DE VALLEI
HU
Kwart Edammer ,.,89
Lunchworst ,69
Margarine goudmeck 3pikk,n 99
Haring in tomatensaus grams blik 59
Doperwten ansr 67
Hele rijst droogkokend 500 gram 37
Tutti-frutti ti 59
Cocos macroontjes S 57
Speculaas
Lucifers
55
114
75
75
45
75
15
45
45
54
664555
20% verdiend 165
SIMON DE WIT
Het gebeurde
in een Mei-nacht
zeifw. Wasmiddeb,,».. 58
Simon de Wit is
Dovo oefende en won van het Harderwijkse
V.V.O.G.
Voor de Jeugd
V.R.C. zegevierde na harde strijd op het
Edese D.T.S.
Scherpenzeel had
pech
GRATIS MELKKOETJES
met Pasen
La
Hoofdstraat 93
Veenendaal
Advendo verloor van
Kulan
Mat jan leed een niet
verdiende nederlaag
J. P. VALKEMA BLOUW
ROMAN UIT DE NAPOLEONTISCHE TIJD
De dankbare
meerkoet
Elk artikel ook afzonderlijk
en volop verkrijgbaar
250 gram
250
gram
250 gram 35
2 pakken 35
rekent u maar na
In Veenendaal komen wij gratis horen en bezorgen: Telefoon 2015
Dovo had een vrije dag en speelde om
fit te blijven een wedstrijd tegen het nog
wel bekende VVOG uit Harderwijk.
Deze wedstrijd droeg wel de naam,
maar zeker niet het karakter van vriend
schappelijk. Vooral na de rust ging het
soms vrij hard en aan beide kanten min
der prettig toe. Ook het vertoonde spel
was soms zo onsamenhangend en door
zichtig, dat weinig of niets geleek op
kampioensvoetbal.
De thuisclub was van de aanvang af
in de meerderheid maar capaciteiten
voor een doelpunt schenen de aanvallers
niet te bezitten. Wat ons vooral opviel
was de slechte looptechniek van de rood-
witten. Of heeft dat aan het weer ge
legen?
Na twintig minuten spelen leek het of
de gasten tegen de verhouding in de lei
ding zouden nemen, maar de bal werd
keihard naast gescheten. Aan de andere
kant bracht Van de Pol tien minuten later
door al te egoistisch spel een prachtkans
om zeep.
Juist voor de rust zag Muller nog kans
om een afgemeten voorzet van Van de Pol
hoog over het doel te lepelen.
Kwamen de gasten in die periode eens
een keer voor het Dovo-doel, dan stond
Advendo uit Ederveen speelde zater
dagmiddag met enkele invallers een
vriendschappelijke wedstrijd tegen de 2e
klasser Kulan in Veenendaal. Kulan begon
overrompelend en de wedstrijd was nau
welijks een minuut oud of doelman
Looyen moest reeds zwichten voor een
hard schot van Kulan's linksbinnen (1-0).
De strijd ging hierna meer gelijk op.
De aanvallen van Advendo waren vaak
niet onverdienstelijk, maar het juiste
schot ontbrak. Kort voor rust kon Kulan
door een royale misser van de Advendo-
spil zijn voorsprong vergroten tot (2-0).
Na de thee zette Advendo alles op alles
om de achterstand in te lopen, maar de
achterhoede van Kulan wist van geen
wijken. Enkele goede schoten van links
buiten Snitselaar werden door de Kulan-
doelman goed gestopt. Een misverstand
in de Advendo-verdediging gaf Kulan
gelegenheid de score te verhogen tot (3-0)
Een kwartier voor tijd wist rechtsbuiten
Greuter de eer te redden, door met een
goed doelpunt de achtestand te verklei
nen tot (3-1). Het spel van Advendo was
in deze wedstrijd aanmerkelijk slechter
dan in de wedstrijd tegen DVSA uit
Amerongen.
I daar altijd weer Van Laar (hoewel ook al
niet in topvorm) weer klaar om met be
hulp van zijn backs op tijd in te grijpen.
Hoewel de gasten na de thee direct in
de aanval gingen, was het toch ne enkele
minuten al 1-0 teen bij een Dovo-aanval
een achterspeler in eigen doel trapte.
Na een half uur spelen was het aan
een grove blunder van doelman Harde-
veld te danken dat het weer gelijk werd
1-1. De vreugde bij de gasten was echter
maar van korte duur want direct daarop
wist Schoeman een fout in de achterhoe
de af te straffen waardoor het 2-1 werd.
Het mooiste moment van de wedstrijd
beleefde we ongeveer tien minuten voor
het einde toen Kroesbergen een fantas
tisch mooie kopbal op het vijandelijk doel
afvuurde, die jammer genoeg juist over
de dekl^it scheerde. Kort daarna was het
de naar voren gekomen Van Ojik die aan
alle onzekerheid een einde maakte en de
stand op 3-1 bracht
Hoewel een gelijk spel de verhouding
zeker beter had weergegeven, moest Mat
jan in Hilversum tegen Altius toch met
een 3-1 nederlaag genoegen nemerf. Het
geluk was van het begin af met de gast
heren, terwijl de Pantermensen schijn
baar niet de juiste man in de voorhoede
hadden, om een der talrijke goed opge
zette aanvallen af te ronden.
Toen er ongeveer tien minuten gespeeld
waren hadden de Veenendalers ook de
pech nog dat hun doelman een vrij on
benullig schot onder zijn schoen door liet
glijden, waarmede zij een 0-1 achterstand
kregen.
Altius werd daarna voortdurend in de
verdediging gedwongen, maar - er werd
van de kansen die daardoor ontstonden
niet geprofiteerd, zodat de rust met de
zelfde stand inging.
Ook in de tweede helft was het meteen
weer Matjan dat ten aanval trok, maar
verder dan enkele doelrijpe kansen kwa
men zij ook nu niet. Toch vochten zij on
vermoeid door maar toen aan de andere
kant een buitenspeldoelpunt, ondanks
protesten van de grensrechter, toch toe
gekend werd, zakte de Veenendalers snel
af. Altius profiteerde hiervan en bracht
met een keurig doelpunt de stand op 3-0.
Vijf minuten voor tijd wist Matjan nog
eenmaal terug te komen wat leidde tot
grote verwarring in de Altius-doelmond.
G. van Essen maakte hiervan handig ge
bruik en wist zodoende de eer voor zijn
club te redden 3-1.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal r
WIE ZIJN ER JARIG?
28
febr.
Frans Albers
28
Jolanda Buys
28
Janny de Bruin
29
Aartje v. d. Kraats
1 maart
Hennie Wagensveld, Scherpenz.
1
U
Gijs Drost, Eist
2
Henny Wartman
2
Arend v. d. Berg
3
Hilco van Meerten
4
Tineke Greve
4
Martin Visser
5
Gerrit Gerritsen
Hartelijk gefeliciteerd!
OPLOSSING RAADSELS
I. A alle vier; B een pos is een zoet
watervis; C cimbaal, koperen bek
kens; D een knorhaan is een zeevis.
II. Emmen, loods, ster, makreel, jol,
muis, Moskou.
III. Assen, Asten.
I. Een wielewaal is een vogel; B haché
is een gerecht van vlees en uien;
C gondel is een Venetiaanse boot;
D een angel is een steekwapen van
wespen, bijen enz.
II. zalf, mug, water, elf, leem, lente,
Zutfen
III. Jan, u, ar, i. Januari.
Sicot diep-bedroefd met dikke tranen
in de ogen. Louis Bertrand - ondanks
alles - tamelijk opgewekt... Monsieur
Patou keurig netjes aangekleed en vol
verwachting. Hij heeft aangeboden het
„pleegkind der gemeente" persoonlijk
weg te brengen en stelt zich daar veel
van voor.
Er zijn brieven gewisseld met de fa
milie van het jongmens, die nu de re
volutie geluwd is, geleidelijk naar Pa
rijs is teruggekeerd. Men heeft corres
pondentie gevoerd, en een kleine mede
deling in een dezer brieven - tactvol
door maire Patou aangebracht (was
deze aanduiding wel zo tactvol?) heeft
wonderen verricht.
De koele toon van het aanvankelijke
antwoord is opeens veranderd. Men
verheugt er zich zelfs op, de jonge neef
te ontmoeten... Bovendien... men zal
•7)1
iwy v
om ze die te voeren. Ik strooide het
brood voor hen neer, maar ze hapten niet
eens meer. Door de honger en de kou wa
ren ze meer dood dan levend. Ik kon ze
toch niet laten zitten en toen heb ik ze
opgepakt en in de fietstas gestopt en nu
moeten we maar proberen de beesten
weer een beetje op verhaal te krijgen."
„Mogen we helpen vader?" vroegen de
jongens. „Natuurlijk" antwoordde vader,
„haal maar vast een lege doos uit de
schuur."
Dat deden de jongens en vader haalde
de vogels uit de fietstas. Twee zielige
hoopjes vogel hield vader in zijn handen.
Voor één van de twee was al geen hulp
meer nodig, die was intussen al van na
righeid gestorven en vader kon niets
anders doen dan het magere vogel
lichaampje in de vuilnisemmer leggen,
maar de andere vogel keek nog met pien
tere oogjes de wereld in. „Die zullen we
proberen te redden", zei vader. Het arme
dier zag er verschrikkelijk uit. Het was
zo mager als een lat en aan de veren
zaten dikke stukken ijs. „De stakker", zei
moeder. In een hoekje van de kamer
werd de doos neergezet en de vogel erin
gedaan. De jongens gingen weer aan hun
werk, maar na een half uurtje moesten
ze toch eens even kijken.
HET GING GOED
hem voorthelpen. Waarom ook niet?
Een De Travillot! Een familielid toch,
waaraan - nu ja - een pikante bijkom
stigheid verbonden is. Niet dat men
daarom... Maar toch....! Al is in deze
tijd verwantschap met de Bourbons -
hoe vaag ook - allerminst een aanbe
veling.
Louis Bertrand gaat zijn bestemming
- of is het zijn noodlot? - tegemoet.
Hij zit met popelend hart en ogen vol
verwachting - hij heeft immers nog
nooit het kleine provincieplaatsje ver
laten - naast de dikbuikige Jean Pa-
teou, die voortdurend en graag over
zichzelf spreekt en dit alles afwisselt
met een dutje.
De wagen waarin dit alles plaats
vindt, schommelt en schokt gemoedelijk
de lange weg naar Parijs. Op de bok
een rustieke voerman, Daniël geheten,
pend van het water kwam hij weer te
voorschijn. De meerkoet vond het koude
water nog prettiger dan de doos bij de
kachel. „Kijk", zei vader, „er zitten vijf
meerkoeten in het wak, maar die van
ons kun je best kennen, die glanst veel
meer dan die anderen, die al die koude
dagen buiten geweest zijn."
De jongens voerden nog wat brood aan
de vogels in het wak en de pas losgelaten
die een grote bonkige schimmel en een
dampige bruine tot een gelijkwaardig
stel tracht te verenigen.
De snelheid van de wagen is uiter
aard niet groot, maar dat is ook niet
nodig. Louis Bertrand kijkt zijn ogen
uit en Jean Patou geniet van zijn va
kantiedag. Waarbij hij het jaloerse oog
van zijn bedaagde eega eens bij uitzon
dering niet op zich voelt rusten.
Men passeert (maar de jongen weet
het niet) de plek waar zijn ouders op
zulk een afschuwelijke wijze om het
leven zijn gekomen.
Het huis is nooit herbouwd en allengs
tot een ruïne vervallen. In de verwaar
loosde tuin staat het onkruid meters
hoog.
De koets dendert verder. Het wordt
drukker op de weg. Boeren en kooplie
den, kleine burgers en handwerkslie
den. Voertuigen van allerlei slag. Het is
duidelijk, dat men een grote stad na
dert.
„Ja", zegt de burgemeester voldaan,
„spoedig zullen wij in Parijs zijn. In
Parijs... Oh, joggie, je weet niet wat die
klank voor mij betekent. Een stad... (hij
spitst de lippen)... een stad... ah... la, la!
En - les filettes! Ja, daar heb jij nog
geen verstand van. Maar ik op mijn
leeftijd..."
Monsieur Patou vervalt in aange
naam gepeins. Hij weet het goede dezer
aarde zeer te waarderen, al krijgt hij
meerkoet at al weer dapper mee.
Toen moesten de jongens naar school
en vader moest naar zijn werk. Maar van
de bomen in het park vielen langzaam
enkele druppels naar beneden. De dooi
was ingevallen. De mensen waren daar
mee heel blij en de vogels niet minder.
Voor hen betekende het het einde van
een barre tijd. Het voorjaar zou niet lang
meer op zich laten wachten.
daartoe maar zelden de gelegenheid.
Daar zijn de eerste huizen. „Voor
stad", volgens de maire, „de eigenlijke
stad komt nog".
En zij komt! Huizen naast huizen en
steeds weer nieuwe reeksen huizen.
Straten aan straten, afgewisseld door
pleinen en lanen waar schamele bomen
hun stoffiggroene kruin omhoog ste
ken. Druk verkeer van karren en koet
sen, voetgangers, mannen en vrouwen.
Kinderen, die angstig kijken bij het
oversteken en oude juffers, die bevend
hun kans waarnemen.
„Druk hier", zegt monsieur Patou
voldaan „deksels druk. Maar dat maakt
er juist de bekoring van uit. Dat is nu
't verschil met het brave Arpagnon.
Daar kun je meestal wel met een ka
non door de straat schieten. Maar
hier...
Louis Bertrand geeft zijn metgezel
gelijk, 't Is hier wel heel anders dan in
't stille plaatsje waar hij is opgevoed.
Hij voelt, dat hij het hier naar zijn zin
zal hebben. Zijn jonge hart trekt naar
dit roezig beweeg, naar dit lawaaiig
tumult, naar al die mooie huizen met
indrukwekkende puien, naar de win
kels met fraaie uitstallingen....
Hij geniet van het geratel der wielen
over de straatstenen en ziet terloops,
dat de bevolking hier anders en vaak
deftiger gekleed gaat, dan in zijn vroe
gere woonplaats. (Wordt vervolgd.)
VRC werkte zaterdag weer aan de ver
betering van haar positie op de ranglijst
door het Edese DTS met een 3-2 neder
laag naar huis te sturen.
Het was een harde strijd waarin de
Veenendaalse voorhoede steeds fel van
leer trok, maar vaak de goed in vorm
zijnde Edese doelman Jonker tegenover
zich vonden die steeds weer de goed op
gezette aanvallen wist te onderbreken.
Toch was het in de tiende minuut al raak
toen de goed verdedigende DTS-achter-
hoede niet kon verhinderen dat Cornelis-
sen een goede voorzet van Nellestijn on
der de vallende doelman Jonker door in
het doel plaatste (1-0).
Ondanks dat er maar sporadisch goed
voetbal te zien gegeven werd, was het
toch een spannende strijd daar beide
ploegen elkaar geen duimbreed toegaven.
Zo ploeterde men door tot de vierender
tigste minuut toen Jansen een voorzet
op het hoofd van midvoor Rebergen
plaatste die meteen hard inkopte (0-2).
Dit was het sein voor de Edenaren om
een algemene aanval in te zetten. Angstig
dicht kwamen de gasten bij het Veenen
daalse doel, zo dicht zelfs dat Masten
broek kans zag om in te schieten. Dit zou
dan ook een doelpunt geworden zijn als
niet een van de VRC-spelers de bal met
de hand bewerkt had. De hiervoor toe
gestane strafschop werd echter foutloos
door Morren in een doelpunt omgezet (2-1)
Na de rust pakte DTS heel anders uit,
maar goed werk van doelman Van Kooten
voorkwam aanvankelijk de gelijkmaker.
Dertig minuten was de strijd oud toen
het dan toch eindelijk zover kwam. Mor
ren kopte door naar de vrijstaande Jan
sen die met een hard schot de partijen
op gelijke voet bracht (2-2).
Fel werd het laatste kwartier gestreden
om de zo begeerde overwinning, waarbij
uiteindelijk VRC de gelukkigste was.
Jansen kreeg de kans maar miste, waar
na de toegelopen rechtsbuiten Drost de
bal over de uitgelopen Jonker in het doel
schepte (3-2).
VRC staat met deze overwinning onder
aan de ranglijst in puntenaantal gelijk
met Ermelo, maar de Veenendalers heb
ben twee wedstrijden minder gespeeld en
er bestaat nu dus een redelijke kans om
degradatie te voorkomen.
en verloor met 4-5 van
Sportclub Rhenen
Het zaterdagelftal van Scherpenzeel
had zaterdag tegen sportclub Rhenen
wel pech, toen het met 4-5 tenslotte
nog verloor. Een paar blunders van de
doelverdediger kostten hun vier doel
punten. Dat zij de kracht bezaten om
hun achterstand weer in te lopen pleit
wel voor hun sterke moreel.
Een teleurstelling voor deze hard
werkende jongens. Het was een spor
tieve wedstrijd.
NIEUWE TOEPASSING VAN RADER
Een Belgische firma, fabrikante van
elektronische buizen, enz., heeft een ra
dartoestel ontwikkeld dat de aanwezig
heid van vliegtuigen op een afstand van
60 km zichtbaar doet worden en aan een
batterij van afweergeschut kan worden
gekoppeld, met dien verstande dat het
toestel de werkzaamheden van de be
dieningsmanschappen overneemt, zodra
het vliegtuig zich binnen de zone be
vindt, die voor de batterij een doeltref
fend vuur mogelijk maakt.
EEN DER VELE PRESTATIES VAN
HET MENSELIJK HART
Ons hart maakt dagelijks 100.000 slagen
en moet daarbij ongeveer 10.000 liter
bloed door een vaatstelsel van 2.250 km
pompen. Volgens de wetten der mecha
niek berekend, komt dit overeen met een
arbeidsvermogen dat voldoende zou zijn,
om een flinke man van 70 kg gewicht
ongeveer 285 meter op te heffen.
NIEUWE RAADSELS
Voor ouderen.
I. Zet de cijfers 1 tot en met 15 op een
rij. Hieronder komt de naam van een
plaats in Zuid-Holland.
4 8 9 7 hemellichaam.
5 14 1 zwarte kleverige stof
15 9 4 5 12 7 plaats in Overijsel.
13 3 7 11 6 een boom.
11 2 8 9 1 monster, voork. in
fabels.
II. Door de juiste letter uit elk van deze
acht beroepen te kiezen, kunen jullie een
negende beroep vinden. Bovenaan be
ginnen.
TYPISTE
LASSER
TEKENAAR
BEDRIJFSLEIDER
BAKKER
MONTEUR
NAAISTER
SCHILDER
III. De meeste torens zijn van boven
mijn eerste deel, maar zelden zo hoog als
mijn twee laatste delen. Mijn geheel is
een eiland.
Voor jongeren.
I. Hier zijn de namen van vissen, vogels
en bloemen. De letters staan echter in
verkeerde volgorde. Kunnen jullie ze al
lemaal vinden? Probeer maar eens.
1. (Vissen) losch, arbas, kenso
2. (Vogels) smu, lemer, ketser
3. (Bloemen) soro, jenar, soccru
II. Waarom hadden ouderwetse mensen
altijd knopen en hebben moderne men
sen dikwijls een ritssluiting aan hun
mantel?
III.
X - - - schoorsteenzwart
terugkaatsing van geluiden
een vaartuig
plaats in Noord-Holland
klein muntstukje
als 5e rij
een cijfer
Op de kruisjeslijn komt van boven naar
beneden de naam van een vrouw uit het
Oude Testament.
Op een avond in januari, toen het ver
schrikkelijk koud was, kwam vader De
Vries op zijn fiets thuis. „Kom maar
gauw bij de kachel", zei moeder, „het
vriest dat het kraakt en je zult wel half
bevroren zijn." „Met mij loopt het wel
los", zei vader, „maar ik heb twee gasten
in mijn fietstas, die zijn er minder goed
aan toe." Karei en Frits, die hun huis
werk zaten te maken, keken direct op.
Gasten in de fietstas, wat zou dat zijn?
„Hebt u een paar jonge honden meege
bracht vader?" „Nee" zei vader, „geen
jonge honden, maar twee bevroren meer
koeten." Toen ik langs de dijk fietste zag
ik ze zitten. Ik dacht dat de stumpers
honger hadden en daar ik nog een boter
ham in m'n tas had, ben ik afgestapt
Ze haalden de lap van de doos en toen
zagen ze dat de warmte de meerkoet
goed had gedaan. De dikke stukken ijs
waren al helemaal weggesmolten van de
vleugels en het dier stond al weer recht
op zijn poten. „Dat gaat prima", zei vader
„we zullen eens kijken of hij wat lust."
Moeder haalde een plak brood en vader
weekte het brpod in een kopje met war
me melk. Hij hield een stukje brood voor
de bek van de meerkoet enhap het
ging dadelijk naar binnen. „Prachtig",
juichten de jongens. De meerkoet at de
hele plak brood op en toen ging hij in
een hoekje van de doos zitten.
De volgende morgen gingen ze direct
na het opstaan kijken en ze zagen dat de
vogel prachtig was opgeknapt. Hij sloeg
al met de vlerken en wilde uit de doos.
Gauw legden de jongens de lap weer op
de doos. Vader kruimelde een plak brood
stuk en toen hij de meerkoet een stukje
wilde voeren kreeg hij een venijnige pik
in de vingers. „Au", zei vader, „dat is
niet erg dankbaar voor al onze zorgen,
maar het betekent dat onze vriend weer
heef wat mans is."
De hele zaterdag bleef de meerkoet nog
in de doos en het dier begon hoe langer
hoe sterker te worden, 's Middags kreeg
hij nog gezelschap van een half bevroren
spreeuw, die Karei in de tuin had gevon
den en die ook al gauw weer ontdooide
in de warme kamer. De vogels kregen zo
veel eten als ze hebben wilden en ze
dronken naar hartelust uit een bakje
water. Zondagmorgen werd de spreeuw
weer losgelaten en die vloog op het dak
en begon zijn veren op te poetsen, die
was ook weer gered.
NAAR HET WAK
De meerkoet werd hoe langer hoe le
vendiger. Hij at als een wolf en de veren
kregen weer wat glans. Toen de jongens
maandagmorgen in de kamer kwamen,
was de doos leeg. De meerkoet was er uit
gevlogen en zat deftig onder de tafel.
„Ziezo", zei vader, „nu wordt het tijd
dat we hem weer bij zijn kornuiten bren
gen, het weer is veel zachter en de radio
voorspelt dooi, hij moet nu maar weer
naar buiten."
De meerkoet kreeg eerst nog een dikke
plak brood en toen ging hij weer in de
fietstas van vader, maar nu was hij er
heel wat beter aan toe dan een paar
dagen geleden. Karei en Frits mochten
mee, het kon nog net voor schooltijd.
Samen fietsten ze naar de gracht waar
een groot wak was, waar eenden en
meerkoeten rondzwommen. De vogels
keken ook al vrolijk, want de kou begon
minder te worden en het was net of ze
voelden dat de dooi op komst was.
Dicht bij het wak werd de meerkoet
uit de fietstas gehaald. „Zo jongen", zei
vader nu kan je er weer tegen, ga maar
gauw naar je kameraden." Karei en Frits
mochten de meerkoet elk nog een keer
over de zwarte rug strijken en toen Frits
het deed, kreeg hij ook een pik in de
vingers.
„Dat moet je hem maar niet kwalijk
nemen", zei vader, „dat betekent in
meerkoetentaai „dank je wel jongens,
voor de genoten gastvrijheid."
Toen zette vader de meerkoet op het
ijs neer. De vogel was helemaal niet
bang. Hij schudde zijn veren eens en
wandelde toen op zijn lange poten naar
het wak en hij gleed van de rand het
water in. Meteen dook hij onder en drui-
20%éoectfapei'
Simon
de Wit
t/m maart
vitaminen#
Algemeen
gangbaar in
Nederland
en ook bij deze lage prijzen, zoals altijd
80235
(9)
Deze is nu zestien jaar, een knappe,
flinke jongeman met goede manieren
en een openhartig gezicht. Hij weet
van een heleboel dingen iets af, maar
staat ietwat vreemd tegenover het le
ven.
Op zijn zestiende verjaardag, op de
vooravond van zijn vertrek naar Parijs
- in overleg alweer met monsieur Pa
tou, die zo'n beetje de rol van voogd
vervult - wordt aan Louis Bertrand
het geheim onthuld, dat aan zijn ge
boorte verbonden is.
Mademoiselle Sicot doet dit met alle
tact en liefde, waarover zij beschikt. Zij
kan echter niet verhinderen, dat Louis
Bertrand schrikt en verdrietig wordt.
„Ik wil geen onecht kind zijn", snikt
hij, „mijn moeder heeft dan toch haar
echtgenoot bedrogen... Ik vind het af-
huv.-'lijk, afschuw'lijk!"
zegt mademoiselle Sicot zacht,
veroordeel je moeder niet. Zij zal van
h ar minnaar gehouden hebben. Een
huwelijk was onmogelijk. En monsieur
^e Travillot..."
„Ik vind 't afschuw'lijk...!" houdt hij
vol. „Ik wil dit allemaal zo gauw mo-
■u'ijk vergeten... Hoort u beiden: zo
gauw mogelijk vergeten! Ik draag de
a ~m De Travillot... en daarmee basta,
k ben een doodgewone jongen. En dat
andere... bah! Het zou de nagedachte-
nis van mijn moeder bezoedelen, als ik
moest denken..."
Mademoiselle Sicot doet er het zwij
gen toe. In haar hart kan ze haar pleeg
zoon geen ongelijk geven. Maar toch...
maar toch...!
Het is met haar, als met elkeen, die
de afkomst van Louis Bertrand zal ho
ren... De zin voor het romantische - die
de mens is ingeschapen - steekt dan on
middellijk het hoofd op. „De zoon van
hm... Maar dan toch van.... koninklij
ken bloede! Een bastaard, ja zeker,
maar er zijn zoveel bastaards uit de
historie bekend, die toch... Ja, ja, een
interessante geschiedenis.
Dit is de vloek, die deze eenvoudige
jongen mee door het leven zal dragen.
Door ieder - zulk een nieuwtje vliegt
snel - aangekeken als een merkwaar
digheid. Benijd misschien... De zoon im
mers van... Nooit voluit erkend, maar
ook nooit de vergetelheid van een ge
wone, niet-sensationele geboorte ge
nietend.
Arme Louis Bertrand! De „koetsier
en tafeldienaar" Guillaume had betet
kunnen zwijgen! Hij had de verrader
lijke ring achter moeten houden...
Maar aan dit alles is niets meer te
doen. Ons lot wordt nu eenmaal van
bovenaf bestuurd en het toeval wilde,
dat Louis Bertrand de vloek van zijn
geboorte in het leven moest meevoeren
Een stralende morgen. Mademoiselle