ONDANKS RAKETTEN vliegers nodig I DE VALLEI tois 25 K0RT|NG 29 i I I I I Meisjes Jongens i I I I i De Laatste Brug Voor de Jeugd Dairies Een heerlijke Kandijkoekgg nü met 33 geldzegels 100 gram Jaffa-stengels voor 41 Twee 20-cents chocolade repen voor V.A.V.-er Wim ter Haar Oostelijk Crosskampioen '59 De laatste cross VOLLEYBAL Utrechtse politie had geen kans tegen V.V.V. VOOR DE VROUW De voeding van zuigelingen en peuters VOOR DE BOER Nuis het nog mogelijk WITTE KRUIS HELPT ECHT De overgang tot meer vast voedsel Ruwe, schrale huid handen N.V. BISCUITFABRIEKEN MEURSING AMERSFOORT Meer en meer hoort men tegenwoordig de mening verkondigen, dat in de militaire luchtvaart het bemande jachtvliegtuig binnenkort geheel zal hebben afgedaan, nu de geleide wapens zich aandienen. Wat is hier van waar? Wij hebben het van belang geacht de visie van de luchtmachtstaf op deze vraag in onderstaand artikel weer te geven. De lange afstandsraketten, kunstmatige aardsatellieten en de „schoten op de maan" eisen heden ten dage de volle aandacht voor zich op. De Explorers, Spoetniks, Atlassen, Nikes en de talrijke andere produkten van 's mensen nieuwste grote experiment openen voor de deskundige en de leek perspectieven, waarin niets te fantastisch schijnt. Ruimtevaart, interplanetair verkeer en ruimtestationsze bestaan reeds in onze verbeeldingmen wijt het slechts aan de traagheid van de geleerden en technici en aan de besluiteloosheid der regeringen dat de realiteit geen ge lijke tred houdt met de vluchten onzer fantasie. Hoe paradoxaal het ook moge klinken: we moeten bij de verdere exploratie van het luchtruim met de beide benen op de grond blijven staan en beletten dat bij een beschouwing van de zich openende perspectieven onze verbeelding bezit neemt van het nuchtere verstand. Dit geldt met name in het militaire vlak. De geleide wapens, de nieuwste ontwik keling in het arsenaal waarover onze strijdkrachten beschikken, zijn voor de defensie van een immens grote, maar - en hier mogen wij wel de nadruk op leggen - nog niet geheel te overziene en ten volle te doorgronden betekenis. Daarvoor bevinden deze nieuwe wapens zich nog in een te vroeg stadium van ont wikkeling, zeker voor wat betreft hun operationele gebruik in de strijdkrachten. Het is daarom, dat men zich dient te hoeden voor overhaaste conclusies en ar gumenten „in de ruimte". Een van deze voorbarige gevolgtrekkingen zou kunnen zijn dat het vliegtuig voor de Luchtmacht nu wel heeft afgedaan en dat het zaak is zo snel mogelijk een strijdmacht op te bouwen volledig gebaseerd op het geleide wapen en daarop alle, vooral financiële krachten te concentreren. Een dergelijke opvatting houdt slechts rekening met de - inderdaad uiterst be langrijke - voordelen van het geleide wa pen boven het vliegtuig. Zeker, de geleide wapens hebben in het algemeen een zeer korte reactertijd. een betrekkelijk hoge vernietigingswaarschijnlijkheid en er kan een hoge graad van paraatheid mede wor den bereikt. Anderzijds echter heeft het vliegtuig, in tegenstelling tot het geleide wapen, andere, voor de Luchtmacht van vitaal belang zijnde, eigenschappen zoals: flexi bele meermahge inzetmogelijkheid, tak- tische mobiliteit en een groot bereik door dat het naar andere vliegvelden dan de thuisbasis kan worden gedirigeerd, van waar uit kan worden geopereerd. Daar enboven kan het vliegtuig voor talloze taken worden gebruikt en is het niet ge heel afhankelijk van de grondorganisatie, hetgeen zijn kwetsbaarheid voor vijande- lijke elektronische storings- en mislei dingsmaatregelen verminderd. Uit de bovenstaande globale vergelijking van de voor- en nadelen van het vlieg tuig en het geleide wapen, blijkt dat er bepaaldelijk nog geen reden is om het geleide wapen te beschouwen als het absolute antwoord op de eisen die aan de moderne luchtstrijdkrachten worden ge steld, en dat een zo snel mogelijke omme zwaai naar een totale geleide wapenver dediging zo niet onverantwoordelijk, dan toch in ieder geval hoogst voorbarig zou zijn. Een dergelijke plotselinge omme zwaai zou door het huidige ontwikkelings stadium van het geleide wapen niet alleen een ernstig vacuum in de defensie kunnen veroorzaken, doch bovendien finansiële en economische consequensies hebben die onze draagkracht verre te boven zouden gaan. In dit verband moet tevens nog worden gewezen op het Amerikaanse en Engelse standpunt in deze materie, voor ons van uiterst groot belang. Immers, in het bij zonder de Verenigde Staten, doch ook Engeland, hebben de meeste ervaring op dit gebied; alle gegevens die wij over ge leide wapens bezitten, zijn ook afkomstig uit Amerikaanse en Engelse bronnen. In beide landen is het Luchtmachtbeleid er op gericht dat het vliegtuig nog beslist niet geheel kan worden vervangen door het geleide wapen. Met het hiervoren gestelde zouden wij zeker niet willen betogen dat de geleide wapens hun plaats in de Koninklijke Luchtmacht niet verdienen of zullen krij gen. Integendeel, de geleide wapens heb ben, mede op grond van hun hiervoren genoemde specifieke eigenschappen een grote betekenis in het bijzonder voor de luchtverdediging. Naarmate de ontwikke- Zoals wü reeds voorspelden is de 18-jarige Wim ter Haar er in geslaagd het Oostelijk Cross-kampioenschap 1959 voor B-junioren té veroveren. Hij deed dit door van de vijf voor de competitie tellende veldlopen, er vier te winnen en eenmaal tweede te worden. Bij de senioren toonde Klaas de Ruiter zich dit jaar ongenaakbaar: hij won alle vijf wedstrüden. De Daventriaan Jan Brinkman werd kampioen bü dc A-junioren: hü won viermaal en werd eenmaal tweede. De deelnemers aan de start, v.l.n.r. de heren Ter Haar, Edink en Van Dolderen en een deelnemer uit Apeldoorn. De abominabel slechte weersomstan digheden in de vorm van een keiharde ondergrond en een paar graden vorst, waren er de oorzaak van dat in deze laat ste cross, alleen zij de reis naar Veenen- daal waagden, die nog een kans hadden op de ereplaatsen. De strijd was er op diverse nummers niet minder fel om. Klaas de Ruiter won gemakkelijk de race over 15.000 meter voor senioren, des te gemakkelijker, om dat Henk Viset verstek had laten gaan. De VAV'er Bertus van de Bovenkamp werd hier verdienstelijk zesde. De zes kilometer voor A-junioren le verde een onverwachte overwinning op voor de Helios-atleet Olthof. De meeste belangstelling van VAV-zijde ging uiteraard uit naar de B-junioren, die een parcours van 3.000 meter moesten afleggen. Het werd een volledige triomf voor VAV: Wim ter Haar werd eerste met op twintig seconden Jan Edink, ter wijl Ad van Dolderen vriend en vijand verraste door de derde plaats voor zich op te eisen. CROSS VOOR SCHOLIEREN Bij de veldlopen voor scholieren wer den enige prettige verrassingen geno teerd. Voor jongens boven de 15 jaar liet Bertus Diepenveen de voortreffelijke kilometertijd afdrukken van 3 min. 3.1 sec. Ook de tijd van Dick Gallis mocht er zijn: 3.10.9. De jongens beneden de vijftien lever de een eerste plaats op voor Marinus de Kleuver, terwijl de Hardewijker Wieden hof tweede werd. Na afloop werden de verschillende win naars in het bezit gesteld van wedstrijd en wisselprijzen door VAV-voorzitter Kees Henzen. J.I. woensdagavond heeft het herenteam van de Veenendaalse Volleybal vereniging een verdiende 0-3 overwinning geboekt op het reserveteam van d( Utrechtse Politie Sportvereniging U.P.S. Deze zege was reeds enkele seconden na het begin van de wedstrijd een vaststaand feit. Hoewel UPS aanvankelijk een voor sprong nam, uitsluitend verkregen door enkele goede services, was het veldspel dermate zwak, dat VVV geen noemens waardige tegenstand ondervond. Naarmate de Veenendalers aan de on gewone zaal begonnen te wennen, des te groter werd het verschil. Vooral door de Tsjechische services van o.a. Dick Rutten werden grote voorsprongen behaald. Daar tegenover konden de ambtenaren van de veiligheid enkele services zetten, welke op de wonderlijkste manieren werden ge lanceerd. De setstanden waren 8-15, 11-15 en 12-15 De stand in de tweede klasse A der Nevobo is nu zo, dat de Veenendalers re latief aan de kop staan, echter op één punt gevolgd door Polonia en op drie punten door Athlon. ling van en de ervaring met deze wapens vorderen, zal die betekenis nog toenemen. Om de vorengenoemde redenen is een geleidelijke introductie van de grond/ lucht geleide wapens voor een evenwich tige opbouw van onze luchtverdediging geboden. In de te voorziene toekomst zullen dan ook in de luchtverdediging jachtvlieg tuigen en geleide wapens ieder hun taak vervullen. De hierboven geschetste waarde van het vliegtuig voor de luchtmacht in deze „eeuw der geleide wapenen" geldt nog in versterkte mate voor de taktische lucht strijdkrachten, het onderdeel van de luchtmacht, speciaal belast met aanvallen op en verkenning van gronddoelen. Van een volledige vervanging van het vlieg tuig voor deze taken door het grond/grond geleide wapen kan in het stadium van ontwikkeling, waarin deze wapens zich thans bevinden, voorlopig nog geen spra ke zijn. De inflexibiliteit van het geleide wapen vormt hier een aanmerkelijke hin dernis, immers niet alleen gronddoelen welker positie gedurende een bepaalde tijd nauwkeurig bekend is, maar ook niet bekende nog vast te stellen - o.a. be wegelijke - doelen vormen het object van de aanvallen van het taktische luchtwa- pen. De ingebruikname van een grond/ grond geleid wapen, dat in staat is, even als het vliegtuig thans, een niet nauw keurig vastgesteld en/of bewegelijk doel op te zoeken en aan te vallen, lijkt nog een zaak van verre toekomst; dit in te genstelling tot de huidige stand van zaken m.b.t. de ontwikkeling van het grond/grond geleid wapen voor de eerste categorie van de bovengenoemde doelen van de taktische luchtmacht. De introductie van een type grond/grond geleid wapen in staat om de verkennings taak van het vliegtuig ten behoeve van de offensieve operaties over te nemen is nog in het geheel niet in zicht. Wanneer wij uit het voorgaande voor de Koninklijke Luchtmacht een conclu sie zouden willen trekken, dan is het deze, dat bij een geleidelijke introductie van de geleide wapens, het jachtvliegtuig in de te voorziene toekomst zijn waarde voor en zijn plaats in de luchtmacht zal blijven behouden. Het antwoord op de vraag: „heeft de Koninklijke Luchtmacht nog behoefte aan vliegers?" luidt dan ook nog steeds be vestigend. De opleiding van vliegers bij de Konink lijke Luchtmacht gaat normaal door en zal dat ook in de toekomst blijven doen. Nog vele jaren! Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres: Parallelweg 10 Veenendaal WIE ZIJN ER JARIG? 13 febr. Wim Davelaar. 13 Tonny Heikamp. 14 Wiesje van Voorthuyzen. 14 Dinie van Doorn. 14 Dikkie Hendriks. 14 Henk van Lagerwey. 15 Gerard van Wakeren. 16 Gonnie van Hardeveld. 17 Johan Gerritsen. 18 Jopie van Voorthuyzen. 18 Lenie van Burken. Gefeliciteerd! OPLOSSING RAADSELS I. Een paddestoel, een preekstoel. II. Leerdam, Muiden, Wageningen, Grijpskerk, Zutfen, Zaandam. III. Hol, jol, mol, tol, wol. NIEUWE RAADSELS Voor jongeren. I. Mijn eerste deel dient om melk of water in te dragen, mijn tweede deel is een jongensnaam en mijn geheel is een mooie, kleine vogel. II. - - X - - oud havenpl. in Zeeland - - X - - mannetjeskoe - - X - - onze onderdanen - - X - - troep schapen - - X - - een vaartuig - - X - - draagt vader om de hals - - X - - getal onder de tien - - X - - deel van een plant - - X - - als derde rij Op de kruisjeslijn komt de naam van de Nederlandse lichtstad. III. Verborgen vogelnamen. 1. Zeg pa, uw tas is verdwenen. 2. Rijdt niet midden op de weg Ans. 3. Ben je bang voor een leeuw Erik? 4. We hebben muizen, maak de val Van de zesde maand af raakt de borst en flesvoeding op de achtergrond. Gelei delijk aan worden de voedingen vervan gen door kleine maaltjes van wat vastere kost, die met een paplepel gegeven kun nen worden. Men kan b.v. geweekte be schuit met fijngemaakt of gezeefd fruit geven en middageten in de vorm van groenten en aardappelen, die met een vork goed zijn fijngemaakt. Dit voedsel kan smeuig gemaakt worden met groente- nat of melk. Als groenten zijn voor het begin aan te bevelen: bloemkool, wortel tjes, kroten-, knolraap, witlof. Is het kind eenmaal aan middageten gewend, dan zijn groene groenten, zoals spinazie, spruitjes, andijvie, uitstekend. Een kind van acht maanden kan, als regel, met vier maaltijden volstaan, b.v. tweemaal een bordje pap, eenmaal een geweekte boterham of beschuit met fijn gemaakt fruit en eenmaal middageten. Wanneer het kind blijk geeft nog behoefte te hebben aan de laatste (vijfde) maaltijd, mag deze wel gegeven worden, maar men behoeft het kind er niet voor wak ker te maken. Al gauw went een zuige ling van die leeftijd (8-10 maanden) eraan om van 7 uur 's avonds tot 7 uur 's mor gens door te slapen. Als het kind een jaar oud is, moet het zoveel mogelijk gewoon ,met de pot' mee- eten, waarbij het dan nog in totaal on geveer een V* liter melk nodig heeft. Dit kan gestandaardiseerde melk zijn. In de loop van het tweede levensjaar kan het alles (dus ook vis, vlees en alle groenten) gewoon mee-eten. Men moet vooral niet alle voedsel geweekt geven; juist het kauwen is zo goed voor de ont wikkeling en het behoud van het gebit. Als broodbeleggingen komen in de eer ste plaats in aanmerking: jonge kaas, tomaten, geraspte wortel met wat suiker en zo nu en dan een zacht gekookt eitje. Van de zoete beleggingen verdient ro- zebotteljam de voorkeur vanwege het hoge gehalte aan vitamine C. Voor de pap nu geen fijne meelsoorten meer gebruiken, maar liever de grove soorten, zoals havermout, die rijker zijn aan vitamines en voedingszouten. SLECHTE ETERS Een veel voorkomend verschijnsel is het niet willen eten. De oorzaak daarvan kan zijn, dat het kind ziek is. Indien men hiervan een vermoeden heeft, moet men de dokter raadplegen. Is het kind echter volkomen gezond, dring het dan het eten niet op, het zal de volgende keer nog moeilijker gaan. Laat het gerust eens een paar dagen heel weinig eten, maar dan moet het ook geen melk of snoepjes tus sen de maaltijden krijgen. Op deze ma nier wordt meestal het doel wel bereikt. Het kan ook zijn, dat het kind moet wennen aan een nieuw gerecht. Dat gaat soms gemakkelijker, wanneer dit ver mengd wordt met een reeds bekende spijs, b.v. pap. Het kan enige tijd duren alvorens het kleintje aan het nieuwe ge recht gewend is. Ongeduld en wdang helpen dan niet. Weigert het kind te eten, dan de volgende dag maar weer met een kleine portie beginnen. Aanhou den, maar niet boos worden. (Wordt vervolgd. 5. De gravin kwam met de schik vrij 6. Ger, Aaf en Truus kwamen te laat. Volgende week de wedstrijd: Een, twee, drie wie heeft die bal VAREN Als ik groot ben wil ik zeeman wor- [den, Ik blijf niet plakken bij de haard, Ik wil geen baantje aan de wal hoor, 'k Word stuurman op de grote vaart! Ik stuur m'n schip naar Honolulu, Naar Cuba, Afrika, Japan, 'k Verzamel alle vreemde dingen En 'k geef ook and'ren daar wat van. Voor broer Johan breng ik een aap [mee, En voor m'n moe eeh papegaai. Voor vader vang ik zelf een cobra, Voor zus Annet een echte haai. Wel jammer dat ik zoveel moet weten. Voordat 'k een schip besturen kan. En vader zegt: „Eerst talen leren, Dat hoort er ook bij, Janneman" Vervelend dat je dat moet kunnen, Ik had voor Frans een vette vier, Dat nare Frans, dat nare Engels, 't Bederft m'n hele vaarplezier. Maar ja, het schijnt beslist te moeten. Dus neem ik mijn boek maar weer ter [hand. Wie zwerven wil op oceanen, Houdt eerst „z'n roer recht" op het [land! ruw of schraal hamea-GeleiEïHII EEN SPELLETJE VOOR EEN VERJAARDAGSFEEST Kranten-race Alle medespelers gaan op een rij aan een eind van de kamer staan en krij gen twee vellen krant. De opzet is, het andere eind van de kamer te bereiken, maar de race moet gaan over de kran ten, die de spelers ontvangen hebben. Iedereen legt een vel op de grond neer, gaat daarop staan en legt het tweede papier met de rand er tegen aan en stapt op het tweede papier, ter wijl hij het eerste opraapt en dat ver volgens weer aan het andere aanpast. Hij moet steeds rechtop staan en niet bukkende voortgaan. Zo gauw er gezegd wordt „Af', be gint de race en degeen, die het eerst aankomt, met ongescheurde kranten, wint. Niemand mag ook maar één stap naast de kranten lopen. Natuurlijk kan men de personen ook twee aan twee tegen elkaar laten lo pen. Het landbouwbedrijf stelt de economen regelmatig voor merkwaardige pro blemen, aldus ir. L. J. P. Kupers, Rijkslandbouwconsulent voor West-Noord brabant. Een van de sprekende verschillen tussen de produktie in landbouw en industrie is de tijdsduur van het produktieproees. Zelden realiseert men zich dit enorme verschil zo sterk, als juist in deze tgd van het jaar. Rugpijn... maar ook andere plagende pijnen vaagt u prompt weg met WITTE KRUIS tabletten, poeders, cachets I De boeren vinden deze tijd rustig. Deze rust is echter schijn. Het wintergraan staat immers weer uit. De rogakkers op de zandgronden zijn frisgroen en in de weidegebieden wordt het klagend geloei van de afkalvende koeien weer een nor maal geluid in de stallen. Al is er wat minder gejaagdheid in de werkzaamhe den, dan is het nü toch zeker een goede gelegenheid om over het komende pro- dustiejaar eens serieus te peinzen. Staat het bouwplan al vast? Dan weet men ook op welke percelen de verschillende ge wassen geteeld zullen worden. Is de grondbewerking die op het per ceel is uitgevoerd in de afgelopen herfst wel geschikt voor het te telen gewas, of is het plocgwerk uitgevoerd in de hoop van een strenge winter? Een goede boer beseft dat naast juiste bemesting en weloverwogen rassenkeu- ze, de grondbewei'king van het perceel van directe invloed is op de grootte van de oogst. Er zijn nog altijd boeren, die menen dat het wintervoor-ploegen er niet zo op aan komt. Hun redenering is: een goede winter en een intensieve be werking in het voorjaar, en dan is alles weer gezond. Een kardinale vergissing is dit. Goede winters zijn net als goede zomers zeldzaam in ons land. En zelfs al is de winter goed geweest, dan nog is een intensieve grondbewerking in het voor jaar van de nog vochtige grond, althans voor kleigronden, radicaal mis. De voch tige grond droogt in tot steenharde klui ten en sintels. Bieten, vlas, blauwmaanzaad, maar ook aardappelen eisen een prima zaaibed in het voorjaar. Warm en toch met vol doende voch, luchtig en toch niet diep los, zo zou hot zaaibed moeten zijn. Het is beslist onmogelijk om uit grote schol len klei en diepe gaten, die hier en daar op de percelen prijken, in het voorjaar een werkelijk geschikt zaaibed te maken. Zelfs met al de paardekrachten en het staal die een boer tegenwoordig ter be schikking staan, lukt dat niet. Wat kan er nü nog gebeuren om slecht geploegd land toch geschikt te maken voor winstgeven de teelt. Een vaak gebruikte oplossing is om,als de grond redelijk droog is. nü zo'n grof geploegd land een keer te eggen, b.v. met een versleten kromtand- egge. Later in de winter, als er al mulle grond op de koppen voorkomt, mag men niet meer eggen maar dan kan men deze bewerking heel goed uitvoeren met een cultivator, uitgerust met tanden zonder ganzevoeten. Het gaat er om de brokken klei in de gaten te werken. De grond kan, vlak ge legd, verweren, zodat de laag met ver weerde, mulle grond gelijkmatig van diepte is. Deze methode mag echter al leen worden toegepast op gronden die niet slempen, dus in het algemeen klei gronden en zavels met een afslibbaar percentage groter dan 25. En tenslotte een laatste raad: wacht met de eigenlijke voorjaarsgronbewer- king tot de grond werkelijk „bekwaajn' is. In het voorjaar komt men niet gauw te laat. INTERNATIONALE VERPAKKINGS- BEURS IN RAI-GEBOUW EUROPAK 1959, de 5e Internationale Verpakkingbeurs, wordt van 21 t/m 28 april a.s. te Amsterdam in het RAI-ge- bouw gehouden. Deze vakbeurs heeft zich geheel gespecialiseerd op al datgene dat met verpakking en verpakken te ma ken heeft en richt zich dan ook tot vak lieden op dit terein. De revolutionnaire ontwikkeling van de verpakkingsindustrie en het vervagen van de enge landsgrenzen heeft deze aanvankelijk nationaal opgezette beurs doen uitgroeien tot een waarlijk grote internationale verpakkings-show met in zendingen uit een 18 tal landen en bezoe kers uit practisch ieder land ter wereld. Van de vele buitenlandse inzendingen valt zoals gebruikelijk wederom het grootste deel toe aan Duitsland, Enge land en de Verenigde Staten, welke in totaal een kleine 200 firma's omvat. cent bij 100 gram VéGé-Thee naar keuze met 10% korting in geldzegels met 8 geldzegels bij elke 2 pakjes VéGé-Margarine met korting in geldzegels r i cent clfpon't jffijuoBaSr* In onze inpakafdelingen kunnen wij nog plaatsen een aantal Prettig werk Goede beloning Tevens is er nog plaats voor enkele Leeftijd 15-21 jaar Aanmelden aan de fabriek dagelijks van 8-5.30 uur, en 's-Zaterdags van 7.30-1 uur. HUWELIJK VAN HET JAAR IN NIJ MEGEN. In Nijmegen is het Nijmeegse meisje Maria Sprengers donderdagoch tend in het huwelijk getreden met de Amerikaan Varick Tunney, de zoon van de Amerikaanse oud-wereldkampioen boksen zwaargewicht, Gene Tunney. Deze foto toont het bruidspaar met de beroemde vader in vrolijke stemming op het bordes voor het stadhuis te Nij megen na de voltrekking van het burgerlijk huwelijk. FEUILLETON door NORBERT KUNZE (23) De harmonicaspeler ging met plech tige schreden voorop en achter hem kwam, arm in arm, het bruidspaar. Daarachter volgden de soldaten, te midden van hen Sawa, de comman dant. De ogen van het meisje glansden, alsof zij koorts had. Zij waren wijd opengesperd en donker, en de maan, die juist boven de rand van de hoog vlakte opkwam, glom rood als een on werkelijk grote lantaarn, waar zij al len naar toe gingen. Helga en Boro stonden op, toen de stoet hen voorbij kwam. Helga had nog nooit aan een bruiloft deelgenomen, en nu kon zij de tranen eenvoudig niet meer bedwin gen. Het was ontroerend, dit armzalige paar tussen de leeggebrande muren, maar het deed toch ook op een of an dere wijze gruwelijk aan. De vader aller d ngen. dacht zij. ja, 'at w s hij, de oorlog. De veder aller dingen. Hij wierp de dingen wiid door een in zijn grote zak, die de wereld heette. Daar lagen zij nu. Doden op levenden. En de zak ging verder en danste door de eeuwigheid. Het maakte voor hem.niets uit, dat er een stuk van hem brandde. Dat er hier en daar ga ten in waren en de dingen, die hij moest bevatten er uit vielen en in de duisternis verdwenen. De zak danste.... Momcillo vormde het einde van de stoet. Ook hij schreed nu met afgeme ten passen voort, niettemin hield hij echter de armen zijwaarts uitgestrekt en bromde. Helga en Boro keken de wonderlijke stoet na. Een paar huizen verder werd er halt gehouden. Daar hadden zij vier uitgebrande muren als bruiloftshuis in gericht. Voor het huis stond schuin tegen de muur een half verbrande deur. Boven het gat, dat zij vermoede lijk moest sluiten, hing een guirlande van distels en brem. De harmonica speler had zich er naast opgesteld en het bruiloftspaar wachtte, voor de deur staande, tot allen waren aangekomen. Toen bogen zij plechtig, en nu speelde de harmonica nog eens. De bruidegom kreeg toejuichingen van zijn vrienden en de jonge bruid kreeg ook het een en ander te horen. Het was tijd, dat zij in het huis verdwenen. De begeleiders wachtten, tot dit ge beurd was, toen rukten een paar ka meraden de deur voor het donkere, door brand zwart geworden gat, dat eens de ingang van het huis was ge weest. De mensen gingen uiteen. Helga ging terug, naar haar Rode- Kruis-afdeling. „Waarom chuilen, dokter?" vroeg Boro. „Ach, ik weet het niet, ik moest nu eenmaal huilen, begrijpt u dat niet, Boro? Omdat dit toch het mooiste is voor twee jonge mensen en omdat zij dat zó moeten beleven." „Is mooi", zei Boro. „Ook zó." En na een pauze voegde hij er nog aan toe: „Voor cheden. Morgen niet meer zo mooi. Morgen einde." „Wat is er morgen ten einde?" vroeg Helga. „Bestaat wet", zei Boro. „Maar is niet geschreven. Begrijp? Maar bestaat. Wanneer man liefhebben meisje, moet gaan naar commanant. Moet zeggen, liefhebben deze meisje. Begrijp? Dan commandant zeggen: morgen chuwe- lijk. Man en meisje maken bruiloft. Maken chuwelijk als nu chuwelijk. Voor één nacht. Volgende dag, één moet weg. Of man, of meisje. Maar één moet gaan naar andere afdeling. Begrijp?" Helga knikte. Maar zij begreep het niet. „Waarom moet er een gaan, wanneer zij juist getrouwd zijn?" „Zegt wet. Moeten. Is oorlog, dokterr. Bestaan veel afdeling met vrouw. Be grijp? Waar meisje mee. Zoals chier. Denken aan Miliza. Denken aan meisje uit Pocitelj. Kunnen niet slapen ieder met ieder. Wanneer chuwelijk, goedd. Maar bruiloft maar één nacht. Wan neer vrede, dan bruiloft altijd." Toen zij op het oude plein terug keerden en weer wilden gaan zitten, snerpten plotseling schoten door de nacht. In enkele ogenblikken was heel het dorp in actie. Ook Boro liep met de anderen mee naar de wachtpost, waar de schoten gevallen waren. De echo kwam van vele zijden terug, maar behalve een paar opgewonden kreten was er verder niets te horen. Een ogenblik later kwam Boro terug. Hij was boos en heftig. „Waarom niet zeggen, dokterr, dat luitenant is gezond? Waarom niet?! Is weg nu, gevlucht!" Helga zweeg. Later zei zij: „Hij wilde mij mee nemen, Boro." Momcillo bleef de nacht over in Morgoljewo. Hij had een halve dag meer trappen geoogst, dan hij anders in jaren placht te krijgen, maar des ondanks was hij niet ongelukkig. In tegendeel. Hij zat tegen de muur van een huis geleund en keek naar de maan. Slapen kon hij nog niet. Het doel der wensen van zijn arme leven was be reikt. Van tijd tot tijd hief hij de hand op en streek over de nieuwe pet, die hij op had. Hij had haar op straat ge vonden en meegenomen. Soms nam hij ze af en bekeek ze aandachtig. Zij was bijna nieuw en de rode ster glansde mat wanneer men haar tegen het maanlicht hield. Telkens weer moest hij de pet in zijn hand nemen en be kijken, en dan zette hij ze weer op, zijn kromgegroeide gestalte strekte zich dan en hij voelde zich geheel en al soldaat. Momcillo was onuitsprekelijk trots op zijn bezit. Later sliep hij, zittend, in. Hij had de handen op militaire manier stevig tegen het lichaam gedrukt. Het zag er uit, alsof hij ook gedurende de slaap strenge dienst had. Helga lag wakker. Zij dacht aan het bruiloftspaar en aan Martin en luisterde hoe zij zacht, fluisterend, met zichzelf sprak. Het was alsof zij Martin weer voor zich zag. Martin, die haar ook eens naar huis had gebracht. „Naar huis", ja. Waar was dat? „Nu zou ik niet meer aarzelen", hoor de zij zichzelf zeggen en nu glimlachte zij, omdat zij tot zichzelf had gespro ken, en omdat zij zo openhartig jegens zichzelf was. En na een poosje, waarin zij over zichzelf nadacht, zei zij fluisterend: „Ik ben heel anders geworden. Heel an ders." Zij trachtte op te helderen, wat zij daarvan moest denken, hoe zij zich zou beoordelen, zichzelf. En het was, alsof zij tegenover haar eigen ik zat en het onderzocht. Maar het was belache lijk, dat te doen. Men kon geen vergelijkingen maken. Men kon niet zeggen: destijds zou ik dat nooit gedaan hebben, had ik het eenvoudig niet kunnen doen! Het antwoord daarop was veel te eenvoudig en viel altijd hetzelfde uit. Het ego daarentegen zei alleen: Van daag doe ik het, of ik zou het doen, zonder aarzelen zou ik het doen, zon der te overwegen of het juist is of niet. Want wat zij mij eens geleerd hebben, thuis nog, dat klopt eenvoudig niet meer. Dat heeft nooit geklopt! En er bestaat ook in het geheel niets anders dan de beslissing van jezelf, en je moet op het ogenblik beslissen en kunt niemand meer raadplegen wat je doen moet. Je hebt veel meer recht over jezelf, veel meer verantwoorde lijkheid, dan ze je vroeger zeiden. En je kunt je niet meer in de kinderkamer opsluiten en uithuilen en wachten tot weer alles goed en helder is geworden. En je kunt ook niet naar de anderen kijken en het dan eenvoudig doen zo als zij. En noem mij iemand, die mij raad had kunnen geven, die mij had kunnen helpen! Zelfs Martin zou het niet ge kund hebben. Zelfs Rottsieper niet, met geheel zijn volwassen zekerheid, met zijn keurslijf, dat hem alleen zó en niet anders liet handelen. En wie zou mij gisteren nog hebben gezegd, dat ik weg moest gaan, wanneer een ander beslist. Ja, zoals de luitenant, zoals Scherer. Want weet je, hoe het is, in werke lijkheid? Weet je, dat alles je niet helpt, alles wat ze je hebben meegegeven en wat ze je hebben wijs gemaakt en wat ze je bevolen hebben en waarvan zij gezegd hebben, dat het geboden zou den zijn die altijd gelden! (Wordt v«rvolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1959 | | pagina 4