vacantie.reizen.en dan een baanl RIJKSPOSTSPAARBANK KOSTER i a. Controleuses b. Spoelsters c. Meisje liixok J net meisje DIJKSTRA Wat weten wij over Zuid-Amerika De dochter van de woestijn Het veld eer Jacht op blond 2.15 HA ROGGE Garage Leewis Een vrouw met twee linkerhanden ZENUWRUST TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 3 JULI 1959 Nr. 53 (ii) Sociale en psychologische problemen bemoeilijken de migratie-toevloed van Nederlanders naar Zuid-Amerika? MAAK HET ZELF JOH. BOS Middellaan 89, Telefoon 3196, Veenendaal Tricotfabriek Harwig N.V. Dc reclame voor Uw bedrijf! Opel Car-a-van vanaf f 8200.- Veenendaals Automobielbedrijf n.v. Veenendaal Theater John Wayne, Sophia Loren en Rossano Brazzi in Kirk Douglas en Adolphe Menjou in Anthony Qunin en Charles Menjou in TEXTIELGROOTHANDEL Gebr. Buddingh N.V. vraagt voor direct voor prettig magazijn werk; leeftijd niet beneden 16 jaar. Bakkerij Week-end reklame RHENEN ACHTERBERG Wij brengen deze week iets zeer bijzonders Chocolade banket a Sneeuw-Choc.- Kransjes AVOND-MULO - BEUKENLAAN - EDE 2-jarige cursus trouwrijden VERMEULEN autorijles Volkswagen- verhuur A. Bakkenes FEUILLETON DOOR TOM LODEWIJK In M ij verwachting nodig voor rustig denken en werken en goede nachtrust Mijnhardt's Zenuwtabietten Wat de Nederlandse emigratie-kandidaat voor Zuid-Amerika vooral dient te weten zyn de speciale problemen van dat continent. In het kort mogen hier een aantal punten worden opgesomd. Dat is in de eerste plaats, dat Latyns Amerika een typisch „Latyns" continent is, in tegenstelling tot Noord-Amerika, Canada en Australië, die typisch „Angel saksisch" zyn. Nu kan men van de Latynse mentaliteit vele verdienstelyke kwaliteiten opnoemen - niet voor niets voelen wy Nederlanders ons best thuis byvoorbeeld in Parys - maar een feit is het, dat de Latynen toch een geheel andere mentaliteit hebben. Ze zyn breedsprakig - het praten is een soort levens vertier geworden - op zyn zachtst gezegd gemakzuchtig (om het woord lui niet te noemen), beloven alles, maar verwezenlyken maar weinig. Daardoor lyken ze onbetrouwbaar, omdat ze nu eenmaal meer beloven dan vervullen. Men leert dan al gauw twee heel belangryke woorden in Zuid-Amerika: „patiencia" (ge duld) en „manana" (morgen, d.w.z. als we er morgen zin in hebben!) Terwijl de latijnen onderling aan el kaar klitten door familie, relaties en vrienden, lukt het een buitenstaander (en in dit geval de buitenlander) pas heel laat die korst te doorbreken. In Zuid-Amerika is men er daarom niet als men hersens, handen en onderne mingslust heeft; u moet er bijna altijd nog een vriend hebben, die voor u ergens de deur openzet. Dat maakt u al gauw vertrouwd met een derde Zuidamerikaans begrip „Cuna", wat wig betekent. U moet altijd en overal wel „Cuna" hebben, iemand die voor u de boel openbreekt, een been tussen de deur zet en u naar binnen duwt. Dit is in Angelsaksische landen onbe staanbaar. Als je daar iets kunt pres teren, dan is het meestal de prestatie zelf die de doorslag geeft en dat kan de goede immigrant met de juiste pioniers geest soms een vliegende start geven. Zo niet in Zuid-Amerika, waar zelfs de ijverigste Noord-Europeaan verstrikt (om niet te zeggen: soms verstikt) wordt in de mazen van de Latijnse ge- bruiken-maatschappij. En gelooft u mij, dat is èen hele rem. De Latijnen, die bovendien allen R.K. zijn - zij het dan ook vaak een katholicisme dat meer uiterlijk dan in nerlijk wordt beleefd - zijn weinig huiselijk, leven als het ware op de stoep, terwijl bijvoorbeeld de vrouw in het Latijnse leven nog lang niet zo ge ëmancipeerd is als bij ons. Er zijn nog altijd grote steden in Zuid-Amerika waar men de vrouw niet ongechape- ronneerd over straat kan laten gaan en pas in de laatste tijd ziet men, dat meisjes op kantoren en in warenhui zen zijn gaan werken. Dat een emi grantenvrouw er in het begin wat bij zal verdienen, om zodoende haar man en het jonge gezin te steunen, is dus een heel kleine kans. Trouwens, het zal ook de man niet mogelijk zijn „van alles" aan te pak ken. De Latijn heeft bepaalde banen voor zichzelf gereserveerd. Hij treedt daarin bepaald autoritair op - want een Latijn is soms erg trots - en als hij ergens chef van is, dan laat hij dat merken, ook al zou zijn vakkennis niet een tiende zijn van de uwe. Het woord „jefe" heeft een magische klank in het Spaans, het is een klein godheidje. Dit zo in het algemeen over de La tijn, al zij het u gezegd dat je in die groep tientallen soorten hebt. Een Bra ziliaan is beslist anders geaard dan de Argentijn en deze weer geheel ver schillend al naar gelang hij uit de hoofdstad Buenor Aires komt dan wel uit het veel gemoedelijker binnenland. Nóg belangrijker is de sociale sa menstelling van de Zuidamerikaanse volkeren. Het patroon daarvan is vrij wel in alle landen eender. Overal zal men vrijwel geen middenstand aan treffen; slechts een kleine groep schat- schatrijken en een grote groep armen tot straatarmen. Dit gemis van een middenklas - waarmee in West-Europa de ruggegraat der volkeren is gevormd - schept enorme contrasten. Die con trasten ziet men overal. Bijvoorbeeld in de woonwijken. Daar staan rustig torenhoge woonflats naast modder- hutjes in dezelfde straat. Voor een deel zijn die contrasten historisch gegroeid. De oorspronkelijke bevolking van Zuid-Amerika, de In dianen, heeft zich versmolten met de blanken tot een lage bevolkingsgroep. Later zijn daar de negers aan toege voegd en ook dezen zijn maatschap pelijk op de laagste trap gebleven. De Spaanse en Portugese kolonisator heeft bewust deze massa geen lezen en schrijven geleerd, omdat dit het voor recht was van de blanke meester, de kleine aristocratische groep. En zo is het eigenlijk tot op de huidige dag ge bleven. Nog altijd heeft de kleine blanke kaste het voor het zeggen over een enorme groep economisch zwak ken. Deze zwakken trekken het hele aanzien en de hele welstand van zo'n natie omlaag. Indianen en negers pro duceren nu eenmaal niets voor de ge meenschap en leven er ook zo preten tieloos bij, dat een salaris van 40, per maand soms voldoende is om hen in leven te houden. Ze bezetten in de landen waar ze wonen automatisch de laagste functies: van liftbediende tot buschauffeur, bordenwasser, kranten jongen, schoenpoetser en landarbeider. Dat betekent dat u nooit in die landen behoeft te hopen „tijdelijk borden te kunnen wassen" (wat in Noord-Ame- rika byvoorbeeld zeer lucratief kan zijn) of „kaartjes te kunnen knippen", om de doodeenvoudige reden, dat men het gek vindt dat u als blanke dit werk zoudt doen, terwijl men u een salaris zou bieden, waaraan u geen dag vol doende zoudt hebben, omdat wij nu eenmaal een echt huisje verlangen, met schemerlampjes1 en een zacht bed, ter wijl de halfbloed aan een krot met lompen voldoende heeft. Zuid-Amerika is dan ook geen land, waar men „op de bonnefooi" heen kan. Let wel, er is officieel geen rassen scheiding en blank en gekleurd zitten broederlijk bijeen in bus en bioscoop. Maar er is wel een rassenbewustzijn, dat maakt dat bepaalde banen nu een maal voor een bepaalde kleur zijn voorbehouden. Dat maakt het „begin nen" in landen met een sterk Indiaanse of negroïde-inslag al moeilijker dan in landen zonder die groepen. En dat be tekent, dat eigenlijk alleen maar Zuid- Brazilië, Uruqay, Argentinië en Chili overblijven. Naar alle andere landen kunt u alleen als specialist, voor een bepaalde functie uitgekozen en onder speciale voorwaarden daar geplaatst. En dan is er nog iets. Zuid-Amerika heeft - als we het zo mogen zeggen - „ergens de boot gemist". Hoewel het in precies dezelfde tijd is ontdekt als Noord- Amerika, is het ver bij de machtige noor derbuurman achtergebleven. Dat ligt aan een samenspel van factoren. In de eerste plaats de typisch angel- saksische verovering van Noord-Amerika efficiënt, zakelijk en politiek. In de twee de plaats is Noord-Amerika al gauw een zekere klasse van emigranten gaan ver langen. Wie geen hersens en geen handen meebracht naar Noord-Amerika (en te genwoordig een niet onaanzienlijke borg som) kan thuisblijven. Daarmee heeft men een ondernemende, economisch krachtige groep pioniers „geïmporteerd", die als het ware direct kon worden in geschakeld in het produktieproces. In Zuid-Amerika waren de landen lange tijd een soort vluchtheuvel voor werklozen, mensen zonder vak, mensen met een politiek en soms zelfs crimineel verleden en het gevolg was, dat de stan daard - het niveau - van de emigrant niet hoog werd aangeslagen. Ook nu nog hebben de Zuidamerikaanse regeringen wel eens de neiging te veronderstellen, dat de Europese emigrant in zijn eigen land „naast de bak is gevallen" en in een soort arre moede (is armoede) in Zuid- Amerika zijn geluk gaat proberen, in plaats van hen welkom te heten als een soort nieuwe investering. Ikzelf vind dit punt niet weg te cijferen. Te veel is mij helaas gebleken, dat niet alle landen de Europese pionier als een aanwist be schouwen, maar hem vaak „de rimboe" insturen, waar hij dan maar moet zien in het leven te blijven. Merkwaardig in dit verband is ook, dat een Europese emigrant in Noord-Amerika en Australië zich al na drie maanden „Amerikaan of Australiër" voelt, terwijl zelfs zonen van Europese emigranten in Zuid-Amerika nog altijd een „gringo" (een vriendelijk scheldwoord) zijn, de buitenlander. De sociale en economische achterstand werkt op het hele continent remmend. Politiek maakt het, dat de massa's nog onrijp zijn; economisch labiel. Het heeft - om maar eens een voorbeeld te noemen - zo geen enkele zin om in een Indiaans land wasmachines te gaan repareren, omdat geen Indiaan zo'n ding zou kunnen kopen en zowel, dan nog niet zou wassen. De sociale achterstand betekent wel, dat hij, die in Europa een middelmatig vak man is, al gauw uitblinkt in Zuid-Ameri ka waar vakkennis nog heel gering is. Men kan dus gemakkelijker slagen daar, dan in landen waar meer concurrentie is, maar het leven zelf zal nog bijzonder primitief zijn. Als men zich omwille van de kinderen daaraan wil opofferen In de binnenlanden zijn de toestanden vaak heel primitief: geen wegen, geen waterleiding, geen licht, geen riolering en vaak ook geen uitzicht dat dit alles er spoedig zal komen. Want de wens voor elektriciteit hangt af van bijvoorbeeld van een volk dat 's avonds wil lezen, hobbies heeft, radio wil beluisteren en wil werken. En dat willen heel wat be woners van dorpen in het binnenland nog lang niet. Reizen naar en door het binnenland van Zuid-Amerika betekent soms het maken van een soort expeditie. En al zit men soms in Nederland op plaatsen, die dichtgeplakt met kranten schijnen, op gesloten te zitten in het ZuidAmerikaan- se binnenland is heel wat anders. Men moet daar wel zeer sterk, standvastig en zonder heimwee zijn, wil men daarvan een succes maken. En gelooft U mij be slist: de latijnen zullen U ook dan niet direct opnemen. Dat raakt de kwestie, of men als privé- persoon, dan wel als groep moet emigre ren. Ik zal U er geen vastomlijnde con clusie van geven, omdat de experimenten die Nederland in Zuid-Amerika uitvoert nog niet afgelopij zijn. Een voordeel is, dat men als groep onderling steun geeft en ondervindt en degeen die door pech of onkunde dreigt te mislukken kan op vangen. Maar daar tegenover staat, dat groepsemigratie iets kunstmatigs heeft, iets onnatuurlijks en als zodanig al com plicaties verwekt. Een groep wordt di rect een republiekje in de republiek, die - zeker met de latijnse mentaliteit - een zekere naijver, om niet te zeggen angst verwekt. De latijn die al gesloten is bij een enkele buitenlander, wordt huiverig (Zie verder andere zijde 2e blad.) LAAT UW HUIS VAN BINNEN EEN TOTALE VERANDERING ONDERGAAN Wij hebben voor u: hard-, zacht-, gaatjes-, asbest- en tegelboard, in diverse kleuren, zeer voordelig. Horni- tex plasticboard, plastic tafelranden, plastic muur tegels in 12 kleuren (iets moois) en plasticglas voor kippenhokken en broeibakken zeer geschikt. Fablon plasticdoek, plakklaar in diverse kleuren. Alle soorten vurenhout geploegd en geschaafd. Plafondlatten, hol- latten, deurbetimmeringslysten, glaslatten, lijsten voor meubels, ronde stokken van 4-50 mm doorsnee. Triplex van 3 tot 20 mm dik. Spaander- of houtvezelplaat van 10-25 mm dik. Vloeibaar hout. Schoorstecnplaten. Marleyvinyl vloertegels. Stoelzittingen, rugleuningen, tafelbladen (zo mogelijk naar uw eigen ontwerp). Mo derne tapsgedraaide tafelpoten 15-75 cm lang. „ZELFBOUW" BOEKENKAST, modern, sierlijk, voor delig! Geheel zonder gereedschap te monteren, ge schikt voor uitbreiding. KOMT ZELF EENS KIJKEN wij dienen u gaarne van advies te Rhenen VRAAGT (eventueel getrouwde vrouwen b.v. in de avonduren) om opgeleid te worden voor de stalenkamer. Aanmelden dagelijks Candialaan 3, Rhenen. Inlichtingen en demonstratie: Industrielaan 12, Veenendaal, Telef. 08385-2450 Van vrijdag 3 t.m. zondag 5 juli Vrijdag 7.30 uur, zaterdag 7 en 9 uur, zondag 3 en 7.30 uur Een drama van avontuur en roman tiek met als achtergrond de genade loze eenzaamheid van de grillige Sahara. In cinemascope. Toegang 14 jaar. Van maandag 6 t.m. woensdag 8 juli Elke avond 7.30 uur Een adembenemend verhaal uit de eerste wereldoorlog. Toegang 18 jaar. Donderdag 9 juli, 7.30 uur Een gilhet geluid van scheu rende zijdeeen schot! Toegang 18 jaar. Rijwielstalling naast het theater Plaatsbespreken dagelijks van 1 tot 2 uur aan de kassa, 10 cent, ook telefonisch: 2376 VENDELSEWEG, VEENENDAAL, TELEF. 2376 Daar gaat de trein! Straks zit je heerlijk vacantieoord. En dan? zelf in op weg naar een Denk erom: De ZILVERVLOOT vaart nog! Dan krijg je ergens je eerste „baan"! Dan ga je geld verdienen! En dan wordt 't meteen: oppassen want het geld loopt je zó weer tussen je vingers door, als je 't niet héél goed vasthoudt! Gasparen! Sparen is het begin van onafhankelijkheid. Je bent nu nog jong. Je kunt nu nog fijn profiteren van de Jeugd- spaarwet! Dan krijg je direct al een aardige rente, en later nog eens 10% extra, van het Rijk, over geld en rente samen! Ga naar het postkantoor en vraag daar inlichtingen over het Zilvervloot Ideaalspaarplan't Is in je eigen belang! GEVESTIGD IN ELK POSTKANTOOR Patrimoniumlaan 28a Veenendaal Aanmelden aan bovenstaand adres. Roomboterspritsstukken 5 voor 55 ct Mandarijnfruit 1 50 gram voor 45 ct een heerlijk zomers snoepje Herenstraat-Grebbeweg Achterbergsestraat 250 gram f Enthousiast roept iedereen ha.... gebak van 250 gram a i. HOOFDSTRAAT 21 Telefoon 2136 Opleiding door ervaren Mulo-leerkrachten. Dit jaar slaagden al ELF cursisten. EN HOE? S. de Haan (Wageningen) met: 8 7 8 10 10 10 10 10 10 10 10 10 8. B. Luesink (Wageningen) met: 8 6 6 10 8 10 10 9 9 9 9 9 6. Haal óók het Mulo-diploma! KOM OP DEZE CURSUS! Inl. en aanm.: J. SCHUUR, Amsterdamseweg 31, EDE Telefoon 8407. TE KOOP (bij inschrijving) staande aan de Eindseweg te Overberg (tegenover R. Henken) Inschrijvingen vóór 7 juli 1959 aan de directeur van „KAMP OVERBERG" te Overberg. Voor uw adres Nieuweweg 41, Veenendaal Telefoon 2535 MODERNE BRUIDSAUTO EN 6-8 PERSOONS AUTO'S Het Juiste adres voor alia VERZEKERINGEN HYPOTHEKEN VERKOOP VASTE GOEDEREN WONINGBEHBER TAXATIES Assurantie-, Hypotheek- en Woningbureau Beëdigd als makelaar en taxateur Mr. Heemskerkstraat 9 Veenendaal NIET ALLEEN VOOR MAAR OOK VOOR NAAR Pakhuisweg 6, Veenendaal Telefoon 08387-332 (4.) Annelies bevond zich wel thuis in de kunstminnende kring, al leerde ze heel spoedig met enige minachting neerzien op wat haar moeder en moe ders vrienden voor kunst hielden. Ze kwam terecht in een groep jongeren, die dweepte met alles wat maar nieuw en „noch nie dagewesen" was. Modern was het slagwoord. Daar was Floris Muntendam, die schilderijen maakte met behulp van oude fittingen, kran ten en stukken hout; Bert Visser, wiens gedichten (zo overdacht Annelies) steeds werden gecomponeerd wanneer Bert in de olie was.... Het resultaat deed dat vermoeden. Carel Maes werd in deze kring niet als volbloed artist aangemerkt, hoewel hij alleen maar van jazzmuziek hield en onlangs een compositie alléén voor slagwerk had geschapenmaar Ca rel offerde zichzelf niet op het altaar van de Ware Kunst en speelde des avonds in een band in Café Crillon. Hij dook dan ook nimmer voor twaal ven op. Carel was een „brood-artist" smaalde Floris. Het was een bonte troep waarin Annelies verzeilde, en bont zagen ze er uit. Carel scheen een ras-echte Amerikaan, maar Floris leek zó onder een brug over de Seine weg gekropen, met zijn zwarte trui (hoeft nooit gewassen te worden, dacht An nelies), z'n ringbaard en z'n haar dat schreeuwde om een kapper. Zij drieën vormden de kern van het troepje dat luidruchtig kunst bepraatte en kunst bedreef, Mozart niet om aan te horen, Rembrandt verouderd en Vondel een langademige rijmelaar vond. Dat critiek oefende op alles wat de diepverachte burgerman mooi vond en zijn best deed om toch vooral niet burgerlijk te schijnen. Onwetend van het feit, dat de vrees om burgerlijk te zijn, kenteken is van burgerlijkheid op z'n best. Annelies was in deze kring gevierd, meer om haar charme dan om haar prestaties. Ze speelde wel moderne muziek op de piano, maar al durfde ze het aan Carel Maes niet te bekennen, Schubert en Chopin waren haar het liefst. Ze had ook wel eens met water verf gekliederd en eenmaal had ze zelfs een dingsigheidje geëxposeerd op een tentoonstelling in een oud pakhuis, maar de critiek had haar niet eens ge noemd en Floris had haar verweten dat ze nog teveel zocht naar een vóór stelling. Je moet jezelf geven, zei hij met vuur en Annelies had schuins ge keken naar de dikke verfklodders en de moppen roetzwart, die het „zelf" van Floris verkondigden, beter dan hij zelf vermoedde. Toen was de klap gekomen. Moeder Monica had té veel vertrouwen gehad in een elegante vriend, die alles af wist van effecten. Ze had haar veilige beleggingen verlaten en de vriend had gespeculeerd. Een oplichter was hij niet, hij had te goeder trouw op het verkeerde paard gewed, maar wat maakte dat uit? Het geld was bijna op. Annelies moest gaan verdienen. Ze volgde ze een stoomcursus in steno en typen, haar lief gezicht en beschaafde manieren deden de rest. Weldra was ze secretaresse van meneer Dumont, de directeur van de Monitor, hevig benijd door de vrouwelijke, om zwermd door de mannelijke collega's. Gelukkig was meneer Dumont 'n oud en mopperig heer met veel last van gal en had ze van hem geen avances te duchtennoch enige jaloezie van de kant van mevrouw Dumont, die haar 'n lief beschaafd meisje vond en niet bevreesd was dat haar bejaarde echtvriend op een kwade dag met zijn knappe secretaresse een nieuw leven zou willen beginnen. Het spreekt vanzelf dat Jan Beider voor Annelies de verpersoonlijking was van alles wat haar artistieke vrienden haar hadden leren veraf schuwen: een jongen uit „burgerlyk" millieu, die hard werkte om vooruit te komen. Weliswaar, veranderden Annelies' inzichten enigszins, toen ook zij moest werken voor de kost en soms vroeg zij zich af, of deze parasi terende kunstmanneke's nu werkelijk zo oneindig veel hoger stonden dan Vroegop, de werkbaas, die in zijn vrije tijd een aanzienlijke verbetering aan een elevator had uitgevonden, maar die nooit van Floris Muntendam had gehoord Zo heet dit toelichtend en geruststel lend Doktersboek.dat gratis Is in gesloten bij een Babyderm Set, waarin olies voor een vorstelijke verzorging van Baby's tere huidje. f^MüNHgIÏSSKÏÏ0£lII De ommekeer kwam eigenlijk toen Annelies op de grond naast het bureau van Jan, die even bij de baas was, een toegangskaart vond en verbaasd merk te dat het een kaart was voor het con cert waarheen zij zelf ook zou gaan met enkele van de vrienden. Inder daad, vóór de pauze was er „afgedraai de" muziek, de Vijfde van Beethoven en Ravel's Concert voor de linkerhand, maar na de pauze was er Badings (hoewel Carel die ook had afgeschre ven) en een nieuw werk van een onbe kende grootheid. Daar kwamen ze voor natuurlijk. Beethoven, Ravel en zelfs Badings namen ze op de koop toe. Ze wist dat nóch Carel nóch Floris geen hand op elkaar zouden doen voor ap plaus, dat Bert midden in het Andante hardop zou zuchten en z'n ogen sluiten met een gebaar van „is 't nou nog niet uit" maar at hoorde er zo bij. Zij wa ren nu eenmaal geen massamensen. Zij klapten niet op commando, zij hadden hun eigen oordeel en het stomme vee dat Beethoven bewonderde omdat het nu eenmaal zo hoorde, mocht wel eens zien dat een nieuwe generatie was op gestaan, die Beethoven lapte aan de scheefgelopen hakken. Juist op het ogenblik dat ze een beetje verwonderd stond te staren naar het gekleurde stukje papier kwam Jan achter zyn bureau terug. „Is dat van jou?" vroeg Annelies, hem het toegangsbiljet tonend. Hij greep verlegen in zijn jaszak. „Ja", zei hy, „dat moet wel van my zijn." „Hé", zei Annelies, „toevallig, ik ga d'r ook heen vanavond. Nu, we zullen morgen onze bevindingen eens met elkaar vergelijken." Ze knikte hem toe en verdween naar het privékantoor. Jan zat enkele ogenblikken diep in gedachten over zijn schrijfmachine heen te staren. Omdat Annelies hem onbereikbaar ver scheen had hij voor zichzelf maar geconstateerd, dat ze trots en verwaand was, dat maakte de 6ituatie gemakkelijker. Die stelling kon hij nu niet langer handhaven. „We zullen morgen onze bevindingen met elkaar vergelijkendus ze wou morgen een babbeltje maken over het concert. Nou ja, mijmerde hij ter stond, als ze nou nog gezegd had: zul len we samen gaanmaar de een of ander opgeprikte kwast zou van avond haar gezelschap wel zijn. Die avond in de pauze stond Jan in de foyer van het Concertgebouw rond te kijken naar alles wat aan zijn ogen voorbijtrok, toen hij opeens een wui vende blanke hand ontwaarde. Hij zag het blauwzwarte glanzende haar van Annelies, haar donkere ogen en ze wenkte naar hem. Aarzelend ging hij naar haar toe, want haar gezelschap stond hem niet aan. De „opgeprikte kwast" was er natuurlyk, maar daar nevens enkele jonge heren, die er een beetje artistiekerig uitzagen en hem, met z'n correcte grijze pak, ietwat uit de hoogte opnamen. „Mijn collega Jan Belders", stelde Annelies vlot voor, „dit is Floris Mun tendam, verver en kleurenbederver, Carel Maes, lieveling der Muzen, Bert Visser, wordt pas na zijn dood geëerd, trouwens, dat risico lopen jullie alle maal jongens, en Hein de Bunt, litera tor". Ze zei het op gekscherende toon en misschien stelden de heren dat niet erg op prijs. In ieder geval, Floris opende de aanval en vroeg op sarcas tische toon: „Genoten van meneer Beethoven?" „Ja, natuurlijk", antwoordde Jan flegmatiek. „Wacht dan maar tot na de pauze, dan heb je nog kans een beetje goeie muziek te horen," viel Carel Maes in. „O", antwoordde Jan slagvaardig, „dan heb ik iets op de heren voor. Ik heb vóór de pauze al goeie muziek ge hoord." Annelies lachte. Ze kon deze zet waarderen. Haar donkere ogen namen Jan Belders onderzoekend op. De jon gen zyn kin beviel haar, die zou zich niet laten nemen door de kunstenaars bende, die alles en iedereen kraakte. „Ik vrees", zei Bert en verbasterde opzettelijk-minachtend de naam, „dat meneer Belterman al niet meer te cu reren is. Hij heeft zijn oordeel gevormd en zijn waardering is bij Beethoven stil blijven." (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1959 | | pagina 3