DE VALLEI Veenendaal I wint schaak derby van Ritmeester I Het schikken van Bloemen 5IM0N DE WIT -de CANADESE ERFENIS- Taai-taaitjes VRC zorgde voor een verrassing DOVO-Genemuiden 0-0 Voor de Jeugd KOLOM VOOR DE VROUW Seed ex toedJkxm SpocA A/e/ddcoelfei/zu/te*. éc£&„ Aïól/V- köefycfiwot U zyu., ZATERDAGMIDDAGVOETBAL IN VEENENDAAL DOVO Sp.cl. Genemuiden 0—0 Oranje-Blauw VRC 26 Triangelboys Levu 23 Scherpenzeel De Merino's 0—0 MHU Kulan 4—3 DEV GVW 1—6 Dc vacantietrip van Bert en Bram Verkeersregel Snelverkeer gaat vóór langzaam ver keer. Officiële Bekendmakingen Om op zijn Italiaans te smullen! GESNEDEN MACARONI25O gram 20) 250 gramspak 25 LANGE MACARONI 250 gramspak 29 SPAGHETTI 250 gramspak 29 GELDERSE HAM isogram 79 OUDE GERASPTE KAAS 100 gram 39 TOMATENPUREEper blikje 19-28 Voor de ware Soepliefhebbers: TOMATENSOEP MET RIJST per pot 50 GEBROKEN VERMICELLI 250 gram 19 FEUILLETON Voor een verrassing zorgde VRC, dat met een klinkende 62 overwinning terugkwam van het nog ongeslagen Oranje-Blauw te Nijmegen. DOVO was niet zo productief en speelde 00 ge lijk tegen de bezoekende Sportclub Ge- nemuiden. Triangelboys stelde wel zeer teleur, door thuis te verliezen van de hekken sluiter Levu. Er was nog een doelpuntloos gelijk spel te noteren in de wedstrijd Scher- penzeel De Merino's. Kulan verloor met 34 van MHU. GVVV behaalde tegen DEV in Doorn een prachtige 16 overwinning. Vergeefs hebben de beide voorhoeden anderhalf uur lang gepoogd doelpunten te maken. Zelden zal een uitslag het wedstrijdbeeld zo duidelijk weergeven als hier het geval was. De DOVO-voor- hoede was totaal onmachtig om een doelpunt te scoren, ondanks het feit dat deze kansen zich voordeden. Had DOVO maar één enkele schutter in haar voor hoede gehad, dan had men toch min stens twee a drie doelpunten moeten maken. Nu bleef het een armzalige vertoning. Doordat ook Genemuiden een pover spelletje ten beste gaf, bleef er voor het publiek maar weinig te ge nieten over. Het ongeslagen Oranje-Blauw heeft na de rust moeten ondervinden, dat een 10 voorsprong niet voldoende is om een wedstrijd te winnen. VRC sloeg na de rust O.B. geheel terug en binnen een kwartier werd de 10 achterstand in een 51 voorsprong voor VRC omgezet, door doelpunten van Bep Jansen, Da- velaar en De Koning. Voor de rust had O.B. het beste spel, waarbij de gevaar lijke schutters als Bep Jansen en Dave- laar een goede dekking genoten en maar weinig kansen kregen. Een misverstand in de VRC-achter- hoede bracht na 20 minuten spelen de thuisclub een 10 voorsprong. Even voor rust doelpuntte de O.B.-midvoor opnieuw, doch de scheidsrechter keurde dit doelpunt af. Na de rust tapte VRC uit een geheel ander vaatje. De O.B.- achterhoede werd uit verband gespeeld. Tot vijfmaal toe moest de O.B.-doelman de bal uit zijn doel halen. Een aanval over links leidde tot een 52 stand, doch enkele ogenblikken later had Bep Jansen de voorsprong weer op 62 ge bracht. Voor VRC was het een goede dag, daar het 2e elftal de kop van de rang lijst innam door IJsselmeervogels 2 met lege handen naar huis te zenden. Triangelboys heeft zich op eigen ter rein laten verrassen door Levu, dat nog geen enkele overwinning op haar naam had staan. Triangelboys had met de rust een 20 voorsprong door doelpunten van Bos en Bolderman. De tweede helft bracht een sterk aanvallend Levu. De gasten zagen kans de achterstand in te lopen, waarna zij uit een vrije trap zelfs de leiding namen. Te laat zagen de Boys het gevaar, want al volgde er een ge weldig slotoffensief, er was geen door komen aan, omdat alles wat Levu was, voor eigen doel werd samengetrokken. Een bewijs, dat men een tegenstander nimmer mag onderschatten. De Merino's behielden hun ongeslagen record in deze zesde wedstrijd van dit seizoen, door te Scherpenzeel met 00 gelijk te spelen, hetgeen de verhouding juist weergaf. Het was een tamelijk forse maar spor tieve wedstrijd. Aan spanning heeft het niet ontbroken, maar de doelpunten bleken zeer schaars te zijn, omdat de beide verdedigingen beter waren dan de respectievelijke voorhoeden. Een met invallers spelend Kulan heeft de terreinmoeilijkheden bij M.H.U. niet kunnen overwinnen. Een half uur lang hield men stand maar toen kwam het eerste MHU-doelpunt, waaraan buiten spel niet geheel vreemd was. Drie mi nuten later werd het 20 voor de thuis club door een misverstand in de Kulan- achterhoede, die bleef staan voor bui tenspel. Na de rust wilde het bij Kulan even min vlotten. Doordat er sintels op het terrein lagen, was men terecht bang voor vallen. Door een blunder van doel man Schoeman werd het 30 en Da- velaar kon even later nog juist het vier de doelpunt voorkomen. Uit een directe vrije trap die door Hensen werd ge nomen scoorde Davelaar. Tien minuten voor het einde bracht de thuisclub de stand op 41, door Ruyters werd het 42 en 2 minuten voor het eindsignaal zag Kleyn de kans schoon om de eind stand nog op 4—3 te brengen. Kulan 2 verloor met 40 van VVOP 2. GVVV heeft zich opnieuw zeer pro ductief getoond. Nu werd het in Doorn tegen DEV een 61 overwinning voor de Buurtlaanbewoners. Voor rust was het nog een gelijkopgaande strijd. Na 20 minuten spelen nam de thuisclub de leiding, doch 10 minuten voor het ver strijken van de eerste helft bracht H. van Essen de balans weer in evenwicht. Na rust was GVVV overwegend ster ker, hetgeen de voorhoede ook in een vijftal goede doelpunten tot uitdrukking kon brengen. De GVVV achterhoede wist verdere deolpunten van de thuis club met succes te voorkomen. De Veenendaalse Schaakvereniging opende het seizoen met een reeks over winningen. Donderdag vond de plaatselijke derby plaats tussen Veenendaal I en Ritmees ter I. Deze wedstrijd, welke in de can- tine van de Ritmeesterfabriek werd ge speeld, eindigde in een 64 overwin ning voor Veenendaal I. De uitslagen waren: Ritmeester I Veenendaal I. G. Blankestijn J. de Vries VsV» H. v. d. Bovenkamp C. v. Genderen Vs J. de Fluiter P. J. v. d. Wolf V*Vs G. J. Koomen J. Konings VsVs G. Achterberg D. Willemsen 10 C. Beijer J. Diepeveen VsVs G. Davelaar S. P. J. Maas VsVs E. J. Kalter J. N. Elenbaas 0—1 J. Veenhof J. Schoeman 01 G. O. Reininga J. Wanders 01 De belangstelling van het publiek was groot, daar het hier een wedstrijd gold tussen praktisch even sterke clubs. Met deze overwinning heeft Veenendaal I revanche genomen voor de wedstrijd van twee jaar geleden, toen Veenendaal met een nederlaag naar huis werd ge stuurd. Dat het krachtsverschil niet groot was, blijkt wel uit het feit dat er liefst zes partijen onbeslist bleven. Veenen daal I kan trots zijn op deze verdiende zege. Woensdag 12 oktober speelde Veenen daal III een thuiswedstrijd in ,,'t Tref punt" tegen ESV III, welke ontmoeting eindigde in een 64 overwinning voor Veenendaal III. De uitslagen waren hier: Veenendaal III ESV III P. v. Beek G. v. EgdomVsVs J. Piso H. J. Gaasbeek10 W. Konings L. C. Haitsma 01 W. G. Jansen H. VliemVsVs A. v. Essen W. L. de Beer 10 W. v. Dam J. Plate 1—0 C. Visser W. R. Schuurman 01 G. Kets R. v. Zwol10 D. v. Enk G. J. v. Heuvelen 01 L. Ebskamp M. J. S. Kreeft 1—0 Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" Onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal ONZE JARIGEN 20 oktober Henny v. d. Weerd. 21 Willy de Doelder. 23 Dicky Vermeulen. 23 Henny en Truus van Ommeren. Rinie v. Eden. 24 BESTE NEVEN EN NICHTEN, Spaar altijd capsules en zilverpapier, Daarmee doe je de blinden een groot [plezier. Zo'n geleidehond is een trouw kame- [raad, En hun steun in het drukke verkeer op [straat! GRAPJAS Jan: Dit is mijn zeldzaamste postze gel. Hij heeft een opdruk uit het jaar 1500. Piet: Dat bestaat niet, toen waren er nog geen postzegels. Jan: Dat weet ik. Maar daarom is hij juist zo zeldzaam. NIEUWE RAADSELS I. Verborgen bomen. 1. Ik wil geen ruzie met je maken. 2. Het boek is geschreven in de Neder landse taal. 3. Het was kil in de onderaardse gang. 4. Neen Ab, er komen geen kinderen op het feest. 5. Weet je wie ik gezien heb? 6. De wesp had haar angel verloren (2). II. Op de stippen moeten plaatsnamen ingevuld worden, die moeten liggen in de provincie of streek, welke tussen haakjes is aangegeven. xIe rij (Achterhoek) x2e (Westland) x 3e (de Veluwe) x4e (Limburg) x 5e (Utrecht) x6e (Friesland) x 7e (N. Brabant) x8e (Overijsel) x9e (Utrecht) x10e (N. Brabant) Op de kruisjeslijn komt de naam van een plaats in Utrecht. III. Wat voor stenen vindt men in de Maas? OPLOSSING RAADSELS I. Berk - egel - rede - klem. II. 1. Amfibie-vliegtuig; 2. carbura teur; 3. In 1568; 4. brink; 5. douane of douanekantoor; 6. grasmaand. III. Ze zijn allebei midden in water. Nog een poosje bleven Bert en Bram op het zoldertje zitten. Stel je voor dat het edele tweetal terugkwam en hen hier aantrof, dan zag het er slecht voor hen uit. Gelukkig bleef alles stil en ten slotte zakten ze het laddertje af en spoedden ze zich naar buiten, waar juist een waterig zonnetje door de wolken brak. Opgewonden kwamen de beide knapen bij „De Meerkoet" aan, die ze, dank zij de vlag aan de stok, gemakke lijk terug konden vinden. Oom Fred stond al naar hen uit te kijken, enigs zins ongerust door hun lang wegblijven. Vol belangstelling luisterde hij naar de gebeurtenissen die de jongens hadden meegemaakt. „Moeten we nu de politie niet waar schuwen, oom?" vroeg Bram. „Zeker, jongens, dat is onze plicht. Het beste lijkt me dat we hier vannacht maar blijven, we kunnen dan morgen ons einddoel bereiken en dan gaan we van avond samen naar G. waar we de autoriteiten met jullie avontuur op de hoogte zullen brengen. „Ja, fijn," vond Bram. Bert wilde vast gaan tafeldekken, zijn maag begon hem lelijk te plagen, maar oom Fred pakte hem en Bram aan een oor en bulderde: „Wie heeft met zijn vingers aan de benzinekraan gezeten? Zit ik me daar een uur aan die motor te prutsen en kom dan tot de ontdekking dat de benzinekraan dichtgedraaid zit. Nou, wie van de heren?" „Ik, oom," zei Bert een beetje bib berig, „ik heb er niet aan gedacht hem weer los te draaien, toen we weg gin gen." Er dansten pretlichtjes in oom Freds ogen. „Straks zal ik je kielhalen", gromde hij, „maartja, als dat mo tordefect er niet was tussengekomen, zouden jullie die beide inbrekers niet hebben kunnen afluisteren en dan was die boer z'n centjes kwijtgeraakt, dus.... 't is eigenlijk maar goed dat het zo ge lopen is. Vooruit, we gaan eten." Die avond vertelden de jongens hun verhaal aan een gezellige, dikke briga dier, die nog een echte ouderwetse knevel bezat met twee punten er aan, waar hij, onder het luisteren, steeds aan zat te draaien. Af en toe maakte hij een aantekening. „Hoe zeg je, ventje, dat die ene kerel de ander noemde. Harm?" In de moderne huizen maakt men de ramen veelal groot, omdat men zoveel mogelijk licht in, de vertrekken wil la ten komen. Bovendien is een ruim, vrij uitzicht ook prettig, vooral als we dan iets van de natuur zien. Kan dat niet, dan brengen we iets van .de natuur in huis door er bloemen neer te zetten. Hoe fleurig en feestelijk staan die bloe men! Ook al zijn het er maar een paar. Eigenlijk behoren we eerst na te gaan hoe wij de verschillende soorten bloe men moeten behandelen, alvorens wij ze schikken. Welnu dan: zet ze minstens twee uren met de stelen een flink eind in een emmer water, bij voorkeur op een donker koel plekje. Dit is vooral nodig als we bloemen cadeau hebben gekregen, want dan weten we immers niet hoelang ze onderweg zijn geweest. Zijn we in de gelegenheid ze zelf te plukken dan doen we dat 's morgens vroeg of 's avonds na zonsondergang. Vervolgens vraagt de vaas onze aan dacht. Daarover kunnen we van me ning verschillen. Sommigen houden van vazen met een wijde hals, omdat de bloemen daarin gemakkelijker zijn te schikken en er langer mooi in blijven. Ze krijgen, n.l. in zo'n vaas meer frisse lucht dan in een vaas met een nauwe hals, hetgeen vanzelfsprekend bevor derlijk is voor de levensduur. Natuur lijk moeten we er voor zorgen, dat de vaas van binnen goed schoon is, want anders kan het water gauw onaange naam gaan ruiken. Aan te bevelen zijn de vazen van ondoorzichtig materiaal, in wit of pasteltint, want daarin past vrijwel iedere bloemsoort. Doorzichtige vazen van glas of kristal zijn alleen te gebruiken voor de fijnere bloemsoorten, zoals rozen, anjers, fresia en lathyrus. Een veelkleurige, bewerkte pul doet het niet zo goed, doordat deze te veel de aandacht vraagt, met als gevolg dat de bloemen, die er in staan, niet tot haar recht komen. Als ons boeket lang genoeg diep in het water heeft gestaan, kunnen we met het schikken er van beginnen. Het aardigste is het als de bloemen als het ware uit de vaas groeien. Dat betekent dat wij de stelen stuk voor stuk moeten inkorten. Er mogen geen twee stelen even lang zijn. Op het eerste gezicht lijkt het misschien jammer om de vaak mooie en lange stelen gedeeltelijk af te snijden, maar als we dat niet doen, krij gen we een onnatuurlijk stijf effect. Dan wordt het een bos bloemen met een bos stelen er onder. Hoe anders toont de boeket als wij een aantal stelen flink inkorten (schuin en met een scherp mesje) en daardoor de bos stelen hier en daar door een bloem doen on derbreken. Heeft de vaas een zeer wijde hals, dan proppen we er eerst wat kippen gaas in. Daardoor kunnen we gemak kelijker hier en daar een bloem met een korte steel tussen de andere steken. Als we na het schikken de vaas ergens laag neerzetten, kunnen we „in" de boeket kijken. En dan zien we geen leeg hart er in, want met behulp van gaas hebben wij het geheel harmonisch opgevuld. Het is een mooie z.g. ronde schikking geworden. Werken we met bloemen in verschil lende kleuren, dan plaatsen we de don ker gekleurde en de grootste bloemen laag. De kleinere bloemen en de lich tere tinten hoger, de knoppen het hoogst. Let u er maar eens op als u in tuin of park wandelt: de natuur geeft ons hierin het voorbeeld. Behalve in vazen staan bloemen ook aardig in kommen, bakjes en schalen. Dan bieden bij het schikken de z.g. prikkertjes en nethoudertjes, die in de handel verkrijgbaar zijn, ons de nodige hulp. Met slechts enkele bloemen is hier al iets moois te bereiken, mits we de stelen maar durven inkorten! Hier in strekt de Japanse bloemsierkunst ons ten voorbeeld. Natuurlijk is de plaats, waar we onze bloemen neerzetten, ook erg belangrijk. Een bakje, dat Japans aandoet, komt het mooist uit tegen een rustige achter grond, bijvoorbeeld op een tegen een muur geplaatste kast of tafel. Hebben we een z.g. ronde schikking gemaakt, dan kunnen we die het best plaatsen op een tafel, waar we omheen zitten. De bloemen mogen dan echter niet te hoog zijn, omdat het storend werkt als we in een gesprek genoodzaakt zijn ons in allerlei bochten te wringen, teneinde elkaar te kunnen zien. Een groot bloem stuk vraagt ruimte, terwijl een klein vaasje vrijwel overal past. Tenslotte nog dit: hebt u weieens be dacht hoeveel een cadeautje aan waar de wint als u het in aardig papier ver pakt en in het koord of lint er omheen een fleurig bloempje steekt? NAJAARSSCHOUW WEGEN Burgemeester en wethouders van Rhenen maken bekend, dat de najaars schouw over de wegen ingevolge artikel 22 van het reglement op het ouderhoud en gebruik van wegen in de provincie Utrecht zal worden gehouden op don derdag 27 oktober 1955, des nam. 2 uur. Rhenen, 13 oktober 1955. Burgemeester en wethouders voornoemd, De burgemeester, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. ï>e secretaris, Th. v. d. WILLIK. SPREEKUUR BURGEMEESTER De burgemeester van Rhenen brengt ter openbare kennis, dat hij verhinderd is Vrijdag 21 oktober 1955 spreekuur te houden. Rhenen, 15 oktober 1955. De burgemeester voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL. „Ja, brigadier," antwoordde Bert. „Wel, dat is een goede bekende van de justitie, die heeft al heel wat keer tjes de nor van binnen gezien. Lang en mager hè, met een rooie pruik en een brutale snuit? Nou, die ken ik maar wat goed. De ander is me onbekend, naar wat jullie van 'm vertelden. Nu, jon getjes, we zullen dat span morgenavond eens netjes in de val laten lopen, ze zullen wel op hun neus kijken als ze inplaats van een gouden oorijzer, ijzeren boeien te zien krijgen. Ha, ha. We zul len er maar een paar mannetjes ver sterking uit Zwolle bijhalen," vervolgde hij tot mijnheer Corthoeff, „want dat heerschap is nogal woest en staat gauw klaar met schieten. Soms werkt hij hier in de omtrek 's zomers bij een boer, maar iedereen stuurt hem zo gauw mo gelijk weer weg, want hij is verschrik kelijk lui. Maar in de drukke tijd ne men ze hem nog weieens. 't Is een kerel van niks en altijd lange vingers." Toen ze opstonden om te vertrekken zei oom Fred: „Vindt u het goed dat we op onze terugreis nog even langs ko men om te horen hoe de zaak is afge lopen? De jongens zijn daar natuurlijk nieuwsgierig naar." „Zeker, zeker mijnheer, ik wil ze graag vertellen hoe de vissen in de fuik zijn gezwommen. Hartelijk dank voor de inlichtingen kereltjes en tot ziens dan hè? Dag mijnheer." ,,'t Is wel een aardige knul," zei Bram toen ze buiten waren, „maar hij doet net of we vier jaar zijn, met z'n „kereltjes" en „ventjes". „En dat tegen een paar echte detec tives," lachte oom Fred. De volgende morgen vertrok „De Meerkoet" al vroeg voor de laatste etappe en nog voor tienen bereikten ze „De Ronduite", waar hun boot tussen tal van andere motorboten en zeiljach ten een plaatsje vond aan de wal. Het was hier echt een centrum voor de watersportliefhebbers. Hier zag je iemand met een hengel lopen, daar werd een zeil gehesen. De heerlijk bruin ge brande toeristen voelden zich bepaald kiplekker en heerlijk zorgeloos in hun shirtje en oude zeilbroek, wat te zien was aan hun vrolijke gezichten en te horen aan het klaterend gelach dat overal opklonk. Oom Fred ontmoette hier tal van bekenden en nu hier, dan daar werd hem de hand geschud en het regende uitnodigingen om de avond in een of andere kajuit te komen door brengen. Maar oom Fred sloeg alle uit nodigingen af en vertelde dat ze hier maar één dagje bleven en de avond in de huiselijke kring van de familie Huis man zouden doorbrengen. De jongens zagen die naam boven een grote houten loods staan. Hier was het waar de nieu we boot van oom Fred in aanbouw was. Na een hartelijke begroeting van vader en zoon, die druk in de weer waren, werd natuurlijk eerst het werk bekeken. De ogen van de jongens waren groot van verwondering, toen ze het prach tige jacht zagen, geheel van teakhout gemaakt. „Dat gaat er al aardig op lijken, vrienden," zei mijnheer Corthoeff ver genoegd. (Wordt vervolgd.) en dan heb ik mijn stal van 40 vol! En kan ik 'n pakje roomboter (klasse I) kopen tegen margarineprijs! Dal is even 'n voordeeltjeI Zo bezorgen deze melkkoetjes u het gehele jaar door vele verrassingen als U maar al Uw aankopen doet bij Simon de Wit! Simon de Wil heeft bovendien talloze extra voordelige aanbiedingen, zoals deze week: ct ca. 19 stuks 250 gram het gehele jaar door! (63) Dje gedachte werd echter onmiddellijk doorkruist door de tegenwerping, dat het best sneeuw kon zijn, die reeds veel eerder met bloed doordrenkt was en dat het dus helemaal niet zeker was, dat de wond nog bloedde. Intussen was ze bij het lichaam neer geknield en begonnen de stijve natte kleren los te maken. Het gezicht was nog even kleurloos, als toen ze hem pas neergelegd had. Zou hij werkelijk dood zijn? Plotseling liet ze de jas los, die ze bezig was los te knopen, stond op en haalde het spiegeltje uit de keuken. Ze had zich herinnerd, hoe jaren geleden de wijkverpleegster een spiegeltje voor mond en neus van haar grootmoeder gehouden had, toen die gestorven was. Als ze nog leefde, zou er een aanslag van waterdamp op het glas gekomen zijn, had de zuster gezegd. Ze hield het spiegeltje voor Erics ge zicht. Eén tel, twee tellengeen aanslag! Dood? Dood! Toen snikte ze 't uit, tegen de rand van het bed geleund. Dat hij nu zó moest omkomen! De ellende overwel digde haar, maar dadelijk weigerde ze te geloven, dat Eric werkelijk dood was. Had ze de proef wel goed gedaan en was het wel afdoende? Ze vermande zich weer. Haastig maakte ze verder zijn goed los. Alle warmte was nog niet ge weken. Nu legde ze een kussen onder het hoofd en pakte weer de spiegel. Ze durfde bijna niet; met trillende han den bracht ze dan het armelijke stukje spiegelglas naar het dode gezicht. Toen drukte ze het plotseling tegen mond en neus aan. „O, mijn God!" Ze zuchtte het hardop; een flauw grijs waas van nauwelijks enige vierkante centimeters oppervlak te was ontstaan op de plaats, waar de neus het glas geraakt had. „Hij leeft hij leeft nog!" Met koortsige vingers trok ze hem nu verder het dikke goed uit. Waar zou de wond zitten? Wat zou er gebeurd zijn? Daar vond ze de gespleten laars, waar van nu hele brokken halfgesmolten sneeuw met bloed vermengd afvielen. Nu vond ze ook de plaats, waar het been afgebonden was. Met het brood mes sneed ze de reep deken door, waar mee de stok vastgeklemd zat. Zou ze die laars kunnen uittrekken? Te gevaarlijk misschien de wond kon wel weer eens gaan bloeden. Voorzichtig sneed en knipte ze het gummi weg, tot ze einde lijk de dikke zool van de voet kon lichten. Wat moest ze nu doen? Ze had geen telefoon. En door deze sneeuwstorm heen hulp halen was uitgesloten. Met sneeuw wrijven had ze altijd horen aan prijzen als middel tegen bevriezen. Vlug schepte ze buiten een emmer sneeuw en begon eerst het been en later armen en gezicht te wrijvenmaar geen warm te keerde terug in het lichaam, dat nu wel slap was geworden. Zou ze zich toch vergist hebben? Ze trachtte de pols te voelen, maar kon geen hartslag waar nemen. Ze ging met haar hoofd op zijn borst liggen, maar ook de flauwste echo van een harteklop was niet te horen. Ze wendde zich van armen en gezicht weer naar het gewonde been. Met een lange slag begon ze te wrijvenen stopte weer even snel. Vergiste ze zich of trok het been onder haar handen? Ze keek naar de voet, ze keek naar het ge- w; weer naar het been, naar de wond Plotseling zag ze, dat er iets roods uit de diepe snede druppelde de wond was beginnen te bloeden. Vreugde en angst vermengden zich. Nu wist ze zeker, dat hij nog leefde, maar zou hij niet tegelijk doodbloeden? Het bloeden zette echter niet door. Was het misschien zijn laatste beetje leven geweest, dat daar wegvloeide? En zij zat hier machteloos. Machteloos! In vertwijfeling kneep ze haar handen in een. Kon ze maar een dokter bereiken. Met een transfusie was hij misschien te redden. Haar bloed kon hem er weer bovenop helpen. Maar hier zat ze ge ïsoleerd in de storm en het leven ebde weg. Het leven, dat nog slechts een flauwe trilling was Ze kroop naar de andere kant van het lichaam en nam het hoofd in haar schoot. Zacht streelde ze over het klam me haar. „Arme jongen, arme, arme jongen." Anders kon ze niet zeggen, iets anders kwam haar niet in de gedachten. Iets anders was ook niet nodig; wie hoorde het? Hij niet! Niemand! Zij al leen en ze hoorde zichzelf niet. Zacht ging ze verder het bleke hoofd, dat in de warmte van haar schoot lag, te stre len. Tranen liepen langs haar wangen, zonder dat ze zelf merkte, dat ze huilde. Toen trok even een der oogleden en een zacht gekreun kwam uit het slappe lichaam en eerst daarop brak Evelyns wanhoop in heftige snikken naar buiten. Eerst toen er weer hoop was, voelde ze, hoe wanhopig ze was geweest. De warmte van haar lichaam had zijn weg gevonden door Erics bevroren lijf en langzaam kwam hij bij. Heel lang zaam en heel kleintjes kwam het leven terug. En Evelyn koesterde zijn hoofd tegen zich aan, alsof ze zo het leven terug wou lokken in zijn verlamde spie ren. Ze durfde haast niet op te staan uit angst, dat hij weer in zou storten. Ze had het gevoel, alsof met haar het le ven weer van hem wijken zou. En toch was het noodzakelijk, dat ze opstond; ze moest hem toch verder verzorgen. Voorzichtig legde ze het hoofd terug, van haar schoot in het kussen, met ein deloze voorzorgen, als iemand, die een slapend kind in bed legt. Even later was ze in de keuken en hing dekens om het fornuis. Nu moest hij in een warm bed en dan zou ze pro beren hulp te krijgen. Hulp moest er komen; een dokter! Maar waar van daan? Met deze storm was het even onmogelijk, dat er iemand naar de boerderij toekwam, als het voor haar onmogelijk was hulp te gaan halen. Ze kon Eric ook niet uren lang alleen laten liggen. Urenlang, want door een storm heen hulp halen, betekende een einde loze worsteling door de sneeuw, al ging ze ook niet verder dan Beautiers huis. Dat kon niet. Ze moest het alleen zien op te knappen, totdat de storm luwde. Drie dagen lag Eric zo. Drie dagen van eindeloze angst, van verwoestende wanhoop en van smeulende hoop. De storm had nog een volle dag geduurd en in de ochtend daarop was het haar eerst mogelijk geweest door de losse sneeuw, die op sommige plaatsen twee meter hoog opgestoven lag, het huis van Beautier te bereiken. „Normaal gesproken," zei de dokter later, „had hij dood moeten zijn; hij was zo goed als leeggebloed. En dat in een sneeuwstorm! Ik begrijp nog niet, hoe hij het overleefd heeft." Maar Eric overleefde de beproeving. Heel geleidelijk kwamen kracht en kleur terug. „Nee," zei Evelyn, „ik verkoop niet!" Een donkere blos trok over Edmonds gezicht, een nijdige trek langs zijn neus. Dan gooide hij het hoofd achterover en brieste woedend los. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1955 | | pagina 4