r
Tweede fokveedag een succes
HET OOG
VAN
SIVA
De Zoon
Burgemeester
A. van Maanen kampioen-
handmelker
EDE
RHENEN
Officiële
bekendmaking
Slagersbediende aangereden
10-jarig „Unitas"' speelde gelijk tegen Duitse
„Rhenania" uit Kleef
Hoe ontstond Unitas?
Weer honderd zwemdiploma's
uitgereikt
Voor de boer
Alarm in de Venen
PLASTIC TAFELLAKEN
Onder wel zeer gunstige weersomstan
digheden werd vrijdag j.l.op het terrein
van de heer C. Versteeg aan de Kerke-
wijk, nabij hotel „La Montagne", voor de
tweede maal de jongveekeuring gehouden,
georganiseerd door de gecombineerde
fok- en controlevereniging „V.I.O.S." te
Rhenen en Veenendaal.
Mede dank zij het stralende zomerweer
was de belangstelling, ook van de zijde
van niet-landbouwers, groter dan vorig
jaar, terwijl ook het aantal inzendingen
dat van vorig jaar overtrof.
Ir. W. van Oyen, rijks veeteeltconsulent
in de provincie Utrecht, gaf van iedere
rubriek een uitleg. Dit was bijzonder leer
zaam en hierdoor werd ongetwijfeld het
inzicht van de landbouwers in de rund
veefokkerij vergroot.
De heren C. G. de Kruijf en J. van der
Vliert uit Woudenberg vormden de jury,
terwijl Ir. Van Oyen als arbiter optrad.
De uitslagen waren als volgt: Rubriek I:
kalveren geboren tussen 1/4 en 15/6 1958
le prijs Annie 25 van C. Scheer, Clara 8
van W. Verbeek en Dirkje 24 van G. van
Doorn.
2e prijs Gerrie 34 van C. Scheer en Bea
trix 7 van A. J. Elenbaas. 3e prijs Kee 8
van A. Jansen, Marie 2 van R. Koudijs en
Jopie 2 van R. Koudijs.
Rubriek II: kalveren geboren tussen 1/3
en 1/4 1958. le prijs Dikkie 15 van E. J.
van den Brink en Mina 3 van C. Scheer.
2e prijs Corrie 2 van W. de Jong, Marie
14 van A. van Velthuizen en Bontje 20
van G. Vlastuin. 3e prijs Willy 2 van R.
Koudijs en Gerrie 33 van C. Scheer.
Rubriek III: kalveren geboren tussen
1/2 en 1/3 1958. le prijs Hanna 11 van G.
Vlastuin. 2e prijs Aartje 17 van C. Scheer,
Annie 24 van C. Scheer, Zwartje 5 van
E J. van den Brink en Bonte 6 van G. v.
Bennekom. 3e prijs Gijsje 2 van G. Har
deman en Betje 4 van P. G. van Dam.
Rubriek IV: kalveren geboren tussen
1/1 en 1/2 1958. le prijs geen. 2e prijs Wil
lie 12 van E. Vlastuin en Roosje 2 van R.
Koudijs. 3e prijs Geertje 2 en Sjoukje 8
van W. de Jong.
Rubriek V: kalveren geboren voor 1/1
1958. le prijs Rijkje 2 van J. Pol en Emma
2 van W. de Jong. 2e prijs Corrie 2 van G.
van Doorn en Hennie 3 van J. Pol. 3e
prijs Trijntje 2 van W. de Jong, Willie 11
van E. Vlastuin en Alie 2 van W. de Jong.
Rubriek VI: pinken geboren tussen 1/4
en 1/7 1957. le prijs Alie 8 van W. Verbeek
Gijsje 2 van G. Vlastuin en Fannie 3 van
W. Verbeek. 2e prijs Antje 7 van H. Grif
fioen en Dikkie 13 van E. J. v. d. Brink.
3e prijs Geertje 2 van H. van Laar, Jans
6 van E. J. v. d. Brink en Betje 7 van
A. J. Elenbaas.
Rubriek VII: pinken geboren tussen 1/2
en 1/4 1957. le prijs Witje 7 van R. Ver
steeg en Dikkie 12 van E. J. v. d. Brink.
2e prijs Sientje 2 van W. Verbeek. 3e prijs
Mijntje 3 en Ria 2 van H. Griffioen.
Rubriek VIII: pinken geboren tussen
1/12 1956 en 1/2 1957. le prijs Diena 27 van
W. Verbeek en Ellie 6 van H. Griffioen.
2e prijs Grada 33 van E. Vlastuin. 3e prijs
Neeltje 4 van G. Vlastuin en Willie 8 van
E. Vlastuin.
Rubriek IX: kalfvaarzen. le prijs geen.
0r -fj° Riekie 5 van E. J. Beijer. 3e prijs
Rolli. 4 van G. van de Vendel.
Rubriek X: melkvaarzen. le prijs Dikkie
10 van E. J. v. d. Brink en Bonte 4 van
G. van Bennekom. 2e prijs Fennie 2 van
W. Verbeek, Beatrix 26 van A. Jansen en
Iena 2 van P. G. van Dam.
Kampioen-kalf werd Dikkie 15 van E.
J. v. d. Brink en reservekampioen Hanna
11 van G. Vlastuin, terwijl als kampioen-
pink werd aangewezen Alie 8 van W.
Verbeek. Reservekampioen-pink: Witje 7
van R. Versteeg.
Van de groepen dieren op de keuring
plaatsten de melkvaarzen zich als beste.
BEKENDMAKING
Burgemeester en wethouders van Ede;
gelet op het bepaalde in artikel 53, le lid,
van de Kleuteronderwijswet; brengen ter
openbare kennis dat de raad dezer ge
meente, beschikkende op het verzoek van
het bestuur van de vereniging tot bevor
dering van Christelijk nationaal school
onderwijs te Ede om medewerking inge
volge artikel 50 van de kleuteronderwijs-
wet voor het stichten van een kleuter
school aan de Schaapsweg te Ede in zijn
vergadering van 21 augustus 1958 heeft
besloten zijn medewerking te verlenen;
dat iedere ingezetene binnen 30 vrije
dagen te rekenen van heden van het
raadsbesluit bij gedeputeerde staten van
Gelderland in beroep kan komen.
HINDERWET
Burgemeester en wethouders van Rhe
nen maken bekend, dat het verzoek van
Esso Nederland N.V., Benoordenhoutse-
weg 7, 's-Gravenhage om op het perceel,
kadastraal bekend gemeente Rhenen sec
tie C, nr. 1502 een ondergrondse benzine
bewaarplaats met aftapinrichting te mo
gen uitbreiden, door hen is ingewilligd.
Rhenen, 1 september 1958.
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
L. BOSCH VAN ROSENTHAL
TH. v. d. WILLIK, secretaris.
De prijzen zullen op een nader bekend
te maken plaats en datum worden uitge
reikt. Tevens was in deze fokveedag op
genomen de finale van de wedstrijd hand-
melken, georganiseerd door de commissie
„Streekbelangen Zuid-Oost-Utrecht."
De voorwedstrijden hiervan, waarbij
het ging om de kampioen handmelker of
-melkster van Rhenen, Veenendaal, Ame-
rongen, Overberg en Renswoude, waren
reeds de afgelopen weken gehouden.
In de finale kwamen uit vijf melkers
en twee melksters. De titel „kampioen-
handmelker" ging naar de heer A. van
Maanen uit Renswoude met 196V2 punt;
mej. Rina van Dijk uit Rhenen werd re
servekampioen-handmelkster met 187
punten.
Achtereenvolgens plaatsten zich verder
J. van Maanen (Renswoude), mej. A. van
Veldhuizen (Renswoude), R. Vonk (Vee
nendaal), C. Vonk (Veenendaal) en W.
van Deelen (Amerongen-Overberg.)
De jury bestond uit de heren Roeleveld
en Oostveen; als arbiter trad op de heer
De Rooij van het rijkszuivelconsulent-
schap te Utrecht. De koeien werden be
schikbaar gesteld door de heer H. Grif
fioen te Rhenen.
ONDERWIJSBENOEMING
De heer R. L. van der Scheer, onder
wijzer aan de Juliana van Stolberg-
school alhier is per 1 december a.s. be
noemd tot hoofd van de christelijke
school voor lager onderwijs te Spijk
(Gr.).
NIEUWE RITTEN MOTOR- EN
AUTOMOBIELCLUB
De najaarsritten van motor- en
automobielclub „Veenendaal" nemen
weer een aanvang. De eerste naj aars-
rit zal worden verreden op woensdag
3 september (hedenavond).
Start - om half acht - en finish bij
hotel „La Montagne". Gelegenheid tot
inschrijving vanaf zeven uur.
De Veenendaalse slagersbediende G.
v. d. L. werd maandagmorgen op de
hoek Zandstraat-Gortstraat met zijn
bromfiets aangereden door een perso
nenauto, komende uit de Gortstraat.
De slagersbediende werd per ambu
lance naar het Julianaziekenhuis ver
voerd, terwijl hij later naar zijn wo
ning aan de Jac. van Ruysdaelstraat
ko.n worden overgebracht.
Hij liep een lichte hersenschudding op.
Zondag was het voor de R.K. voetbalvereniging „Unitas" een hoogtijdag. In de
eerste plaats was er de plechtige inzegening van de nieuwe kleedgelegenheid,
door de geestelijke adviseur van de vereniging. Een kleedlokaliteit, dat er wer
kelijk zijn mag en voor deze gelegenheid getooid was met Nederlandse en Duitse
vlaggen. Er was echter nog meer. Op zeer bescheiden wijze werd ook het 10-
jarig bestaan van de vereniging gevierd.
Er waren dank zij het prachtige zomerweer dan ook vele supporters, belang
stellenden en nieuwsgierigen, naar het terrein aan de Nieuweweg gegaan, om
de prestaties van „Unitas" te bewonderen. Wat voetbal betreft zijn deze mensen
wel aan hun trek gekomen. Er werden n.l. drie wedstrijden gespeeld, waarvoor
men de entreeprijs zelf bepalen kon, want aan de ingang werd een vrijwillige
bijdrage gevraagd, waarvan de opbrengst geheel bestemd was voor 't missiewerk.
Na de inzegening van het kleedlokaal ten deel gevallen. Dit was ook wel de
oorzaak, dat het spoedig bergafwaarts
ging, zo is het blijven gaan tot vorig jaar
toe. Thans echter wil men trachten de
vereniging nieuw leven in te blazen.
De huidige actieve voorzitter, de heer
Schleijdering, loopt met grootse plannen
rond. Naar hij ons meedeelde, zal spoedig
de naam R.K.V.U.V., gewijzigd worden
in R.K. sportvereniging Unitas. Dat houdt
in, dat het in de toekomst niet bij voet
bal zal blijven, maar dat ook andere tak
ken van sport beoefend zullen worden,
in de eerste plaats komt dan tafeltennis,
waarmee waarschijnlijk reeds in de ko
mende winter gestart zal worden.
en de clubvlag, speelden eerst de aspiran
ten tegen de jeugd van Achterveld. Deze
wedstrijd beantwoordde niet geheel aan
de verwachtingen, want het werd een 5-2
nederlaag voor Unitas.
Vervolgens kwamen de junioren van Uni
tas en van het Duitse Rhenania in het
veld. Dit werd een pittige en spannende
strijd die met 1-0 in het voordeel van de
Veenendalers beslist werd.
Tot slot was er dan het treffen tussen
de senioren-ploegen van Unitas en de
Duitse gasten. In deze strijd van weinig
groots voetbal, maar wel veel vechtlust,
waren de Duitsers aanvankelijk de sterk
ste. Niettemin wisten de Veenendalers
voor de rust de score blank te houden.
Tien minuten in de tweede helft wist
Unitas door Kochanoski zelfs de leiding
te nemen, maar weer tien minuten later
was het de Duitser Storchmeijer die de
partijen op gelijke voet bracht. Daarna
kwam wel een moeilijk poosje voor Uni
tas, maar ondanks dat zij in de verdedi
ging gedrukt werden, wisten zij toch stand
te houden en verdere doelpunten te voor
komen.
Unitas is ontstaan uit leden van een
toneelgroep, die ook wel eens wilde voet
ballen. Toen men de smaak eenmaal te
pakken kreeg, leek het toch beter om
georganiseerd te spelen in een competi
tie. De tijd werd toen door de Eerwaarde
Heer Pastoor Beckers, en de heren Mei
mans en Ebbers, rijp gevonden om te ko
men tot een definitieve oprichting van
Unitas.
Er waren natuurlijk vele financiële
moeilijkheden, die echter veelal door
penningmeester Ebbers werden opgelost.
Men zocht contact met de voetbalbond
en na enig geschrijf werd Unitas toege
laten en kreeg men de bbeschikking over
een niet te best terrein. Er werd echter
hard gewerkt en men kon starten. Dat
dacht men tenminste. Toen de dag van
de eerste wedstrijd aanbrak, wilde de
scheidsrechter niet laten beginnen, om
dat de doelnetten ontbraken. Deze wer
den toen geleend bij G.V.V.V., zodat er
na enig oponthoud toch gevoetbald kon
worden.
De eerste paar jaar ging alles vrij goed.
Men deed mee in de bovenste gelederen.
Maar kampioenschap is Unitas nooit
Voor de derde en laatste maal in dit
seizoen werden zaterdagmiddag j.l. in
„Bergbad" exmens afgenomen voor de
zwemdiploma's van de Kon. Ned.
Zwembond.
Meer dan honderd kandidaten had^
den zich opgegeven; slechts twee kanr
didaten voor het diploma A en twee
voor het diploma C moesten door d
examencommissie, bestaande uit bad
meester J. W. Rompes en de heer
Leenheer uit Driebergen, gedelegeerd
van de K.N.Z.B., worden afgewezen.
Zelfs slaagden ditmaal twee kandida
ten, n.l. Bert Steffers en Aart Slot
boom, voor het zeer zware E-diploma.
In totaal werden uitgereikt: 66 A-,
18 B-, 7 C-, 5 D- en 2 E-diploma's.
Hieronder volgt een opgave van de
namen der geslaagden.
Diploma A: Betsy Soeten, Evert van
de Poel, Jan van Hunnik, Piet Boo
gaard, Bep Bos, Anneke Slotboom,
Hannie Oskam, Jan v. d. Hoef, Hans
Welle, Ria ter Haar, Willy van Ojik,
Ineke van Manen, Gerda van de Bo-
venkamp, Willy v. d. Bovenkamp, Rita
van Ravenswaaij, Fietje van Dijk, Kees
van Manen, Hans van Tuijl, Sielie van
Ravenswaaij, Rinie van Barneveld,
Elleke Taen, Jacob Pater, Jansje v. d.
Kraats, Hans Voorhout, Bert Nuijten,
Herman Hummel, Hettie Demoed, Ir
ma v. d. Bosch, Corrie Koenders, Jan
van Manen, Netty Achterberg, Jan van
Benthem, Henny Bekker, Tineke Wijn
malen, Irene van Ginkel, G. J. Alsema,
Kees Diepeveen, J. van Voorthuysen,
B. van de Pol, D. v. d. Linde, A. v. d.
Haar, J. van Veenendaal, J. van Ame-
rongen, D. Arends, Dineke Jansen, D.
Rebergen, E. Koenders, Anneke Brou
wer, Henk Brouwer, Roel van Eden,
J. Vis, A. de Gooijer, T. v. d. Brink, G.
v. d. Weerd, C. v. d. Weel, Joke v. d.
Linde, Jolanda Buys, H. de Kruiff, R.
van Wamel.
Diploma B: Aart Slotboom, Rob
Nuijten, Herma van Dijk, Bep Bos, W.
de Bruin, A. Budding, H. van der Wal,
J. v. d. Bovenkamp, A. de Vries, Ria de
Bruin, Kees Vervat, B. Hasselaar, W.
Gaasbeek, Truus de Gooijer, Piet Vink,
E. van Hardeveld, J. Bos, E. Bos.
Diploma C: E. Rebergen, H. Smaling,
A. v. d. Garde, Jan v. d. Craats, W.
Veenhof, A. Oskam, P. Bouman, S. Bou-
man, Benny Suydendorp.
Diploma D: Ada Hage, Betsy de Flui
ter, B. Sukkel, Rein van Wely, Marjan
Slotboom.
Diploma E: Bert Steffers en Aart
Slotboom.
ALUMINIUM MELKBUSSEN
Aluminum melkbussen, die ook in ons
land steeds meer in gebruik worden ge
nomen, hebben verschillende voordelen
boven de traditionele bussen van
vertind plaatijzer. Daar staat echter te
genover, dat ze duurder in aanschaffing
zijn, doch de voordelen domineren. Aldus
de rijkszuivelconsulent voor consumptie-
melk, Ir. H. J. Huisman een dezer dagen
voor de radio.
Er worden tegenwoordig aluminium
melkbussen gemaakt uit een legering, die
voor ongeveer 97,4 uit zuiver aluminum
bestaat. Dit materiaal heeft een hardheid,
die zelfs groter is dan die van plaatijzer
en ook minder gemakkelijk indeukt.
Het voordeel van aluminiumbussen is
in de eerste plaats het geringere gewicht.
Dit bedraagt ongeveer 1/3 van dat van
normale bussen. Ook een voordeel is, dat
zich geen roest in de bussen kan vormen,
terwijl de duurzaamheid bij oordeelkun
dig gebruik bijna onbeperkt kan worden
genoemd.
Het geleidingsvermogen van aluminium
is veel groter dan dat van plaatijzer, zodat
melk in aluminium bussen sneller koelt,
terwijl er derhalve ook minder water
voor het koelen nodig is. Staan de bussen
in de zon, dan blijkt de temperatuur van
de melk in de bus minder snel op te
lopen.
Bij proeven, die men b.v. in Oostenrijk
heeft genomen is gebleken, dat het aan
beveling verdient de aluminium bussen
te voorzien van rubberdeksels, die als
voordeel hebben, dat ze nooit klemmen
en zo goed afsluiten, dat zelfs bij omval
len van de bus geen melkverlies optreedt.
Men gebruikt daarvoor rubber van een
speciale samenstelling.
Het vertinnen, dat bij plaatijzeren bus
sen nog al eens moet geschieden, vervalt
bij deze bussen uiteraard.
Als een nadeel is wel eens genoemd,
dat men de aluminium bussen niet moet
reinigen met alkalische middelen, zoals
b.v. soda. Het in Oostenrijk gebezigde
materiaal schijnt weliswaar zeer besten
dig tegen alkalische reinigingsmiddelen
te zijn, doch het toevoegen van waterglas
wordt desniettemin aanbevolen.
(Vervolg van pagina 1)
te zijn, al was het wellicht de moed
der wanhoop. Er zal tegen ieder, die
„der veengenoten ordonnantiën" over
treedt, met „rigeur van justitie" d.i.
met strengheid opgetreden worden. De
directeur en de vaartmeesters moeten
bijeenkomen en de instructies moeten
hun opnieuw ingescherpt worden. Wie
niet beëdigd is, moet terstond de eed
afleggen.
Van september 1587 af vernemen wij
enige maanden niets. Maar in decem
ber zendt Herman Scharpinck een
nieuwe klacht naar Utrecht. Soldaten
uit Wageningen, liggende onder Olt-
hoff waren op een vrijdag naar de
Grebbe gekomen en eisten twee sche
pen met turf. Juist kwam die dag een
rij schepen uit het Veen. Gewaar
schuwd bleven zij bij het Pijselschut
liggen. (Er waren oorspronkelijk drie
schutten in de Grift: het Cleyn Schutje,
het Werf- of Santfoortschut en het
Pijsel- of Kolkschut; het Verlaat is
AARDVERSCHUIVING VERSPERT DE
SIMPLON. De internationale spoor- cii
wegverbinding over de Simplon bij San
Giovanni is door een geweldige aardver
schuiving versperd. Tonnen en tonnen
aarde met steen liggen over de wegen en
men schat dat er zeker drie weken mee
heen zullen gaan, voordat de spoordienst
weer zal kunnen hersteld worden.
o-o-o-o-o-o-o-o-o
o-o-o-o-o-o-o-o-o
(22) De kop dicht langs de grond, fel rukkend aan de
ketting volgt de jachthond het spoor. „Ik hoop niet,
dat we die oosterlingen tegen het lijf lopen", fluistert
Aram tegen zijn schildknaap, „want dat kon wel eens
minder prettige gevolgen voor ons hebben." Maar het
is doodstil in het nachtelijke woud en zo geruisloos
mogelijk volgt het tweetal de hijgende hond. Bij een
open plek in het bos gekomen houdt Aram de hond
een ogenblik in. Zijn scherpe ogen glijden spiedend
langs de maanverlichte bomen. Het enige teken van
leven komt van een bosui), die als een geruisloze
schaduw over hen heenglijdt op zoek naar prooi. „Kom
mee", zegt Aram op gedempte toon en haastig snelt
het tweetal achter de wildrukkende jachthond naar
de overliggende bosrand. Ze vermoeden echter niet,
dat een paar donkere ogen hen vanuit het struikgewas
hebben gevolgd. En nauwelijks zijn zij in de schaduw
van het geboomte verdwenen of de struiken wijken
uiteen en één der oosterlingen sluipt behoedzaam
achter hen aan. (Wordt vervolgd).
DONDERDAG en VRIJDAG
KOOPJES
DEZE WEEK
nu I 1.95
PRIMA THEEDOEKEN
van f 1.30 nu
i 0.98
KEUKENDOEKEN
f 1.45 nu
f 1.19
MANUFACTUREN BEDDENaLEDIKANTEN
VEENENDAAL GORTSTR.39 TEtEF. 2321
jonger). Uiteraard werden de verveners
van de Gelderse zijde het meest lastig
gevallen. De ruiters van een zekere
kapitein Boucker te Rhenen en de
mannen van kapitein De Maulde blij
ken het ook koud gehad te hebben die
winter: ook zij vorderden turf. Elke
dag werden de volgeladen turfschepen
beroofd. Besloten werd de kapiteins
van de moedwil hunner soldaten in
kennis te stellen „ten eynde die arme
schippers wat bevrijet mogen worden."
Op 24 april 1588 komen twee mannen
Herman Scharpinck bezoeken, Claes
Gerritsz. Lam en Harman Brantsz., die
op doorreis zijn naar Arnhem. Zij ver
halen dat Cornelis Pijnssen vander A
een aanslag op Wageningen gedaan
heeft „om aen dander sijde te brengen".
Vermoedelijk beduidt dit, dat hij da
stad de Spaanse zijde wilde laten kie
zen. Alleen zijn knecht was ingewijd,
die zich na de mislukte aanslag te Vee
nendaal schuilhield. Men zocht hem
's nachts, maar de vogel bleek gevlo
gen. De woede van de Engelse en de
Staatse ttroepen laat zich begrijpen.
Weer vrezen de Veenendalers „dat die
onschuldiche naeburen van Veenendael
doer het ongeregelde crisvollick (krijgs
volk) eeniche lasten van crigen moech-
ten". De soldeniers waren tocch al zeer
gebeten op het weinig toeschietelijke
Veenendaal „soe als allen gernesoenen
seer op Veenendael sijn vlammende".
Wéér moet er opgetreden worden. Het
dorp moet niet „soe pasivelicken blyef-
fen sitten". Nogmaals gaan de veen-
raden bij de stadhouder op audiëntie
om hem wederom brieven van bescher
ming te vragen voor „die egenaers
ende nabuyren vant veen, mitsgaders
voor het arbeytsvolck, schippers ende
allen anderen die daer negotieren". De
gouverneur schreef de brieven, die
Joost van Schoonauwen naar 'tVeen
bracht. De rust keerde terug, maar
slechts voor korte tijd, want 15 juli
1588 richt Leycester een brief in het
frans „aux capitaines et officiers de la
ville de Wageningen". Hij blijkt alles
te weten van de gewelddaden, vooral
door de ruiters van kapitein l'Espine
bedreven. Hij geeft toe, dat de sauve-
gardebrieven veronachtzaamd zijn.
Verdrukking, afpersing, onbeschaamd
heden, plunderingen, diefstal van kle
ding en sieraden, vernieling, van alles
is hij op de hoogte. Ook van het mis
bruik dat de ruiters maakten van hun
arquebuses, hun vuurroeren, waardoor
bewoners „du villaige de Venendael"
waren gedood of verwond. Hij bedreigt
de schuldigen, die boeten zullen voor
hun violences, hun gewelddadigheden.
Gehoorzaamheid en discipline moet er
heersen! De „tres chiers et bien amiez"
zoals het in het oud-frans gespeld
werd, de zeer dierbare en goede vrien
den, veegt hij danig de mantel uit. Hij
slaat kwasi op de zak om des te beter
de ezel te treffen..de prins van Es-
pinai!
Leycesters franse brief is het laatste
stuk in ons oud-archief met klachten
over het krijgsvolk. Omstreeks 1590
verstommen die klachten, hetgeen be
grijpelijk is. Immers, de fronten had
den zich verlegd, de Spanjaarden ver
loren terrein, zij moesten Oost-Neder
land langzaamaan prijsgeven, zodat
Staatse troepenconcentraties in Oost-
Utrecht niet meer nodig waren. Mau-
rits reorganiseerde het leger, dat aan
discipline gewend werd. Bovendien
werd de financiële toestand beter: de
soldij werd regelmatiger uitbetaald,
plundering had niet zoveel reden meer.
Als wij geneigd zouden zijn te me
nen, dat de Veenendalers maar ach en
wee riepen, niet doortastend waren
besluiteloos, dan zal het feit dat uit
vele plaatsen klachten kwamen, b.v.
uit Woudenberg, Amerongen, Eemnes,
Vleuten, Harmeien, Rhenen, onze mening
wijzigen. De memoriën van schade,
door die plaatsen geleden, de minuten
(originelen) van brieven aan de stad
houders geschreven over het wange
drag der soldeniers, alles berustend in
het Statenarchief te Utrecht, zijn wel
sprekend. In een schrijven van Gede
puteerde Staten- aan Leycester is zelfs
sprake van „de sobre ende miserable
gelegentheyt van dese provincie". De
Veenendalers hebben dus niet over
dreven. Het tijdvak 1585-1590 vormt
een zwarte bladzijde in de geschiede
nis van onze plaats. D. PHILIPS.
FEUILLETON
van de
DOOR TOM LODEWIJK
11.
Maar hier in de garage merkte hij,
dat ze het verschil voelden, al droeg hij
evenals zij een overall met vetvlekken
en waren zijn handen zwart als roet.
„Uw spraak maakt u openbaar" had
Vera eens geglimlacht. Zijn manieren
waren ook anders dan die van de an
dere jongens, ze gebruikten woorden
die hij niet kende, waar hij de beteke
nis niet van snapte. Hun vermaken
waren anders. Hij voelde zich tamelijk
alleen, en zocht en vond zijn troost in
het werk. Dat bevredigde hem. De baas
liet hem geen prutskarweitjes doen. En
omdat hij handig en netjes werkte, zijn
rommel niet liet slingeren en geen tijd
verbeuzelde met kletspraatjes, kon hij
bij Koster een potje breken. Dat was
natuurlijk helemaal niet naar de zin
van de lange en zijn rooie maat, maar
Gijs, de reus, nam hem duidelijk in be
had hem laatst
een sjekkie la
scherming en Tinus
kameraadschappelijk
ten rollen.
Koster keek de jongen opmerkzaam
aan. Er was wat.
Luister jong, zei hij ruw-hartelijk,
je hoeft me alles niet aan de neus te
hangen, maar als je ergens mee zit en
ik kan je helpenwat doe je zo
's avonds?
Ik lees wat en schrijf wat en ga
altijd vroeg naar bed, antwoordde Rob
verlegen. Het klonk zo braaf.
Dus je hebt niks te doen. Weet je
wat? Loop vanavond eens bij me thuis
aan. Dan drink je een bakkie koffie en
dan praten we eens wat. Goed? Lange
molenstraat 17bis, de naam staat op de
deur.
Rob aarzelde even.
'tHoeft niet hoor.... zei Koster
en het leek of hij even geraakt was.
O nee, haastte zich Rob, nee, dat
is 't niet, chefmaar ik wist niet of
ik op uw tijd beslag behoorde te leg
gen.
Koster krabde zich achter de oren.
Er was wat met dat jong. Een gewone
jongen gebruikte zo'n argument niet.
Eh toch mocht hij deze knaap. Koster
was zelf langs de harde weg omhoog
geklauterd tot deze verantwoordelijke
betrekking, hij had zelf tot laat gebo
gen gezeten over boeken en tekenin
gen, hij had de neiging van de self
made man om anderen vooruit te hel
pen.
Ik kom graag, zei Rob eerlijk en
Koster knorde bevredigd.
Om acht uur is alles aan kant en
dan zie ik je wel, zei hij.
Nou, we zullen eens zien of die
cylinder nog uitgeslepen moet worden,
jong.
Ze praatten er niet meer over.
Maar toen Rob die avond op weg
ging naar de Langemolenstraat aan 't
andere eind van de stad, was hij toch
wel wat zenuwachtig. Veronderstel dat
Koster ging zitten vissen naar zijn fa
milie en zo? Hoe kon hij, zonder on
beleefd te worden, de man in zijn eigen
huis nul op 't rekest geven? Deze avond
kon iets goeds geven, maar kon ook
de chef tegen hem innemen, en dan
zou hij het voortaan niet best hebben.
Onder die gepeinzen kwam hij in de
lange straat met de nieuwe arbeiders
woningen. Hij keek door de ruiten naar
binnen bij de mensen die nu thuis za
ten, in nette salonnetjes met old finish
crapeauds, een glimmend harmonium
hier, een boekenkast daar, schilderijen
aan de wanden, soms een heideland
schap met veel paars en berkeboomp
jes, boven een dressoir de zonnebloe
men van Van Gogh, zag je ook overal
tegenwoordig. Hij dacht aan thuis, de
huiskamer met de prachtige antieke
meubels, de oude Engelse jachtprenten
langs de wand, de koperbeslagen
scheepskist, de grote vleugel.
17bis. Met een schok stond hij stil en
bekeek het emaille naamplaatje. H.
Koster Pz. Hier moest hij zijn. Hij
drukte zijn vinger op de belknop.
Het werd licht achter het kleine
spionnetje, waarvoor weldra een scha-
duwhoofd verscheen. De deur ging
open en Rob staarde in de verwonderde
ogen van een meisje.
Dag juffrouw, zei hij beleefd, ik
ben Rob van Liempden. Ik had met
ehmeneer Koster afgesproken
Kom d'r in, zei het meisje reso
luut en hield de deur open. Ze stak een
hand uit. Ik ben Rie Koster. Sjonge, ze
gaf een stevige poot. Leek wel een jon
gen. Een beetje opgewonden volgde hij
haar de gang in. Geen jas? vroeg ze,
dan zulfen we maar meteen naar bin
nen gaan. Ze opende de kamerdeur.
In één oogopslag had Rob de omge
ving opgenomen. Achter de tafel stond
Koster in een donkerblauw shirt, nog
glimmend van de douche die het ga-
ragevuil van hem had afgespoeld. Er
hing nog een flauwe lucht van warm
eten. Het lamplicht scheen op de al
grijze haren van een vrouw, die door
haar brilleglazen verwachtingsvol naar
hem opzag. Het meisje stond achter
hem.
Ah, die Rob, begroette Koster en
schudde hem hartelijk de hand.
Man van de klok, zoals altijd.
Moeder, dit is Rob van Liempden,
waar ik je van verteld heb. De vrouw
stond nu ook op en gaf Rob een hand.
Ze had een blozend fris buitengezicht.
DagRob, zei ze en aarzelde even.
Haar scherpe intuïtie had het al me
teen gemerkt. Dit was een jongen uit
een geheel andere kring. Geen arbei
dersjongen. Hannes had wel goed ge
zien.
Neem een zit, nodigde Koster jo
viaal. Heb je al kennis gemaakt met
m'n dochter?
Bij de deur al, antwoordde die en
thans had Rob de gelegenheid haar
goed op te nemen, nu ze naast haar
moeder onder de lamp ging zitten. Ze
was vrij lang, had een atletische fi
guur, en in haar gebruind gezicht za
gen twee grijsblauwe ogen de bezoeker
vrijmoedig en opmerkzaam aan. Haar
haar was hoogblond en ze droeg het
strak langs haar hoofd gevlochten.
Rob vond dat ze er zeer verzorgd uit
zag, al had ze geen lippenstift of nagel
lak gebruikt. Haar handen waren mooi,
smal, lange vingers, goed onderhouden.
Goed type, dacht hij en vond dat Rie
Koster helemaal jjeen gek figuur zou
slaan onder de meisjes die hij kende.
Het eerste kwartier ging voorbij met
de gewone bezoeksdrukte. Sigaretje
opsteken, koffie, koek d'r bij? Een
praatje over de garage, over zijn kost
huis. Moeder Koster informeerde be
zorgd of hij wel goed te eten kreeg.
Rob roemde zijn kostjuffrouw.
Langzaam zakte zijn onrust. Want
de gevreesde vragen bleven uit. Kos
ter en zijn vrouw voelden aan, dat wat
de jongen kwijt wilde, hij zelf wel zou
vertellen, daar zag hij er open en eer
lijk genoeg voor uit. En verder waren
het zijn zaken. Zo kwam Rob op zijn
gemak en praatte weldra vrijuit over
het werk. Moeder Koster was ijverig
bezig met een of ander haakwerkje en
Rie was in een lage rookstoel gaan zit
ten met een boek. Steels gleden Robs
blikken telkens naar het meisje. Ze
was prettig om naar te kijken, in haar
simpele blauwe truitje, de strakke
grijze rok, een paar slanke, maar ste
vige benen gestoken in nylonkousen,
bruinieren pantoffelschoenen met plat
te hakken. Sportief type, concludeerde
Rob waarderend. Hoe zou ze in de om
gang zijn? Waarschijnlijk net als ze er
uit zag, zakelijk, flink.
Zeg, zei Koster toen opeens mid
den in het gesprek, als jij voor die
avondschool niets voelt, dan is er toch
nog wel een andere manier om er wat
bij te leren. (Wordt vervolgd).