DE VALLEI ZELF WECKEN OF CONSERVEN KOPEN? BOTERBLOEMEN of GRAS i -de CANADESE ERFENIS- Voor de Jeugd KOLOM VOOR DE VROUW 200 jaar oud Regiment Officiële Bekendmaking In deze Zomermaanden is een (linke besparing voor de winter mogelijk! De kat die zijn staart verloor. Rubriek VOOR DE BOER Vacantie! OOGST-MAALTIJDEN FEUILLETON Deze week bestaat een van de merk waardigste regimenten van het Britse leger merkwaardig in dit opzicht dat het uit Amerikanen, Duitsers, Oosten rijkers en Britten is gerecruteerd ge weest en dat de bataljons er van eens werden aangevoerd door een Oosten rijker en een Zwitser 200 jaar. Het bedoelde regiment is het Kings Royal Rifle Corps dat in de volksmond de Green Jackets wordt genoemd. Het re giment werd in 1755 in Amerika opge richt en stond toen bekend als het Ko ninklijk Amerikaans Regiment. Canada behoorde aan Frankrijk en hoewel En geland en Frankrijk niet met elkaar in oorlog waren, hadden er sinds enige tijd vijandelijkheden in Amerika plaats ge vonden, waar de Fransen actieve steun verleenden aan de Indianen. Het regi ment, bestaande uit vier bataljons van elk duizend man sterk, werd toen ge vormd om de situatie te redden. De felrode tunieken, logge bewegingen en formele tactiek van de Britse troepen in die tijd hadden op rampzalige wijze ge faald tegen de Franse troepen en hun Indiaanse bondgenoten in de dichte wouden en ongebaande vlakten van Noord-Amerika. Om deze nieuwe om standigheden het hoofd te bieden werd het eerste bataljon van het Koninklijk Amerikaans Regiment met lichte, on opvallende uniformen en wapenen uit gerust, met het accent op beweeglijk heid. Deze eigenschappen, in combina- 'tie met een meer tolerante discipline, gebaseerd op een verhouding van ver trouwen en eerbied tussen officieren en manschappen, onderscheidde dit batal jon van alle regimenten van het 18e eeuwse Britse leger. Na de Franse revo lutie was het K.R.R.C. betrokken bij de oorlog met Frankrijk (17971815). Het op de been brengen van het 5e Bataljon 60th Rifles, voornamelijk uit Hannove- riaanse en Oostenrijkse schutters, en de benoeming van Baron Francis de Rot tenburg als bevelhebber, betekende een tijdperk in de ontwikkeling van het regiment en dat van het Britse Leger, even belangrijk als de recrutering van de Royal Americans uit de Amerikaan se kolonisten en de bevelvoering van Kolonel Henri Bouquet, een Zwitser. Het is uit deze periode dat de zwarte knopen, het Maltezer kruis en de jacht hoorn stammen die thans de insignia van alle Britse schutter- en lichte in- fanterie-regimenten zijn. Van het mid den van de negentiende eeuw tot aan het begin van de eerste wereldoorlog was het regiment betrokken bij een lange serie van oorlogen tussen stam men en rassen en in de Zuidafrikaanse Oorlog onderscheidde het zich bij de verdediging van Ladysmith. In de eer ste wereldoorlog sneuvelden 13.000 of ficieren en manschappen en 123.000 man werd gewond in campagnes die zich uitstrekten van Mons in 1914 tot de bezetting van Keulen en Constantino- pel kort na de wapenstilstand. In de tweede wereldoorlog dekte het regiment de evacuatie van het Britse Expeditie- leger uit Calais, vocht in de woestijn oorlog en in de lente van 1951 vocht het wanhopige achterhoedegevechten op Kreta en in Griekenland. Tenslotte nam het ook deel aan de Italiaanse veld tocht en in de victorieuze opmars in West-Europa. OPPOMPEN VAN STEENKOOL UIT DE SCHACHTEN Een oude droom van mijningenieurs over de gehele wereld, namelijk om steenkool uit de ondergrondse schach ten regelrecht naar de oppervlakte te pompen, is in Schotland werkelijkheid geworden. De National Coal Board, die sinds 1953 bezig is geweest het experi ment voor te bereiden in de steenkool mijn van Woodend in het steenkolen veld van Midlothian in de buurt van Edinburg, heeft de eerste steenkool op deze manier door een 25 voet lange pijp leiding, lopende van een pompstation in de mijn naar de mijningang, aan de op pervlakte gebracht. De steenkool wordt door een zeer snelle waterstroom naar de oppervlakte getransporteerd. Per uur werden op deze wijze 40 ton anthra- ciet naar boven gebracht. Dit komt neer op 300 ton per ploeg. GEVAAR HOOIBROEI De burgemeester van Rhenen, over wegende, dat gevaar voor hooibroei nimmer is uitgesloten, wijst belang hebbenden met nadruk op bovenge noemd gevaar, onder opmerking, dat art. 158 van het wetboek van strafrecht straf bedreigt tegen hem, aan wiens schuld brand is te wijten. Rhenen, 1 Augustus 1955. De burgemeester voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. ROOKVERBOD IN BOSSEN EN OP HEIDE De burgemeester van Rhenen wijst nogmaals op het verbod in bossen, veen en op de heide of in de nabijheid van dergelijke gebieden: 1. Een open vuur of brandend licht mee te voeren; 2. brandende of gloeiende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of daarmee onvoorzichtig om te gaan; 3. in de open lucht of in brandbare of houten gebouwen of bouwsels vuur aan te leggen, zonder een schrifte lijke vergunning van de gebruiker van het perceel bij zich te hebben of een vuur, waartoe vergunning is ver leend, onbewaakt te laten; 4. tussen 1 Maart en 31 October op bo vengenoemd terrein te roken. Overtreding wordt volgens de ver ordening ter voorkoming van bos-, heide- en veenbranden van 12 JJuni 1941 gestraft, ook indien door dit licht zinnig optreden geen schade is ver oorzaakt. Is een brand door de overtreding ver oorzaakt, dan geldt deze handeling als misdrijf. De politie-organen hebben in het droge jaargetijde bevel streng op te treden. De gevolgen van de veron achtzaming van bovengenoemd verbod heeft ieder aan zichzelf te wijten. De burgemeester voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" Onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal Wie zijn er jarig? 27 Juli Dina Hoogendoorn. 28 Antje v. d. Weerd (Eist). 28 Gertie Heikamp. ZEEKAPITEIN EN DE SCILLY ISLANDS Er is een einde gekomen aan een zeer ongewone band tussen Nederland en de Scilly Islands. Achttien maanden ge leden stoomde kapitein F. H. Dobbinga, de gezagvoerder van de 10.000 ton grote Noordam van de Holland-Amerikalijn op de reis van Rotterdam naar New- York op een halve mijl afstand van St. Mary's, het grootste eiland van de Scilly groep. Wilfred Phillips, een bloemen- kweker op St. Mary, wuifde met zijn zakdoek toen de Noordam voorbij voer en kapitein Dobbinga beantwoordde deze groet met vier stoten op de sirene van het schip. Sindsdien is de Noor dam om de drie Zondagen om onge veer vier uur in de namiddag dicht langs St. Mary gevaren om het zwaaien van de heer Phillips met vier stoten op de sirene te beantwoorden. Maar deze maand betekende het signaal van ka pitein Dobbinga een afscheidsgroet, want hij is nu, na 43 jaar te hebben gevaren, gepensionneerd. Hoewel kapi tein Dobbinga de heer Phillips niet meer zal zien, corresponderen zij echter met elkaar en volgend jaar zal kapi tein Dobbinga zijn vriend voor de eer ste keer de hand drukken, aangezien hii de uitnodiging van de heer Phillips om de Scilly Islands te komen bezoeken heeft aangenomen. langdurige Juist in deze tijd van het jaar kunnen we waarnemen, dat wij in een vrucht baar land wonen. Overvloedig staan de gewassen in het veld te wachten op de oogst. De markten zijn overladen met vruchten en groenten. De veilingen ver werken ongekende hoeveelheden en ook dit jaar zal een aantal producten tegen de minimumprijs van de hand worden gedaan. De huisvrouwen staan in de groenten- winkels te discussiëren over de kwali teit van de aangeboden veldvruchten en bij menigeen komt dan de gedachte boven om van deze goedkope tijd voor groenten en fruit gebruik te maken en daarvan een voorraad aan te leggen. De opslag van groenten en fruit voor de huishouding kan op verschillende wijzen geschieden. De klassieke metho de is het inmaken in vaten en potten. Een moderne methode wordt gevonden in het gebruik van weckglazen, die met behulp van een steriliseerketel de NIEUWE RAADSELS plaats in Drente, boom. haarkleur. afscheiding tussen 2 landen, bijenhouder, insect. vreemde taal. jongen. x gedeelte van Oostenrijk. x ontsmettende vloeistof. Op de kruisjeslijn komt de naam van een vissoort. II. Ie rij (van links naar recht en van boven naar beneden) ontsiert je kleren; 2e rij meisjesnaam; 3e rij dier; 4e rij deel van een bloem. 1 2 3 4 2 3 4 III. Wat staat midden in de kamer op drie poten? Oplossing raadsels I. Kei - steen - keisteen. II. 1. Hooimaand. 2. Deze planten hebben lange wortels, die 't losse zand goed vasthouden. 3. Neen, want de diepste zee is dieper dan de hoogste berg hoog is. 4. Rood en violet. 5. Bomen geven zuurstof af. 6. Escadrille. III. Iets - fiets. POSTBODES IN ACTIE Aan het eind van 't lopende jaar zal al het personeel van de Duitse Bonds- posterijen (en dat zijn er nogal wat!) in umiformen gestoken zijn van een wol- perlon-mengsel. De directie heeft deze stof voorgeschreven, daar vorig jaar is gebleken, dat hiervan gemaakte broe ken twee maal zo lang meegaan zelfs bij telegrambestellers. In het plaatsje Bommelewip woonde een apotheker en die had een kat. Het was een grote dikke kat met erg lange snorren en een staart met een pluimpje, waarop hij erg trots was. Tonnetje Bus kruit heette de kat. Tonnetje Buskruit was de schrik van iedereen. Hij vernielde de bloembedden, gapte worsten bij de slager en zat ach ter vogeltjes aan. De mensen in Bom melewip vonden, dat het zo niet langer kon. „Je moet die kat wegdoen", zeiden ze tegen de apotheker. De apotheker keek sip. Hij hield van Tonnetje Buskruit, hoeveel last die hem ook bezorgde. Hij vroeg aan de dorps bewoners of ze nog even geduld wilden hebben. „Ik zal proberen hem wat te temmen", zei de apotheker, staande op een zeepkist je, tot de mensen van Bom melewip. Maar de volgende dag was iedereen woest. Want wat was er ge beurd? Niet alleen had Tonnetje Bus- keruit des nachts alle viooltjes van de burgemeester platgetrapt, maar hij sprong zo pardoes tegen oude juffrouw Klomp aan, dat ze achterover viel en een been brak. Nu is er niets meer aan te doen, dacht de apotheker. Nu moet ik Tonnetje wel wegsturen. Toen piepte de winkeldeur en binnen kwam een miniatuurmanne tje. „Ik moet uw kat spreken," zei het mannetje. „Hij zit in de achterkamer," zei de apotheker. De kat zat op zijn stoeltje toen het mannetje binnenkwam. „Wat is er," vroeg hij. „Ik ben de nachtkabouter," zei het mannetje. En ik kom je verbieden. Je mag niet tegen de mensen opvliegen en ze zo laten schrikken!" „Poeh," zei de kat, „ik doe wat ik wil." Het mannetje grinnikte. „Dat zullen we eens zien," zei hij. Toen het avond werd sloop de kat naar buiten. Hij wipte op de schutting, daarna in de dakgoot. Hij was van plan de biefstuk te pakken, die bij de dokter in de keuken lag. Hij nam een sprong naar het raam, maar kwam er niet. Midden ici de lucht bleef hij hangen. Wat is dat nou, dacht de kat. Met zijn voorpoten naar voren en zijn achter poten naar achteren en zijn staart (met het pluimpje) omhoog, hing hij daar. „Miaauw", riep hij hard. Maar nie mand hoorde het. Het werd later, hij kreeg het koud. Eindelijk kwam er iemand aan. Het was de nachtkabouter. „Ik kan er voor zorgen dat je heel huids beneden komt," zei de nacht kabouter. Maar dan moet je doen wat ik gezegd heb. Niet meer gappen, niet meer wild zijn. Gewoon een aardige kat wezen."' Dat beloofde Tonnetje Bus kruit. Maar hij schrok toen hij zichzelf bekeek. Hij was ineens heel mager ge worden, had geen snorren meer en was zijn staart kwijt. Drie weken lang heeft Tonnetje Buskruit zo door Bommelewip gelopen. Hij schaamde zich verschrik kelijk. Maar hij werd een heel ander dier. Hij deed veel gezelliger dan vroe ger, ging kopjes geven en zat vaak in het raam van de apotheek te spinnen. De mensen gingen van hem houden. En na de derde week kwamen zijn snorren weer terug. En na de vierde week was hij weer zo dik als vroeger en liep met de apotheker mee onder de paraplu als die in de regen uitging. En na de vijfde week zat ook zijn staart er weer aan. Maar het pluimpje is nooit terugge komen. De Plantenziektenkundige Dienst heeft onlangs voor de radio een ernstig beroep op graslandbezitters gedaan paal en perk te stellen aan de enorme uitbreiding van de boterbloemen in de weilanden. Aan de hand van een uitge breid onderzoek is gebleken dat een vierde van het grasland door boter bloemen wordt bezet, hetgeen dus be tekent dat 25 procent van de grasoogst voor de voeding van het vee verloren gaat. Boterbloemen worden niet door het vee genuttigd. De blaartrekkende bo terbloem is zelfs bepaald schadelijk voor het vee, omdat hij, als de koeien hiermee in aanraking komen, blaren op de slijmvliezen van tong en mond holte veroorzaakt, die de dieren bij het opnemen van voeder merkbaar hin deren. Het is lang geen uitzondering meer dat van 1 ha grasland 10.000 tot 12.000 kg verse boterbloemen worden ge maaid, die dus voor geen enkel doel ge schikt zijn. Veel graslandbezitters me nen nog steeds, dat boterbloemen een noodzakelijk kwaad zijn. Dit is echter een verouderd standpunt. De bestrij- Als 't eindelijk vacantie is zijn wij niet meer te houwen. Dan moeten we met etenswaar de rugzak vol gaan stouwen. Wie nu nog in z'n wigwam zit waardeert de zomer niet. Wij tippelen door dik en dun en zingen blij ons lied. En komt er eens een onweersbui of giet het ouwe wijven, Dan zitten w' in een korenschoof met opgevouwen lijven. En als de mars wordt voortgezet ruikt alles even fijn. Zo'n tocht door onze bossen kan een ware feesttocht zijn. En zijn we 's avonds thuis beland met afgesleten tenen, Met haren als een bosjesman en zwartgestreepte benen, De rugzak als een cent zo plat dan vallen w' ergens neer. En zeggen: ,,'t Was een reuze dag dat doen we nog eens weer!" VOORLICHTINGSBUREAU mSLHd(. VAN DEN V0EDINGSRAA0 VIER AUGUSTUS-MENU'S, ELK WAT WILS Het eerste doet de liefhebbers van de gezonde en niet zo dure niertjes water tanden: gestoofde nier, aardappelen, sperciebonen, meloen. Vraagt U bij de nier eens een stukje niervet, dat geeft een heerlijke smaak aan het gerecht. U snijdt het vet rond om de nieren weg en bakt het zachtjes uit, zó dat het niet dampt en licht van kleur blijft. De nieren zet U, na ze afgespoeld te hebben, meteen in ruim water. Wist U, dat plakken nier erg lekker zijn op brood? Koop eens wat meer dan voor de warme maaltijd nodig is en be waar dat voor de broodmaaltijd. Gestoofde nier met tomatenjus (voor 4 personen) 3 kalfs- of varkensnieren, 75 g (nier vet en) boter of margarine, 1 tomaat, zout, zo mogelijk tym of basilicum. De nieren tot de bereiding in koud water laten staan. Ze met vers koud water aan de kook brengen, uit het nat nemen, ze dan goed laten uitlekken en in (het uitgesmolten niervet met) wat boter of margarine vlug aan alle kan ten bruinbakken. De tomaat in heet wa ter of boven de vlam houden tot de schil barst. De tomaat schillen, in plakken snijden en deze bij de nieren leggen, •ut en kruiden toevoegen. De warmte- ding is de laatste jaren, dank zij de ontdekking van de groeistoffen, aan merkelijk vereenvoudigd en daarom voor iedereen uitvoerbaar. Vooral met MCPA-houdende middelen, zoals nola- chiet, die ook de wortels van de boter bloemen aantasten, kunnen binnen korte tijd uitstekende resultaten wor den behaald. Het middel is ongevaar lijk voor het grasland zelf, zodat de be zitters niets meer in de weg staat hier van, gebruik te maken. Zou bron temperen, de nieren, onder een pan sluiten paar maal en de keren, zachtjes gaai^ laten worden in ongeveer 30 minuten. De jus afmaken met water, even aan de kook brengen en zo nodig nog op smaak afmaken. Met het tweede menu luiden we de bakbokking of verse haring in. Ditmaal vergezeld van bieten, die U zowel koud als warm kunt opdienen met een al of niet gefruit uitje. Gebakken bokking, aardappelen, bie ten, beschuit met custardvla. Maak van de aardappelen als U ze niet zó met bijv. een botersaus eet, eens een sla. Snijd ze in plakjes en schenk er een zure saus of een mengsel van olie en azijn over. Maak de aardappelen ge rust klaar vóór U de vis gaat bakken: de saus mag wel een tijdje intrekken. In het derde menu van gemengde groenteschotel, aardappelen wordt ge raspte kaas als eiwitrijk product, ver werkt. In dit gerecht doet paprika, de zgn. zoete peper, het uitstekend. U kunt echter als hij niet te krijgen is, kom kommer nemen. Ook cantharellen zul len er niet in misstaan. Groenteschotel met kaas (voor 4 per sonen) 750 g spitskool, 1 ui, 50 g boter of margarine, 2 paprika's, 250 g tomaten, 200 g geraspte belegen kaas, zout. De groenten schoonmaken, (uit de pa prika de steel en de pitjes wegnemen). De kool zeer fijn snijden. De ui en de paprika's fijnsnipperen en een paar mi nuten zachtjes smoren in de boter of margarine. De kool en een weinig zout toevoegen en alles samen nog 15 minu ten zachtjes smoren onder af en toe omleggen. De kool moet nog een beetje knapperig zijn. De tomaten ontvellen, in plakken snijden en po het laatst door de groenteschotel roeren. Alles over doen in een vuurvaste schotel en er een dikke laag geraspte kaas op strooien. Zo mogelijk de schotel bovenin een hete oven plaatsen en er zo lang in la- t enstaan tot de kaas juist bruin begint te worden, plm. 10 minuten. Vindt U dit hoofdgerecht te licht, wat denkt U dan van een pannekoek toe, met bramen of bessen? In het vierde menu nemen bonen als eiwitbron de plaats in van vlees, vis of kaas bij de aardappelen en groente. Witte bonen, aardappelen, kropsla, zure saus, chocoladepap. Op een warme dag kunt U de bonen als sla geven: koud, met augurkjes of tomaat er door gemengd voor de kleur. Het bonennat kan dienst doen bij de be reiding van de saus of van een kop soep de volgende dag. groente en vruchten voor opslag geschikt maken. Naast deze mogelijkheden kan men er ook toe overgaan een aantal blikken met groente of fruit te kopen, waardoor het tijdrovende wecken overbodig wordt. In de laatste jaren zijn daar naast de diepvriesproducten versche nen, die ook een deel van de afzet van de bedoelde levensmiddelen voor zich hebben opgeëist. En de huisvrouw staat maar voor de keus op welke wijze zij zich het best van een wintervoorraad kan voorzien. WELKE METHODE? De oudste methode, die van de echte inmaak in vat of pot, is door velen ver laten. Hoewel op het platteland nog liefhebbers van dit systeem worden ge vonden, is de animo sterk afgenomen. Dit komt in hoofdzaak omdat de smaak van de groenten door de inmaak er niet beter op wordt. De aanschaf van pot ten en vaten brengt echter niet veel kosten met zich en dit is een aantrek kelijke zijde. Waar bij de moderne woningbouw ook niet steeds kelders aanwezig zijn en velen met ruimtegebrek kampen, moet men soms van de inmaak afzien. Het zelfde geldt in beperkte mate voor de weck. Ook hier moeilijkheden met de opslag. Dat wecken is stellig duurder dan het ouderwetse inmaken. Men moet de beschikking hebben over een ketel en een aantal weckglazen met toebehoren en de aanschaf daarvan vraagt nogal wat geld. Het voordeel van dit systeem is wel, dat het aangeschafte materiaal een aantal jaren meegaat, zodat de grote uitgaaf slechts voor eenmaal behoeft te worden gedaan. Over de kwaliteit van de zelf geweckte groenten en vruchten valt niet te twisten. Indien men dit met zorg en vakkennis doet, smaakt men daar later aan de maaltijd de genoe gens van in de vorm van goede kwa liteit. EEN TIJDROVENDE BEZIGHEID Wij wezen er reeds op, dat 't wecken een tijdrovende bezigheid is. Nu er zo'n gebrek is aan hulpen in de huishouding, schrikken vele huismoeders er voor te rug. Moet men toch al woekeren met de tijd, dan is het aan te bevelen om er niet aan te beginnen. De aanschaf van weckglazen voor een gebruik van 1 jaar is niet practisch, omdat de kosten van de glazen etc. daarvoor te hoog zijn. Weet men dus, dat men het dit jaar nog wel kan doen, maar dat er de vol gende jaren geen sprake meer van kan zijn, dan doet men beter er niet aan te beginnen. Het gebrek aan werkkracht voor dit jaarlijks terugkerend feest kan meestal nog wel worden opgelost. Vriendinnen en buurvrouwen kunnen elkaar helpen en in grote gezinnen zijn er dikwijls al een paar kinderen, die kunnen meehelpen met het schoon maken van de groenten en vruchten. VOORAL IN GROTE GEZINNEN Het voordeel van de weck vindt men vooral in grote gezinnen. Men kan daar glazen vullen, die per stuk groot genoeg zijn om de maaltijd van een vrij groot aantal mensen van groente te voorzien en dan kan de blikgroente en de diep vries tegen het eigen fabriekje niet con curreren. Gaat u gerust rekenen. U zult stellig bij dit rekensommetje de kosten van uw inspanning en arbeidskracht niet op papier zetten. En dit is niet helemaal eerlijk tegenover de blik- groentenleverancier, die u de groente praktisch kant en klaar in huis brengt. Maar zou u de bestede tijd anders hebben aangewend voor een visite of een wandeling, dan mag men de kosten daarvan ook rustig verwaarlozen en legt u in de zomermaanden reeds de basis voor een flinke besparing in de wintermaanden. Een voorwaarde voor de vorming van een wintervoorraad van groente en fruit is, dat men over het nodige geld voor de aankoop beschikt. En dat kan vooral in grote gezinnen nog weieens ontbreken. Is geen besparing mogelijk, dan moet men zich behelpen en 's zo mers verse groente eten en 's winters zijn toevlucht zoeken in een beperkt aanbod van wintergroenten of in de blikgroenten. Maar wie zich voor grote gezinnen 's winters „dure" groenten kan' veroorloven, die kan ook 's zomers wel tot een besparing komen voor de wintervoorraad. (41) „Ja," zei de oude man toen weer met zijn trage kraakstem, „ja, zo vlug, dat je nog eens in de bijt rijdt,voordat je het weet." Wonderlijk, dat dit haar nu juist weer in de herinnering schoot, terwijl ze bij na nooit meer aan Holland dacht. Oom Aart had toch gelijk gehad; doordat ze Eric weggehoond had, zat ze in de bijt En ze had het pas gemerkt, toen ze er goed en wel in zat. Het ergste was, dat haar vaste recept van hard werken hier de moeilijkheid niet kon oplossen en de fout niet kon herstellen. Voor het eerst voelde ze, wat een gemiste kans is en voor het eerst begreep ze, dat de afwikkeling van het leven weieens helemaal niet over eenkomt met de verwachtingen, die je voor jezelf hebt gemaakt. Voor de boerderij had ze betrekkelijk weinig zorg. Dat was een kwestie van werken en volhouden. Dat kon een jaar of korter duren, eer alles regelmatig liep, maar op de duur kon dat niet missen. Maar dan? Wat was haar eigen leven? Ze had nooit gedacht aan de mogelijkheid, dat ze hier langzaam oud zou worden en vereenzamen. Jacks be schrijvingen van de staat van oude vrijster, die haar wachtte, hadden tot nu toe alleen maar haar lachlust opge wekt. Nu voelde ze met een schrik, die pijn deed in haar hart, dat de jongen in zijn plagerige spot meer waarheid had gelegd, dan hij waarschijnlijk zelf vermoedde. En daarom werd het zo zwaar voort te gaan. Zo zwaar te arbeiden, als de hoop gehavend iszo zwaar sterk te zijn, als er niemand is, die steun geeft of steun vraagt. Evelyn kón niet langer uitsluitend opgaan in de boerderij. Wat ze met een meisjesachtig enthousiasme was begonnen, kon ze nauwelijks nog in handen houden, nu ze als vrouw ont waakt was. Haar kinderlijke zelfver zekerdheid had plaats gemaakt voor de aarzeling van de volwassene, die meer weet, meer voelt en meer vermoedt. Hierin kon Mrs. Collins, haar Cana dese moeder, haar niet helpen. De oude dame was lief en goed genoeg. Ze kon troosten en vertroetelen, maar Evelyn zou haar nooit haar twijfel en angst voor de toekomst blootleggen. Als Mrs. Collins een enkele maal eens schuchter vroeg: „Wat zijn je plannen, meisje?" of „kun je dat nu wel aan?" dan deed ze luchthartig en zorgeloos, zonder dat ze daarmee de oudere vrouw om de tuin leidde. Mrs. Collins voelde, dat Evelyn het nu veel zwaarder te ver antwoorden had dan vóór Erics tijd. En Evelyn wist, dat de goede oude ziel zich bezorgd over haar maakte, maar wat er in haar binnenste omging, kon ze met de beste wil van de wereld niet aan haar laten zien. Niet voordat een totale ineenstorting haar weerstand zou heb ben gebroken. Ieder mens heeft schat ten, waarvan alleen de scherven aan een ander getoond worden. De zomer werd een beproeving. Op, de korte lente volgden een paar gloeien de maanden, die de aarde deden ver dorren. Na het hooien groeide er geen jong, fris gras meer op de weiden, maar verbrandde het veld tot een bruine woestenij. Slechts langs de oevers van de beek bleef het nog een tijdlang groen, doch de waterloop werd al smal ler en smaller, totdat er tenslotte maar enkele poeltjes overschoten, die door een nauwelijks levend stroompje ge voed werden. De paarden moesten nu 's avonds, eer ze het land ingingen, nog een volle ruif hooi hebben om vol doende te krijgen. Dat ging weer in mindering van hun wintervoorraad. De koeien lieten ze maar vrij langs en door het bos dwalen om hun kost zelf op te zoeken, al werden ze daarbij gekweld door alle mogelijke insecten. Met scha pen gaat dat goed, maar koeien brengen van het grazen in het wild niet veel te recht en zo vermagerden de dieren midden in de zomer. Het graan, dat in het begin zo mooi stond, werd veel te snel rijp. Tevergeefs puurden de wor tels in de losgewerkte grond naar vocht, dat steeds dieper wegtrok. De zon bla kerde de stengels en de bladeren, schroeide ze geel, spleet de aarde in duizend scheuren en pijnigde de men sen, die machteloos het verdorren van de oogst moesten aanzien. Eerst in deze onbarmhartige zomer leerden Jack en Evelyn Noord-Ontario kennen. Niet de lange winter was het zwaarste, hoewel die toch bar genoeg was, en niet de harde arbeid was een ondraaglijke last veel erger was het felle steken van de zon, die het moei zaam veroverde uit de handen der ont- ginners rukte. Onduldbaarder dan de snijdende sneeuw in de winter, waren de muggen 's nachts en de bloedzuigen de steekvliegen overdag, die arbeid en rust vergalden. De paarden hadden er het hardst onder te lijden. De venijnige vliegen zetten zich juist op die plekken vast, waar de dieren onder het werk niet met kop of staart bij konden ko men. Machteloos zwaaiden ze de fijn- beaderde koppen nu links, dan rechts, zonder de hardnekkige kwelgeesten kwijt te kunnen raken. Met netten en bebladerde takken trachtten Jack en Evelyn hun kameraden te beschermen. Maar het was ondoenlijk. Om de haver klap werden ze zelf gebeten. Armen, hals en benen zaten vol met pijnlijke bulten en het werk vorderde slecht. Het was of alles tegenstribbelde en hun hu meur leed er onder; het plezier was van de arbeid af. Beiden werden ze brom merig en lastig. Dikwijls kibbelden ze weer op dezelfde manies als in het be gin van de winter. „Hadden we de boel maar in het voor jaar verkocht," klaagde hij nu. „Toen zag alles er nog betrekkelijk goed uit. Als iemand zo'n zomer meegemaakt heeft als deze, heeft hij voorgoed ge noeg van een boerderij in deze buurt." Dat kon Evelyn dan weer niet op zich laten zitten en heftig protesteerde ze tegen zijn gejammer, maar innerlijk deed ze dat niet meer met de vaste overtuiging van vroeger. Wat haar het meest hinderde, was dat ze niemand had met wie ze over al haar moeilijkheden kon praten. Al weken was ze van plan eens aan Eric te schrij ven. Ze had zijn adres. Hij had hun dat, toen hij pas aan de weg werkte, met een enkel briefkaartje laten weten, maar Evelyn had er nooit toe kunnen komen te antwoorden en Eric van zijn kant had ook nooit weer geschreven. Zou ze hem nu schrijven? Ze kon er niet toe komen. Zou Eric dat niet be- sschouwen als een bedekt verzoek om terug te komen? Het was haar zwaar de eerste stap tot toenadering te doen. In de grond van de zaak was zij 't, die gelijk had en dus moest een erkenning van ongelijk van zijn kant komen. Mis schien misschien zou Evelyn bereid zijn geweest ten lange leste haar kop pigheid te betomen, als ze de zekerheid had gehad, dat Eric dan ook inderdaad terug zou komen. Maar wie zou haar zeggen, of ze niet voor de derde maal behandeld zou worden als een huilend zusje in plaats van als een volwassen vrouw? En dat, die terugwijzing, die afwijzing, dat was, wat ze het ergste vreesde. Het waarschijnlijkste was wel, dat Eric haar al volkomen vergeten had. Wat zouden die enkele weken beteke nen voor hem, die voortdurend van de ene plaats naar de andere trok? Vroeg of laat zou hij zijn paarden wel komen opeisen en dan natuurlijk op een on gelegen ogenblik. Dat zou je nu altijd zien! Evelyn betrapte zich er nu en dan op, dat ze in stilte wenste, dat de paarden iets overkwam dat er een wegliep of zo of dat er een gestolen werd. Dan had ze een reden om aan Eric dringend te schrijven en dan zou hij zich wel met de boerderij en dus met haar, moeten bezighouden. Maar dan werd ze aan stonds kwaad op zichzelf om zulke on verantwoordelijke dingen te denken en ze liep gauw naar de stal om te zien of alles nog in orde was. Tenslotte kwam de kans onverwacht. Jack kwam uit Beaver Creek met een opgewonden verhaal thuis. Hij was voor het eerst sinds weken bij de smid ge weest om wat machinerieën te laten repareren en de smid had hem verteld van die Zweedse vriend van hem, die nu op hetzelfde karwei werkte als zijn zoon. „Hij verdient geld als water," had Monkton gezegd. „Vijf dollar per dag vast en dan nog overuren. Dat maken jullie op je boerderij niet." Meer was niet nodig geweest om Jack in vlam te zetten en al zijn oude wre vel tegen de afgelegen ontginning op te rakelen. Hij vroeg de smid honderduit, over het werk en de streek, het loon en het volk, dat ze er hadden. Wild jaloers op Eric kwam hij thuis. Wat was hij toch een sufferd om hier op die arm zalige boerderij te blijven ploeteren. Eric was heel wat verstandiger. Die had het gauw gezien, dat er op hun land niets te beleven en niets te verdienen viel. Maar die zat ook niet onder de plak van Evelyn! „Ik geef het op," verklaarde hij reso luut toen hij thuiskwam. „Ik bedank er voor om hier nog langer mijn tijd te verknoeien. Dat beetje oogst van ons kan me niks schelen. Dat levert toch niets op. De boel verdort nou al. Ik ga naar dat werk toe, waar Eric is." „Ben je gek geworden? Je kunt hier toch zo maar niet uitlopen? We kunnen de oogst toch niet op het land laten staan? Wat zou er van terechtkomen?" Van schrik en verontwaardiging was Evelvn vuurrood geworden. Ze greep Jack bij een arm. „Zeg, je bent niet goed snik. Dat kón toch niet!" (Wordt vervolgd.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 4