DE VALLEI HQ Gé - koffie in prijs verlaagd! De Laatste Brug In de 17e eeuw speelde men reeds badminton AMERONGEN Voor de Jeugd KRUIS WOORD-P UZZLE Op tijd gered Honden en Li ppen OOK IN NEDERLAND POPULAIR „Poona" werd „badminton" I.L.R. pleit voor werktijd verkorting in de landbouw JVEENFNDAAL Aan onze puzzelaars Bovendien 10°lo korting in geldzegels! ruw? Volgens de statistieken wint het populaire spel „badminton" nog steeds ter rein. Het ledenaantal van de officiële Nederlandse Badminton Bond nam in drie jaar tijds toe van ongeveer 1000 leden tot 3000 leden op het ogenblik. Voegen we hierbü nog de niet ingeschreven speelsters en spelers, in het byzonder onder de jeugd, die het badminton zyn gaan beoefenen, dan kan men ongetwyfeld spreken van de grote vlucht welke badminton in Nederland heeft genomen. In Engeland spreekt dit nog meer. By oprichting van een bond aldaar telde deze slechts 14 leden. Aan het begin van de tweede wereldoorlog was dit aantal 1300. Momenteel staan er bij de Engelse Badminton Club ruim 3000 verenigingen als lid ingeschreven. Wellicht zal het menigeen verwonderen maar het badminton dateert al van de 17e eeuw. Op het eind van de 17e eeuw schilderde Adam Manyoki de Poolse prins Sulkowsky, die op dit schilderij afgebeeld staat met racket en shuttle. Ook in het Sportmuseum in Bazel zijn schilderijen, waarop het badminton uit Frankrijk is af gebeeld. Waar en wanneer het badminton zijn intrede heeft gedaan is niet met zekerheid te zeggen, omdat het in ver scheidene landen bekend was, maar onder een andere naam gespeeld werd. In de 19e eeuw maakten enige Engelse officieren kennis met het badminton in India, wat daar „Poona" genaamd werd. Bij terugkeer naar Engeland namen zij het spel natuurlijk mee en speelden het in hun vaderland voor het eerst op het landgoed van de Hertog van Beaufort in Gloucester. Dit landgoed droeg de naam „Badminton" en deze naam kreeg het „Poona" uit India. VAN ENGELAND NAAR EUROPA Niet lang na deze introductie werd in Engeland een badminton-club opgericht (1893), die jaarlijks de ,A11. England' kam pioenschappen organiseert. De winnaar hiervan wordt algemeen als wereldkam pioen beschouwd, omdat aan dit toernooi de sterkste spelers uit de hele wereld deelnemen. Van Engeland uit kwam het badminton ook naar Europa, waardoor het ook in Nederland bekendheid verwierf. De eerste Nationale kampioenschappen werden in 1939 in Noordwijk aan Zee gehouden. Hierna werd er ieder jaar om het per soonlijk kampioenschap gespeeld. In 1934 werd de internationale badmin- tonfederatie (I.B.F.) opgericht waarvan ook Nederland lid werd. Men besloot een internationale competitie te houden met het wereldkampioenschap (als land) als inzet. Door de oorlog was dit pas moge lijk in 1949, waarbij Malakka de eerste wereldkampioen werd. In 1952 is een andere regeling van kracht geworden die nog steeds geldt. De deelnemende landên worden hierbij in vier zones verdeeld. De winnaar hiervan gaat naar Singapore waar hij volgens een geloot afvalsysteem uitkomt tegen de wereldkampioen Malakka. Ook voor de dames is een soortgelijk toernooi. Hier is de inzet de zgn. „Ubercup", genoemd naar de schenkster, mevrouw Betty Uber. Malakka dat in 1949, 1952 en 1955 de titel won, werd dit jaar verslagen door Indonesië. HET SPEL Bij het bekende strand-badminton - ook wel genaamd camping badminton - wordt getracht de shuttle in de lucht te houden, dus een lange rally te spelen. Het net wordt hierbij zelden of nooit gebruikt. Het omgekeerde vindt juist plaats bij het wedstrijdbadminton. De bedoeling hierbij is de shuttle bij de .tegenstander op de grond te plaatsen hetgeen een punt betekent. Hierbij speelt mén op een nauw keurig uitgezette baan (afm. 13.40 m. 1 en 6.10 m. br.). Bij het enkelspel is de br. (Vervolg van pagina 1) Melkmachine, gebruik van voerkarren, mechanische inrichtingen voor de afvoer van de mest, vereenvoudigde voederme thoden, waterleiding en doelmatig gereed schap voor de reiniging van vee en stal len zijn mogelijkheden, die door velen nog niet voldoende worden benut. Maar ook de organisatie van het werk speelt een grote rol: een goede werkver deling, een juiste volgorde van werk zaamheden, zijn even onmisbaar als goede werktuigen. Stalverbetering is op vele bedrijven evenzeer nodig. Soms kan dit worden be werkstelligd met betrekkelijke lage uit gaven. In het algemeen is het bouwen en het verbeteren van stallen e.d. helaas zeer duur. Door al deze maatregelen kan in "ele bedrijven 25 van de thans bestede Jjd worden bespaard. ONDERZOEK NAAR GUNSTIGER MELKTIJD Een bijzonder probleem bij verkorting van de werktijd in de veehouderij is, dat de koeien ongeveer om de 12 uur worden gemolken, b.v. 's morgens en 's middags om 4 uur. Men komt zodoende vanzelf tot lange werkdagen. Nu zijn er in de laatste jaren in het buitenland onderzoekingen ingesteld of het melken om de 12 uur be slist noodzakelijk is. Is het werkelijk na delig, als 's morgens niet om 4 uur maar b.v. om 7 uur wordt gemolken en 's mid dags gewoon om 4 uur? Deze onderzoe kingen, die o.a. in Zweden zeer zorgvuldig werden uitgevoerd, gaven te zien, dat het daar géén nadeel oplevert. Voor velen teruggebracht op 5.18 m. In het midden van die baan hangt een net, waarvan de bovenkant 155 cm. boven de grond hangt. Het gewicht van de shuttle - bestaande uit een kurkendop met 14 tot 16 veertjes - varieert van 4.73 tot 5.50 gram. Een wedstrijd wordt meestal zodanig gespeeld dat de partij die twee van de drie partijen (games) gewonnen heeft tevens de wedstrijd heeft gewonnen. De serverende partij kan alleen een punt scoren. Het recht van serveren verliest hij bij een fout, b.v. omdat hij hout slaat of de shuttle mist, waarna de tegenpartij de service krijgt. Maakt de ontvangende partij een fout, dan scoort de serverende partij een punt. De partij die het eerst bij de 15 punten is, heeft deze gewonnen. Er zijn 5 bestaande wedstrijdvormen. Het heren (dames)-enkel, en het heren (dames)-dubbelspel behoeven geen nadere uitleg. Als vijfde combinatie is er het gemengd-dubbel. Hierbij spelen tegen el kaar één dame en één heer tegen even eens één dame en één heer. In de jaarlijkse badmintoncompetitie bestaat een wedstrijd meestal uit 7 onder delen. De duur van eeiï badmintonwed- strijd is meestal 3 tot 4 uur. Naast de competitie worden er jaar lijks nog vele toernooien gehouden. Bij deze wedstrijden, die zuiver individueel zijn, wordt gespeeld volgens het afval systeem, dus de verliezer van een partij valt af en de winnaar komt in de volgen de ronde. Dit gaat zo door tot er twee spelers over zijn die in de finale uitmaken wie zich winnaar mag noemen. Uit bovenstaande blijkt wel dat badmin ton als wedstrijdsport zich in een „we reldlijke" belangstelling mag verheugen. uiteraard een grote verrassing. Indien de melktijden dichter bij elkaar kunnen lig gen, kan men de werkdag verkorten, door 's morgens later te beginnen of 's avonds eerder op te houden. Er zijn thans ook in Nederland soort gelijke onderzoekingen begonnen en wel op vier proefboerderijen met in totaal meer dan 130 koeien, waarbij een groep ééneiïge tweelingen. Dit onderzoek is no dig om vast te stellen, hoe het Neder landse vee hierop reageert, zowel wat ge zondheid, levensduur, melkplas als sa menstelling van de melk betreft. Ver schillende instituten werken op dit gebied nauw samen. Zijn de resultaten gunstig - hetgeen dus thans nog moet worden afgewacht - dan zouden deze een grote arbeidsverlichting tengevolge hebben. In Zweden worden de resultaten reeds in de praktijk toege past. In juni bezocht Ir. Moens een be drijf, waar de koeien 's morgens om 6 uur en 's middags om 3 uur worden gemolken. In Nederland zijn hem geen bedrijven be kend, met een tijd tussen de melktijden kleiner dan 11 uur. Het is ook nog te vroeg om dit thans te adviseren, doch het is wel een zaak, die de volle aandacht verdient. SCHAAKNIEUWS Vrijdag 16 jan. speelde het eerste tien tal van de S.V. Ritmeester een competitie wedstrijd tegen Wageningen III. Door deze wedstrijd met 4-6 te winnen plaats te Ritmeester I zich naast Veenendaal II, aan de kop van de ranglijst. De strijd om het kampioenschap zal dan ook wel tussen deze twee verenigingen gaan, daar zij elkaar nog ontmoeten op 12 februari a.s. Wageningen III Ritmeester I H. J. Timmer G. A. Blankestijn 01 J. Dijkveld-Stol v. d. Bovenkamp 10 J. de Kramea Drs G. J. Roomer 01 R. P. A. Meijer G. Achterberg Vï-Vj F. W. Broekman C. Beijer 0—1 R. Timmer G. Davelaar 10 C. Berhouwer E. J. Kalter01 D. v. Staalduinen Chr. Baars 10 O. v. d. Poel H. v. Manen Vï-Vt C. Wolfens E. Slotboom 01 DAMMEN De uitslagen van de onderlinge compe titie waren deze week, groep A: M. v. d. Grift Maris_1—1 Van Loon A. v. d. Grift11 A. v. d. Kolk Faber02 Meijer E. v. Zomeren 20 Maris E. v. Zomeren 20 Groep B: A. Berkhof v. Wamel 20 Reede v. Ewijk 0—2 Meerwijk Viegen 20 E. v. d. Grift Smits 02 Visser Kleinveld 20 E. v. d. Berg De Greef02 Plantinga Rebergen 11 Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres Parallelweg 10, Veenendaal WIE VIEREN HUN VERJAARDAG? 23 jan. Geurtje Lodder 23 Corrie v. d. Kraats 23 Bep van Barneveld 24 Dikje Veer 24 Corrie Roks 25 Ada van Kooten 25 Jannie v. d. Haar 26 Corrie de Kruif 27 Basje Ravenswaay 28 Diny Berends 28 Arie Diepeveen Allemaal van harte gefeliciteerd! Volgende week de oplossing van de prijs vraag. Beste Jenneke en Adrianus Ook jullie van harte welkom in onze club. Jullie verjaardagen heb ik genoteerd en ik hoop dat jullie ook de raadsels op zullen lossen en insturen. Het is jammer Adrianus dat je voor de verjaardagen- rubriek te laat bent, maar volgende keer ben je er bij hoor. Jenneke komt al gauw aan de beurt hè. Tante Jos. VEREENVOUDIGING MECHANISATIE EN Verkorting van de tijd tussen het och tend- en avondmelken maakt, dat minder tijd overblijft voor andere werken, zoals varkens en kippen verzorgen, grasland verzorgen en de voederwinning en het bouwland, indien men er tenmiste naar streeft binnen die tijd met alle werk klaar te komen. Het landbouwbedrijf is en blijft echter seizoenbedrijf en naast minder drukke perioden zullen perioden met veel werk en lange werkdagen onvermijdelijk blijven. Belangrijk is daarbij na te gaan hoe het werk vereenvoudigd en gemechaniseerd kan worden. Ook over dit vraagstuk zal vermoedelijk in 1959 een onderzoek wor den ingesteld op een aantal gemengde be drijven en een aantal weidebedrijven. Hoe ver kan men hiermede gaan? Het is gevaarlijk in dit opzicht lichtvaardige conclusies te trekken. Inkomsten en re sultaten van het bedrijf mogen aan dit streven niet worden opgeofferd. Als in drukke tijden 70 tot 90 uren per week wordt gewerkt, is het gewenst deze werktijd te verkorten. Op welke wijze dit moet geschieden, vraagt tijd en organi satievermogen, terwijl ook de mogelijk heden van doelmatiger werkmethoden en mechanisatie een belangrijke rol zullen kunnen spelen. Het onderzoek is er daar om op gericht, economisch verantwoorde richtlijnen aan te geven. Het is noodzake lijk, dat ook in de toekomst grote aandach besteedt wordt aan een hoge produktie per man. Dit moet echter bereikt kunnen worden in een redelijke werktijd, zodat boer en landarbeider met hun gezin vol doende tijd overblijven voor eigen vak ontwikkeling, voldoende tijd voor deel name aan het godsdienstige, sociale en culturele leven op het platteland en in de samenleving. Dit is uiteindelijk het doel van de werktijdbekorting. Het groot aantal inzendingen op onze Kerstpuzzle heeft ons doen besluiten een serie kruiswoordpuzzles te plaatsen. Vanaf heden treft u 's woensdags om de veertien dagen een kruiswoordpuzzle aan, waarvan de oplossing in de eerst daarop volgende puzzle-rubriek bekend gemaakt wordt. Zonder nadere mededeling behoe ven de oplossingen NIET ingezonden te worden. Het is de bedoeling bij speciale gele genheden Uw inspanning met een aantal prijzen te belonen, waarvan dan echter vooraf kennis gegeven zal worden. Wij wensen u vele genoeglijke puzzle- uurtjes. Red. Opgave nr. 1. Horizontaal: 1. riem; 6. afdeling van een arrondisse ment; 11. tocht, uitstap; 12. vaarwel; 14. kaasworm; 15. voegwoord; 16 bekend dier lijk zeegewas; 18. voorwerp om te snijden; 19. voorzetsel; 20. muzieknoot; 21. familie lid; 23. rijkstelefoon (afk.); 24. vet der melk; 26. kleur; 28. sociëteit (afk.); 30. mist; 32. troefkaart; 34. Turks bevelheber; 35. hoogste punt; 36. sneeuwschaats; 37. gem. in Gelderl.; 38. insluiting ener ves ting; 40. boom; 42. stadje in België; 44. bereide dierenhuid; 46. hangt aan de mast; 48. lidwoord; 50. ontkenning (Eng.); 51. onbekende (afk.); 52. spoedig; 54. bekoor lijk gelegen; 57. bedorven; 58. slot; 60. roem; 61. manier van klederdracht; 62. brede grove lat; 63. duister. Verticaal: 1. kosteloos; 2. gekheid; 3. reeks; 4. v. h. teken af te herhalen (afk. in de muziek); 5. stuk stof; 6. deel v. h. gelaat; 7. maan stand; 8. mak; 9. rivier in Duitsland; 10. veter; 13. opschik; 16. heuvel in Jeruza lem, bekend uit de bijbel; 17. as; 20. soort onderwijs (afk.); 22. telwoord; 24. voor schrift; 25 lengtemaat; 26. eetgerei; 27. wijnmaat; 29. ijskegel; 31. gevuld; 33. vor dering; 37. vroeger; 38. verscheurend dier; 39. stad in België; 41. roofdier; 43. afkor ting van idem; 45. en omstreken (afk.); 47. zangwijs; 49. voertuig; 51. ongaarne; 53. meisjesnaam; 55. Europeaan; 56. pl. op Ameland; 57. zeehond; 59. district (afk.); 61. lengtemaat (afk.) NIEUWE RAADSELS Voor ouderen: I. Zet de cijfers 1 tot en met 14 op een rij. Hieronder moet de naam komen van een beroemd Hollands schilder. 14 12 3 2 10 13 zoet en gezond 8 5 4 14 7 rivier in ons land 1 9 6 11 klem v. een windmolen 2 10 7 12 4 14 7 plecht, feestel. inkomst II. Vul in deze 16 vakjes in van links naar rechts en van boven naar beneden: le rij dichtbehaarde dierenhuid; 2e rij het paradijs; 3e rij zoon van Jacob; 4e rij vogel. I 2 3 4 2 3 4 III. Plaats voor en na deze woorddelen een letter, zó dat ze goede woorden vor men. De eerste letter is voor alle woor den dezelfde; ook de laatste letter moet voor alle woorden gebruikt worden. EVE OLE IEDE AGE EURE IE IV. Ik ben om te branden maar ook om te eten, Zou één van jullie m'n naam ook weten? Voor jongeren: I. Aan alle knappe kind'ren, Wordt hier door mij gevraagd: Welk hoedje zou het wezen, Dat men op 't hoofd niet draagt? II. In deze negen vakjes invullen van boven naar beneden en van links naar rechts: le rij een dier; 2e rij een deel van je hoofd; 3e rij één der vijf omroepver. 1 2 3 2 3 III. Zet de cijfers 1 tot en met 8 op een rij. Hieronder moet komen de naam van een schuwe moerasvogel. 5 16 8 zoete of zoute lekkernij 7 2 3 4 deel dat past, sluit om een schroef 7 3 8 klap, slag IV. Mijn eerste deel is een bevestigend antwoord, mijn tweede deel wordt ge bruikt om in te koken en mijn geheel is een Aziatische eilandengroep. ZO ZIJN ONZE MANIEREN Sta niet met je handen in je zakken jongens, als je met je leraar of met iemand anders spreekt, 't staat zo on beleefd Hoog door de koude lucht vloog een koppel ganzen. Snaterend en gakkelend dreven zo boven het IJselmeer. De die ren hadden vele weken verblijf gehouden in een klein wak in de buurt van Dene marken, waar ze konden drinken en waar nog een beetje voedsel te vinden was. Maar op een nacht, toen het heel hard gevroren had was ook dat laatste plekje open water dicht gevroren en toen waren de ganzen gaan vliegen met de hoop, dat ze verder naar het zuiden nog open wa ter zouden vinden. Zo waren ze boven Nederland gekomen, maar daar was het al weinig beter dan in Denemarken. Heel Nederland lag dik onder de sneeuw en alle kanalen en rivie ren waren dichtgevroren. Ze trokken steeds verder en kwamen boven het IJsel meer. Verschillende oudere ganzen wis ten nog, dat daar in vorige jaren altijd open water te vinden was en ook voedsel. Maar het IJselmeer was nu geen open watervlakte meer, maar ook bedekt met dik ijs, waarop de sneeuw was gevallen. Hongerig en moe vlogen de dieren rond en ze kwamen in de buurt van Bunscho ten. Ook daar was alles sneeuw en ijs, maar ineens zagen de ganzen een plekje open water. Er was een groot wak en daarin zwommen vele zwanen, ganzen en eenden rond. Gakkelend van blijd schap, omdat ze open water hadden ge vonden, daalden de ganzen naar beneden. Ze hoopten eindelijk wat voedsel te vin den. Toen ze vorig jaar uit Rusland kwa men waren ze dik en vet geweest, maar de nood van de winter had ze mager doen worden. Achteraan de koppel vloog een jonge gans. Moeizaam bewoog hij zijn vleugels, want hij was erg moe. In het wak bij Denemarken had deze gans zijn poot bezeerd aan een scherpe ijsschots en gedurende de lange vlucht was het bloed traag naar beneden gedruppeld. Nu kon hij haast niet meer. Wild sloeg hij met zijn vleugels om bij de koppel te blijven, maar het ging niet meer. Net toen de koppel ganzen in het wak wilde neerstrij ken voelde de jonge gans een hevige pijn in zijn gewonde poot, hij zakte snel naar de aarde en met een plof kwam hij in de sneeuw terecht. VERLATEN IN DE SNEEUW Daar lag hij, een zielig hoopje veren in de sneeuw. Hij probeerde nog bij het wak te komen maar het lukte niet. Ziek en moe bleef hij liggen. Straks zou het nacht worden en het zou weer gaan sneeuwen en het hongerige dier voelde dat het dan mis zou gaan. Als hij maar een beetje voedsel kreeg, dan zou hij misschien door de sneeuw bij het water kunnen komen. Maar er was geen voedsel in de barre sneeuwwereld. Langzaam zakte de kop van de vogel naar benedenMaar ineens richtte de stervende gans de kop moeilijk weer op. Wat zag hij daar? In de verte, van de kant van Bunscho ten, naderden zwarte stippen. Heel lang zaam bewogen de stippen over het ijs. Dat waren mensen, mensen die medelij den hadden met de hongerende vogels in het IJselmeer en die op weg waren om de dieren voedsel te brengen. Ze hadden ook een moeilijke tocht gehad door de dikke sneeuw, terwijl ze bovendien nog de zakken vol graan en oud brood moes ten meeslepen. Toen de mensen dicht bij het wak wa ren vlogen de zwanen en ganzen weg en de jonge gans was ook graag weggevlogen, want hij wist dat mensen gevaarlijk kun nen zijn. Maar hij kon niet meer. Hij zag hoe de mensen de sneeuw van het ijs veegden en toen ze een open plek had den werd het graan uit de zakken ge stort. De mensen hadden ook een zak vol oud brood bij zich. Ze pakten stukken brood en slingerden die in het water van het wak. Er was een meneer bij met een zwarte hoed op en die kon heel ver gooien. Die nam een stuk brood en dat wierp hij helemaal over het wak heen en op tien meter van de jonge gans plofte het brood in de sneeuw neer. De gans zag het wel, maar hij durfde niet dichterbij komen zolang de mensen er nog waren. EEN HEERLIJK MAAL Toen gingen de mensen weg en lang zaam begon de avond te vallen. Al gauw kwamen de verjaagde vogels terug en ze zagen het graan en het brood op het ijs liggen. Er volgde een smulpartij. Toen de eerste honger gestild was gingen ze naar het wak en ze dronken van het water en zwommen rond. De jonge gans ploeterde door de sneeuw. Het was moeilijk de homp brood te bereiken, maar eindelijk gelukte het. Met de snavel rukte de gans het brood uit elkaar en grote stukken slikte hij naar binnen. Wat smaakte het heerlijk en wat deed dat brood hem goed. Hij voelde zijn krachten terugkomen, nu zijn maag niet meer leeg was. Na de maaltijd rustte hij even en toen sloeg hij de vleugels uit. Ja, het ging weer. De gans kwam enkele meters omhoog en toen wist hij het wak te bereiken en gakke lend van blijdschap streek hij bij de an dere vogels in het water neer. Hij dronk met lange teugen. Toen viel de nacht, maar het werd niet helemaal donker op de sneeuw en heel de nacht kwamen er ganzen, zwanen en eenden aanvliegen en ze smulden van het voed sel dat de mensen hadden uitgestrooid tot de laatste korrel op was. Maar de volgen de dag waren de mensen er al weer. De andere vogels vlogen weer weg, maar de jonge gans bleef aan het eind van het wak zitten. Hij was niet bang meer voor de mensen. Weer werden zakken vol voedsel leeggestort en toen de mensen weggegaan waren, vloog de jonge gans uit het wak naar de voerplaats en hij smulde opnieuw van het graan en het brood. De gewonde poot was dichtgegaan en de pijn was over. De gans vond het fijn dat er mensen waren die aan de hon gerige vogels dachten. Want als die men sen er niet geweest waren, zou hij vast en zeker doodgegaan zijn in de koude sneeuw. En nu hoopte de gans dat het maar heel gauw dooi zou worden. Dan zouden ijs en sneeuw verdwijnen, er zou weer open water en voedsel zijn en als het voorjaar kwam zou hij met de andere ganzen weer naar het hoge noorden vliegen met een dankbaar hart omdat de mensen in Neder land zo goed voor de hongerige vogels gezorgd hadden. FEUILLETON door NORBERT KUNZE (17) Na een pauze begint de harmonica met een laag molakkoord en er klinkt een zwaarmoedig lied, dat al bij de eer ste strofen merkwaardig pijn doet, ook al begrijpt men de woorden niet. „Wat is dat voor een lied?" vroeg Helga zacht en hief aandachtig het hoofd op. „Bosnisch lied", zei Boro. „Minnelied." En terwijl de anderen verder zingen, spreekt hij met zijn warme stem over een jonge soldaat en zijn ongelukkige liefde. „Ben gegaan met mijn lammetje op de arm geschenk voor meisje naar Benbasjoe. Is dorp bij Serajewo, Benbasjoe. Alle meisjes staan voor deur mijn meisje staat aan Turks venster. Zeggen door tralievenster komen cheden avond Dilbere, lieve ling. Ik niet komen niet kunnen komen. Soldaat. Volgende dag mijn meisje trouwen trouwen een ander. Ik nooit meer gaan nooit meer naar Benbasjoe." De kleine jongen lag tussen warme blokken steen en dommelde. Af en toe kwamen, gedragen door de wind, een paar maten muziek tot hem, maar hij kon de soldaten en de anderen niet zien. Alleen de minaret en een paar daken waren zichtbaar en hij vond het jam mer dat hij er niet bij mocht zijn als de soldaten vertelden. O, wanneer hij zou hebben kunnen luisteren! Zijn schapen weidden op de glooiing, bergafwaarts en hij dacht er aan, dat hij weldra moest opstaan om hen te hoeden. Maar toen sloot hij de ogen weer en neuriede een stuk van de melodie mee, die hij nu heel zacht kon horen. Hij zag niet, wat er aan de hand was, maar hij wist, dat het blaten en het slaapverwekkende mè-è-è van de lam meren plotseling een andere klank had gekregen. Hij kwam overeind en keek naar beneden. De schapen waren on rustig geworden. Een groot gedeelte van de kudde had opgehouden met vre ten en drong terug, tegen de andere dieren aan. De jongen stond op en klom op een rotsblok, vanwaar hij de kudde kon overzien, maar daar werd hij niets wijzer van. Eindelijk besloot hij, naar beneden te gaan e'n zelf te gaan zien, wat er aan de hand was. Hij nam zijn deken en wierp die over zijn schouder, en toen luisterde hij plotseling aan dachtig, want hij had duidelijk gehoord, dat iemand hem riep. „Herrrrderrrr Daar was het weer. De jongen liep de helling af, dwars door de kudde schapen, die luid blatend om een man heen stonden, die temidden van de dieren in elkaar was gezakt. Zijn uniform was gehavend en vol don kere zweetvlekken. De jongen staarde hem verschrikt aan doch hij bedaarde en wilde hem overeind helpen, maar de soldaat schudde het hoofd en bleef lig gen, het gezicht op de grond en de jon gen moest bukken om hem te verstaan. Hij liet hem tussen de schapen liggen en liep zo snel hij kon naar het dorp. Zijn stem sloeg over, toen hij, buiten adem, op het plein aankwam, waar zij dansten. „Tyfus! Tyfus!" Hij was zo opgewonden, dat hij een ogenblik niet kon spreken. Maar toen de commandant de hand op zijn schou der legde en hem naar zich toe trok, was hij zijn opwinding eindelijk mees ter en kon vertellen. „De hele afdeling heeft tyfus!" zei hij. „Buiten bij de schapen ligt er een, die ook tyfus heeft en niet meer verder kan. U moet naar hen toe gaan, anders is het te laat! Er zijn er al teveel be smet." De mensen stonden in een dichte drom om Sawa en de jongen heen. De commandant zocht Helga. Toen hij haar zag, ging hij langzaam naar haar toe. De mensen weken achteruit en de com mandant ging met de jongen mee door een nauwe steeg. Helga stond op. Allen keken haar aan Daar het serum niet toereikend was, had de commandant beslist, dat nie mand ingeënt zou worden, behalve de Duitse. „Waarom juist ik?" vroeg Helga. Miliza, die eveneens mee zou gaan, had geantwoord: „Het is geen bevoor rechting, dokter", zei zij. „Maar u is op het ogenblik belangrijker dan alle ka meraden." Helga opende een ampul en trok de gele vloeistof met de injectiespuit om hoog. Zij wendde zich af en maakte haar blouse open. Sawa en de anderen verlieten de moskee. Toen greep zij haar dokterstas. Zij was zozeer met haar gedachten bezig, dat zij niet hoorde dat Boro zacht de kamerdeur opende en naar haar toe kwam. Eerst toen hij „Dokter!" zei, draaide zij zich om, verschrikt over de stem, die zo plotseling dicht bij haar klonk, en toen zei zij, adem scheppend: „Ach is u het, Boro. Wat is er?" Boro deed met ondoorgrondelijk ge baar een bundel open, die hij onder de arm had gedragen. Helga's opgerolde mantel! Hij had hem uit de boot ge haald! Zonder haar aan te zien, hing hij hem om haar schouders. „Beetje nat, maar nemen mantel", zei hij. „Is koud misschien. Hele nacht marcheren naast rivier. Begrijp? Beter zo, is vriendelijk." Helga wilde zich omdraaien en hem in de ogen zien, maar zij kon het een voudig niet. Zij haalde diep en moei zaam adem, met gesloten ogen. Onwil lekeurig trok zij de mantel vaster om zich heen en toen zij opkeek, was Boro reeds bij de deur en ging naar buiten. Zij nam de tas op en volgde hem. Voor het eerst zonder bewaking. Zon der dwang. De verzetsstrijders wachtten haar voor de moskee. Er moet altijd een de eerste zijn. Eén, die voor de anderen zorgt, die de weg voor hen zoekt, die voor hen denkt. Eén die de hoop levend houdt van de an deren, die niets anders meer hebben dan hun dood, die zij nu eens voor zich uit duwen, dan weer eens een beetje van zich afstoten in een helder, geluk kig ogenblik, want op een ander tijd stip leunen zij tegen hem aan, onzeker en met rammelende gewrichten, alsof zij hem al zelf waren. Er zijn er velen, die nauwelijks nog van hem verschillen. Het geeft niets dat zij hun beenderen nog niet zo schaam teloos tonen als hij. Het geeft niets dat zij nog hun kle ding, hun uniform dragen, ook niet dat zij nog in zichzelf mompelen; zij spre ken zijn jargon al duidelijk, zij vinden alleen nog woorden, die hij gebruikt, die van hem zijn. En met hun kaken, die de koude koorts doet klepperen, lijken zij al he lemaal op hem. Geen van hen weet nog, waarom hij zich nog uitslooft en waarvoor. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1959 | | pagina 4