DE VALLEI PESREP RECLAME twee pakjes kippebouillonsoep voor 50 cent Het gebeurde in een Mei-nacht V.V.V.-TEAMS BLIJVEN WINNEN Voor de Jeugd en betere waar en tien procent alleen De met spanning tegemoet geziene wedstrijd VRC - Dovo resulteerde in een 2-2 gelijk spel Veenendaal - Ede 3-3 EEN SINAASAPPEL VOOR KABOUTER SNUFFEL Bij aankoop van f5.— De Gruyter-artikelen krijgt U het Snoepje van de Week voor slechts 10 cent en bovendien Kippebouillonsoep pak 48 ct Edelbouillonpoederzakje 22 ct Bouillonblokje pakje 10 stuks 30 ct Aromafles 36 ct DE SLODDERVOS J. P. VALKEMA BLOUW ROMAN UIT DE NAPOLEONTISCHE TIJD Eindelijk is dan j.l. zaterdag het plaat- Nellestein de bal langs Van Hardeveld kon koppen (1-1). Nog maar twee minuten was de strijd in de tweede helft oud. toen na een vrije trap van Van de Pol, door onoplettend heid van de VRC-achterhoede, Slotboom de bal over de doellijn kon werken (1-2). Direct daarna was het Van Hal, die overigens geen meter vrij spel kreeg, de bal buiten het bereik van doelman Van Kooten tegen de paal schoot. Toen in de elfde minuut de Dovo-doel- man Van Hardeveld zich al te ver uit zijn doel waagde was het midvoor Rebergen die daar van profiteerde door de bal in het verlaten doel te schieten (2-2). Hoewel Dovo daarna iets in de meer derheid kwam en soms aardige aanvallen wist op te bouwen, bleek een doelpunt toch teveel gevergd. Er werd trouwens wel door Kroesbergen gescoord, maar toen had scheidsrechter Van Daal al ge floten voor een overtreding.' De laatste minuten werd de strijd iets feller maar verder dan een mislukte kans van Kroesbergen kwam het niet meer. Na afloop van de wedstrijd bood de heer M. v. Kooten, namens VRC, aan scheidsrechter Van Daal uit Utrecht, een kistje sigaren aan vanwege het feit dat de heer Van Daal zijn 25-jarig scheids rechters jubileum vierde. selijk treffen tussen VRC en Dovo een feit geworden. Na eenmaal afgebroken en een paar maal uitgesteld te zijn wegens slechte weersomstandigheden, kon deze grote strijd waar zoveel belangstelling naar uitging, dan eindelijk gestreden worden. Met het eindresultaat 2-2 kunen beide clubs best tevreden zijn. Hoewel Dovo in dit siezoen volgens de competitiestand uitgesproken de beste ploeg genoemd moet worden, hebben zij dat zaterdag toch niet bepaald bewezen, want wanneer de VRC-voorwaartsen in de eerste helft wat minder onbesuisd gespeeld hadden, dan had het er waarschijnlijk niet zo best uitgezien voor de rood-witten. Na de thee toen VRC vermoedelijk door vermoeidheid een kleine inzinking te overwinnen kreeg, kon Dovo haar spel iets meer ontplooien, maar het was ook toen niet overtuigend genoeg om het tot een overwinning te brengen. In de laatste minuten leefde de strijd in volle glorie op en kwamen er soms hier en daar scherpe kantjes aan. Overigens was het een sportieve strijd waaraan nog vele clubs een voorbeeld kunen nemen. Beide elftallen speelden met invallers waardoor er enige noodzakelijke wijzi gingen in de aanvankelijke opstellingen aangebracht moesten worden. Bij VRC miste men De Koning, wat tot gevolg had dat Drost achter moest spelen, ter wijl B. Keuken de rechtsbuitenplaats be zette. Dovo miste Schoeman en Van Zetten. Hierdoor verhuisde Van Ojik aanvanke lijk naar de midvoorplaats en Van de Pol werd rechtsbinnen, terwijl Nieboer ach ter en Slotboom op de rechtsbuitenplaats inviel. De grote mannen van deze middag waren bij VRC ongetwijfeld spil v. d. Weerdhof (Parola) en rechtsbinnen Nel lestein, terwijl ook de jeugdige doelman Van Kooten zich niet onbetuigd liet. Bij Dovo was het spil Van Laar die na een enigszins zwak begin tot behoorlijke hoogte groeide en de invaller Slotboom, waar hoewel er nog wel een en ander aan geschaafd moet worden, een goede voetballer in zit. Onder overgrote publieke belangstel ling stelde beide ploegen zich tegen half vijf op en kon de strijd een aanvang nemen. Na een wat zenuwachtig begin kwamen beide ploegen al spoedig tot verdienste lijke aanvallen, wat echter niet meer dan verkennen bleek te zijn. Daarna kwam VRC meer in de aanval e'n bracht de Dovo-achterhoede soms danig in het nauw. Het was dan ook tegen de ver houding in dat Dovo na ongeveer een kwartier spelen door een fout in de VRC- verdediging de leiding nam (0-1). Direct daarna kreeg Cornelissen, een opgelegde kans om gelijk te maken, maar liet deze onbenut. Na een half uur spelen leek het of Dovo de voorsprong zou gaan verhogen, maar het harde schot van Mul ler werd met een keurige duik door doelman Van Kooten onschadelijk ge maakt. Enkele minuten voor de rust kwam de zo verdiende gelijkmaker, toen Cornelis sen na prima voorbereidend werk van Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal ONZE JARIGEN 20 maart Herman Ariesen 20 20 21 21 22 22 23 24 25 Carola van Os Gerard Lodder Nelly Mollema Gerda Bos Jan Ariessen Zilvervos Irene Roelofsen Willy Diepeveen Leeuwebekje Van harte gefeliciteerd! Veenendaal speelde zondag een oefen wedstrijd tegen haar oude rivaal Ede. Na tweemaal achter gestaan te hebben wist Veenendaal uiteindelijk toch nog een 3-3 gelijk spel te bereikei). Het was een gelijkopgaande strijd, waarbij de thuisclub al reeds in de vijfde minuut een achterstand opliep, door een schot van Balonjé. De bal verdween via de paal en de rug van doelman Spies in het Veenendaalse doel. Nog geen tien minuten later was het zelfs 0-2, toen Baars een foutje in de geel-blauwen achterhoede afstrafte. Ook Veenendaal trok ten aanval, maar harde schoten van Kees Heikamp en Re- bergen waren niet zuiver genoeg of be landden in de veilige handen van doel man Jonker. In de vijfentwintigste minuut lukte het echter wel. Een corner goed genomen door debutant Derksen, werd door mid voor Heikamp via de paal in het doel gekopt. (1-2). Twee minuten later was het weer Hei kamp die nu een fout van linksback Gi- raldi afstrafte. (2-2). Na de thee, evenals in de eerste helft, weer een gelijkopgaande strijd, waarbij aan beide kanten enkele goede kansen omzeep gebracht werden. In de vijfentwintigste minuut kon Ede wederom een voorsprong nemen, zij het dan door een strafschop die door Rose- boom onberispelijk werd ingeschoten 2-3. Nadat Balonjé uit een vrije kans nog eens hoog over het Veenendaalse doel ge schoten had, was het tien minuten voor tijd Rebergen die de partijen weer op gelijke voet bracht 3-3. Een stand overi gens waar beide clubs dik tevreden mee kunnen zijn. I. II. III. I. II. III. OPLOSSING RAADSELS monteur, oogarts, piloot, kamer, kraan, ketel, motor, klein, morel, Achab, storm, merel, tenen. Matte rhorn. kiel, Kiel. slager, dokter, winkelier, hond, loof, meel, hand, duur, wiek, wiel, paar. Hoendiep. kam, pen. Kampen. NIEUWE RAADSELS Voor ouderen: I. Hersengymnastiek. 1. Wat is het hoogste gebouw ter wereld? 2. Wie staat bekend als uitvinder van de fotografie? 3. Het lichtschip „Maas" kruiste steeds voor onze kust heen en weer. Waarom kan dat niet? 4. In welke maand bloeit de herfstroos. 5. Hoe noemt men een echte edelsteen ook wel? 6. Noem eens een land waar in januari wordt geoogst? II. Mijn geheel bestaat uit 28 letters en is een spreekwoord. 27 16 22 13 28 pl. in Utrecht 19 16 4 18 8 gewas 24 2 21 12 23 zuivelprodukt 10 6 25 9 26 17 Zeeuws eiland 7 5 20 4 voederbak voor varkens 1 11 19 24 8 5 14 jongensnaam 15 6 24 20 muziekinstr. 13 28 3 12 10 nauw straatje. III. Het is een gebouwtje dat vaak op bouwterrein aanwezig is, geef je het een andere staart dan wordt het een jongens naam. Zowel het dames- als het herenteam punten en behaalden hiermee dus hun zoveelste overwinning in successie. De strijd om de kop in de eerste klasse dames gaat nu nog tussen drie ploegen, t.w. Athlon I met drie punten en Edo I met twee punten achterstand op VVV. De herenwedstrijd welke woensdag avond j.l. te Utrecht werd gespeeld tus sen UPS en VVV is eerder een wedstrijd van services geworden dan van mooie combinaties en smashes. Die ploeg, welke het best de molenwiekservice kon de monstreren werd winnaar en dat bleek hier VVV te zijn. Ondanks het feit dat de Veenendalers bij de training onmoge lijk een goede service konden meester worden door de te kleine zaal, waren ze echter sterker dan die der politiemannen die soms nogal eens gehinderd werden door een te grote omvang van hun taille. De eerste game werd aanvankelijk nog even „geoefend" op de molenwiek, waar door VVV spoedig met 11-3 achterstond. Maar de oefening bleek effectief geweest te zijn, want door keiharde services werd het UPS-team overdonderd en de veilige' 11-3 voorsprong werd omgezet in een 11-15 game-overwinning. De tweede game was VVV met zijn services zeer ongelukkig waardoor UPS opnieuw een grote voorsprong kon nemen Hoewel de voorsprong aanvankelijk werd verkleind tot 14-13, waren het toch de politie-agenten die de game wonnen met 15-13. Over de beide laatste games valt zo goed als niets te vertellen, behalve het feit dat VVV de services onder de knie had en gemakkelijk kon winnen met 7-15 en 12-15. A.s. zaterdag spelen zowel de dames als de heren van VVV uit tegen het Woerdense Valbovol. Voor de dames is een overwinning te verwachten, maar de heren zullen waarschijnlijk weer eens aan de broek krijgen. van de Veenendaalse volleybalvereniging hebben de afgelopen week overwinningen geboekt op respectievelijk SOS II en UPS II met 3-1 en 1-3. De dameswedstrijd welke zaterdag avond j.l. gespeeld werd is een matige vertoning van volleybal geworden. Hoe wel aanvankelijk de schijn werd gewekt, dat de Veenendaalse dames het Utrechtse varkentje zonder zeep konden wassen, werd echter na de eerste game, welke met 15-11 gewonnen werd, duidelijk dat behalve zeep ook nog soda gebruikt moest worden om de twee punten binen te slepen. In de tweede game werden de VVV- dames n.l. volkomen verrast door het snelle spel van de Utrechtse dames en zodoende een goede 3-10 voorsprong ver kregen. Maar VVV antwoordde echter op de juiste wijze, door ook het tempo op te voeren. Hierdoor verdween het overwicht van SOS en kon VVV inlopen tot 8-10. Opnieuwe voerde SOS het tempo op en liep uit tot de stand 8-14. Iedereen dacht dat SOS de tweede game kon af maken, maar met veel enthousiasme lie pen de VVV-dames in tot 13-14. Door een foutje in de VVV-verdediging was het pleit echter beslist en de Utrechtse SOS- ploeg had een verdiende 13-15 game-over winning behaald. In de derde game begonnen de zenu wen van de twaalf dames mee te spelen, waardoor het spel onsamenhangend en slecht verzorgd werd. Het VVV-team kreeg echter in de loop van deze set de overhand op de nervositeit, waardoor de game via 4-4, 11-6 tenslotte met 15-7 werd gewonnen. De laatste en beslissende game spande wat nervositeit betreft verreweg de kroon. De gemakkelijkste ballen werden gemist, waardoor aan beide kanten pun ten gescoord werden. De Veenendaalse dames bereikten echter het eerst de 15 Voor jongeren: I. Hersengymnastiek. 1. Hoe heet de hoofdstad van Grieken land? 2. Hoe noemt men een springscherm, waarmee iemand uit een vliegtuig springt? 3. Wat is de hoogste berg in Europa? 4. Wat is de betekenis van de letters 1*. vóór iemands naam? 5. Hoe noemt de piloot het instrumenten bord in z'n cabine? 6. Wat is groter: je hand of een vierkante decameter? II. Mijn geheel bestaat uit 14 letters en is een plaats in Drente. 10 4 3 2 9 10 1 14 13 6 4 14 5 is een vogel is het t.o.g. van dik deel van je fiets 5' zegt de poes deel van een boom III. Waar vind je de beste vis? Een spelletje: BAL IN DE EMMER De spelers van elke ploeg staan achter elkander, de ploegen parallel naast el kander opgesteld. Allen staan dicht bij elkander met de voeten gespreid. De laatste jongen van elke ploeg heeft de bal. Na het beginteken rolt hij de bal tussen de voeten der andere door naar nr. 1. Deze tracht de bal in de emmer te gooien, welke twee of drie pas voor de ploegen staat. Hij mag vier keer werpen. Is de bal in de emmer of zijn vier worpen verbruikt, dan loopt nr. 1 met de bal naar de laatste plaats en rolt de bal tus sen de voeten der anderen door naar de voorste man en zo vervolgens. De ploeg die het vlügste klaar is heeft natuurlijk gewonnen. Kabouter Snuffel was ziek, hard ziek. Al meer dan een week had hij op zijn bed van gedroogde varens gelegen in de holle kastanjeboom, die midden in het bos stond. De kabouterdokter had alles gedaan wat hij kon om hem beter te maken, maar de koorts wilde maar niet zakken. Thee van selderij had Snuffel gedronken, een prima middel in kabou- terland tegen koorts, de dokter had pe- terseliezalf op zijn borst gesmeerd, maai de kou wilde niet wijken en elke avond was de koorts maar hoger. Het werd hoe langer hoe erger met onze Snuffel, een vriend van alle kabou ters uit het bos. Op een avond zei de dokter: „Ik moest een sinaasappel hebben, daar kon ik een fijn drankje van maken en dan was Snuf fel vast gauw weer gezond. Maar ja, dat was een hele opgave voor de kabouters, want in het bos groeien nu eenmaal geen sinaasappels. Ze waren al leen te vinden bij de mensen. „Wie helpt me aan een sinaasappel?" vroeg de ka bouterdokter. Alle kabouters zaten met de handen in 't haar. Ze wilden zo graag helpen, maar waar moesten ze een si naasappel weghalen? Ze gingen niet graag naar de mensen. Sinaasappels lagen ook in groentewinkels en op groentekar ren van de mensen, maar winkels en kar ren waren alleen maar te vinden in de straten. Opeens kwam kabouter Zilver- baard naar voren. Hij was één van de beste vrienden van Snuffel en hij zei: „Ik zal proberen een sinaasappel te pak ken te krijgen." Dat viel niet mee Toen de volgende middag de scheme ring begon te vallen sloop kabouter Zil- verbaard voorzichtig het bos uit. Hij wandelde op zijn korte beentjes langs een grote verkeersweg, maar uit de passeren de auto's zag niemand het kaboutertje aan de kant van de weg. Dat was maai goed want Zilverbaard was wel wat bang voor de grote mensen, die altijd zo'n la waai maakten. Zo kwam hij in de stad. Het werd gelukkig al wat donker en on opvallend sloop Zilverbaard langs de huizen, 't Was nog druk in de straten. Auto's reden af en aan en veel mensen wandelden over de trottoirs. De kabouter was zoveel drukte niet gewend en hij voelde zich wel wat angstig. In de straat was ook Leen de groenteman, nog bezig. Hij reed langzaam met zijn auto door de straat en riep: „Prachtige andijvie, malse witte kool, heerlijke sinaasappelen." Kabouter Zilverbaard had de auto van Leen wel gezien en ook de mooie hei oranje sinaasappelen, die in een kist op de auto stonden. O, als hij nu maar één sinaasappel kon krijgen voor zijn zieke vriend. Zo hard hij kon liep kabouter Zilverbaard de langzaam rijdende auto na. 't Kwam voor elkaar Ineens ging er een deur open en een lange mevrouw kwam naar buiten met een mandje in de hand. Ze wenkte naar Leen, die gauw stopte. Snel verborg Zil verbaard zich onder de auto; daar zat hij veilig. Groenteman, ik wil graag een kilo andijvie, een kilo moesappels en twee kilo sinaasappelen, zijn de sinaasappelen niet zuur?" „Honingzoet mevrouw en vol sap", zei Leen. Hij woog eerst de andijvie af en toen de appels en hij legde alles in het mandje van mevrouw. „Nu nog even de sinaasappelen afwegen", zei Leen Hij pakte de oranjevruchten vlug uit de kist en legde ze op de weegschaal. Een paar moesten er nog bijkomen, want het gewicht was er nog niet en weer deed Leen een greep in de kist. Hij nam er teveel in zijn handen en een grote sinaas- apel viel op de grond en rolde onder de auto. De mevrouw bukte zich om de si naasappel op te rapen, maar Leen zei: „Laat maar ligen mevrouw, die pak ik zo wel op." En toen kwam er beweging in de kleine kabouter. Daar lag nu de dikke sinaas appel die zijn zieke kameraad zo nodig had. De kabouter gluurde eens schuin onder de auto uit. Leen was druk bezig af te rekenen met de mevrouw en toen greep Zilverbaard de sinaasappel en zo hard als hij lopen kon ging hij naar de beschutting van de huizen. Maar niemand zag hem, want het was inmiddels hele maal donker geworden. Weg sinaasappel Leen was nu klaar met de mevrouw. Ze was met de mand vol groente en vruch ten naar binen gegaan en Leen wilde ook verder. „Even die sinaasapel oprapen", dacht hij. Hij bukte zich en keek onder de auto. Er was geen sinaasappel te zien. „Wel alle snijbonen", mopperde Leen, „waar is die dikke sinaasappel nu ge bleven?" Hij keek nog eens onder de auto en langs de stoeprand, maar er was geen sinaasappel te bekennen. Op een paar meter afstand zat een grote hond. ,Het is gek", peinsde Leen, „maar zouden honden sinaasappels lusten? Ik heb er nooit van gehoord, maar je hoort tegen woordig zoveel rare dingen. Er is geen mens bij m'n wagen geweest, die hond moet hem opgegeten hebben, hij had geldig tot en met 25 maart 1958 deGruyter >0319 zeker gebrek aan vitaminen, nou vooruit maar, om die ene sinaasappel kom ik er ook wel." En daar ging Leen: „Prachtige andijvie, malse witte kool, heerlijke si naasappelen. Koop mensen, zelfs de hon den eten Leens sinaasapelen." Om dat laatste moest Leen zelf even lachen. De hond had geen sinaasappel gegeten. Die dikke vrucht werd door een kleine kabouter naar het bos gedragen. Hij moest hem met beide handjes tegen zijn buik klemmen, zo zwaar was die. Heel kabouterland juichtte om de moe dige daad van kabouter Zilverbaard en de dokter was al bijzonder blij. Nu kon hij met zijn vitaminekuur beginnen. Hij maakte een heerlijk drankje klaar voor kabouter Snuffel en na drie dagen was deze weer genezen, dank zij de hulp van zijn vriend Zilverbaard. Er was eens een meisje, ze heette Marjan, Die was toch zo slordig, daar ijsde je van Om zeven uur 's morgens, als ze op was [gestaan, Dan ving het gezoek al onmiddellijk aan. Geen schoenen te vinden, haar armband [was weg, „En weet je m'n Frans en m'n rekenboek [zeg?" Dat rekenboek zou ze op school dan wel [lenen Maar oei, ook haar atlas was spoorloos [verdwenen. Onderwijzers en juffen ze zuchtten om [strijd: „Wanneer is Marjan nu eens niet wat [kwijt?" Vermaningen, straffen, 't was alles om 't [even, Marjan had geen zin om naar netheid te [streven En soms heeft haar dat wel heel erg [berouwd, Ze baadde in tranen, maar erkende geen [fout. Op een middag was tante Suzanne ge- [komen Die deed me een voorstel om van te [dromen. Ze moest met haar auto naar Katwijk [aan Zee Was Marjanne soms thuis, dan mocht ze [wel mee ('t Was vrijdagmiddag en kwart over [vijven) Ze zouden tot maandagmorgen daar [blijven Maar tante Suzanne had nu weinig tijd, Was Marjan nog niet thuis, waar bleef [dan die meid, Met twintig minuten moest tante wel [gaan, Dat heeft ze toen zonder Marjanne gedaan Die had om haar slordigheid school [moeten blijven, Om vier keer een les in het Frans op te [schrijven Bij haar thuiskomst natuurlijk de poppen [aan 't dansen En 't was niet hóór schuld, maar van [mijnheer Jansen. Pas na jaren werd 't beter, met dien [verstande, Marjanne moest leren met scha en met [schande! (15) Zij vertelt - om haar neef, die haar verwaarloost - te hinderen, het relaas in kleuren en geuren en met toevoe gingen, die aan haar fantasie ontleend zijn, aan een intiem diner, dat de mar kies du Berry zijn kennissen aanbiedt, 't Verhaal heeft veel succes en levert geruime tijd stof voor een geanimeerd gesprek. Louis Bertrand is niet aan wezig maar hoort later wat er gebeurd is. Hij gaat woedend naar de kamer van Marcelline, die hem doodkalm aan hoort en met haar liefste stem vraagt: „Wat heb ik dan eigenlijk voor on waarheid gezegd?" „Niets", snauwt Louis Bertrand, „niéts! Maar je hebt een onbescheiden heid begaan; je hebt mijn intiemste ge heimen over straat uitgeschreeuwd!" „Heus niet op straat! Wij waren bin nen", zegt Marcelline onschuldig, „en de zaal was helemaal Lode wijk-veer tien. Eén van je voorvaderen trouwens" Haar neef heeft de grootste moeite zich te bedwingen. „Mon Dieu!" roept hij uit, „voel je dan helemaal niet, wat 't voor mij is, op déze manier in 't brandpunt van de belangstelling te staan?" „Maar m'n lieve, beste Louis Ber trand", antwoordt Marcelline, „ik heb je alléén maar een diénst willen be wijzen. Let eens op, hoe mejuffrouw De Girondeau je de volgende keer zal aankijken; hoe mevrouw d'Outrance je zal protegeren, hoe Adèle Dumonceau je naar zich toe zal trekken...! Mijn he mel, neefje, ik heb je de gróótst mo gelijke dienst bewezen: je bent inte ressant geworden! Voor héél Parijs!" Louis Bertrand is kwaad en gaat een bezoek aan Arpagnon brengen. Hij huurt een koets, trekt zijn beste pak aan... en staat opeens voor 't ouder wetse huis met de hoge stoep en de naam „Sicot" naast de deur... Als hij de schemerige kamer binnen komt, schrikt de bejaarde dame, die zit te handwerken, op. „Louis Bertrand, mon garcon, mijn jongen... mijn...!" Een snik... mademoiselle Sicot is haar pleegzoon om de hals gevallen. „Mijn jongen, mijn jongen... wat ben je lang weggebleven..." Louis Bertrand is geroerd en 't ver wijt kan hij niet ontkennen. Hij heeft geschreven, vaak geschreven, maar de reis naar Arpagnon is nogal eens uit gesteld. Hij voelt het als een verzuim. „Mon garcon....!" Het is een moe der, die haar kind, na lange afwezig heid heeft teruggevonden. Des avonds komt burgemeester Pa- tou binnenvallen. Hij is door de relatie over wie beiden soort huisvriend met Louis Bertrand, gaarne praten, een geworden. „Pardie!" roept hij verrast uit, „daar is verdekseld die lummel van een jon gen ook eens weer! Kereltje, kereltje, wat ben je lang weggebleven! Wij dachten alMaar dat is nu voorbij. Laat eens kijkenJa verdraaid, je Arpagnon en hij vindt het niet eens erg prettig naar Parijs te moeten te rugkeren. Monsieur Patou denkt er over hem te vergezellen, maar kan daarvoor geen toestemming krijgen. „Jongen", zegt hij neerslachtig, als je ooit een vrouw kiest - en vrouwen zijn het sieraad van je leven - neem er dan een met een gemakkelijk humeur bent weer wat ouder geworden, wijzer wil ik ook hopen. En bijna een man. Ik zou je haast niet herkennen. En hoe is het met Louis Bertrand vertelt weer van oom de Montebran, die zo koel en harteloos kan wezen - maar hem alles laat leren; - van tante - een beste, lieve vrouw - van zijn studie, van de kans rechts geleerde te worden. Lois Bertrand blijft drie dagen in Louis Bertrand knikt glimlachend. „Maar, Monsieur Patou", zegt hij af werend, „daar ben ik nog lang niet aan toe." Louis Bertrand keert terug naar Pa rijs. De rit in de schommelende en hotsende koets doet hem nu niet meer zóveel genoegen, als de eerste keer Maar toen was hij ook jongen, minder ervaren, was alles zo nieuw en zo ver rassend. In 't grote huis van zijn oom wordt hij laconiek ontvangen. Men schijnt zijn afwezigheid nauwelijks te hebben opgemerkt. Madame de Montebran houdt hem een wang toe, Monsieur volstaat met een knik en een „ben je daar wéér." Alleen Marcelline neemt notitie van hem. Maar 't is om spot tend te informeren, hoe hij zijn ge liefde mademoiselle Sicot gevonden heeft en of hij onderweg nog avon tuurtjes beleefd heeft. Als Louis Bert rand dit - wat onvriendelijk - ontkent, lacht Marcelline hem uit. „Lieve jongen", zegt ze, „je gebruikt je kansen niet! Als ik een man was. Oh, hemel, wat zou ik mijn leventje genieten Monsieur de Montebran is ontevreden. Hij voelt, dat zijn plannen geen voort gang hebben. Hij spreekt er met zijn vrienden over, maar die halen twijfe lend de schouders op. In deze tijden, nu Napoleon op het toppunt van zijn macht is, lijkt het beter zich achteraf te houden. „Afwachten, afwachten!" zegt nota ris Bernard bedachtzaam, „het is in de geschiedenis gebleken, dat tyrannen en alleenheersers allen vroeg of laat een fout begaan. Een fout, die hun de macht kosten soms hun hoofd. Meestal gebeurt dit, als ze hun doel bereikt menen te hebben en op de bovenste sport van de ladder zijn aan geland. Dan worden ze onvoorzichtig. en opeens tuimelen ze naar beneden! Dat zal vroeg of laat met vriend Bona parte ook het geval zijn! God weet, dat ik 't hem van harte gun". Tréviot, die deze avond méér ge dronken heeft, dan goed voor hem is roept: „Ik vertikt het eenvoudig om langer te wachten. Wij moeten toeslaan. Een begin maken.... dan krijgen we vanzelf de menigte achter ons. Dit ge treuzel staat me tegen, grondig tegen". Monsieur de Montebran aarzelt. „Ik voel iets voor 't standpunt van onze vriend Tréviot", zegt hij, „maar ik ben het met Bernard eens, dat we een gunstige gelegenheid moeten afwach- „Dus stilzitten, niets doen, de beste tijd laten voorbijgaan", hoont de ge bochelde, „waar wij zo'n kans uit dui zenden hebben." „Onzin", zegt de notaris kort, „die kans is zo mooi niet en onze invloed is op 't momentnihil!" „Dat kom^, omdat we nergens open lijk voor uit durven te komen", mop pert Tréviot, „omdat wij steeds onze mond gesloten houden! Als wij maar eerst eens begonnen het zaad uit te strooien (Wordt vervolgd).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1958 | | pagina 4