Climax en Ritac boekten volle winst VOOR DE BOER DE VALLEI VOOR HET KOUDE JAARGETIJDE Nu op Klok-wasmiddelen Klok Geschenkzegels Let op! Jo <4 René Voor de Jeugd R.T.T.V. uit Rhenen verspeelde kostbaar punt Officiële Bekendmaking Zorg voor de ooien De droogstaande koe MARCO RAN OOK WAT VERKEERSREGEL I VOOR DE PRACTISCHE HUISVROUW Bij Uw winkelier wachten Uw gratis Klok Geschenkzegels op U! Hierop zitten die geschenk zegels N.V. ZEEPFABRIEK „DE KLOKHEFdRDE FEUILLETON Het is Climax 1 gelukt om, evenals in de thuiswedstrijd, thans Achilles in eigen huis een nederlaag toe te brengen. Het behaalde in Hilversum een 46 overwinning en is daardoor voorlopig van de onderste plaats op de ranglijst af. In de eerste klasse kwam Ritac 1 een stap dichter by het kampioenschap door van de naaste concurrent - Tios (Arnhem) - met 6i te winnen. De voorsprong op Tios bedraagt nu 3 punten. Van Dam (Ritac) verrichtte een goede prestatie door Tardyn (Tios) die tot nog toe slechts één party had verloren, te kloppen. In de tweede klasse snoepte Climax 3 een punt af van de voorsprong van leider R.T.T.V. 1 (Rhenen) door gelyk te spelen. Gtomssnt* Rhenen HINDERWET Burgemeester en wethouders van voor melde gemeente maken bekend, dat het verzoek van de fa. I. Woudenberg en Zn., Koningshof 7, Rhenen om op het perceel, kadastraal bekend gemeente Rhenen, sectie E, nr. 2210 een steenzaaginstallatie met hijsgelegenheid te mogen oprichten door hen is ingewilligd. Rhenen, 25 januari 1955. Burgemeester en wethouders voornoemd, De burgemeester, L. Bosch van Rosenthal De secretaris. Th. v. d. Willik Overige uitslagen: le KI. A: P.T.T. 1 Treffers 3 3—5 Swift 1 P.M.S. 2 5—5 2e KI. C: Ritac 3 Ritac 2 5—5 Tempo 1 Swift 2 7—3 V.S.W. 1 Hollandia 1 10—0 3e KI. E: Ritac 4 - Z.T.T.C. 1 3—7 Swift 4 Swift 3 64 R.T.T.V. 2 R.T.C. 2 9—1 Kr. en Vr. 2 Climax 4 2—8 Sorry 1 Ritac 4 91 Climax 4 Swift 4 55 4e KI. H: Ritac 6 R.T.T.V. 32—8 Z.T.T.C. 2 Panter 2 4—6 Kr. en Vr. 3 Z.T.T.C. 2 6—4 Fortissimo 1 V.S.W. 255 V.S.W. 2 Hollandia 2 9—1 4e KI. I: V.S.W. 3 S.K.F. 1 6—4 Fortissimo 3 Fortissimo 2 46 R.T.C. 3 Fortissimo 3 4—6 S.K.F. 1 Panter 1 2—8 Res. 4e kl. C: Sorry 3 Ritac 8 100 R.T.C. 4 V.S.W. 48—2 HET PROGRAMMA Woensdag, le Kl. A: Seelbeeck 1 Climax 2; Swift 1 Treffers 3. 2e Kl. C: Swift 2 Ritac 3. 3e Kl. E: Ritac 4 R.T.T.V. 2. 4e Kl. H: Hollandia 2 Swift 5; Ritac 6 V.S.W. 2. 4e Kl. I: V.S.W. 3 R.T.C. 3. Res. 4e kl. C: Ritac 7 Sorry 3. Donderdag. 4e Kl. H: R.T.T.V. 3 Kr. en Vr. 3. Vrijdag. 3e Kl. E: Z.T.T.C. 1 Swift 3; Kr. en Vr. 2 Sorry 1. 4e Kl. I: Fortissi mo 3 Ritac 5. Res. 4e kl. C: Kr. en Vr. 4 Hollandia 3. UITGENODIGD VOOR CENTRALE JEUGDTRAINING Voor de jeugdtraining, welke voor de afdeling Gelderland donderdag a.s. in Nijmegen begint, zijn uitgenodigd de Veenendalers T. van de Weerd (Ritac) en E. Vos (Climax). HET AANVRAGEN OM ONTHEFFING VAN HET BESLUIT BESTRIJDING AARDAPPELMOEHEID Zoals bekend is het ook voor het teelt jaar 1956 mogelijk in een beperkt aantal omstandigheden ontheffing te verkrijgen van de voorgeschreven vruchtwisseling bij het telen van aardappelen. Voor het indienen van een ontheffingsaanvraag zijn formulieren verkrijgbaar bij de Geweste lijke Raad voor Utrecht van het Land bouwschap en bij de Plaatselijke Bureau houders. Zü die voor ontheffing in aan merking wensen te komen, wor den er op gewezen, dat de termijn voor het aanvragen van ontheffing sluit op 15 februari 1956. Na deze datum zullen geen aanvragen meer in behandeling kunnen worden ge nomen. Om teleurstelling te voorkomen is het raadzaam zo spoedig mogelijk tot het indienen van een aanvraag over te gaan. Op de Nederlandse bedrijven is het schaap doorgaans het dier, waaraan de minste aandacht wordt geschonken; toch heeft de schapenhouderij geen nadelen gebracht de laatste jaren. In de laatste weken van de dracht is wel enige aandacht vereist, speciaal ten aanzien van de voeding. Geeft ook buiten de vorst- en sneeuwperiode thans enig ruw- of krachtvoer aan deze dieren. Met hooi, erwtenstro of haverstro (zo mogelijk met de korrels eraan) kan een schaap reeds ver komen; daarnaast geve men nog een beetje krachtvoer, bijv. een half pond rundveemeel of wat haver met gedroogd gras e.d. Veel behoeft het niet te kosten. Al redt u maar één lam het leven, dan zijn alle kosten reeds met hoge rente vergoed. Te vaak komt men in de praktijk tegen, dat een droogstaand dier maar schraal wordt gevoederd, speciaal op die bedrij ven waar de ruwvoedervoorraad niet zo heel best is. Een dergelijk dier wordt dan echter wel tekort gedaan. Juist in de droogstand ontwikkelt het kalf zich het meest; verder moet de uier in volle ontwikkeling komen; tenslotte wil ook de koe zelf haar verbruikte re serves graag weer aanvullen. Dit betekent dat een drachtige koe goed gevoederd moet worden: goed hooi, goede kuilvoeders, wat bieten, pulp of iets dergelijks en in vele gevallen nog zoveel krachtvoer, dat de koe in totaal 10 kg. melk zou kunnen geven. En zeker mag men nooit vergeten een dagelijkse gift extra-mineralen; al naar de te ver wachten melkgift moet dit één twee ons per dag zijn. Tegen het eind van de draagtijd geeft men wat extra krachtvoer om het dier daaraan reeds te gewennen. Elke plotselinge overgang moet- worden vermeden. Een goed doorvoede koe begint hoger enhoudt langer vol in de melkgift. Beseft men wel, dat een koe die 20 kg. melk dagelijks geeft, per dag ongeveer 25 gram calcium en 20 gram fosfaat verliest? Aangezien het dier voor zijn onderhoud ook nog mineralen nodig heeft, en niet alle mineralen voor 100 kunnen worden benut, is het aan te bevelen ook na het kalven nog 100200 gram van een goed rundveemineralenmengsel te verstrekken. De prijs van dergelijke mineralen is zeer laag. Wanneer men meent in de omstan digheden te verkeren een hoge prijs voor een of ander fantasie-mineralenmengsel te moeten betalen, dan kan men dat doen, maar de voordelen liggen dan niet aan de kant van de boer. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" Onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10. Veenendaal WIE VIEREN HUN VERJAARDAG? 1 febr. Willy v. Heemsbergen. Jan v. d. Haar. Cowboy. Marietje Bos. Dirk Meyer. Klezinus Diepeveen. Ineke v. d. Weerd. Reina Rebergen. Sneeuwwitje. Nellie Bos. Crocus. OPLOSSING RAADSELS I. Amazone. 2. Portier. 3. Slak. 4. Advocaat. II. Peer. Ezau. Noor. Duif. Uden. Luik. Edam. Pendule. NIEUWE RAADSELS I. Ik heb het koud, als het warm is. Als het koud is ben ik warm. Wie ben ik? KRUISWOORDRAADSEL Boom. 33. Muzieknoot. 34. IJzeren mond stuk voor paard, waaraan de teugels zijn bevestigd. 36. Ontkenning. 37. Eerste drie letters van staat in Brazilië. 38. Weer galm. 39. Jongensnaam. 40. Vorm van een schoen, meestal van hout. 41. Her- dersvorst (O.T.). Verticaal: 1. Vrucht van de eik. 2. Land in Azië. 3. Tweemaal, nog eens. 4. Muzieknoot. 6. Bijwoord. 7. Water kering. 8. Ander woord voor vlijt. 9. Glanzige zijde. 11. Nagerecht 14. Grond behorende bij boerenwoning. 17. Vis. 18. Uitroep, bij het drinken op iemands ge zondheid. 20. Lokaal waar sterke drank wordt geschonken. 22. Niet bevestigd. 25. Adreskaart. 27. Nietig, zwak. 28. Plaats in Gelderland. 29. Onderaardse gang voor waterafvoer. 32. Keurig. 33. Glasachtig mineraal. 35. Lidwoord i. h. Engels. 37. Spant, gebogen stuk hout v. e. scheeps romp. 39. Dichtbij. Horizontaal: 1. Ooievaar. 5. klei ne, harde vrucht. 10. Bloem. 12. Vulkani sche proaukten. 13. Oogholte. 14. Rich ter. 15. Gehakt varkensvlees. 16. Voeg woord. 17. Jongensnaam. 19. Reeks. 20. Kinderziekte. 21. Vis. 23. Zot, dwaas. 24. Kloosterzuster. 26. Deel v. e. fiets. 28. Tekening. 30. Meisjesnaam (verkort) 31. (Vervolg) Om 1 uur zijn ze allen weer present bij school en wordt het sneeuwfeest voortge zet. Natuurlijk hebben de jongens en meisjes die middag niet veel aandacht bij het werk. Tegen half vier begint het weer te sneeuwen en dan zitten ze el kaar onder de banken te porren van stiekum plezier. Als de school uitgaat is het of alles met een dikke laag watten is bedekt. Alle geluiden klinken gedempt. Auto's en fietsen rijden langzaam over de moeilijk begaanbare straten, maar de jongens denken er niet aan, dat er ook nog mensen zijn voor wie de sneeuw last en narigheid betekent. Daan weet een mooi plan. „Jongens", zegt hij, „weten jullie nog van verleden jaar? Toen heb ben we allemaal iets gemaakt van sneeuw. Jan, Leo en Henk zaten in de jury, die ons werk beoordelen moest, zullen we dat nog eens doen?" „Ja, ja", wordt er van alle kanten geroepen, dat is best", „Laten we dan weer naar het park gaan, daar ligt een bonk sneeuw en we lopen er niemand in de weg". Rrrrt, daar gaat de hele troep er vandoor. Ook Marco loopt na schooltijd een nog veel gotere sneeuw- er aan, dat hij zijn zusjes beloofd heeft, op een sukkeldrafje mee. Even denkt hij man te maken, maar dat kan morgen ook nog wel, hij wil nu meedoen met de jongens, dat lijkt hem heerlijk. In het park, dat er uit ziet als een tovertuin, krijgt ieder een hoek aangewezen, waar hij zijn talenten als beeldhouwer kan ontplooien. De pracht van de besneeuwde struiken, waarvan ieder takje staat af getekend tegen de donkere muur van dennen, zien ze niet. De meeste jongens zijn al druk bezig aan hun gewrocht. De sneeuw pakt zo fijn. Marco staat een eindje van de anderen af. Zijn handen pakken de sneeuw samen, maar aan zijn donkere ogen kun je wel zien dat hij er nog over denkt wat hij maken zal. In eens schijnt hij het te weten. Bedachtzaam begint hij te werken, op zijn eigen lang zame manier. De jury, die ditmaal be staat uit Daan de Groot, Dries Kleinhout en Wim van Dam loopt al eens keurend langs de werkstukken, maar van de mees te kun je nog niet zien, wat het worden moet. Gerrit Roos, die nu niet bepaald van de snuggersten is, probeert een mo len te maken, maar zijn pogingen stran den als hij aan de wieken toe is. Het komt niet in zijn hoofd op om daarvoor stokjes te nemen, die het park in menigte oplevert. Dan schopt hij het product van zijn handen omver en begint aan iets anders. De heldere jongensstemmen kla teren luid op. Ze leveren vrolijk critiek op elkanders bouwsels. „Kijk hij, is dat een voorwereldlijk dier jö? Je hebt er zes poten aangemaakt. „Nee, moet je dat prul van jou zien, 't lijkt wel een mis lukte oliebol." Naar het kleine Indonesische jongetje kijkt niemand om. Veel notitie nemen ze nooit van hem, hij is zo stil. Marco werkt ingespannen voort. Zijn handen boetseren voorzichtig; het puntje van zijn tong komt naar buiten. Achter het hek van het park staat een heer, met een vreemde breedgerande hoed op, niemand van de jongens heeft erg in hem. Glimlachend kijkt hij naar het groepje, dat alleen maar oog heeft voor het werk van hun handen. Langzaam loopt de heer langs het hek tot hij blijft staan bij Marco, die ook niets merkt van de belangstelling. Met gloeiende wangen is hij bezig. De heer blijft kijken van het steeds groeien de werkstuk naar het smalle bruine ge zichtje. Even knikt hij met z'n hoofd, maar verder staat hij onbeweeglijk, want hij blijft liever nog even onopgemerkt. „Ik ben klaar", roept Jan Koopman. Trots kijkt hij naar zijn bouwwerk, waar je met een beetje goede wil een kerk met een toren van kunt maken. (Wordt vervolgd.) NEEM DE BOCHT NAAR LINKS ZO RUIM MOGELIJK! VLEKKEN.... uit uw bad verwijdert u met bleekwater. Het emaille blijft dan toch mooi. Beter is nog, een beetje vochtige bleekpoeder op de plek te smeren, dit een paar uur te laten intrekken, waarna alles met water wordt schoon gespoeld. ■Ö- ROETVLEKKEN.... op uw kleed moet u vooral niet met sop behandelen. Het beste is, er zout over te strooien en dit er met een schoon doekje stevig in te wrijven. Daarna het kleed ge woon schoon borstelen. Vooral niet te gouw opgeven: soms moet u de bewer king meerdere malen herhalen. -H- DOFFE PLEKKEN.... in weckglazen kunt u verwijderen, door een rauwe, geschilde aardappel er over heen te wrijven, óf wrijven met een doekje, gedrenkt in azijn. Ook is het mo gelijk met koud sodawater. U giet hiervan wat in de fles, waarna u deze uitkookt. Dit levert echter het gevaar op, dat de fles springt. ROESTVLEKKEN.... in wit goed kunt u gemakkelijk verwijde ren door er citroensap op te druppelen en in de buitenlucht te laten opdrogen. Deze behandeling zo nodig herhalen, waarna het goed gewoon in de was gaat, en de vlekken verdwenen zijn. GESCHIEDENIS DER FOTOGRAFIE De uitvinding der fotografie hing, om het zo maar eens te zeggen, reeds lang in de lucht voor zij werkelijkheid werd. Leonardo da Vinci had een kamera uit gevonden, die het mogelijk maakte, be lichte voorwerpen op een donker vlak te projekteren. Ook wist men reeds dat pa pier voor het licht gevoelig kon worden gemaakt. Wonderlijk genoeg kwam men niet op de gedachte, deze vindingen te combineren om aldus foto's te maken. Toen Nicèphore Niépce in het jaar 1816 voor lithografische doeleinden, tekenin gen op steen wilde overbrengen, pro beerde hij dit werk te vereenvoudigen, door de stenen met een laag te bestrij ken die lichtgevoelig was. Hij plaatste de stenen in een camera obscura, die hij door de zon laten belichten om een dui- Niet alleen voor het koude jaargetijde maar ook voor bepaalde takken van sport is een lange broek een heerlijke dracht. Het model op het plaatje heeft schuine insteekzakken. Deze lopen van de taille tot de zijnaad. Bij de zak in de voorpijp (V) een reep stof aanknippen voor de inkijk, 4 cm breed. Deze wordt naar binnen geslagen en op de voe- ringzak ge stikt. Ook bij het klei ne stukje van de zij naad tot de zakopening (V) een reep stof van 5 cm breedte aanknippen, even eens op de voeringzak stik ken. De voeringzak dubbel knippen en met de schuine kanten tegen de zakopening leggen. De zak verder af werken met Engelse naad. In de zijnaad ritssluiting 20 cm lang. Een band, 4 cm breed, wordt op de taille gestikt. Hierin linnen verwerken. De band dubbel knippen en 2 cm wijder ne men voor de overslag. Deze wordt gesloten door knoop en knoopsgat. Het coupe naadje van achteren in- stikken, van voren wordt de plooi ingestreken. Smal le naden aanknippen, van onderen 5 cm meer nemen voor zoom en naad. Het patroon is uitgezet voor t.w. 80, h.w. 104, leng te 104.' Benodigd 1.30 m stof, 150 cm breed, of 1.70 m stof, 140 cm breed. Voe ring 30 cm. dclijk beeld te krijgen. Eerst na zijn dood hij stierf in 1833 gelukt het Louis Jacques Mandé Da- guerre het jood-zilver als snelwerkende lichtgevoelige laag te ontdekken. Daarna begon de fotografie haar grote vlucht. aan het zonlicht blootstelde. Daaruit ont wikkelde zich, na jarenlange proefnemin gen de fotografie, die de eerste tijd veel te wensen overliet. Nièpce moest zijn koperen platen, die hij met een licht gevoelige laag bestreek, tien twaalf uur voor gratis prachtige, degelijke cadeauxdieU zó bijelkaar hebt gespaard l Op sommige verpakkin gen van Snelwerkend Sneeuwwit, Klok Zeep poeder, Klok Zelfwerkend Wasmiddel, Klik en Klok- poeder zit nog géén Klok Geschenkzegel. Maar de bovenkleppen van deze Klok-produkten hebben voorlopig dezelfde waar de als de Klok Geschenk zegels voor GRATIS geschenken. PLASTIC EMMER vederlicht, oersolide, inhoud 6 liter. Voor 60 Klok Geschenkzegels of bovenkanten. PLASTIC AFWASBAK prettig in het gebruik, gemak kelijk te hanteren. Voor 50 Klok Geschenkzegels of bovenkanten. ROYALE THEEDOEK die snel vocht op neemt, dus vlugger afdroogt. Voor 15 Klok Geschenkzegels of bovenkanten. Ga naar Uw winkelier en vraag om Klok-artikelen. U hebt ze tóch nodig! Op de verpakking zit het Klok Ge schenkzegel. Spaar dat Klok Geschenkzegel, dan krijgt U al heel vlug prachtige ge schenken. Vraag dan meteen de Klok cadeaulijst. Daarin kunt U zien hoeveel prach tige cadeaux U gratis kunt krijgen. En let er eens op, hóe vlug U die cadeaux zélf bezit! Want Klok Geschenk zegels sparen is snel sparen KLOK Zelfwer kend Wasmiddel 42 cent, Klok Snel werkend Sneeuw wit 37 cent, Klok- poeder 38 cent per grote bus, KLIK, het wolwasmiddel 41 cent, Klok Zeep poeder 34 cent. C Z 256 door H. Westenberger Vertaling: Minny Musaph Biijdensteln (24) Zij wandelen het hele terrein rond. Zij worden door een opzichter wegge jaagd, maar komen aan een andere kant weer terug. Tenslotte gaan ze op een stapel planken zitten; daar is het vei liger en ze kunnen van daar uit alles toch overzien. „Hier moeten we eens vaker heen gaan," waagt Joachim eindelijk en kijkt tersluiks naar zijn buurman. „Interes seert het je, als er later gebouwd wordt?" René Brackwieser voelt plotseling zijn hart kloppen. Och, natuurlijk in teresseert hij zich er voor; maar „ïk ben niet lang meer in Cairo zegt hij ernstig. Joachim draait zich verwonderd om. „Zo, gaan jullie verhuizen?" „Nee, ik alleen." Ze zwijgen allebei. Joachim kan het met zichzelf niet eens worden of hij al dan niet zal vra gen waar de jongen heen gaat. René hoopt vurig dat de ander het vragen zal. Maar de vraag komt niet en met ge fronst voorhoofd komt het er eindelijk uit: „Ik meen, ik bedoel, verhuizen ga ik eigenlijk niet ik ga er vandoor!" Joachim springt op. René haalt diep adem. „Man!" zegt Joachim dan en zijn stem is donker van bewondering. René gaat rechtop zitten. Hij weet nu niet meer wat hij doen zal. Zwijgen of vertellen. De baggermachine maakt nu een hels lawaai. Van de bouwkeet uit wordt in het Arabisch geschreeuwd. Iedereen gaat naar de plaats waar gebaggerd wordt. Maar de jongens verroeren zich niet. reld, dan een baggermachine. Er van door gaan! Het zijn toverwoorden voor Er zijn belangrijker dingen in de we de twee jongens! „Ik heet Brackwieser. René Brack wieser." „Nee!" schreeuwt de andere jongen en wordt vuurrood. „Ben jij Brackwieser, die aan de Nijl woont achter de Promenade? In dat gele huis? Brackwieser van de Helio- polis?" „Ja, natuurlijk, er is toch maar één Brackwieser in Cairo". Dit laatste niet zonder trots. Joachim zit al lang niet meer op zijn plaats. Wijdbeens staat hij voor René, de handen op de heupen; hij kijkt de andere jongen aan, alsof hij hem nu pas voor de eerste maal ziet. „Ja natuur lijk, er is maar één Brackwieser tenminste, zijn moeder is plotseling niet helemaal wijs geworden en ver beeldt zich zo iets en mijnheer Eek- hart „Eckhart? Dat is mijn oom!" „En ik ben Frank! En jou moeder...." „Jaen daarom wil ik weg. Maar dat jij het juist moet zijn, waarom ze zo'n herrie hebben!" „Hoe zo? De herrie is toch ook om jou?" Maar René haalt alleen maar zijn schouders op. Opeens ziet hij er veel ouder uit. „Och, om mijMijn moe der wil jou hebben en mij kwijt zijn. Maar jouw moeder „Wil mij ook kwijt." „Maar er is nooit over gesproken, dat ze mij wil hebben." Zij kijken el kaar aan „Zou jij dan een Brackwieser willen zijn?" Joachim scshudt het hoofd. „Och, on zin!" Maar wat kun je er aan doen? 't Is hun opeens allemaal in hun hoofd geslagen." René vraagt verder. „Ken je haar? Mijn moeder, bedoel ik?" Joachim knikt. Hij vindt het verve lend, dat hij haar kent. „En hoe vind je haar?" Een lastige vraag. Hij ontwijkt het antwoord door de schouders op te trek ken.* René laat het hoofd zinken. „Ze kan mij niet uitstaan. Toen ik nog heel klein was, heeft zij er al over gezeurd, dat ik niet op haar man lijk. Uren lang heeft zij daarover gesproken met de kinderjuffrouw. Idioot! Ik kan het toch niet helpen!" Hij kijkt opzij, schaamt zich een beetje. Waarom praat hij eigenlijk ook zoveel? „Mijn moederJoachim wacht een seconde, was altijd erg lief. Nu pas is ze stapelgek geworden. Maar nu wij elkaar kennen, jij en ik, beslui ten we eenvoudig, dat we niet omge ruild willen worden wat kunnen ze dan nog doen?" En al bijna gerust ge steld, gaat hij weer zitten. Maar René weet veel beter! Je hebt geen idee! Bij ons wordt er steeds op gebeld door zo'n advocaat en de dokter uit het ziekenhuis bemoeit zich er mee enenNee, er zit maar één ding op; er vandoor gaan! En ik mij kan het niets schelen. Ik heb er trouwens allang genoeg van. De ouwe heer is geschikt hoor, die bemoeit zich niet veel met me, heeft genoeg met zijn zaken te doen en hij wordt alleen maar woedend als hij wil, dat mijn moeder iets zal doen en zij zegt, dat het niet kan, omdat zij zich met mij moet bemoeien. Dat kan hij eenvoudig niet uitstaan! Maar mijn moeder? Ze kan weieens aardig zijn maar dikwijls ook niet. En dan altijd dat gezeur: „Op wie lijkt die jongen toch? Waar heeft hij toch die neus vandaan en waarvan dit en dat?" Als zij niet met me tevreden is, had ze me al eerder moeten wegsturen maar nu heb IK er genoeg van! Nu ga ik zelf!" „Nog vóór de bloedproef?" René haalt de schouders op; mis schien. „Waar ga je dan heen?" Maar René's besluit heeft blijkbaar toch nog geen vaste vorm aangenomen. Het enige, wat voor hem vaststaat, is, dat hij weg wil; waarheen en hoe, weet hij nog niet. „Als je het allemaal goed voorbereidt, komt er geen klap van terecht," meent Joachim wijs. René knikt, met gefronst voorhoofd. „Ja, ja, natuurlijk." Dan zwijgen ze weer, trekken met hun hakken kringen en strepen in het zand en denken diep naPlotseling komt Joachim tot een conclusie: „Als jij er werkelijk vandoor gaat, schiet ik er niets mee op, mij ruilen ze dan toch!" (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1956 | | pagina 4