DE VALLEI
Dokter HOLL
TOEN SITA GING ZWEMMEN
Landbouwhuishoudschool Rlienen wordt
uitgebreid
VOOR DE BOER
Voor de Jeugd
Jsi
Burgemeester reikte
diploma's uit
De geschiedenis van
Prattenburg
liVCEJV
Bloemencorso
in Leersum
Koning Engbert wordt
mens
Onbeklimbare bergen
FEUILLETON
De landbouwhuishoudschool aan de
Nieuwe Veenendaalseweg te Rhenen heeft
weer een groot aantal gediplomeerden
„afgeleverd". Twee grote lokalen waren
„tot aan de nok" gevuld toen de directri
ce van de school mej. G. E. Regtering, de
bijeenkomst opende. In het bijzonder wer
den welkom geheten de burgemeester
van Rhenen, de commissie van toezicht
met de echtgenote van de burgemeester
als voorzitster, de afd. Rhenen van het
U.L.G. en de P.J.G.U.. alsmede de ouders,
de oud-leerlingen en de nieuw ingeschre-
In mijn bijdrage aan „De Vallei" van
19 juli onder bovenstaande titel, zijn
enige regels op een verkeerde plaats te
rechtgekomen. Na: „Eindelijk, in 1694,
koopt Jacob van Asch van Wijck, ka
nunnik van St. Marie te" moet volgen:
„Utrecht, bewindhebber der West-
indische Compagnie" enz.", waaraan'
het stukje over de Van Asch van
Wijcks aansluit.
Van deze gelegenheid moge ik ge
bruik maken enige aanvullingen te
geven. Dat Prattenburg geen ridderhof
stad geweest is, constateert ook de
doorgaans goed geïnformeerde schrij
ver van het compilatiewerk „Tegen
woordige Staat der Verenigde Neder
landen" deel .XII 1772, die op blz. 83
schrijft: „Buiten de Rhenensche Vee-
nen, zuidwestwaarts van de Kerk, staat
een vervallen Jagthuis, Prattenburg ge
noemd, welk ik egter niet vind, dat
onder de Riddermatige goederen ge
rekend geweest is." Hij noemt het een
jachthuis. Ongetwijfeld hebben de la
tere bewoners, die geen agrariërs wa
ren, aan het huis het hoevekarakter
ontnomen.
Aangaande de Cuneralegende het vol
gende: Negentiende-eeuwse schrijvers,
die de Prattenburg-episode in Cunera's
leven vermelden, zij het vaak onder
streng voorbehoud, spreken ook over
Cunera's rol in het volksgeloof. Op
Heimerstein en Prattenburg zien de
landlieden in de tuin nu en dan een
dame versrhijnen, in wit satijn gekleed,
die zich van de ene naar de andere
hoek begeeft om dan in het houtgewas
te verdwijnen, terwijl het geritsel van
haar kleed duidelijk hoorbaar is. Ook
zien zij op die plek soms ronddwalende
lichten, vooral in de paardenstal (zie
b.v. Kerkhist. Archief II, blz. 41). Of
dit geloof nóg bestaat, heb ik niet kun
nen achterhalen, vanwege de grote ge
slotenheid van de landelijke bevolking,
waar het mysterieuze zaken betreft.
Wel repten boeren in de omgeving van
het Egelmeer van een romeinse weg.
Vermoedelijk hebben zij dat van de
Van Asch van Wijcks vernomen. Het
maakte op mij niet de indruk uit de
overlevering te komen. D. Philips.
COöP. BOERENLEENBANK OPENT
NIEUW BANKGEBOUW
Op 23 juli zal het nieuwe kantoor van
de coöperatieve boerenleenbank „Ingen"
de deuren voor het publiek openstellen.
Jaren achtereen was deze gevestigd ten
huize van de tegenwoordige kassier de
heer H. J. van Rooy. in de Molenstraat.
Geruime tijd geleden kocht het bestuur
der bank voor het vestigen van een
nieuw kantoor hiervoor aan het zeer
mooie en gunstig gelegen herenhuis ,,'t
Woud".
In dit gebouw werd inmiddels aange
vangen met de werkzaamheden, om daar
een naar de eisen des tijds kantoor-inte
rieur aan te brengen.
BEJAARDEN GAAN OP REIS
De tocht voor ouden van dagen is ook
dit jaar weer vastgesteld en zal plaats
vinden op 6 augustus a.s. In tegenstelling
met voorgaande jaren zal nu eens geen
beroep worden gedaan op de heren auto
bezitters, doch wordt de reis gemaakt
met toeringcars. De vereniging „Oranje"
die steeds deze tochten organiseert ging
uit van de gedachte, dat niet ieder jaar
een beroep moet worden gedaan op de
zelfde personen, namelijk de autobezit
ters, om steeds de grootste bijdrage aan
deze reis te leveren.
Verder is men de mening toegedaan,
dat de reis voor de oudjes niet minder
prettig zal zijn, als de reis plaats kan
vinden in meer gezelschapsverband. De
tocht vangt aan 's morgens vanaf het
dorpsplein. Vandaar zal men zich in de
richting Ochten begeven voor een over
tocht met het ni'euwe pontveer. Dan staat
een bezoek aan Nijmegen en omgeving te
wachten om vervolgens naar Arnhem te
rijden met bezoek aan de Posbank. Aan
gene zijde van de Rijn zal de reis vervol
gens huiswaarts gaan. Bij aankomst in
Ingen vindt men het gemeentegebouw
„de Kantine" in gereedheid gebracht
voor ontvangst en het nuttigen van een
warme maaltijd. Dit zal worden verzorgd
door de afdeling Ingen van de platte
landsvrouwen.
venen. Mej. Regtering zei het zeer op
prijs te stellen dat de burgemeester be
reid was gevonden de diploma's uit te
reiken. Zonder zijn hulp zou de school
niet geworden zijn, wat het nu is.
De burgemeester wees er in zijn toe
spraak op, dat bij de oprichting van de
school afgevraagd was of deze wel le
vensvatbaarheid zou hebben in Rhenen.
Dat de school in een behoefte voorziet
bewees deze avond, getuige het feit dat
44 leerlingen afzwaaiden en er bijna 60
nieuwe zijn als straks de volgende ronde
begint.
Spreker haalde twee personen naar
voren aan wier volharding en inspanning
het in het bijzonder te danken is dat de
school zo welvarend is, met name Zr. van
Lonkhuizen en mej. Regtering. Hierna
ging de burgemeester over tot uitreiking
van de diploma's met voor ieder een
toepasselijk woordje.
De namen van geslaagden zijn als volgt:
3e klasse assistente in de huishouding:
Rina van Dijk, Achterberg: Jeantje Herm-
sen, Kesteren; Annie Hoogstra, Kesteren;
Coba den Hartog, Wageningen; Mary
Mutsaers, Rhenen en Lenie van Veenen-
daal, Amerongen. 2e klasse primaire op
leiding: Stijnie Baars, Rhenen; Aartje v.
d. Berg, Rhenen; Gerrie v. Daalen. Rhe
nen; Gonnie v. Doorn. Amerongen; Riekje
v. Dijk, Rhenen; Willy v. Dijk, Rhenen;
Annie v. d. Geer, Amerongen; Annie
Hofsommer, Eist; Adrie v. Ingen, Ame
rongen; Gerrie Keijman, Rhenen; Willy
v. Mourik, Rhenen; Willy v. d. Neut,
Amerongen; Rietje Niessen, Amer«ngen;
Janny v. d. Oosterkamp, Rhenen; Jannie
v. Soest, Amerongen; Rietje v. Soest,
Amerongen; Jannie Termaaten, Ameron
gen; Jannie Jansen, Rhenen; Mientje
Berkhof, Eist; Grietje v. Beijnum, Ach
terberg; Liesje v. Blitterswijk, Lienden;
Janske Brinkman, Eist; Lenie v. Buren,
Lienden; Rika Cornelissen, Lienden; Hen-
nie v. Dodeweerd, Kesteren; Teuntje v.
Dolderen. Achterberg; Coba Gerrits, Ach
terberg; Jannie de Haas. Lienden; Betsy
Kwint, Achterberg; Grietje Scholtus, Kes
teren; Neeltje Scholtus, Kesteren; Willy
Termaaten, Achterberg; Hetty Verhoef,
Leersum; Paulien Martens, Utrecht; Ria
Nienhuis, Rhenen; Corrie v. Lienden. Eist
en Marijke Kroon, Rhenen met een her
examen.
De avond werd verder gevuld met een
programma van en door de leerlingen. Zo
was er een modeshow met eigen gemaak
te kleding, declamatie, de opvoering van
een stukje getiteld „De Koningskeuze"
en een afscheidslied.
Vermeldenswaard is verder, nog, dat
de uitbreiding van de school met een
praktijklokaal noodzakelijk is geworden
door grotere toeloop van nieuwe leerlin
gen en meer animo tot het blijven van
de kopklas.
ALS DE HENNEN AAN DE LEG GAAN
Waneer we onze indrukken over de
opfok van kuikens kort samenvaten, is
de conclusie, dat deze in het algemeen
een vrij gunstig verloop heeft gehad. Niet
iedere pluimveehouder zal dat op grond
van eigen ervaring onderschrijven, maar
over het algemeen mogen we niet onte
vreden zijn, aldus Ir. P. J. v. d. Bremer,
rijkspluimveeconsulent in Boxtel, onlangs
voor de radio.
Hoewel coccidiosis nog steeds de meest
gevaarlijke en schadelijke ziekte, vooral
in de begin-periode van de opfok, weinig
moeilijkheden heeft veroorzaakt, is deze
half-mei vrij plotseling belangrijk in be
tekenis toegenomen. Het is duidelijk, dat
de weersomstandigheden hierbij van in
vloed zijn, geweest. Gelukkig beschikken
we over verscheidene goede geneesmid
delen. waarmede in de regel bevredigen
de resultaten worden bereikt.
Coccidiosis is echter een onbereken
bare ziekte, waarbij men tevoren nooit
weet, wat de dieren ervan overhouden,
zoals minder weerstand tegen andere
ziekten.
Veel hangt daarom af van het juiste
gebruik van de meest geschikte genees
middelen, waarbij het ongetwijfeld ver
standig is deskundigen te raadplegen zo
dra men de eerste symptonen van de
ziekte zijn waar te nemen.
In nauw verband met het optreden van
coccidiosis staat het enten van de dieren
tegen pokken, diphterie, pseudovogelpest
en infectieuze bronchitis. Daarbij dient
men te bedenken, dat de entstoffen tegen
deze ziekten afgestemd zijn op toediening
bij kerngezonde hennen, zodat de dieren
dus pas mogen worden behandeld, wan
neer men de overtuiging heeft, dat zij in
goede conditie verkeren. Dit, aldus Ir.
v. d. Bremer, heeft de pluimveehouder
grotendeels in eigen hand. De ervaring
leert, dat bij een goede verzorging der
dieren een ruime uitloop voor de opgroei
ende hennen met volop gras, frisse hok
ken, bij voorkeur zomerhokjes, de opfok
in de regel slaagt.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal
Onze jarigen
27 juli Ria Roodbeen
28 juli Antje v. d. Weerd, Eist
28 juli Gertie Heikamp
31 juli Corrie en Gerrie Kleier
31 juli Tera Vonk.
5 augustus Dicky van Dorland.
6 augustus Jansje Drost, Achterberg.
8 aug. Ada van Benthem.
9 Janny Nijhoff.
Gert van Capelle.
Dieke de Rooder.
Wimmie v. d. Berg.
Jannie Hendriks.
Henny Roelofsen.
Marietje v. Wakeren.
Matti v. Hardeveld.
Henk v. Kesteren.
Gefeliciteerd!
Het bestuur der Floraliavereniging is
weer druk bezig de plannen voor het
bloemencorso uit te werken, dat 10 aug.
gehouden zal worden. Ofschoon ons nog
enkele weken scheiden van de corso-dag,
toch kunnen we al melden, dat de organi
satoren er in geslaagd zijn een 20 tal
wagens te noteren. Er zijn weer drie
groepen, nml. luxe-, praal- en reclame
wagens.
Er is dus alle verwachting, dat ook dit
jaar wederom het corso een succes zal
worden. Opgave voor deelname kunnen
nog worden ingezonden bij de heer R. v.
d. Heuvel, Engweg 10, Leersum.
Ter herinnering aan de-
e Kararkorum-expeditie
verd 24 juli in Oostenrijk
:en herdenkingspostzegel
ïitgegeven, die ontwor-
>en werd aan de hand
ran foto's die door deze
expeditie, waarbij Her-
lann Buhl om het leven
(wam, werden gemaakt.
Op 15 juli j.l. stortte Hermann Buhl, die
tot de Kararkorum-expeditie behoorde in
het ravyn. Volgens schatting is hy onge
veer 300 meter diep gevallen. Dagenlang
zochten uitgestuurde expedities naar de
stoffelijke resten van Hermann Buhl,
maar alle pogingen bleken tevergeefs.
De laatste opname van Hermann Buhl in
gezelschap van zijn vrouw en dochtertje.
Zilverpapieraktie
Zilverpapier ingebracht door:
Ria Roodbeen
Truus, Klaas en Keesje v. d. Heuvel
Gerrit van Nieuwamerongen
Theo Schoonderbeek
Carolientje en Cees van Capelle
Bedahkt namens de blinden!
Correspondentie
Beste neven en nichten,
Onze kring heeft zich al weer met
enkele kinderen uitgebreid. Zo gaat het
goed. De verjaardagen van de nieuwe
neven en nichten heb ik genoteerd. Van
Tiny Greve kreeg ik een briefje met de
oplossing van de raadsels voor jonge
ren. Ze waren goed, hoor Tiny!
Ga je nog uit in de vakantie, dan maar
prettige dagen. Schrijf je nog eens
weer?
Allemaa.l hartelijke groeten van
Tante Jos.
Oplossing raadsels
I. Ulrum - Zuidhorn - Hindelopen -
Dalfsen - Gemert
II. Alva - lier - veen - Arno
I. Aart - taart - staart
II. tulp - ruif - Olst - mees - paar -
egel - teen. Trompet
III. Hoorn - Meppel - Gouda - Heerlen
Nieuwe raadsels
Voor ouderen:
I. Hieronder staan een aantal letter
grepen, in alfabetische volgorde. De be
doeling is dat julie er spreekwoorden van
maken. Je zult zien dat het niet zo moei
lijk is.
a: dun - de - ken - kens - ling - ma -
spoe - var - veel
een - ger is - ker - lang - lek -
maar - vin
aan - bes - de - lui - staan - stuur -
te - wal
II. Van onderstaande beweringen zijn
sommige juist, andere fout. Welke zijn
goed, welke fout?
Labrador ligt in de Verenigde Sta
ten van Nd-Amerika
Veertig eeuwen kijken op u neer, is
een uitspraak van Napoleon
Duizend honderdelf is elf meer dan
elfhonderd
Dotterbloem en speenkruid zijn
twee namen voor dezelfde plant
Oldenhove is een plaatsje in Gro
ningen
Een geep is de voorsteven van een
Vikingschip
Een pint is een inhoudsmaat
b:
c:
a:
f:
g:
Voor jongeren:
I. Het is wel in een jaar, maar niet in
een eeuw, steeds in de maand, maar nooit
in de week. Wel in een dag, maar nooit
in éen uur.
II. Zet de letters 1 tot en met 14 op
een rij. Hieronder moet de naam komen
van een klein vogeltje.
I, 14, 7, 12, 5, 6, loopt 's morgens vroeg,
al ratelend af.
13, 8, 12, 7, 14, 3, iets wat niemand mag
doen.
II, 2, 5, 4, het tegenovergestelde van
wel.
10, 9, 12, 4, iets waarmee je kunt schrij
ven.
III, Vul de ontbrekende letters in zo
dat je goede woorden krijgt.
1. he mo t (levensmiddel)
2. an et ak er (beroep)
3. B lsrd (plaatsnaam)
4. w ele a 1 (vogel)
5. on s r f (bloem)
(Slot.)
Ook was hij van plan zijn vrouw te ver
tellen van de monsterlijke Capucciko-
ning, die er zo afschrikwekkend uitzag
en toch de mensen zulke goede diensten
bewees. De koning vergat echter geheel
dat alle herinnering aan het rijk van de
onderaardse wezens als by toverslag weg
was, zodra men deze uit het oog verloren
had. Dit bleek ook nu weer, want zodra
de koning door de zelfde gang die hij
acht maanden geleden gegaan was, in de
vijver van zijn eigen tuin was beland, her
innerde hij zich niets van wat er met hem
gebeurd was. Zo werd het een vrij malle
vertoning. Winfried, de knecht die altijd
de schoenen van de koning had gepoetst,
was met twee andere knechten in de tuin
bezig met het kloven van houtblokken,
die de komende winter het vuur in de
schouw vrolijk zouden doen branden.
Plotseling zagen ze daar hun doodge
waande koning door de vijver waden, ge
kleed in een grijsblauw werkpak, de han
den vol prachtige dingen. Hij kwam naar
de kant en stapte op de grasrand. Win
fried liet van schrik de bijl vallen en de
andere knechten staarden de koning aan
of ze een geestverschijning zagen. Maar
de koning groette hen vrolijk, ja zelfs
schudde hij hen vriendschappelijk de
hand en hij vroeg meteen hoe het was
met koningin Florine. Verrast en blij
vertelden de knechten alles wat er ge
beurd was tijdens de afwezigheid van de
koning. Deze kon echter geen antwoord
geven op de vraag waar hij de afgelopen
maanden had doorgebracht. Natuurlijk
was koningin Florine de gelukkigste van
allen, toen ze haar man gezond en wel
terug zag. Ze bewonderde het mooie werk
dat Engbert haar toonde, maar hij kon
haar zelfs niet vertellen hoe hy er aan
kwam. Alle herinnering aan zijn leertijd
was volkomen weg. Er volgde nu echter
een gelukkige tyd. Koning Engbert re
geerde met wijsheid, was verdraagzaam
en zo begonnen zijn onderdanen dan ook
steeds meer van hem te houden. Overal
in het paleis stonden of hingen de mooie
dingen die de koning had gemaakt en
het vreemde was dat hy, als hij zich een
enkele keer nog eens weer driftig voelde
worden, slechts een blik op een van deze
dingen behoefde te werpen om zichzelf
weer meester te zijn. Nooit gooide de
koning meer enig voorwerp door de rui
ten en tot in verre omtrek prezen de
mensen hun koning, die in zijn afwezig
heid zo ten goede was veranderd.
Jullie weten zeker wel dat er heel hoge
bergen zijn. Als je de toppen in het Hi-
malayagebergte wilt bereiken, zul je on
geveer 9000 m. de hoogte in moeten klau
teren. Maar misschien weet je niet dat er
ook bergen zijn onder de zeespiegel. Dicht
bij de Phillippijnen heeft men diepten
gemeten van 11000 meter. Daar zou
je de Mount-Everest dus zo in de Stille
Oceaan kunnen laten onderduiken. In het
midden van de Atlantische Oceaan loopt
een hoge bergrug van Zuidpool tot
Groenland. Enkele bergen steken boven
het wateroppervlak uit. Op de kaart kun
je die b.v. vinden als de Azoren. Zo heel
veel weet men van de zeebodem nog niet
af. Vooral niet van de Poolzeeën. Het zijn
de Russen die door diepzeepeilingen de
laatste tijd verrassende ontdekkingen ge
daan hebben over de bodem van de Noor
delijke IJszee. Er ligt n.l. tussen Rusland
(Siberië) en Amerika een hoge bergrug.
Het schijnt dat deze bergrug, oorzaak is
dat het „warme" water van de Atlanti
sche Oceaan niet kan binnendringen in
de Poolzee. Het is inderdaad opmerkelijk,
dat de Golfstroom langs de Scandinavi
sche kust de Noordelijke IJszee binnen
trekt, maar daar toch doodloopt. Dit
heeft natuurlyk z'n gevolgen. Het water
aan de noordkant van deze bergrug is
veel kouder dan aan de zuidzijde. En
daardoor is er ook verschil in dierenle
ven. Zo je ziet zijn bergen niet alleen op
het aardoppervlak, maar ook op de zee
bodem van grote betekenis.
Sita was een mooie, wit met bruin ge
vlekte jachthond. Zijn baas, de rijke fa
brikant, De Wilde, had hem voor een
hoop geld gekocht. Sita was nog erg jong.
Zijn vader en rqoeder waren allebei beste
jachthonden en hun zoon beloofde ook
goed te worden. Daarom was Sita's baas
erg gek met hem.
Maar op een middag, toen het heel
warm was en Sita een beetje in de zon
nige tuin lag te luieren, vergat de baas
de schuttingdeur dicht te doen, toen hij
naar zijn kantoor ging en van die gele
genheid maakte Sita gebruik, om er van
door te gaan. Die vrijheid vond hij fijn,
want als hij met de baas uit mocht, zat hij
altijd aan de lijn, omdat hij nog zo jong
was. Sita draafde de straat door, sprong
over een sloot, holde door een weiland en
kwam op een eenzame landweg terecht.
Midden op die weg zat een kievit en
Sita dacht: „Wacht, die vogel zal ik eens
even voor mijn baas vangen" en hij hol
de er hard naar toe. Maar de kievit was
ook niet mal en toen Sita vlakbij hem ge
komen was, vloog hij schreeuwend op en
wiekte weg, over het land. Sita sprong
over een slootje en draafde het weiland
door, achter de vogel aan. Maar die kon
veel harder vliegen dan Sita kon lopen
en steeds meer bleef de hond achter.
Toen kwam de vogel bij een breed kanaal
en zonder bezwaar vloog ze er overheen.
Maar die domme Sita keek alleen maar
naar de kievit en niet naar het kanaal
en toen tuimelde hij hals over kop in het
water. Sita schrok er eerst van. maar al
gauw vond hij het lekker. Honden behoe
ven geen zwemmen te leren, die kunnen
het vanzelf en ook Sita sloeg z'n poten
uit en ploeterde door het water. Maar
omdat Sita nog erg jong was, begon hij
al gauw moe te worden. Hij moest er
maar weer uitkruipen en naar huis gaan.
want de baas zou wel kwaad zijn.
Maar toen de hond aan de kant kwam,
zag hij dat de wal van het kanaal pas
afgegraven was en erg stijl was geworden
Met zijn poten probeerde hij er tegenop
te komen, maar telkens gleed hij weer
terug in het water. En toen voelde het
dier dat het erg moe was. Wel vijftien
mini-ten worstelde Sita tegen de kant,
maar hij kon niet uit het kanaal komen.
Het leek wel of er lood aan z'n poten
hing, zo moe was hij. Sita huilde een
paar keer zachtjes, maar niemand hoorde
hem, want op die hete middag was de
landweg helemaal verlaten. Sita bleef nu
maar rondzwemmen, maar hij kon zijn
kop haast niet meer boven water houden.
Over de landweg liepen twee jongens.
Het waren Peter en Koos. 't Was de eers
te dag van de vakantie en de jongens
zwierven zo maar wat rond in de omge
ving van het dorp. Maar het was snik
heet en Peter zei: „We gaan naar huis,
'k heb vanmorgen twee duppies verdiend,
omdat ik de fietsband van m'n broer heb
geplakt, we gaan lekker een ijsje kopen,
puh, wat ben ik heet".
Koos vond hetbest en net toen ze zich
om wilde draaien, hoorden ze iets plonsen
in het diepe kanaal. „Laten we eens even
kijken", zei Koos, „dat kan wel een snoek
zijn die daar aan de kant van het kanaal
staat". De jongens liepen naar de water
kant, maar ze zagen geen snoek, ze zagen
alleen maar een hondenkop, die langzaam
in het water wegzonk. Sita had de strijd
opgegeven. „Een jonge hond", schreeuw
de Peter, „hou me vast Koos, dan haal
ik hem eruit". Peter ging op z'n buik
liggen en Koos hield z'n benen vast. Peter
greep in het water en hij kreeg Sita nog
net in het nekvel te pakken. De jongen
sleepte de hond op de wal en daar lag
Sita met uitgestrekte poten en gesloten
ogen. Maar hij leefde nog want de flan
ken van de hond gingen zachtjes op en
neer. De jongens pakten Sita op en leg
den hem voorzichtig in het hoge gras.
Hij zou wel weer bijkomen. Meteen
kwam daar met een geweldige vaart een
grote auto aanrijden. Het stof warrelde
in wolken op. Bij de jongens gekomen
stopte de wagen ineens. Een deftige me
neer stapte uit. „Jongens", zei de meneer,
„hebben jullie misschien een jonge jacht
hond gezien, hij is weggelopen en nu
moet ik hem weer opzoeken". Toen zei
Peter: „Meneer, kijk eens in het gras, is
hij dat misschien?" De meneer bukte zich.
„Ja", zei hij, „dat is mijn Sita. maar
maaris hij dood?"
„Nee meneer", zei Koos, „hij leeft nog.
maar we hebben hem net uit het kanaal
gehaald, hij zonk net weg in het water".
En toen zei de meneer: „Dappere jon
gens. wat ben ik blij dat jullie mijn Sita
gered hebben", Op dat moment hief Sita
de kop op en toen hij zijn baas zag, be
gon hij te kwispelstaarten van blijdschap.
Tien minuten later stond Sita al weer
op de poten, al was het nog een beetje
wankel. De jongens en de hond werden
in de mooie auto geladen en de meneer
bracht alle drie naar huis. Toen de auto
bij Peters huis stopte en de jongens uit
stapten, haalde de meneer z'n portemon
nee voor de dag en de jongens kregen
zomaar een rijksdaalder. „Heel, heel har
telijk bedankt jongens, voor de redding
van mijn hond". En toen Peter en Koos
nog een beetje beteuterd naar de rijks
daalder stonden te kijken, stoof de auto
al weer weg. „Is dat boffen", zei Koos,
„vijfentwintig ijsjes". „Een kanjer van
een bal", zei Peter, dat lijkt me beter".
Die hebben ze toen samen gekocht en
ondanks de warmte werd er deze warme
zomerdagen menig partijtje getrapt!
(6.)
Heb je vanavond al gegeten?
vroeg zij hem in plaats van te antwoor
den.
Kom je speciaal uit Italië om me
dat te vragen? Zij ging hier niet op in.
Waarom heb je weer niets ge
geten? Stefan, je zult jezelf nog vol
ledig ruineren! Nu was hij het, die haar
meenam.
Om me dat te zeggen had je wel
kunnen wachten totdat de laatste akte
afgelopen was!
Zij voelde zijn bitterheid en wilde
deze verbreken. Terwijl ze de grote
trap afsnelden, haakte zij haar arm
in de zijne.
Lieve Stefan, zei ze, als we maar
eerst getrouwd zijn, dan zal ik je vet
mesten.
Daar moest hij om lachen.
Werkelijk een afschuwelijke be
dreiging! Maar wil je me nu niet ein
delijk vertellen wat je met me van plan
bent?
Maar naturlijk, beste jongen. In
de eerst plaats ben ik van plan je een
kus te geven! Zij trok zijn hoofd naar
zidh toe, omarmde hem en duwde hem
daarna weer lachend weg.
Heb je je alleen ter ere van Tra-
viata zo goed geschoren? Laat eens
kijken hoe je er uitziet, ja, een beetje
overwerkt, nietwaar?
Kunstals je de hele dag in
het lab zit!
Stefan, zei ze zacht, wordt toch
eindelijk eens verstandig.
Verstandig? Dat ben jij toch voor
ons allebei, kreeg ze ten antwoord.
Vergiste Helga zich, of had het wer
kelijk wat bitter geklonken?
Ja, knikte ze, en vandaag in het
bijzonder. Zij nam hem mee het portaal
uit naar de parkeerplaats. Hij liet zich
leiden, half nieuwsgierig, half boos,
maar in elk geval wat onzeker. Toen
ze naast de elegante wagen van Alberti
stonden, steeg Eckert uit en opende het
portier.
Holl aarzelde.
Neem me niet kwalijk.... nu wil
ik toch wel eens weten, wat dit alles
te beduiden heeft!
Zij hield hem bij zijn mouw vast.
Deze wagen hoort aan een zekere
meneer Alberti, verklaarde zij, zijn
dochter ligt in een kliniek. Het is de
ziekte van Miller, dokter. Onderweg
zal ik u alles nader uiteenzetten. En
haar stem dempend, fluisterde zij hem
nog toe:
Laat de chauffeur niet merken
hoe wij tegenover elkaar staan. Dat be
hoeft voorlopig niemand te weten.
Daarna zei ze tegen de chauffeur, dat
dit Dr. Holl was, die meteen mee terug
zou rijden.
Eckert knikte.
Dan staat ons niets meer in de
weg, ik heb intussen benzine getankt.
Wat mij betreft kunnen we vertrekken.
Holl wilde protesteren, want hij
moest tenslotte toch nog wat bagage
inpakken. Maar toen zag hij zijn koffer
naast de chauffeur liggen.
Jawat heb je.... wat hebt
u dan
Ik was in uw pension, dokter,
glimlachte zij, en uw hospita, mevrouw
Von Bergmann, heeft alles voor me in
gepakt wat u de volgende dagen nodig
zult hebben.
Maar ik moet misschien het se
rum hebben.
Dat heb ik al, dokter.
Stefan Holl schudde weliswaar het
hoofd, maar hij gaf het op en volgde
Helga in de wagen.
Langzaam reed het voertuig weg en
gleed met gematigde gang door de hel
verlichte stad. Eerst op de buitenweg
een kleine hoop zou rechtvaardigen.
Toen hij tenslotte in gepeins verzonk,
haalde zij de koffer te voorschijn. In
het donker tastten haar handen naar
een klein pakje, en toen ze het gevon
den had, hield ze het hem voor.
Hier is het serumStefan, zei
ze triomfantelijk. Haastig greep hij er
naar.
Jamaar hoe heb je dat eigen
lijk....?
Ze had er plezier in hem te verrassen
Jadat verwondert je, niet
waar? Maar ik heb zelf alles ingepakt
Roman van
Hans-Otto Meissner
Nederlandse bewerking
H. Magnin Verschuur
trapte Eckert het gaspedaal door.
Zo, zei Helga tevreden en leunde
dicht tegen Stefan aan, nu zal ik je op
het rijtje af alles vertellen.
Uitvoerig verhaalde ze hem nu van
Angela, van haar toestand en van de
negatieve bevinding van Dr. Goden-
bergh De jonge arts was er helemaal in
de zeldzame ziekte was van de grootste
klinische waarde en viel onder het ge
bied waarin hij zich specialiseerde.
Daarom onderbrak hij haar verhaal
door vele vragen. Zij kon hem echter
geen antwoord geven, dat nog ergens
wat je nodig zou kunnen hebben. En
dan kan ik je nog tot je geruststelling
zeggen, dat ikzelf met professor Amriss
gesproken heb. Hij heeft niets tegen je
Italiaanse uitstapje. Integendeelhij
meende, dat die afwisseling je goed zou
doen.
Holl schudde het hoofd, hij voelde
zich bij dit alles toch niet helemaal
gelukkig.
Ik moet je zeggen, Helga, dat ik
dergelijke overrompelingen eigenlijk
niet erg waarderen kan.
Zij knikte, alsof zij deze opmerking
verwacht had.
Ja, ja, Stefan, dat weet ik. Zulke
snelle besluiten liggen jou niet zo.
Maarje hebt toch vertrouwen in
mij, nietwaar?
Natuurlijk.... zeker! Maar dit
heeft niets met vertrouwen te maken.
Ik weet niet.... tenslotte zijn dit toch
mijn aangelegenheden waarin jij zo
drastisch ingrijpt.
In jouw aangelegenheden, Stefan?
onderbrak zij hem. Zijn het niet onze
aangelegenheden, wanneer jij de kans
krijgt vooruit te komen?
Och janatuurlijkmaar..
Zacht klonk haar vriendelijk lachje,
dat hij zozeer liefhad.
Het gaat precies, zoals ik dacht.
Je zegt altijd en eeuwig bij alles:
maarEn voor zo'n „maar" was
vandaag geen tijd meer. Dat je mee
zou gaan was zonder meer duidelijk.
Ik heb alleen die tijdrovende „maars"
willen vermijden. Ben je daarom boos
op me?
Ja, zei hij. Maar ze zag in het
duister zijn tanden glinsteren en wist,
dat hij lachte.
Ja, ik ben erg boos op je! Je bent
een huistiran en ik moet nog eens over
wegen, of een man, die gelooft in zijn
zelfbeschikkingsrecht wel met zoiets
als jij bent trouwen moet.
Denk daar dan nog maar eens
over na, zei ze goedgemutst, maar
kwam daarna weer tot de zaak.
Het serum is dus goed gebleven.,
dat had je me toch geschreven?
Jategen alle verwachting in.
En geen enkele onaangename na
werking?
Geen enkelevoorzover men
het tot nu toe heeft kunnen vaststellen.
Maar Stefan, dan heb je daarmee
een zeer belangrijke ontdekking ge
daan!
Amriss gelooft ook, dat het een
eerste schrede is en een schaduw van
hoop geeft.
En hoe denk jijzelf erover?
Zij voelde hoe hij een hulpeloos ge
baar maakte.
Dat kan ik niet precies weten,
Helga. Misschieneens
Wat betekent „misschien"en
„eens"?
Misschien, zei hij zeer ernstig,
misschien kan dit serum eens het uit
gangspunt zijn voorvoor de ge
nezing van de ziekte van Miller, ik be
doel natuurlijk in bizonder gustige ge
vallen.
Stefan, fluisterde ze met haar
haar hoofd op zijn schouder, Stefan, ik
ben toch zo trots op je.
Daar bestaat nog helemaal geen
reden voor, Helga, weerde hij voor
zichtig af. Tot aan de vervulling van
zo'n verheven hoop moet nog een lange
weg bergop en bergaf gegaan worden.
En op die weg liggen geluk en pech,
toeval en dwaling hopeloos dooreen.
De nacht was zacht en maanloos.
Slechts de sterren schitterden. Het leek
Helga toe dat Eckert nog sneller reed
dan eerst. De wagen werd door de mo
tor verwarmd en van de kilheid der
nacht bemerkte men daarbinnen niets.
(Wordt vervolgd.)