Oudere vissers voelen nog steeds
bitter weinig voor al
il^(j dat nieuwe
Levensstrijd
fde helm'
Het is weer
een gezellig
Firma
NIC BAKKER
Lemmer met zijn eigen karakter op de
tweesprong
Voor St. Nicolaas geschenken
Hoofdstr. 43-45 - Frans Halslaan 26
St. Nicolaas heeft zitting:
's middags van 3 uur af
,ZUID'
Bedzeeflkrote tentoonstelling
UITGESTELD
De C.F.A. presenteert:
Jeugd in de Branding
Onze Zuiderzeevissers hou
den van de zee, zy voelen
nog steeds bitter weinig voor
al dat nieuwe. Het jaarlijks
intrekken van een aantal
vergunningen voor de IJsscl-
meervisserij is hun 'n doorn
in het vlees. Dit probleem is
een erfenis van het verleden,
die men nu eenmaal heeft te
aanvaarden, zij het met pün
in het hart. Moge de rege
ring een open oog hebben
voor de levensbelangen van
onze vissers.
Nu kiezen tussen meegaan met
moderne tijd of blijven toeven
bij het verleden
Wanneer u alle mogelijke reisboeken
geschreven door ondernemende lieden,
die ons land op alle manieren doorkruist
hebben, ernstig bestudeert, dan zult u met
ons tot de konklusie komen, dat er hon
derden plaatsen min of meer uitvoerig
worden beschreven. Mooie steden, mooie
dorpen; lelijke steden, lelijke dorpen.
Maar nu wil het geval, dat er over Lem
mer of De Lemmer, vrijwel niets ge
schreven werd. „Een burgerlijk plaatsje"
zegt de ene auteur. „Een bedrijvig vis
sersplaatsje" zegt een tweede. En de der
de merkt op, dat de boot naar Amsterdam
er aankomt en weer vertrekt. Een vierde
spreekt dan nog eens over het grote ge
maal dat bij Lemmer staat, maar dat is
precies hetzelfde als wanneer iemand het
heeft over de man van die en die film
ster. Net zo denigrerend. Afgaande op de
boeken zou men dus, zwervend door Ne
derland, zo gauw mogelijk rechtsomkeert
maken als Lemmer in het vizier komt.
Maar dat zou bepaald onjuist zijn. Ons
bezoek aan Lemmer heeft bepaalde in
drukken achtergelaten, die we op deze
pagina aan de openbaarheid willen prijs
geven.
Een van de eerste indrukken is, dat men
ten onrechte dit dorp aan de rand van
het IJsselmeer over het hoofd heeft ge
zien. Goed, er staan geen Kamperpoorten,
geen prachtige raadhuizen of monumen
tale kerken. Er zijn geen grote, brede,
schitterende winkelstraten en er is geen
Rotterdamse haven. Maar Lemmer, dat
vergeten ligt te wachten op het weet zelf
niet wat, heeft een eigen karakter en een
eigen sfeer. Daaraan mogen we niet zon
der meer voorbij gaan. De nieuwe tijd,
die nieuwe eisen stelt aan ons land en ons
volk, is tot nu toe aan dit dorp voorbij
gegaan. Lemmer bleef teren op de historie
een historie overigens, die geen enkele
rijkdom bezit. De inwoners van Lemmer
herinneren zich alleen maar barre, boze
jaren. De slechte tijden van vóór de oor
log. De crisisjaren, waarin er onvoorstel
baar gewerkt moest worden om aan een
droge boterham te komen. De Lemster
vissers bevoeren de Zuiderzee en na het
afsluiten van die zee bevoeren ze het
IJsselmeer. In dit opzicht lopen de pro
blemen met die van de andere Zuiderzee
plaatsen parallel. Het is afgelopen met de
visserij; waar zee was, kwam land en
waar nu nog water is, zal straks nog meer
land komen.
Kijk naar Huizen, naar Harderwijk en
naar de vele andere plaatsen langs de
kust van het IJselmeer. De tijd greep
meedogenloos in. De tijd en de mens.
Want de Afsluitdijk heeft het bestaan van
duizenden werkende lieden op losse
schroeven gezet. Daaraan denken vele
vissers in de eerste plaats. Ze zien daarbij
voorbij aan het feit, dat de Afsluitdijk de
aanloop betekende tot de enorme land
aanwinning, die tienduizenden werk en
voedsel verschaft of nog zal verschaffen.
Kijk naar Huizen. Het gemeentebestuur
van deze plaats heeft de donkere wolken
boven de toekomst van de visserij tijdig
gesignaleerd. Het pakte de problemen
aan, zorgde voor industrieterrein en voor
industrievestiging. Nu is er in Huizen
vrijwel geen visserijprobleem meer. De
jonge vissers verlieten het IJselmeer om
de toekomst te gaan zoeken in de indu
strie. In Bunschoten kwam werk voor
de Bunschoter jongeren. In Harderwijk
kreeg de industrie een flinke voet aan de
grond en ook daar verloopt het overscha
kelingsproces tot aller tevredenheid. En
nu komen we in Lemmer terecht, waar de
zaken heel anders liggen.
Te onafhankelijk
De Lemster visser is een man, die altijd
zijn eigen boontjes heeft gedopt. Daarin
verschilt hij dus niet van zijn collega's uit
de andere Zuiderzeeplaatsen. Maar daar
naast sprak het Fries-zijn blijkbaar een
woordje mee, want de Lemster visser
wenste zich op geen enkele wijze te
binden. Hij viste, leefde ervan en daarmee
uit. Aan de 'wal zocht hij zijn kennissen
onder de vissers en zo vormden de man
nen met de verweerde koppen een staatje
in de staat. Ze gingen hun gang. Het werk
aan de Afsluitdijk werd weliswaar met
lede ogen aangezien, maar dé Lemster
vissers trokken er zich verder niet zoveel
van aan. Ze gingen door en daardoor
komt het, dat er in dit plaatsje op dit
ogenblik nog zoveel vissers zijn. Ze
weigerden de werkelijkheid onder ogen
te zien. Ze bleven visser en leidden hun
zonen in hetzelfde vak op, wetende dat
de IJsselmeer visser ij ten dode was op
geschreven.
Nu zit het land met de problemen. Elk
jaar wordt een aantal vergunningen voor
de IJsselmeervisserij ingetrokken en elk
jaar gaan er weer een paar Lemsters naar
de wal. Ze krijgen een behoorlijke uit
kering wanneer ze een bepaalde leeftijd
hebben overschreden. De jongeren gaan
onverbiddelijk en zonder pardon de wal
op, waar ze aan de kost moeten zien te
komen. De meesten begrijpen goed, dat
er niets anders op zit en ze schikken
zich erin. Maar de oudere vissers blijven
weerbarstig naar het IJsselmeer staren,
nadat hun boot uit de vaart is genomen.
Wat moet je daar als buitenstaander
van zeggen? Het is erg gemakkelijk en
vele Lemmers doen dat om je boos te
maken en te zeggen: Laat ze werken!
Maar is het wel zo eenvoudig? Ze willen
niet werken omdat de Zuiderzee en later
het IJsselmeer hun enige werkterrein is
geweest. En juist nu speelt de grote zin
voor onafhankelijkheid hun parten. Een
grotere onafhankelijkheidszin dan de vis
sers uit de andere IJsselmeerplaatsen.
Het is jammer, maar enigszins begrij
pelijk en er zal weinig aan te doen zijn.
Dit probleem is een erfenis van het ver
leden, die men heeft te aanvaarden, zij
het met pijn in het hart. Want de oudere
vissers zouden zeer goede werkkrachten
kunnen worden wanneer ze maar wilden.
Leg uw oor in Lemmer te luisteren. Op de
werven en in de andere bedrijven vindt
men vrijwel geen inwoners uit Lemmer.
De meesten komen uit de omgeving. Juist
daarom moet men de jeugd bijbrengen,
dat er in het leven gewerkt moet worden;
dat de mens niet op aarde geroepen is om
terug te blikken of om over het IJssel
meer te staren.
Voor de keus
Dat is één probleem van het rustige
Lemmer waar van de grote bedrijvigheid
weinig meer is overgebleven. De visserij
loopt terug en met de visserij de hele
drukte rond hetgeen de zee en later het
meer opleverde. Lemmer is in zichzelf
gekeerd en het staat nu voor de keus: een
dood dorp worden of meedoen met de
moderne tijd. Er is een stille strijd gaan
de, waarvan de uitslag niet in handen
van de Lemsters ligt. Maar toch wordt er
in het dorp over gesproken. Aan de ene
kant is er de bekoring van het heden,
die eigenlijk de bekoring van het verleden
is. Wie zich daartoe het meest aange
trokken voelt, hoopt dat alles bij het oude
zal blijven, waarschijnlijk zonder zich af
te vragen op welke wijze dat zou moeten
geschieden. Aan de andere kant de men
sen, die een wissel op de toekomst willen
trekken. Lemmer moet meer gaan be
tekenen, zeggen ze. We moeten er geen
genoegen mee nemen, dat het dorp voor
goed inslaapt. Dit zijn de voorstanders
van de grote ingrijpende plannen, welke
men met Lemmer heeft. Het bestaande
water, dat zo karakteristiek is voor het
dorp, zal voor een groot deel worden
gedicht en dan wordt er een nieuwe ver
binding gemaakt waarlangs de moderne
scheepvaart zich kan bewegen. Er komt
een nieuwe scheepswerf bij in Lemmer,
overal zal men moeten gaan moderni
seren. Dat is de konsekwentie van de
nieuwe tijd, die moderne eisen stelt.
Wie eens in Lemmer geweest is, zal het
onmiddellijk met ons eens zijn, dat het
dichten van het bestaande water dwars
door het dorp, het karakter van het
plaatsje volkomen zal wegvagen. Is dat
offer te groot?
Sfeer en realiteit
Deze vraag hebben alle Lemsters en
duizenden mensen buiten het dorp zich
reeds gesteld. De antwoorden liepen en
lopen vanzelfsprekend uiteen. Zonder
twijfel heeft Lemmer sfeer, een eigen
sfeer. Die van de nederigheid. In dit dorp
wordt men niet herinnerd aan het roem
rijk verleden van ons land. De sluizen
verhalen van visserij en scheepvaart, de
kerk is een zeer prettig aandoend ge
bouw, er zijn karakteristieke geveltjes,
maar verder heeft Lemmer het oog wei
nig historisch te bieden.
De sfeer blijft. Die spreekt uit de wijze
waarop het centrum zich heeft ontwik
keld. Denk bij het woord „centrum" niet
aan zoveel honderd vierkante meter, want
dan komt u bedrogen uit. Met het cen
trum bedoelen we het plein, het kruis
punt van -smalle wegen vóór het gemeen
tehuis. vanwaar de toerist een blik kan
werpen over het ten dode opgeschreven
water, dat zich tussen de huizen door
wringt als wilde het zo gauw mogelijk de
bebouwde kom ontvlieden. Tussen de rij
huisjes en het water een smalle straat,
alles zonder grote afmetingen, zonder
proporties, maar niettemin tekenend voor
dit dorp. De schrijvers mogen het bur
gerlijk noemen maar het is minder on
persoonlijk dan menige nieuwbouw. Mis
schien is het ook wel minder goed. Daar
van zijn we eigenlijk wel overtuigd. Maar
het is niet vaak zo, dat waar een stad of
dorp karakteristiek wordt, de bewoon
baarheid zoek is?
En toch is ieder huis langs deze smalle
straat een paleis vergeleken bij de oude
kern van Lemmer, de Pietersbuurt, waar
de droefheid door de goten stroomt. Open
riolering, hier en daar afgesloten met een
ijzeren plaat opdat voetgangers niet hun
benen en fietsers niet hun nek zullen
breken. Kleine, trieste, ouderwetse, vol
komen uit de tijd zijnde woningen, aan
eengeregen, enkel van elkaar gescheiden
door een hekje of een hegje.
Op een tweesprong
Lemmer staat op de tweesprong. De
moderne tijd vraagt de aandacht en stelt
zijn eisen. Het kan u overkomen dat u in
Lemmer per auto gaande minstens vijf
of zes minuten opgehouden wordt door
verkeersknopen die haast niet te ont
rafelen zijn. Lemmer moet met de tijd
mee. Het kreeg vorig jaar een strand,
nadat de vroede vaderen lang geaarzeld
hadden. Het strand is nu reeds een door
slaand succes gebleken. Maar er zal veel
meer moeten gebeuren. En als daarvoor
het water door het dorp gedempt moet
worden, dan moet dat maar gebeuren.
Want dit dorp mag niet blijven berusten.
Er is teveel, dat volkomen uit de tijd
geacht moet worden. S.G.Z.
Verenigde Naties
troepen in Egypte.
Egyptenaren demon
streren bü de aan
komst te Port Saïd
van troepen van de
Verenigde Naties.
Foto: Noorse troepen
worden verwelkomd
door duizenden Egyp-
tenare, die evenwel
door Britse troepen
verwüderd moesten
worden, teneinde de
doortocht vry te
maken.
FEUILLETON
door Ernst Zahn
Vertaling:
H. C. Knappert-Jansen
(49)
Toen deze kort daarna binnentrad,
stond Tobias achter de tafel; hij richtte
zich op, en wierp het hoofd in de nek.
Josepha liet de mannen alleen en ging
naar de aangrenzende kamer.
„Ik ben Tobias Furrer van de Hoch-
fluh-hoeve", zei hij, nadat Russi hem
gegroet had.
De steenhouwer verried met geen
enkele trek van zijn gezicht dat het
bezoek hem verraste. Hij wierp alleen
een scherpe doordringende blik op
Tobias en nam een stoel, waarop hij
zich neerzette, terwijl hij Tobias
een andere aanwees. Toen Tobias zijn
naam noemde, sloeg hij daar geen acht
op, alsof hij al lang wist wie hij voor
zich had.
„En?" vroeg hij kortaf.
Tobias vertelde, waarom hij gekomen
was, dat het water van de weide bij
de schuur van de Hochfluh-hoeve naar
de steengroeve toe drukte en dat Russi
op moest passen en voor verbouwing
moest zorgen.
Russi hoorde hem aan en de uitdruk
king van zijn gezicht werd langzaam
aan harder. Hij zat daar in zijn ver
sleten werkpak, met zijn stok nog in
de hand, die hij onderweg had gebruikt.
Eenmaal streek hij zich met de vingers
door het volle haar, toen was het, alsof
de scherpe rimpels in zijn voorhoofd
en slapen dieper werden.
„Dat weet ik allemaal wel", zei hij
stroef. „Je had je de moeite van hier
te komen wel kunnen besparen Tobias
Furrer, aan jullie schuur en weiland
wordt niets misdaan."
Tobias trok zijn wenkbrauwen samen.
De toon hinderde hem en de onver
schilligheid, waarmee Russi zijn mede
deling opnam, maakte hem ontstemd.
„Ik vind toch, dat u de zaak een
beetje ernstiger moest opvatten. Groot
vader laat niet met zich spotten, en er
hoeft niet veel te gebeuren of hij doet
u een proces aan", zei hij met een
lichte trilling van drift in de stem.
De ogen van Russi flikkerden. „Laat
je grootvader maar op zijn hoede zijn!
Ik kan evengoed betalen als hij, en de
tijden zijn voorbij, dat de president
van Frutnellen ieder proces al gewon
nen had, voordat het nog was begon
nen."
Tobias stond op. Er was een spoor
van droefenis op zijn gezicht te lezen,
toen hij vervolgde: „Dus u wilt de zaak
niet onderzoeken? Ik had gedacht, dat
er beter met u te redeneren viel; ik
hield u voor een rechtvaardig man."
Misschien was het de kalme waardig
heid, misschien de toon van zijn stem,
die Russi in het hart troffen. Hij stond
plotseling op, en breidde de armen uit,
als wilde hij Tobias aan zijn borst
drukken. Maar hij legde hem slechts
de had op de schouder en zei:
„Jou heb ik niet willen grieven,
jongen."
Zijn stem haperde, alsof hij een zucht
onderdrukte. Toen verzocht hij Tobias
hem naar de aangrenzende kamer te
volgen. Hij voerde hem naar het raam,
dat op de steengroeve uitzag, en wees
op de berg, waar de kolossale graniet
wand weide en bos torste. Het dak van
de schuur der Hochfluh-hoeve was daar
nog zichtbaar, en ter linkerzij daarvan,
waar de bergwand eindigde, kon men
duidelijk de gele streep leemgrond
zien, waar het grondwater van de
Hochfluh-weide doorheen sijpelde.
„Sedert een week wordt aan die kant
niet meer gewerkt", verklaarde Russi,
„en de rotswand is stevig genoeg. Maar
als je er zo bezorgd over bent, dan zal
ik morgen met een paar arbeiders naar
boven gaan en de leemgrond met bo
men laten stutten. Ben je dan tevre
den?"
„Ja", zei Tobias, verwonderd over de
plotselinge bereidwilligheid van Russi.
Toen bedacht hij zich, stak Russi de
hand toe en wendde zich tot heengaan.
„Ik zal het aan grootvader zeggen",
sprak hij.
Het was alsof Russi zijn blik ontweek.
Maar zijn hand hield hij zo lang vast
in de zijne, dat Tobias zich nog eens
omkeerde, in de mening dat Russi hem
nog iets te zeggen had.
Toen liet hij zijn hand los. „Adi", zei
hij en keerde zich plotselihg van hem
af.
Tobias trok de deur achter zich in
het slot; de houding van Russi be
vreemdde hem, hij ging langzaam de
gang door en het huis uit. Toen hij het
trapje af wilde gaan stond Josepha op
eens voor hem. Zij had een handvol
groente bij zich, die zij van de bedden,
die achter het huis waren aangelegd,
had gehaald.
„Gaat ge weer weg?" vroeg ze, zo
gedachteloos, als om wat te zeggen.
„Ja", zei Tobias. Hij gaf haar de
hand. „Goede dag", zei hij ontroerd,
als was er iets heel bijzonders in dit
afscheid.
Josepha legde haar zachte welge
vormde hand in zijn grove vuist, een
ogenblik omsloten haar vingers vast de
zijne.
Het bloed steeg Tobias naar het
hoofd. „Dag meisje", zei hij nog eens
en liet zijn donkere ogen stralend op
haar rusten. Toen ging hij heen.
Toen hij de weg naar het gehucht op
liep, vergat hij naar de spleten, in de
rotsen te kijken. Hij zat in gedachte
nog bij Josepha Russi in de kamer.
Weinig kon hij vermoeden, dat on
dertussen twee zeldzaam somber blik
kende ogen hem nastaarden, terwijl hij
langzaam om de bocht van de weg ver
dween. Russi zat voor het raam; hij
liet, toen Tobias uit zijn oog verdwenen
was, zijn blik naar de rots gaan, waar
de strook leem doorheen liep. Hij druk
te de lippen steeds vaster op elkaar,
totdat het bleke gezicht een uitdruk
king droeg van de bitterste vastbera
denheid, waarbij alle vrolijke gedach
ten waren uitgesloten.
Op die dag tekende Russi op een
grote kaart, waarop vele wegen door
elkaar liepen, een nieuwe weg af met
scherp aangegeven grenzen.
TWEEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Drie weken geleden had Christen
Russi zijn opzichter Giacomo naar de
boer van de Hochfluh-hoeve gezonden
met de boodschap dat de verdachte
plek bij de weide onderzocht was en
gestut, en dat hij gerust kon zijn! De
president snauwde Giacomo toe, dat
het goed was, en dat het verstandig zou
zijn, als het flink in orde was gemaakt,
anders wist hij- wel iemand, die Russi
zou weten te vindén! Daarna onderzocht
de oude man zijn weiland naar alle
kanten of er ook nog scheuren en sple
ten waren, en kon niets ontdekken;
alleen zag hij, dat het vochtige weiland
er nog waterrijker dan anders, ja bijna
drassig uitzag.
(Wordt vervolgd.)
vindt U bij ons een uitgebreide sortering in:
Poederdozen Parfums
Nagelgarnituren Lotions
Luxe dozen zeep Eau de Cologne, enz. enz.
Alle bekende merken kunnen wij U aanbieden.
TEVENS ALLE ARTIKELEN VAN
Max Factor
VOORRADIG
Als tijdelijke aanbieding bij aankoop
van crême-puff een
FLACON HI-FI GRATIS!
MAAKT UW KEUZE VOOR ST.-NICOLAAS
TOT EEN VREUGDEVOLLE DAAD!!
Drogisterij
Dr. Slotemaker de Bruïneplein 25 Tel. 2390
MARKT 7 - TELEF. 2V2 - VEENENDAAL
Wij verstrekken U bij aankoop (min. 4.—) een bon waarop St. Nicolaas persoonlijk
EEN CADEAUTJE UITREIKT.
St. Nicolaas heeft een pracht collectie ter beschikking zodat hij op onze bonnen
DE MOOISTE CADEAUX GEEFT.
L. Heij
Donderdag
Zaterdag
Maandag
Vrijdag
Dinsdag
Zaterdag Hoofdstraat
Woensdag 1
Frans Halslaan
van zang-, kleur- en postuur-kanaries
van de Kan. fokk. Ver. „De Gelderse Vallei"
in het Ver. Gebouw aan de Eikenlaan, op vrij
dag 30 november en zaterdag 1 december.
Tevens speciale verkoopklasse voor verkoop van
vogels aan het publiek.
De tentoonstelling is geopend vrijdag van 1922
uur; zaterdag van 1422 uur.
Entree: Volw. 35 ct. Kinderen 20 ct.
Extra concert
HET GELDERS ORKEST
wordt wegens ziekte van de solist
Yehudi Menuhin
tot nader te melden datum voorjaar 1957.
Reeds afgehaalde kaarten en bespreekbewijzen
blijven geldig. Men gelieve deze goed te bewaren.
SINT NICOLAAS
vindt bij ons vele kleine en
grote geschenken.
EEN WARE VERRASSING
VOOR IEDEREEN
Hoofdstraat 24 - Veenendaal
Telefoon 2689
(IHRE GHOSZE PRÜFUNG)
op zaterdag 1 december 1956 in het
verenigingsgebouw aan de Eikenlaan.
Aanvang 8 uur.
Kaartverkoop a 1,25, 1,en 0,75 tot 1 de
cember 3 uur bij:
Firma Kleefsman, Zandstraat 3;
Kleefsman's Boekenhuis,
Patrimoniumlaan 22;
Sigarenmagazijn Wed. Van Kooten,
Zandstraat 125;
Sigarenmagazijn C. v. d. Loosdrecht,
Patrimoniumlaan
's avonds indien nog voorradig om 7
uur aan de zaal.
Plaatsbespreken echter niet telefonisch,
uitsluitend vrijdag 30 november van
1920 uur aan de zaal.
LEEFTIJD 16 JAAR.
HOOFDROL: LOUISE ULBRICH.
REGISSEUR: ANTON KUSTER.
LEERLING: ERICH POMMER.