DE VALLEI
ïo <4 René
Nieuws voor
de Boer
Voor de Jeugd
Een opvoeder kan een kind
aanmoedigen door
te zeggen:
Op schuimplastic is
het poed rusten
Denk ook aan ons!
MARCO KAN OOK WAT
VERKEERSREGEL
FEUILLETON
KEUKENKRABBELS
Juist als ik de stofdoek uitsla, gaat er
een bloemenwagen voorbij. De venter
houdt uitnodigend een prachtige bos
chrysanten omhoog en als zo vaak be
zwijk ik voor de verleiding van zo'n
stukje levende schoonheid.
Hoe duur? Toe dan maar, en nog een
bosje narcissen ook, en warempel, aan
de andere kant van de wagen heeft hij
plantjes, lila cyclamen en rode en Witte
trosbegonia's. Nu lijkt het wel of ik zelf
een bloemenwinkeltje ga beginnen. Maar
tenslotte is het toch ook veel gezelliger
het geld te besteden om sfeer in je huis
te brengen dan om de kassa's van bio
scopen en lunchrooms te spekken.
En, vergeleken bij de uitgaanders, be
steden wij eigenlijk zo weinig geld aan
„luxe" en onze „luxe" duurt zoveel
langer. Het kost een beetje tijd, dat is
waar, „moeite" kun je het niet eens noe
men, want wat is er prettiger dan bloe
men en planten verzorgen, dan eens een
gezellig hapje klaar te maken voor de
koffietafel, een toetje voor het warme
eten en iets lekkers bij de avondthee?
Eigenlijk is het een kwestie van ge
woonte. Als ik zelf als kind niet zo'n echt
„huis" had gehad, waar altijd bloemen
stonden, waar vaak met vrienden en fa
milieleden genoegelijke Hollandse liedjes
bij de piano werden gezongen, waar de
grote blauw-porceleinen chocoladeketel
„feest" betekende, al bestond dat feest
dan precies uit een kopje chocola en een
lang beschuitjewie weet, of ik dan
nu ook niet iedere avond „uit" zou willen
0 Wat anderen kunnen, kun jij ook:
0 Ieder mens mislukt wel eens wat.
0 Van fouten maken leer je.
0 Moeilijkheden zijn er, om overwon
nen te worden.
0 Alle begin is moeilijk.
0 Een goed begin is het halve werk.
0 Daar had ik vroeger ook eerst moeite
mee.
0 Dat is niet zo moeilijk als je denkt.
0 Straks zal het wel lukken.
0 Je hebt goed je best gedaan, kijk, zo
zal 't mischien nog beter gaan.
OVERZICHT VAN HET IN 1955/1956
TE VERWACHTEN GEMIDDELDE
INKOMEN VAN DE BOER UIT
HET BEDRIJE ALS GEHEEL
1. Door het Landbouw Economisch In
stituut zijn in de kostprijsrapporten no.
231 (voor de weidebedrijven) en no. 232
en 236 (voor de gemengde bedrijven op
de zandgronden) gegevens opgenomen
betreffende het te verwachten gemiddel
de inkomen van de boer uit het bedrijf
als geheel, welke betrekking hebben op
een bepaald aantal aan de kostprijsboek
houding deelnemende bedrijven in de be
langrijkste produktiegebieden.
2. Om als zodanig gekozen te worden
dient het bedrijf aan de volgende criteria
te voldoen: gemiddelde produktieomstan-
digheden voor de betreffende gebieden;
normale bedrijfsvoering, „vakkundige"
bedrijfsleiding.
3. De in het tijdvak november 1955
november 1956 verwachte gemiddelde
kostprijzen in de verschillende gebieden
(de zgn. voorcalculaties) zijn gesteld op
basis van normale weers- en oogstom-
standigheden. Deze normalisatie van de
hoeveelheden produktiemiddelen en op
brengst geschiedt met inachtneming van
de resultaten van de voorgaande boek
jaren. Door dit normaliseren wordt de
invloed van een gunstig of zeer ongunstig
jaar op de voorcalculatie grotendeels of
vrijwel geheel opgeheven. Dit is ook het
geval geweest met het zeer slechte boek
jaar mei 1954mei 1955. De grote be
drijfsverliezen in een dergelijk jaar blij
ven dus vrijwel buiten het kostprijs- en
garantieprijsbeleid en moeten dus recht
streeks in mindering worden gebracht op
het berekende normale inkomen van de
boer.
4. In onderstaande tabel wordt een
overzicht gegeven van het dat jaar te
verwachten gemiddelde inkomen van
deze groepen kostprijsbedrijven onder
normale productieomstandigheden. Daar
bij is uitgegaan van de volgende op-
brengstprijzen voor de voornaamste pro-
dukten:
voor de melk in de weidegebieden 22,4
cent per kg melk op basis van 3,7 vet;
voor de melk in de zandgebieden 24,1
cent per kg melk op basis van 3,7 vet;
voor de varkens gemiddeld f 2,26 per kg
geslacht gewicht; voor de eieren gemid
deld 12,5 a 13 cent per stuk; voor de
rogge is gerekend met de verhoogde toe
slag.
Dit inkomen van de boer omvat:
1. Het arbeidsinkomen, verkregen uit zijn
eigen handenarbeid op basis van de
C.A.O. voor vaste arbeider-veeverzor
ger (inclusief sociale lasten).
of ik dan ook niet zo'n knap-opgemaakt,
maar lelijk-ontevreden gezicht zou heb
ben en me van buiten zou willen behan
gen met bontjassen en nylon-kousen,
maar innerlijk een hol vat zou zijn?
Nu staan de pullen en vazen voor me
uitgestald. Even kijken waarin de witte
chrysanten het best passen. In die bruine
Keulse pot? Ja, dat is goed. Ze staan wijd
en stevig. Nog een stukje van de steel af
hakken, onder water, dan blijven ze lang
fris.
Ziezo, en nu de narcissen. Die moeten
midden op tafel in de huiskamer, niet te
hoog dus, want dan kun je er niet over
heen kijken en dat is afschuwelijk ver
velendeen flink stuk eraf en dan in
die grijze lage pul, dat kleurt best. De
begonia- en cyclamenpotjes even afschu
ren en bijpassende schotels uit de kast
halen.
De begonia's mogen wel een beetje
koud water, maar voor de cyclamen moet
ik straks, als het theewater opstaat, een
schoteltje heet. bijna kokend water ne
men, want cyclamen gedijen beter met
warm water. En nu het feestelijkste mo
ment: een plaatsje in de kamer zoeken!
De narcissen zijn toch nog een beetje
te hoog. dus nog een stukje er af. Ze
kleuren prachtig bij mijn meubels. Dat is
het voordeel als je bekleding neemt in
een effen, neutrale tint, vooral niet te
licht, want dan is het bij de eerste baby
al mis.
Nu de chrysanten nog. Ik probeer ze
op een paar plekjes, maar hier, tussen de
suitedeuren, tegen het donkerbruine gor
dijn, komen ze mooi uit. Een plekje zon
in een winterkamer. De plantjes zullen
zich wel direct thuis voelen tussen hun
broertjes en zusjes op het brede erker
kozijn. Ze mogen zon hebben, en zeker
winterzon. In de zomer moet je altijd een
beetje oppassen tegen felle zomerzon
door een vensterruit is op de duur geen
enkele plant bestand, zelfs geraniums, of
beter pelargonuims. want dat is de echte
naam, worden er lange, stakerige pieken
van.
Hè, ik ben echt tevreden over mijn aan
winsten. Nu nog theewater opzetten en.,
och. laat ik dan ook nog maar wat brood
wafeltjes bakken, daar zullen de kinde
ren zo verrukt van zijn als zij straks uit
school komen. Het is zo'n eenvoudig re
cept en gauw klaar, dus meteen maar
beginnen.
Dat halve casinobroodje van gisteren is
er prachtig voor geschikt, nu nog een
stukje boter, een half ons ongeveer en
daarmee is de voorbereiding gereed. Het
oude brood in dunne sneetjes, de korstjes
er af en dan halveren. De stukjes brood
aan beide kanten besmeren met wat week
gemaakte boter, ook het wafelijzertje van
binnen met boter besmeren en het dan
op het gas verhitten. Nu een stukje brood
in het ijzertje knijpen en lekker licht
bruin knappend bakken. Het wordt nog
eèn schaal vol. Ik strooi er tot slot nog
wat suiker en kaneel overheen en dan....
Dan bellen de kinderen al en spoedig
is mijn baksel, op een paar zuinig uitge
spaarde voor vader na, weer verdwenen.
Maar in de harten van de kinderen is
weer iets van de warmte van het eigen
„thuis" gekomen. En dat blijft! M.
2. de vastgestelde bedrijfsleidingvergoe
ding.
3. het netto-overschot c.q. netto-verlies.
Weidegebieden
I II
Fries kleiweidegebied 24,4 9.150,
Fries veenweidegebied 20,5 5.780,
Noord-Holland
kleiweidegebied 17,3 8.700,
veenweidegebied ten N.
van het IJ 15 5.950,—
weidegebied ten Zuid
oosten van A'dam 16,2 6.150,
Noordwestelijk weidege
bied in Utrecht en Eem-
land 17,8 6.450,—
Rijnland, Delf- en Schie-
land 17,8 6.450,—
Alblasserwaard 17,2 4.230,
I Gemiddelde bedrijfsgrootte in
hectare.
II Totaal gemiddeld inkomen van
de boer in guldens.
INDEXCIJFERS VAN LANDBOUW
PRIJZEN DECEMBER 1955
Volgens het Centraal Bureau voor de
Statistiek daalde het prijsindexcijfer
voor landbouwprodukten (basis 1949"50
1952/'53 100) van 114 in november tot
113 in december (- 0,9"/»). Ten opzichte
van december 1954 geeft het een stijging
te zien van 111 tot 113 1,8
Het prijsindexcijfer van akkerbouw-
produkten liep, als gevolg van de hogere
prijzen voor granen en consumptie-aard
appelen, op van 95 tot 98 3,2 Ver
geleken met december 1954 daalde het
van 100 tot 98 (- 2,0
Bij de veehouderijprodukten veroor
zaakten de lagere prijzen voor eieren en
melk een teruglopen van het groeps-
indexcijfer van 119 tot 117 (- 1,7 Ten
opzichte van december 1954 nam het ech
ter toe van 114 tot 117 2,6 ®/o).
Onder invloed van de hogere prijzen
voor voederstoffen, kunstmeststoffen en
zaaizaden steeg het indexcijfer van het
totaal der kostenfactoren van 115 in no
vember tot 116 in december 0,9
doch vergeleken met december 1954, toen
het indexcijfer 118 bedroeg, is het met
1,7 verminderd.
Al is het nog volop winter en beleven
we de lente alleen nog maar in onze dro
men, toch zal menig man bij zijn vrouw
al de symptomen waarnemen van die
voorjaarsziekte die „schoonmaak" heet.
En dat is niet zo gek, want elke schoon
maak brengt vernieuwing met zich mee
en wanneer dit een vernieuwing betreft
van grote stukken is het begrijpelijk dat
men tijdig wil overleggen hoe men zijn
geld het best kan besteden.
DE KINDEREN ZIJN UIT HUN
BED GEGROEID
Ja, de kinderen worden groot, krijgen
een divanbed of misschien wel „kooi"-
bedden en nu moeten daar nieuwe ma
trassen op. Er zijn verschillende soorten
matrassen, waarvan die van schuim
plastic tot de nieuwste behoren en dus
willen wij u hierover iets meer vertellen.
Een bekende Nederlandse industrie, met
j
fabrieken in Voorschoten en Leiden,
heeft hierin zeer goede resultaten be
reikt. Haar lichte matrassen hebben geen
uitgespaarde holten en zijn dus aan beide
zijden te gebruiken wat de duurzaamheid
ten goede komt. Ze zijn 7»/ï cm dik, zeer
elastisch en veerkrachtig; het lichaam
wordt dus a.h.w. door de matras gedra
gen. Daarbij zijn ze hoog-isolerend, wat
zoveel wil zeggen als 's winters niet koud
en 's zomers niet warm, daarbij volko
men stofvrij. Voor kooibedden is dat
ideaal. Ook kunnen deze matrassen niet
vergaan of verkruimelen, kleverig wor
den of oxyderen. Ze zijn bestand tegen
zonlicht, water, olie, benzine en organi
sche stoffen als transpiratie e.d. Gaat u
naar de tropen dan kunt u uw matras
meenemen, want zij is tropenbestendig.
De beschreven schuimplastic matrassen
zijn bekleed met damast en in verschil
lende maten verkrijgbaar.
OOK VOOR DE BABY
Weet u, dat er speciale, dunnere baby
matrasjes zijn met alleraardigste plastic
bekleding. Koud zegt u. Helemaal niet,
houdt uw hand er maar eens op. de
warmte blijft behouden.
EN DE LOGé
Een rolop-celmatras met schuimplastic
vulling geeft gewoon op de grond uitge
spreid een goede nachtrust en is ook te
gebruiken als kampeermatras of in uw
boot om heerlijk te zonnen.
EN DE DEKENS?
En wat dacht u van een dubbel fla
nellen deken met schuimplastic binnen
voering, die krimpvrij is en chemisch
kan worden gereinigd en een schuim
plastic hoofdkussen. Matras, kussen en
deken zijn stofvrij' en zeer dicht.
Het spiraaldek met voering van
schuimplastic, dat wederom hoog-iso-
lerend is, zal ook goede diensten be
wijzen evenals het warmte brengende
bovendek van schuimplastic, verkrijg
baar in mot- en vochtvrije hoes, te ge
bruiken tussen matras en laken. Bij een
schuimplastic matras, die al hoog-iso
lerend is, zijn spiraaldek en bovendek
niet noodzakelijk.
Echt de moeite wel waard om dit alles
eens in de winkel rustig te gaan bekijken
ente vergelijken. De prijzen zullen u
meevallen van dit Nederlandse produkt,
dat o.a. wordt uitgevoerd naar Z.-Afrika
en Z.-Amerika, België, Saöudi-Arabië en
Italië, terwijl vele landen het speciale
Nederlandse recept wel gaarne zouden
willen kopen.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
Onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal
ONZE JARIGEN
8
febr.
Ina Kruiniger.
10
Hennie van Engelenburg.
12
99
Nellie Verwoerd, Achterberg.
13
99
Madeliefje.
13
H
Hannie van Ginkel.
14
1»
Wiesje van Voorthuijzen.
14
99
Dinie van Doorn.
ZILVERPAPIER ONTVANGEN VAN:
Ina van Soest; Janny van Kooten; Net
tie van Dijk; Gertje van Manen; Ria
van de Kraats; Dinie van Doorn; Cor-
nelie van Leeuwen; Lieneke v. Schup-
pen; Jan Damman; Jaantje Verhoef;
Tinie Verhoef; Corry Kleyer.
Allemaal hartelijk dank en de nieu
we neven en nichten welkom in onze
kring!
Oplossing raadsels
I. De kachel.
Kruiswoordraadsel. Horizontaal: 1. Eiber.
5. Radijs. 10. Iris. 12. Lava. 13. Kas. 14.
Eli. 15. Met. 16. En. 17. Frans. 19. Rij,
20. Bof. 21. Aal. 23. Nar. 24. Non. 26. Rem.
28. Ets. 30. An. 31. Linde. 33. Mi. 34. Bit.
36. Nee. 37. Rio. 38. Echo. 39. Nico. 40.
Leest. 41. Nabal.
Verticaal: 1. Eikel. 2. Iran. 3. Bis. 4. Es.
6. Al. 7. Dam. 8. IJver. 9. Satijn. 11. Vla.
14. Erf. 17. Forel. 18. Santé. 20. Bar. 22.
Los. 25. Label. 27. Min. 28. Ede. 29. Riool.
32. Net. 33. Mica. 35. The. 37. Rib. 39. Na.
NIEUWE RAADSELS
I. Ik ben rond; hak mijn kop af en
ik ben een zwarte.
II. Welk tweevoetig wezen heeft
vier hoeven?
III.
X wapen.
X ander woord voor biet.
X deel van Engeland.
X plaats in Zuid-Holland.
X zeker.
X deel van een kledingstuk.
X deel van Oostenrijk.
X plaats op Java.
Op de kruisjeslijn komt de naam van
een plaats in Friesland.
Beste, trouwe vogelvrienden,
Onze vijand is er weer.
Koning Winter zet geen voedsel
En geen drinken voor ons neer.
Helpen jullie ons een beetje?
Geef wat water, strooi wat brood,
Spaar voor ons die lekk're zwoerdjes,
Redt ons van de hongerdood!
Doe wat suiker in het water,
Dan bevriest het niet zo snel.
Dat we jullie vriend'lijk danken,
Nou, dat snap je zeker wel!
KEES KOOLMEES.
(Slot.)
Andere jongens leggen de laatste hand
aan hun werk. Op enige afstand keuren
ze dan de resultaten van hun arbeid, bla
zend op hun koude knuisten. De „jury
leden" staan nu bij Marco en Daan wenkt
de andere jongens, „zie hij es". Allemaal
komen ze kijken en uiten luide kreten
van bewondering, ,,'t Is net echt, hij wint
het; jongens wat prachtig!" Ook de heer
met de breedgerande hoed heeft zijn
plaats achter het hek verlaten en komt
door de ingang van het park naar de
jongens toe. Marco is opgehouden te
werken. Al die belangstelling maakt hem
een beetje verlegen. Is het zoveel bizon-
ders wat hij gemaakt heeft? Nu komt
daar ook nog een vreemde heer en legt
lachend de hand op zijn schouders. „Dat
heb je knap gedaan kerel, maak het even
af, 't is bijna klaar hè?" Marco knikt
kleurend en legt de laatste hand aan zijn
werk. Daar ligt, half op een omgevallen
boomstammetje, een krokodil, het dier,
dat Marco meer dan eens in werkelijk
heid heeft gezien in zijn geboorteland.
De staart is licht gebogen en je kunt de
venijnige tanden zien in de half geopen
de bek. Ook de tekening op de huid ont
breekt niet, het is werkelijk een mees
terstuk. „Hij kan ook zo mooi tekenen",
zegt plotseling Daan en dan vertellen ze,
zonder afgunst van de mooie tekeningen
in de klas, waar hun meester zo trots op
is. Marco lacht verlegen, maar de mijn
heer zegt: „De tekeningen heb ik natuur
lijk niet gezien, maar voor boetseren heb
je beslist aanleg, dat zie ik aan je mooie
krokodil".
En dan vertelt die vriendelijke mijnheer
dat hij beeldhouwer is en daarginds op
de hoek van de Kruisstraat woont. „Toe
mijnheer", zegt Wim van Dam ineens,
„wilt u de jury zijn en aanwijzen wie de
tweede en derde prijs gewonnen heeft?"
„Ja, ja", roepen ze allemaal. Mijnheer
van Rijnvoort neemt de benoeming
lachend aan. Hij loopt keurend langs al
die pronkstukken, waar de jongens zo
hun best op hebben gedaan. Lang hoeft
hij niet te kijken. Als eerste prijswinnaar
komt natuurlijk Marco uit de bus met
zijn krokodil. De tweede prijs valt op
een bemande kano, een product van Jan
Wichers en Nico Braams verwerft met
zijn schildpad de derde prijs. Er zijn
dingen bij waarvan je nauwelijks kunt
zien wat het voor moet stellen, maar de
bouwers van deze kunststukkken blijven
even plezierig. Uitgelaten schoppen ze
hun gewrocht om en feliciteren de ge
lukkige prijswinnaars. „En waar zijn de
prijzen nu?" grapt mijnheer van Rijn
voort. „In de winkel", zegt Daan lachend
„we deden 't maar voor de grap mijn
heer". „Hm", zegt de beeldhouwer,
„ehwacht hier even". Met zijn lange
benen is hij in een ogenblik het park uit
en in een dichtbijzijnde banketbakkers
winkel verdwenen. Spoedig is hij terug
met chocolade voor de prijswinnaars en
een reuze zak pinda's „voor allemaal".
De gulle gever wordt van alle kanten
bedankt en als Wim roept: „Een hoera
tje voor mijnheer van Rijnvoort", waar
mee allen instemmen, zwaait hij lustig
met zijn rare flaphoed.
„Loop jij eens even met me mee", zegt
hij dan tegen Marco, of moet je naar
huis?" „Een half uur mag ik nog wel
wegblijven", zegt Marco: De andere jon
gens zijn al weer verdiept in een ver
woed sneeuwballengevecht, als Marco op
een sukkeldrafje naast mijnheer van
Rijnvoort loopt. Die neemt ook zulke gro
te stappen. Dan volgt er een heerlijk
half uurtje voor Marco, want hij mag
mee naar het atelier van mijnheer van
Rijnvoort en deze laat hem massa's teke
ningen en verschillende werkstukken
zien. Marco zucht er van. Zo iets moois
te kunnen makenVol bewondering
kijkt hij naar een uit marmer gehouwen
beeld, dat een vioolspelende vrouw voor
stelt. Midden in het vertrek staat een
grote gevelsteen, waaraan de beeldhou
wer nu bezig is. Die is bestemd voor een
raadhuis in een andere stad. Marco raakt
niet uitgekeken, maar eindelijk moet hij
toch naar huis. Enjullie begrijpen
zeker wel, dat dit de eerste, maar niet
de laatste keer is, dat Marco een bezoek
brengt aan de beeldhouwerswerkplaats.
Op vrije middagen kun je hem daar
vaak in een hoekje zien zitten, kijkend
naar de bezige handen van mijnheer van
Rijnvoort, of zelf bezig iets te boetseren.
Later geeft de beeldhouwer hem een
beetje les en hij heeft zoveel plezier in
de vorderingen van Marco, dat het plan
de jongen op zijn kosten beeldhouwer te
laten worden, steeds vaster vormen aan
neemt in zijn brein. Dan zal Marco naar
de academie van beeldende kunsten moe
ten, als zijn ouders dat toestaan. Maar
zo ver is het nog niet. Voorlopig heeft
Marco nog aan andere dingen te denken.
De voortbrengselen van de Hollandse
bodem en de plaatsen van Groningen.
Endat is ook nodig voor het Indo
nesische jongetje!
Snelverkeer (auto's, motoren)
GAAT VOOR
Langzaam verkeer (bromfietsen, fietsen)
PARIJS EN ZIJN METRO
Wie Parijs bezoekt, gaat ook met de
Metro. Het zal daarom ook de Neder
lander genoegen doen, te vernemen, dat
de directeur van de Parijse Métro tal
van verbeteringen voorbereidt voor het
ondergrondse net. Van die verbeterin
gen noemen wij:
1. Métro op banden: geluidloos, sneller,
gezien de proef ermee genomen op de
lijn Porte des Lilas.
2. Overal fluorescerende verlichting.
Hiervoor is al veel gedaan.
3. Liften: geldgebrek traineert de in
stallatie; niettemin zullen het volgend
jaar weer stations met automatische
liften worden uitgerust.
4. Roltrappen: één der meest interes
sante projecten. Technisch is alles ge
regeld. De reizigers behoeven niet
meer zoveel tijd te verliezen met het
lopen door de lange gangen.
5. Er zullen „geparfumeerde métro's"
komen. Geen seringen, rozen of jas
mijn, maar dennegeur en eau de co
logne worden thans reeds op enige
lijnen gebruikt.
6. Enige stations zullen worden verbouwd.
door H. Westenberger
Vertaling:
Minny Musaph Bl\jdenstein
(26)
Maar opeens herinnert zij zich die
geschiedenis met de jongen! Tom weet
nog steeds niets positiefs. Zij heeft er
met opzet niet veel over geschreven.
Maar als hierover bij zijn thuiskomst
weer nieuwe conflicten ontstaan, dan is
misschien weer alles verloren! Maar
dat mag niet gebeuren. Leontine leunt
nadenkend achterover in haar stoel.
Zou het niet beter zijn, om ook dit alles
schriftelijk te behandelen? Alles op te
biechten? Dan zou zijn eerste boosheid
in zijn hotelkamer losbarsten en
tegen de tijd, dat hij terug komt, zal
het hem duidelijk geworden zijn, dat
de vervelendste onderhandelingen al
voorbij zijn, en dat hij alleen de be
slissende bloedproef hoeft mee te ma
ken. En dan zal alles goed zijn: hun
verhouding samen en die geschiedenis
met die jongen
Jawel, jlles zal goed komen, her
haalt ze voor zich zelf; want aan die
bloedproef twijfelt ze geen ogenblik,
zelfs als zij uit het gedrag van me
vrouw Frank niet de zekerheid ge
kregen had, hoe weinig verwachting de
tegenpartij van dit experiment heeft.
Gisteren nog heeft Hans haar verteld,
dat mevrouw Frank volkomen apa
thisch geworden was. En de advocaat
was zelfs van mening, dat zij nu zelfs
zonder bloedproef bereid zou zijn, de
jongen te geven. Maar dat wil zij im
mers niet. Nee! En na die bloedproef
krijgt ze het kind zonder meer en dan
zal zij mevrouw Frank een nog grotere
som moeten aanbieden, om ook René
te behouden. En dan
Plotseling draait zij zich verschrikt
om. Er is iemand in de kamer.
„Och, bij jij daar, René? Hoe lang
ben je al hier?"
„Tamelijk lang", antwoordt René; hij
zit met zijn benen over een stoelleuning
het hoofd in de hand gesteund. Hij
geeuwt.
Leontine wil hem bewijzen: „Als je
geeuwt, moet je je hand voor je mond
houden, en zit niet zo, je beschadigt
al mijn stoelen met je hakken." Ze
heeft de woorden in de mond, maar zij
spreekt ze niet uit. Zij heeft hem dit
zelfde al meer dan honderd maal ge
zegd. Hij wil eenvoudig niet gehoor
zamen. „Waarom sluip je toch altijd zo
rond?" zegt ze geïrriteerd. „Heb je
niets beters te doen?"
„Ik wacht, tot u klaar bent," zegt hij
dan. „Ik heb iets met u te bespreken."
Leontine voelt hoe haar hart weer
begint te bonzen. „Wat zal er nu weer
komen?" denkt zij met angst. In haar
onderbewustzijn leeft ze steeds in vre
selijke angst, dat er iets gebeuren zou,
dat haar zo zorgvuldig opgebouwde
plannen weer bedreigen zouAls
bijvoorbeeld de jongen op het laatste
ogenblik toch nog weigeren zou zich
aan de bloedproef te onderwerpen?
Ook als de telefoon rinkelt en de advo
caat haar te spreken vraagt of haar
broer opbelt, schrikt zij. De hele we
reld schijnt haar plotseling vol gevaren,
die alleen maar bestaan om haar met
moeite opgebouwde werk te verwoes
ten. Dus
„Wat wil je, René?"
De jongen kijkt naar zijn linker
schoen.
„Overmorgen gaan we met school
een uitstapje maken. Twee of drie
dagen."
„Alweer? Jullie onderwijzer ver
beeldt zich zeker, dat al jullie vaders
miljonnairs zijn!"
De jongen doet alsof hij haar op
merking niet hoort. „Wij gaan de gra
ven af; Abusir, Sakkara, Dahschur en
nog een eindje verderhij zegt het
met onverschilligheid zonder haar aan
te zien.
Leontine schudt het hoofd: „Als alle
jongens zo enthousiast zijn als jij! Wat
zou papa er vroeger niet voor gegeven
hebben, zo iets te mogen meemaken!"
„Ik ben papa nu eenmaal niet." „Nee,
daar heb je gelijk in. En nu wil je geld
hebben, nietwaar?"
„Ja."
„Je zou tenminste als 't u blieft kun
nen zeggen, jongmens."
„U laat mij niet uitspreken, ik wilde
u namelijk als 't u blieft geld voor twee
vragen."
„Zo? En waarom voor twee? Hoeveel
kost die geschiedenis eigenlijk wel?"
René staat op en loopt naar het raam.
De onderzoekende blik van Leontine
doet hem onplezierig aan. Misschien
merkt zij toch, dat hij zijn hart in zijn
hals voelt kloppen? En daarbij valt het
niet mee te doen alsof je edelmoedig
bent en zulke achterbakse plannen te
hebben! René voelt plotseling een won
derlijke pijn, die bijna aan liefde voor
zijn moeder grenst. Maar des te onver
schilliger tuurt hij naar buiten. „Onge
veer een pond zal het kosten, maar u
kunt me toch wel een beetje meer
geven?
En voor die andere, die zijn vader is
namelijk werkeloos en nu mocht hij
niet mee en eerst wilden we allemaal
wat geld voor hem geven maar er zijn
er een paar bij die zelf blij zijn, als
ze thuis een pond los kunnen krijgen
om mee te gaan en toen ben ik opge
staan en ik heb gezegd, dat ik zelf een
spaarbankboekje heb en het er best
van af zou kunnen nemen en toen
hebben ze allemaal „hoera" ge
schreeuwd
„Opschepper!" zegt Leontine, maar
niet zonder hartelijkheid. En dan
wordt zij zakelijk. Nu goed dan, hij
mag twee pond halen; zij zal het spaar
bankboekje geven maar als je blieft
keurig in de enveloppe steken en da
delijk mee naar huis komen. Oppassen,
dat hij het niet verliest.
„Niet meer dan twee pond?" vraagt
de jongen.
Leontine knikt. Een beetje kleingeld
zal zij hem wel meegeven. Dat krijgt
hij van haar, omdat hij van zijn ge
spaarde geld die jongen vrijhoudt.
„Wie is het eigenlijk? Ken ik hem?"
„Nee, hij heet Stok. Hij is nog niet
lang bij ons op school."
Een ogenblik kijkt Leontine nog
naar René's rug tussen de gordijnen
aan het raam.
„Stok, neen die ken ik nietEn
kom nu eens hier bij me, geef me een
kus en zeg: dank u, zoals het hoort!"
Ongaarne keert René zich om. Een
ogenblik kijken zijn diepliggende ogen
zijn moeder aan. ,,'n Kus?" zegt hij dan
minachtend en een beetje schor van
opwinding. Waarom wilt u een kus van
iemand hebben, van een vreemde jon
gen, die u toch het liefst zo gauw mo
gelijk kwijt wilt zijn? Maar ik dank u
vriendelijk."
En voor Leontine nog iets kan ant
woorden is hij al bij het bureau, heeft
het spaarbankboekje, dat Leontine al
uit de lade heeft genomen, gegrepen en
holt de kamer uit.
Leontine wil hem terugroepen. Maar
zij doet het niet. „Domme jongen. Hij
weet immers, dat wij hem ook zullen
houden!" zegt ze halfluid en haalt de
schouders op. Maar de brief voor Tho
mas blijft ongeschreven.
(Wordt vervolgd.)