DE VALLEI
ZELF WECKEN OF
CONSERVEN KOPEN?
BOTERBLOEMEN of GRAS
i
-de CANADESE ERFENIS-
Voor de Jeugd
KOLOM VOOR DE VROUW
200 jaar oud Regiment
Officiële Bekendmaking
In deze Zomermaanden is een (linke
besparing voor de winter mogelijk!
De kat die zijn staart
verloor.
Rubriek VOOR DE BOER
Vacantie!
OOGST-MAALTIJDEN
FEUILLETON
Deze week bestaat een van de merk
waardigste regimenten van het Britse
leger merkwaardig in dit opzicht dat
het uit Amerikanen, Duitsers, Oosten
rijkers en Britten is gerecruteerd ge
weest en dat de bataljons er van eens
werden aangevoerd door een Oosten
rijker en een Zwitser 200 jaar. Het
bedoelde regiment is het Kings Royal
Rifle Corps dat in de volksmond de
Green Jackets wordt genoemd. Het re
giment werd in 1755 in Amerika opge
richt en stond toen bekend als het Ko
ninklijk Amerikaans Regiment. Canada
behoorde aan Frankrijk en hoewel En
geland en Frankrijk niet met elkaar in
oorlog waren, hadden er sinds enige tijd
vijandelijkheden in Amerika plaats ge
vonden, waar de Fransen actieve steun
verleenden aan de Indianen. Het regi
ment, bestaande uit vier bataljons van
elk duizend man sterk, werd toen ge
vormd om de situatie te redden. De
felrode tunieken, logge bewegingen en
formele tactiek van de Britse troepen in
die tijd hadden op rampzalige wijze ge
faald tegen de Franse troepen en hun
Indiaanse bondgenoten in de dichte
wouden en ongebaande vlakten van
Noord-Amerika. Om deze nieuwe om
standigheden het hoofd te bieden werd
het eerste bataljon van het Koninklijk
Amerikaans Regiment met lichte, on
opvallende uniformen en wapenen uit
gerust, met het accent op beweeglijk
heid. Deze eigenschappen, in combina-
'tie met een meer tolerante discipline,
gebaseerd op een verhouding van ver
trouwen en eerbied tussen officieren en
manschappen, onderscheidde dit batal
jon van alle regimenten van het 18e
eeuwse Britse leger. Na de Franse revo
lutie was het K.R.R.C. betrokken bij de
oorlog met Frankrijk (17971815). Het
op de been brengen van het 5e Bataljon
60th Rifles, voornamelijk uit Hannove-
riaanse en Oostenrijkse schutters, en de
benoeming van Baron Francis de Rot
tenburg als bevelhebber, betekende een
tijdperk in de ontwikkeling van het
regiment en dat van het Britse Leger,
even belangrijk als de recrutering van
de Royal Americans uit de Amerikaan
se kolonisten en de bevelvoering van
Kolonel Henri Bouquet, een Zwitser.
Het is uit deze periode dat de zwarte
knopen, het Maltezer kruis en de jacht
hoorn stammen die thans de insignia
van alle Britse schutter- en lichte in-
fanterie-regimenten zijn. Van het mid
den van de negentiende eeuw tot aan
het begin van de eerste wereldoorlog
was het regiment betrokken bij een
lange serie van oorlogen tussen stam
men en rassen en in de Zuidafrikaanse
Oorlog onderscheidde het zich bij de
verdediging van Ladysmith. In de eer
ste wereldoorlog sneuvelden 13.000 of
ficieren en manschappen en 123.000
man werd gewond in campagnes die
zich uitstrekten van Mons in 1914 tot de
bezetting van Keulen en Constantino-
pel kort na de wapenstilstand. In de
tweede wereldoorlog dekte het regiment
de evacuatie van het Britse Expeditie-
leger uit Calais, vocht in de woestijn
oorlog en in de lente van 1951 vocht het
wanhopige achterhoedegevechten op
Kreta en in Griekenland. Tenslotte nam
het ook deel aan de Italiaanse veld
tocht en in de victorieuze opmars in
West-Europa.
OPPOMPEN VAN STEENKOOL UIT
DE SCHACHTEN
Een oude droom van mijningenieurs
over de gehele wereld, namelijk om
steenkool uit de ondergrondse schach
ten regelrecht naar de oppervlakte te
pompen, is in Schotland werkelijkheid
geworden. De National Coal Board, die
sinds 1953 bezig is geweest het experi
ment voor te bereiden in de steenkool
mijn van Woodend in het steenkolen
veld van Midlothian in de buurt van
Edinburg, heeft de eerste steenkool op
deze manier door een 25 voet lange pijp
leiding, lopende van een pompstation in
de mijn naar de mijningang, aan de op
pervlakte gebracht. De steenkool wordt
door een zeer snelle waterstroom naar
de oppervlakte getransporteerd. Per
uur werden op deze wijze 40 ton anthra-
ciet naar boven gebracht. Dit komt
neer op 300 ton per ploeg.
GEVAAR HOOIBROEI
De burgemeester van Rhenen, over
wegende, dat gevaar voor hooibroei
nimmer is uitgesloten, wijst belang
hebbenden met nadruk op bovenge
noemd gevaar, onder opmerking, dat
art. 158 van het wetboek van strafrecht
straf bedreigt tegen hem, aan wiens
schuld brand is te wijten.
Rhenen, 1 Augustus 1955.
De burgemeester voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
ROOKVERBOD IN BOSSEN EN OP
HEIDE
De burgemeester van Rhenen wijst
nogmaals op het verbod in bossen, veen
en op de heide of in de nabijheid van
dergelijke gebieden:
1. Een open vuur of brandend licht mee
te voeren;
2. brandende of gloeiende voorwerpen
te laten vallen, weg te werpen of
daarmee onvoorzichtig om te gaan;
3. in de open lucht of in brandbare of
houten gebouwen of bouwsels vuur
aan te leggen, zonder een schrifte
lijke vergunning van de gebruiker
van het perceel bij zich te hebben of
een vuur, waartoe vergunning is ver
leend, onbewaakt te laten;
4. tussen 1 Maart en 31 October op bo
vengenoemd terrein te roken.
Overtreding wordt volgens de ver
ordening ter voorkoming van bos-,
heide- en veenbranden van 12 JJuni
1941 gestraft, ook indien door dit licht
zinnig optreden geen schade is ver
oorzaakt.
Is een brand door de overtreding ver
oorzaakt, dan geldt deze handeling als
misdrijf. De politie-organen hebben in
het droge jaargetijde bevel streng op
te treden. De gevolgen van de veron
achtzaming van bovengenoemd verbod
heeft ieder aan zichzelf te wijten.
De burgemeester voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
Onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal
Wie zijn er jarig?
27 Juli Dina Hoogendoorn.
28 Antje v. d. Weerd (Eist).
28 Gertie Heikamp.
ZEEKAPITEIN EN DE
SCILLY ISLANDS
Er is een einde gekomen aan een zeer
ongewone band tussen Nederland en de
Scilly Islands. Achttien maanden ge
leden stoomde kapitein F. H. Dobbinga,
de gezagvoerder van de 10.000 ton grote
Noordam van de Holland-Amerikalijn
op de reis van Rotterdam naar New-
York op een halve mijl afstand van St.
Mary's, het grootste eiland van de Scilly
groep. Wilfred Phillips, een bloemen-
kweker op St. Mary, wuifde met zijn
zakdoek toen de Noordam voorbij voer
en kapitein Dobbinga beantwoordde
deze groet met vier stoten op de sirene
van het schip. Sindsdien is de Noor
dam om de drie Zondagen om onge
veer vier uur in de namiddag dicht
langs St. Mary gevaren om het zwaaien
van de heer Phillips met vier stoten op
de sirene te beantwoorden. Maar deze
maand betekende het signaal van ka
pitein Dobbinga een afscheidsgroet,
want hij is nu, na 43 jaar te hebben
gevaren, gepensionneerd. Hoewel kapi
tein Dobbinga de heer Phillips niet
meer zal zien, corresponderen zij echter
met elkaar en volgend jaar zal kapi
tein Dobbinga zijn vriend voor de eer
ste keer de hand drukken, aangezien
hii de uitnodiging van de heer Phillips
om de Scilly Islands te komen bezoeken
heeft aangenomen.
langdurige
Juist in deze tijd van het jaar kunnen
we waarnemen, dat wij in een vrucht
baar land wonen. Overvloedig staan de
gewassen in het veld te wachten op de
oogst. De markten zijn overladen met
vruchten en groenten. De veilingen ver
werken ongekende hoeveelheden en ook
dit jaar zal een aantal producten tegen
de minimumprijs van de hand worden
gedaan.
De huisvrouwen staan in de groenten-
winkels te discussiëren over de kwali
teit van de aangeboden veldvruchten
en bij menigeen komt dan de gedachte
boven om van deze goedkope tijd voor
groenten en fruit gebruik te maken en
daarvan een voorraad aan te leggen.
De opslag van groenten en fruit voor
de huishouding kan op verschillende
wijzen geschieden. De klassieke metho
de is het inmaken in vaten en potten.
Een moderne methode wordt gevonden
in het gebruik van weckglazen, die met
behulp van een steriliseerketel de
NIEUWE RAADSELS
plaats in Drente,
boom.
haarkleur.
afscheiding tussen 2 landen,
bijenhouder,
insect.
vreemde taal.
jongen.
x gedeelte van Oostenrijk.
x ontsmettende vloeistof.
Op de kruisjeslijn komt de naam van
een vissoort.
II. Ie rij (van links naar recht en
van boven naar beneden) ontsiert je
kleren; 2e rij meisjesnaam; 3e rij dier;
4e rij deel van een bloem.
1
2
3
4
2
3
4
III. Wat staat midden in de kamer
op drie poten?
Oplossing raadsels
I. Kei - steen - keisteen.
II. 1. Hooimaand. 2. Deze planten
hebben lange wortels, die 't losse zand
goed vasthouden. 3. Neen, want de
diepste zee is dieper dan de hoogste
berg hoog is. 4. Rood en violet. 5. Bomen
geven zuurstof af. 6. Escadrille.
III. Iets - fiets.
POSTBODES IN ACTIE
Aan het eind van 't lopende jaar zal
al het personeel van de Duitse Bonds-
posterijen (en dat zijn er nogal wat!) in
umiformen gestoken zijn van een wol-
perlon-mengsel. De directie heeft deze
stof voorgeschreven, daar vorig jaar is
gebleken, dat hiervan gemaakte broe
ken twee maal zo lang meegaan
zelfs bij telegrambestellers.
In het plaatsje Bommelewip woonde
een apotheker en die had een kat. Het
was een grote dikke kat met erg lange
snorren en een staart met een pluimpje,
waarop hij erg trots was. Tonnetje Bus
kruit heette de kat.
Tonnetje Buskruit was de schrik van
iedereen. Hij vernielde de bloembedden,
gapte worsten bij de slager en zat ach
ter vogeltjes aan. De mensen in Bom
melewip vonden, dat het zo niet langer
kon. „Je moet die kat wegdoen", zeiden
ze tegen de apotheker.
De apotheker keek sip. Hij hield van
Tonnetje Buskruit, hoeveel last die hem
ook bezorgde. Hij vroeg aan de dorps
bewoners of ze nog even geduld wilden
hebben. „Ik zal proberen hem wat te
temmen", zei de apotheker, staande op
een zeepkist je, tot de mensen van Bom
melewip. Maar de volgende dag was
iedereen woest. Want wat was er ge
beurd? Niet alleen had Tonnetje Bus-
keruit des nachts alle viooltjes van de
burgemeester platgetrapt, maar hij
sprong zo pardoes tegen oude juffrouw
Klomp aan, dat ze achterover viel en
een been brak.
Nu is er niets meer aan te doen, dacht
de apotheker. Nu moet ik Tonnetje wel
wegsturen. Toen piepte de winkeldeur
en binnen kwam een miniatuurmanne
tje. „Ik moet uw kat spreken," zei het
mannetje. „Hij zit in de achterkamer,"
zei de apotheker.
De kat zat op zijn stoeltje toen het
mannetje binnenkwam. „Wat is er,"
vroeg hij.
„Ik ben de nachtkabouter," zei het
mannetje. En ik kom je verbieden. Je
mag niet tegen de mensen opvliegen en
ze zo laten schrikken!"
„Poeh," zei de kat, „ik doe wat ik
wil."
Het mannetje grinnikte. „Dat zullen
we eens zien," zei hij.
Toen het avond werd sloop de kat
naar buiten. Hij wipte op de schutting,
daarna in de dakgoot. Hij was van plan
de biefstuk te pakken, die bij de dokter
in de keuken lag. Hij nam een sprong
naar het raam, maar kwam er niet.
Midden ici de lucht bleef hij hangen.
Wat is dat nou, dacht de kat. Met zijn
voorpoten naar voren en zijn achter
poten naar achteren en zijn staart (met
het pluimpje) omhoog, hing hij daar.
„Miaauw", riep hij hard. Maar nie
mand hoorde het. Het werd later, hij
kreeg het koud. Eindelijk kwam er
iemand aan. Het was de nachtkabouter.
„Ik kan er voor zorgen dat je heel
huids beneden komt," zei de nacht
kabouter. Maar dan moet je doen wat
ik gezegd heb. Niet meer gappen, niet
meer wild zijn. Gewoon een aardige kat
wezen."' Dat beloofde Tonnetje Bus
kruit. Maar hij schrok toen hij zichzelf
bekeek. Hij was ineens heel mager ge
worden, had geen snorren meer en was
zijn staart kwijt. Drie weken lang heeft
Tonnetje Buskruit zo door Bommelewip
gelopen. Hij schaamde zich verschrik
kelijk. Maar hij werd een heel ander
dier. Hij deed veel gezelliger dan vroe
ger, ging kopjes geven en zat vaak in
het raam van de apotheek te spinnen.
De mensen gingen van hem houden. En
na de derde week kwamen zijn snorren
weer terug. En na de vierde week was
hij weer zo dik als vroeger en liep met
de apotheker mee onder de paraplu als
die in de regen uitging. En na de vijfde
week zat ook zijn staart er weer aan.
Maar het pluimpje is nooit terugge
komen.
De Plantenziektenkundige Dienst
heeft onlangs voor de radio een ernstig
beroep op graslandbezitters gedaan
paal en perk te stellen aan de enorme
uitbreiding van de boterbloemen in de
weilanden. Aan de hand van een uitge
breid onderzoek is gebleken dat een
vierde van het grasland door boter
bloemen wordt bezet, hetgeen dus be
tekent dat 25 procent van de grasoogst
voor de voeding van het vee verloren
gaat.
Boterbloemen worden niet door het
vee genuttigd. De blaartrekkende bo
terbloem is zelfs bepaald schadelijk
voor het vee, omdat hij, als de koeien
hiermee in aanraking komen, blaren
op de slijmvliezen van tong en mond
holte veroorzaakt, die de dieren bij het
opnemen van voeder merkbaar hin
deren.
Het is lang geen uitzondering meer
dat van 1 ha grasland 10.000 tot 12.000
kg verse boterbloemen worden ge
maaid, die dus voor geen enkel doel ge
schikt zijn. Veel graslandbezitters me
nen nog steeds, dat boterbloemen een
noodzakelijk kwaad zijn. Dit is echter
een verouderd standpunt. De bestrij-
Als 't eindelijk vacantie is
zijn wij niet meer te houwen.
Dan moeten we met etenswaar
de rugzak vol gaan stouwen.
Wie nu nog in z'n wigwam zit
waardeert de zomer niet.
Wij tippelen door dik en dun
en zingen blij ons lied.
En komt er eens een onweersbui
of giet het ouwe wijven,
Dan zitten w' in een korenschoof
met opgevouwen lijven.
En als de mars wordt voortgezet
ruikt alles even fijn.
Zo'n tocht door onze bossen
kan een ware feesttocht zijn.
En zijn we 's avonds thuis beland
met afgesleten tenen,
Met haren als een bosjesman
en zwartgestreepte benen,
De rugzak als een cent zo plat
dan vallen w' ergens neer.
En zeggen: ,,'t Was een reuze dag
dat doen we nog eens weer!"
VOORLICHTINGSBUREAU mSLHd(.
VAN DEN V0EDINGSRAA0
VIER AUGUSTUS-MENU'S,
ELK WAT WILS
Het eerste doet de liefhebbers van de
gezonde en niet zo dure niertjes water
tanden: gestoofde nier, aardappelen,
sperciebonen, meloen.
Vraagt U bij de nier eens een stukje
niervet, dat geeft een heerlijke smaak
aan het gerecht. U snijdt het vet rond
om de nieren weg en bakt het zachtjes
uit, zó dat het niet dampt en licht van
kleur blijft.
De nieren zet U, na ze afgespoeld te
hebben, meteen in ruim water.
Wist U, dat plakken nier erg lekker
zijn op brood? Koop eens wat meer dan
voor de warme maaltijd nodig is en be
waar dat voor de broodmaaltijd.
Gestoofde nier met tomatenjus (voor
4 personen)
3 kalfs- of varkensnieren, 75 g (nier
vet en) boter of margarine, 1 tomaat,
zout, zo mogelijk tym of basilicum.
De nieren tot de bereiding in koud
water laten staan. Ze met vers koud
water aan de kook brengen, uit het nat
nemen, ze dan goed laten uitlekken en
in (het uitgesmolten niervet met) wat
boter of margarine vlug aan alle kan
ten bruinbakken. De tomaat in heet wa
ter of boven de vlam houden tot de schil
barst. De tomaat schillen, in plakken
snijden en deze bij de nieren leggen,
•ut en kruiden toevoegen. De warmte-
ding is de laatste jaren, dank zij de
ontdekking van de groeistoffen, aan
merkelijk vereenvoudigd en daarom
voor iedereen uitvoerbaar. Vooral met
MCPA-houdende middelen, zoals nola-
chiet, die ook de wortels van de boter
bloemen aantasten, kunnen binnen
korte tijd uitstekende resultaten wor
den behaald. Het middel is ongevaar
lijk voor het grasland zelf, zodat de be
zitters niets meer in de weg staat hier
van, gebruik te maken.
Zou
bron temperen, de
nieren, onder een
pan sluiten
paar maal
en de
keren,
zachtjes gaai^ laten worden in ongeveer
30 minuten.
De jus afmaken met water, even aan
de kook brengen en zo nodig nog op
smaak afmaken.
Met het tweede menu luiden we de
bakbokking of verse haring in. Ditmaal
vergezeld van bieten, die U zowel koud
als warm kunt opdienen met een al of
niet gefruit uitje.
Gebakken bokking, aardappelen, bie
ten, beschuit met custardvla.
Maak van de aardappelen als U ze
niet zó met bijv. een botersaus eet, eens
een sla. Snijd ze in plakjes en schenk er
een zure saus of een mengsel van olie
en azijn over. Maak de aardappelen ge
rust klaar vóór U de vis gaat bakken:
de saus mag wel een tijdje intrekken.
In het derde menu van gemengde
groenteschotel, aardappelen wordt ge
raspte kaas als eiwitrijk product, ver
werkt. In dit gerecht doet paprika, de
zgn. zoete peper, het uitstekend. U kunt
echter als hij niet te krijgen is, kom
kommer nemen. Ook cantharellen zul
len er niet in misstaan.
Groenteschotel met kaas (voor 4 per
sonen)
750 g spitskool, 1 ui, 50 g boter of
margarine, 2 paprika's, 250 g tomaten,
200 g geraspte belegen kaas, zout.
De groenten schoonmaken, (uit de pa
prika de steel en de pitjes wegnemen).
De kool zeer fijn snijden. De ui en de
paprika's fijnsnipperen en een paar mi
nuten zachtjes smoren in de boter of
margarine. De kool en een weinig zout
toevoegen en alles samen nog 15 minu
ten zachtjes smoren onder af en toe
omleggen. De kool moet nog een beetje
knapperig zijn. De tomaten ontvellen,
in plakken snijden en po het laatst door
de groenteschotel roeren. Alles over
doen in een vuurvaste schotel en er een
dikke laag geraspte kaas op strooien.
Zo mogelijk de schotel bovenin een
hete oven plaatsen en er zo lang in la-
t enstaan tot de kaas juist bruin begint
te worden, plm. 10 minuten.
Vindt U dit hoofdgerecht te licht, wat
denkt U dan van een pannekoek toe,
met bramen of bessen?
In het vierde menu nemen bonen als
eiwitbron de plaats in van vlees, vis of
kaas bij de aardappelen en groente.
Witte bonen, aardappelen, kropsla,
zure saus, chocoladepap.
Op een warme dag kunt U de bonen
als sla geven: koud, met augurkjes of
tomaat er door gemengd voor de kleur.
Het bonennat kan dienst doen bij de be
reiding van de saus of van een kop
soep de volgende dag.
groente en vruchten voor
opslag geschikt maken.
Naast deze mogelijkheden kan men er
ook toe overgaan een aantal blikken
met groente of fruit te kopen, waardoor
het tijdrovende wecken overbodig
wordt. In de laatste jaren zijn daar
naast de diepvriesproducten versche
nen, die ook een deel van de afzet van
de bedoelde levensmiddelen voor zich
hebben opgeëist. En de huisvrouw staat
maar voor de keus op welke wijze zij
zich het best van een wintervoorraad
kan voorzien.
WELKE METHODE?
De oudste methode, die van de echte
inmaak in vat of pot, is door velen ver
laten. Hoewel op het platteland nog
liefhebbers van dit systeem worden ge
vonden, is de animo sterk afgenomen.
Dit komt in hoofdzaak omdat de smaak
van de groenten door de inmaak er niet
beter op wordt. De aanschaf van pot
ten en vaten brengt echter niet veel
kosten met zich en dit is een aantrek
kelijke zijde.
Waar bij de moderne woningbouw
ook niet steeds kelders aanwezig zijn en
velen met ruimtegebrek kampen, moet
men soms van de inmaak afzien. Het
zelfde geldt in beperkte mate voor de
weck. Ook hier moeilijkheden met de
opslag. Dat wecken is stellig duurder
dan het ouderwetse inmaken. Men moet
de beschikking hebben over een ketel en
een aantal weckglazen met toebehoren
en de aanschaf daarvan vraagt nogal
wat geld.
Het voordeel van dit systeem is wel,
dat het aangeschafte materiaal een
aantal jaren meegaat, zodat de grote
uitgaaf slechts voor eenmaal behoeft te
worden gedaan. Over de kwaliteit van
de zelf geweckte groenten en vruchten
valt niet te twisten. Indien men dit met
zorg en vakkennis doet, smaakt men
daar later aan de maaltijd de genoe
gens van in de vorm van goede kwa
liteit.
EEN TIJDROVENDE BEZIGHEID
Wij wezen er reeds op, dat 't wecken
een tijdrovende bezigheid is. Nu er zo'n
gebrek is aan hulpen in de huishouding,
schrikken vele huismoeders er voor te
rug. Moet men toch al woekeren met de
tijd, dan is het aan te bevelen om er
niet aan te beginnen. De aanschaf van
weckglazen voor een gebruik van 1
jaar is niet practisch, omdat de kosten
van de glazen etc. daarvoor te hoog
zijn.
Weet men dus, dat men het dit jaar
nog wel kan doen, maar dat er de vol
gende jaren geen sprake meer van kan
zijn, dan doet men beter er niet aan te
beginnen. Het gebrek aan werkkracht
voor dit jaarlijks terugkerend feest kan
meestal nog wel worden opgelost.
Vriendinnen en buurvrouwen kunnen
elkaar helpen en in grote gezinnen zijn
er dikwijls al een paar kinderen, die
kunnen meehelpen met het schoon
maken van de groenten en vruchten.
VOORAL IN GROTE GEZINNEN
Het voordeel van de weck vindt men
vooral in grote gezinnen. Men kan daar
glazen vullen, die per stuk groot genoeg
zijn om de maaltijd van een vrij groot
aantal mensen van groente te voorzien
en dan kan de blikgroente en de diep
vries tegen het eigen fabriekje niet con
curreren. Gaat u gerust rekenen. U zult
stellig bij dit rekensommetje de kosten
van uw inspanning en arbeidskracht
niet op papier zetten. En dit is niet
helemaal eerlijk tegenover de blik-
groentenleverancier, die u de groente
praktisch kant en klaar in huis brengt.
Maar zou u de bestede tijd anders
hebben aangewend voor een visite of
een wandeling, dan mag men de kosten
daarvan ook rustig verwaarlozen en
legt u in de zomermaanden reeds de
basis voor een flinke besparing in de
wintermaanden.
Een voorwaarde voor de vorming
van een wintervoorraad van groente en
fruit is, dat men over het nodige geld
voor de aankoop beschikt. En dat kan
vooral in grote gezinnen nog weieens
ontbreken. Is geen besparing mogelijk,
dan moet men zich behelpen en 's zo
mers verse groente eten en 's winters
zijn toevlucht zoeken in een beperkt
aanbod van wintergroenten of in de
blikgroenten. Maar wie zich voor grote
gezinnen 's winters „dure" groenten
kan' veroorloven, die kan ook 's zomers
wel tot een besparing komen voor de
wintervoorraad.
(41)
„Ja," zei de oude man toen weer met
zijn trage kraakstem, „ja, zo vlug, dat
je nog eens in de bijt rijdt,voordat je
het weet."
Wonderlijk, dat dit haar nu juist weer
in de herinnering schoot, terwijl ze bij
na nooit meer aan Holland dacht. Oom
Aart had toch gelijk gehad; doordat ze
Eric weggehoond had, zat ze in de bijt
En ze had het pas gemerkt, toen ze
er goed en wel in zat.
Het ergste was, dat haar vaste recept
van hard werken hier de moeilijkheid
niet kon oplossen en de fout niet kon
herstellen. Voor het eerst voelde ze,
wat een gemiste kans is en voor het
eerst begreep ze, dat de afwikkeling van
het leven weieens helemaal niet over
eenkomt met de verwachtingen, die je
voor jezelf hebt gemaakt.
Voor de boerderij had ze betrekkelijk
weinig zorg. Dat was een kwestie van
werken en volhouden. Dat kon een jaar
of korter duren, eer alles regelmatig
liep, maar op de duur kon dat niet
missen.
Maar dan? Wat was haar eigen
leven? Ze had nooit gedacht aan de
mogelijkheid, dat ze hier langzaam oud
zou worden en vereenzamen. Jacks be
schrijvingen van de staat van oude
vrijster, die haar wachtte, hadden tot
nu toe alleen maar haar lachlust opge
wekt. Nu voelde ze met een schrik, die
pijn deed in haar hart, dat de jongen
in zijn plagerige spot meer waarheid
had gelegd, dan hij waarschijnlijk zelf
vermoedde.
En daarom werd het zo zwaar voort
te gaan. Zo zwaar te arbeiden, als de
hoop gehavend iszo zwaar sterk
te zijn, als er niemand is, die steun geeft
of steun vraagt. Evelyn kón niet langer
uitsluitend opgaan in de boerderij. Wat
ze met een meisjesachtig enthousiasme
was begonnen, kon ze nauwelijks nog
in handen houden, nu ze als vrouw ont
waakt was. Haar kinderlijke zelfver
zekerdheid had plaats gemaakt voor de
aarzeling van de volwassene, die meer
weet, meer voelt en meer vermoedt.
Hierin kon Mrs. Collins, haar Cana
dese moeder, haar niet helpen. De
oude dame was lief en goed genoeg. Ze
kon troosten en vertroetelen, maar
Evelyn zou haar nooit haar twijfel en
angst voor de toekomst blootleggen. Als
Mrs. Collins een enkele maal eens
schuchter vroeg: „Wat zijn je plannen,
meisje?" of „kun je dat nu wel aan?"
dan deed ze luchthartig en zorgeloos,
zonder dat ze daarmee de oudere vrouw
om de tuin leidde. Mrs. Collins voelde,
dat Evelyn het nu veel zwaarder te ver
antwoorden had dan vóór Erics tijd. En
Evelyn wist, dat de goede oude ziel zich
bezorgd over haar maakte, maar wat er
in haar binnenste omging, kon ze met
de beste wil van de wereld niet aan
haar laten zien. Niet voordat een totale
ineenstorting haar weerstand zou heb
ben gebroken. Ieder mens heeft schat
ten, waarvan alleen de scherven aan
een ander getoond worden.
De zomer werd een beproeving. Op,
de korte lente volgden een paar gloeien
de maanden, die de aarde deden ver
dorren. Na het hooien groeide er geen
jong, fris gras meer op de weiden, maar
verbrandde het veld tot een bruine
woestenij. Slechts langs de oevers van
de beek bleef het nog een tijdlang
groen, doch de waterloop werd al smal
ler en smaller, totdat er tenslotte maar
enkele poeltjes overschoten, die door
een nauwelijks levend stroompje ge
voed werden. De paarden moesten nu
's avonds, eer ze het land ingingen, nog
een volle ruif hooi hebben om vol
doende te krijgen. Dat ging weer in
mindering van hun wintervoorraad. De
koeien lieten ze maar vrij langs en door
het bos dwalen om hun kost zelf op te
zoeken, al werden ze daarbij gekweld
door alle mogelijke insecten. Met scha
pen gaat dat goed, maar koeien brengen
van het grazen in het wild niet veel te
recht en zo vermagerden de dieren
midden in de zomer. Het graan, dat in
het begin zo mooi stond, werd veel te
snel rijp. Tevergeefs puurden de wor
tels in de losgewerkte grond naar vocht,
dat steeds dieper wegtrok. De zon bla
kerde de stengels en de bladeren,
schroeide ze geel, spleet de aarde in
duizend scheuren en pijnigde de men
sen, die machteloos het verdorren van
de oogst moesten aanzien.
Eerst in deze onbarmhartige zomer
leerden Jack en Evelyn Noord-Ontario
kennen. Niet de lange winter was het
zwaarste, hoewel die toch bar genoeg
was, en niet de harde arbeid was een
ondraaglijke last veel erger was het
felle steken van de zon, die het moei
zaam veroverde uit de handen der ont-
ginners rukte. Onduldbaarder dan de
snijdende sneeuw in de winter, waren
de muggen 's nachts en de bloedzuigen
de steekvliegen overdag, die arbeid en
rust vergalden. De paarden hadden er
het hardst onder te lijden. De venijnige
vliegen zetten zich juist op die plekken
vast, waar de dieren onder het werk
niet met kop of staart bij konden ko
men. Machteloos zwaaiden ze de fijn-
beaderde koppen nu links, dan rechts,
zonder de hardnekkige kwelgeesten
kwijt te kunnen raken. Met netten en
bebladerde takken trachtten Jack en
Evelyn hun kameraden te beschermen.
Maar het was ondoenlijk. Om de haver
klap werden ze zelf gebeten. Armen,
hals en benen zaten vol met pijnlijke
bulten en het werk vorderde slecht. Het
was of alles tegenstribbelde en hun hu
meur leed er onder; het plezier was van
de arbeid af. Beiden werden ze brom
merig en lastig. Dikwijls kibbelden ze
weer op dezelfde manies als in het be
gin van de winter.
„Hadden we de boel maar in het voor
jaar verkocht," klaagde hij nu. „Toen
zag alles er nog betrekkelijk goed uit.
Als iemand zo'n zomer meegemaakt
heeft als deze, heeft hij voorgoed ge
noeg van een boerderij in deze buurt."
Dat kon Evelyn dan weer niet op zich
laten zitten en heftig protesteerde ze
tegen zijn gejammer, maar innerlijk
deed ze dat niet meer met de vaste
overtuiging van vroeger.
Wat haar het meest hinderde, was dat
ze niemand had met wie ze over al haar
moeilijkheden kon praten. Al weken
was ze van plan eens aan Eric te schrij
ven. Ze had zijn adres. Hij had hun dat,
toen hij pas aan de weg werkte, met
een enkel briefkaartje laten weten,
maar Evelyn had er nooit toe kunnen
komen te antwoorden en Eric van zijn
kant had ook nooit weer geschreven.
Zou ze hem nu schrijven? Ze kon er
niet toe komen. Zou Eric dat niet be-
sschouwen als een bedekt verzoek om
terug te komen? Het was haar zwaar
de eerste stap tot toenadering te doen.
In de grond van de zaak was zij 't, die
gelijk had en dus moest een erkenning
van ongelijk van zijn kant komen. Mis
schien misschien zou Evelyn bereid
zijn geweest ten lange leste haar kop
pigheid te betomen, als ze de zekerheid
had gehad, dat Eric dan ook inderdaad
terug zou komen. Maar wie zou haar
zeggen, of ze niet voor de derde maal
behandeld zou worden als een huilend
zusje in plaats van als een volwassen
vrouw? En dat, die terugwijzing, die
afwijzing, dat was, wat ze het ergste
vreesde. Het waarschijnlijkste was wel,
dat Eric haar al volkomen vergeten had.
Wat zouden die enkele weken beteke
nen voor hem, die voortdurend van de
ene plaats naar de andere trok? Vroeg
of laat zou hij zijn paarden wel komen
opeisen en dan natuurlijk op een on
gelegen ogenblik. Dat zou je nu altijd
zien!
Evelyn betrapte zich er nu en dan op,
dat ze in stilte wenste, dat de paarden
iets overkwam dat er een wegliep of
zo of dat er een gestolen werd. Dan
had ze een reden om aan Eric dringend
te schrijven en dan zou hij zich wel met
de boerderij en dus met haar, moeten
bezighouden. Maar dan werd ze aan
stonds kwaad op zichzelf om zulke on
verantwoordelijke dingen te denken en
ze liep gauw naar de stal om te zien
of alles nog in orde was.
Tenslotte kwam de kans onverwacht.
Jack kwam uit Beaver Creek met een
opgewonden verhaal thuis. Hij was voor
het eerst sinds weken bij de smid ge
weest om wat machinerieën te laten
repareren en de smid had hem verteld
van die Zweedse vriend van hem, die
nu op hetzelfde karwei werkte als zijn
zoon.
„Hij verdient geld als water," had
Monkton gezegd. „Vijf dollar per dag
vast en dan nog overuren. Dat maken
jullie op je boerderij niet."
Meer was niet nodig geweest om Jack
in vlam te zetten en al zijn oude wre
vel tegen de afgelegen ontginning op te
rakelen. Hij vroeg de smid honderduit,
over het werk en de streek, het loon en
het volk, dat ze er hadden. Wild jaloers
op Eric kwam hij thuis. Wat was hij
toch een sufferd om hier op die arm
zalige boerderij te blijven ploeteren.
Eric was heel wat verstandiger. Die had
het gauw gezien, dat er op hun land
niets te beleven en niets te verdienen
viel. Maar die zat ook niet onder de plak
van Evelyn!
„Ik geef het op," verklaarde hij reso
luut toen hij thuiskwam. „Ik bedank er
voor om hier nog langer mijn tijd te
verknoeien. Dat beetje oogst van ons
kan me niks schelen. Dat levert toch
niets op. De boel verdort nou al. Ik ga
naar dat werk toe, waar Eric is."
„Ben je gek geworden? Je kunt hier
toch zo maar niet uitlopen? We kunnen
de oogst toch niet op het land laten
staan? Wat zou er van terechtkomen?"
Van schrik en verontwaardiging was
Evelvn vuurrood geworden. Ze greep
Jack bij een arm. „Zeg, je bent niet
goed snik. Dat kón toch niet!"
(Wordt vervolgd.