DE~ vallei
KNIPPATROON
DRIE PICNICREPEN
ïo (4 René
SCHAAKNIEUWS
Climax verbeterde positie door 7-3
overwinning op U.B.T.V. 2
voor 25 cent
ii 'i
Voor de Jeugd
li
b
2
ELKE DAG GROENTE,
MAAR HOE?
Officiële Bekendmaking
Veenendaal III kampioen 3e klasse ooste
lijke schaakbond
GEZELSCHAPSSPELLETJE
De koning die zo van vertellen
hield
bij elke aankoop van
250 gram koffie of
een busje Oploskoffie
(samen 45 cent)
Geldig van 7 t/m 13 maart 1956
VERKEERSREGEL
FEUILLETON
Door zaterdag het bezoekende U.B.T.V.
2 (Hilversum) een 7—3 nederlaag toe te
brengen heeft Climax zijn positie op de
ranglijst aanmerkelijk verbeterd. W. v. d.
Pol bleef in deze wedstrijd ongeslagen.
H. v. d. Loosdrecht won 2 partijen, P. v.
Manen 1 en v. d. Pol en v. d. Loosdrecht
brachten het dubbelspel op hun naam.
Als Climax uit de resterende 2 wedstrij
den 1 punt behaalt, is het in elk geval vrij
van automatische degradatie. In de le
Klasse schijnt Ritac, dat dit seizoen voor
het eerst in de le klasse uitkomt, recht
op het kampioenschap af te gaan. Jammer
voor Ritac, dat het tijdelijk zonder van
Dam moet uitkomen, aangezien deze in
militaire dienst is. Overige kanshebbers
in deze afdeling zijn Tios 1 (Arnhem) en
Climax 2, die beiden Ritac goed volgen.
In de onderste regionen ziet het er naar
uit dat P.T.T. 1, na 1 seizoen in deze af
deling te zijn uitgekomen, weer naar de
tweede klasse teruggaat. Om de bezetting
van de voorlaatste plaats zal het gaan
tussen Swift 1, Treffers 3 en Kr. en Vr. 1,
terwijl ook P.M.S. 2 en Seelbeeck nog niet
veilig zijn.
Overgangsklasse F: U.B.T.V. 1 1326;
A.V.G.A. 1 13—21; Smash 2 13—14; Povac
2 12—12; Chefana 1 12—8; Climax 1 12—7;
U.B.T.V. 2 13—7; Achilles 1 12—5.
le Klasse A: Ritac 1 11—21; Tios 1 11—
18; Climax 2 10—16; Seelbeeck 1 12—10;
P.M.S. 2 11—9; Swift 1 11—8; Treffers 3
11—8; Kr. en Vr. 1 12—8; P.T.T. 1 11—2.
In de 2e klasse C gaat R.T.T.V. (Rhe-
nen) voorlopig nog aan de kop, maar ge
zien de mindere prestaties in de laatste
wedstrijden (2 gelijke spelen en 1 over
winning) zal het terdege moeten oppassen
temeer daar Ritac 2, Climax 3 en V.S.W. 1
met slechts enkele punten achterstand
volgen. Ook in de onderste regionen is
het spannend, hoewel de situatie van
R.T.C. njet benijdenswaardig is. Waar-
De groentevoorziening zal waar
schijnlijk in de naaste toekomst op vele
plaatsen nog moeilijkheden opleveren,
terwijl de mogelijkheid niet is uitge
sloten, dat de prijzen boven normaal
zullen liggen.
Al kan men niet zoveel groente krij
gen als wenselijk is, het is toch aan
bevelenswaardig dagelijks voor een
groentegerecht te zorgen. Door de
groente rauw op te dienen in de vorm
van b.v. een groentesla of een stamppot
met rauwe groente lijkt de portie gro
ter dan wanneer zij gekookt is en zij
heeft ook grotere voedingswaarde.
Vrijwel alle groentesoorten kunnen
rauw worden gegeten. Een uitzondering
willen wij maken voor uien en prei, die
wel wat erg scherp smaken.
Groentekonserven, zoals blikgroenten,
gedroogde groenten en diepvriesgroen
ten kunnen in vele gevallen bijdragen
tot de groentevoorziening. Goede kwa
liteiten van deze konserven doen in
voedingswaarde niet veel onder voor
het vers gekookte produkt. Het is wel
belangrijk de konserven niet te lang te
verhitten: blikgroenten behoeven alleen
gewarmd te worden, diepvriesgroenten
worden 6 10 minuten gekookt. In te
genstelling tot de fabriekskonserven
van goede kwaliteit is eigen „weck" arm
aan vitamine C.
Wie in deze tijd veel van de eigen in
maak gebruikt doet er dan ook goed
aan extra vruchten te eten, bij voor
keur om de dag één sinaasappel.
schijnlijk zullen Ritac 3, Tempo 1 en Hol-
landia 1 moeten uitmaken wie degrada
tiewedstrijden zal gaan spelen.
De stand in deze afdeling is:
Gemeente Rhenen
HERZIENING UITBREIDINGSPLAN
Het hoofd van het gemeentebestuur van
Rhenen brengt ter openbare kennis, dat
gedurende het tijdvak van 5 maart tot en
met 3 april 1956 ter gemeente-secretarie,
afdeling financiën, voor een ieder ter in
zage liggen;
a. een ontwerp-plan tot herziening van
plannen vermeldende de bestemming in
2e Klasse C: R.T.T.V. 1 12—20; Ritac 2 het plan van uitbreiding, bestaande uit 3
11—16; Climax 3 11—15; V.S.W. 1 11—15; onderdelen van gronden voor de kernen
Swift 1 12—11; Ritac 3 11—8; Tempo 1 12—
8; Hollandia 1 12—8; R.T.C. 1 12—3.
HET PROGRAMMA
Woensdag krijgt Ritac 2 voor de 2e kl.
C bezoek van het leidende R.T.T.V. 1 en
zal ongetwijfeld zijn uiterste best doen op
R.T.T.V. 1 in te lopen.
Overige wedstrijden:
Woensdag
le klasse A: P.T.T. 1 Tios 1. 2e Kl. C:
Ritac 2 R.T.T.V. 1; Swift 2 R.T.C. 1.
4e Kl. H: Ritac 6 Hollandia 2. 4e Kl. I:
V.S.W. 3 Sorry 2. Res. 4e Kl. C: Swift 7
Ritac 7; Swift 6 Ritac 8.
Donderdag
Res. 4e kl. C: Panter 3 Sorry 3.
Vrijdag
3e Kl. E: Z.T.T.C. 1 —I R.T.T.V. 2; Kr.
en Vr. 2 Swift 4. 4e Kl. H: Fortissimo 1
Swift 5. 4e Kl. I: Fortissimo 2
Ritac 5.
Rhenen, Eist en Achterberg.
b. bij deze plannen behorende ontwerpij
bebouwingsvoorschriften. Gedurende bo
vengenoemde termijn kunnen belangheb
benden bezwaren inbrengen bij de ge
meenteraad.
Rhenen, 1 maart 1956
Het hoofd van het gemeente
bestuur voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL
AANGIFTE HONDENBELASTING 1956
Dit jaar zal, evenals vorig jaar, geen
huis aan huis opname van honden plaats
hebben. In de plaats hiervan komt een
intensieve controle in de loop van het be
lastingjaar.
Houders van honden zijn verplicht aan
gifte te doen ten gemeentehuize, afdeling
financiën, vóór 17 maart a.s.
Indien aan deze verplichting niet wordt
voldaan zullen de aanslagen worden ver-
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
Onder redactie v. tante Jos
dibbtld.
De aangifte kan geschieden: mondeling
schriftelijk of telefonisch (telefoonnum
mer 541).
Indien geen wijziging is gekomen in het
aantal en do klassificatle der honden, be
hoeft geen aangifte te worden gedaan. In
dat geval wordt een aanslag opgelegd ge
lijk aan die van het voorgaande jaar.
Ook voor honden, die in de loop van
het belastingjaar worden verkregen moet
aangifte plaats hebben.
Rhenen, 14 februari 1956
Burgemeester en wethouders
van Rhenen,
De burgemeester,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL
De secretaris,
Th. v. d. WILLIK
DANKBETUIGING
Nu de strenge vorstperiode achter de
rug is, wil ik niet nalaten de ingezetenen
van Rhenen hartelijk te danken voor de
wijze, waarop zij gehoor hebben gegeven
aan mijn oproep om voedsel af te staan
voor de in nood verkerende dieren in
deze omgeving, waaronder vele vogels.
De gaven waren zo groot, dat de voe
derplaatsen op ruime wijze konden wor
den voorzien.
Rhenen, 3 maart 1956
De burgemeester voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL
TOCH GESLAAGD. Een Amerikaans
student zakte voor zijn mondeling
eksamen omdat hij met al zijn eksami-
natoren ruzie had gemaakt. Een grote
firma vond dat een bewijs van karakter
en plaatste hem als vertegenwoordiger.
Een prachtige prestatie leverde het
derde tiental der Veenendaalse Schaak
vereniging door vrijdag j.l. in Hevea
dorp ook de laatste wedstrijd van de
OSBO-kompetitie tegen „Het Paard" II
met 82 te winnen, waardoor zij kam
pioen geworden is.
Weliswaar moeten er nog twee wed
strijden gespeeld worden door andere
tientallen, maar de uitslagen daarvan
hebben geen invloed meer op de be
zetting van de eerste plaats.
Veenendaal III heeft een prima sei
zoen achter de rug en dit is groten
deels te danken aan voortreffelijk spel
van enige nieuwe leden, die in. de loop
van het seizoen lid van de schaakclub
werden.
Door deze mooie overwinning pro
moveert Veenendaal III automatisch
naar de tweede klasse der Oostelijke
Schaakbond en zij zal in huidige vorm
daar zeker geen slecht figuur slaan.
De eindstand in deze afdeling luidt:
match- bord-
gesp. punten punten
1. Veenendaal III 5 10 33
2. Ede III 4 6 27
3. Ritmeester II 4 4 19
4. Rhenen II 4 4 16
5. Het Paard II 4 2 14»/i
6. Wageningen IV 5 0 19 Vt
SLUIER
In Tunis gaat men in april naar de
stembus en men heeft ernstig overwo
gen ook de vrouwen te laten stemmen.
De meeste Tunesische vrouwen dragen
echter nog een sluier. Die laat alleen
de ogen zien. En de vrouwenogen in
Tunis zijn alle gitzwart. Onmogelijk dus
om dergelijke gesluierde vrouwen te
identificeren. En dit is dan ook de oor
zaak dat men de dames tenslotte toch
geen stemrecht heeft gegeven.
Wellicht wordt dat voor de Tunesi
sche dames eindelijk de doorslaande
reden om de sluier af te schaffen?
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10. Veenendaal
WIE VIEREN HUN VERJAARDAG?
8 Maart Greetje van Donkelaar.
8
8
9
10
12
13
13
14
Teuntje Kleyer.
Ali de Haas.
Wim ter Hoeven.
Bobbie Schoeman.
Roodkapje.
Truus de Ruiter.
Mattie Budding.
Jopie Lefers.
Oplossing raadsels
Zeeziekte.
III. Nier, kous, roos, boor, Nede, abdij,
eend, oven, vier, geel, slak, knie, Deen.
Noord-Beveland.
NIEUWE RAADSELS
I. Verborgen plaatsen in het buiten
land:
1. Lena kent haar lessen nooit
2. Op zijn gezicht had het leed sporen
JflneUbr-
K na.ft.q
d
J
'J.
Ditmaal geven wjj u het patroon van een kindermantel.
Leeftyd 8-10 jaar. Het is uitgezet voor bovenwijdte 70.
Het manteltje is hoog gesloten en heeft twee rijen
knopen. De zakken met een breed stiksel opstikken.
De kleppen en terugslagkleppen zijn aangeknipt. Even
als de zakken heeft ook de kraag en middenvoor een
breed stiksel. De onderkraag schujn van draad nemen,
zie patroon. In de kraag linnen maken, eveneens schuin
van draad. In het voorpand bij het beleg vlieseline of
katoen verwerken. De ceintuur in het rugpand wordt
vastgehouden door knopen. Benodigde stof: 1.70 meter
bij 140 cm breedte. Voering: 1.85 m bij 90 cm breedte.
nagelaten.
3. Voor de tweede maal greep Bob er
naast.
4. Waar woont Emma? In Zwolle?
5. Heeft Elly onderweg haar tas ver
loren?
6. Den Haag en Tilburg liggen in ver
schillende provincies.
x le drie letters alfabeth.
x zwarte delfstof.
x deel van een boom.
x Indisch vaartuig.
x vervoermiddel.
x ander woord v. zeker, vast.
x als le rij.
x heeft iedereen nodig.
x nodig bij het koken.
x stad in Italië.
x meisjesnaam.
Op de kruisjeslijn komt de naam van
een sprookjesfiguur.
III. Wat is kleiner dan het fijnste oog
van een naald?
Eén van het gezelschap neemt 5 stapel
tjes blanko blaadjes voor zich. Hij deelt
van het eerste stapeltje aan elk der aan
wezigen een blaadje uit en vraagt, of ze
daarop de naam willen schrijven van
iemand, die allen kennen.
Is dat gebeurd, dan worden die blaad
jes weer verzameld, goed door elkaar ge
schud en apart gelegd.
Dan worden de blaadjes van het tweede
stapeltje uitgereikt en daarop moet ieder
een werkwoord schrijven. Het liefst een
beetje grappig of vreemd. Deze blaadjes
worden, geschud, naast het eerste hoopje
gelegd. De drie andere stapeltjes blanko
papier worden achtereenvolgens ook uit
gereikt. Op het derde blaadje moet weer
de naam komen van een bekende. Op het
vierde blaadje een plaatsaanduiding, die
iedereen moet kennen, b.v. de gang, de
Kalverstraat, de badkamer, de Amerongse
berg. Op het vijfde blaadje wordt een be
paalde tijd genoemd, b.v. twee uur 's
nachts, na het eten, bij zonsopgang, enz.
De leider van het spel neemt nu de vijf
hoopjes met beschreven blaadjes voor
zich en keert van elk stapeltje er één om.
Daar staat dan b.v.: Tante Annie vecht
(met) mijnheer de Roos (in de) Kalver
straat 's nachts 3 uur. De tussen haakjes
geplaatste woorden moet de leider van
het spel natuurlijk uit eigen fantasie in
lassen.
(Een oud verhaal op rijm gezet)
Er was eens een koning, verschrikkelijk
[rijk,
(Zijn paleis was gebouwd in Bengalen)
Die hield er een rare hobby op na,
Hij was erg verzot op verhalen.
Zijn knechten, hij had er verscheiden in
[dienst,
Die moesten om beurten vertellen.
En, was het verhaal van de éne ten eind,
Dan ging hij de volgende bellen.
Maar op 't laatst wist geen dienaar meer
[enig verhaal.
Je kunt maar niet raak fantaseren!
Toen werd er die koning zo kwaad als
Hij liet er zelfs tien arresteren [een spin
«*0307
Maar daarna had hij toch zo'n schitterend
Hij maakte een keurig pamflet. [plan.
Wij zullen nu samen eens lezen gaan,
Wat de koning daarop had gezet:
„Als iemand de koning vertellen kan
(Hij moet er op kunnen bouwen)
Een verhaal dat een jaar lang geen
einde neemt,
Mag die met zijn dochter gaan trouwen.
Maar komt onverhoopt het verhaal tot
[een eind,
Dan wacht er voor tien jaar de cel.
Men moet daar dan leven op water en
Bedenkt u dus voor de tijd wel!" [brood,
Dit pamflet werd gezonden door 't hele
En dra kwamen drie kandidaten, [land.
Die wel, als eens Brugman, hun woord
[konden doen,
Maar krap in de centen zaten.
Het leek hen niet gek om een gooi te doen
Naar zo'n rijke en vorst'lijke prijs.
Ze werden een tikkeltje opgeknapt
En kregen hun plaats in 't paleis.
De eerste begon al de volgende dag,
Hij praatte er lustig op los.
't Ging over een heks en de zwarte kunst
En 't speelde zich af in een bos.
De kerel vertelde een maand achtereen,
Maar eerlijk, toen was hij aan 't eind.
Men stopte hem dadelijk in de petoet
En daar werd hij heus niet verwend!
Toen ving nummer twee zijn vertelling
Hij zweette al vóór hij begon. [aan.
Ook hij zat al spoedig daarna in 't gevang,
Omdat hij niet verder kon.
De derde die hield het een half jaar vol,
Maar toen kwam het einde weer,
Want hoe hij ook dacht, met z'n ogen
Hij wist heel beslist niet meer. [dicht,
Nu stond het vertellen een tijdlang stil.
Geen mens nam de opgaaf meer aan.
Géén had er, zoals wel begrijpelijk is,
Veel zin om de bak in te gaan.
De koning was vreselijk uit z'n humeur,
Hij raasde de ganse dag.
Het was of er over het prachtig paleis
Een donkere sluier lag.
Maareindelijk was daar een jonge
[man,
Die waagde nog weer eens een kans.
Hij lachte toen men hem nog waar
schuwen wou.
Hij voelde zich heel wat mans!
Eerst dronk hij een kopje thee met de
Toen ving de verteller aan. [vorst,
De koning had, plechtig en stijf op z'n
De oren wijd open staan. [troon,
„Er was eens een koning, als gij majesteit,
Zo rijk en zo machtig en fier.
Maar lang niet zo goed en rechtvaardig
[en wijs.
Hij maakte het liefst maar plezier.
Die koning had schuren, gevuld met
graan,
Bestemd voor het brood aan het hof.
Van eten en drinken had ieder het goed,
Dat moet hier gezegd tot zijn lof.
In één van die schuren, heel dich bij
[de nok
Zat een gaatje zo groot als een cent.
Dat sprinkhanen zeer vraatzuchtig zijn,
Dat is u, o koning, bekend.
Nu nam op een dag de oosten wind
Een zwerm van die dieren mee.
't Krioeld' in de lucht van dat groene
[gediert'
Het maakt' een geruis als de zee.
Toen was er één sprinkhaan, die 't gaatje
Het gaatj' in de korenschuur. [vond,
Hij zei tot z'n makkers: „Ei. kijk er es an,
Hier is eten. volop en niet duur!"
En toen is die sprinkhaan naar binnen
En pikte een graantje mee. gewipt,
En toen kwam een ander voor hem in
Die net als z'n voorganger dee. [de plaats
En toen ging een andere sprinkhaan
En zocht zich een graantje uit. [daar in,
En toen kwam een ander voor hem in de
En nam óók een korrel als buit [plaats
En toen ging een andere sprinkhaan
En zocht zich een graantje uit. [daar in,
En toen kwam een ander voor hem in de
En nam óók een korrel als buit [plaats
En toenmaar 't gezicht van de
koning betrekt
„Jawel vriend, dat weet ik nu al.
Vertel mij nu liever het volgende feit,
Dat zeker bekoren zal."
„Neen koning, dat kan niet", zei onze
vriend,
„De schuur is nog meer dan gevuld,
En sprinkhanen zijn er in overvloed.
Een maandje of vier nog geduld."
Toen nam de verteller de draad weer op
En ging met de sprinkhanen voort.
En de koning zat stil en berustend ter
Al werd hij steeds erger verstoord, [neer,
Nog bijna een week hield de koning het
Toen sprong hij zowat uit z'n vel. [vol,
Hij vloog van z'n troon en hij schreeuwde
[verwoed:
„Hou je mond, want nu weet ik het wel!"
Neem jij alsjeblieft gauw m'n dochter
[tot vrouw.
Ik geef j'een fortuin en een huis,
Ik geef je de helft van m'n schatten
[cadeau,
Maar zwijg dan van 't hanengespuis!"
Het verkeer op de verharde weg gaat
voor het verkeer, dat van de onverharde
weg komt. Verharde weg is dan voor-
rangsweg.
door H. Westen berger
Vertaling:
Minny Musaph Blydensteln
(frS)
Wat moet ons enig kind ervan den
ken, als zijn moeder plotseling, met
zo'n heftigheid als zij een ander kind
verlangt te bezitten! Dat zij René met
het andere kind samen wenste te hou
den, kon voor de jongen niet van be
tekenis zijn. Dat zou hij immers slechts
als een vriendelijkheid, als genade
brood beschouwen! Was zij eigenlijk
niet krankzinnig geweest! Had de jon
gen dan geen gelijk als hij weggelopen
was? Zou zij niet precies hetzelfde ge
daan hebben? Zij trekt de deur van
René's kamer open en gaat haastig naar
binnen. Het bed is onbeslapen, het raam
staat wijd open. Op de tafel ligt een
boek. op een stoel een pullover en zijn
racket, aan de kapstok aan de muur
hangt een roeibroekje, een ceintuur, op
een klein stoeltje staat de open koffer-
gramofoon.
Met een enkele blik heeft Leontine
dit alles overzien. Dan vloeien plotse
ling de tranen over haar gezicht; zij
stromen onhoudbaar, gloeiend hete tra
nen, niet te stelpen
Zij trekt de la van het kleine schrijf
bureau open. Niets. Een paar schriften,
boeken, batterijen in alle soorten, stop
kontakten, ijzerdraad, timmergereed
schap. Dan gaat zij naar de boeken
kast. Ook daar niets bijzonders. De kle
renkast.
Zij schrikt. Zijn twee regenmantels,
de gabardine trenchcoat en de gummi-
jas, zijn verdwenen. Ook zijn blazer.
Natuurlijk, die heeft hij aangehad! En
zijn schoenen? Juist: twee paar zijn
wegVoorzichtig maakt zij de kast
weer dicht Bijna geruisloos. Alsof de
jongen in bed lag te slapen.
Goddank! Als hij zoveel kleren mee
genomen heeft, was hij niet van plan
het ergste te doen. Dan is hij er alleen
vandoor gegaan. Maar wat nu? Zij is
zo alleen. Van Hans heeft zij nog niets
gehoord. Tom is niet thuis! Wat nu? Zo
alleen is mevrouw Frank nu altijd,
fluistert iets in haar. Maar wat heeft
zij met mevrouw Frank te maken?
Ieder heeft genoeg aan zichzelf! Zij
tilt de donzen deken van het bed om
hoog. Misschien heeft hij ergens een
brief verstopt? Neen, niets.
Tenslotte trekt zij aarzelend het
laatje van het nachtkastje open. Mis
schien hier? Ja warempel! Een brief.
Met potlood geschreven. Trillend vouwt
Leontine het blaadje open.
Eerst kan zij geen letter onderschei
den, zo zijn haar ogen door tranen ver
blind, zo ontroerd is zij, dat zij ten
minste een paar woorden, door de jon
gen geschreven, in haar handen heeft.
Langzamerhand worden de woorden
weer duidelijk voor haar ogen. Het ene
woord na het andere. Meedogenloos,
zoals alleen een jongen van dertien jaar
ze zou kunnen schrijven. Logisch, zoals
alleen een jongen denken kan.
„Ik ben voor altijd weggegaan om
dat dat het beste is. Waarom zou'zo'n
rustverstoorder als ik jullie nog langer
tot last zijn. Maar denk nu niet, dat ik
jullie kwalijk neem, dat u zo tegen mij
geweest bent. U kunt het immers ook
niet helpen, dat u van uw eigen kind
niet houdt en in hem teleurgesteld bent.
Maar ik kan het ook niet helpen dat
ik ben, zoals ik ben en niet anders!
Daarom is dit de enige oplossing. Het
ga u goed!"
Uw zoon René.
„P.S. Ik weet zeker dat u mijn moe
der bent. Anders zou ik niet zoveel van
u houden en stellig ook niet weggaan."
Een schrille, ingehouden schreeuw
weerklinkt plotseling door het huis.
Als de tuinman en de twee dienst
meisjes nèar boven stormen, vinden zij
Leontine Brackwieser bewusteloos op
de grond liggen.
Hoofdstuk XXIII
Ramlehmooie villa's, gedeelte
lijk in Engelse, ten dele in Moorse stijl,
in welks tuinen de flora van Europa en
die van Noord-Afrika in een kleurig,
blij rendez-vous te samen komen. Hier
en daar een tennisveld, een klein park,
open voor de voorbijgangers en tus
sen de tuinen, tussen de slanke hoge
palmen, die de rustige straten omzomen
schemert blauw de zuidelijke zee.
Helemaal aan het einde van het
plaatsje, op de plaats waar de rails
van de expressetrein van Alexandrië
elkaar schijnen te raken, waar de stra
ten dorpachtig, de villa's in hier en
daar uitgestrooide weekendhuisjes over
gaan, en waar tussen de minder ver
zorgde tuinen het gele woestijnzand
reeds zijn eeuwige strijd met het taaie
helm begint te strijden daar buiten
staat tamelijk eenzaam een laag wit
huis in een wild woekerende tuin.
Kleine zuilen voor de veranda, die het
terras van de tweede verdieping steu
nen, smalle gebogen, vrij hoge ramen,
een wit ver overhangend dak en dit
alles verweerd, onverzorgd en triest.
Aan het tuinhek, dat scheef in zijn
scharnieren hangt en met een enkele
trap er uit gestoten zou kunnen worden
hangt een groot geschilderd bord: Voor
zichtig gevaarlijke hond!
Maar een enkele blik op het huis
zou zelfs de meest angstige voorbij
ganger er van kunnen overtuigen, dat
hier nog viervoetige, noch andere be
woners aanwezig konden zijn.... Of
misschien toch? In dit avonduur, waar
in de stilte slechts verstoord wordt
door het gesjirp van de krekels, waar
de duisternis zwart en ondoordringbaar
over het land hangt, vlamt plotseling
achter een der ramen het schijnsel van
een licht.
Het gaat, dan eens helderder, dan
iets onduidelijker, langs de verschillen
de ramen van de benedenverdieping en
is dan plotseling weer verdwenen.
Maar dit schijnt zo alleen van buiten
gezien. In werkelijkheid brandt de zak
lantaarn, die het schijnsel gaf, door, en
de drager ervan is teruggekeerd in een
kamer, die geheel door gordijnen van
de buitenwereld is afgesloten, en door
twee kaarsen wordt verlicht
„En?" vraagt René Brackwieser van
uit zijn bed.
„Niets!" antwoordt Jo en knipt zijn
lantaarn uit Dan werpt hij een bezorg
de blik op zijn vriend.
René ligt" op zijn rug, zijn ogen zijn
gesloten, zijn mond is een weinig ge
opend. Zo nu en dan ademt hij moeilijk
en steunend: soms rilt hij en zijn tan
den klapperen. „Ik heb op zijn minst
veertig graden", mompelt hij en keert
zijn gezicht om, weg van het kaarslicht,
dat hem klaarblijkelijk hindert, en zijn
koortsachtig hoofd pijn doet. Jo legt de
zaklantaorn neer en gaat op het ge
brekkige gestoelte zitten, dat naast het
bed staat. (Wordt vervolgd.)