101
Vebotex
Op Stand 43
gebreide bovenkleding
Nederlandsche Gas Maatschappij
BEZOEKT ONZE STAND
Fakkeldrager
ÏÏLJEM
tricot modeshow
L. HEI]
J
Levensstrijd
D. v. d. Meijden
r
FIRMA
Bezoekt U vooral
stand no. 70 van
Wij brengen U de nieuwste modellen op het gebied van verwarming.
Alle E. M. JAARSMA modellen zowel kolen als olie.
toont FIRMA
koken, warmwaterbereiding en ruimte
verwarming.
U DE NIEUWSTE MODELLEN IN
ELKE DAG OP ONZE STAND
BRANDARIS kolen- en TARAKAN oliehaarden
ETNA modellen o.a. Bagdad No. 55 Capri, Tunis en Lima
PELGRIM, COLEMAN en PERFECTION oliekachels
PELGRIM gasfornuis met patenteerde glazen ovendeur
ETNA gasfornuis met Electrolux ingebouwde koelkast
BRABANTIA strijktrio
RUTON-,HOLLAND ELECTRO-, en SIEMENS stofzuigers
GARANTIE - SERVICE
De cijfers wijzen het uit
INTERNATIONAL L.P.G. TRUCKS
INTERNATIONAL
TRUCKS
Steeds
vooraan!
N.V.
KERKEWIJK 126-128
VEENENDAAL
Gaarne zullen wij U aldaar een keur van de modernste
gasapparaten demonstreren op het gebied van
Deze apparaten zijn ook verkrijgbaar via de plaatselijke
installateurs.
de show- en demonsiratiewagen van
's middags van 3 tot 4 uur
's avonds van 8 tot 9 uur
HOOFDSTRAAT 43-45
VEENENDAAL
FEUILLETON
t
Fa. Wed. G. van Eden
Van vele kanten bereiken ons berichten van enthousiaste gebruikers
over hun economische exploitatie-uitkomsten met
Ook Uw exploitatie-rekening kan omlaag, als U gebruik maakt van de
enorme voordelen welke INTERNATIONAL L.P.G. TRUCKS U bieden!
1
o
DEALER:
Garage R. Vonk, telef. 2545, Veenendaal
CITROËN - DE SOTO - INTERNATIONAL - SIMCA
geeft u interessante
inlichtingen
L. HEM
Kerkewijk 37 - Tel. 2730
VEENENDAAL
EEN MODERN COSTUUM
hangt al voor U klaar.
Wij verhuren deze met alle
toebehoren. Komt U vooral
tijdig even passen en be
spreken! Keurig verzorgd
wordt alles een dag voor
Uw trouwen thuis gebracht
en na Uw trouwdag weer
bij U opgehaald.
Hoofdstraat 46 - Tel. 2639
VERHUUR
GELEGENHEIDSKLEDING
KLEDING NAAR MAAT
INDIEN GEWENST LEVERING OP ZEER AANTREKKELIJKE BETALINGSVOORWAARDEN
testen van
Remington
shaver.
Scheerdemon-
siraties met
nieuwe Super^O-
Tevens Inruil H
mogellJKbeid.
Toegang
Komt allen
DE
KOMT!
NV
Vrijdag 21 september van 10-22 uur op de
Markt en zaterdag 22 september van 10-22 uur
op bet Prins Bernhardplein te Veenendaal
R. KOK, Gelderland 10, Telefoon 2656
J. v. GINKEL, Patrimoniumlaan 39, Telefoon 2196
W. VAN SCHUPPEN, Hoofdstraat 102, Telefoon 2729
W. J. BLOEMINK, Kerkewyk 1, Telefoon 2764
door Ernst Zahn
Vertaling:
H. C. Knappert-Jansen
(29)
Hij waagde 't die avond niet meer zich
aan zijn vader te vertonen, maar de
volgende morgen deelde hij Columban
mede, dat hij zich tegen hoog loon bij
de spoorwegonderneming had verhuurd.
Deze dacht in het eerste ogenblik al
leen er aan, dat zijn jongen aan het
werk wilde, en gaf bijna verheugd zijn
goedkeuring er over te kennen.
De president deed hem spoedig
daarna uit zijn aanvankelijke tevreden
heid opschrikken. Hij vroeg hem, wat
hij wel dacht, om zijn jongen bij dat
vreemde gemene volk te sturen? Met
deze barse woorden kwam de boer van
de Hochfluhhoeve op zekere dag Na-
gers huis binnen zonder zelfs eerst te
groeten. Er was evenwel niets aan de
zaak te veranderen. Lieni had zijn
huurpenning ontvangen en was al aan
het werk. Dus liet Columban de scher
pe terechtwijzing van de president over
zich heen gaan, evenals later de spot
en de woede van de overige dorpsbe
woners, en maakte zich ondanks alles
toch nog meer bezorgd er over, of zijn
jongen daar beneden wel goed op
paste, dan dat hij zich schaamde over
zijn afvalligheid van de troep inboor
lingen.
Lieni werd echter van die tijd af als
vogelvrij beschouwd, zo goed als de
„spoorwegkerels" zelf, en deed maar
beter zich te Frutnellen niet meer te
vertonen; er was ook niets dat hem
daar aa ntrok. Columban ging iedere
week ee nmaal naar beneden in het ge
hucht, om zijn jongen op te zoeken en
iedere kjeer scheen de weg hem moei
lijker te vallen, iedere keer stond zijn
gezicht treuriger, als hij naar het dorp
terugkwam. In die dagen werd het
blonde 'baar van de oude man wit
DERTIENDE HOOFDSTUK
De aanleg van de spoorweg vorderde
steeds. In dit jaar, het tiende sinds zij
begonnen, kwam de tunnel gereed, die
even boven Frutnellen in kronkelgang
door de berg was geboord, *>m een
grot*» stjjging te bereiken. De boer van
de Hochfluh-hoeve had eens, voor één
of 'twee jaar, tegen wil en dank naar
het gehucht moeten gaan, om met de
bouwondernemers te onderhandelen
ov< r de verkoop van een bos, dat ge-
ro<j id ijioest worden. Toen moest hij
voor de eerste maal en bijna tegen wil
en dank een blik slaan op het grootse
werk en liet zich daarna in de kamer
van de pastoor op de volgende wijze
uit: „Al mochten de vreemdelingen
daar beneden ook nog zozeer het on
geluk zijn voor het anders zo stille en
huiselijke land, wat zij daar tot stand
brachten, was een zó grootse onder
neming, als hij, president Furrer, nog
nooit had gezien of voor mogelijk ge
houden!"
Zoals het werk van al die handen
aangroeide en reeds half tot voltooiing
was gekomen, zo waren ook op de
Hochfluh-hoeve de beide jongens ge
groeid. Wat is een jaar in het leven
van hen die oud worden! De boer van
de Hochfluh-hoeve, wie de dagen en
weken nooit lang genoeg duurden, die
in zijn rusteloze werkzaamheden nooit
genoeg kon doen, leken de jaren te
kort. Als hij Felix, zijn kleinzoon, aan
zag, dan wist hij, hoe snel zij voorbij
gingen. Hij zelf was nog altijd kaars
recht, ofschoon hij al naar de zestig
liep en zijn dik haar, evenals zijn
wenkbrauwen, die ijskleur aannamen)
die de besneeuwde winter van het
menselijk leven voorafgaat. Maar Fe
lix, de jongen, schoot op als een es;
Furrer verbaasde zich over de wasdom
van de jeugd naast hem.
Felix was nu bijna tien jaar, hij was
goed uit de kluiten gewassen, maar te
fijn gebouwd voor een boer, naar Fur-
rers mening, en met een gezicht, dat
als hij meisjeskleren had gedragen
even goed dat van een meisje had kun
nen zijn. Hij geleek sprekend op
Tscharles, en had dezelfde fijne trek
ken, en hetzelfde zachte, bruine, gol
vende haar; maar Goddank, zei de
president, hij was niet zo bleu en suk
kelachtig als zijn vader! Hij leerde goed
bij Nager, die nog altijd zijn betrek
king van schoolmeester vervulde en
gaf op school en thuis blijken van een
helder hoofd en een vrolijke aard, wat
de president wél naar de zin was. Maar
hij had zich zijn kleinzoon toch anders
gewenst, de jongen geleek te weinig op
hemzelf.
Van zijn vader kon Felix zeker al
sedert een jaar niets meer leren. Want
sinds die tijd lag Tscharles reeds boven
bij de Frutneller kapel, of had het
wellicht elders in de eeuwige zaligheid
nog beter, dan hij het hier op de Hoch
fluh-hoeve had gehad. De dokter, die
jaren geleden de zieke vrouw van Fur
rer had onderzocht, had toentertijd ook
zijn mening over haar schoonzoon ge
geven en gezegd, dat hij aan een ver
borgen kwaal leed. Het zou daarom
kunnen gebeuren, dat hij al gauw zijn
vrouw en kind zou moeten verlaten,
maar het kon ook zijn, dat de heime
lijke kwaal langzaam zijn krachten
sloopte en hem nog een paar jaar le
ven liet. Tscharles bleef nog langer
leven, dan de dokter voor mogelijk had
gehouden, hij hoestte veel en kon
's nachts van pijn en benauwdheid niet
slapen, maar vreemd: de man, die
ontberingen had gekend, maar nu, naar
zijn bescheiden begrippen in overvloed
leefde, dacht nauwelijks aan zijn licha
melijk lijden, omdat hem overigens al
les zo naar wens ging, en hij nergens
zorg voor had.
Toen Tscharles zich neerlegde om niet
weer op te staan, stonden er twee kin
deren aan zijn bed; hij verlangde van
beiden afscheid te nemen. De verlegen
man, die in zijn leven niets was ge
weest dan een gewillig werktuig, wiens
goedmoedigheid men bijna geen deugd
meer kon noemen, was op zijn sterfbed
een man van karakter, in de ware zin
van het woord, en Rosi hield juist om
die laatste uren zijn nagedachtenis
dubbel in ere. Hij liet op een dag, dat
de gevreesde boer, zoals hij wist, uit
het huis was, de beide jongens bij zich
brengen, Felix, de erfgenaam van de
Hochfluhhoeve, zijn eigen kind, dat be
neden aan tafel bij de boer nu reeds op
de hem toekomende plaats zat, en de
ander, de „verschoppeling", Tobias, die
in de stallen bij de knechts opgroeide
of des morgens het huis verliet en er
des avonds weer insloop. En hij legde
zijn handen, die niet veel meer dan vel
en been waren, beide tegelijk op de
hoofden, en ter wille van beiden wer
den zijn ogen vochtig, toen hij bedacht,
dat hij afscheid ging nemen. En hoe
wel hij geen redenaar was, en in al zijn
domheid veel onnodige woorden ge
bruikte, eer er eindelijk iets goeds
kwam, wist hij toch op die avond te
zeggen: „Jij bent de rijkste, Felix, maar
de zwakste; jij, Tobias, hebt kracht ge
noeg, maar je zult maar een arme
knecht worden. Blijft trouw bij elkaar,
dan zijt ge beiden geholpen."
Of de jongens hem begrepen hadden
of niet, hij legde hun handen ineen en
hield ze met de zijne zo stevig vast,
dat het Rosi een poosje later moeite
kostte, de koude vingers van de man,
die plotseling gestorven was, van de
twee arme jongenshanden los te ma
ken. En mochten de kinderen zijn
woorden later al vergeten hebben, de
druk van zijn dode hand bleef hun bij,
en daarmee het besef, dat zij die te
gelijk hadden gevoeld.
Tscharles liet geen spoor achter. Zij
hadden hem begraven, zoals iemand
van de Hochfluh-hoeve toekwam, met
alle eerbewijzen en onder groot ge
leide, maar dat alles was toch alleen
ter wille van de boer met zijn trotse
houding, die met de donkerharige jon
gens achter de lijkbaar liep. Wél viel
het Furrer op, later, toen hij in zijn
grote woonkamer zat, dat het leger
was op de hoeve dan in vroeger tijden.
Het ruime vertrek zag bijna niemand
meer binnen zijn muren, dan hemzelf
en Felix. Rosi woonde boven en ver
toonde zich sedert haar huwelijk zel
den meer, en de boer zelf had er zich
al die tijd ook niet veel om bekommerd
of zij in zijn nabijheid kwam of niet.
Hij en Rosi en de jongen waren nu
nog maar over, en daar kwam herd
ook de andere weer eens te binnen,
die ze de „verschoppeling" noemden.
Wat wist zij hem goed te verstoppen,
dat hij hem twaalf jaren lang niet voor
de voeten had gelpoen, nauwelijks zelfs
onder de ogen was gekomen. Dikwijls,
als hij naar de stallen ging, om te zien
of daar alles in orde was, zag hij
iemand wegsluipen, vlug, behendig,
zodat hij geen tijd had, om het gezicht
van de knaap te zien. Eens, toen hij op
melktijd de twee knechts was overval
len, had hij in de donkere achtergrond
van de diepe stal een knaap zien ver
dwijnen; hij had stro horen ritselen,
en de oude Marti, die bij hem het ge
nadebrood at, was van onder zijn koe
tevoorschijn komen kruipen en had
zich tussen de boer en die hoop stro in
geplaatst. De oude man beefde aan alle
leden; hij was angstig geworden op
zijn oude dag, en met allerlei dwaze
onhandige praatjes, waarin zijn dode
lijke verlegenheid duidelijk doorstraal
de, had hij Furrer van de hoop stro
trachten weg te houden. Deze was hem
toen ook maar ter wille geweest en
had naar het geritsel niet verder ge
vraagd, omdat het toch zijn eigen ver
langen was, dat de jongen hem niet
onder de ogen kwam.
Op één plaats had de president To
bias stellig kunnen aantreffen, als hij
dat had gewild, in de school bij de
oude Nager. Hij wist, dat de jongen
daar naar toe ging, en dat hij 's mid
dags zijn boterham bij de oude mees
ter at, zodat hij zich overdag maar niet
in de buurt van de hoeve zou verto
nen; als hij dat niet had geweten, zou
Felix, die hij eens over zijn vorderin
gen op school had ondervraagd, het
hem wel verteld hebben.
„Zeg eens, jongen," zo begon hij op
zekere dag aan tafel tegen hem, „leer
je al wat op school? Kun je je naam al
schrijven? En weet je hoeveel twee
maal twee is?"
(Wordt vervolgd.)