DE VALLEI ïo <4 René Nieuws voor de Boer Voor de Jeugd Een opvoeder kan een kind aanmoedigen door te zeggen: Op schuimplastic is het poed rusten Denk ook aan ons! MARCO KAN OOK WAT VERKEERSREGEL FEUILLETON KEUKENKRABBELS Juist als ik de stofdoek uitsla, gaat er een bloemenwagen voorbij. De venter houdt uitnodigend een prachtige bos chrysanten omhoog en als zo vaak be zwijk ik voor de verleiding van zo'n stukje levende schoonheid. Hoe duur? Toe dan maar, en nog een bosje narcissen ook, en warempel, aan de andere kant van de wagen heeft hij plantjes, lila cyclamen en rode en Witte trosbegonia's. Nu lijkt het wel of ik zelf een bloemenwinkeltje ga beginnen. Maar tenslotte is het toch ook veel gezelliger het geld te besteden om sfeer in je huis te brengen dan om de kassa's van bio scopen en lunchrooms te spekken. En, vergeleken bij de uitgaanders, be steden wij eigenlijk zo weinig geld aan „luxe" en onze „luxe" duurt zoveel langer. Het kost een beetje tijd, dat is waar, „moeite" kun je het niet eens noe men, want wat is er prettiger dan bloe men en planten verzorgen, dan eens een gezellig hapje klaar te maken voor de koffietafel, een toetje voor het warme eten en iets lekkers bij de avondthee? Eigenlijk is het een kwestie van ge woonte. Als ik zelf als kind niet zo'n echt „huis" had gehad, waar altijd bloemen stonden, waar vaak met vrienden en fa milieleden genoegelijke Hollandse liedjes bij de piano werden gezongen, waar de grote blauw-porceleinen chocoladeketel „feest" betekende, al bestond dat feest dan precies uit een kopje chocola en een lang beschuitjewie weet, of ik dan nu ook niet iedere avond „uit" zou willen 0 Wat anderen kunnen, kun jij ook: 0 Ieder mens mislukt wel eens wat. 0 Van fouten maken leer je. 0 Moeilijkheden zijn er, om overwon nen te worden. 0 Alle begin is moeilijk. 0 Een goed begin is het halve werk. 0 Daar had ik vroeger ook eerst moeite mee. 0 Dat is niet zo moeilijk als je denkt. 0 Straks zal het wel lukken. 0 Je hebt goed je best gedaan, kijk, zo zal 't mischien nog beter gaan. OVERZICHT VAN HET IN 1955/1956 TE VERWACHTEN GEMIDDELDE INKOMEN VAN DE BOER UIT HET BEDRIJE ALS GEHEEL 1. Door het Landbouw Economisch In stituut zijn in de kostprijsrapporten no. 231 (voor de weidebedrijven) en no. 232 en 236 (voor de gemengde bedrijven op de zandgronden) gegevens opgenomen betreffende het te verwachten gemiddel de inkomen van de boer uit het bedrijf als geheel, welke betrekking hebben op een bepaald aantal aan de kostprijsboek houding deelnemende bedrijven in de be langrijkste produktiegebieden. 2. Om als zodanig gekozen te worden dient het bedrijf aan de volgende criteria te voldoen: gemiddelde produktieomstan- digheden voor de betreffende gebieden; normale bedrijfsvoering, „vakkundige" bedrijfsleiding. 3. De in het tijdvak november 1955 november 1956 verwachte gemiddelde kostprijzen in de verschillende gebieden (de zgn. voorcalculaties) zijn gesteld op basis van normale weers- en oogstom- standigheden. Deze normalisatie van de hoeveelheden produktiemiddelen en op brengst geschiedt met inachtneming van de resultaten van de voorgaande boek jaren. Door dit normaliseren wordt de invloed van een gunstig of zeer ongunstig jaar op de voorcalculatie grotendeels of vrijwel geheel opgeheven. Dit is ook het geval geweest met het zeer slechte boek jaar mei 1954mei 1955. De grote be drijfsverliezen in een dergelijk jaar blij ven dus vrijwel buiten het kostprijs- en garantieprijsbeleid en moeten dus recht streeks in mindering worden gebracht op het berekende normale inkomen van de boer. 4. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het dat jaar te verwachten gemiddelde inkomen van deze groepen kostprijsbedrijven onder normale productieomstandigheden. Daar bij is uitgegaan van de volgende op- brengstprijzen voor de voornaamste pro- dukten: voor de melk in de weidegebieden 22,4 cent per kg melk op basis van 3,7 vet; voor de melk in de zandgebieden 24,1 cent per kg melk op basis van 3,7 vet; voor de varkens gemiddeld f 2,26 per kg geslacht gewicht; voor de eieren gemid deld 12,5 a 13 cent per stuk; voor de rogge is gerekend met de verhoogde toe slag. Dit inkomen van de boer omvat: 1. Het arbeidsinkomen, verkregen uit zijn eigen handenarbeid op basis van de C.A.O. voor vaste arbeider-veeverzor ger (inclusief sociale lasten). of ik dan ook niet zo'n knap-opgemaakt, maar lelijk-ontevreden gezicht zou heb ben en me van buiten zou willen behan gen met bontjassen en nylon-kousen, maar innerlijk een hol vat zou zijn? Nu staan de pullen en vazen voor me uitgestald. Even kijken waarin de witte chrysanten het best passen. In die bruine Keulse pot? Ja, dat is goed. Ze staan wijd en stevig. Nog een stukje van de steel af hakken, onder water, dan blijven ze lang fris. Ziezo, en nu de narcissen. Die moeten midden op tafel in de huiskamer, niet te hoog dus, want dan kun je er niet over heen kijken en dat is afschuwelijk ver velendeen flink stuk eraf en dan in die grijze lage pul, dat kleurt best. De begonia- en cyclamenpotjes even afschu ren en bijpassende schotels uit de kast halen. De begonia's mogen wel een beetje koud water, maar voor de cyclamen moet ik straks, als het theewater opstaat, een schoteltje heet. bijna kokend water ne men, want cyclamen gedijen beter met warm water. En nu het feestelijkste mo ment: een plaatsje in de kamer zoeken! De narcissen zijn toch nog een beetje te hoog. dus nog een stukje er af. Ze kleuren prachtig bij mijn meubels. Dat is het voordeel als je bekleding neemt in een effen, neutrale tint, vooral niet te licht, want dan is het bij de eerste baby al mis. Nu de chrysanten nog. Ik probeer ze op een paar plekjes, maar hier, tussen de suitedeuren, tegen het donkerbruine gor dijn, komen ze mooi uit. Een plekje zon in een winterkamer. De plantjes zullen zich wel direct thuis voelen tussen hun broertjes en zusjes op het brede erker kozijn. Ze mogen zon hebben, en zeker winterzon. In de zomer moet je altijd een beetje oppassen tegen felle zomerzon door een vensterruit is op de duur geen enkele plant bestand, zelfs geraniums, of beter pelargonuims. want dat is de echte naam, worden er lange, stakerige pieken van. Hè, ik ben echt tevreden over mijn aan winsten. Nu nog theewater opzetten en., och. laat ik dan ook nog maar wat brood wafeltjes bakken, daar zullen de kinde ren zo verrukt van zijn als zij straks uit school komen. Het is zo'n eenvoudig re cept en gauw klaar, dus meteen maar beginnen. Dat halve casinobroodje van gisteren is er prachtig voor geschikt, nu nog een stukje boter, een half ons ongeveer en daarmee is de voorbereiding gereed. Het oude brood in dunne sneetjes, de korstjes er af en dan halveren. De stukjes brood aan beide kanten besmeren met wat week gemaakte boter, ook het wafelijzertje van binnen met boter besmeren en het dan op het gas verhitten. Nu een stukje brood in het ijzertje knijpen en lekker licht bruin knappend bakken. Het wordt nog eèn schaal vol. Ik strooi er tot slot nog wat suiker en kaneel overheen en dan.... Dan bellen de kinderen al en spoedig is mijn baksel, op een paar zuinig uitge spaarde voor vader na, weer verdwenen. Maar in de harten van de kinderen is weer iets van de warmte van het eigen „thuis" gekomen. En dat blijft! M. 2. de vastgestelde bedrijfsleidingvergoe ding. 3. het netto-overschot c.q. netto-verlies. Weidegebieden I II Fries kleiweidegebied 24,4 9.150, Fries veenweidegebied 20,5 5.780, Noord-Holland kleiweidegebied 17,3 8.700, veenweidegebied ten N. van het IJ 15 5.950,— weidegebied ten Zuid oosten van A'dam 16,2 6.150, Noordwestelijk weidege bied in Utrecht en Eem- land 17,8 6.450,— Rijnland, Delf- en Schie- land 17,8 6.450,— Alblasserwaard 17,2 4.230, I Gemiddelde bedrijfsgrootte in hectare. II Totaal gemiddeld inkomen van de boer in guldens. INDEXCIJFERS VAN LANDBOUW PRIJZEN DECEMBER 1955 Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek daalde het prijsindexcijfer voor landbouwprodukten (basis 1949"50 1952/'53 100) van 114 in november tot 113 in december (- 0,9"/»). Ten opzichte van december 1954 geeft het een stijging te zien van 111 tot 113 1,8 Het prijsindexcijfer van akkerbouw- produkten liep, als gevolg van de hogere prijzen voor granen en consumptie-aard appelen, op van 95 tot 98 3,2 Ver geleken met december 1954 daalde het van 100 tot 98 (- 2,0 Bij de veehouderijprodukten veroor zaakten de lagere prijzen voor eieren en melk een teruglopen van het groeps- indexcijfer van 119 tot 117 (- 1,7 Ten opzichte van december 1954 nam het ech ter toe van 114 tot 117 2,6 ®/o). Onder invloed van de hogere prijzen voor voederstoffen, kunstmeststoffen en zaaizaden steeg het indexcijfer van het totaal der kostenfactoren van 115 in no vember tot 116 in december 0,9 doch vergeleken met december 1954, toen het indexcijfer 118 bedroeg, is het met 1,7 verminderd. Al is het nog volop winter en beleven we de lente alleen nog maar in onze dro men, toch zal menig man bij zijn vrouw al de symptomen waarnemen van die voorjaarsziekte die „schoonmaak" heet. En dat is niet zo gek, want elke schoon maak brengt vernieuwing met zich mee en wanneer dit een vernieuwing betreft van grote stukken is het begrijpelijk dat men tijdig wil overleggen hoe men zijn geld het best kan besteden. DE KINDEREN ZIJN UIT HUN BED GEGROEID Ja, de kinderen worden groot, krijgen een divanbed of misschien wel „kooi"- bedden en nu moeten daar nieuwe ma trassen op. Er zijn verschillende soorten matrassen, waarvan die van schuim plastic tot de nieuwste behoren en dus willen wij u hierover iets meer vertellen. Een bekende Nederlandse industrie, met j fabrieken in Voorschoten en Leiden, heeft hierin zeer goede resultaten be reikt. Haar lichte matrassen hebben geen uitgespaarde holten en zijn dus aan beide zijden te gebruiken wat de duurzaamheid ten goede komt. Ze zijn 7»/ï cm dik, zeer elastisch en veerkrachtig; het lichaam wordt dus a.h.w. door de matras gedra gen. Daarbij zijn ze hoog-isolerend, wat zoveel wil zeggen als 's winters niet koud en 's zomers niet warm, daarbij volko men stofvrij. Voor kooibedden is dat ideaal. Ook kunnen deze matrassen niet vergaan of verkruimelen, kleverig wor den of oxyderen. Ze zijn bestand tegen zonlicht, water, olie, benzine en organi sche stoffen als transpiratie e.d. Gaat u naar de tropen dan kunt u uw matras meenemen, want zij is tropenbestendig. De beschreven schuimplastic matrassen zijn bekleed met damast en in verschil lende maten verkrijgbaar. OOK VOOR DE BABY Weet u, dat er speciale, dunnere baby matrasjes zijn met alleraardigste plastic bekleding. Koud zegt u. Helemaal niet, houdt uw hand er maar eens op. de warmte blijft behouden. EN DE LOGé Een rolop-celmatras met schuimplastic vulling geeft gewoon op de grond uitge spreid een goede nachtrust en is ook te gebruiken als kampeermatras of in uw boot om heerlijk te zonnen. EN DE DEKENS? En wat dacht u van een dubbel fla nellen deken met schuimplastic binnen voering, die krimpvrij is en chemisch kan worden gereinigd en een schuim plastic hoofdkussen. Matras, kussen en deken zijn stofvrij' en zeer dicht. Het spiraaldek met voering van schuimplastic, dat wederom hoog-iso- lerend is, zal ook goede diensten be wijzen evenals het warmte brengende bovendek van schuimplastic, verkrijg baar in mot- en vochtvrije hoes, te ge bruiken tussen matras en laken. Bij een schuimplastic matras, die al hoog-iso lerend is, zijn spiraaldek en bovendek niet noodzakelijk. Echt de moeite wel waard om dit alles eens in de winkel rustig te gaan bekijken ente vergelijken. De prijzen zullen u meevallen van dit Nederlandse produkt, dat o.a. wordt uitgevoerd naar Z.-Afrika en Z.-Amerika, België, Saöudi-Arabië en Italië, terwijl vele landen het speciale Nederlandse recept wel gaarne zouden willen kopen. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" Onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal ONZE JARIGEN 8 febr. Ina Kruiniger. 10 Hennie van Engelenburg. 12 99 Nellie Verwoerd, Achterberg. 13 99 Madeliefje. 13 H Hannie van Ginkel. 14 1» Wiesje van Voorthuijzen. 14 99 Dinie van Doorn. ZILVERPAPIER ONTVANGEN VAN: Ina van Soest; Janny van Kooten; Net tie van Dijk; Gertje van Manen; Ria van de Kraats; Dinie van Doorn; Cor- nelie van Leeuwen; Lieneke v. Schup- pen; Jan Damman; Jaantje Verhoef; Tinie Verhoef; Corry Kleyer. Allemaal hartelijk dank en de nieu we neven en nichten welkom in onze kring! Oplossing raadsels I. De kachel. Kruiswoordraadsel. Horizontaal: 1. Eiber. 5. Radijs. 10. Iris. 12. Lava. 13. Kas. 14. Eli. 15. Met. 16. En. 17. Frans. 19. Rij, 20. Bof. 21. Aal. 23. Nar. 24. Non. 26. Rem. 28. Ets. 30. An. 31. Linde. 33. Mi. 34. Bit. 36. Nee. 37. Rio. 38. Echo. 39. Nico. 40. Leest. 41. Nabal. Verticaal: 1. Eikel. 2. Iran. 3. Bis. 4. Es. 6. Al. 7. Dam. 8. IJver. 9. Satijn. 11. Vla. 14. Erf. 17. Forel. 18. Santé. 20. Bar. 22. Los. 25. Label. 27. Min. 28. Ede. 29. Riool. 32. Net. 33. Mica. 35. The. 37. Rib. 39. Na. NIEUWE RAADSELS I. Ik ben rond; hak mijn kop af en ik ben een zwarte. II. Welk tweevoetig wezen heeft vier hoeven? III. X wapen. X ander woord voor biet. X deel van Engeland. X plaats in Zuid-Holland. X zeker. X deel van een kledingstuk. X deel van Oostenrijk. X plaats op Java. Op de kruisjeslijn komt de naam van een plaats in Friesland. Beste, trouwe vogelvrienden, Onze vijand is er weer. Koning Winter zet geen voedsel En geen drinken voor ons neer. Helpen jullie ons een beetje? Geef wat water, strooi wat brood, Spaar voor ons die lekk're zwoerdjes, Redt ons van de hongerdood! Doe wat suiker in het water, Dan bevriest het niet zo snel. Dat we jullie vriend'lijk danken, Nou, dat snap je zeker wel! KEES KOOLMEES. (Slot.) Andere jongens leggen de laatste hand aan hun werk. Op enige afstand keuren ze dan de resultaten van hun arbeid, bla zend op hun koude knuisten. De „jury leden" staan nu bij Marco en Daan wenkt de andere jongens, „zie hij es". Allemaal komen ze kijken en uiten luide kreten van bewondering, ,,'t Is net echt, hij wint het; jongens wat prachtig!" Ook de heer met de breedgerande hoed heeft zijn plaats achter het hek verlaten en komt door de ingang van het park naar de jongens toe. Marco is opgehouden te werken. Al die belangstelling maakt hem een beetje verlegen. Is het zoveel bizon- ders wat hij gemaakt heeft? Nu komt daar ook nog een vreemde heer en legt lachend de hand op zijn schouders. „Dat heb je knap gedaan kerel, maak het even af, 't is bijna klaar hè?" Marco knikt kleurend en legt de laatste hand aan zijn werk. Daar ligt, half op een omgevallen boomstammetje, een krokodil, het dier, dat Marco meer dan eens in werkelijk heid heeft gezien in zijn geboorteland. De staart is licht gebogen en je kunt de venijnige tanden zien in de half geopen de bek. Ook de tekening op de huid ont breekt niet, het is werkelijk een mees terstuk. „Hij kan ook zo mooi tekenen", zegt plotseling Daan en dan vertellen ze, zonder afgunst van de mooie tekeningen in de klas, waar hun meester zo trots op is. Marco lacht verlegen, maar de mijn heer zegt: „De tekeningen heb ik natuur lijk niet gezien, maar voor boetseren heb je beslist aanleg, dat zie ik aan je mooie krokodil". En dan vertelt die vriendelijke mijnheer dat hij beeldhouwer is en daarginds op de hoek van de Kruisstraat woont. „Toe mijnheer", zegt Wim van Dam ineens, „wilt u de jury zijn en aanwijzen wie de tweede en derde prijs gewonnen heeft?" „Ja, ja", roepen ze allemaal. Mijnheer van Rijnvoort neemt de benoeming lachend aan. Hij loopt keurend langs al die pronkstukken, waar de jongens zo hun best op hebben gedaan. Lang hoeft hij niet te kijken. Als eerste prijswinnaar komt natuurlijk Marco uit de bus met zijn krokodil. De tweede prijs valt op een bemande kano, een product van Jan Wichers en Nico Braams verwerft met zijn schildpad de derde prijs. Er zijn dingen bij waarvan je nauwelijks kunt zien wat het voor moet stellen, maar de bouwers van deze kunststukkken blijven even plezierig. Uitgelaten schoppen ze hun gewrocht om en feliciteren de ge lukkige prijswinnaars. „En waar zijn de prijzen nu?" grapt mijnheer van Rijn voort. „In de winkel", zegt Daan lachend „we deden 't maar voor de grap mijn heer". „Hm", zegt de beeldhouwer, „ehwacht hier even". Met zijn lange benen is hij in een ogenblik het park uit en in een dichtbijzijnde banketbakkers winkel verdwenen. Spoedig is hij terug met chocolade voor de prijswinnaars en een reuze zak pinda's „voor allemaal". De gulle gever wordt van alle kanten bedankt en als Wim roept: „Een hoera tje voor mijnheer van Rijnvoort", waar mee allen instemmen, zwaait hij lustig met zijn rare flaphoed. „Loop jij eens even met me mee", zegt hij dan tegen Marco, of moet je naar huis?" „Een half uur mag ik nog wel wegblijven", zegt Marco: De andere jon gens zijn al weer verdiept in een ver woed sneeuwballengevecht, als Marco op een sukkeldrafje naast mijnheer van Rijnvoort loopt. Die neemt ook zulke gro te stappen. Dan volgt er een heerlijk half uurtje voor Marco, want hij mag mee naar het atelier van mijnheer van Rijnvoort en deze laat hem massa's teke ningen en verschillende werkstukken zien. Marco zucht er van. Zo iets moois te kunnen makenVol bewondering kijkt hij naar een uit marmer gehouwen beeld, dat een vioolspelende vrouw voor stelt. Midden in het vertrek staat een grote gevelsteen, waaraan de beeldhou wer nu bezig is. Die is bestemd voor een raadhuis in een andere stad. Marco raakt niet uitgekeken, maar eindelijk moet hij toch naar huis. Enjullie begrijpen zeker wel, dat dit de eerste, maar niet de laatste keer is, dat Marco een bezoek brengt aan de beeldhouwerswerkplaats. Op vrije middagen kun je hem daar vaak in een hoekje zien zitten, kijkend naar de bezige handen van mijnheer van Rijnvoort, of zelf bezig iets te boetseren. Later geeft de beeldhouwer hem een beetje les en hij heeft zoveel plezier in de vorderingen van Marco, dat het plan de jongen op zijn kosten beeldhouwer te laten worden, steeds vaster vormen aan neemt in zijn brein. Dan zal Marco naar de academie van beeldende kunsten moe ten, als zijn ouders dat toestaan. Maar zo ver is het nog niet. Voorlopig heeft Marco nog aan andere dingen te denken. De voortbrengselen van de Hollandse bodem en de plaatsen van Groningen. Endat is ook nodig voor het Indo nesische jongetje! Snelverkeer (auto's, motoren) GAAT VOOR Langzaam verkeer (bromfietsen, fietsen) PARIJS EN ZIJN METRO Wie Parijs bezoekt, gaat ook met de Metro. Het zal daarom ook de Neder lander genoegen doen, te vernemen, dat de directeur van de Parijse Métro tal van verbeteringen voorbereidt voor het ondergrondse net. Van die verbeterin gen noemen wij: 1. Métro op banden: geluidloos, sneller, gezien de proef ermee genomen op de lijn Porte des Lilas. 2. Overal fluorescerende verlichting. Hiervoor is al veel gedaan. 3. Liften: geldgebrek traineert de in stallatie; niettemin zullen het volgend jaar weer stations met automatische liften worden uitgerust. 4. Roltrappen: één der meest interes sante projecten. Technisch is alles ge regeld. De reizigers behoeven niet meer zoveel tijd te verliezen met het lopen door de lange gangen. 5. Er zullen „geparfumeerde métro's" komen. Geen seringen, rozen of jas mijn, maar dennegeur en eau de co logne worden thans reeds op enige lijnen gebruikt. 6. Enige stations zullen worden verbouwd. door H. Westenberger Vertaling: Minny Musaph Bl\jdenstein (26) Maar opeens herinnert zij zich die geschiedenis met de jongen! Tom weet nog steeds niets positiefs. Zij heeft er met opzet niet veel over geschreven. Maar als hierover bij zijn thuiskomst weer nieuwe conflicten ontstaan, dan is misschien weer alles verloren! Maar dat mag niet gebeuren. Leontine leunt nadenkend achterover in haar stoel. Zou het niet beter zijn, om ook dit alles schriftelijk te behandelen? Alles op te biechten? Dan zou zijn eerste boosheid in zijn hotelkamer losbarsten en tegen de tijd, dat hij terug komt, zal het hem duidelijk geworden zijn, dat de vervelendste onderhandelingen al voorbij zijn, en dat hij alleen de be slissende bloedproef hoeft mee te ma ken. En dan zal alles goed zijn: hun verhouding samen en die geschiedenis met die jongen Jawel, jlles zal goed komen, her haalt ze voor zich zelf; want aan die bloedproef twijfelt ze geen ogenblik, zelfs als zij uit het gedrag van me vrouw Frank niet de zekerheid ge kregen had, hoe weinig verwachting de tegenpartij van dit experiment heeft. Gisteren nog heeft Hans haar verteld, dat mevrouw Frank volkomen apa thisch geworden was. En de advocaat was zelfs van mening, dat zij nu zelfs zonder bloedproef bereid zou zijn, de jongen te geven. Maar dat wil zij im mers niet. Nee! En na die bloedproef krijgt ze het kind zonder meer en dan zal zij mevrouw Frank een nog grotere som moeten aanbieden, om ook René te behouden. En dan Plotseling draait zij zich verschrikt om. Er is iemand in de kamer. „Och, bij jij daar, René? Hoe lang ben je al hier?" „Tamelijk lang", antwoordt René; hij zit met zijn benen over een stoelleuning het hoofd in de hand gesteund. Hij geeuwt. Leontine wil hem bewijzen: „Als je geeuwt, moet je je hand voor je mond houden, en zit niet zo, je beschadigt al mijn stoelen met je hakken." Ze heeft de woorden in de mond, maar zij spreekt ze niet uit. Zij heeft hem dit zelfde al meer dan honderd maal ge zegd. Hij wil eenvoudig niet gehoor zamen. „Waarom sluip je toch altijd zo rond?" zegt ze geïrriteerd. „Heb je niets beters te doen?" „Ik wacht, tot u klaar bent," zegt hij dan. „Ik heb iets met u te bespreken." Leontine voelt hoe haar hart weer begint te bonzen. „Wat zal er nu weer komen?" denkt zij met angst. In haar onderbewustzijn leeft ze steeds in vre selijke angst, dat er iets gebeuren zou, dat haar zo zorgvuldig opgebouwde plannen weer bedreigen zouAls bijvoorbeeld de jongen op het laatste ogenblik toch nog weigeren zou zich aan de bloedproef te onderwerpen? Ook als de telefoon rinkelt en de advo caat haar te spreken vraagt of haar broer opbelt, schrikt zij. De hele we reld schijnt haar plotseling vol gevaren, die alleen maar bestaan om haar met moeite opgebouwde werk te verwoes ten. Dus „Wat wil je, René?" De jongen kijkt naar zijn linker schoen. „Overmorgen gaan we met school een uitstapje maken. Twee of drie dagen." „Alweer? Jullie onderwijzer ver beeldt zich zeker, dat al jullie vaders miljonnairs zijn!" De jongen doet alsof hij haar op merking niet hoort. „Wij gaan de gra ven af; Abusir, Sakkara, Dahschur en nog een eindje verderhij zegt het met onverschilligheid zonder haar aan te zien. Leontine schudt het hoofd: „Als alle jongens zo enthousiast zijn als jij! Wat zou papa er vroeger niet voor gegeven hebben, zo iets te mogen meemaken!" „Ik ben papa nu eenmaal niet." „Nee, daar heb je gelijk in. En nu wil je geld hebben, nietwaar?" „Ja." „Je zou tenminste als 't u blieft kun nen zeggen, jongmens." „U laat mij niet uitspreken, ik wilde u namelijk als 't u blieft geld voor twee vragen." „Zo? En waarom voor twee? Hoeveel kost die geschiedenis eigenlijk wel?" René staat op en loopt naar het raam. De onderzoekende blik van Leontine doet hem onplezierig aan. Misschien merkt zij toch, dat hij zijn hart in zijn hals voelt kloppen? En daarbij valt het niet mee te doen alsof je edelmoedig bent en zulke achterbakse plannen te hebben! René voelt plotseling een won derlijke pijn, die bijna aan liefde voor zijn moeder grenst. Maar des te onver schilliger tuurt hij naar buiten. „Onge veer een pond zal het kosten, maar u kunt me toch wel een beetje meer geven? En voor die andere, die zijn vader is namelijk werkeloos en nu mocht hij niet mee en eerst wilden we allemaal wat geld voor hem geven maar er zijn er een paar bij die zelf blij zijn, als ze thuis een pond los kunnen krijgen om mee te gaan en toen ben ik opge staan en ik heb gezegd, dat ik zelf een spaarbankboekje heb en het er best van af zou kunnen nemen en toen hebben ze allemaal „hoera" ge schreeuwd „Opschepper!" zegt Leontine, maar niet zonder hartelijkheid. En dan wordt zij zakelijk. Nu goed dan, hij mag twee pond halen; zij zal het spaar bankboekje geven maar als je blieft keurig in de enveloppe steken en da delijk mee naar huis komen. Oppassen, dat hij het niet verliest. „Niet meer dan twee pond?" vraagt de jongen. Leontine knikt. Een beetje kleingeld zal zij hem wel meegeven. Dat krijgt hij van haar, omdat hij van zijn ge spaarde geld die jongen vrijhoudt. „Wie is het eigenlijk? Ken ik hem?" „Nee, hij heet Stok. Hij is nog niet lang bij ons op school." Een ogenblik kijkt Leontine nog naar René's rug tussen de gordijnen aan het raam. „Stok, neen die ken ik nietEn kom nu eens hier bij me, geef me een kus en zeg: dank u, zoals het hoort!" Ongaarne keert René zich om. Een ogenblik kijken zijn diepliggende ogen zijn moeder aan. ,,'n Kus?" zegt hij dan minachtend en een beetje schor van opwinding. Waarom wilt u een kus van iemand hebben, van een vreemde jon gen, die u toch het liefst zo gauw mo gelijk kwijt wilt zijn? Maar ik dank u vriendelijk." En voor Leontine nog iets kan ant woorden is hij al bij het bureau, heeft het spaarbankboekje, dat Leontine al uit de lade heeft genomen, gegrepen en holt de kamer uit. Leontine wil hem terugroepen. Maar zij doet het niet. „Domme jongen. Hij weet immers, dat wij hem ook zullen houden!" zegt ze halfluid en haalt de schouders op. Maar de brief voor Tho mas blijft ongeschreven. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1956 | | pagina 4