r Tweede fokveedag een succes HET OOG VAN SIVA De Zoon Burgemeester A. van Maanen kampioen- handmelker EDE RHENEN Officiële bekendmaking Slagersbediende aangereden 10-jarig „Unitas"' speelde gelijk tegen Duitse „Rhenania" uit Kleef Hoe ontstond Unitas? Weer honderd zwemdiploma's uitgereikt Voor de boer Alarm in de Venen PLASTIC TAFELLAKEN Onder wel zeer gunstige weersomstan digheden werd vrijdag j.l.op het terrein van de heer C. Versteeg aan de Kerke- wijk, nabij hotel „La Montagne", voor de tweede maal de jongveekeuring gehouden, georganiseerd door de gecombineerde fok- en controlevereniging „V.I.O.S." te Rhenen en Veenendaal. Mede dank zij het stralende zomerweer was de belangstelling, ook van de zijde van niet-landbouwers, groter dan vorig jaar, terwijl ook het aantal inzendingen dat van vorig jaar overtrof. Ir. W. van Oyen, rijks veeteeltconsulent in de provincie Utrecht, gaf van iedere rubriek een uitleg. Dit was bijzonder leer zaam en hierdoor werd ongetwijfeld het inzicht van de landbouwers in de rund veefokkerij vergroot. De heren C. G. de Kruijf en J. van der Vliert uit Woudenberg vormden de jury, terwijl Ir. Van Oyen als arbiter optrad. De uitslagen waren als volgt: Rubriek I: kalveren geboren tussen 1/4 en 15/6 1958 le prijs Annie 25 van C. Scheer, Clara 8 van W. Verbeek en Dirkje 24 van G. van Doorn. 2e prijs Gerrie 34 van C. Scheer en Bea trix 7 van A. J. Elenbaas. 3e prijs Kee 8 van A. Jansen, Marie 2 van R. Koudijs en Jopie 2 van R. Koudijs. Rubriek II: kalveren geboren tussen 1/3 en 1/4 1958. le prijs Dikkie 15 van E. J. van den Brink en Mina 3 van C. Scheer. 2e prijs Corrie 2 van W. de Jong, Marie 14 van A. van Velthuizen en Bontje 20 van G. Vlastuin. 3e prijs Willy 2 van R. Koudijs en Gerrie 33 van C. Scheer. Rubriek III: kalveren geboren tussen 1/2 en 1/3 1958. le prijs Hanna 11 van G. Vlastuin. 2e prijs Aartje 17 van C. Scheer, Annie 24 van C. Scheer, Zwartje 5 van E J. van den Brink en Bonte 6 van G. v. Bennekom. 3e prijs Gijsje 2 van G. Har deman en Betje 4 van P. G. van Dam. Rubriek IV: kalveren geboren tussen 1/1 en 1/2 1958. le prijs geen. 2e prijs Wil lie 12 van E. Vlastuin en Roosje 2 van R. Koudijs. 3e prijs Geertje 2 en Sjoukje 8 van W. de Jong. Rubriek V: kalveren geboren voor 1/1 1958. le prijs Rijkje 2 van J. Pol en Emma 2 van W. de Jong. 2e prijs Corrie 2 van G. van Doorn en Hennie 3 van J. Pol. 3e prijs Trijntje 2 van W. de Jong, Willie 11 van E. Vlastuin en Alie 2 van W. de Jong. Rubriek VI: pinken geboren tussen 1/4 en 1/7 1957. le prijs Alie 8 van W. Verbeek Gijsje 2 van G. Vlastuin en Fannie 3 van W. Verbeek. 2e prijs Antje 7 van H. Grif fioen en Dikkie 13 van E. J. v. d. Brink. 3e prijs Geertje 2 van H. van Laar, Jans 6 van E. J. v. d. Brink en Betje 7 van A. J. Elenbaas. Rubriek VII: pinken geboren tussen 1/2 en 1/4 1957. le prijs Witje 7 van R. Ver steeg en Dikkie 12 van E. J. v. d. Brink. 2e prijs Sientje 2 van W. Verbeek. 3e prijs Mijntje 3 en Ria 2 van H. Griffioen. Rubriek VIII: pinken geboren tussen 1/12 1956 en 1/2 1957. le prijs Diena 27 van W. Verbeek en Ellie 6 van H. Griffioen. 2e prijs Grada 33 van E. Vlastuin. 3e prijs Neeltje 4 van G. Vlastuin en Willie 8 van E. Vlastuin. Rubriek IX: kalfvaarzen. le prijs geen. 0r -fj° Riekie 5 van E. J. Beijer. 3e prijs Rolli. 4 van G. van de Vendel. Rubriek X: melkvaarzen. le prijs Dikkie 10 van E. J. v. d. Brink en Bonte 4 van G. van Bennekom. 2e prijs Fennie 2 van W. Verbeek, Beatrix 26 van A. Jansen en Iena 2 van P. G. van Dam. Kampioen-kalf werd Dikkie 15 van E. J. v. d. Brink en reservekampioen Hanna 11 van G. Vlastuin, terwijl als kampioen- pink werd aangewezen Alie 8 van W. Verbeek. Reservekampioen-pink: Witje 7 van R. Versteeg. Van de groepen dieren op de keuring plaatsten de melkvaarzen zich als beste. BEKENDMAKING Burgemeester en wethouders van Ede; gelet op het bepaalde in artikel 53, le lid, van de Kleuteronderwijswet; brengen ter openbare kennis dat de raad dezer ge meente, beschikkende op het verzoek van het bestuur van de vereniging tot bevor dering van Christelijk nationaal school onderwijs te Ede om medewerking inge volge artikel 50 van de kleuteronderwijs- wet voor het stichten van een kleuter school aan de Schaapsweg te Ede in zijn vergadering van 21 augustus 1958 heeft besloten zijn medewerking te verlenen; dat iedere ingezetene binnen 30 vrije dagen te rekenen van heden van het raadsbesluit bij gedeputeerde staten van Gelderland in beroep kan komen. HINDERWET Burgemeester en wethouders van Rhe nen maken bekend, dat het verzoek van Esso Nederland N.V., Benoordenhoutse- weg 7, 's-Gravenhage om op het perceel, kadastraal bekend gemeente Rhenen sec tie C, nr. 1502 een ondergrondse benzine bewaarplaats met aftapinrichting te mo gen uitbreiden, door hen is ingewilligd. Rhenen, 1 september 1958. Burgemeester en wethouders voornoemd, L. BOSCH VAN ROSENTHAL TH. v. d. WILLIK, secretaris. De prijzen zullen op een nader bekend te maken plaats en datum worden uitge reikt. Tevens was in deze fokveedag op genomen de finale van de wedstrijd hand- melken, georganiseerd door de commissie „Streekbelangen Zuid-Oost-Utrecht." De voorwedstrijden hiervan, waarbij het ging om de kampioen handmelker of -melkster van Rhenen, Veenendaal, Ame- rongen, Overberg en Renswoude, waren reeds de afgelopen weken gehouden. In de finale kwamen uit vijf melkers en twee melksters. De titel „kampioen- handmelker" ging naar de heer A. van Maanen uit Renswoude met 196V2 punt; mej. Rina van Dijk uit Rhenen werd re servekampioen-handmelkster met 187 punten. Achtereenvolgens plaatsten zich verder J. van Maanen (Renswoude), mej. A. van Veldhuizen (Renswoude), R. Vonk (Vee nendaal), C. Vonk (Veenendaal) en W. van Deelen (Amerongen-Overberg.) De jury bestond uit de heren Roeleveld en Oostveen; als arbiter trad op de heer De Rooij van het rijkszuivelconsulent- schap te Utrecht. De koeien werden be schikbaar gesteld door de heer H. Grif fioen te Rhenen. ONDERWIJSBENOEMING De heer R. L. van der Scheer, onder wijzer aan de Juliana van Stolberg- school alhier is per 1 december a.s. be noemd tot hoofd van de christelijke school voor lager onderwijs te Spijk (Gr.). NIEUWE RITTEN MOTOR- EN AUTOMOBIELCLUB De najaarsritten van motor- en automobielclub „Veenendaal" nemen weer een aanvang. De eerste naj aars- rit zal worden verreden op woensdag 3 september (hedenavond). Start - om half acht - en finish bij hotel „La Montagne". Gelegenheid tot inschrijving vanaf zeven uur. De Veenendaalse slagersbediende G. v. d. L. werd maandagmorgen op de hoek Zandstraat-Gortstraat met zijn bromfiets aangereden door een perso nenauto, komende uit de Gortstraat. De slagersbediende werd per ambu lance naar het Julianaziekenhuis ver voerd, terwijl hij later naar zijn wo ning aan de Jac. van Ruysdaelstraat ko.n worden overgebracht. Hij liep een lichte hersenschudding op. Zondag was het voor de R.K. voetbalvereniging „Unitas" een hoogtijdag. In de eerste plaats was er de plechtige inzegening van de nieuwe kleedgelegenheid, door de geestelijke adviseur van de vereniging. Een kleedlokaliteit, dat er wer kelijk zijn mag en voor deze gelegenheid getooid was met Nederlandse en Duitse vlaggen. Er was echter nog meer. Op zeer bescheiden wijze werd ook het 10- jarig bestaan van de vereniging gevierd. Er waren dank zij het prachtige zomerweer dan ook vele supporters, belang stellenden en nieuwsgierigen, naar het terrein aan de Nieuweweg gegaan, om de prestaties van „Unitas" te bewonderen. Wat voetbal betreft zijn deze mensen wel aan hun trek gekomen. Er werden n.l. drie wedstrijden gespeeld, waarvoor men de entreeprijs zelf bepalen kon, want aan de ingang werd een vrijwillige bijdrage gevraagd, waarvan de opbrengst geheel bestemd was voor 't missiewerk. Na de inzegening van het kleedlokaal ten deel gevallen. Dit was ook wel de oorzaak, dat het spoedig bergafwaarts ging, zo is het blijven gaan tot vorig jaar toe. Thans echter wil men trachten de vereniging nieuw leven in te blazen. De huidige actieve voorzitter, de heer Schleijdering, loopt met grootse plannen rond. Naar hij ons meedeelde, zal spoedig de naam R.K.V.U.V., gewijzigd worden in R.K. sportvereniging Unitas. Dat houdt in, dat het in de toekomst niet bij voet bal zal blijven, maar dat ook andere tak ken van sport beoefend zullen worden, in de eerste plaats komt dan tafeltennis, waarmee waarschijnlijk reeds in de ko mende winter gestart zal worden. en de clubvlag, speelden eerst de aspiran ten tegen de jeugd van Achterveld. Deze wedstrijd beantwoordde niet geheel aan de verwachtingen, want het werd een 5-2 nederlaag voor Unitas. Vervolgens kwamen de junioren van Uni tas en van het Duitse Rhenania in het veld. Dit werd een pittige en spannende strijd die met 1-0 in het voordeel van de Veenendalers beslist werd. Tot slot was er dan het treffen tussen de senioren-ploegen van Unitas en de Duitse gasten. In deze strijd van weinig groots voetbal, maar wel veel vechtlust, waren de Duitsers aanvankelijk de sterk ste. Niettemin wisten de Veenendalers voor de rust de score blank te houden. Tien minuten in de tweede helft wist Unitas door Kochanoski zelfs de leiding te nemen, maar weer tien minuten later was het de Duitser Storchmeijer die de partijen op gelijke voet bracht. Daarna kwam wel een moeilijk poosje voor Uni tas, maar ondanks dat zij in de verdedi ging gedrukt werden, wisten zij toch stand te houden en verdere doelpunten te voor komen. Unitas is ontstaan uit leden van een toneelgroep, die ook wel eens wilde voet ballen. Toen men de smaak eenmaal te pakken kreeg, leek het toch beter om georganiseerd te spelen in een competi tie. De tijd werd toen door de Eerwaarde Heer Pastoor Beckers, en de heren Mei mans en Ebbers, rijp gevonden om te ko men tot een definitieve oprichting van Unitas. Er waren natuurlijk vele financiële moeilijkheden, die echter veelal door penningmeester Ebbers werden opgelost. Men zocht contact met de voetbalbond en na enig geschrijf werd Unitas toege laten en kreeg men de bbeschikking over een niet te best terrein. Er werd echter hard gewerkt en men kon starten. Dat dacht men tenminste. Toen de dag van de eerste wedstrijd aanbrak, wilde de scheidsrechter niet laten beginnen, om dat de doelnetten ontbraken. Deze wer den toen geleend bij G.V.V.V., zodat er na enig oponthoud toch gevoetbald kon worden. De eerste paar jaar ging alles vrij goed. Men deed mee in de bovenste gelederen. Maar kampioenschap is Unitas nooit Voor de derde en laatste maal in dit seizoen werden zaterdagmiddag j.l. in „Bergbad" exmens afgenomen voor de zwemdiploma's van de Kon. Ned. Zwembond. Meer dan honderd kandidaten had^ den zich opgegeven; slechts twee kanr didaten voor het diploma A en twee voor het diploma C moesten door d examencommissie, bestaande uit bad meester J. W. Rompes en de heer Leenheer uit Driebergen, gedelegeerd van de K.N.Z.B., worden afgewezen. Zelfs slaagden ditmaal twee kandida ten, n.l. Bert Steffers en Aart Slot boom, voor het zeer zware E-diploma. In totaal werden uitgereikt: 66 A-, 18 B-, 7 C-, 5 D- en 2 E-diploma's. Hieronder volgt een opgave van de namen der geslaagden. Diploma A: Betsy Soeten, Evert van de Poel, Jan van Hunnik, Piet Boo gaard, Bep Bos, Anneke Slotboom, Hannie Oskam, Jan v. d. Hoef, Hans Welle, Ria ter Haar, Willy van Ojik, Ineke van Manen, Gerda van de Bo- venkamp, Willy v. d. Bovenkamp, Rita van Ravenswaaij, Fietje van Dijk, Kees van Manen, Hans van Tuijl, Sielie van Ravenswaaij, Rinie van Barneveld, Elleke Taen, Jacob Pater, Jansje v. d. Kraats, Hans Voorhout, Bert Nuijten, Herman Hummel, Hettie Demoed, Ir ma v. d. Bosch, Corrie Koenders, Jan van Manen, Netty Achterberg, Jan van Benthem, Henny Bekker, Tineke Wijn malen, Irene van Ginkel, G. J. Alsema, Kees Diepeveen, J. van Voorthuysen, B. van de Pol, D. v. d. Linde, A. v. d. Haar, J. van Veenendaal, J. van Ame- rongen, D. Arends, Dineke Jansen, D. Rebergen, E. Koenders, Anneke Brou wer, Henk Brouwer, Roel van Eden, J. Vis, A. de Gooijer, T. v. d. Brink, G. v. d. Weerd, C. v. d. Weel, Joke v. d. Linde, Jolanda Buys, H. de Kruiff, R. van Wamel. Diploma B: Aart Slotboom, Rob Nuijten, Herma van Dijk, Bep Bos, W. de Bruin, A. Budding, H. van der Wal, J. v. d. Bovenkamp, A. de Vries, Ria de Bruin, Kees Vervat, B. Hasselaar, W. Gaasbeek, Truus de Gooijer, Piet Vink, E. van Hardeveld, J. Bos, E. Bos. Diploma C: E. Rebergen, H. Smaling, A. v. d. Garde, Jan v. d. Craats, W. Veenhof, A. Oskam, P. Bouman, S. Bou- man, Benny Suydendorp. Diploma D: Ada Hage, Betsy de Flui ter, B. Sukkel, Rein van Wely, Marjan Slotboom. Diploma E: Bert Steffers en Aart Slotboom. ALUMINIUM MELKBUSSEN Aluminum melkbussen, die ook in ons land steeds meer in gebruik worden ge nomen, hebben verschillende voordelen boven de traditionele bussen van vertind plaatijzer. Daar staat echter te genover, dat ze duurder in aanschaffing zijn, doch de voordelen domineren. Aldus de rijkszuivelconsulent voor consumptie- melk, Ir. H. J. Huisman een dezer dagen voor de radio. Er worden tegenwoordig aluminium melkbussen gemaakt uit een legering, die voor ongeveer 97,4 uit zuiver aluminum bestaat. Dit materiaal heeft een hardheid, die zelfs groter is dan die van plaatijzer en ook minder gemakkelijk indeukt. Het voordeel van aluminiumbussen is in de eerste plaats het geringere gewicht. Dit bedraagt ongeveer 1/3 van dat van normale bussen. Ook een voordeel is, dat zich geen roest in de bussen kan vormen, terwijl de duurzaamheid bij oordeelkun dig gebruik bijna onbeperkt kan worden genoemd. Het geleidingsvermogen van aluminium is veel groter dan dat van plaatijzer, zodat melk in aluminium bussen sneller koelt, terwijl er derhalve ook minder water voor het koelen nodig is. Staan de bussen in de zon, dan blijkt de temperatuur van de melk in de bus minder snel op te lopen. Bij proeven, die men b.v. in Oostenrijk heeft genomen is gebleken, dat het aan beveling verdient de aluminium bussen te voorzien van rubberdeksels, die als voordeel hebben, dat ze nooit klemmen en zo goed afsluiten, dat zelfs bij omval len van de bus geen melkverlies optreedt. Men gebruikt daarvoor rubber van een speciale samenstelling. Het vertinnen, dat bij plaatijzeren bus sen nog al eens moet geschieden, vervalt bij deze bussen uiteraard. Als een nadeel is wel eens genoemd, dat men de aluminium bussen niet moet reinigen met alkalische middelen, zoals b.v. soda. Het in Oostenrijk gebezigde materiaal schijnt weliswaar zeer besten dig tegen alkalische reinigingsmiddelen te zijn, doch het toevoegen van waterglas wordt desniettemin aanbevolen. (Vervolg van pagina 1) te zijn, al was het wellicht de moed der wanhoop. Er zal tegen ieder, die „der veengenoten ordonnantiën" over treedt, met „rigeur van justitie" d.i. met strengheid opgetreden worden. De directeur en de vaartmeesters moeten bijeenkomen en de instructies moeten hun opnieuw ingescherpt worden. Wie niet beëdigd is, moet terstond de eed afleggen. Van september 1587 af vernemen wij enige maanden niets. Maar in decem ber zendt Herman Scharpinck een nieuwe klacht naar Utrecht. Soldaten uit Wageningen, liggende onder Olt- hoff waren op een vrijdag naar de Grebbe gekomen en eisten twee sche pen met turf. Juist kwam die dag een rij schepen uit het Veen. Gewaar schuwd bleven zij bij het Pijselschut liggen. (Er waren oorspronkelijk drie schutten in de Grift: het Cleyn Schutje, het Werf- of Santfoortschut en het Pijsel- of Kolkschut; het Verlaat is AARDVERSCHUIVING VERSPERT DE SIMPLON. De internationale spoor- cii wegverbinding over de Simplon bij San Giovanni is door een geweldige aardver schuiving versperd. Tonnen en tonnen aarde met steen liggen over de wegen en men schat dat er zeker drie weken mee heen zullen gaan, voordat de spoordienst weer zal kunnen hersteld worden. o-o-o-o-o-o-o-o-o o-o-o-o-o-o-o-o-o (22) De kop dicht langs de grond, fel rukkend aan de ketting volgt de jachthond het spoor. „Ik hoop niet, dat we die oosterlingen tegen het lijf lopen", fluistert Aram tegen zijn schildknaap, „want dat kon wel eens minder prettige gevolgen voor ons hebben." Maar het is doodstil in het nachtelijke woud en zo geruisloos mogelijk volgt het tweetal de hijgende hond. Bij een open plek in het bos gekomen houdt Aram de hond een ogenblik in. Zijn scherpe ogen glijden spiedend langs de maanverlichte bomen. Het enige teken van leven komt van een bosui), die als een geruisloze schaduw over hen heenglijdt op zoek naar prooi. „Kom mee", zegt Aram op gedempte toon en haastig snelt het tweetal achter de wildrukkende jachthond naar de overliggende bosrand. Ze vermoeden echter niet, dat een paar donkere ogen hen vanuit het struikgewas hebben gevolgd. En nauwelijks zijn zij in de schaduw van het geboomte verdwenen of de struiken wijken uiteen en één der oosterlingen sluipt behoedzaam achter hen aan. (Wordt vervolgd). DONDERDAG en VRIJDAG KOOPJES DEZE WEEK nu I 1.95 PRIMA THEEDOEKEN van f 1.30 nu i 0.98 KEUKENDOEKEN f 1.45 nu f 1.19 MANUFACTUREN BEDDENaLEDIKANTEN VEENENDAAL GORTSTR.39 TEtEF. 2321 jonger). Uiteraard werden de verveners van de Gelderse zijde het meest lastig gevallen. De ruiters van een zekere kapitein Boucker te Rhenen en de mannen van kapitein De Maulde blij ken het ook koud gehad te hebben die winter: ook zij vorderden turf. Elke dag werden de volgeladen turfschepen beroofd. Besloten werd de kapiteins van de moedwil hunner soldaten in kennis te stellen „ten eynde die arme schippers wat bevrijet mogen worden." Op 24 april 1588 komen twee mannen Herman Scharpinck bezoeken, Claes Gerritsz. Lam en Harman Brantsz., die op doorreis zijn naar Arnhem. Zij ver halen dat Cornelis Pijnssen vander A een aanslag op Wageningen gedaan heeft „om aen dander sijde te brengen". Vermoedelijk beduidt dit, dat hij da stad de Spaanse zijde wilde laten kie zen. Alleen zijn knecht was ingewijd, die zich na de mislukte aanslag te Vee nendaal schuilhield. Men zocht hem 's nachts, maar de vogel bleek gevlo gen. De woede van de Engelse en de Staatse ttroepen laat zich begrijpen. Weer vrezen de Veenendalers „dat die onschuldiche naeburen van Veenendael doer het ongeregelde crisvollick (krijgs volk) eeniche lasten van crigen moech- ten". De soldeniers waren tocch al zeer gebeten op het weinig toeschietelijke Veenendaal „soe als allen gernesoenen seer op Veenendael sijn vlammende". Wéér moet er opgetreden worden. Het dorp moet niet „soe pasivelicken blyef- fen sitten". Nogmaals gaan de veen- raden bij de stadhouder op audiëntie om hem wederom brieven van bescher ming te vragen voor „die egenaers ende nabuyren vant veen, mitsgaders voor het arbeytsvolck, schippers ende allen anderen die daer negotieren". De gouverneur schreef de brieven, die Joost van Schoonauwen naar 'tVeen bracht. De rust keerde terug, maar slechts voor korte tijd, want 15 juli 1588 richt Leycester een brief in het frans „aux capitaines et officiers de la ville de Wageningen". Hij blijkt alles te weten van de gewelddaden, vooral door de ruiters van kapitein l'Espine bedreven. Hij geeft toe, dat de sauve- gardebrieven veronachtzaamd zijn. Verdrukking, afpersing, onbeschaamd heden, plunderingen, diefstal van kle ding en sieraden, vernieling, van alles is hij op de hoogte. Ook van het mis bruik dat de ruiters maakten van hun arquebuses, hun vuurroeren, waardoor bewoners „du villaige de Venendael" waren gedood of verwond. Hij bedreigt de schuldigen, die boeten zullen voor hun violences, hun gewelddadigheden. Gehoorzaamheid en discipline moet er heersen! De „tres chiers et bien amiez" zoals het in het oud-frans gespeld werd, de zeer dierbare en goede vrien den, veegt hij danig de mantel uit. Hij slaat kwasi op de zak om des te beter de ezel te treffen..de prins van Es- pinai! Leycesters franse brief is het laatste stuk in ons oud-archief met klachten over het krijgsvolk. Omstreeks 1590 verstommen die klachten, hetgeen be grijpelijk is. Immers, de fronten had den zich verlegd, de Spanjaarden ver loren terrein, zij moesten Oost-Neder land langzaamaan prijsgeven, zodat Staatse troepenconcentraties in Oost- Utrecht niet meer nodig waren. Mau- rits reorganiseerde het leger, dat aan discipline gewend werd. Bovendien werd de financiële toestand beter: de soldij werd regelmatiger uitbetaald, plundering had niet zoveel reden meer. Als wij geneigd zouden zijn te me nen, dat de Veenendalers maar ach en wee riepen, niet doortastend waren besluiteloos, dan zal het feit dat uit vele plaatsen klachten kwamen, b.v. uit Woudenberg, Amerongen, Eemnes, Vleuten, Harmeien, Rhenen, onze mening wijzigen. De memoriën van schade, door die plaatsen geleden, de minuten (originelen) van brieven aan de stad houders geschreven over het wange drag der soldeniers, alles berustend in het Statenarchief te Utrecht, zijn wel sprekend. In een schrijven van Gede puteerde Staten- aan Leycester is zelfs sprake van „de sobre ende miserable gelegentheyt van dese provincie". De Veenendalers hebben dus niet over dreven. Het tijdvak 1585-1590 vormt een zwarte bladzijde in de geschiede nis van onze plaats. D. PHILIPS. FEUILLETON van de DOOR TOM LODEWIJK 11. Maar hier in de garage merkte hij, dat ze het verschil voelden, al droeg hij evenals zij een overall met vetvlekken en waren zijn handen zwart als roet. „Uw spraak maakt u openbaar" had Vera eens geglimlacht. Zijn manieren waren ook anders dan die van de an dere jongens, ze gebruikten woorden die hij niet kende, waar hij de beteke nis niet van snapte. Hun vermaken waren anders. Hij voelde zich tamelijk alleen, en zocht en vond zijn troost in het werk. Dat bevredigde hem. De baas liet hem geen prutskarweitjes doen. En omdat hij handig en netjes werkte, zijn rommel niet liet slingeren en geen tijd verbeuzelde met kletspraatjes, kon hij bij Koster een potje breken. Dat was natuurlijk helemaal niet naar de zin van de lange en zijn rooie maat, maar Gijs, de reus, nam hem duidelijk in be had hem laatst een sjekkie la scherming en Tinus kameraadschappelijk ten rollen. Koster keek de jongen opmerkzaam aan. Er was wat. Luister jong, zei hij ruw-hartelijk, je hoeft me alles niet aan de neus te hangen, maar als je ergens mee zit en ik kan je helpenwat doe je zo 's avonds? Ik lees wat en schrijf wat en ga altijd vroeg naar bed, antwoordde Rob verlegen. Het klonk zo braaf. Dus je hebt niks te doen. Weet je wat? Loop vanavond eens bij me thuis aan. Dan drink je een bakkie koffie en dan praten we eens wat. Goed? Lange molenstraat 17bis, de naam staat op de deur. Rob aarzelde even. 'tHoeft niet hoor.... zei Koster en het leek of hij even geraakt was. O nee, haastte zich Rob, nee, dat is 't niet, chefmaar ik wist niet of ik op uw tijd beslag behoorde te leg gen. Koster krabde zich achter de oren. Er was wat met dat jong. Een gewone jongen gebruikte zo'n argument niet. Eh toch mocht hij deze knaap. Koster was zelf langs de harde weg omhoog geklauterd tot deze verantwoordelijke betrekking, hij had zelf tot laat gebo gen gezeten over boeken en tekenin gen, hij had de neiging van de self made man om anderen vooruit te hel pen. Ik kom graag, zei Rob eerlijk en Koster knorde bevredigd. Om acht uur is alles aan kant en dan zie ik je wel, zei hij. Nou, we zullen eens zien of die cylinder nog uitgeslepen moet worden, jong. Ze praatten er niet meer over. Maar toen Rob die avond op weg ging naar de Langemolenstraat aan 't andere eind van de stad, was hij toch wel wat zenuwachtig. Veronderstel dat Koster ging zitten vissen naar zijn fa milie en zo? Hoe kon hij, zonder on beleefd te worden, de man in zijn eigen huis nul op 't rekest geven? Deze avond kon iets goeds geven, maar kon ook de chef tegen hem innemen, en dan zou hij het voortaan niet best hebben. Onder die gepeinzen kwam hij in de lange straat met de nieuwe arbeiders woningen. Hij keek door de ruiten naar binnen bij de mensen die nu thuis za ten, in nette salonnetjes met old finish crapeauds, een glimmend harmonium hier, een boekenkast daar, schilderijen aan de wanden, soms een heideland schap met veel paars en berkeboomp jes, boven een dressoir de zonnebloe men van Van Gogh, zag je ook overal tegenwoordig. Hij dacht aan thuis, de huiskamer met de prachtige antieke meubels, de oude Engelse jachtprenten langs de wand, de koperbeslagen scheepskist, de grote vleugel. 17bis. Met een schok stond hij stil en bekeek het emaille naamplaatje. H. Koster Pz. Hier moest hij zijn. Hij drukte zijn vinger op de belknop. Het werd licht achter het kleine spionnetje, waarvoor weldra een scha- duwhoofd verscheen. De deur ging open en Rob staarde in de verwonderde ogen van een meisje. Dag juffrouw, zei hij beleefd, ik ben Rob van Liempden. Ik had met ehmeneer Koster afgesproken Kom d'r in, zei het meisje reso luut en hield de deur open. Ze stak een hand uit. Ik ben Rie Koster. Sjonge, ze gaf een stevige poot. Leek wel een jon gen. Een beetje opgewonden volgde hij haar de gang in. Geen jas? vroeg ze, dan zulfen we maar meteen naar bin nen gaan. Ze opende de kamerdeur. In één oogopslag had Rob de omge ving opgenomen. Achter de tafel stond Koster in een donkerblauw shirt, nog glimmend van de douche die het ga- ragevuil van hem had afgespoeld. Er hing nog een flauwe lucht van warm eten. Het lamplicht scheen op de al grijze haren van een vrouw, die door haar brilleglazen verwachtingsvol naar hem opzag. Het meisje stond achter hem. Ah, die Rob, begroette Koster en schudde hem hartelijk de hand. Man van de klok, zoals altijd. Moeder, dit is Rob van Liempden, waar ik je van verteld heb. De vrouw stond nu ook op en gaf Rob een hand. Ze had een blozend fris buitengezicht. DagRob, zei ze en aarzelde even. Haar scherpe intuïtie had het al me teen gemerkt. Dit was een jongen uit een geheel andere kring. Geen arbei dersjongen. Hannes had wel goed ge zien. Neem een zit, nodigde Koster jo viaal. Heb je al kennis gemaakt met m'n dochter? Bij de deur al, antwoordde die en thans had Rob de gelegenheid haar goed op te nemen, nu ze naast haar moeder onder de lamp ging zitten. Ze was vrij lang, had een atletische fi guur, en in haar gebruind gezicht za gen twee grijsblauwe ogen de bezoeker vrijmoedig en opmerkzaam aan. Haar haar was hoogblond en ze droeg het strak langs haar hoofd gevlochten. Rob vond dat ze er zeer verzorgd uit zag, al had ze geen lippenstift of nagel lak gebruikt. Haar handen waren mooi, smal, lange vingers, goed onderhouden. Goed type, dacht hij en vond dat Rie Koster helemaal jjeen gek figuur zou slaan onder de meisjes die hij kende. Het eerste kwartier ging voorbij met de gewone bezoeksdrukte. Sigaretje opsteken, koffie, koek d'r bij? Een praatje over de garage, over zijn kost huis. Moeder Koster informeerde be zorgd of hij wel goed te eten kreeg. Rob roemde zijn kostjuffrouw. Langzaam zakte zijn onrust. Want de gevreesde vragen bleven uit. Kos ter en zijn vrouw voelden aan, dat wat de jongen kwijt wilde, hij zelf wel zou vertellen, daar zag hij er open en eer lijk genoeg voor uit. En verder waren het zijn zaken. Zo kwam Rob op zijn gemak en praatte weldra vrijuit over het werk. Moeder Koster was ijverig bezig met een of ander haakwerkje en Rie was in een lage rookstoel gaan zit ten met een boek. Steels gleden Robs blikken telkens naar het meisje. Ze was prettig om naar te kijken, in haar simpele blauwe truitje, de strakke grijze rok, een paar slanke, maar ste vige benen gestoken in nylonkousen, bruinieren pantoffelschoenen met plat te hakken. Sportief type, concludeerde Rob waarderend. Hoe zou ze in de om gang zijn? Waarschijnlijk net als ze er uit zag, zakelijk, flink. Zeg, zei Koster toen opeens mid den in het gesprek, als jij voor die avondschool niets voelt, dan is er toch nog wel een andere manier om er wat bij te leren. (Wordt vervolgd).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1958 | | pagina 2