbeider, als zeeman, als ontdekkingsreiziger, als onderwijzer op afgelegen farms en nu als schrijver. Ik voel mij als een korreltje zand, waar uit de aarde bestaat. Mijn werk is van belang niet mijn persoon, evenals de persoon van de schoenmaker niet van belang is, als hij het zich tot een plicht rekent, de mensheiid aan goede passen de schoenen te helpen." EXTRA INKOMSTEN Bij die hogere uitgaven kunnen we ons toch wel beperken. Zeer zeker is het niet zo, dat door de hogere kosten een vacantie buitenshuis maar achter wege moet blijven. Bovendien zijn er ook nog wel eens extra vacantie-in- komsten, die dankbaar aanvaard kun nen worden. Wij denken aan de vacan- tietoeslag, die in veel bedrijven wordt toegekend in de vorm van een bedrag, dat enkele procenten van het jaarloon betekent. Gezien de stijgende drang om een vacantie buitenshuis door te bren gen, zal men steeds meer in collectieve arbeidsovereenkomsten een bepaling tegenkomen over vacantietoeslag. Een andere bron van vacantie-in- komsten kan thans gevonden worden in het overwerk. Door het tekort aan ar beidskrachten wordt er in veel bedrij ven nu overgewerkt en er is geen be tere besteding dan om een deel van dit geld te besteden aan de vacantie. Heeft rtien zich een jaar lang dikwijls extra ingespannen, dan is de ontspanning stellig geen luxe meer te noemen. Kinderen hebben voor hun vacantie ook extra inkomsten nodig. Hun ouders kunnen die dikwijls niet geven. Nu is het een tijd van tekort aan werkkrach ten. Op het veld, in magazijnen en pak huizen, in boomgaarden en op kantoren er zijn vele plaatsen te vervullen en de werkzaamheden hebben zich opgesta peld. Jonge krachten, die enkele weken van hun vacantie willen opofferen, worden dikwijls met open armen ont vangen en hun dilettanten-arbeid wordt behoorlijk betaald. NIET VERBIEDEN! Er zijn ouders, dikwijls vooral de moeders, die dit vacantiewerk van de kinderen verbieden, omdat dit de kin-, deren in hun vrije tijd te zeer zou ver moeien. Deze redenering is zelden juist. Want het gaat erom in de vacantie be zigheden te verrichten, die anders zijn gericht dan hetgeen men in zijn nor male dagtaak doet. Gaan de kinderen voetballen of ten nissen, dan vraagt dit ook lichamelijke inspanning en voor jonge mensen, die anders hun ontluikende geesten moeten rekken om ze soepel te maken voor het leven is het gebruiken van lichaams kracht dikwijls een welkom tegenwicht voor de anders strak gespannen geest. Dus een vacantiebaantje is niet zo kwaad en men moet zich daar a priori niet tegen verzetten. De meeste schoolvacanties zijn zo lang, dat men zich wel afvraagt of de vacantie nu de schooltijd onderbreekt ofwel dat men spreken moet van va canties, die af en toe door een schooltijd worden onderbroken. De jeugd zorgt er stellig wel voor, dat er nog enkele weken overblijven voor een vreugdevolle vrije tijd. En dank zij de verdiensten met flink be drag aan zakgeld. Alweer een onkos tenpost minder voor de huisvrouw, die er immers op bedacht moet zijn, dat haar vacantie-uitgaven niet te hoog worden. DOE KALMPJES AAN Op die vacantie-uitgaven zelf kan in veel gevallen nog wel worden bezui nigd. Men gaat per fiets in plaats van de trein te nemen en men zoekt een eenvoudig vacantie verblijf, waarbij men zelf het eten kan verzorgen. Moet au de vrouw toch weer aan de slag? Mo gelijk wel, maar men kan hier huisge noten gaan inschakelen en kampdagen organiseren met veel pic-nicpartijen en maaltijden in de open lucht, waarbij pa voor zijn plezier de soep kookt op een oude spiritusbrander, terwijl hij thuis nooit te vinden is bij een goed bran dende gaspit. En heus, u bent niet verplicht naar het buitenland te gaan, wanneer dit bezwaarlijk is voor uw huishoudkas. Zelfs wanneer de buren wèl gaan en uw familie eveneens, kunt u toch thuis blijven zonder dat u tot de groep der minderwaardigen of kniezers behoort. Want het goud is aan de meeste huis vrouwen slechts in bescheiden mate toebedeeld en het kan niet blinken op het vacantiefront èn in het goed ge vulde kolenhok èn in de nieuwe cos- tuums of jurken van echtgenoot en kinderen. Het zal de taak van de huisvrouw zijn om er voor te zorgen dat men een va cantie houdt, die aangaande de kosten niet grootscheepser wordt dan de mid delen toelaten. Al te veel gezinnen gaan nog met va cantie „op crediet", d.w.z. zij laten de leveranciers wachten op het voldoen van hun rekeningen en gaan eerst de bloemetjes buiten zetten. Het gevolg is dan dikwijls, dat er na de vacantie rond eigen huis en haard geen bloemetjes meer te vinden zijn, maar alleen zorgen. Daarom is een goede vacantie er een, die niet boven de huishoudbegroting gaat. De beste vacanties zijn die met sluitende, rekening. (Nadr. verb.) (van 68 cent) Geldig van 6 t/m 12 Juli 1955 Verschijnt als bijlage van het streekblad DE VALLEI Onder redactie van TANTE J Correspondentie te richten aan Tante Jos, p/a Parallel- weg 10, Veenendaal. CORRESPONDENTIE Beste Johanna en Gerrit, Bedankt voor jullie brief. Fijn dat jullie zo trouw zilverpapier spareo- Schrijf een volgende keer nog eens iets meer van je zelf. In welke klas zitten jullie? Woon je op een boerderij en heb je nog meer broertjes of zusjes? Dag hoor. Hart. gr. Tante Jos. WIE ZIJN ER JARIG? Juli Piet Willemsen. Henk v. Ginkel. Frea v. Ommeren. Meike Coumans. Janny v. Eist. Rita Jansen. Jelis Budding. Janny v. d. Weerd. Zilverpapier ontvangen van: Johanna en Gerrit v. d. Bijl, Rhenen. Martien en Tineke van Dam. Gerrie en Jan van Dijk. Nelly, Truus en Fred van Ommeren. De Mees De Wilde Hartelijk dank. NIEUWE RAADSELS I. Loodboer. Zoek. eens uit wel- Bakwijzer. ke beroepen hier- Melkziger. naast staan. Slaker. .Loodboer' is geen Reigieter. vak. Probeer of je Dokger. ze bij elkaar kunt Onderter. passen. II. Hier zijn vier vierkantjes van 16 lucifers gelegd. Kun je van dezelfde lu cifers vijf vierkantjes leggen? Ze moe ten even groot zijn. III. Welke overeenkomst is er tussen een soldaat en een naaister? Oplossing raadsels I. 1. Borne. 2. Bruin. 3. Beleg. 4. Bende. 5. Bevel. 6. Banka. 7. Baarn. 8. Brand. II. Kalk - Abel - Lena - Klas. III. De cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0. Asaba had zelfs geen tijd, zich op te richten. Hij zag het dier op hem af stormen, aangroeien tot een reusachtig monster dat hem verpletteren wilde. Hij strekte de handen uit, als om het dj ev gevaar te keren. Van angst begon hij te gillen en sloot de ogen, om het gevaar niet te zien. Toen voelde hij, dat hij omver werd gelopen. De sterke poten van het dier trapten op zijn benen. De kop met de wrede ogen zag hij vlak voor zich. De tanden blikkerden in de open bek. De jongen wist, dat dit het einde was. De tapir beet naar zijn arm. Asaba had nog de macht die met een snelle bewe ging terug te trekken. Hij begon wild met zijn gewonde benen te trappen. Maar het dier boog opnieuw de kop, aarzelde een seconde, als zocht hij naar de plaats, waar hij de jongen het best kon treffen. Toen gebeurde het! Een donker lichaam sprong uit een wirwar van takken op de rivieroever: een grote neger stormde op het woe dende dier af. Hij aarzelde niet, maar greep de tapir bij de oren, trok wild de kop achterover. Een woeste trap van een der poten deed de man omtuimelen. Maar meteen sprong hij weer op, wierp zich opnieuw op de tapir. Weer greep hij hem vast, spande alle krachten in, tot hij het dier met een ruk van de jon gen wist af te trekken. De tapir zag, als in een flits, de zilveren glinstering van de rivier. Daarop leek alles zwart te worden. Er trok een rilling door zijn poten. Nog eenmaal ademde hij zwaar. Toen viel hij neer, dood! Hijgend kwam Sambo aanhollen. Hij zag Asaba op de grond liggen. Het bloed liep langs zijn benen en de jongen kreunde zacht. Een onbekende neger boog zich over hem heen. Naast hen lag de dode tapir. De neger keek naar Sambo en zei: ,,'t Is .niet zo erg met hem, er is niets gebroken." Sambo herademde. Hij zag, hoe de neger wat kleine plantjes, die langs de rivier groeiden, tot een papje kauwde en dat op Asaba's wonden leg de. Toen het verband klaar was stond Asaba voorzichtig op. Even beet hij op z'n lippen, maar hij kon toch lopen. Sa men gingen ze aan de rivieroever zitten en daar vertelde de vreemde neger, hoe hij de schreeuw van de tapir had ge hoord en nog net op tijd was gekomen om Asaba te redden. De jongens keken de man dankbaar aan. Iemand van een andere stam werd altijd als een vijand beschouwd en toch had deze vreemde ling Asaba's leven gered. Ze begrepen het niet goed, maar waren er te dank baarder om. „Wat moeten we nu doen?" vroeg Sambo bezorgd. Asaba klaagde nog steeds over zijn zere benen en hoe moesten ze nu de dode tapir in de ne derzetting krijgen? Asaba haalde de schouders op, omdat hij het ook niet wist. De vreemde neger keek de jon gens aan. „We kunnen samen de tapir een eind die kant op dragen,,' zei hij langzaam, „ia de richting van jullie dorp." De jongens knikten. In het dorp wagen zou de vreemdeling zich niet. Ze wisten heel goed, hoe iedere vreemde ling in de nederzetting als een vijand werd beschouwd en, vaak op wrede wijze, om het leven werd gebracht. Maar nu had deze man toch hun leven gered. Asaba zei het en voegde er bij, dat hun stamgenoten dit keer toch wel van de geldende regel zouden afwijken. De vreemde neger glimlachte, maar schudde zijn hoofd. Toen stond hij op. „Kun jij lopen?" vroeg hij Asaba. Deze knikte. Ze grepen met hun drieën de tapir beet en sleepten hem voort, tien twintig meter, maar het ging niet. De neger stond stil en zocht een paar lange, stevige stokken, die bij een storm van de bomen gerukt waren. Met lianen bonden ze de poten van de tapir er aan vast, legden de takken op hun schouder. Werkelijk, nu ging het veel gemakkelijker. De vreemde ling liep voorop, achter hem de jon gens en zo droegen ze samen het dier langs de rivier omhoog. Tot de neger plotseling stilstond daar, waar het pad naar het dorp zichtbaar werd, en voor de jongens hem nog eens voor zijn hulp konden bedanken, was de man als een pijl uit de boog tussen het dichte ge boomte verdwenen. Nu bleef er verder voor de jongens niets anders over dan hulp te halen uit het dorp. Asaba, die het ergst ver moeid was, bleef bij de dode tapir, ter wijl Sambo zo vlug zijn voeten hem konden dragen, naar het dorp ijlde, om daar het grote nieuws te vertellen. Zijn verhaal bracht niet weinig opschudding teweeg bij de mannen en jongens van de stam. Het halve dorp trok mee het bos in om de jachtbuit te halen. Sambo trots voorop. Met vereende krachten werd de tapir naar de nederzetting ge bracht waar de beide jongens nog lang de helden waren, omdat ze zo'n ge weldig dier hadden neergelegd. (33) Eric had al gemerkt, met welk soort kerels hij te doen had. Hij pakte zwij gend zijn laarzen, trok ze haastig aan en ging naar buiten. Even pookte iets hards in zijn rug en de angst snerpte door hem heen, dat hij misschien ter plaatse zou worden opgeruimd. Hij wist dat de heren dranksmokkelaars niet zachtzinnig omgingen met de toevallige ontdekkers van hun voorraden. Maar zo vlak bij het kamp zouden ze hem toch niet overhoop schieten! Als ze hem maar niet uitnodigden een eind „mee te gaan rijden". Zo liep hij een pas of tien met de revolver in zijn rug gedrukt. „Hoor 's jongen," zei de aanvoerder, „je houdt je mond over wat er gebeurt." En hij porde wat harder met de loop van de revolver tussen zijn ribben. „Als je verstandig bent, zoek je zo gauw mogelijk ander werk. Het kon hier wel eens ongezond worden." De drie mannen verdwenen in het donker en even later trok de vracht wagen, die een eindje verderop aan de weg; gezet was, langzaam en met gering gerucht weg. „Een prachtig einde van mijn tijd hier!" dacht Eric. „Ze zijn weg, zou ik nu maar niet teruggaan naar mijn stro- leger?" Doch hij waagde het er toch maar niet op en ging de slaaploods binnen. De nachtlucht was nu sterk afgekoeld. Het ijzeren dak straalde geen hitte meer uit en de atmosfeer was niet meer zo be dompt als in de vooravond. Stijf en do delijk vermoeid wierp Eric zich op zijn brits. Het was klaar licht, toen hij wak ker werd. Een ogenblik worstelde hij met de slaap, toen herinnerde hij zich zijn besluit om weg te gaan. „Dit is mijn laatste dag!" Hij kon wel zingen van plezier. Hij ging weer aan het trekken. Nieuwe gezichten, nieuwe streken zien! Hij zou het land onder de wielen van de trein zien wegschieten. De trein zou door het land glijden, sterk, snel, doelbewust de rookpluim over de ruggen der wagons geslagen als de manen van een hollend paard. En hier of daar zou hij uitstappen. Op goed geluk het land intrekken, kennis maken met de een of ander. Werken of slapen, net naar het uitkwam. Het le ven werd weer een spel, een spel van zwoegen en zweten. Eric wist, dat het uiterste van zijn spieren en zijn uithou dingsvermogen gevergd zou worden. Maar hij was niet aan het werk geke tend. Hij kon weggaan als de partij uit was. Het was geen sleur, geen tredmo len. Alle verlangen naar een huis, alle bezinning van de vorige avond waren verdwenen bij het vooruitzicht te gaan zwerven. Met alle kracht borrelde de oude zwerflust weer in hem op. Het doet goed te beseffen, dat de spieren sterk en de pezen taai zijn, maar nog beter is het te weten, dat men zelf de meester en de beschikker over die kracht is. Deze laatste weken in het kamp had hij zich onderworpen gevoeld, loonslaaf, afge jakkerde, uitgebuite, maar dat was nu afgelopen. Hij nam zijn vrijheid terug en hij zou die besteden, zoals hemzelf het beste leek. Wat is een man meer waard dan zijn vrijheid? Deze dag, zijn laatste dag, speelde Eric met het stenenverslindende mon ster naast hem. Hij begreep niet, dat het ding hem zo geïmponeerd had. Snel en scherp haalde zijn schop de stenen naar de wentelende vretende schoepen. Hij bleef hen nu gemakkelijk voor en de voorman van de ploeg, die de vorige dag een paar maal bedenkelijk naar Eric had gekeken, gaf zichzelf een te vreden knipoogje. De Zweed was weer in orde. Dat was nog eens een mannetje om aan de steenlader te hebben! Dat is mijn laatste slag," zei Eric, toen om zes uur het fluitje klonk en hij smeet zijn schop neer. „Ja," zei de voorman, „voor vandaag is het gebeurd." „En voor morgen en overmorgen ook." „Wat....?" „Ik ga weg." „Ga jij weg?" Een rollende vloek zette 's mans ver bazing en ergernis om in geluid. Woe dend en met een rood hoofd stond hij tegenover de Zweed. Dat was al te gek. Die man kon het werk beter aan dan alle arbeiders, die hij er deze zomer aangezet had en daar liep hij weg! Ter wijl hij juist door een inzinking heen was! Eric gertoot van de uitwerking van zijn woorden. Het was een waardige bekroning van zijn laatste dag. Hij haalde zijn schouders op in antwoord op de verwarde vragen van de voor man: „Waarom ga je weg? Waarom juist nu? Is er wat gebeurd? Dacht je, dat je ergens anders vijf dollar per dag kon maken?" „Ik heb er genoeg van," zei hij ten slotte en meende daarmee voldoende zijn vertrek te hebben gemotiveerd. Had een der anderen, die weggegaan waren, ooit meer uitleg gegeven? Waar om dan deze verbazing en woede? Er zou wel weer een ander gevonden wor den om zich een paar weken in het stof en de uitlaatgassen af te beulen. Zijn tijd zat er op en hij was er blij om. „Maar je kunt pas Vrijdag betaald worden." „Ik kom Vrijdag terug voor mijn loon. Morgen ga ik naar de stad om mijn za ken te regelen." Minachtend snoof Jones, de voorman en liep schouderophalend weg. Een weldadige loomheid doorstroom de Eric, toen hij na het avondmaal te gen de spoordijk zat te praten met zijn gewone vrienden. Hij had zich aan het kantoor afgemeld en zich zorgvuldiger dan anders gewassen en geschoren. Hij voelde zich als een man, die onder ver momming heeft moeten leven en ein delijk de vodden af kon gooien om zichzelf weer te zijn. Hij behoorde reeds niet meer tot het kamp. Hij was er te gast en daarom vriendelijk en welwil lend gestemd. Morgen ging hij de vrij heid tegemoet! In de eetzaal groepten reeds weer de kaarters bijeen. In een hoek zaten vier mannen, bij elkaar: de voorman van de steenlader, de halfbloed, een opzichter van het kamp en een vreemde. Niemand besteedde aan het viertal enige aan dacht. „Weet je zeker, dat die vent 't door had, George? 't Is vervloekt vervelend, dat we zo'n handig bergplaatsje als dit schuurtje moeten opgevenomdat de een of andere idioot er in wilde slapen." „Dacht jij, dat 't er een uit dit kamp was?" antwoordde de vreemde, die met George aangesproken was. „Vast wel, en hij snapte ook wel, wat we daar opborgen. Dacht je, dat er hier één is, die geen drank zou herkennen, al was het pikdonker?" „En je kende hem niet?" (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 4