DE VALLEI
Veenendaal I wint schaak
derby van Ritmeester I
Het schikken van Bloemen
5IM0N DE WIT
-de CANADESE ERFENIS-
Taai-taaitjes
VRC zorgde voor een verrassing
DOVO-Genemuiden 0-0
Voor de Jeugd
KOLOM VOOR DE VROUW
Seed ex toedJkxm
SpocA A/e/ddcoelfei/zu/te*.
éc£&„ Aïól/V- köefycfiwot U zyu.,
ZATERDAGMIDDAGVOETBAL IN VEENENDAAL
DOVO Sp.cl. Genemuiden
0—0
Oranje-Blauw VRC 26
Triangelboys Levu 23
Scherpenzeel De Merino's
0—0
MHU Kulan 4—3
DEV GVW 1—6
Dc vacantietrip van
Bert en Bram
Verkeersregel
Snelverkeer gaat vóór langzaam ver
keer.
Officiële Bekendmakingen
Om op zijn Italiaans te smullen!
GESNEDEN MACARONI25O gram 20) 250 gramspak 25
LANGE MACARONI 250 gramspak 29
SPAGHETTI 250 gramspak 29
GELDERSE HAM isogram 79
OUDE GERASPTE KAAS 100 gram 39
TOMATENPUREEper blikje 19-28
Voor de ware Soepliefhebbers:
TOMATENSOEP MET RIJST per pot 50
GEBROKEN VERMICELLI 250 gram 19
FEUILLETON
Voor een verrassing zorgde VRC, dat
met een klinkende 62 overwinning
terugkwam van het nog ongeslagen
Oranje-Blauw te Nijmegen. DOVO was
niet zo productief en speelde 00 ge
lijk tegen de bezoekende Sportclub Ge-
nemuiden.
Triangelboys stelde wel zeer teleur,
door thuis te verliezen van de hekken
sluiter Levu.
Er was nog een doelpuntloos gelijk
spel te noteren in de wedstrijd Scher-
penzeel De Merino's. Kulan verloor
met 34 van MHU.
GVVV behaalde tegen DEV in Doorn
een prachtige 16 overwinning.
Vergeefs hebben de beide voorhoeden
anderhalf uur lang gepoogd doelpunten
te maken. Zelden zal een uitslag het
wedstrijdbeeld zo duidelijk weergeven
als hier het geval was. De DOVO-voor-
hoede was totaal onmachtig om een
doelpunt te scoren, ondanks het feit dat
deze kansen zich voordeden. Had DOVO
maar één enkele schutter in haar voor
hoede gehad, dan had men toch min
stens twee a drie doelpunten moeten
maken. Nu bleef het een armzalige
vertoning. Doordat ook Genemuiden
een pover spelletje ten beste gaf, bleef
er voor het publiek maar weinig te ge
nieten over.
Het ongeslagen Oranje-Blauw heeft
na de rust moeten ondervinden, dat een
10 voorsprong niet voldoende is om
een wedstrijd te winnen. VRC sloeg na
de rust O.B. geheel terug en binnen een
kwartier werd de 10 achterstand in
een 51 voorsprong voor VRC omgezet,
door doelpunten van Bep Jansen, Da-
velaar en De Koning. Voor de rust had
O.B. het beste spel, waarbij de gevaar
lijke schutters als Bep Jansen en Dave-
laar een goede dekking genoten en maar
weinig kansen kregen.
Een misverstand in de VRC-achter-
hoede bracht na 20 minuten spelen de
thuisclub een 10 voorsprong. Even
voor rust doelpuntte de O.B.-midvoor
opnieuw, doch de scheidsrechter keurde
dit doelpunt af. Na de rust tapte VRC
uit een geheel ander vaatje. De O.B.-
achterhoede werd uit verband gespeeld.
Tot vijfmaal toe moest de O.B.-doelman
de bal uit zijn doel halen. Een aanval
over links leidde tot een 52 stand,
doch enkele ogenblikken later had Bep
Jansen de voorsprong weer op 62 ge
bracht.
Voor VRC was het een goede dag,
daar het 2e elftal de kop van de rang
lijst innam door IJsselmeervogels 2 met
lege handen naar huis te zenden.
Triangelboys heeft zich op eigen ter
rein laten verrassen door Levu, dat nog
geen enkele overwinning op haar naam
had staan. Triangelboys had met de rust
een 20 voorsprong door doelpunten
van Bos en Bolderman. De tweede helft
bracht een sterk aanvallend Levu. De
gasten zagen kans de achterstand in te
lopen, waarna zij uit een vrije trap zelfs
de leiding namen. Te laat zagen de Boys
het gevaar, want al volgde er een ge
weldig slotoffensief, er was geen door
komen aan, omdat alles wat Levu was,
voor eigen doel werd samengetrokken.
Een bewijs, dat men een tegenstander
nimmer mag onderschatten.
De Merino's behielden hun ongeslagen
record in deze zesde wedstrijd van dit
seizoen, door te Scherpenzeel met 00
gelijk te spelen, hetgeen de verhouding
juist weergaf.
Het was een tamelijk forse maar spor
tieve wedstrijd. Aan spanning heeft het
niet ontbroken, maar de doelpunten
bleken zeer schaars te zijn, omdat de
beide verdedigingen beter waren dan
de respectievelijke voorhoeden.
Een met invallers spelend Kulan heeft
de terreinmoeilijkheden bij M.H.U. niet
kunnen overwinnen. Een half uur lang
hield men stand maar toen kwam het
eerste MHU-doelpunt, waaraan buiten
spel niet geheel vreemd was. Drie mi
nuten later werd het 20 voor de thuis
club door een misverstand in de Kulan-
achterhoede, die bleef staan voor bui
tenspel.
Na de rust wilde het bij Kulan even
min vlotten. Doordat er sintels op het
terrein lagen, was men terecht bang
voor vallen. Door een blunder van doel
man Schoeman werd het 30 en Da-
velaar kon even later nog juist het vier
de doelpunt voorkomen. Uit een directe
vrije trap die door Hensen werd ge
nomen scoorde Davelaar. Tien minuten
voor het einde bracht de thuisclub de
stand op 41, door Ruyters werd het
42 en 2 minuten voor het eindsignaal
zag Kleyn de kans schoon om de eind
stand nog op 4—3 te brengen.
Kulan 2 verloor met 40 van VVOP 2.
GVVV heeft zich opnieuw zeer pro
ductief getoond. Nu werd het in Doorn
tegen DEV een 61 overwinning voor
de Buurtlaanbewoners. Voor rust was
het nog een gelijkopgaande strijd. Na
20 minuten spelen nam de thuisclub de
leiding, doch 10 minuten voor het ver
strijken van de eerste helft bracht H.
van Essen de balans weer in evenwicht.
Na rust was GVVV overwegend ster
ker, hetgeen de voorhoede ook in een
vijftal goede doelpunten tot uitdrukking
kon brengen. De GVVV achterhoede
wist verdere deolpunten van de thuis
club met succes te voorkomen.
De Veenendaalse Schaakvereniging
opende het seizoen met een reeks over
winningen.
Donderdag vond de plaatselijke derby
plaats tussen Veenendaal I en Ritmees
ter I. Deze wedstrijd, welke in de can-
tine van de Ritmeesterfabriek werd ge
speeld, eindigde in een 64 overwin
ning voor Veenendaal I. De uitslagen
waren:
Ritmeester I Veenendaal I.
G. Blankestijn J. de Vries VsV»
H. v. d. Bovenkamp
C. v. Genderen Vs
J. de Fluiter P. J. v. d. Wolf V*Vs
G. J. Koomen J. Konings VsVs
G. Achterberg D. Willemsen 10
C. Beijer J. Diepeveen VsVs
G. Davelaar S. P. J. Maas VsVs
E. J. Kalter J. N. Elenbaas 0—1
J. Veenhof J. Schoeman 01
G. O. Reininga J. Wanders 01
De belangstelling van het publiek was
groot, daar het hier een wedstrijd gold
tussen praktisch even sterke clubs. Met
deze overwinning heeft Veenendaal I
revanche genomen voor de wedstrijd
van twee jaar geleden, toen Veenendaal
met een nederlaag naar huis werd ge
stuurd.
Dat het krachtsverschil niet groot
was, blijkt wel uit het feit dat er liefst
zes partijen onbeslist bleven. Veenen
daal I kan trots zijn op deze verdiende
zege.
Woensdag 12 oktober speelde Veenen
daal III een thuiswedstrijd in ,,'t Tref
punt" tegen ESV III, welke ontmoeting
eindigde in een 64 overwinning voor
Veenendaal III. De uitslagen waren
hier:
Veenendaal III ESV III
P. v. Beek G. v. EgdomVsVs
J. Piso H. J. Gaasbeek10
W. Konings L. C. Haitsma 01
W. G. Jansen H. VliemVsVs
A. v. Essen W. L. de Beer 10
W. v. Dam J. Plate 1—0
C. Visser W. R. Schuurman 01
G. Kets R. v. Zwol10
D. v. Enk G. J. v. Heuvelen 01
L. Ebskamp M. J. S. Kreeft 1—0
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
Onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal
ONZE JARIGEN
20 oktober Henny v. d. Weerd.
21 Willy de Doelder.
23 Dicky Vermeulen.
23 Henny en Truus van
Ommeren.
Rinie v. Eden.
24
BESTE NEVEN EN NICHTEN,
Spaar altijd capsules en zilverpapier,
Daarmee doe je de blinden een groot
[plezier.
Zo'n geleidehond is een trouw kame-
[raad,
En hun steun in het drukke verkeer op
[straat!
GRAPJAS
Jan: Dit is mijn zeldzaamste postze
gel. Hij heeft een opdruk uit het jaar
1500.
Piet: Dat bestaat niet, toen waren er
nog geen postzegels.
Jan: Dat weet ik. Maar daarom is hij
juist zo zeldzaam.
NIEUWE RAADSELS
I. Verborgen bomen.
1. Ik wil geen ruzie met je maken.
2. Het boek is geschreven in de Neder
landse taal.
3. Het was kil in de onderaardse gang.
4. Neen Ab, er komen geen kinderen op
het feest.
5. Weet je wie ik gezien heb?
6. De wesp had haar angel verloren (2).
II. Op de stippen moeten plaatsnamen
ingevuld worden, die moeten liggen in
de provincie of streek, welke tussen
haakjes is aangegeven.
xIe rij (Achterhoek)
x2e (Westland)
x 3e (de Veluwe)
x4e (Limburg)
x 5e (Utrecht)
x6e (Friesland)
x 7e (N. Brabant)
x8e (Overijsel)
x9e (Utrecht)
x10e (N. Brabant)
Op de kruisjeslijn komt de naam van
een plaats in Utrecht.
III. Wat voor stenen vindt men in de
Maas?
OPLOSSING RAADSELS
I. Berk - egel - rede - klem.
II. 1. Amfibie-vliegtuig; 2. carbura
teur; 3. In 1568; 4. brink; 5. douane of
douanekantoor; 6. grasmaand.
III. Ze zijn allebei midden in water.
Nog een poosje bleven Bert en Bram
op het zoldertje zitten. Stel je voor dat
het edele tweetal terugkwam en hen
hier aantrof, dan zag het er slecht voor
hen uit. Gelukkig bleef alles stil en ten
slotte zakten ze het laddertje af en
spoedden ze zich naar buiten, waar juist
een waterig zonnetje door de wolken
brak. Opgewonden kwamen de beide
knapen bij „De Meerkoet" aan, die ze,
dank zij de vlag aan de stok, gemakke
lijk terug konden vinden. Oom Fred
stond al naar hen uit te kijken, enigs
zins ongerust door hun lang wegblijven.
Vol belangstelling luisterde hij naar de
gebeurtenissen die de jongens hadden
meegemaakt.
„Moeten we nu de politie niet waar
schuwen, oom?" vroeg Bram. „Zeker,
jongens, dat is onze plicht. Het beste
lijkt me dat we hier vannacht maar
blijven, we kunnen dan morgen ons
einddoel bereiken en dan gaan we van
avond samen naar G. waar we de
autoriteiten met jullie avontuur op de
hoogte zullen brengen.
„Ja, fijn," vond Bram.
Bert wilde vast gaan tafeldekken, zijn
maag begon hem lelijk te plagen, maar
oom Fred pakte hem en Bram aan een
oor en bulderde: „Wie heeft met zijn
vingers aan de benzinekraan gezeten?
Zit ik me daar een uur aan die motor te
prutsen en kom dan tot de ontdekking
dat de benzinekraan dichtgedraaid zit.
Nou, wie van de heren?"
„Ik, oom," zei Bert een beetje bib
berig, „ik heb er niet aan gedacht hem
weer los te draaien, toen we weg gin
gen." Er dansten pretlichtjes in oom
Freds ogen. „Straks zal ik je kielhalen",
gromde hij, „maartja, als dat mo
tordefect er niet was tussengekomen,
zouden jullie die beide inbrekers niet
hebben kunnen afluisteren en dan was
die boer z'n centjes kwijtgeraakt, dus....
't is eigenlijk maar goed dat het zo ge
lopen is. Vooruit, we gaan eten."
Die avond vertelden de jongens hun
verhaal aan een gezellige, dikke briga
dier, die nog een echte ouderwetse
knevel bezat met twee punten er aan,
waar hij, onder het luisteren, steeds aan
zat te draaien. Af en toe maakte hij
een aantekening. „Hoe zeg je, ventje,
dat die ene kerel de ander noemde.
Harm?"
In de moderne huizen maakt men de
ramen veelal groot, omdat men zoveel
mogelijk licht in, de vertrekken wil la
ten komen. Bovendien is een ruim, vrij
uitzicht ook prettig, vooral als we dan
iets van de natuur zien. Kan dat niet,
dan brengen we iets van .de natuur in
huis door er bloemen neer te zetten.
Hoe fleurig en feestelijk staan die bloe
men! Ook al zijn het er maar een paar.
Eigenlijk behoren we eerst na te gaan
hoe wij de verschillende soorten bloe
men moeten behandelen, alvorens wij
ze schikken. Welnu dan: zet ze minstens
twee uren met de stelen een flink eind
in een emmer water, bij voorkeur op
een donker koel plekje. Dit is vooral
nodig als we bloemen cadeau hebben
gekregen, want dan weten we immers
niet hoelang ze onderweg zijn geweest.
Zijn we in de gelegenheid ze zelf te
plukken dan doen we dat 's morgens
vroeg of 's avonds na zonsondergang.
Vervolgens vraagt de vaas onze aan
dacht. Daarover kunnen we van me
ning verschillen. Sommigen houden
van vazen met een wijde hals, omdat
de bloemen daarin gemakkelijker zijn te
schikken en er langer mooi in blijven.
Ze krijgen, n.l. in zo'n vaas meer frisse
lucht dan in een vaas met een nauwe
hals, hetgeen vanzelfsprekend bevor
derlijk is voor de levensduur. Natuur
lijk moeten we er voor zorgen, dat de
vaas van binnen goed schoon is, want
anders kan het water gauw onaange
naam gaan ruiken. Aan te bevelen zijn
de vazen van ondoorzichtig materiaal,
in wit of pasteltint, want daarin past
vrijwel iedere bloemsoort. Doorzichtige
vazen van glas of kristal zijn alleen te
gebruiken voor de fijnere bloemsoorten,
zoals rozen, anjers, fresia en lathyrus.
Een veelkleurige, bewerkte pul doet het
niet zo goed, doordat deze te veel de
aandacht vraagt, met als gevolg dat de
bloemen, die er in staan, niet tot haar
recht komen.
Als ons boeket lang genoeg diep in
het water heeft gestaan, kunnen we
met het schikken er van beginnen. Het
aardigste is het als de bloemen als het
ware uit de vaas groeien. Dat betekent
dat wij de stelen stuk voor stuk moeten
inkorten. Er mogen geen twee stelen
even lang zijn. Op het eerste gezicht
lijkt het misschien jammer om de vaak
mooie en lange stelen gedeeltelijk af te
snijden, maar als we dat niet doen, krij
gen we een onnatuurlijk stijf effect.
Dan wordt het een bos bloemen met een
bos stelen er onder. Hoe anders toont
de boeket als wij een aantal stelen
flink inkorten (schuin en met een
scherp mesje) en daardoor de bos stelen
hier en daar door een bloem doen on
derbreken.
Heeft de vaas een zeer wijde hals,
dan proppen we er eerst wat kippen
gaas in. Daardoor kunnen we gemak
kelijker hier en daar een bloem met
een korte steel tussen de andere steken.
Als we na het schikken de vaas ergens
laag neerzetten, kunnen we „in" de
boeket kijken. En dan zien we geen
leeg hart er in, want met behulp van
gaas hebben wij het geheel harmonisch
opgevuld. Het is een mooie z.g. ronde
schikking geworden.
Werken we met bloemen in verschil
lende kleuren, dan plaatsen we de don
ker gekleurde en de grootste bloemen
laag. De kleinere bloemen en de lich
tere tinten hoger, de knoppen het
hoogst. Let u er maar eens op als u in
tuin of park wandelt: de natuur geeft
ons hierin het voorbeeld.
Behalve in vazen staan bloemen ook
aardig in kommen, bakjes en schalen.
Dan bieden bij het schikken de z.g.
prikkertjes en nethoudertjes, die in de
handel verkrijgbaar zijn, ons de nodige
hulp. Met slechts enkele bloemen is
hier al iets moois te bereiken, mits we
de stelen maar durven inkorten! Hier
in strekt de Japanse bloemsierkunst ons
ten voorbeeld.
Natuurlijk is de plaats, waar we onze
bloemen neerzetten, ook erg belangrijk.
Een bakje, dat Japans aandoet, komt
het mooist uit tegen een rustige achter
grond, bijvoorbeeld op een tegen een
muur geplaatste kast of tafel. Hebben
we een z.g. ronde schikking gemaakt,
dan kunnen we die het best plaatsen
op een tafel, waar we omheen zitten.
De bloemen mogen dan echter niet te
hoog zijn, omdat het storend werkt als
we in een gesprek genoodzaakt zijn ons
in allerlei bochten te wringen, teneinde
elkaar te kunnen zien. Een groot bloem
stuk vraagt ruimte, terwijl een klein
vaasje vrijwel overal past.
Tenslotte nog dit: hebt u weieens be
dacht hoeveel een cadeautje aan waar
de wint als u het in aardig papier ver
pakt en in het koord of lint er omheen
een fleurig bloempje steekt?
NAJAARSSCHOUW WEGEN
Burgemeester en wethouders van
Rhenen maken bekend, dat de najaars
schouw over de wegen ingevolge artikel
22 van het reglement op het ouderhoud
en gebruik van wegen in de provincie
Utrecht zal worden gehouden op don
derdag 27 oktober 1955, des nam. 2 uur.
Rhenen, 13 oktober 1955.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
De burgemeester,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
ï>e secretaris, Th. v. d. WILLIK.
SPREEKUUR BURGEMEESTER
De burgemeester van Rhenen brengt
ter openbare kennis, dat hij verhinderd
is Vrijdag 21 oktober 1955 spreekuur te
houden.
Rhenen, 15 oktober 1955.
De burgemeester voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL.
„Ja, brigadier," antwoordde Bert.
„Wel, dat is een goede bekende van
de justitie, die heeft al heel wat keer
tjes de nor van binnen gezien. Lang en
mager hè, met een rooie pruik en een
brutale snuit? Nou, die ken ik maar wat
goed. De ander is me onbekend, naar
wat jullie van 'm vertelden. Nu, jon
getjes, we zullen dat span morgenavond
eens netjes in de val laten lopen, ze
zullen wel op hun neus kijken als ze
inplaats van een gouden oorijzer, ijzeren
boeien te zien krijgen. Ha, ha. We zul
len er maar een paar mannetjes ver
sterking uit Zwolle bijhalen," vervolgde
hij tot mijnheer Corthoeff, „want dat
heerschap is nogal woest en staat gauw
klaar met schieten. Soms werkt hij hier
in de omtrek 's zomers bij een boer,
maar iedereen stuurt hem zo gauw mo
gelijk weer weg, want hij is verschrik
kelijk lui. Maar in de drukke tijd ne
men ze hem nog weieens. 't Is een kerel
van niks en altijd lange vingers."
Toen ze opstonden om te vertrekken
zei oom Fred: „Vindt u het goed dat
we op onze terugreis nog even langs ko
men om te horen hoe de zaak is afge
lopen? De jongens zijn daar natuurlijk
nieuwsgierig naar."
„Zeker, zeker mijnheer, ik wil ze
graag vertellen hoe de vissen in de fuik
zijn gezwommen. Hartelijk dank voor
de inlichtingen kereltjes en tot ziens
dan hè? Dag mijnheer."
,,'t Is wel een aardige knul," zei
Bram toen ze buiten waren, „maar hij
doet net of we vier jaar zijn, met z'n
„kereltjes" en „ventjes".
„En dat tegen een paar echte detec
tives," lachte oom Fred.
De volgende morgen vertrok „De
Meerkoet" al vroeg voor de laatste
etappe en nog voor tienen bereikten ze
„De Ronduite", waar hun boot tussen
tal van andere motorboten en zeiljach
ten een plaatsje vond aan de wal. Het
was hier echt een centrum voor de
watersportliefhebbers. Hier zag je
iemand met een hengel lopen, daar werd
een zeil gehesen. De heerlijk bruin ge
brande toeristen voelden zich bepaald
kiplekker en heerlijk zorgeloos in hun
shirtje en oude zeilbroek, wat te zien
was aan hun vrolijke gezichten en te
horen aan het klaterend gelach dat
overal opklonk. Oom Fred ontmoette
hier tal van bekenden en nu hier, dan
daar werd hem de hand geschud en het
regende uitnodigingen om de avond in
een of andere kajuit te komen door
brengen. Maar oom Fred sloeg alle uit
nodigingen af en vertelde dat ze hier
maar één dagje bleven en de avond in
de huiselijke kring van de familie Huis
man zouden doorbrengen. De jongens
zagen die naam boven een grote houten
loods staan. Hier was het waar de nieu
we boot van oom Fred in aanbouw was.
Na een hartelijke begroeting van vader
en zoon, die druk in de weer waren,
werd natuurlijk eerst het werk bekeken.
De ogen van de jongens waren groot
van verwondering, toen ze het prach
tige jacht zagen, geheel van teakhout
gemaakt.
„Dat gaat er al aardig op lijken,
vrienden," zei mijnheer Corthoeff ver
genoegd.
(Wordt vervolgd.)
en dan heb ik mijn stal van 40 vol! En kan ik 'n pakje roomboter
(klasse I) kopen tegen margarineprijs! Dal is even 'n voordeeltjeI Zo
bezorgen deze melkkoetjes u het gehele jaar door vele verrassingen
als U maar al Uw aankopen doet bij Simon de Wit! Simon de Wil
heeft bovendien talloze extra voordelige aanbiedingen, zoals deze week:
ct
ca. 19 stuks
250 gram
het gehele jaar door!
(63)
Dje gedachte werd echter onmiddellijk
doorkruist door de tegenwerping, dat
het best sneeuw kon zijn, die reeds veel
eerder met bloed doordrenkt was en
dat het dus helemaal niet zeker was,
dat de wond nog bloedde.
Intussen was ze bij het lichaam neer
geknield en begonnen de stijve natte
kleren los te maken. Het gezicht was
nog even kleurloos, als toen ze hem pas
neergelegd had. Zou hij werkelijk dood
zijn? Plotseling liet ze de jas los, die
ze bezig was los te knopen, stond op en
haalde het spiegeltje uit de keuken. Ze
had zich herinnerd, hoe jaren geleden
de wijkverpleegster een spiegeltje voor
mond en neus van haar grootmoeder
gehouden had, toen die gestorven was.
Als ze nog leefde, zou er een aanslag
van waterdamp op het glas gekomen
zijn, had de zuster gezegd.
Ze hield het spiegeltje voor Erics ge
zicht. Eén tel, twee tellengeen
aanslag! Dood? Dood!
Toen snikte ze 't uit, tegen de rand
van het bed geleund. Dat hij nu zó
moest omkomen! De ellende overwel
digde haar, maar dadelijk weigerde ze
te geloven, dat Eric werkelijk dood was.
Had ze de proef wel goed gedaan en
was het wel afdoende? Ze vermande
zich weer. Haastig maakte ze verder zijn
goed los. Alle warmte was nog niet ge
weken. Nu legde ze een kussen onder
het hoofd en pakte weer de spiegel. Ze
durfde bijna niet; met trillende han
den bracht ze dan het armelijke stukje
spiegelglas naar het dode gezicht. Toen
drukte ze het plotseling tegen mond en
neus aan.
„O, mijn God!" Ze zuchtte het hardop;
een flauw grijs waas van nauwelijks
enige vierkante centimeters oppervlak
te was ontstaan op de plaats, waar de
neus het glas geraakt had. „Hij leeft
hij leeft nog!"
Met koortsige vingers trok ze hem nu
verder het dikke goed uit. Waar zou de
wond zitten? Wat zou er gebeurd zijn?
Daar vond ze de gespleten laars, waar
van nu hele brokken halfgesmolten
sneeuw met bloed vermengd afvielen.
Nu vond ze ook de plaats, waar het
been afgebonden was. Met het brood
mes sneed ze de reep deken door, waar
mee de stok vastgeklemd zat. Zou ze die
laars kunnen uittrekken? Te gevaarlijk
misschien de wond kon wel weer
eens gaan bloeden. Voorzichtig sneed en
knipte ze het gummi weg, tot ze einde
lijk de dikke zool van de voet kon
lichten.
Wat moest ze nu doen? Ze had geen
telefoon. En door deze sneeuwstorm
heen hulp halen was uitgesloten. Met
sneeuw wrijven had ze altijd horen aan
prijzen als middel tegen bevriezen. Vlug
schepte ze buiten een emmer sneeuw en
begon eerst het been en later armen en
gezicht te wrijvenmaar geen warm
te keerde terug in het lichaam, dat nu
wel slap was geworden. Zou ze zich toch
vergist hebben? Ze trachtte de pols te
voelen, maar kon geen hartslag waar
nemen. Ze ging met haar hoofd op zijn
borst liggen, maar ook de flauwste echo
van een harteklop was niet te horen.
Ze wendde zich van armen en gezicht
weer naar het gewonde been. Met een
lange slag begon ze te wrijvenen
stopte weer even snel. Vergiste ze zich
of trok het been onder haar handen? Ze
keek naar de voet, ze keek naar het ge-
w;
weer naar het been, naar de wond
Plotseling zag ze, dat er iets roods uit
de diepe snede druppelde de wond
was beginnen te bloeden.
Vreugde en angst vermengden zich.
Nu wist ze zeker, dat hij nog leefde,
maar zou hij niet tegelijk doodbloeden?
Het bloeden zette echter niet door. Was
het misschien zijn laatste beetje leven
geweest, dat daar wegvloeide? En zij
zat hier machteloos. Machteloos! In
vertwijfeling kneep ze haar handen in
een. Kon ze maar een dokter bereiken.
Met een transfusie was hij misschien te
redden. Haar bloed kon hem er weer
bovenop helpen. Maar hier zat ze ge
ïsoleerd in de storm en het leven ebde
weg. Het leven, dat nog slechts een
flauwe trilling was
Ze kroop naar de andere kant van het
lichaam en nam het hoofd in haar
schoot. Zacht streelde ze over het klam
me haar. „Arme jongen, arme, arme
jongen." Anders kon ze niet zeggen, iets
anders kwam haar niet in de gedachten.
Iets anders was ook niet nodig; wie
hoorde het? Hij niet! Niemand! Zij al
leen en ze hoorde zichzelf niet. Zacht
ging ze verder het bleke hoofd, dat in
de warmte van haar schoot lag, te stre
len. Tranen liepen langs haar wangen,
zonder dat ze zelf merkte, dat ze huilde.
Toen trok even een der oogleden en
een zacht gekreun kwam uit het slappe
lichaam en eerst daarop brak Evelyns
wanhoop in heftige snikken naar buiten.
Eerst toen er weer hoop was, voelde ze,
hoe wanhopig ze was geweest.
De warmte van haar lichaam had zijn
weg gevonden door Erics bevroren lijf
en langzaam kwam hij bij. Heel lang
zaam en heel kleintjes kwam het leven
terug. En Evelyn koesterde zijn hoofd
tegen zich aan, alsof ze zo het leven
terug wou lokken in zijn verlamde spie
ren. Ze durfde haast niet op te staan
uit angst, dat hij weer in zou storten. Ze
had het gevoel, alsof met haar het le
ven weer van hem wijken zou. En toch
was het noodzakelijk, dat ze opstond;
ze moest hem toch verder verzorgen.
Voorzichtig legde ze het hoofd terug,
van haar schoot in het kussen, met ein
deloze voorzorgen, als iemand, die een
slapend kind in bed legt.
Even later was ze in de keuken en
hing dekens om het fornuis. Nu moest
hij in een warm bed en dan zou ze pro
beren hulp te krijgen. Hulp moest er
komen; een dokter! Maar waar van
daan? Met deze storm was het even
onmogelijk, dat er iemand naar de
boerderij toekwam, als het voor haar
onmogelijk was hulp te gaan halen. Ze
kon Eric ook niet uren lang alleen laten
liggen. Urenlang, want door een storm
heen hulp halen, betekende een einde
loze worsteling door de sneeuw, al ging
ze ook niet verder dan Beautiers huis.
Dat kon niet. Ze moest het alleen zien
op te knappen, totdat de storm luwde.
Drie dagen lag Eric zo. Drie dagen
van eindeloze angst, van verwoestende
wanhoop en van smeulende hoop. De
storm had nog een volle dag geduurd
en in de ochtend daarop was het haar
eerst mogelijk geweest door de losse
sneeuw, die op sommige plaatsen twee
meter hoog opgestoven lag, het huis van
Beautier te bereiken.
„Normaal gesproken," zei de dokter
later, „had hij dood moeten zijn; hij
was zo goed als leeggebloed. En dat in
een sneeuwstorm! Ik begrijp nog niet,
hoe hij het overleefd heeft."
Maar Eric overleefde de beproeving.
Heel geleidelijk kwamen kracht en
kleur terug.
„Nee," zei Evelyn, „ik verkoop niet!"
Een donkere blos trok over Edmonds
gezicht, een nijdige trek langs zijn neus.
Dan gooide hij het hoofd achterover en
brieste woedend los.
(Wordt vervolgd.)