DE VALLEI HU Kwart Edammer ,.,89 Lunchworst ,69 Margarine goudmeck 3pikk,n 99 Haring in tomatensaus grams blik 59 Doperwten ansr 67 Hele rijst droogkokend 500 gram 37 Tutti-frutti ti 59 Cocos macroontjes S 57 Speculaas Lucifers 55 114 75 75 45 75 15 45 45 54 664555 20% verdiend 165 SIMON DE WIT Het gebeurde in een Mei-nacht zeifw. Wasmiddeb,,».. 58 Simon de Wit is Dovo oefende en won van het Harderwijkse V.V.O.G. Voor de Jeugd V.R.C. zegevierde na harde strijd op het Edese D.T.S. Scherpenzeel had pech GRATIS MELKKOETJES met Pasen La Hoofdstraat 93 Veenendaal Advendo verloor van Kulan Mat jan leed een niet verdiende nederlaag J. P. VALKEMA BLOUW ROMAN UIT DE NAPOLEONTISCHE TIJD De dankbare meerkoet Elk artikel ook afzonderlijk en volop verkrijgbaar 250 gram 250 gram 250 gram 35 2 pakken 35 rekent u maar na In Veenendaal komen wij gratis horen en bezorgen: Telefoon 2015 Dovo had een vrije dag en speelde om fit te blijven een wedstrijd tegen het nog wel bekende VVOG uit Harderwijk. Deze wedstrijd droeg wel de naam, maar zeker niet het karakter van vriend schappelijk. Vooral na de rust ging het soms vrij hard en aan beide kanten min der prettig toe. Ook het vertoonde spel was soms zo onsamenhangend en door zichtig, dat weinig of niets geleek op kampioensvoetbal. De thuisclub was van de aanvang af in de meerderheid maar capaciteiten voor een doelpunt schenen de aanvallers niet te bezitten. Wat ons vooral opviel was de slechte looptechniek van de rood- witten. Of heeft dat aan het weer ge legen? Na twintig minuten spelen leek het of de gasten tegen de verhouding in de lei ding zouden nemen, maar de bal werd keihard naast gescheten. Aan de andere kant bracht Van de Pol tien minuten later door al te egoistisch spel een prachtkans om zeep. Juist voor de rust zag Muller nog kans om een afgemeten voorzet van Van de Pol hoog over het doel te lepelen. Kwamen de gasten in die periode eens een keer voor het Dovo-doel, dan stond Advendo uit Ederveen speelde zater dagmiddag met enkele invallers een vriendschappelijke wedstrijd tegen de 2e klasser Kulan in Veenendaal. Kulan begon overrompelend en de wedstrijd was nau welijks een minuut oud of doelman Looyen moest reeds zwichten voor een hard schot van Kulan's linksbinnen (1-0). De strijd ging hierna meer gelijk op. De aanvallen van Advendo waren vaak niet onverdienstelijk, maar het juiste schot ontbrak. Kort voor rust kon Kulan door een royale misser van de Advendo- spil zijn voorsprong vergroten tot (2-0). Na de thee zette Advendo alles op alles om de achterstand in te lopen, maar de achterhoede van Kulan wist van geen wijken. Enkele goede schoten van links buiten Snitselaar werden door de Kulan- doelman goed gestopt. Een misverstand in de Advendo-verdediging gaf Kulan gelegenheid de score te verhogen tot (3-0) Een kwartier voor tijd wist rechtsbuiten Greuter de eer te redden, door met een goed doelpunt de achtestand te verklei nen tot (3-1). Het spel van Advendo was in deze wedstrijd aanmerkelijk slechter dan in de wedstrijd tegen DVSA uit Amerongen. I daar altijd weer Van Laar (hoewel ook al niet in topvorm) weer klaar om met be hulp van zijn backs op tijd in te grijpen. Hoewel de gasten na de thee direct in de aanval gingen, was het toch ne enkele minuten al 1-0 teen bij een Dovo-aanval een achterspeler in eigen doel trapte. Na een half uur spelen was het aan een grove blunder van doelman Harde- veld te danken dat het weer gelijk werd 1-1. De vreugde bij de gasten was echter maar van korte duur want direct daarop wist Schoeman een fout in de achterhoe de af te straffen waardoor het 2-1 werd. Het mooiste moment van de wedstrijd beleefde we ongeveer tien minuten voor het einde toen Kroesbergen een fantas tisch mooie kopbal op het vijandelijk doel afvuurde, die jammer genoeg juist over de dekl^it scheerde. Kort daarna was het de naar voren gekomen Van Ojik die aan alle onzekerheid een einde maakte en de stand op 3-1 bracht Hoewel een gelijk spel de verhouding zeker beter had weergegeven, moest Mat jan in Hilversum tegen Altius toch met een 3-1 nederlaag genoegen nemerf. Het geluk was van het begin af met de gast heren, terwijl de Pantermensen schijn baar niet de juiste man in de voorhoede hadden, om een der talrijke goed opge zette aanvallen af te ronden. Toen er ongeveer tien minuten gespeeld waren hadden de Veenendalers ook de pech nog dat hun doelman een vrij on benullig schot onder zijn schoen door liet glijden, waarmede zij een 0-1 achterstand kregen. Altius werd daarna voortdurend in de verdediging gedwongen, maar - er werd van de kansen die daardoor ontstonden niet geprofiteerd, zodat de rust met de zelfde stand inging. Ook in de tweede helft was het meteen weer Matjan dat ten aanval trok, maar verder dan enkele doelrijpe kansen kwa men zij ook nu niet. Toch vochten zij on vermoeid door maar toen aan de andere kant een buitenspeldoelpunt, ondanks protesten van de grensrechter, toch toe gekend werd, zakte de Veenendalers snel af. Altius profiteerde hiervan en bracht met een keurig doelpunt de stand op 3-0. Vijf minuten voor tijd wist Matjan nog eenmaal terug te komen wat leidde tot grote verwarring in de Altius-doelmond. G. van Essen maakte hiervan handig ge bruik en wist zodoende de eer voor zijn club te redden 3-1. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal r WIE ZIJN ER JARIG? 28 febr. Frans Albers 28 Jolanda Buys 28 Janny de Bruin 29 Aartje v. d. Kraats 1 maart Hennie Wagensveld, Scherpenz. 1 U Gijs Drost, Eist 2 Henny Wartman 2 Arend v. d. Berg 3 Hilco van Meerten 4 Tineke Greve 4 Martin Visser 5 Gerrit Gerritsen Hartelijk gefeliciteerd! OPLOSSING RAADSELS I. A alle vier; B een pos is een zoet watervis; C cimbaal, koperen bek kens; D een knorhaan is een zeevis. II. Emmen, loods, ster, makreel, jol, muis, Moskou. III. Assen, Asten. I. Een wielewaal is een vogel; B haché is een gerecht van vlees en uien; C gondel is een Venetiaanse boot; D een angel is een steekwapen van wespen, bijen enz. II. zalf, mug, water, elf, leem, lente, Zutfen III. Jan, u, ar, i. Januari. Sicot diep-bedroefd met dikke tranen in de ogen. Louis Bertrand - ondanks alles - tamelijk opgewekt... Monsieur Patou keurig netjes aangekleed en vol verwachting. Hij heeft aangeboden het „pleegkind der gemeente" persoonlijk weg te brengen en stelt zich daar veel van voor. Er zijn brieven gewisseld met de fa milie van het jongmens, die nu de re volutie geluwd is, geleidelijk naar Pa rijs is teruggekeerd. Men heeft corres pondentie gevoerd, en een kleine mede deling in een dezer brieven - tactvol door maire Patou aangebracht (was deze aanduiding wel zo tactvol?) heeft wonderen verricht. De koele toon van het aanvankelijke antwoord is opeens veranderd. Men verheugt er zich zelfs op, de jonge neef te ontmoeten... Bovendien... men zal •7)1 iwy v om ze die te voeren. Ik strooide het brood voor hen neer, maar ze hapten niet eens meer. Door de honger en de kou wa ren ze meer dood dan levend. Ik kon ze toch niet laten zitten en toen heb ik ze opgepakt en in de fietstas gestopt en nu moeten we maar proberen de beesten weer een beetje op verhaal te krijgen." „Mogen we helpen vader?" vroegen de jongens. „Natuurlijk" antwoordde vader, „haal maar vast een lege doos uit de schuur." Dat deden de jongens en vader haalde de vogels uit de fietstas. Twee zielige hoopjes vogel hield vader in zijn handen. Voor één van de twee was al geen hulp meer nodig, die was intussen al van na righeid gestorven en vader kon niets anders doen dan het magere vogel lichaampje in de vuilnisemmer leggen, maar de andere vogel keek nog met pien tere oogjes de wereld in. „Die zullen we proberen te redden", zei vader. Het arme dier zag er verschrikkelijk uit. Het was zo mager als een lat en aan de veren zaten dikke stukken ijs. „De stakker", zei moeder. In een hoekje van de kamer werd de doos neergezet en de vogel erin gedaan. De jongens gingen weer aan hun werk, maar na een half uurtje moesten ze toch eens even kijken. HET GING GOED hem voorthelpen. Waarom ook niet? Een De Travillot! Een familielid toch, waaraan - nu ja - een pikante bijkom stigheid verbonden is. Niet dat men daarom... Maar toch....! Al is in deze tijd verwantschap met de Bourbons - hoe vaag ook - allerminst een aanbe veling. Louis Bertrand gaat zijn bestemming - of is het zijn noodlot? - tegemoet. Hij zit met popelend hart en ogen vol verwachting - hij heeft immers nog nooit het kleine provincieplaatsje ver laten - naast de dikbuikige Jean Pa- teou, die voortdurend en graag over zichzelf spreekt en dit alles afwisselt met een dutje. De wagen waarin dit alles plaats vindt, schommelt en schokt gemoedelijk de lange weg naar Parijs. Op de bok een rustieke voerman, Daniël geheten, pend van het water kwam hij weer te voorschijn. De meerkoet vond het koude water nog prettiger dan de doos bij de kachel. „Kijk", zei vader, „er zitten vijf meerkoeten in het wak, maar die van ons kun je best kennen, die glanst veel meer dan die anderen, die al die koude dagen buiten geweest zijn." De jongens voerden nog wat brood aan de vogels in het wak en de pas losgelaten die een grote bonkige schimmel en een dampige bruine tot een gelijkwaardig stel tracht te verenigen. De snelheid van de wagen is uiter aard niet groot, maar dat is ook niet nodig. Louis Bertrand kijkt zijn ogen uit en Jean Patou geniet van zijn va kantiedag. Waarbij hij het jaloerse oog van zijn bedaagde eega eens bij uitzon dering niet op zich voelt rusten. Men passeert (maar de jongen weet het niet) de plek waar zijn ouders op zulk een afschuwelijke wijze om het leven zijn gekomen. Het huis is nooit herbouwd en allengs tot een ruïne vervallen. In de verwaar loosde tuin staat het onkruid meters hoog. De koets dendert verder. Het wordt drukker op de weg. Boeren en kooplie den, kleine burgers en handwerkslie den. Voertuigen van allerlei slag. Het is duidelijk, dat men een grote stad na dert. „Ja", zegt de burgemeester voldaan, „spoedig zullen wij in Parijs zijn. In Parijs... Oh, joggie, je weet niet wat die klank voor mij betekent. Een stad... (hij spitst de lippen)... een stad... ah... la, la! En - les filettes! Ja, daar heb jij nog geen verstand van. Maar ik op mijn leeftijd..." Monsieur Patou vervalt in aange naam gepeins. Hij weet het goede dezer aarde zeer te waarderen, al krijgt hij meerkoet at al weer dapper mee. Toen moesten de jongens naar school en vader moest naar zijn werk. Maar van de bomen in het park vielen langzaam enkele druppels naar beneden. De dooi was ingevallen. De mensen waren daar mee heel blij en de vogels niet minder. Voor hen betekende het het einde van een barre tijd. Het voorjaar zou niet lang meer op zich laten wachten. daartoe maar zelden de gelegenheid. Daar zijn de eerste huizen. „Voor stad", volgens de maire, „de eigenlijke stad komt nog". En zij komt! Huizen naast huizen en steeds weer nieuwe reeksen huizen. Straten aan straten, afgewisseld door pleinen en lanen waar schamele bomen hun stoffiggroene kruin omhoog ste ken. Druk verkeer van karren en koet sen, voetgangers, mannen en vrouwen. Kinderen, die angstig kijken bij het oversteken en oude juffers, die bevend hun kans waarnemen. „Druk hier", zegt monsieur Patou voldaan „deksels druk. Maar dat maakt er juist de bekoring van uit. Dat is nu 't verschil met het brave Arpagnon. Daar kun je meestal wel met een ka non door de straat schieten. Maar hier... Louis Bertrand geeft zijn metgezel gelijk, 't Is hier wel heel anders dan in 't stille plaatsje waar hij is opgevoed. Hij voelt, dat hij het hier naar zijn zin zal hebben. Zijn jonge hart trekt naar dit roezig beweeg, naar dit lawaaiig tumult, naar al die mooie huizen met indrukwekkende puien, naar de win kels met fraaie uitstallingen.... Hij geniet van het geratel der wielen over de straatstenen en ziet terloops, dat de bevolking hier anders en vaak deftiger gekleed gaat, dan in zijn vroe gere woonplaats. (Wordt vervolgd.) VRC werkte zaterdag weer aan de ver betering van haar positie op de ranglijst door het Edese DTS met een 3-2 neder laag naar huis te sturen. Het was een harde strijd waarin de Veenendaalse voorhoede steeds fel van leer trok, maar vaak de goed in vorm zijnde Edese doelman Jonker tegenover zich vonden die steeds weer de goed op gezette aanvallen wist te onderbreken. Toch was het in de tiende minuut al raak toen de goed verdedigende DTS-achter- hoede niet kon verhinderen dat Cornelis- sen een goede voorzet van Nellestijn on der de vallende doelman Jonker door in het doel plaatste (1-0). Ondanks dat er maar sporadisch goed voetbal te zien gegeven werd, was het toch een spannende strijd daar beide ploegen elkaar geen duimbreed toegaven. Zo ploeterde men door tot de vierender tigste minuut toen Jansen een voorzet op het hoofd van midvoor Rebergen plaatste die meteen hard inkopte (0-2). Dit was het sein voor de Edenaren om een algemene aanval in te zetten. Angstig dicht kwamen de gasten bij het Veenen daalse doel, zo dicht zelfs dat Masten broek kans zag om in te schieten. Dit zou dan ook een doelpunt geworden zijn als niet een van de VRC-spelers de bal met de hand bewerkt had. De hiervoor toe gestane strafschop werd echter foutloos door Morren in een doelpunt omgezet (2-1) Na de rust pakte DTS heel anders uit, maar goed werk van doelman Van Kooten voorkwam aanvankelijk de gelijkmaker. Dertig minuten was de strijd oud toen het dan toch eindelijk zover kwam. Mor ren kopte door naar de vrijstaande Jan sen die met een hard schot de partijen op gelijke voet bracht (2-2). Fel werd het laatste kwartier gestreden om de zo begeerde overwinning, waarbij uiteindelijk VRC de gelukkigste was. Jansen kreeg de kans maar miste, waar na de toegelopen rechtsbuiten Drost de bal over de uitgelopen Jonker in het doel schepte (3-2). VRC staat met deze overwinning onder aan de ranglijst in puntenaantal gelijk met Ermelo, maar de Veenendalers heb ben twee wedstrijden minder gespeeld en er bestaat nu dus een redelijke kans om degradatie te voorkomen. en verloor met 4-5 van Sportclub Rhenen Het zaterdagelftal van Scherpenzeel had zaterdag tegen sportclub Rhenen wel pech, toen het met 4-5 tenslotte nog verloor. Een paar blunders van de doelverdediger kostten hun vier doel punten. Dat zij de kracht bezaten om hun achterstand weer in te lopen pleit wel voor hun sterke moreel. Een teleurstelling voor deze hard werkende jongens. Het was een spor tieve wedstrijd. NIEUWE TOEPASSING VAN RADER Een Belgische firma, fabrikante van elektronische buizen, enz., heeft een ra dartoestel ontwikkeld dat de aanwezig heid van vliegtuigen op een afstand van 60 km zichtbaar doet worden en aan een batterij van afweergeschut kan worden gekoppeld, met dien verstande dat het toestel de werkzaamheden van de be dieningsmanschappen overneemt, zodra het vliegtuig zich binnen de zone be vindt, die voor de batterij een doeltref fend vuur mogelijk maakt. EEN DER VELE PRESTATIES VAN HET MENSELIJK HART Ons hart maakt dagelijks 100.000 slagen en moet daarbij ongeveer 10.000 liter bloed door een vaatstelsel van 2.250 km pompen. Volgens de wetten der mecha niek berekend, komt dit overeen met een arbeidsvermogen dat voldoende zou zijn, om een flinke man van 70 kg gewicht ongeveer 285 meter op te heffen. NIEUWE RAADSELS Voor ouderen. I. Zet de cijfers 1 tot en met 15 op een rij. Hieronder komt de naam van een plaats in Zuid-Holland. 4 8 9 7 hemellichaam. 5 14 1 zwarte kleverige stof 15 9 4 5 12 7 plaats in Overijsel. 13 3 7 11 6 een boom. 11 2 8 9 1 monster, voork. in fabels. II. Door de juiste letter uit elk van deze acht beroepen te kiezen, kunen jullie een negende beroep vinden. Bovenaan be ginnen. TYPISTE LASSER TEKENAAR BEDRIJFSLEIDER BAKKER MONTEUR NAAISTER SCHILDER III. De meeste torens zijn van boven mijn eerste deel, maar zelden zo hoog als mijn twee laatste delen. Mijn geheel is een eiland. Voor jongeren. I. Hier zijn de namen van vissen, vogels en bloemen. De letters staan echter in verkeerde volgorde. Kunnen jullie ze al lemaal vinden? Probeer maar eens. 1. (Vissen) losch, arbas, kenso 2. (Vogels) smu, lemer, ketser 3. (Bloemen) soro, jenar, soccru II. Waarom hadden ouderwetse mensen altijd knopen en hebben moderne men sen dikwijls een ritssluiting aan hun mantel? III. X - - - schoorsteenzwart terugkaatsing van geluiden een vaartuig plaats in Noord-Holland klein muntstukje als 5e rij een cijfer Op de kruisjeslijn komt van boven naar beneden de naam van een vrouw uit het Oude Testament. Op een avond in januari, toen het ver schrikkelijk koud was, kwam vader De Vries op zijn fiets thuis. „Kom maar gauw bij de kachel", zei moeder, „het vriest dat het kraakt en je zult wel half bevroren zijn." „Met mij loopt het wel los", zei vader, „maar ik heb twee gasten in mijn fietstas, die zijn er minder goed aan toe." Karei en Frits, die hun huis werk zaten te maken, keken direct op. Gasten in de fietstas, wat zou dat zijn? „Hebt u een paar jonge honden meege bracht vader?" „Nee" zei vader, „geen jonge honden, maar twee bevroren meer koeten." Toen ik langs de dijk fietste zag ik ze zitten. Ik dacht dat de stumpers honger hadden en daar ik nog een boter ham in m'n tas had, ben ik afgestapt Ze haalden de lap van de doos en toen zagen ze dat de warmte de meerkoet goed had gedaan. De dikke stukken ijs waren al helemaal weggesmolten van de vleugels en het dier stond al weer recht op zijn poten. „Dat gaat prima", zei vader „we zullen eens kijken of hij wat lust." Moeder haalde een plak brood en vader weekte het brpod in een kopje met war me melk. Hij hield een stukje brood voor de bek van de meerkoet enhap het ging dadelijk naar binnen. „Prachtig", juichten de jongens. De meerkoet at de hele plak brood op en toen ging hij in een hoekje van de doos zitten. De volgende morgen gingen ze direct na het opstaan kijken en ze zagen dat de vogel prachtig was opgeknapt. Hij sloeg al met de vlerken en wilde uit de doos. Gauw legden de jongens de lap weer op de doos. Vader kruimelde een plak brood stuk en toen hij de meerkoet een stukje wilde voeren kreeg hij een venijnige pik in de vingers. „Au", zei vader, „dat is niet erg dankbaar voor al onze zorgen, maar het betekent dat onze vriend weer heef wat mans is." De hele zaterdag bleef de meerkoet nog in de doos en het dier begon hoe langer hoe sterker te worden, 's Middags kreeg hij nog gezelschap van een half bevroren spreeuw, die Karei in de tuin had gevon den en die ook al gauw weer ontdooide in de warme kamer. De vogels kregen zo veel eten als ze hebben wilden en ze dronken naar hartelust uit een bakje water. Zondagmorgen werd de spreeuw weer losgelaten en die vloog op het dak en begon zijn veren op te poetsen, die was ook weer gered. NAAR HET WAK De meerkoet werd hoe langer hoe le vendiger. Hij at als een wolf en de veren kregen weer wat glans. Toen de jongens maandagmorgen in de kamer kwamen, was de doos leeg. De meerkoet was er uit gevlogen en zat deftig onder de tafel. „Ziezo", zei vader, „nu wordt het tijd dat we hem weer bij zijn kornuiten bren gen, het weer is veel zachter en de radio voorspelt dooi, hij moet nu maar weer naar buiten." De meerkoet kreeg eerst nog een dikke plak brood en toen ging hij weer in de fietstas van vader, maar nu was hij er heel wat beter aan toe dan een paar dagen geleden. Karei en Frits mochten mee, het kon nog net voor schooltijd. Samen fietsten ze naar de gracht waar een groot wak was, waar eenden en meerkoeten rondzwommen. De vogels keken ook al vrolijk, want de kou begon minder te worden en het was net of ze voelden dat de dooi op komst was. Dicht bij het wak werd de meerkoet uit de fietstas gehaald. „Zo jongen", zei vader nu kan je er weer tegen, ga maar gauw naar je kameraden." Karei en Frits mochten de meerkoet elk nog een keer over de zwarte rug strijken en toen Frits het deed, kreeg hij ook een pik in de vingers. „Dat moet je hem maar niet kwalijk nemen", zei vader, „dat betekent in meerkoetentaai „dank je wel jongens, voor de genoten gastvrijheid." Toen zette vader de meerkoet op het ijs neer. De vogel was helemaal niet bang. Hij schudde zijn veren eens en wandelde toen op zijn lange poten naar het wak en hij gleed van de rand het water in. Meteen dook hij onder en drui- 20%éoectfapei' Simon de Wit t/m maart vitaminen# Algemeen gangbaar in Nederland en ook bij deze lage prijzen, zoals altijd 80235 (9) Deze is nu zestien jaar, een knappe, flinke jongeman met goede manieren en een openhartig gezicht. Hij weet van een heleboel dingen iets af, maar staat ietwat vreemd tegenover het le ven. Op zijn zestiende verjaardag, op de vooravond van zijn vertrek naar Parijs - in overleg alweer met monsieur Pa tou, die zo'n beetje de rol van voogd vervult - wordt aan Louis Bertrand het geheim onthuld, dat aan zijn ge boorte verbonden is. Mademoiselle Sicot doet dit met alle tact en liefde, waarover zij beschikt. Zij kan echter niet verhinderen, dat Louis Bertrand schrikt en verdrietig wordt. „Ik wil geen onecht kind zijn", snikt hij, „mijn moeder heeft dan toch haar echtgenoot bedrogen... Ik vind het af- huv.-'lijk, afschuw'lijk!" zegt mademoiselle Sicot zacht, veroordeel je moeder niet. Zij zal van h ar minnaar gehouden hebben. Een huwelijk was onmogelijk. En monsieur ^e Travillot..." „Ik vind 't afschuw'lijk...!" houdt hij vol. „Ik wil dit allemaal zo gauw mo- ■u'ijk vergeten... Hoort u beiden: zo gauw mogelijk vergeten! Ik draag de a ~m De Travillot... en daarmee basta, k ben een doodgewone jongen. En dat andere... bah! Het zou de nagedachte- nis van mijn moeder bezoedelen, als ik moest denken..." Mademoiselle Sicot doet er het zwij gen toe. In haar hart kan ze haar pleeg zoon geen ongelijk geven. Maar toch... maar toch...! Het is met haar, als met elkeen, die de afkomst van Louis Bertrand zal ho ren... De zin voor het romantische - die de mens is ingeschapen - steekt dan on middellijk het hoofd op. „De zoon van hm... Maar dan toch van.... koninklij ken bloede! Een bastaard, ja zeker, maar er zijn zoveel bastaards uit de historie bekend, die toch... Ja, ja, een interessante geschiedenis. Dit is de vloek, die deze eenvoudige jongen mee door het leven zal dragen. Door ieder - zulk een nieuwtje vliegt snel - aangekeken als een merkwaar digheid. Benijd misschien... De zoon im mers van... Nooit voluit erkend, maar ook nooit de vergetelheid van een ge wone, niet-sensationele geboorte ge nietend. Arme Louis Bertrand! De „koetsier en tafeldienaar" Guillaume had betet kunnen zwijgen! Hij had de verrader lijke ring achter moeten houden... Maar aan dit alles is niets meer te doen. Ons lot wordt nu eenmaal van bovenaf bestuurd en het toeval wilde, dat Louis Bertrand de vloek van zijn geboorte in het leven moest meevoeren Een stralende morgen. Mademoiselle

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1958 | | pagina 4