DE~ vallei KNIPPATROON DRIE PICNICREPEN ïo (4 René SCHAAKNIEUWS Climax verbeterde positie door 7-3 overwinning op U.B.T.V. 2 voor 25 cent ii 'i Voor de Jeugd li b 2 ELKE DAG GROENTE, MAAR HOE? Officiële Bekendmaking Veenendaal III kampioen 3e klasse ooste lijke schaakbond GEZELSCHAPSSPELLETJE De koning die zo van vertellen hield bij elke aankoop van 250 gram koffie of een busje Oploskoffie (samen 45 cent) Geldig van 7 t/m 13 maart 1956 VERKEERSREGEL FEUILLETON Door zaterdag het bezoekende U.B.T.V. 2 (Hilversum) een 7—3 nederlaag toe te brengen heeft Climax zijn positie op de ranglijst aanmerkelijk verbeterd. W. v. d. Pol bleef in deze wedstrijd ongeslagen. H. v. d. Loosdrecht won 2 partijen, P. v. Manen 1 en v. d. Pol en v. d. Loosdrecht brachten het dubbelspel op hun naam. Als Climax uit de resterende 2 wedstrij den 1 punt behaalt, is het in elk geval vrij van automatische degradatie. In de le Klasse schijnt Ritac, dat dit seizoen voor het eerst in de le klasse uitkomt, recht op het kampioenschap af te gaan. Jammer voor Ritac, dat het tijdelijk zonder van Dam moet uitkomen, aangezien deze in militaire dienst is. Overige kanshebbers in deze afdeling zijn Tios 1 (Arnhem) en Climax 2, die beiden Ritac goed volgen. In de onderste regionen ziet het er naar uit dat P.T.T. 1, na 1 seizoen in deze af deling te zijn uitgekomen, weer naar de tweede klasse teruggaat. Om de bezetting van de voorlaatste plaats zal het gaan tussen Swift 1, Treffers 3 en Kr. en Vr. 1, terwijl ook P.M.S. 2 en Seelbeeck nog niet veilig zijn. Overgangsklasse F: U.B.T.V. 1 1326; A.V.G.A. 1 13—21; Smash 2 13—14; Povac 2 12—12; Chefana 1 12—8; Climax 1 12—7; U.B.T.V. 2 13—7; Achilles 1 12—5. le Klasse A: Ritac 1 11—21; Tios 1 11— 18; Climax 2 10—16; Seelbeeck 1 12—10; P.M.S. 2 11—9; Swift 1 11—8; Treffers 3 11—8; Kr. en Vr. 1 12—8; P.T.T. 1 11—2. In de 2e klasse C gaat R.T.T.V. (Rhe- nen) voorlopig nog aan de kop, maar ge zien de mindere prestaties in de laatste wedstrijden (2 gelijke spelen en 1 over winning) zal het terdege moeten oppassen temeer daar Ritac 2, Climax 3 en V.S.W. 1 met slechts enkele punten achterstand volgen. Ook in de onderste regionen is het spannend, hoewel de situatie van R.T.C. njet benijdenswaardig is. Waar- De groentevoorziening zal waar schijnlijk in de naaste toekomst op vele plaatsen nog moeilijkheden opleveren, terwijl de mogelijkheid niet is uitge sloten, dat de prijzen boven normaal zullen liggen. Al kan men niet zoveel groente krij gen als wenselijk is, het is toch aan bevelenswaardig dagelijks voor een groentegerecht te zorgen. Door de groente rauw op te dienen in de vorm van b.v. een groentesla of een stamppot met rauwe groente lijkt de portie gro ter dan wanneer zij gekookt is en zij heeft ook grotere voedingswaarde. Vrijwel alle groentesoorten kunnen rauw worden gegeten. Een uitzondering willen wij maken voor uien en prei, die wel wat erg scherp smaken. Groentekonserven, zoals blikgroenten, gedroogde groenten en diepvriesgroen ten kunnen in vele gevallen bijdragen tot de groentevoorziening. Goede kwa liteiten van deze konserven doen in voedingswaarde niet veel onder voor het vers gekookte produkt. Het is wel belangrijk de konserven niet te lang te verhitten: blikgroenten behoeven alleen gewarmd te worden, diepvriesgroenten worden 6 10 minuten gekookt. In te genstelling tot de fabriekskonserven van goede kwaliteit is eigen „weck" arm aan vitamine C. Wie in deze tijd veel van de eigen in maak gebruikt doet er dan ook goed aan extra vruchten te eten, bij voor keur om de dag één sinaasappel. schijnlijk zullen Ritac 3, Tempo 1 en Hol- landia 1 moeten uitmaken wie degrada tiewedstrijden zal gaan spelen. De stand in deze afdeling is: Gemeente Rhenen HERZIENING UITBREIDINGSPLAN Het hoofd van het gemeentebestuur van Rhenen brengt ter openbare kennis, dat gedurende het tijdvak van 5 maart tot en met 3 april 1956 ter gemeente-secretarie, afdeling financiën, voor een ieder ter in zage liggen; a. een ontwerp-plan tot herziening van plannen vermeldende de bestemming in 2e Klasse C: R.T.T.V. 1 12—20; Ritac 2 het plan van uitbreiding, bestaande uit 3 11—16; Climax 3 11—15; V.S.W. 1 11—15; onderdelen van gronden voor de kernen Swift 1 12—11; Ritac 3 11—8; Tempo 1 12— 8; Hollandia 1 12—8; R.T.C. 1 12—3. HET PROGRAMMA Woensdag krijgt Ritac 2 voor de 2e kl. C bezoek van het leidende R.T.T.V. 1 en zal ongetwijfeld zijn uiterste best doen op R.T.T.V. 1 in te lopen. Overige wedstrijden: Woensdag le klasse A: P.T.T. 1 Tios 1. 2e Kl. C: Ritac 2 R.T.T.V. 1; Swift 2 R.T.C. 1. 4e Kl. H: Ritac 6 Hollandia 2. 4e Kl. I: V.S.W. 3 Sorry 2. Res. 4e Kl. C: Swift 7 Ritac 7; Swift 6 Ritac 8. Donderdag Res. 4e kl. C: Panter 3 Sorry 3. Vrijdag 3e Kl. E: Z.T.T.C. 1 —I R.T.T.V. 2; Kr. en Vr. 2 Swift 4. 4e Kl. H: Fortissimo 1 Swift 5. 4e Kl. I: Fortissimo 2 Ritac 5. Rhenen, Eist en Achterberg. b. bij deze plannen behorende ontwerpij bebouwingsvoorschriften. Gedurende bo vengenoemde termijn kunnen belangheb benden bezwaren inbrengen bij de ge meenteraad. Rhenen, 1 maart 1956 Het hoofd van het gemeente bestuur voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL AANGIFTE HONDENBELASTING 1956 Dit jaar zal, evenals vorig jaar, geen huis aan huis opname van honden plaats hebben. In de plaats hiervan komt een intensieve controle in de loop van het be lastingjaar. Houders van honden zijn verplicht aan gifte te doen ten gemeentehuize, afdeling financiën, vóór 17 maart a.s. Indien aan deze verplichting niet wordt voldaan zullen de aanslagen worden ver- Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" Onder redactie v. tante Jos dibbtld. De aangifte kan geschieden: mondeling schriftelijk of telefonisch (telefoonnum mer 541). Indien geen wijziging is gekomen in het aantal en do klassificatle der honden, be hoeft geen aangifte te worden gedaan. In dat geval wordt een aanslag opgelegd ge lijk aan die van het voorgaande jaar. Ook voor honden, die in de loop van het belastingjaar worden verkregen moet aangifte plaats hebben. Rhenen, 14 februari 1956 Burgemeester en wethouders van Rhenen, De burgemeester, L. BOSCH VAN ROSENTHAL De secretaris, Th. v. d. WILLIK DANKBETUIGING Nu de strenge vorstperiode achter de rug is, wil ik niet nalaten de ingezetenen van Rhenen hartelijk te danken voor de wijze, waarop zij gehoor hebben gegeven aan mijn oproep om voedsel af te staan voor de in nood verkerende dieren in deze omgeving, waaronder vele vogels. De gaven waren zo groot, dat de voe derplaatsen op ruime wijze konden wor den voorzien. Rhenen, 3 maart 1956 De burgemeester voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL TOCH GESLAAGD. Een Amerikaans student zakte voor zijn mondeling eksamen omdat hij met al zijn eksami- natoren ruzie had gemaakt. Een grote firma vond dat een bewijs van karakter en plaatste hem als vertegenwoordiger. Een prachtige prestatie leverde het derde tiental der Veenendaalse Schaak vereniging door vrijdag j.l. in Hevea dorp ook de laatste wedstrijd van de OSBO-kompetitie tegen „Het Paard" II met 82 te winnen, waardoor zij kam pioen geworden is. Weliswaar moeten er nog twee wed strijden gespeeld worden door andere tientallen, maar de uitslagen daarvan hebben geen invloed meer op de be zetting van de eerste plaats. Veenendaal III heeft een prima sei zoen achter de rug en dit is groten deels te danken aan voortreffelijk spel van enige nieuwe leden, die in. de loop van het seizoen lid van de schaakclub werden. Door deze mooie overwinning pro moveert Veenendaal III automatisch naar de tweede klasse der Oostelijke Schaakbond en zij zal in huidige vorm daar zeker geen slecht figuur slaan. De eindstand in deze afdeling luidt: match- bord- gesp. punten punten 1. Veenendaal III 5 10 33 2. Ede III 4 6 27 3. Ritmeester II 4 4 19 4. Rhenen II 4 4 16 5. Het Paard II 4 2 14»/i 6. Wageningen IV 5 0 19 Vt SLUIER In Tunis gaat men in april naar de stembus en men heeft ernstig overwo gen ook de vrouwen te laten stemmen. De meeste Tunesische vrouwen dragen echter nog een sluier. Die laat alleen de ogen zien. En de vrouwenogen in Tunis zijn alle gitzwart. Onmogelijk dus om dergelijke gesluierde vrouwen te identificeren. En dit is dan ook de oor zaak dat men de dames tenslotte toch geen stemrecht heeft gegeven. Wellicht wordt dat voor de Tunesi sche dames eindelijk de doorslaande reden om de sluier af te schaffen? Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10. Veenendaal WIE VIEREN HUN VERJAARDAG? 8 Maart Greetje van Donkelaar. 8 8 9 10 12 13 13 14 Teuntje Kleyer. Ali de Haas. Wim ter Hoeven. Bobbie Schoeman. Roodkapje. Truus de Ruiter. Mattie Budding. Jopie Lefers. Oplossing raadsels Zeeziekte. III. Nier, kous, roos, boor, Nede, abdij, eend, oven, vier, geel, slak, knie, Deen. Noord-Beveland. NIEUWE RAADSELS I. Verborgen plaatsen in het buiten land: 1. Lena kent haar lessen nooit 2. Op zijn gezicht had het leed sporen JflneUbr- K na.ft.q d J 'J. Ditmaal geven wjj u het patroon van een kindermantel. Leeftyd 8-10 jaar. Het is uitgezet voor bovenwijdte 70. Het manteltje is hoog gesloten en heeft twee rijen knopen. De zakken met een breed stiksel opstikken. De kleppen en terugslagkleppen zijn aangeknipt. Even als de zakken heeft ook de kraag en middenvoor een breed stiksel. De onderkraag schujn van draad nemen, zie patroon. In de kraag linnen maken, eveneens schuin van draad. In het voorpand bij het beleg vlieseline of katoen verwerken. De ceintuur in het rugpand wordt vastgehouden door knopen. Benodigde stof: 1.70 meter bij 140 cm breedte. Voering: 1.85 m bij 90 cm breedte. nagelaten. 3. Voor de tweede maal greep Bob er naast. 4. Waar woont Emma? In Zwolle? 5. Heeft Elly onderweg haar tas ver loren? 6. Den Haag en Tilburg liggen in ver schillende provincies. x le drie letters alfabeth. x zwarte delfstof. x deel van een boom. x Indisch vaartuig. x vervoermiddel. x ander woord v. zeker, vast. x als le rij. x heeft iedereen nodig. x nodig bij het koken. x stad in Italië. x meisjesnaam. Op de kruisjeslijn komt de naam van een sprookjesfiguur. III. Wat is kleiner dan het fijnste oog van een naald? Eén van het gezelschap neemt 5 stapel tjes blanko blaadjes voor zich. Hij deelt van het eerste stapeltje aan elk der aan wezigen een blaadje uit en vraagt, of ze daarop de naam willen schrijven van iemand, die allen kennen. Is dat gebeurd, dan worden die blaad jes weer verzameld, goed door elkaar ge schud en apart gelegd. Dan worden de blaadjes van het tweede stapeltje uitgereikt en daarop moet ieder een werkwoord schrijven. Het liefst een beetje grappig of vreemd. Deze blaadjes worden, geschud, naast het eerste hoopje gelegd. De drie andere stapeltjes blanko papier worden achtereenvolgens ook uit gereikt. Op het derde blaadje moet weer de naam komen van een bekende. Op het vierde blaadje een plaatsaanduiding, die iedereen moet kennen, b.v. de gang, de Kalverstraat, de badkamer, de Amerongse berg. Op het vijfde blaadje wordt een be paalde tijd genoemd, b.v. twee uur 's nachts, na het eten, bij zonsopgang, enz. De leider van het spel neemt nu de vijf hoopjes met beschreven blaadjes voor zich en keert van elk stapeltje er één om. Daar staat dan b.v.: Tante Annie vecht (met) mijnheer de Roos (in de) Kalver straat 's nachts 3 uur. De tussen haakjes geplaatste woorden moet de leider van het spel natuurlijk uit eigen fantasie in lassen. (Een oud verhaal op rijm gezet) Er was eens een koning, verschrikkelijk [rijk, (Zijn paleis was gebouwd in Bengalen) Die hield er een rare hobby op na, Hij was erg verzot op verhalen. Zijn knechten, hij had er verscheiden in [dienst, Die moesten om beurten vertellen. En, was het verhaal van de éne ten eind, Dan ging hij de volgende bellen. Maar op 't laatst wist geen dienaar meer [enig verhaal. Je kunt maar niet raak fantaseren! Toen werd er die koning zo kwaad als Hij liet er zelfs tien arresteren [een spin «*0307 Maar daarna had hij toch zo'n schitterend Hij maakte een keurig pamflet. [plan. Wij zullen nu samen eens lezen gaan, Wat de koning daarop had gezet: „Als iemand de koning vertellen kan (Hij moet er op kunnen bouwen) Een verhaal dat een jaar lang geen einde neemt, Mag die met zijn dochter gaan trouwen. Maar komt onverhoopt het verhaal tot [een eind, Dan wacht er voor tien jaar de cel. Men moet daar dan leven op water en Bedenkt u dus voor de tijd wel!" [brood, Dit pamflet werd gezonden door 't hele En dra kwamen drie kandidaten, [land. Die wel, als eens Brugman, hun woord [konden doen, Maar krap in de centen zaten. Het leek hen niet gek om een gooi te doen Naar zo'n rijke en vorst'lijke prijs. Ze werden een tikkeltje opgeknapt En kregen hun plaats in 't paleis. De eerste begon al de volgende dag, Hij praatte er lustig op los. 't Ging over een heks en de zwarte kunst En 't speelde zich af in een bos. De kerel vertelde een maand achtereen, Maar eerlijk, toen was hij aan 't eind. Men stopte hem dadelijk in de petoet En daar werd hij heus niet verwend! Toen ving nummer twee zijn vertelling Hij zweette al vóór hij begon. [aan. Ook hij zat al spoedig daarna in 't gevang, Omdat hij niet verder kon. De derde die hield het een half jaar vol, Maar toen kwam het einde weer, Want hoe hij ook dacht, met z'n ogen Hij wist heel beslist niet meer. [dicht, Nu stond het vertellen een tijdlang stil. Geen mens nam de opgaaf meer aan. Géén had er, zoals wel begrijpelijk is, Veel zin om de bak in te gaan. De koning was vreselijk uit z'n humeur, Hij raasde de ganse dag. Het was of er over het prachtig paleis Een donkere sluier lag. Maareindelijk was daar een jonge [man, Die waagde nog weer eens een kans. Hij lachte toen men hem nog waar schuwen wou. Hij voelde zich heel wat mans! Eerst dronk hij een kopje thee met de Toen ving de verteller aan. [vorst, De koning had, plechtig en stijf op z'n De oren wijd open staan. [troon, „Er was eens een koning, als gij majesteit, Zo rijk en zo machtig en fier. Maar lang niet zo goed en rechtvaardig [en wijs. Hij maakte het liefst maar plezier. Die koning had schuren, gevuld met graan, Bestemd voor het brood aan het hof. Van eten en drinken had ieder het goed, Dat moet hier gezegd tot zijn lof. In één van die schuren, heel dich bij [de nok Zat een gaatje zo groot als een cent. Dat sprinkhanen zeer vraatzuchtig zijn, Dat is u, o koning, bekend. Nu nam op een dag de oosten wind Een zwerm van die dieren mee. 't Krioeld' in de lucht van dat groene [gediert' Het maakt' een geruis als de zee. Toen was er één sprinkhaan, die 't gaatje Het gaatj' in de korenschuur. [vond, Hij zei tot z'n makkers: „Ei. kijk er es an, Hier is eten. volop en niet duur!" En toen is die sprinkhaan naar binnen En pikte een graantje mee. gewipt, En toen kwam een ander voor hem in Die net als z'n voorganger dee. [de plaats En toen ging een andere sprinkhaan En zocht zich een graantje uit. [daar in, En toen kwam een ander voor hem in de En nam óók een korrel als buit [plaats En toen ging een andere sprinkhaan En zocht zich een graantje uit. [daar in, En toen kwam een ander voor hem in de En nam óók een korrel als buit [plaats En toenmaar 't gezicht van de koning betrekt „Jawel vriend, dat weet ik nu al. Vertel mij nu liever het volgende feit, Dat zeker bekoren zal." „Neen koning, dat kan niet", zei onze vriend, „De schuur is nog meer dan gevuld, En sprinkhanen zijn er in overvloed. Een maandje of vier nog geduld." Toen nam de verteller de draad weer op En ging met de sprinkhanen voort. En de koning zat stil en berustend ter Al werd hij steeds erger verstoord, [neer, Nog bijna een week hield de koning het Toen sprong hij zowat uit z'n vel. [vol, Hij vloog van z'n troon en hij schreeuwde [verwoed: „Hou je mond, want nu weet ik het wel!" Neem jij alsjeblieft gauw m'n dochter [tot vrouw. Ik geef j'een fortuin en een huis, Ik geef je de helft van m'n schatten [cadeau, Maar zwijg dan van 't hanengespuis!" Het verkeer op de verharde weg gaat voor het verkeer, dat van de onverharde weg komt. Verharde weg is dan voor- rangsweg. door H. Westen berger Vertaling: Minny Musaph Blydensteln (frS) Wat moet ons enig kind ervan den ken, als zijn moeder plotseling, met zo'n heftigheid als zij een ander kind verlangt te bezitten! Dat zij René met het andere kind samen wenste te hou den, kon voor de jongen niet van be tekenis zijn. Dat zou hij immers slechts als een vriendelijkheid, als genade brood beschouwen! Was zij eigenlijk niet krankzinnig geweest! Had de jon gen dan geen gelijk als hij weggelopen was? Zou zij niet precies hetzelfde ge daan hebben? Zij trekt de deur van René's kamer open en gaat haastig naar binnen. Het bed is onbeslapen, het raam staat wijd open. Op de tafel ligt een boek. op een stoel een pullover en zijn racket, aan de kapstok aan de muur hangt een roeibroekje, een ceintuur, op een klein stoeltje staat de open koffer- gramofoon. Met een enkele blik heeft Leontine dit alles overzien. Dan vloeien plotse ling de tranen over haar gezicht; zij stromen onhoudbaar, gloeiend hete tra nen, niet te stelpen Zij trekt de la van het kleine schrijf bureau open. Niets. Een paar schriften, boeken, batterijen in alle soorten, stop kontakten, ijzerdraad, timmergereed schap. Dan gaat zij naar de boeken kast. Ook daar niets bijzonders. De kle renkast. Zij schrikt. Zijn twee regenmantels, de gabardine trenchcoat en de gummi- jas, zijn verdwenen. Ook zijn blazer. Natuurlijk, die heeft hij aangehad! En zijn schoenen? Juist: twee paar zijn wegVoorzichtig maakt zij de kast weer dicht Bijna geruisloos. Alsof de jongen in bed lag te slapen. Goddank! Als hij zoveel kleren mee genomen heeft, was hij niet van plan het ergste te doen. Dan is hij er alleen vandoor gegaan. Maar wat nu? Zij is zo alleen. Van Hans heeft zij nog niets gehoord. Tom is niet thuis! Wat nu? Zo alleen is mevrouw Frank nu altijd, fluistert iets in haar. Maar wat heeft zij met mevrouw Frank te maken? Ieder heeft genoeg aan zichzelf! Zij tilt de donzen deken van het bed om hoog. Misschien heeft hij ergens een brief verstopt? Neen, niets. Tenslotte trekt zij aarzelend het laatje van het nachtkastje open. Mis schien hier? Ja warempel! Een brief. Met potlood geschreven. Trillend vouwt Leontine het blaadje open. Eerst kan zij geen letter onderschei den, zo zijn haar ogen door tranen ver blind, zo ontroerd is zij, dat zij ten minste een paar woorden, door de jon gen geschreven, in haar handen heeft. Langzamerhand worden de woorden weer duidelijk voor haar ogen. Het ene woord na het andere. Meedogenloos, zoals alleen een jongen van dertien jaar ze zou kunnen schrijven. Logisch, zoals alleen een jongen denken kan. „Ik ben voor altijd weggegaan om dat dat het beste is. Waarom zou'zo'n rustverstoorder als ik jullie nog langer tot last zijn. Maar denk nu niet, dat ik jullie kwalijk neem, dat u zo tegen mij geweest bent. U kunt het immers ook niet helpen, dat u van uw eigen kind niet houdt en in hem teleurgesteld bent. Maar ik kan het ook niet helpen dat ik ben, zoals ik ben en niet anders! Daarom is dit de enige oplossing. Het ga u goed!" Uw zoon René. „P.S. Ik weet zeker dat u mijn moe der bent. Anders zou ik niet zoveel van u houden en stellig ook niet weggaan." Een schrille, ingehouden schreeuw weerklinkt plotseling door het huis. Als de tuinman en de twee dienst meisjes nèar boven stormen, vinden zij Leontine Brackwieser bewusteloos op de grond liggen. Hoofdstuk XXIII Ramlehmooie villa's, gedeelte lijk in Engelse, ten dele in Moorse stijl, in welks tuinen de flora van Europa en die van Noord-Afrika in een kleurig, blij rendez-vous te samen komen. Hier en daar een tennisveld, een klein park, open voor de voorbijgangers en tus sen de tuinen, tussen de slanke hoge palmen, die de rustige straten omzomen schemert blauw de zuidelijke zee. Helemaal aan het einde van het plaatsje, op de plaats waar de rails van de expressetrein van Alexandrië elkaar schijnen te raken, waar de stra ten dorpachtig, de villa's in hier en daar uitgestrooide weekendhuisjes over gaan, en waar tussen de minder ver zorgde tuinen het gele woestijnzand reeds zijn eeuwige strijd met het taaie helm begint te strijden daar buiten staat tamelijk eenzaam een laag wit huis in een wild woekerende tuin. Kleine zuilen voor de veranda, die het terras van de tweede verdieping steu nen, smalle gebogen, vrij hoge ramen, een wit ver overhangend dak en dit alles verweerd, onverzorgd en triest. Aan het tuinhek, dat scheef in zijn scharnieren hangt en met een enkele trap er uit gestoten zou kunnen worden hangt een groot geschilderd bord: Voor zichtig gevaarlijke hond! Maar een enkele blik op het huis zou zelfs de meest angstige voorbij ganger er van kunnen overtuigen, dat hier nog viervoetige, noch andere be woners aanwezig konden zijn.... Of misschien toch? In dit avonduur, waar in de stilte slechts verstoord wordt door het gesjirp van de krekels, waar de duisternis zwart en ondoordringbaar over het land hangt, vlamt plotseling achter een der ramen het schijnsel van een licht. Het gaat, dan eens helderder, dan iets onduidelijker, langs de verschillen de ramen van de benedenverdieping en is dan plotseling weer verdwenen. Maar dit schijnt zo alleen van buiten gezien. In werkelijkheid brandt de zak lantaarn, die het schijnsel gaf, door, en de drager ervan is teruggekeerd in een kamer, die geheel door gordijnen van de buitenwereld is afgesloten, en door twee kaarsen wordt verlicht „En?" vraagt René Brackwieser van uit zijn bed. „Niets!" antwoordt Jo en knipt zijn lantaarn uit Dan werpt hij een bezorg de blik op zijn vriend. René ligt" op zijn rug, zijn ogen zijn gesloten, zijn mond is een weinig ge opend. Zo nu en dan ademt hij moeilijk en steunend: soms rilt hij en zijn tan den klapperen. „Ik heb op zijn minst veertig graden", mompelt hij en keert zijn gezicht om, weg van het kaarslicht, dat hem klaarblijkelijk hindert, en zijn koortsachtig hoofd pijn doet. Jo legt de zaklantaorn neer en gaat op het ge brekkige gestoelte zitten, dat naast het bed staat. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1956 | | pagina 4