Climax en Ritac boekten
volle winst
VOOR DE BOER
DE VALLEI
VOOR HET KOUDE JAARGETIJDE
Nu op Klok-wasmiddelen
Klok Geschenkzegels
Let op!
Jo <4 René
Voor de Jeugd
R.T.T.V. uit Rhenen verspeelde kostbaar punt
Officiële Bekendmaking
Zorg
voor de ooien
De droogstaande koe
MARCO RAN OOK WAT
VERKEERSREGEL
I VOOR DE PRACTISCHE
HUISVROUW
Bij Uw winkelier wachten Uw
gratis Klok Geschenkzegels op U!
Hierop zitten
die geschenk
zegels
N.V. ZEEPFABRIEK „DE KLOKHEFdRDE
FEUILLETON
Het is Climax 1 gelukt om, evenals in de thuiswedstrijd, thans Achilles in
eigen huis een nederlaag toe te brengen. Het behaalde in Hilversum een 46
overwinning en is daardoor voorlopig van de onderste plaats op de ranglijst af.
In de eerste klasse kwam Ritac 1 een stap dichter by het kampioenschap door
van de naaste concurrent - Tios (Arnhem) - met 6i te winnen. De voorsprong
op Tios bedraagt nu 3 punten. Van Dam (Ritac) verrichtte een goede prestatie
door Tardyn (Tios) die tot nog toe slechts één party had verloren, te kloppen.
In de tweede klasse snoepte Climax 3 een punt af van de voorsprong van leider
R.T.T.V. 1 (Rhenen) door gelyk te spelen.
Gtomssnt* Rhenen
HINDERWET
Burgemeester en wethouders van voor
melde gemeente maken bekend, dat het
verzoek van de fa. I. Woudenberg en Zn.,
Koningshof 7, Rhenen om op het perceel,
kadastraal bekend gemeente Rhenen,
sectie E, nr. 2210 een steenzaaginstallatie
met hijsgelegenheid te mogen oprichten
door hen is ingewilligd.
Rhenen, 25 januari 1955.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
De burgemeester,
L. Bosch van Rosenthal
De secretaris.
Th. v. d. Willik
Overige uitslagen:
le KI. A:
P.T.T. 1 Treffers 3 3—5
Swift 1 P.M.S. 2 5—5
2e KI. C:
Ritac 3 Ritac 2 5—5
Tempo 1 Swift 2 7—3
V.S.W. 1 Hollandia 1 10—0
3e KI. E:
Ritac 4 - Z.T.T.C. 1 3—7
Swift 4 Swift 3 64
R.T.T.V. 2 R.T.C. 2 9—1
Kr. en Vr. 2 Climax 4 2—8
Sorry 1 Ritac 4 91
Climax 4 Swift 4 55
4e KI. H:
Ritac 6 R.T.T.V. 32—8
Z.T.T.C. 2 Panter 2 4—6
Kr. en Vr. 3 Z.T.T.C. 2 6—4
Fortissimo 1 V.S.W. 255
V.S.W. 2 Hollandia 2 9—1
4e KI. I:
V.S.W. 3 S.K.F. 1 6—4
Fortissimo 3 Fortissimo 2 46
R.T.C. 3 Fortissimo 3 4—6
S.K.F. 1 Panter 1 2—8
Res. 4e kl. C:
Sorry 3 Ritac 8 100
R.T.C. 4 V.S.W. 48—2
HET PROGRAMMA
Woensdag, le Kl. A: Seelbeeck 1
Climax 2; Swift 1 Treffers 3. 2e Kl. C:
Swift 2 Ritac 3. 3e Kl. E: Ritac 4
R.T.T.V. 2. 4e Kl. H: Hollandia 2 Swift
5; Ritac 6 V.S.W. 2. 4e Kl. I: V.S.W. 3
R.T.C. 3. Res. 4e kl. C: Ritac 7
Sorry 3.
Donderdag. 4e Kl. H: R.T.T.V. 3 Kr.
en Vr. 3.
Vrijdag. 3e Kl. E: Z.T.T.C. 1 Swift 3;
Kr. en Vr. 2 Sorry 1. 4e Kl. I: Fortissi
mo 3 Ritac 5. Res. 4e kl. C: Kr. en Vr.
4 Hollandia 3.
UITGENODIGD VOOR CENTRALE
JEUGDTRAINING
Voor de jeugdtraining, welke voor de
afdeling Gelderland donderdag a.s. in
Nijmegen begint, zijn uitgenodigd de
Veenendalers T. van de Weerd (Ritac)
en E. Vos (Climax).
HET AANVRAGEN OM ONTHEFFING
VAN HET BESLUIT BESTRIJDING
AARDAPPELMOEHEID
Zoals bekend is het ook voor het teelt
jaar 1956 mogelijk in een beperkt aantal
omstandigheden ontheffing te verkrijgen
van de voorgeschreven vruchtwisseling
bij het telen van aardappelen. Voor het
indienen van een ontheffingsaanvraag zijn
formulieren verkrijgbaar bij de Geweste
lijke Raad voor Utrecht van het Land
bouwschap en bij de Plaatselijke Bureau
houders.
Zü die voor ontheffing in aan
merking wensen te komen, wor
den er op gewezen, dat de termijn
voor het aanvragen van ontheffing
sluit op 15 februari 1956.
Na deze datum zullen geen aanvragen
meer in behandeling kunnen worden ge
nomen. Om teleurstelling te voorkomen
is het raadzaam zo spoedig mogelijk tot
het indienen van een aanvraag over te
gaan.
Op de Nederlandse bedrijven is het
schaap doorgaans het dier, waaraan de
minste aandacht wordt geschonken; toch
heeft de schapenhouderij geen nadelen
gebracht de laatste jaren.
In de laatste weken van de dracht is
wel enige aandacht vereist, speciaal ten
aanzien van de voeding. Geeft ook buiten
de vorst- en sneeuwperiode thans enig
ruw- of krachtvoer aan deze dieren. Met
hooi, erwtenstro of haverstro (zo mogelijk
met de korrels eraan) kan een schaap
reeds ver komen; daarnaast geve men nog
een beetje krachtvoer, bijv. een half pond
rundveemeel of wat haver met gedroogd
gras e.d. Veel behoeft het niet te kosten.
Al redt u maar één lam het leven, dan
zijn alle kosten reeds met hoge rente
vergoed.
Te vaak komt men in de praktijk tegen,
dat een droogstaand dier maar schraal
wordt gevoederd, speciaal op die bedrij
ven waar de ruwvoedervoorraad niet zo
heel best is. Een dergelijk dier wordt dan
echter wel tekort gedaan.
Juist in de droogstand ontwikkelt het
kalf zich het meest; verder moet de uier
in volle ontwikkeling komen; tenslotte
wil ook de koe zelf haar verbruikte re
serves graag weer aanvullen.
Dit betekent dat een drachtige koe
goed gevoederd moet worden: goed hooi,
goede kuilvoeders, wat bieten, pulp of
iets dergelijks en in vele gevallen nog
zoveel krachtvoer, dat de koe in totaal
10 kg. melk zou kunnen geven. En zeker
mag men nooit vergeten een dagelijkse
gift extra-mineralen; al naar de te ver
wachten melkgift moet dit één twee
ons per dag zijn. Tegen het eind van de
draagtijd geeft men wat extra krachtvoer
om het dier daaraan reeds te gewennen.
Elke plotselinge overgang moet- worden
vermeden.
Een goed doorvoede koe begint hoger
enhoudt langer vol in de melkgift.
Beseft men wel, dat een koe die 20 kg.
melk dagelijks geeft, per dag ongeveer 25
gram calcium en 20 gram fosfaat verliest?
Aangezien het dier voor zijn onderhoud
ook nog mineralen nodig heeft, en niet
alle mineralen voor 100 kunnen worden
benut, is het aan te bevelen ook na het
kalven nog 100200 gram van een goed
rundveemineralenmengsel te verstrekken.
De prijs van dergelijke mineralen is zeer
laag. Wanneer men meent in de omstan
digheden te verkeren een hoge prijs voor
een of ander fantasie-mineralenmengsel
te moeten betalen, dan kan men dat doen,
maar de voordelen liggen dan niet aan de
kant van de boer.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
Onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10. Veenendaal
WIE VIEREN HUN VERJAARDAG?
1 febr. Willy v. Heemsbergen.
Jan v. d. Haar.
Cowboy.
Marietje Bos.
Dirk Meyer.
Klezinus Diepeveen.
Ineke v. d. Weerd.
Reina Rebergen.
Sneeuwwitje.
Nellie Bos.
Crocus.
OPLOSSING RAADSELS
I. Amazone. 2. Portier. 3. Slak. 4.
Advocaat.
II. Peer. Ezau. Noor. Duif. Uden.
Luik. Edam. Pendule.
NIEUWE RAADSELS
I. Ik heb het koud, als het warm is.
Als het koud is ben ik warm. Wie
ben ik?
KRUISWOORDRAADSEL
Boom. 33. Muzieknoot. 34. IJzeren mond
stuk voor paard, waaraan de teugels zijn
bevestigd. 36. Ontkenning. 37. Eerste drie
letters van staat in Brazilië. 38. Weer
galm. 39. Jongensnaam. 40. Vorm van
een schoen, meestal van hout. 41. Her-
dersvorst (O.T.).
Verticaal: 1. Vrucht van de eik.
2. Land in Azië. 3. Tweemaal, nog eens.
4. Muzieknoot. 6. Bijwoord. 7. Water
kering. 8. Ander woord voor vlijt. 9.
Glanzige zijde. 11. Nagerecht 14. Grond
behorende bij boerenwoning. 17. Vis. 18.
Uitroep, bij het drinken op iemands ge
zondheid. 20. Lokaal waar sterke drank
wordt geschonken. 22. Niet bevestigd. 25.
Adreskaart. 27. Nietig, zwak. 28. Plaats
in Gelderland. 29. Onderaardse gang voor
waterafvoer. 32. Keurig. 33. Glasachtig
mineraal. 35. Lidwoord i. h. Engels. 37.
Spant, gebogen stuk hout v. e. scheeps
romp. 39. Dichtbij.
Horizontaal: 1. Ooievaar. 5. klei
ne, harde vrucht. 10. Bloem. 12. Vulkani
sche proaukten. 13. Oogholte. 14. Rich
ter. 15. Gehakt varkensvlees. 16. Voeg
woord. 17. Jongensnaam. 19. Reeks. 20.
Kinderziekte. 21. Vis. 23. Zot, dwaas. 24.
Kloosterzuster. 26. Deel v. e. fiets. 28.
Tekening. 30. Meisjesnaam (verkort) 31.
(Vervolg)
Om 1 uur zijn ze allen weer present bij
school en wordt het sneeuwfeest voortge
zet. Natuurlijk hebben de jongens en
meisjes die middag niet veel aandacht bij
het werk. Tegen half vier begint het
weer te sneeuwen en dan zitten ze el
kaar onder de banken te porren van
stiekum plezier. Als de school uitgaat is
het of alles met een dikke laag watten is
bedekt. Alle geluiden klinken gedempt.
Auto's en fietsen rijden langzaam over de
moeilijk begaanbare straten, maar de
jongens denken er niet aan, dat er ook
nog mensen zijn voor wie de sneeuw last
en narigheid betekent. Daan weet een
mooi plan. „Jongens", zegt hij, „weten
jullie nog van verleden jaar? Toen heb
ben we allemaal iets gemaakt van sneeuw.
Jan, Leo en Henk zaten in de jury, die
ons werk beoordelen moest, zullen we
dat nog eens doen?" „Ja, ja", wordt er
van alle kanten geroepen, dat is best",
„Laten we dan weer naar het park gaan,
daar ligt een bonk sneeuw en we lopen er
niemand in de weg". Rrrrt, daar gaat de
hele troep er vandoor. Ook Marco loopt
na schooltijd een nog veel gotere sneeuw-
er aan, dat hij zijn zusjes beloofd heeft,
op een sukkeldrafje mee. Even denkt hij
man te maken, maar dat kan morgen
ook nog wel, hij wil nu meedoen met de
jongens, dat lijkt hem heerlijk. In het
park, dat er uit ziet als een tovertuin,
krijgt ieder een hoek aangewezen, waar
hij zijn talenten als beeldhouwer kan
ontplooien. De pracht van de besneeuwde
struiken, waarvan ieder takje staat af
getekend tegen de donkere muur van
dennen, zien ze niet. De meeste jongens
zijn al druk bezig aan hun gewrocht. De
sneeuw pakt zo fijn. Marco staat een
eindje van de anderen af. Zijn handen
pakken de sneeuw samen, maar aan zijn
donkere ogen kun je wel zien dat hij er
nog over denkt wat hij maken zal. In
eens schijnt hij het te weten. Bedachtzaam
begint hij te werken, op zijn eigen lang
zame manier. De jury, die ditmaal be
staat uit Daan de Groot, Dries Kleinhout
en Wim van Dam loopt al eens keurend
langs de werkstukken, maar van de mees
te kun je nog niet zien, wat het worden
moet. Gerrit Roos, die nu niet bepaald
van de snuggersten is, probeert een mo
len te maken, maar zijn pogingen stran
den als hij aan de wieken toe is. Het
komt niet in zijn hoofd op om daarvoor
stokjes te nemen, die het park in menigte
oplevert. Dan schopt hij het product van
zijn handen omver en begint aan iets
anders. De heldere jongensstemmen kla
teren luid op. Ze leveren vrolijk critiek
op elkanders bouwsels. „Kijk hij, is dat
een voorwereldlijk dier jö? Je hebt er
zes poten aangemaakt. „Nee, moet je dat
prul van jou zien, 't lijkt wel een mis
lukte oliebol."
Naar het kleine Indonesische jongetje
kijkt niemand om. Veel notitie nemen ze
nooit van hem, hij is zo stil. Marco werkt
ingespannen voort. Zijn handen boetseren
voorzichtig; het puntje van zijn tong
komt naar buiten. Achter het hek van
het park staat een heer, met een vreemde
breedgerande hoed op, niemand van de
jongens heeft erg in hem. Glimlachend
kijkt hij naar het groepje, dat alleen
maar oog heeft voor het werk van hun
handen. Langzaam loopt de heer langs
het hek tot hij blijft staan bij Marco,
die ook niets merkt van de belangstelling.
Met gloeiende wangen is hij bezig. De
heer blijft kijken van het steeds groeien
de werkstuk naar het smalle bruine ge
zichtje. Even knikt hij met z'n hoofd,
maar verder staat hij onbeweeglijk, want
hij blijft liever nog even onopgemerkt.
„Ik ben klaar", roept Jan Koopman. Trots
kijkt hij naar zijn bouwwerk, waar je
met een beetje goede wil een kerk met
een toren van kunt maken.
(Wordt vervolgd.)
NEEM DE BOCHT NAAR LINKS ZO
RUIM MOGELIJK!
VLEKKEN....
uit uw bad verwijdert u met bleekwater.
Het emaille blijft dan toch mooi. Beter is
nog, een beetje vochtige bleekpoeder op
de plek te smeren, dit een paar uur te
laten intrekken, waarna alles met water
wordt schoon gespoeld.
■Ö-
ROETVLEKKEN....
op uw kleed moet u vooral niet met sop
behandelen. Het beste is, er zout over te
strooien en dit er met een schoon doekje
stevig in te wrijven. Daarna het kleed ge
woon schoon borstelen. Vooral niet te
gouw opgeven: soms moet u de bewer
king meerdere malen herhalen.
-H-
DOFFE PLEKKEN....
in weckglazen kunt u verwijderen, door
een rauwe, geschilde aardappel er over
heen te wrijven, óf wrijven met een
doekje, gedrenkt in azijn. Ook is het mo
gelijk met koud sodawater. U giet hiervan
wat in de fles, waarna u deze uitkookt.
Dit levert echter het gevaar op, dat de
fles springt.
ROESTVLEKKEN....
in wit goed kunt u gemakkelijk verwijde
ren door er citroensap op te druppelen en
in de buitenlucht te laten opdrogen. Deze
behandeling zo nodig herhalen, waarna
het goed gewoon in de was gaat, en de
vlekken verdwenen zijn.
GESCHIEDENIS DER FOTOGRAFIE
De uitvinding der fotografie hing, om
het zo maar eens te zeggen, reeds lang in
de lucht voor zij werkelijkheid werd.
Leonardo da Vinci had een kamera uit
gevonden, die het mogelijk maakte, be
lichte voorwerpen op een donker vlak te
projekteren. Ook wist men reeds dat pa
pier voor het licht gevoelig kon worden
gemaakt. Wonderlijk genoeg kwam men
niet op de gedachte, deze vindingen te
combineren om aldus foto's te maken.
Toen Nicèphore Niépce in het jaar 1816
voor lithografische doeleinden, tekenin
gen op steen wilde overbrengen, pro
beerde hij dit werk te vereenvoudigen,
door de stenen met een laag te bestrij
ken die lichtgevoelig was. Hij plaatste de
stenen in een camera obscura, die hij
door de zon laten belichten om een dui-
Niet alleen voor het koude jaargetijde maar ook voor bepaalde
takken van sport is een lange broek een heerlijke dracht. Het
model op het plaatje heeft schuine insteekzakken. Deze lopen
van de taille tot de zijnaad. Bij de zak in de voorpijp (V) een
reep stof aanknippen voor de inkijk, 4 cm breed. Deze wordt
naar binnen
geslagen en
op de voe-
ringzak ge
stikt. Ook
bij het klei
ne stukje
van de zij
naad tot de
zakopening
(V) een reep stof van 5 cm
breedte aanknippen, even
eens op de voeringzak stik
ken. De voeringzak dubbel
knippen en met de schuine
kanten tegen de zakopening
leggen. De zak verder af
werken met Engelse naad.
In de zijnaad ritssluiting
20 cm lang. Een band, 4
cm breed, wordt op de
taille gestikt. Hierin linnen
verwerken. De band dubbel
knippen en 2 cm wijder ne
men voor de overslag. Deze
wordt gesloten door knoop
en knoopsgat. Het coupe
naadje van achteren in-
stikken, van voren wordt
de plooi ingestreken. Smal
le naden aanknippen, van
onderen 5 cm meer nemen
voor zoom en naad.
Het patroon is uitgezet
voor t.w. 80, h.w. 104, leng
te 104.' Benodigd 1.30 m
stof, 150 cm breed, of 1.70
m stof, 140 cm breed. Voe
ring 30 cm.
dclijk beeld te krijgen.
Eerst na zijn dood hij stierf in 1833
gelukt het Louis Jacques Mandé Da-
guerre het jood-zilver als snelwerkende
lichtgevoelige laag te ontdekken. Daarna
begon de fotografie haar grote vlucht.
aan het zonlicht blootstelde. Daaruit ont
wikkelde zich, na jarenlange proefnemin
gen de fotografie, die de eerste tijd veel
te wensen overliet. Nièpce moest zijn
koperen platen, die hij met een licht
gevoelige laag bestreek, tien twaalf uur
voor gratis prachtige, degelijke cadeauxdieU zó bijelkaar hebt gespaard l
Op sommige verpakkin
gen van Snelwerkend
Sneeuwwit, Klok Zeep
poeder, Klok Zelfwerkend
Wasmiddel, Klik en Klok-
poeder zit nog géén Klok
Geschenkzegel. Maar de
bovenkleppen van deze
Klok-produkten hebben
voorlopig dezelfde waar
de als de Klok Geschenk
zegels voor GRATIS
geschenken.
PLASTIC EMMER
vederlicht,
oersolide,
inhoud 6 liter.
Voor 60 Klok
Geschenkzegels
of bovenkanten.
PLASTIC
AFWASBAK
prettig in het
gebruik, gemak
kelijk te hanteren.
Voor 50 Klok
Geschenkzegels
of bovenkanten.
ROYALE THEEDOEK
die snel vocht op
neemt, dus vlugger
afdroogt.
Voor 15 Klok
Geschenkzegels
of bovenkanten.
Ga naar Uw winkelier en
vraag om Klok-artikelen. U
hebt ze tóch nodig! Op de
verpakking zit het Klok Ge
schenkzegel. Spaar dat Klok
Geschenkzegel, dan krijgt U
al heel vlug prachtige ge
schenken. Vraag dan meteen
de Klok cadeaulijst. Daarin
kunt U zien hoeveel prach
tige cadeaux U gratis kunt
krijgen. En let er eens op,
hóe vlug U die cadeaux zélf
bezit! Want Klok Geschenk
zegels sparen is snel sparen
KLOK Zelfwer
kend Wasmiddel 42
cent, Klok Snel
werkend Sneeuw
wit 37 cent, Klok-
poeder 38 cent per
grote bus, KLIK,
het wolwasmiddel
41 cent, Klok Zeep
poeder 34 cent.
C Z 256
door H. Westenberger
Vertaling:
Minny Musaph Biijdensteln
(24)
Zij wandelen het hele terrein rond.
Zij worden door een opzichter wegge
jaagd, maar komen aan een andere kant
weer terug. Tenslotte gaan ze op een
stapel planken zitten; daar is het vei
liger en ze kunnen van daar uit alles
toch overzien.
„Hier moeten we eens vaker heen
gaan," waagt Joachim eindelijk en kijkt
tersluiks naar zijn buurman. „Interes
seert het je, als er later gebouwd
wordt?"
René Brackwieser voelt plotseling
zijn hart kloppen. Och, natuurlijk in
teresseert hij zich er voor; maar
„ïk ben niet lang meer in Cairo
zegt hij ernstig. Joachim draait zich
verwonderd om.
„Zo, gaan jullie verhuizen?"
„Nee, ik alleen."
Ze zwijgen allebei.
Joachim kan het met zichzelf niet
eens worden of hij al dan niet zal vra
gen waar de jongen heen gaat.
René hoopt vurig dat de ander het
vragen zal.
Maar de vraag komt niet en met ge
fronst voorhoofd komt het er eindelijk
uit: „Ik meen, ik bedoel, verhuizen ga
ik eigenlijk niet ik ga er vandoor!"
Joachim springt op.
René haalt diep adem.
„Man!" zegt Joachim dan en zijn stem
is donker van bewondering.
René gaat rechtop zitten. Hij weet nu
niet meer wat hij doen zal. Zwijgen of
vertellen.
De baggermachine maakt nu een hels
lawaai. Van de bouwkeet uit wordt in
het Arabisch geschreeuwd. Iedereen
gaat naar de plaats waar gebaggerd
wordt.
Maar de jongens verroeren zich niet.
reld, dan een baggermachine. Er van
door gaan! Het zijn toverwoorden voor
Er zijn belangrijker dingen in de we
de twee jongens!
„Ik heet Brackwieser. René Brack
wieser."
„Nee!" schreeuwt de andere jongen
en wordt vuurrood.
„Ben jij Brackwieser, die aan de Nijl
woont achter de Promenade? In dat
gele huis? Brackwieser van de Helio-
polis?"
„Ja, natuurlijk, er is toch maar één
Brackwieser in Cairo". Dit laatste niet
zonder trots.
Joachim zit al lang niet meer op zijn
plaats. Wijdbeens staat hij voor René,
de handen op de heupen; hij kijkt de
andere jongen aan, alsof hij hem nu pas
voor de eerste maal ziet. „Ja natuur
lijk, er is maar één Brackwieser
tenminste, zijn moeder is plotseling
niet helemaal wijs geworden en ver
beeldt zich zo iets en mijnheer Eek-
hart
„Eckhart? Dat is mijn oom!"
„En ik ben Frank! En jou moeder...."
„Jaen daarom wil ik weg. Maar
dat jij het juist moet zijn, waarom ze
zo'n herrie hebben!"
„Hoe zo? De herrie is toch ook om
jou?"
Maar René haalt alleen maar zijn
schouders op. Opeens ziet hij er veel
ouder uit. „Och, om mijMijn moe
der wil jou hebben en mij kwijt zijn.
Maar jouw moeder
„Wil mij ook kwijt."
„Maar er is nooit over gesproken,
dat ze mij wil hebben." Zij kijken el
kaar aan
„Zou jij dan een Brackwieser willen
zijn?"
Joachim scshudt het hoofd. „Och, on
zin!" Maar wat kun je er aan doen?
't Is hun opeens allemaal in hun hoofd
geslagen."
René vraagt verder. „Ken je haar?
Mijn moeder, bedoel ik?"
Joachim knikt. Hij vindt het verve
lend, dat hij haar kent.
„En hoe vind je haar?"
Een lastige vraag. Hij ontwijkt het
antwoord door de schouders op te trek
ken.*
René laat het hoofd zinken. „Ze kan
mij niet uitstaan. Toen ik nog heel
klein was, heeft zij er al over gezeurd,
dat ik niet op haar man lijk. Uren lang
heeft zij daarover gesproken met de
kinderjuffrouw. Idioot! Ik kan het toch
niet helpen!" Hij kijkt opzij, schaamt
zich een beetje. Waarom praat hij
eigenlijk ook zoveel?
„Mijn moederJoachim wacht
een seconde, was altijd erg lief.
Nu pas is ze stapelgek geworden. Maar
nu wij elkaar kennen, jij en ik, beslui
ten we eenvoudig, dat we niet omge
ruild willen worden wat kunnen ze
dan nog doen?" En al bijna gerust ge
steld, gaat hij weer zitten.
Maar René weet veel beter! Je hebt
geen idee! Bij ons wordt er steeds op
gebeld door zo'n advocaat en de dokter
uit het ziekenhuis bemoeit zich er mee
enenNee, er zit maar één
ding op; er vandoor gaan! En ik
mij kan het niets schelen. Ik heb er
trouwens allang genoeg van. De ouwe
heer is geschikt hoor, die bemoeit zich
niet veel met me, heeft genoeg met
zijn zaken te doen en hij wordt alleen
maar woedend als hij wil, dat mijn
moeder iets zal doen en zij zegt, dat het
niet kan, omdat zij zich met mij moet
bemoeien.
Dat kan hij eenvoudig niet uitstaan!
Maar mijn moeder? Ze kan weieens
aardig zijn maar dikwijls ook niet. En
dan altijd dat gezeur: „Op wie lijkt die
jongen toch? Waar heeft hij toch die
neus vandaan en waarvan dit en dat?"
Als zij niet met me tevreden is, had ze
me al eerder moeten wegsturen
maar nu heb IK er genoeg van! Nu ga
ik zelf!"
„Nog vóór de bloedproef?"
René haalt de schouders op; mis
schien.
„Waar ga je dan heen?"
Maar René's besluit heeft blijkbaar
toch nog geen vaste vorm aangenomen.
Het enige, wat voor hem vaststaat, is,
dat hij weg wil; waarheen en hoe, weet
hij nog niet.
„Als je het allemaal goed voorbereidt,
komt er geen klap van terecht," meent
Joachim wijs.
René knikt, met gefronst voorhoofd.
„Ja, ja, natuurlijk."
Dan zwijgen ze weer, trekken met
hun hakken kringen en strepen in het
zand en denken diep naPlotseling
komt Joachim tot een conclusie: „Als
jij er werkelijk vandoor gaat, schiet ik
er niets mee op, mij ruilen ze dan toch!"
(Wordt vervolgd.)