ONDANKS RAKETTEN
vliegers nodig I
DE VALLEI
tois 25 K0RT|NG
29
i
I
I
I
I
Meisjes
Jongens
i
I
I
I
i
De Laatste Brug
Voor de Jeugd
Dairies
Een heerlijke Kandijkoekgg
nü met 33 geldzegels
100 gram Jaffa-stengels voor 41
Twee 20-cents chocolade
repen voor
V.A.V.-er Wim ter Haar Oostelijk
Crosskampioen '59
De laatste cross
VOLLEYBAL
Utrechtse politie had geen kans tegen V.V.V.
VOOR DE VROUW
De voeding van zuigelingen en peuters
VOOR DE BOER
Nuis het nog mogelijk
WITTE
KRUIS
HELPT
ECHT
De overgang tot meer vast
voedsel
Ruwe, schrale huid
handen
N.V. BISCUITFABRIEKEN MEURSING
AMERSFOORT
Meer en meer hoort men tegenwoordig de mening verkondigen, dat in de
militaire luchtvaart het bemande jachtvliegtuig binnenkort geheel zal hebben
afgedaan, nu de geleide wapens zich aandienen. Wat is hier van waar? Wij
hebben het van belang geacht de visie van de luchtmachtstaf op deze vraag
in onderstaand artikel weer te geven.
De lange afstandsraketten, kunstmatige aardsatellieten en de „schoten op de
maan" eisen heden ten dage de volle aandacht voor zich op. De Explorers,
Spoetniks, Atlassen, Nikes en de talrijke andere produkten van 's mensen
nieuwste grote experiment openen voor de deskundige en de leek perspectieven,
waarin niets te fantastisch schijnt.
Ruimtevaart, interplanetair verkeer en ruimtestationsze bestaan reeds
in onze verbeeldingmen wijt het slechts aan de traagheid van de geleerden
en technici en aan de besluiteloosheid der regeringen dat de realiteit geen ge
lijke tred houdt met de vluchten onzer fantasie.
Hoe paradoxaal het ook moge klinken: we moeten bij de verdere exploratie
van het luchtruim met de beide benen op de grond blijven staan en beletten
dat bij een beschouwing van de zich openende perspectieven onze verbeelding
bezit neemt van het nuchtere verstand. Dit geldt met name in het militaire vlak.
De geleide wapens, de nieuwste ontwik
keling in het arsenaal waarover onze
strijdkrachten beschikken, zijn voor de
defensie van een immens grote, maar
- en hier mogen wij wel de nadruk op
leggen - nog niet geheel te overziene en
ten volle te doorgronden betekenis.
Daarvoor bevinden deze nieuwe wapens
zich nog in een te vroeg stadium van ont
wikkeling, zeker voor wat betreft hun
operationele gebruik in de strijdkrachten.
Het is daarom, dat men zich dient te
hoeden voor overhaaste conclusies en ar
gumenten „in de ruimte". Een van deze
voorbarige gevolgtrekkingen zou kunnen
zijn dat het vliegtuig voor de Luchtmacht
nu wel heeft afgedaan en dat het zaak is
zo snel mogelijk een strijdmacht op te
bouwen volledig gebaseerd op het geleide
wapen en daarop alle, vooral financiële
krachten te concentreren.
Een dergelijke opvatting houdt slechts
rekening met de - inderdaad uiterst be
langrijke - voordelen van het geleide wa
pen boven het vliegtuig. Zeker, de geleide
wapens hebben in het algemeen een zeer
korte reactertijd. een betrekkelijk hoge
vernietigingswaarschijnlijkheid en er kan
een hoge graad van paraatheid mede wor
den bereikt.
Anderzijds echter heeft het vliegtuig,
in tegenstelling tot het geleide wapen,
andere, voor de Luchtmacht van vitaal
belang zijnde, eigenschappen zoals: flexi
bele meermahge inzetmogelijkheid, tak-
tische mobiliteit en een groot bereik door
dat het naar andere vliegvelden dan de
thuisbasis kan worden gedirigeerd, van
waar uit kan worden geopereerd. Daar
enboven kan het vliegtuig voor talloze
taken worden gebruikt en is het niet ge
heel afhankelijk van de grondorganisatie,
hetgeen zijn kwetsbaarheid voor vijande-
lijke elektronische storings- en mislei
dingsmaatregelen verminderd.
Uit de bovenstaande globale vergelijking
van de voor- en nadelen van het vlieg
tuig en het geleide wapen, blijkt dat er
bepaaldelijk nog geen reden is om het
geleide wapen te beschouwen als het
absolute antwoord op de eisen die aan de
moderne luchtstrijdkrachten worden ge
steld, en dat een zo snel mogelijke omme
zwaai naar een totale geleide wapenver
dediging zo niet onverantwoordelijk, dan
toch in ieder geval hoogst voorbarig zou
zijn. Een dergelijke plotselinge omme
zwaai zou door het huidige ontwikkelings
stadium van het geleide wapen niet alleen
een ernstig vacuum in de defensie kunnen
veroorzaken, doch bovendien finansiële
en economische consequensies hebben die
onze draagkracht verre te boven zouden
gaan.
In dit verband moet tevens nog worden
gewezen op het Amerikaanse en Engelse
standpunt in deze materie, voor ons van
uiterst groot belang. Immers, in het bij
zonder de Verenigde Staten, doch ook
Engeland, hebben de meeste ervaring op
dit gebied; alle gegevens die wij over ge
leide wapens bezitten, zijn ook afkomstig
uit Amerikaanse en Engelse bronnen. In
beide landen is het Luchtmachtbeleid er
op gericht dat het vliegtuig nog beslist
niet geheel kan worden vervangen door
het geleide wapen.
Met het hiervoren gestelde zouden wij
zeker niet willen betogen dat de geleide
wapens hun plaats in de Koninklijke
Luchtmacht niet verdienen of zullen krij
gen. Integendeel, de geleide wapens heb
ben, mede op grond van hun hiervoren
genoemde specifieke eigenschappen een
grote betekenis in het bijzonder voor de
luchtverdediging. Naarmate de ontwikke-
Zoals wü reeds voorspelden is de 18-jarige Wim ter Haar er in geslaagd het
Oostelijk Cross-kampioenschap 1959 voor B-junioren té veroveren.
Hij deed dit door van de vijf voor de competitie tellende veldlopen, er vier te
winnen en eenmaal tweede te worden.
Bij de senioren toonde Klaas de Ruiter zich dit jaar ongenaakbaar: hij won
alle vijf wedstrüden. De Daventriaan Jan Brinkman werd kampioen bü dc
A-junioren: hü won viermaal en werd eenmaal tweede.
De deelnemers aan de start, v.l.n.r. de heren Ter Haar, Edink en Van Dolderen
en een deelnemer uit Apeldoorn.
De abominabel slechte weersomstan
digheden in de vorm van een keiharde
ondergrond en een paar graden vorst,
waren er de oorzaak van dat in deze laat
ste cross, alleen zij de reis naar Veenen-
daal waagden, die nog een kans hadden
op de ereplaatsen.
De strijd was er op diverse nummers
niet minder fel om. Klaas de Ruiter won
gemakkelijk de race over 15.000 meter
voor senioren, des te gemakkelijker, om
dat Henk Viset verstek had laten gaan.
De VAV'er Bertus van de Bovenkamp
werd hier verdienstelijk zesde.
De zes kilometer voor A-junioren le
verde een onverwachte overwinning op
voor de Helios-atleet Olthof.
De meeste belangstelling van VAV-zijde
ging uiteraard uit naar de B-junioren,
die een parcours van 3.000 meter moesten
afleggen. Het werd een volledige triomf
voor VAV: Wim ter Haar werd eerste
met op twintig seconden Jan Edink, ter
wijl Ad van Dolderen vriend en vijand
verraste door de derde plaats voor zich
op te eisen.
CROSS VOOR SCHOLIEREN
Bij de veldlopen voor scholieren wer
den enige prettige verrassingen geno
teerd. Voor jongens boven de 15 jaar liet
Bertus Diepenveen de voortreffelijke
kilometertijd afdrukken van 3 min. 3.1
sec. Ook de tijd van Dick Gallis mocht
er zijn: 3.10.9.
De jongens beneden de vijftien lever
de een eerste plaats op voor Marinus de
Kleuver, terwijl de Hardewijker Wieden
hof tweede werd.
Na afloop werden de verschillende win
naars in het bezit gesteld van wedstrijd
en wisselprijzen door VAV-voorzitter
Kees Henzen.
J.I. woensdagavond heeft het herenteam van de Veenendaalse Volleybal
vereniging een verdiende 0-3 overwinning geboekt op het reserveteam van d(
Utrechtse Politie Sportvereniging U.P.S. Deze zege was reeds enkele seconden
na het begin van de wedstrijd een vaststaand feit.
Hoewel UPS aanvankelijk een voor
sprong nam, uitsluitend verkregen door
enkele goede services, was het veldspel
dermate zwak, dat VVV geen noemens
waardige tegenstand ondervond.
Naarmate de Veenendalers aan de on
gewone zaal begonnen te wennen, des te
groter werd het verschil. Vooral door de
Tsjechische services van o.a. Dick Rutten
werden grote voorsprongen behaald. Daar
tegenover konden de ambtenaren van de
veiligheid enkele services zetten, welke
op de wonderlijkste manieren werden ge
lanceerd.
De setstanden waren 8-15, 11-15 en 12-15
De stand in de tweede klasse A der
Nevobo is nu zo, dat de Veenendalers re
latief aan de kop staan, echter op één
punt gevolgd door Polonia en op drie
punten door Athlon.
ling van en de ervaring met deze wapens
vorderen, zal die betekenis nog toenemen.
Om de vorengenoemde redenen is een
geleidelijke introductie van de grond/
lucht geleide wapens voor een evenwich
tige opbouw van onze luchtverdediging
geboden.
In de te voorziene toekomst zullen dan
ook in de luchtverdediging jachtvlieg
tuigen en geleide wapens ieder hun taak
vervullen.
De hierboven geschetste waarde van het
vliegtuig voor de luchtmacht in deze
„eeuw der geleide wapenen" geldt nog in
versterkte mate voor de taktische lucht
strijdkrachten, het onderdeel van de
luchtmacht, speciaal belast met aanvallen
op en verkenning van gronddoelen. Van
een volledige vervanging van het vlieg
tuig voor deze taken door het grond/grond
geleide wapen kan in het stadium van
ontwikkeling, waarin deze wapens zich
thans bevinden, voorlopig nog geen spra
ke zijn. De inflexibiliteit van het geleide
wapen vormt hier een aanmerkelijke hin
dernis, immers niet alleen gronddoelen
welker positie gedurende een bepaalde
tijd nauwkeurig bekend is, maar ook niet
bekende nog vast te stellen - o.a. be
wegelijke - doelen vormen het object van
de aanvallen van het taktische luchtwa-
pen. De ingebruikname van een grond/
grond geleid wapen, dat in staat is, even
als het vliegtuig thans, een niet nauw
keurig vastgesteld en/of bewegelijk doel
op te zoeken en aan te vallen, lijkt nog
een zaak van verre toekomst; dit in te
genstelling tot de huidige stand van zaken
m.b.t. de ontwikkeling van het grond/grond
geleid wapen voor de eerste categorie
van de bovengenoemde doelen van de
taktische luchtmacht.
De introductie van een type grond/grond
geleid wapen in staat om de verkennings
taak van het vliegtuig ten behoeve van
de offensieve operaties over te nemen is
nog in het geheel niet in zicht.
Wanneer wij uit het voorgaande voor
de Koninklijke Luchtmacht een conclu
sie zouden willen trekken, dan is het deze,
dat bij een geleidelijke introductie van de
geleide wapens, het jachtvliegtuig in de
te voorziene toekomst zijn waarde voor
en zijn plaats in de luchtmacht zal blijven
behouden.
Het antwoord op de vraag: „heeft de
Koninklijke Luchtmacht nog behoefte aan
vliegers?" luidt dan ook nog steeds be
vestigend.
De opleiding van vliegers bij de Konink
lijke Luchtmacht gaat normaal door en
zal dat ook in de toekomst blijven doen.
Nog vele jaren!
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres:
Parallelweg 10 Veenendaal
WIE ZIJN ER JARIG?
13 febr. Wim Davelaar.
13 Tonny Heikamp.
14 Wiesje van Voorthuyzen.
14 Dinie van Doorn.
14 Dikkie Hendriks.
14 Henk van Lagerwey.
15 Gerard van Wakeren.
16 Gonnie van Hardeveld.
17 Johan Gerritsen.
18 Jopie van Voorthuyzen.
18 Lenie van Burken.
Gefeliciteerd!
OPLOSSING RAADSELS
I. Een paddestoel, een preekstoel.
II. Leerdam, Muiden, Wageningen,
Grijpskerk, Zutfen, Zaandam.
III. Hol, jol, mol, tol, wol.
NIEUWE RAADSELS
Voor jongeren.
I. Mijn eerste deel dient om melk of
water in te dragen, mijn tweede deel is
een jongensnaam en mijn geheel is een
mooie, kleine vogel.
II.
- - X - - oud havenpl. in Zeeland
- - X - - mannetjeskoe
- - X - - onze onderdanen
- - X - - troep schapen
- - X - - een vaartuig
- - X - - draagt vader om de hals
- - X - - getal onder de tien
- - X - - deel van een plant
- - X - - als derde rij
Op de kruisjeslijn komt de naam van
de Nederlandse lichtstad.
III. Verborgen vogelnamen.
1. Zeg pa, uw tas is verdwenen.
2. Rijdt niet midden op de weg Ans.
3. Ben je bang voor een leeuw Erik?
4. We hebben muizen, maak de val
Van de zesde maand af raakt de borst
en flesvoeding op de achtergrond. Gelei
delijk aan worden de voedingen vervan
gen door kleine maaltjes van wat vastere
kost, die met een paplepel gegeven kun
nen worden. Men kan b.v. geweekte be
schuit met fijngemaakt of gezeefd fruit
geven en middageten in de vorm van
groenten en aardappelen, die met een
vork goed zijn fijngemaakt. Dit voedsel
kan smeuig gemaakt worden met groente-
nat of melk. Als groenten zijn voor het
begin aan te bevelen: bloemkool, wortel
tjes, kroten-, knolraap, witlof. Is het kind
eenmaal aan middageten gewend, dan
zijn groene groenten, zoals spinazie,
spruitjes, andijvie, uitstekend.
Een kind van acht maanden kan, als
regel, met vier maaltijden volstaan, b.v.
tweemaal een bordje pap, eenmaal een
geweekte boterham of beschuit met fijn
gemaakt fruit en eenmaal middageten.
Wanneer het kind blijk geeft nog behoefte
te hebben aan de laatste (vijfde) maaltijd,
mag deze wel gegeven worden, maar
men behoeft het kind er niet voor wak
ker te maken. Al gauw went een zuige
ling van die leeftijd (8-10 maanden) eraan
om van 7 uur 's avonds tot 7 uur 's mor
gens door te slapen.
Als het kind een jaar oud is, moet het
zoveel mogelijk gewoon ,met de pot' mee-
eten, waarbij het dan nog in totaal on
geveer een V* liter melk nodig heeft. Dit
kan gestandaardiseerde melk zijn.
In de loop van het tweede levensjaar
kan het alles (dus ook vis, vlees en alle
groenten) gewoon mee-eten. Men moet
vooral niet alle voedsel geweekt geven;
juist het kauwen is zo goed voor de ont
wikkeling en het behoud van het gebit.
Als broodbeleggingen komen in de eer
ste plaats in aanmerking: jonge kaas,
tomaten, geraspte wortel met wat suiker
en zo nu en dan een zacht gekookt eitje.
Van de zoete beleggingen verdient ro-
zebotteljam de voorkeur vanwege het
hoge gehalte aan vitamine C.
Voor de pap nu geen fijne meelsoorten
meer gebruiken, maar liever de grove
soorten, zoals havermout, die rijker zijn
aan vitamines en voedingszouten.
SLECHTE ETERS
Een veel voorkomend verschijnsel is
het niet willen eten. De oorzaak daarvan
kan zijn, dat het kind ziek is. Indien men
hiervan een vermoeden heeft, moet men
de dokter raadplegen. Is het kind echter
volkomen gezond, dring het dan het eten
niet op, het zal de volgende keer nog
moeilijker gaan. Laat het gerust eens een
paar dagen heel weinig eten, maar dan
moet het ook geen melk of snoepjes tus
sen de maaltijden krijgen. Op deze ma
nier wordt meestal het doel wel bereikt.
Het kan ook zijn, dat het kind moet
wennen aan een nieuw gerecht. Dat gaat
soms gemakkelijker, wanneer dit ver
mengd wordt met een reeds bekende
spijs, b.v. pap. Het kan enige tijd duren
alvorens het kleintje aan het nieuwe ge
recht gewend is. Ongeduld en wdang
helpen dan niet. Weigert het kind te
eten, dan de volgende dag maar weer
met een kleine portie beginnen. Aanhou
den, maar niet boos worden.
(Wordt vervolgd.
5. De gravin kwam met de schik vrij
6. Ger, Aaf en Truus kwamen te laat.
Volgende week de wedstrijd: Een, twee,
drie wie heeft die bal
VAREN
Als ik groot ben wil ik zeeman wor-
[den,
Ik blijf niet plakken bij de haard,
Ik wil geen baantje aan de wal hoor,
'k Word stuurman op de grote vaart!
Ik stuur m'n schip naar Honolulu,
Naar Cuba, Afrika, Japan,
'k Verzamel alle vreemde dingen
En 'k geef ook and'ren daar wat van.
Voor broer Johan breng ik een aap
[mee,
En voor m'n moe eeh papegaai.
Voor vader vang ik zelf een cobra,
Voor zus Annet een echte haai.
Wel jammer dat ik zoveel moet weten.
Voordat 'k een schip besturen kan.
En vader zegt: „Eerst talen leren,
Dat hoort er ook bij, Janneman"
Vervelend dat je dat moet kunnen,
Ik had voor Frans een vette vier,
Dat nare Frans, dat nare Engels,
't Bederft m'n hele vaarplezier.
Maar ja, het schijnt beslist te moeten.
Dus neem ik mijn boek maar weer ter
[hand.
Wie zwerven wil op oceanen,
Houdt eerst „z'n roer recht" op het
[land!
ruw of schraal
hamea-GeleiEïHII
EEN SPELLETJE VOOR EEN
VERJAARDAGSFEEST
Kranten-race
Alle medespelers gaan op een rij aan
een eind van de kamer staan en krij
gen twee vellen krant. De opzet is, het
andere eind van de kamer te bereiken,
maar de race moet gaan over de kran
ten, die de spelers ontvangen hebben.
Iedereen legt een vel op de grond
neer, gaat daarop staan en legt het
tweede papier met de rand er tegen
aan en stapt op het tweede papier, ter
wijl hij het eerste opraapt en dat ver
volgens weer aan het andere aanpast.
Hij moet steeds rechtop staan en niet
bukkende voortgaan.
Zo gauw er gezegd wordt „Af', be
gint de race en degeen, die het eerst
aankomt, met ongescheurde kranten,
wint. Niemand mag ook maar één stap
naast de kranten lopen.
Natuurlijk kan men de personen ook
twee aan twee tegen elkaar laten lo
pen.
Het landbouwbedrijf stelt de economen regelmatig voor merkwaardige pro
blemen, aldus ir. L. J. P. Kupers, Rijkslandbouwconsulent voor West-Noord
brabant. Een van de sprekende verschillen tussen de produktie in landbouw en
industrie is de tijdsduur van het produktieproees. Zelden realiseert men zich
dit enorme verschil zo sterk, als juist in deze tgd van het jaar.
Rugpijn... maar ook andere
plagende pijnen vaagt u
prompt weg met
WITTE KRUIS
tabletten, poeders, cachets I
De boeren vinden deze tijd rustig. Deze
rust is echter schijn. Het wintergraan
staat immers weer uit. De rogakkers op
de zandgronden zijn frisgroen en in de
weidegebieden wordt het klagend geloei
van de afkalvende koeien weer een nor
maal geluid in de stallen. Al is er wat
minder gejaagdheid in de werkzaamhe
den, dan is het nü toch zeker een goede
gelegenheid om over het komende pro-
dustiejaar eens serieus te peinzen. Staat
het bouwplan al vast? Dan weet men ook
op welke percelen de verschillende ge
wassen geteeld zullen worden.
Is de grondbewerking die op het per
ceel is uitgevoerd in de afgelopen herfst
wel geschikt voor het te telen gewas, of
is het plocgwerk uitgevoerd in de hoop
van een strenge winter?
Een goede boer beseft dat naast juiste
bemesting en weloverwogen rassenkeu-
ze, de grondbewei'king van het perceel
van directe invloed is op de grootte van
de oogst. Er zijn nog altijd boeren, die
menen dat het wintervoor-ploegen er
niet zo op aan komt. Hun redenering is:
een goede winter en een intensieve be
werking in het voorjaar, en dan is alles
weer gezond. Een kardinale vergissing
is dit. Goede winters zijn net als goede
zomers zeldzaam in ons land. En zelfs al
is de winter goed geweest, dan nog is een
intensieve grondbewerking in het voor
jaar van de nog vochtige grond, althans
voor kleigronden, radicaal mis. De voch
tige grond droogt in tot steenharde klui
ten en sintels.
Bieten, vlas, blauwmaanzaad, maar ook
aardappelen eisen een prima zaaibed in
het voorjaar. Warm en toch met vol
doende voch, luchtig en toch niet diep
los, zo zou hot zaaibed moeten zijn. Het
is beslist onmogelijk om uit grote schol
len klei en diepe gaten, die hier en daar
op de percelen prijken, in het voorjaar
een werkelijk geschikt zaaibed te maken.
Zelfs met al de paardekrachten en het
staal die een boer tegenwoordig ter be
schikking staan, lukt dat niet. Wat kan er
nü nog gebeuren om slecht geploegd land
toch geschikt te maken voor winstgeven
de teelt. Een vaak gebruikte oplossing is
om,als de grond redelijk droog is. nü
zo'n grof geploegd land een keer te
eggen, b.v. met een versleten kromtand-
egge. Later in de winter, als er al mulle
grond op de koppen voorkomt, mag men
niet meer eggen maar dan kan men deze
bewerking heel goed uitvoeren met een
cultivator, uitgerust met tanden zonder
ganzevoeten.
Het gaat er om de brokken klei in de
gaten te werken. De grond kan, vlak ge
legd, verweren, zodat de laag met ver
weerde, mulle grond gelijkmatig van
diepte is. Deze methode mag echter al
leen worden toegepast op gronden die
niet slempen, dus in het algemeen klei
gronden en zavels met een afslibbaar
percentage groter dan 25.
En tenslotte een laatste raad: wacht
met de eigenlijke voorjaarsgronbewer-
king tot de grond werkelijk „bekwaajn'
is. In het voorjaar komt men niet gauw
te laat.
INTERNATIONALE VERPAKKINGS-
BEURS IN RAI-GEBOUW
EUROPAK 1959, de 5e Internationale
Verpakkingbeurs, wordt van 21 t/m 28
april a.s. te Amsterdam in het RAI-ge-
bouw gehouden. Deze vakbeurs heeft
zich geheel gespecialiseerd op al datgene
dat met verpakking en verpakken te ma
ken heeft en richt zich dan ook tot vak
lieden op dit terein.
De revolutionnaire ontwikkeling van
de verpakkingsindustrie en het vervagen
van de enge landsgrenzen heeft deze
aanvankelijk nationaal opgezette beurs
doen uitgroeien tot een waarlijk grote
internationale verpakkings-show met in
zendingen uit een 18 tal landen en bezoe
kers uit practisch ieder land ter wereld.
Van de vele buitenlandse inzendingen
valt zoals gebruikelijk wederom het
grootste deel toe aan Duitsland, Enge
land en de Verenigde Staten, welke in
totaal een kleine 200 firma's omvat.
cent
bij 100 gram VéGé-Thee naar keuze
met 10% korting in geldzegels
met 8 geldzegels
bij elke 2 pakjes VéGé-Margarine met korting in geldzegels
r i
cent
clfpon't
jffijuoBaSr*
In onze inpakafdelingen kunnen wij nog plaatsen een aantal
Prettig werk
Goede beloning
Tevens is er nog plaats voor enkele
Leeftijd 15-21 jaar
Aanmelden aan de fabriek dagelijks van 8-5.30 uur, en
's-Zaterdags van 7.30-1 uur.
HUWELIJK VAN HET JAAR IN NIJ
MEGEN. In Nijmegen is het Nijmeegse
meisje Maria Sprengers donderdagoch
tend in het huwelijk getreden met de
Amerikaan Varick Tunney, de zoon van
de Amerikaanse oud-wereldkampioen
boksen zwaargewicht, Gene Tunney.
Deze foto toont het bruidspaar met de
beroemde vader in vrolijke stemming
op het bordes voor het stadhuis te Nij
megen na de voltrekking van het
burgerlijk huwelijk.
FEUILLETON
door
NORBERT KUNZE
(23)
De harmonicaspeler ging met plech
tige schreden voorop en achter hem
kwam, arm in arm, het bruidspaar.
Daarachter volgden de soldaten, te
midden van hen Sawa, de comman
dant.
De ogen van het meisje glansden,
alsof zij koorts had. Zij waren wijd
opengesperd en donker, en de maan,
die juist boven de rand van de hoog
vlakte opkwam, glom rood als een on
werkelijk grote lantaarn, waar zij al
len naar toe gingen. Helga en Boro
stonden op, toen de stoet hen voorbij
kwam. Helga had nog nooit aan een
bruiloft deelgenomen, en nu kon zij de
tranen eenvoudig niet meer bedwin
gen. Het was ontroerend, dit armzalige
paar tussen de leeggebrande muren,
maar het deed toch ook op een of an
dere wijze gruwelijk aan.
De vader aller d ngen. dacht zij. ja,
'at w s hij, de oorlog. De veder aller
dingen. Hij wierp de dingen wiid door
een in zijn grote zak, die de wereld
heette. Daar lagen zij nu. Doden op
levenden. En de zak ging verder en
danste door de eeuwigheid. Het maakte
voor hem.niets uit, dat er een stuk van
hem brandde. Dat er hier en daar ga
ten in waren en de dingen, die hij
moest bevatten er uit vielen en in de
duisternis verdwenen. De zak danste....
Momcillo vormde het einde van de
stoet. Ook hij schreed nu met afgeme
ten passen voort, niettemin hield hij
echter de armen zijwaarts uitgestrekt
en bromde.
Helga en Boro keken de wonderlijke
stoet na. Een paar huizen verder werd
er halt gehouden. Daar hadden zij vier
uitgebrande muren als bruiloftshuis in
gericht. Voor het huis stond schuin
tegen de muur een half verbrande
deur. Boven het gat, dat zij vermoede
lijk moest sluiten, hing een guirlande
van distels en brem. De harmonica
speler had zich er naast opgesteld en
het bruiloftspaar wachtte, voor de deur
staande, tot allen waren aangekomen.
Toen bogen zij plechtig, en nu speelde
de harmonica nog eens. De bruidegom
kreeg toejuichingen van zijn vrienden
en de jonge bruid kreeg ook het een
en ander te horen. Het was tijd, dat zij
in het huis verdwenen.
De begeleiders wachtten, tot dit ge
beurd was, toen rukten een paar ka
meraden de deur voor het donkere,
door brand zwart geworden gat, dat
eens de ingang van het huis was ge
weest.
De mensen gingen uiteen.
Helga ging terug, naar haar Rode-
Kruis-afdeling.
„Waarom chuilen, dokter?" vroeg
Boro.
„Ach, ik weet het niet, ik moest
nu eenmaal huilen, begrijpt u dat niet,
Boro? Omdat dit toch het mooiste is
voor twee jonge mensen en omdat zij
dat zó moeten beleven."
„Is mooi", zei Boro. „Ook zó."
En na een pauze voegde hij er nog
aan toe: „Voor cheden. Morgen niet
meer zo mooi. Morgen einde."
„Wat is er morgen ten einde?" vroeg
Helga.
„Bestaat wet", zei Boro. „Maar is
niet geschreven. Begrijp? Maar bestaat.
Wanneer man liefhebben meisje, moet
gaan naar commanant. Moet zeggen,
liefhebben deze meisje. Begrijp? Dan
commandant zeggen: morgen chuwe-
lijk. Man en meisje maken bruiloft.
Maken chuwelijk als nu chuwelijk.
Voor één nacht. Volgende dag, één
moet weg. Of man, of meisje. Maar
één moet gaan naar andere afdeling.
Begrijp?"
Helga knikte. Maar zij begreep het
niet.
„Waarom moet er een gaan, wanneer
zij juist getrouwd zijn?"
„Zegt wet. Moeten. Is oorlog, dokterr.
Bestaan veel afdeling met vrouw. Be
grijp? Waar meisje mee. Zoals chier.
Denken aan Miliza. Denken aan meisje
uit Pocitelj. Kunnen niet slapen ieder
met ieder. Wanneer chuwelijk, goedd.
Maar bruiloft maar één nacht. Wan
neer vrede, dan bruiloft altijd."
Toen zij op het oude plein terug
keerden en weer wilden gaan zitten,
snerpten plotseling schoten door de
nacht. In enkele ogenblikken was heel
het dorp in actie. Ook Boro liep met
de anderen mee naar de wachtpost,
waar de schoten gevallen waren. De
echo kwam van vele zijden terug,
maar behalve een paar opgewonden
kreten was er verder niets te horen.
Een ogenblik later kwam Boro terug.
Hij was boos en heftig.
„Waarom niet zeggen, dokterr, dat
luitenant is gezond? Waarom niet?! Is
weg nu, gevlucht!"
Helga zweeg.
Later zei zij: „Hij wilde mij mee
nemen, Boro."
Momcillo bleef de nacht over in
Morgoljewo. Hij had een halve dag
meer trappen geoogst, dan hij anders
in jaren placht te krijgen, maar des
ondanks was hij niet ongelukkig. In
tegendeel. Hij zat tegen de muur van
een huis geleund en keek naar de maan.
Slapen kon hij nog niet. Het doel der
wensen van zijn arme leven was be
reikt.
Van tijd tot tijd hief hij de hand op
en streek over de nieuwe pet, die hij
op had. Hij had haar op straat ge
vonden en meegenomen. Soms nam hij
ze af en bekeek ze aandachtig. Zij was
bijna nieuw en de rode ster glansde
mat wanneer men haar tegen het
maanlicht hield. Telkens weer moest
hij de pet in zijn hand nemen en be
kijken, en dan zette hij ze weer op,
zijn kromgegroeide gestalte strekte
zich dan en hij voelde zich geheel en
al soldaat.
Momcillo was onuitsprekelijk trots
op zijn bezit.
Later sliep hij, zittend, in. Hij had
de handen op militaire manier stevig
tegen het lichaam gedrukt. Het zag er
uit, alsof hij ook gedurende de slaap
strenge dienst had.
Helga lag wakker.
Zij dacht aan het bruiloftspaar en
aan Martin en luisterde hoe zij zacht,
fluisterend, met zichzelf sprak. Het
was alsof zij Martin weer voor zich
zag. Martin, die haar ook eens naar
huis had gebracht.
„Naar huis", ja.
Waar was dat?
„Nu zou ik niet meer aarzelen", hoor
de zij zichzelf zeggen en nu glimlachte
zij, omdat zij tot zichzelf had gespro
ken, en omdat zij zo openhartig jegens
zichzelf was.
En na een poosje, waarin zij over
zichzelf nadacht, zei zij fluisterend: „Ik
ben heel anders geworden. Heel an
ders."
Zij trachtte op te helderen, wat zij
daarvan moest denken, hoe zij zich
zou beoordelen, zichzelf. En het was,
alsof zij tegenover haar eigen ik zat en
het onderzocht. Maar het was belache
lijk, dat te doen.
Men kon geen vergelijkingen maken.
Men kon niet zeggen: destijds zou
ik dat nooit gedaan hebben, had ik het
eenvoudig niet kunnen doen!
Het antwoord daarop was veel te
eenvoudig en viel altijd hetzelfde uit.
Het ego daarentegen zei alleen: Van
daag doe ik het, of ik zou het doen,
zonder aarzelen zou ik het doen, zon
der te overwegen of het juist is of niet.
Want wat zij mij eens geleerd hebben,
thuis nog, dat klopt eenvoudig niet
meer. Dat heeft nooit geklopt!
En er bestaat ook in het geheel niets
anders dan de beslissing van jezelf, en
je moet op het ogenblik beslissen en
kunt niemand meer raadplegen wat je
doen moet. Je hebt veel meer recht
over jezelf, veel meer verantwoorde
lijkheid, dan ze je vroeger zeiden. En
je kunt je niet meer in de kinderkamer
opsluiten en uithuilen en wachten tot
weer alles goed en helder is geworden.
En je kunt ook niet naar de anderen
kijken en het dan eenvoudig doen zo
als zij.
En noem mij iemand, die mij raad
had kunnen geven, die mij had kunnen
helpen! Zelfs Martin zou het niet ge
kund hebben. Zelfs Rottsieper niet, met
geheel zijn volwassen zekerheid, met
zijn keurslijf, dat hem alleen zó en
niet anders liet handelen. En wie zou
mij gisteren nog hebben gezegd, dat ik
weg moest gaan, wanneer een ander
beslist. Ja, zoals de luitenant, zoals
Scherer.
Want weet je, hoe het is, in werke
lijkheid? Weet je, dat alles je niet helpt,
alles wat ze je hebben meegegeven en
wat ze je hebben wijs gemaakt en wat
ze je bevolen hebben en waarvan zij
gezegd hebben, dat het geboden zou
den zijn die altijd gelden!
(Wordt v«rvolgd.)