DE VALLEI
HQ Gé - koffie
in prijs verlaagd!
De Laatste Brug
In de 17e eeuw speelde men reeds badminton
AMERONGEN
Voor de Jeugd
KRUIS WOORD-P UZZLE
Op tijd gered
Honden en Li ppen
OOK IN NEDERLAND POPULAIR
„Poona" werd „badminton"
I.L.R. pleit voor werktijd
verkorting in de
landbouw
JVEENFNDAAL
Aan onze puzzelaars
Bovendien 10°lo korting
in geldzegels!
ruw?
Volgens de statistieken wint het populaire spel „badminton" nog steeds ter
rein. Het ledenaantal van de officiële Nederlandse Badminton Bond nam in drie
jaar tijds toe van ongeveer 1000 leden tot 3000 leden op het ogenblik. Voegen
we hierbü nog de niet ingeschreven speelsters en spelers, in het byzonder onder
de jeugd, die het badminton zyn gaan beoefenen, dan kan men ongetwyfeld
spreken van de grote vlucht welke badminton in Nederland heeft genomen. In
Engeland spreekt dit nog meer. By oprichting van een bond aldaar telde deze
slechts 14 leden. Aan het begin van de tweede wereldoorlog was dit aantal 1300.
Momenteel staan er bij de Engelse Badminton Club ruim 3000 verenigingen als
lid ingeschreven.
Wellicht zal het menigeen verwonderen
maar het badminton dateert al van de
17e eeuw. Op het eind van de 17e eeuw
schilderde Adam Manyoki de Poolse prins
Sulkowsky, die op dit schilderij afgebeeld
staat met racket en shuttle. Ook in het
Sportmuseum in Bazel zijn schilderijen,
waarop het badminton uit Frankrijk is af
gebeeld. Waar en wanneer het badminton
zijn intrede heeft gedaan is niet met
zekerheid te zeggen, omdat het in ver
scheidene landen bekend was, maar onder
een andere naam gespeeld werd.
In de 19e eeuw maakten enige Engelse
officieren kennis met het badminton in
India, wat daar „Poona" genaamd werd.
Bij terugkeer naar Engeland namen zij
het spel natuurlijk mee en speelden het
in hun vaderland voor het eerst op het
landgoed van de Hertog van Beaufort in
Gloucester. Dit landgoed droeg de naam
„Badminton" en deze naam kreeg het
„Poona" uit India.
VAN ENGELAND NAAR EUROPA
Niet lang na deze introductie werd in
Engeland een badminton-club opgericht
(1893), die jaarlijks de ,A11. England' kam
pioenschappen organiseert. De winnaar
hiervan wordt algemeen als wereldkam
pioen beschouwd, omdat aan dit toernooi
de sterkste spelers uit de hele wereld
deelnemen.
Van Engeland uit kwam het badminton
ook naar Europa, waardoor het ook in
Nederland bekendheid verwierf. De eerste
Nationale kampioenschappen werden in
1939 in Noordwijk aan Zee gehouden.
Hierna werd er ieder jaar om het per
soonlijk kampioenschap gespeeld.
In 1934 werd de internationale badmin-
tonfederatie (I.B.F.) opgericht waarvan
ook Nederland lid werd. Men besloot een
internationale competitie te houden met
het wereldkampioenschap (als land) als
inzet. Door de oorlog was dit pas moge
lijk in 1949, waarbij Malakka de eerste
wereldkampioen werd.
In 1952 is een andere regeling van
kracht geworden die nog steeds geldt. De
deelnemende landên worden hierbij in
vier zones verdeeld. De winnaar hiervan
gaat naar Singapore waar hij volgens een
geloot afvalsysteem uitkomt tegen de
wereldkampioen Malakka. Ook voor de
dames is een soortgelijk toernooi. Hier is
de inzet de zgn. „Ubercup", genoemd
naar de schenkster, mevrouw Betty Uber.
Malakka dat in 1949, 1952 en 1955 de
titel won, werd dit jaar verslagen door
Indonesië.
HET SPEL
Bij het bekende strand-badminton - ook
wel genaamd camping badminton - wordt
getracht de shuttle in de lucht te houden,
dus een lange rally te spelen.
Het net wordt hierbij zelden of nooit
gebruikt.
Het omgekeerde vindt juist plaats bij
het wedstrijdbadminton. De bedoeling
hierbij is de shuttle bij de .tegenstander
op de grond te plaatsen hetgeen een punt
betekent. Hierbij speelt mén op een nauw
keurig uitgezette baan (afm. 13.40 m. 1 en
6.10 m. br.). Bij het enkelspel is de br.
(Vervolg van pagina 1)
Melkmachine, gebruik van voerkarren,
mechanische inrichtingen voor de afvoer
van de mest, vereenvoudigde voederme
thoden, waterleiding en doelmatig gereed
schap voor de reiniging van vee en stal
len zijn mogelijkheden, die door velen
nog niet voldoende worden benut.
Maar ook de organisatie van het werk
speelt een grote rol: een goede werkver
deling, een juiste volgorde van werk
zaamheden, zijn even onmisbaar als goede
werktuigen.
Stalverbetering is op vele bedrijven
evenzeer nodig. Soms kan dit worden be
werkstelligd met betrekkelijke lage uit
gaven. In het algemeen is het bouwen en
het verbeteren van stallen e.d. helaas
zeer duur.
Door al deze maatregelen kan in "ele
bedrijven 25 van de thans bestede Jjd
worden bespaard.
ONDERZOEK NAAR GUNSTIGER
MELKTIJD
Een bijzonder probleem bij verkorting
van de werktijd in de veehouderij is, dat
de koeien ongeveer om de 12 uur worden
gemolken, b.v. 's morgens en 's middags
om 4 uur. Men komt zodoende vanzelf tot
lange werkdagen. Nu zijn er in de laatste
jaren in het buitenland onderzoekingen
ingesteld of het melken om de 12 uur be
slist noodzakelijk is. Is het werkelijk na
delig, als 's morgens niet om 4 uur maar
b.v. om 7 uur wordt gemolken en 's mid
dags gewoon om 4 uur? Deze onderzoe
kingen, die o.a. in Zweden zeer zorgvuldig
werden uitgevoerd, gaven te zien, dat
het daar géén nadeel oplevert. Voor velen
teruggebracht op 5.18 m. In het midden
van die baan hangt een net, waarvan de
bovenkant 155 cm. boven de grond hangt.
Het gewicht van de shuttle - bestaande
uit een kurkendop met 14 tot 16 veertjes -
varieert van 4.73 tot 5.50 gram.
Een wedstrijd wordt meestal zodanig
gespeeld dat de partij die twee van de
drie partijen (games) gewonnen heeft
tevens de wedstrijd heeft gewonnen. De
serverende partij kan alleen een punt
scoren. Het recht van serveren verliest
hij bij een fout, b.v. omdat hij hout slaat
of de shuttle mist, waarna de tegenpartij
de service krijgt. Maakt de ontvangende
partij een fout, dan scoort de serverende
partij een punt. De partij die het eerst bij
de 15 punten is, heeft deze gewonnen.
Er zijn 5 bestaande wedstrijdvormen.
Het heren (dames)-enkel, en het heren
(dames)-dubbelspel behoeven geen nadere
uitleg. Als vijfde combinatie is er het
gemengd-dubbel. Hierbij spelen tegen el
kaar één dame en één heer tegen even
eens één dame en één heer.
In de jaarlijkse badmintoncompetitie
bestaat een wedstrijd meestal uit 7 onder
delen. De duur van eeiï badmintonwed-
strijd is meestal 3 tot 4 uur.
Naast de competitie worden er jaar
lijks nog vele toernooien gehouden. Bij
deze wedstrijden, die zuiver individueel
zijn, wordt gespeeld volgens het afval
systeem, dus de verliezer van een partij
valt af en de winnaar komt in de volgen
de ronde. Dit gaat zo door tot er twee
spelers over zijn die in de finale uitmaken
wie zich winnaar mag noemen.
Uit bovenstaande blijkt wel dat badmin
ton als wedstrijdsport zich in een „we
reldlijke" belangstelling mag verheugen.
uiteraard een grote verrassing. Indien de
melktijden dichter bij elkaar kunnen lig
gen, kan men de werkdag verkorten, door
's morgens later te beginnen of 's avonds
eerder op te houden.
Er zijn thans ook in Nederland soort
gelijke onderzoekingen begonnen en wel
op vier proefboerderijen met in totaal
meer dan 130 koeien, waarbij een groep
ééneiïge tweelingen. Dit onderzoek is no
dig om vast te stellen, hoe het Neder
landse vee hierop reageert, zowel wat ge
zondheid, levensduur, melkplas als sa
menstelling van de melk betreft. Ver
schillende instituten werken op dit gebied
nauw samen.
Zijn de resultaten gunstig - hetgeen dus
thans nog moet worden afgewacht - dan
zouden deze een grote arbeidsverlichting
tengevolge hebben. In Zweden worden
de resultaten reeds in de praktijk toege
past. In juni bezocht Ir. Moens een be
drijf, waar de koeien 's morgens om 6 uur
en 's middags om 3 uur worden gemolken.
In Nederland zijn hem geen bedrijven be
kend, met een tijd tussen de melktijden
kleiner dan 11 uur. Het is ook nog te
vroeg om dit thans te adviseren, doch het
is wel een zaak, die de volle aandacht
verdient.
SCHAAKNIEUWS
Vrijdag 16 jan. speelde het eerste tien
tal van de S.V. Ritmeester een competitie
wedstrijd tegen Wageningen III. Door
deze wedstrijd met 4-6 te winnen plaats
te Ritmeester I zich naast Veenendaal II,
aan de kop van de ranglijst.
De strijd om het kampioenschap zal dan
ook wel tussen deze twee verenigingen
gaan, daar zij elkaar nog ontmoeten op
12 februari a.s.
Wageningen III Ritmeester I
H. J. Timmer G. A. Blankestijn 01
J. Dijkveld-Stol v. d. Bovenkamp 10
J. de Kramea Drs G. J. Roomer 01
R. P. A. Meijer G. Achterberg Vï-Vj
F. W. Broekman C. Beijer 0—1
R. Timmer G. Davelaar 10
C. Berhouwer E. J. Kalter01
D. v. Staalduinen Chr. Baars 10
O. v. d. Poel H. v. Manen Vï-Vt
C. Wolfens E. Slotboom 01
DAMMEN
De uitslagen van de onderlinge compe
titie waren deze week, groep A:
M. v. d. Grift Maris_1—1
Van Loon A. v. d. Grift11
A. v. d. Kolk Faber02
Meijer E. v. Zomeren 20
Maris E. v. Zomeren 20
Groep B:
A. Berkhof v. Wamel 20
Reede v. Ewijk 0—2
Meerwijk Viegen 20
E. v. d. Grift Smits 02
Visser Kleinveld 20
E. v. d. Berg De Greef02
Plantinga Rebergen 11
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres
Parallelweg 10, Veenendaal
WIE VIEREN HUN VERJAARDAG?
23 jan. Geurtje Lodder
23 Corrie v. d. Kraats
23 Bep van Barneveld
24 Dikje Veer
24 Corrie Roks
25 Ada van Kooten
25 Jannie v. d. Haar
26 Corrie de Kruif
27 Basje Ravenswaay
28 Diny Berends
28 Arie Diepeveen
Allemaal van harte gefeliciteerd!
Volgende week de oplossing van de prijs
vraag.
Beste Jenneke en Adrianus
Ook jullie van harte welkom in onze
club. Jullie verjaardagen heb ik genoteerd
en ik hoop dat jullie ook de raadsels op
zullen lossen en insturen. Het is jammer
Adrianus dat je voor de verjaardagen-
rubriek te laat bent, maar volgende keer
ben je er bij hoor. Jenneke komt al gauw
aan de beurt hè.
Tante Jos.
VEREENVOUDIGING
MECHANISATIE
EN
Verkorting van de tijd tussen het och
tend- en avondmelken maakt, dat minder
tijd overblijft voor andere werken, zoals
varkens en kippen verzorgen, grasland
verzorgen en de voederwinning en het
bouwland, indien men er tenmiste naar
streeft binnen die tijd met alle werk klaar
te komen. Het landbouwbedrijf is en blijft
echter seizoenbedrijf en naast minder
drukke perioden zullen perioden met veel
werk en lange werkdagen onvermijdelijk
blijven.
Belangrijk is daarbij na te gaan hoe het
werk vereenvoudigd en gemechaniseerd
kan worden. Ook over dit vraagstuk zal
vermoedelijk in 1959 een onderzoek wor
den ingesteld op een aantal gemengde be
drijven en een aantal weidebedrijven.
Hoe ver kan men hiermede gaan? Het
is gevaarlijk in dit opzicht lichtvaardige
conclusies te trekken. Inkomsten en re
sultaten van het bedrijf mogen aan dit
streven niet worden opgeofferd.
Als in drukke tijden 70 tot 90 uren per
week wordt gewerkt, is het gewenst deze
werktijd te verkorten. Op welke wijze dit
moet geschieden, vraagt tijd en organi
satievermogen, terwijl ook de mogelijk
heden van doelmatiger werkmethoden en
mechanisatie een belangrijke rol zullen
kunnen spelen. Het onderzoek is er daar
om op gericht, economisch verantwoorde
richtlijnen aan te geven. Het is noodzake
lijk, dat ook in de toekomst grote aandach
besteedt wordt aan een hoge produktie
per man. Dit moet echter bereikt kunnen
worden in een redelijke werktijd, zodat
boer en landarbeider met hun gezin vol
doende tijd overblijven voor eigen vak
ontwikkeling, voldoende tijd voor deel
name aan het godsdienstige, sociale en
culturele leven op het platteland en in de
samenleving. Dit is uiteindelijk het doel
van de werktijdbekorting.
Het groot aantal inzendingen op onze
Kerstpuzzle heeft ons doen besluiten een
serie kruiswoordpuzzles te plaatsen.
Vanaf heden treft u 's woensdags om de
veertien dagen een kruiswoordpuzzle aan,
waarvan de oplossing in de eerst daarop
volgende puzzle-rubriek bekend gemaakt
wordt. Zonder nadere mededeling behoe
ven de oplossingen NIET ingezonden te
worden.
Het is de bedoeling bij speciale gele
genheden Uw inspanning met een aantal
prijzen te belonen, waarvan dan echter
vooraf kennis gegeven zal worden.
Wij wensen u vele genoeglijke puzzle-
uurtjes. Red.
Opgave nr. 1.
Horizontaal:
1. riem; 6. afdeling van een arrondisse
ment; 11. tocht, uitstap; 12. vaarwel; 14.
kaasworm; 15. voegwoord; 16 bekend dier
lijk zeegewas; 18. voorwerp om te snijden;
19. voorzetsel; 20. muzieknoot; 21. familie
lid; 23. rijkstelefoon (afk.); 24. vet der
melk; 26. kleur; 28. sociëteit (afk.); 30.
mist; 32. troefkaart; 34. Turks bevelheber;
35. hoogste punt; 36. sneeuwschaats; 37.
gem. in Gelderl.; 38. insluiting ener ves
ting; 40. boom; 42. stadje in België; 44.
bereide dierenhuid; 46. hangt aan de mast;
48. lidwoord; 50. ontkenning (Eng.); 51.
onbekende (afk.); 52. spoedig; 54. bekoor
lijk gelegen; 57. bedorven; 58. slot; 60.
roem; 61. manier van klederdracht; 62.
brede grove lat; 63. duister.
Verticaal:
1. kosteloos; 2. gekheid; 3. reeks; 4. v. h.
teken af te herhalen (afk. in de muziek);
5. stuk stof; 6. deel v. h. gelaat; 7. maan
stand; 8. mak; 9. rivier in Duitsland; 10.
veter; 13. opschik; 16. heuvel in Jeruza
lem, bekend uit de bijbel; 17. as; 20. soort
onderwijs (afk.); 22. telwoord; 24. voor
schrift; 25 lengtemaat; 26. eetgerei; 27.
wijnmaat; 29. ijskegel; 31. gevuld; 33. vor
dering; 37. vroeger; 38. verscheurend dier;
39. stad in België; 41. roofdier; 43. afkor
ting van idem; 45. en omstreken (afk.);
47. zangwijs; 49. voertuig; 51. ongaarne;
53. meisjesnaam; 55. Europeaan; 56. pl. op
Ameland; 57. zeehond; 59. district (afk.);
61. lengtemaat (afk.)
NIEUWE RAADSELS
Voor ouderen:
I. Zet de cijfers 1 tot en met 14 op een
rij. Hieronder moet de naam komen van
een beroemd Hollands schilder.
14 12 3 2 10 13 zoet en gezond
8 5 4 14 7 rivier in ons land
1 9 6 11 klem v. een windmolen
2 10 7 12 4 14 7 plecht, feestel. inkomst
II. Vul in deze 16 vakjes in van links
naar rechts en van boven naar beneden:
le rij dichtbehaarde dierenhuid;
2e rij het paradijs;
3e rij zoon van Jacob;
4e rij vogel.
I
2
3
4
2
3
4
III. Plaats voor en na deze woorddelen
een letter, zó dat ze goede woorden vor
men. De eerste letter is voor alle woor
den dezelfde; ook de laatste letter moet
voor alle woorden gebruikt worden.
EVE OLE IEDE AGE EURE IE
IV. Ik ben om te branden maar ook om
te eten, Zou één van jullie m'n naam ook
weten?
Voor jongeren:
I. Aan alle knappe kind'ren,
Wordt hier door mij gevraagd:
Welk hoedje zou het wezen,
Dat men op 't hoofd niet draagt?
II. In deze negen vakjes invullen van
boven naar beneden en van links naar
rechts:
le rij een dier;
2e rij een deel van je hoofd;
3e rij één der vijf omroepver.
1
2
3
2
3
III. Zet de cijfers 1 tot en met 8 op een
rij. Hieronder moet komen de naam van
een schuwe moerasvogel.
5 16 8 zoete of zoute lekkernij
7 2 3 4 deel dat past, sluit om een
schroef
7 3 8 klap, slag
IV. Mijn eerste deel is een bevestigend
antwoord, mijn tweede deel wordt ge
bruikt om in te koken en mijn geheel is
een Aziatische eilandengroep.
ZO ZIJN ONZE MANIEREN
Sta niet met je handen in je zakken
jongens, als je met je leraar of met
iemand anders spreekt, 't staat zo on
beleefd
Hoog door de koude lucht vloog een
koppel ganzen. Snaterend en gakkelend
dreven zo boven het IJselmeer. De die
ren hadden vele weken verblijf gehouden
in een klein wak in de buurt van Dene
marken, waar ze konden drinken en waar
nog een beetje voedsel te vinden was.
Maar op een nacht, toen het heel hard
gevroren had was ook dat laatste plekje
open water dicht gevroren en toen waren
de ganzen gaan vliegen met de hoop, dat
ze verder naar het zuiden nog open wa
ter zouden vinden.
Zo waren ze boven Nederland gekomen,
maar daar was het al weinig beter dan
in Denemarken. Heel Nederland lag dik
onder de sneeuw en alle kanalen en rivie
ren waren dichtgevroren. Ze trokken
steeds verder en kwamen boven het IJsel
meer. Verschillende oudere ganzen wis
ten nog, dat daar in vorige jaren altijd
open water te vinden was en ook voedsel.
Maar het IJselmeer was nu geen open
watervlakte meer, maar ook bedekt met
dik ijs, waarop de sneeuw was gevallen.
Hongerig en moe vlogen de dieren rond
en ze kwamen in de buurt van Bunscho
ten. Ook daar was alles sneeuw en ijs,
maar ineens zagen de ganzen een plekje
open water. Er was een groot wak en
daarin zwommen vele zwanen, ganzen
en eenden rond. Gakkelend van blijd
schap, omdat ze open water hadden ge
vonden, daalden de ganzen naar beneden.
Ze hoopten eindelijk wat voedsel te vin
den. Toen ze vorig jaar uit Rusland kwa
men waren ze dik en vet geweest, maar
de nood van de winter had ze mager doen
worden. Achteraan de koppel vloog een
jonge gans. Moeizaam bewoog hij zijn
vleugels, want hij was erg moe. In het
wak bij Denemarken had deze gans zijn
poot bezeerd aan een scherpe ijsschots en
gedurende de lange vlucht was het bloed
traag naar beneden gedruppeld. Nu kon
hij haast niet meer. Wild sloeg hij met
zijn vleugels om bij de koppel te blijven,
maar het ging niet meer. Net toen de
koppel ganzen in het wak wilde neerstrij
ken voelde de jonge gans een hevige pijn
in zijn gewonde poot, hij zakte snel naar
de aarde en met een plof kwam hij in de
sneeuw terecht.
VERLATEN IN DE SNEEUW
Daar lag hij, een zielig hoopje veren in
de sneeuw. Hij probeerde nog bij het wak
te komen maar het lukte niet. Ziek en
moe bleef hij liggen. Straks zou het nacht
worden en het zou weer gaan sneeuwen
en het hongerige dier voelde dat het dan
mis zou gaan. Als hij maar een beetje
voedsel kreeg, dan zou hij misschien door
de sneeuw bij het water kunnen komen.
Maar er was geen voedsel in de barre
sneeuwwereld. Langzaam zakte de kop
van de vogel naar benedenMaar
ineens richtte de stervende gans de kop
moeilijk weer op. Wat zag hij daar?
In de verte, van de kant van Bunscho
ten, naderden zwarte stippen. Heel lang
zaam bewogen de stippen over het ijs.
Dat waren mensen, mensen die medelij
den hadden met de hongerende vogels in
het IJselmeer en die op weg waren om
de dieren voedsel te brengen. Ze hadden
ook een moeilijke tocht gehad door de
dikke sneeuw, terwijl ze bovendien nog
de zakken vol graan en oud brood moes
ten meeslepen.
Toen de mensen dicht bij het wak wa
ren vlogen de zwanen en ganzen weg en
de jonge gans was ook graag weggevlogen,
want hij wist dat mensen gevaarlijk kun
nen zijn. Maar hij kon niet meer. Hij zag
hoe de mensen de sneeuw van het ijs
veegden en toen ze een open plek had
den werd het graan uit de zakken ge
stort.
De mensen hadden ook een zak vol oud
brood bij zich. Ze pakten stukken brood
en slingerden die in het water van het
wak. Er was een meneer bij met een
zwarte hoed op en die kon heel ver
gooien.
Die nam een stuk brood en dat wierp
hij helemaal over het wak heen en op tien
meter van de jonge gans plofte het brood
in de sneeuw neer. De gans zag het wel,
maar hij durfde niet dichterbij komen
zolang de mensen er nog waren.
EEN HEERLIJK MAAL
Toen gingen de mensen weg en lang
zaam begon de avond te vallen. Al gauw
kwamen de verjaagde vogels terug en ze
zagen het graan en het brood op het ijs
liggen. Er volgde een smulpartij. Toen de
eerste honger gestild was gingen ze naar
het wak en ze dronken van het water en
zwommen rond. De jonge gans ploeterde
door de sneeuw. Het was moeilijk de
homp brood te bereiken, maar eindelijk
gelukte het. Met de snavel rukte de gans
het brood uit elkaar en grote stukken
slikte hij naar binnen. Wat smaakte het
heerlijk en wat deed dat brood hem goed.
Hij voelde zijn krachten terugkomen, nu
zijn maag niet meer leeg was. Na de
maaltijd rustte hij even en toen sloeg hij
de vleugels uit. Ja, het ging weer. De
gans kwam enkele meters omhoog en toen
wist hij het wak te bereiken en gakke
lend van blijdschap streek hij bij de an
dere vogels in het water neer.
Hij dronk met lange teugen. Toen viel
de nacht, maar het werd niet helemaal
donker op de sneeuw en heel de nacht
kwamen er ganzen, zwanen en eenden
aanvliegen en ze smulden van het voed
sel dat de mensen hadden uitgestrooid tot
de laatste korrel op was. Maar de volgen
de dag waren de mensen er al weer. De
andere vogels vlogen weer weg, maar de
jonge gans bleef aan het eind van het
wak zitten. Hij was niet bang meer voor
de mensen. Weer werden zakken vol
voedsel leeggestort en toen de mensen
weggegaan waren, vloog de jonge gans
uit het wak naar de voerplaats en hij
smulde opnieuw van het graan en het
brood. De gewonde poot was dichtgegaan
en de pijn was over. De gans vond het
fijn dat er mensen waren die aan de hon
gerige vogels dachten. Want als die men
sen er niet geweest waren, zou hij vast
en zeker doodgegaan zijn in de koude
sneeuw.
En nu hoopte de gans dat het maar heel
gauw dooi zou worden. Dan zouden ijs
en sneeuw verdwijnen, er zou weer open
water en voedsel zijn en als het voorjaar
kwam zou hij met de andere ganzen weer
naar het hoge noorden vliegen met een
dankbaar hart omdat de mensen in Neder
land zo goed voor de hongerige vogels
gezorgd hadden.
FEUILLETON
door
NORBERT KUNZE
(17)
Na een pauze begint de harmonica
met een laag molakkoord en er klinkt
een zwaarmoedig lied, dat al bij de eer
ste strofen merkwaardig pijn doet, ook
al begrijpt men de woorden niet.
„Wat is dat voor een lied?" vroeg
Helga zacht en hief aandachtig het
hoofd op.
„Bosnisch lied", zei Boro. „Minnelied."
En terwijl de anderen verder zingen,
spreekt hij met zijn warme stem over
een jonge soldaat en zijn ongelukkige
liefde.
„Ben gegaan met mijn lammetje
op de arm geschenk voor meisje
naar Benbasjoe. Is dorp bij Serajewo,
Benbasjoe. Alle meisjes staan voor
deur mijn meisje staat aan Turks
venster. Zeggen door tralievenster
komen cheden avond Dilbere, lieve
ling. Ik niet komen niet kunnen
komen. Soldaat. Volgende dag
mijn meisje trouwen trouwen een
ander. Ik nooit meer gaan nooit
meer naar Benbasjoe."
De kleine jongen lag tussen warme
blokken steen en dommelde. Af en toe
kwamen, gedragen door de wind, een
paar maten muziek tot hem, maar hij
kon de soldaten en de anderen niet zien.
Alleen de minaret en een paar daken
waren zichtbaar en hij vond het jam
mer dat hij er niet bij mocht zijn als de
soldaten vertelden. O, wanneer hij zou
hebben kunnen luisteren! Zijn schapen
weidden op de glooiing, bergafwaarts
en hij dacht er aan, dat hij weldra moest
opstaan om hen te hoeden. Maar toen
sloot hij de ogen weer en neuriede een
stuk van de melodie mee, die hij nu
heel zacht kon horen.
Hij zag niet, wat er aan de hand was,
maar hij wist, dat het blaten en het
slaapverwekkende mè-è-è van de lam
meren plotseling een andere klank had
gekregen. Hij kwam overeind en keek
naar beneden. De schapen waren on
rustig geworden. Een groot gedeelte
van de kudde had opgehouden met vre
ten en drong terug, tegen de andere
dieren aan. De jongen stond op en klom
op een rotsblok, vanwaar hij de kudde
kon overzien, maar daar werd hij niets
wijzer van. Eindelijk besloot hij, naar
beneden te gaan e'n zelf te gaan zien,
wat er aan de hand was. Hij nam zijn
deken en wierp die over zijn schouder,
en toen luisterde hij plotseling aan
dachtig, want hij had duidelijk gehoord,
dat iemand hem riep.
„Herrrrderrrr
Daar was het weer.
De jongen liep de helling af, dwars
door de kudde schapen, die luid blatend
om een man heen stonden, die temidden
van de dieren in elkaar was gezakt.
Zijn uniform was gehavend en vol don
kere zweetvlekken. De jongen staarde
hem verschrikt aan doch hij bedaarde
en wilde hem overeind helpen, maar de
soldaat schudde het hoofd en bleef lig
gen, het gezicht op de grond en de jon
gen moest bukken om hem te verstaan.
Hij liet hem tussen de schapen liggen
en liep zo snel hij kon naar het dorp.
Zijn stem sloeg over, toen hij, buiten
adem, op het plein aankwam, waar zij
dansten.
„Tyfus! Tyfus!"
Hij was zo opgewonden, dat hij een
ogenblik niet kon spreken. Maar toen
de commandant de hand op zijn schou
der legde en hem naar zich toe trok,
was hij zijn opwinding eindelijk mees
ter en kon vertellen.
„De hele afdeling heeft tyfus!" zei hij.
„Buiten bij de schapen ligt er een, die
ook tyfus heeft en niet meer verder
kan. U moet naar hen toe gaan, anders
is het te laat! Er zijn er al teveel be
smet."
De mensen stonden in een dichte
drom om Sawa en de jongen heen. De
commandant zocht Helga. Toen hij haar
zag, ging hij langzaam naar haar toe.
De mensen weken achteruit en de com
mandant ging met de jongen mee door
een nauwe steeg. Helga stond op. Allen
keken haar aan
Daar het serum niet toereikend was,
had de commandant beslist, dat nie
mand ingeënt zou worden, behalve de
Duitse.
„Waarom juist ik?" vroeg Helga.
Miliza, die eveneens mee zou gaan,
had geantwoord: „Het is geen bevoor
rechting, dokter", zei zij. „Maar u is op
het ogenblik belangrijker dan alle ka
meraden."
Helga opende een ampul en trok de
gele vloeistof met de injectiespuit om
hoog. Zij wendde zich af en maakte
haar blouse open.
Sawa en de anderen verlieten de
moskee.
Toen greep zij haar dokterstas.
Zij was zozeer met haar gedachten
bezig, dat zij niet hoorde dat Boro zacht
de kamerdeur opende en naar haar toe
kwam. Eerst toen hij „Dokter!" zei,
draaide zij zich om, verschrikt over de
stem, die zo plotseling dicht bij haar
klonk, en toen zei zij, adem scheppend:
„Ach is u het, Boro. Wat is er?"
Boro deed met ondoorgrondelijk ge
baar een bundel open, die hij onder de
arm had gedragen. Helga's opgerolde
mantel! Hij had hem uit de boot ge
haald!
Zonder haar aan te zien, hing hij
hem om haar schouders.
„Beetje nat, maar nemen mantel",
zei hij. „Is koud misschien. Hele nacht
marcheren naast rivier. Begrijp?
Beter zo, is vriendelijk."
Helga wilde zich omdraaien en hem
in de ogen zien, maar zij kon het een
voudig niet. Zij haalde diep en moei
zaam adem, met gesloten ogen. Onwil
lekeurig trok zij de mantel vaster om
zich heen en toen zij opkeek, was Boro
reeds bij de deur en ging naar buiten.
Zij nam de tas op en volgde hem.
Voor het eerst zonder bewaking. Zon
der dwang.
De verzetsstrijders wachtten haar
voor de moskee.
Er moet altijd een de eerste zijn. Eén,
die voor de anderen zorgt, die de weg
voor hen zoekt, die voor hen denkt. Eén
die de hoop levend houdt van de an
deren, die niets anders meer hebben
dan hun dood, die zij nu eens voor zich
uit duwen, dan weer eens een beetje
van zich afstoten in een helder, geluk
kig ogenblik, want op een ander tijd
stip leunen zij tegen hem aan, onzeker
en met rammelende gewrichten, alsof
zij hem al zelf waren.
Er zijn er velen, die nauwelijks nog
van hem verschillen. Het geeft niets dat
zij hun beenderen nog niet zo schaam
teloos tonen als hij.
Het geeft niets dat zij nog hun kle
ding, hun uniform dragen, ook niet dat
zij nog in zichzelf mompelen; zij spre
ken zijn jargon al duidelijk, zij vinden
alleen nog woorden, die hij gebruikt,
die van hem zijn.
En met hun kaken, die de koude
koorts doet klepperen, lijken zij al he
lemaal op hem.
Geen van hen weet nog, waarom hij
zich nog uitslooft en waarvoor.
(Wordt vervolgd.)