DE VALLEI Dokter HOLL TOEN SITA GING ZWEMMEN Landbouwhuishoudschool Rlienen wordt uitgebreid VOOR DE BOER Voor de Jeugd Jsi Burgemeester reikte diploma's uit De geschiedenis van Prattenburg liVCEJV Bloemencorso in Leersum Koning Engbert wordt mens Onbeklimbare bergen FEUILLETON De landbouwhuishoudschool aan de Nieuwe Veenendaalseweg te Rhenen heeft weer een groot aantal gediplomeerden „afgeleverd". Twee grote lokalen waren „tot aan de nok" gevuld toen de directri ce van de school mej. G. E. Regtering, de bijeenkomst opende. In het bijzonder wer den welkom geheten de burgemeester van Rhenen, de commissie van toezicht met de echtgenote van de burgemeester als voorzitster, de afd. Rhenen van het U.L.G. en de P.J.G.U.. alsmede de ouders, de oud-leerlingen en de nieuw ingeschre- In mijn bijdrage aan „De Vallei" van 19 juli onder bovenstaande titel, zijn enige regels op een verkeerde plaats te rechtgekomen. Na: „Eindelijk, in 1694, koopt Jacob van Asch van Wijck, ka nunnik van St. Marie te" moet volgen: „Utrecht, bewindhebber der West- indische Compagnie" enz.", waaraan' het stukje over de Van Asch van Wijcks aansluit. Van deze gelegenheid moge ik ge bruik maken enige aanvullingen te geven. Dat Prattenburg geen ridderhof stad geweest is, constateert ook de doorgaans goed geïnformeerde schrij ver van het compilatiewerk „Tegen woordige Staat der Verenigde Neder landen" deel .XII 1772, die op blz. 83 schrijft: „Buiten de Rhenensche Vee- nen, zuidwestwaarts van de Kerk, staat een vervallen Jagthuis, Prattenburg ge noemd, welk ik egter niet vind, dat onder de Riddermatige goederen ge rekend geweest is." Hij noemt het een jachthuis. Ongetwijfeld hebben de la tere bewoners, die geen agrariërs wa ren, aan het huis het hoevekarakter ontnomen. Aangaande de Cuneralegende het vol gende: Negentiende-eeuwse schrijvers, die de Prattenburg-episode in Cunera's leven vermelden, zij het vaak onder streng voorbehoud, spreken ook over Cunera's rol in het volksgeloof. Op Heimerstein en Prattenburg zien de landlieden in de tuin nu en dan een dame versrhijnen, in wit satijn gekleed, die zich van de ene naar de andere hoek begeeft om dan in het houtgewas te verdwijnen, terwijl het geritsel van haar kleed duidelijk hoorbaar is. Ook zien zij op die plek soms ronddwalende lichten, vooral in de paardenstal (zie b.v. Kerkhist. Archief II, blz. 41). Of dit geloof nóg bestaat, heb ik niet kun nen achterhalen, vanwege de grote ge slotenheid van de landelijke bevolking, waar het mysterieuze zaken betreft. Wel repten boeren in de omgeving van het Egelmeer van een romeinse weg. Vermoedelijk hebben zij dat van de Van Asch van Wijcks vernomen. Het maakte op mij niet de indruk uit de overlevering te komen. D. Philips. COöP. BOERENLEENBANK OPENT NIEUW BANKGEBOUW Op 23 juli zal het nieuwe kantoor van de coöperatieve boerenleenbank „Ingen" de deuren voor het publiek openstellen. Jaren achtereen was deze gevestigd ten huize van de tegenwoordige kassier de heer H. J. van Rooy. in de Molenstraat. Geruime tijd geleden kocht het bestuur der bank voor het vestigen van een nieuw kantoor hiervoor aan het zeer mooie en gunstig gelegen herenhuis ,,'t Woud". In dit gebouw werd inmiddels aange vangen met de werkzaamheden, om daar een naar de eisen des tijds kantoor-inte rieur aan te brengen. BEJAARDEN GAAN OP REIS De tocht voor ouden van dagen is ook dit jaar weer vastgesteld en zal plaats vinden op 6 augustus a.s. In tegenstelling met voorgaande jaren zal nu eens geen beroep worden gedaan op de heren auto bezitters, doch wordt de reis gemaakt met toeringcars. De vereniging „Oranje" die steeds deze tochten organiseert ging uit van de gedachte, dat niet ieder jaar een beroep moet worden gedaan op de zelfde personen, namelijk de autobezit ters, om steeds de grootste bijdrage aan deze reis te leveren. Verder is men de mening toegedaan, dat de reis voor de oudjes niet minder prettig zal zijn, als de reis plaats kan vinden in meer gezelschapsverband. De tocht vangt aan 's morgens vanaf het dorpsplein. Vandaar zal men zich in de richting Ochten begeven voor een over tocht met het ni'euwe pontveer. Dan staat een bezoek aan Nijmegen en omgeving te wachten om vervolgens naar Arnhem te rijden met bezoek aan de Posbank. Aan gene zijde van de Rijn zal de reis vervol gens huiswaarts gaan. Bij aankomst in Ingen vindt men het gemeentegebouw „de Kantine" in gereedheid gebracht voor ontvangst en het nuttigen van een warme maaltijd. Dit zal worden verzorgd door de afdeling Ingen van de platte landsvrouwen. venen. Mej. Regtering zei het zeer op prijs te stellen dat de burgemeester be reid was gevonden de diploma's uit te reiken. Zonder zijn hulp zou de school niet geworden zijn, wat het nu is. De burgemeester wees er in zijn toe spraak op, dat bij de oprichting van de school afgevraagd was of deze wel le vensvatbaarheid zou hebben in Rhenen. Dat de school in een behoefte voorziet bewees deze avond, getuige het feit dat 44 leerlingen afzwaaiden en er bijna 60 nieuwe zijn als straks de volgende ronde begint. Spreker haalde twee personen naar voren aan wier volharding en inspanning het in het bijzonder te danken is dat de school zo welvarend is, met name Zr. van Lonkhuizen en mej. Regtering. Hierna ging de burgemeester over tot uitreiking van de diploma's met voor ieder een toepasselijk woordje. De namen van geslaagden zijn als volgt: 3e klasse assistente in de huishouding: Rina van Dijk, Achterberg: Jeantje Herm- sen, Kesteren; Annie Hoogstra, Kesteren; Coba den Hartog, Wageningen; Mary Mutsaers, Rhenen en Lenie van Veenen- daal, Amerongen. 2e klasse primaire op leiding: Stijnie Baars, Rhenen; Aartje v. d. Berg, Rhenen; Gerrie v. Daalen. Rhe nen; Gonnie v. Doorn. Amerongen; Riekje v. Dijk, Rhenen; Willy v. Dijk, Rhenen; Annie v. d. Geer, Amerongen; Annie Hofsommer, Eist; Adrie v. Ingen, Ame rongen; Gerrie Keijman, Rhenen; Willy v. Mourik, Rhenen; Willy v. d. Neut, Amerongen; Rietje Niessen, Amer«ngen; Janny v. d. Oosterkamp, Rhenen; Jannie v. Soest, Amerongen; Rietje v. Soest, Amerongen; Jannie Termaaten, Ameron gen; Jannie Jansen, Rhenen; Mientje Berkhof, Eist; Grietje v. Beijnum, Ach terberg; Liesje v. Blitterswijk, Lienden; Janske Brinkman, Eist; Lenie v. Buren, Lienden; Rika Cornelissen, Lienden; Hen- nie v. Dodeweerd, Kesteren; Teuntje v. Dolderen. Achterberg; Coba Gerrits, Ach terberg; Jannie de Haas. Lienden; Betsy Kwint, Achterberg; Grietje Scholtus, Kes teren; Neeltje Scholtus, Kesteren; Willy Termaaten, Achterberg; Hetty Verhoef, Leersum; Paulien Martens, Utrecht; Ria Nienhuis, Rhenen; Corrie v. Lienden. Eist en Marijke Kroon, Rhenen met een her examen. De avond werd verder gevuld met een programma van en door de leerlingen. Zo was er een modeshow met eigen gemaak te kleding, declamatie, de opvoering van een stukje getiteld „De Koningskeuze" en een afscheidslied. Vermeldenswaard is verder, nog, dat de uitbreiding van de school met een praktijklokaal noodzakelijk is geworden door grotere toeloop van nieuwe leerlin gen en meer animo tot het blijven van de kopklas. ALS DE HENNEN AAN DE LEG GAAN Waneer we onze indrukken over de opfok van kuikens kort samenvaten, is de conclusie, dat deze in het algemeen een vrij gunstig verloop heeft gehad. Niet iedere pluimveehouder zal dat op grond van eigen ervaring onderschrijven, maar over het algemeen mogen we niet onte vreden zijn, aldus Ir. P. J. v. d. Bremer, rijkspluimveeconsulent in Boxtel, onlangs voor de radio. Hoewel coccidiosis nog steeds de meest gevaarlijke en schadelijke ziekte, vooral in de begin-periode van de opfok, weinig moeilijkheden heeft veroorzaakt, is deze half-mei vrij plotseling belangrijk in be tekenis toegenomen. Het is duidelijk, dat de weersomstandigheden hierbij van in vloed zijn, geweest. Gelukkig beschikken we over verscheidene goede geneesmid delen. waarmede in de regel bevredigen de resultaten worden bereikt. Coccidiosis is echter een onbereken bare ziekte, waarbij men tevoren nooit weet, wat de dieren ervan overhouden, zoals minder weerstand tegen andere ziekten. Veel hangt daarom af van het juiste gebruik van de meest geschikte genees middelen, waarbij het ongetwijfeld ver standig is deskundigen te raadplegen zo dra men de eerste symptonen van de ziekte zijn waar te nemen. In nauw verband met het optreden van coccidiosis staat het enten van de dieren tegen pokken, diphterie, pseudovogelpest en infectieuze bronchitis. Daarbij dient men te bedenken, dat de entstoffen tegen deze ziekten afgestemd zijn op toediening bij kerngezonde hennen, zodat de dieren dus pas mogen worden behandeld, wan neer men de overtuiging heeft, dat zij in goede conditie verkeren. Dit, aldus Ir. v. d. Bremer, heeft de pluimveehouder grotendeels in eigen hand. De ervaring leert, dat bij een goede verzorging der dieren een ruime uitloop voor de opgroei ende hennen met volop gras, frisse hok ken, bij voorkeur zomerhokjes, de opfok in de regel slaagt. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal Onze jarigen 27 juli Ria Roodbeen 28 juli Antje v. d. Weerd, Eist 28 juli Gertie Heikamp 31 juli Corrie en Gerrie Kleier 31 juli Tera Vonk. 5 augustus Dicky van Dorland. 6 augustus Jansje Drost, Achterberg. 8 aug. Ada van Benthem. 9 Janny Nijhoff. Gert van Capelle. Dieke de Rooder. Wimmie v. d. Berg. Jannie Hendriks. Henny Roelofsen. Marietje v. Wakeren. Matti v. Hardeveld. Henk v. Kesteren. Gefeliciteerd! Het bestuur der Floraliavereniging is weer druk bezig de plannen voor het bloemencorso uit te werken, dat 10 aug. gehouden zal worden. Ofschoon ons nog enkele weken scheiden van de corso-dag, toch kunnen we al melden, dat de organi satoren er in geslaagd zijn een 20 tal wagens te noteren. Er zijn weer drie groepen, nml. luxe-, praal- en reclame wagens. Er is dus alle verwachting, dat ook dit jaar wederom het corso een succes zal worden. Opgave voor deelname kunnen nog worden ingezonden bij de heer R. v. d. Heuvel, Engweg 10, Leersum. Ter herinnering aan de- e Kararkorum-expeditie verd 24 juli in Oostenrijk :en herdenkingspostzegel ïitgegeven, die ontwor- >en werd aan de hand ran foto's die door deze expeditie, waarbij Her- lann Buhl om het leven (wam, werden gemaakt. Op 15 juli j.l. stortte Hermann Buhl, die tot de Kararkorum-expeditie behoorde in het ravyn. Volgens schatting is hy onge veer 300 meter diep gevallen. Dagenlang zochten uitgestuurde expedities naar de stoffelijke resten van Hermann Buhl, maar alle pogingen bleken tevergeefs. De laatste opname van Hermann Buhl in gezelschap van zijn vrouw en dochtertje. Zilverpapieraktie Zilverpapier ingebracht door: Ria Roodbeen Truus, Klaas en Keesje v. d. Heuvel Gerrit van Nieuwamerongen Theo Schoonderbeek Carolientje en Cees van Capelle Bedahkt namens de blinden! Correspondentie Beste neven en nichten, Onze kring heeft zich al weer met enkele kinderen uitgebreid. Zo gaat het goed. De verjaardagen van de nieuwe neven en nichten heb ik genoteerd. Van Tiny Greve kreeg ik een briefje met de oplossing van de raadsels voor jonge ren. Ze waren goed, hoor Tiny! Ga je nog uit in de vakantie, dan maar prettige dagen. Schrijf je nog eens weer? Allemaa.l hartelijke groeten van Tante Jos. Oplossing raadsels I. Ulrum - Zuidhorn - Hindelopen - Dalfsen - Gemert II. Alva - lier - veen - Arno I. Aart - taart - staart II. tulp - ruif - Olst - mees - paar - egel - teen. Trompet III. Hoorn - Meppel - Gouda - Heerlen Nieuwe raadsels Voor ouderen: I. Hieronder staan een aantal letter grepen, in alfabetische volgorde. De be doeling is dat julie er spreekwoorden van maken. Je zult zien dat het niet zo moei lijk is. a: dun - de - ken - kens - ling - ma - spoe - var - veel een - ger is - ker - lang - lek - maar - vin aan - bes - de - lui - staan - stuur - te - wal II. Van onderstaande beweringen zijn sommige juist, andere fout. Welke zijn goed, welke fout? Labrador ligt in de Verenigde Sta ten van Nd-Amerika Veertig eeuwen kijken op u neer, is een uitspraak van Napoleon Duizend honderdelf is elf meer dan elfhonderd Dotterbloem en speenkruid zijn twee namen voor dezelfde plant Oldenhove is een plaatsje in Gro ningen Een geep is de voorsteven van een Vikingschip Een pint is een inhoudsmaat b: c: a: f: g: Voor jongeren: I. Het is wel in een jaar, maar niet in een eeuw, steeds in de maand, maar nooit in de week. Wel in een dag, maar nooit in éen uur. II. Zet de letters 1 tot en met 14 op een rij. Hieronder moet de naam komen van een klein vogeltje. I, 14, 7, 12, 5, 6, loopt 's morgens vroeg, al ratelend af. 13, 8, 12, 7, 14, 3, iets wat niemand mag doen. II, 2, 5, 4, het tegenovergestelde van wel. 10, 9, 12, 4, iets waarmee je kunt schrij ven. III, Vul de ontbrekende letters in zo dat je goede woorden krijgt. 1. he mo t (levensmiddel) 2. an et ak er (beroep) 3. B lsrd (plaatsnaam) 4. w ele a 1 (vogel) 5. on s r f (bloem) (Slot.) Ook was hij van plan zijn vrouw te ver tellen van de monsterlijke Capucciko- ning, die er zo afschrikwekkend uitzag en toch de mensen zulke goede diensten bewees. De koning vergat echter geheel dat alle herinnering aan het rijk van de onderaardse wezens als by toverslag weg was, zodra men deze uit het oog verloren had. Dit bleek ook nu weer, want zodra de koning door de zelfde gang die hij acht maanden geleden gegaan was, in de vijver van zijn eigen tuin was beland, her innerde hij zich niets van wat er met hem gebeurd was. Zo werd het een vrij malle vertoning. Winfried, de knecht die altijd de schoenen van de koning had gepoetst, was met twee andere knechten in de tuin bezig met het kloven van houtblokken, die de komende winter het vuur in de schouw vrolijk zouden doen branden. Plotseling zagen ze daar hun doodge waande koning door de vijver waden, ge kleed in een grijsblauw werkpak, de han den vol prachtige dingen. Hij kwam naar de kant en stapte op de grasrand. Win fried liet van schrik de bijl vallen en de andere knechten staarden de koning aan of ze een geestverschijning zagen. Maar de koning groette hen vrolijk, ja zelfs schudde hij hen vriendschappelijk de hand en hij vroeg meteen hoe het was met koningin Florine. Verrast en blij vertelden de knechten alles wat er ge beurd was tijdens de afwezigheid van de koning. Deze kon echter geen antwoord geven op de vraag waar hij de afgelopen maanden had doorgebracht. Natuurlijk was koningin Florine de gelukkigste van allen, toen ze haar man gezond en wel terug zag. Ze bewonderde het mooie werk dat Engbert haar toonde, maar hij kon haar zelfs niet vertellen hoe hy er aan kwam. Alle herinnering aan zijn leertijd was volkomen weg. Er volgde nu echter een gelukkige tyd. Koning Engbert re geerde met wijsheid, was verdraagzaam en zo begonnen zijn onderdanen dan ook steeds meer van hem te houden. Overal in het paleis stonden of hingen de mooie dingen die de koning had gemaakt en het vreemde was dat hy, als hij zich een enkele keer nog eens weer driftig voelde worden, slechts een blik op een van deze dingen behoefde te werpen om zichzelf weer meester te zijn. Nooit gooide de koning meer enig voorwerp door de rui ten en tot in verre omtrek prezen de mensen hun koning, die in zijn afwezig heid zo ten goede was veranderd. Jullie weten zeker wel dat er heel hoge bergen zijn. Als je de toppen in het Hi- malayagebergte wilt bereiken, zul je on geveer 9000 m. de hoogte in moeten klau teren. Maar misschien weet je niet dat er ook bergen zijn onder de zeespiegel. Dicht bij de Phillippijnen heeft men diepten gemeten van 11000 meter. Daar zou je de Mount-Everest dus zo in de Stille Oceaan kunnen laten onderduiken. In het midden van de Atlantische Oceaan loopt een hoge bergrug van Zuidpool tot Groenland. Enkele bergen steken boven het wateroppervlak uit. Op de kaart kun je die b.v. vinden als de Azoren. Zo heel veel weet men van de zeebodem nog niet af. Vooral niet van de Poolzeeën. Het zijn de Russen die door diepzeepeilingen de laatste tijd verrassende ontdekkingen ge daan hebben over de bodem van de Noor delijke IJszee. Er ligt n.l. tussen Rusland (Siberië) en Amerika een hoge bergrug. Het schijnt dat deze bergrug, oorzaak is dat het „warme" water van de Atlanti sche Oceaan niet kan binnendringen in de Poolzee. Het is inderdaad opmerkelijk, dat de Golfstroom langs de Scandinavi sche kust de Noordelijke IJszee binnen trekt, maar daar toch doodloopt. Dit heeft natuurlyk z'n gevolgen. Het water aan de noordkant van deze bergrug is veel kouder dan aan de zuidzijde. En daardoor is er ook verschil in dierenle ven. Zo je ziet zijn bergen niet alleen op het aardoppervlak, maar ook op de zee bodem van grote betekenis. Sita was een mooie, wit met bruin ge vlekte jachthond. Zijn baas, de rijke fa brikant, De Wilde, had hem voor een hoop geld gekocht. Sita was nog erg jong. Zijn vader en rqoeder waren allebei beste jachthonden en hun zoon beloofde ook goed te worden. Daarom was Sita's baas erg gek met hem. Maar op een middag, toen het heel warm was en Sita een beetje in de zon nige tuin lag te luieren, vergat de baas de schuttingdeur dicht te doen, toen hij naar zijn kantoor ging en van die gele genheid maakte Sita gebruik, om er van door te gaan. Die vrijheid vond hij fijn, want als hij met de baas uit mocht, zat hij altijd aan de lijn, omdat hij nog zo jong was. Sita draafde de straat door, sprong over een sloot, holde door een weiland en kwam op een eenzame landweg terecht. Midden op die weg zat een kievit en Sita dacht: „Wacht, die vogel zal ik eens even voor mijn baas vangen" en hij hol de er hard naar toe. Maar de kievit was ook niet mal en toen Sita vlakbij hem ge komen was, vloog hij schreeuwend op en wiekte weg, over het land. Sita sprong over een slootje en draafde het weiland door, achter de vogel aan. Maar die kon veel harder vliegen dan Sita kon lopen en steeds meer bleef de hond achter. Toen kwam de vogel bij een breed kanaal en zonder bezwaar vloog ze er overheen. Maar die domme Sita keek alleen maar naar de kievit en niet naar het kanaal en toen tuimelde hij hals over kop in het water. Sita schrok er eerst van. maar al gauw vond hij het lekker. Honden behoe ven geen zwemmen te leren, die kunnen het vanzelf en ook Sita sloeg z'n poten uit en ploeterde door het water. Maar omdat Sita nog erg jong was, begon hij al gauw moe te worden. Hij moest er maar weer uitkruipen en naar huis gaan. want de baas zou wel kwaad zijn. Maar toen de hond aan de kant kwam, zag hij dat de wal van het kanaal pas afgegraven was en erg stijl was geworden Met zijn poten probeerde hij er tegenop te komen, maar telkens gleed hij weer terug in het water. En toen voelde het dier dat het erg moe was. Wel vijftien mini-ten worstelde Sita tegen de kant, maar hij kon niet uit het kanaal komen. Het leek wel of er lood aan z'n poten hing, zo moe was hij. Sita huilde een paar keer zachtjes, maar niemand hoorde hem, want op die hete middag was de landweg helemaal verlaten. Sita bleef nu maar rondzwemmen, maar hij kon zijn kop haast niet meer boven water houden. Over de landweg liepen twee jongens. Het waren Peter en Koos. 't Was de eers te dag van de vakantie en de jongens zwierven zo maar wat rond in de omge ving van het dorp. Maar het was snik heet en Peter zei: „We gaan naar huis, 'k heb vanmorgen twee duppies verdiend, omdat ik de fietsband van m'n broer heb geplakt, we gaan lekker een ijsje kopen, puh, wat ben ik heet". Koos vond hetbest en net toen ze zich om wilde draaien, hoorden ze iets plonsen in het diepe kanaal. „Laten we eens even kijken", zei Koos, „dat kan wel een snoek zijn die daar aan de kant van het kanaal staat". De jongens liepen naar de water kant, maar ze zagen geen snoek, ze zagen alleen maar een hondenkop, die langzaam in het water wegzonk. Sita had de strijd opgegeven. „Een jonge hond", schreeuw de Peter, „hou me vast Koos, dan haal ik hem eruit". Peter ging op z'n buik liggen en Koos hield z'n benen vast. Peter greep in het water en hij kreeg Sita nog net in het nekvel te pakken. De jongen sleepte de hond op de wal en daar lag Sita met uitgestrekte poten en gesloten ogen. Maar hij leefde nog want de flan ken van de hond gingen zachtjes op en neer. De jongens pakten Sita op en leg den hem voorzichtig in het hoge gras. Hij zou wel weer bijkomen. Meteen kwam daar met een geweldige vaart een grote auto aanrijden. Het stof warrelde in wolken op. Bij de jongens gekomen stopte de wagen ineens. Een deftige me neer stapte uit. „Jongens", zei de meneer, „hebben jullie misschien een jonge jacht hond gezien, hij is weggelopen en nu moet ik hem weer opzoeken". Toen zei Peter: „Meneer, kijk eens in het gras, is hij dat misschien?" De meneer bukte zich. „Ja", zei hij, „dat is mijn Sita. maar maaris hij dood?" „Nee meneer", zei Koos, „hij leeft nog. maar we hebben hem net uit het kanaal gehaald, hij zonk net weg in het water". En toen zei de meneer: „Dappere jon gens. wat ben ik blij dat jullie mijn Sita gered hebben", Op dat moment hief Sita de kop op en toen hij zijn baas zag, be gon hij te kwispelstaarten van blijdschap. Tien minuten later stond Sita al weer op de poten, al was het nog een beetje wankel. De jongens en de hond werden in de mooie auto geladen en de meneer bracht alle drie naar huis. Toen de auto bij Peters huis stopte en de jongens uit stapten, haalde de meneer z'n portemon nee voor de dag en de jongens kregen zomaar een rijksdaalder. „Heel, heel har telijk bedankt jongens, voor de redding van mijn hond". En toen Peter en Koos nog een beetje beteuterd naar de rijks daalder stonden te kijken, stoof de auto al weer weg. „Is dat boffen", zei Koos, „vijfentwintig ijsjes". „Een kanjer van een bal", zei Peter, dat lijkt me beter". Die hebben ze toen samen gekocht en ondanks de warmte werd er deze warme zomerdagen menig partijtje getrapt! (6.) Heb je vanavond al gegeten? vroeg zij hem in plaats van te antwoor den. Kom je speciaal uit Italië om me dat te vragen? Zij ging hier niet op in. Waarom heb je weer niets ge geten? Stefan, je zult jezelf nog vol ledig ruineren! Nu was hij het, die haar meenam. Om me dat te zeggen had je wel kunnen wachten totdat de laatste akte afgelopen was! Zij voelde zijn bitterheid en wilde deze verbreken. Terwijl ze de grote trap afsnelden, haakte zij haar arm in de zijne. Lieve Stefan, zei ze, als we maar eerst getrouwd zijn, dan zal ik je vet mesten. Daar moest hij om lachen. Werkelijk een afschuwelijke be dreiging! Maar wil je me nu niet ein delijk vertellen wat je met me van plan bent? Maar naturlijk, beste jongen. In de eerst plaats ben ik van plan je een kus te geven! Zij trok zijn hoofd naar zidh toe, omarmde hem en duwde hem daarna weer lachend weg. Heb je je alleen ter ere van Tra- viata zo goed geschoren? Laat eens kijken hoe je er uitziet, ja, een beetje overwerkt, nietwaar? Kunstals je de hele dag in het lab zit! Stefan, zei ze zacht, wordt toch eindelijk eens verstandig. Verstandig? Dat ben jij toch voor ons allebei, kreeg ze ten antwoord. Vergiste Helga zich, of had het wer kelijk wat bitter geklonken? Ja, knikte ze, en vandaag in het bijzonder. Zij nam hem mee het portaal uit naar de parkeerplaats. Hij liet zich leiden, half nieuwsgierig, half boos, maar in elk geval wat onzeker. Toen ze naast de elegante wagen van Alberti stonden, steeg Eckert uit en opende het portier. Holl aarzelde. Neem me niet kwalijk.... nu wil ik toch wel eens weten, wat dit alles te beduiden heeft! Zij hield hem bij zijn mouw vast. Deze wagen hoort aan een zekere meneer Alberti, verklaarde zij, zijn dochter ligt in een kliniek. Het is de ziekte van Miller, dokter. Onderweg zal ik u alles nader uiteenzetten. En haar stem dempend, fluisterde zij hem nog toe: Laat de chauffeur niet merken hoe wij tegenover elkaar staan. Dat be hoeft voorlopig niemand te weten. Daarna zei ze tegen de chauffeur, dat dit Dr. Holl was, die meteen mee terug zou rijden. Eckert knikte. Dan staat ons niets meer in de weg, ik heb intussen benzine getankt. Wat mij betreft kunnen we vertrekken. Holl wilde protesteren, want hij moest tenslotte toch nog wat bagage inpakken. Maar toen zag hij zijn koffer naast de chauffeur liggen. Jawat heb je.... wat hebt u dan Ik was in uw pension, dokter, glimlachte zij, en uw hospita, mevrouw Von Bergmann, heeft alles voor me in gepakt wat u de volgende dagen nodig zult hebben. Maar ik moet misschien het se rum hebben. Dat heb ik al, dokter. Stefan Holl schudde weliswaar het hoofd, maar hij gaf het op en volgde Helga in de wagen. Langzaam reed het voertuig weg en gleed met gematigde gang door de hel verlichte stad. Eerst op de buitenweg een kleine hoop zou rechtvaardigen. Toen hij tenslotte in gepeins verzonk, haalde zij de koffer te voorschijn. In het donker tastten haar handen naar een klein pakje, en toen ze het gevon den had, hield ze het hem voor. Hier is het serumStefan, zei ze triomfantelijk. Haastig greep hij er naar. Jamaar hoe heb je dat eigen lijk....? Ze had er plezier in hem te verrassen Jadat verwondert je, niet waar? Maar ik heb zelf alles ingepakt Roman van Hans-Otto Meissner Nederlandse bewerking H. Magnin Verschuur trapte Eckert het gaspedaal door. Zo, zei Helga tevreden en leunde dicht tegen Stefan aan, nu zal ik je op het rijtje af alles vertellen. Uitvoerig verhaalde ze hem nu van Angela, van haar toestand en van de negatieve bevinding van Dr. Goden- bergh De jonge arts was er helemaal in de zeldzame ziekte was van de grootste klinische waarde en viel onder het ge bied waarin hij zich specialiseerde. Daarom onderbrak hij haar verhaal door vele vragen. Zij kon hem echter geen antwoord geven, dat nog ergens wat je nodig zou kunnen hebben. En dan kan ik je nog tot je geruststelling zeggen, dat ikzelf met professor Amriss gesproken heb. Hij heeft niets tegen je Italiaanse uitstapje. Integendeelhij meende, dat die afwisseling je goed zou doen. Holl schudde het hoofd, hij voelde zich bij dit alles toch niet helemaal gelukkig. Ik moet je zeggen, Helga, dat ik dergelijke overrompelingen eigenlijk niet erg waarderen kan. Zij knikte, alsof zij deze opmerking verwacht had. Ja, ja, Stefan, dat weet ik. Zulke snelle besluiten liggen jou niet zo. Maarje hebt toch vertrouwen in mij, nietwaar? Natuurlijk.... zeker! Maar dit heeft niets met vertrouwen te maken. Ik weet niet.... tenslotte zijn dit toch mijn aangelegenheden waarin jij zo drastisch ingrijpt. In jouw aangelegenheden, Stefan? onderbrak zij hem. Zijn het niet onze aangelegenheden, wanneer jij de kans krijgt vooruit te komen? Och janatuurlijkmaar.. Zacht klonk haar vriendelijk lachje, dat hij zozeer liefhad. Het gaat precies, zoals ik dacht. Je zegt altijd en eeuwig bij alles: maarEn voor zo'n „maar" was vandaag geen tijd meer. Dat je mee zou gaan was zonder meer duidelijk. Ik heb alleen die tijdrovende „maars" willen vermijden. Ben je daarom boos op me? Ja, zei hij. Maar ze zag in het duister zijn tanden glinsteren en wist, dat hij lachte. Ja, ik ben erg boos op je! Je bent een huistiran en ik moet nog eens over wegen, of een man, die gelooft in zijn zelfbeschikkingsrecht wel met zoiets als jij bent trouwen moet. Denk daar dan nog maar eens over na, zei ze goedgemutst, maar kwam daarna weer tot de zaak. Het serum is dus goed gebleven., dat had je me toch geschreven? Jategen alle verwachting in. En geen enkele onaangename na werking? Geen enkelevoorzover men het tot nu toe heeft kunnen vaststellen. Maar Stefan, dan heb je daarmee een zeer belangrijke ontdekking ge daan! Amriss gelooft ook, dat het een eerste schrede is en een schaduw van hoop geeft. En hoe denk jijzelf erover? Zij voelde hoe hij een hulpeloos ge baar maakte. Dat kan ik niet precies weten, Helga. Misschieneens Wat betekent „misschien"en „eens"? Misschien, zei hij zeer ernstig, misschien kan dit serum eens het uit gangspunt zijn voorvoor de ge nezing van de ziekte van Miller, ik be doel natuurlijk in bizonder gustige ge vallen. Stefan, fluisterde ze met haar haar hoofd op zijn schouder, Stefan, ik ben toch zo trots op je. Daar bestaat nog helemaal geen reden voor, Helga, weerde hij voor zichtig af. Tot aan de vervulling van zo'n verheven hoop moet nog een lange weg bergop en bergaf gegaan worden. En op die weg liggen geluk en pech, toeval en dwaling hopeloos dooreen. De nacht was zacht en maanloos. Slechts de sterren schitterden. Het leek Helga toe dat Eckert nog sneller reed dan eerst. De wagen werd door de mo tor verwarmd en van de kilheid der nacht bemerkte men daarbinnen niets. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1957 | | pagina 4