De exclusieve clubs voor mannen De geschiedenis van de luchtballon Een vrouw met twee linkerhanden TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1959 Nr. 66 De grote en beroemde clubs van Londen door Quentin Stafford SCH ER PEIS ZEEL FEUILLETON DOOR TOM LODEWIJK Voor de vrouw MELK, NODIG VOOR ELK Aktieprogramma Verbond voor Veilig Verkeer Het feit dat de exclusieve clubs voor mannen, de onderdrukking door mo narchen, dictators en puriteinen, veranderende modes en de altijd aanwezige vrouwelijke afkeer hebben overleefd, is een bewijs dat de man een meer onmis bare schakel is voor de maatschappij dan hij zelf wel denkt. Heel lang geleden, in het oude Griekenland en in Rome, kwamen mannen samen om over onderwerpen te praten als politiek en religie en ongetwijfeld ook over minder zwaarwichtige onderwerpen. Maar de clubs in de moderne zin des woords, ontstonden pas in de universiteiten van Groot-Brittannië, tegen het midden van de 17de eeuw, toen de studenten in hun conversatiezalen bijeen kwamen om te praten - en een nieuwe drank te nuttigen, koffie genaamd. Het gebruik van deze onschadelijke drank vond in Londen onmiddellijk, zeer tot ergernis van de wijnhandelaren, ingang. De drank was toen echter alleen betaalbaar voor de rijken, aangezien het ongeveer een jaar duurde voordat de voorraden koffie uit verre landen Groot-Brittannië bereikten. De koffie was om deze reden schaars en duur. Voor de meesten onder ons, levend in een tijd van raketten en straal jagers, zyn de ballons een volslagen anachronisme geworden. Men kent ze hoogstens nog als weerkundige hulpmiddelen of als toevallige hulp middelen om er wetenschappelijke proefnemingen mee te nemen. De ballons zijn echter geheel ten onrechte in de beruchte vergeethoek ge raakt. Immers, zij bewijzen ons nog elke dag goede diensten en zijn nog altyd het middel geweest om de mens in de gelegenheid te stellen zijn eerste veroveringen in het luchtruim te realiseren. Algemeen begint men vanaf het jaar 1783 met het feit van de eerste lucht ballons rekening te houden. In dat jaar waagden de gebroeders Mongol- fier hun leven toen zij opstegen met een ballon gevuld met warme lucht. Even later stegen ook professor Pilatre de Rozier en de Zuid-Afrikaanse Mar kies d'Arlandes boven Parijs omhoog. Het zou onjuist zijn te vertellen dat de gebroeders Mongolfier de eerste luchtvaarders zijn geweest - deze eer komt toe aan de Jezuïetenpater Fran cesco Lana. Deze Italiaanse priester was tot de slotsom gekomen, dat de mens zich in de lucht kon verheffen door gebruik te maken van het ver schil in specifiek gewicht van de lucht en van andere gassen. In zijn enthou siasme bouwde hij dan ook een soort VOOR OORLOGSDOELEINDEN De mens van twee eeuwen terug verschilde niet zoveel met de mens van heden. Toen in 1783 de ballon- tocht over Parijs tot een goed einde was gebracht, waren de militaire auto riteiten er als de kippen bij om de uit vinding te exploiteren voor militaire doeleinden. Het was Vincenzo Lunardi, officier van het Napolitaanse leger en militair attaché te Londen, die de eer ste opstijging in het bijzijn van 150.000 toeschouwers en van de Prins van Wales, uitvoerde. De eerste praktische toepassing van de luchtballon kregen we echter pas in 1797, toen de Fransen Mantus belegerden. Ook Napoleon de derde maakte er boven Peschiera een dankbaar gebruik van. Pas in de Frans-Duitse oorlog van 1870 tot 1871 De ontwerpen en de gravures voor deze zegels zijn gemaakt door de heer E. Thorn Leeson te Weesp, zij vertonen, voor het 12 cent-zegel een vliegtuig op een fond waarin in witte lijnen een gedeelte van de wereldkaart is afgebeeld, met daar- A onder 1919 KLM 1959, voor het zegel van 4 30 cent een vliegtuig op een effen fond waarin opgenomen de jaartallen 1919-1959 en het embleem van de KLM. De zegels worden gedrukt bij de N.V. Joh. Enschedé en Zn., Grafische Inrich ting te Haarlem in 2 kleuren plaatdruk, rood en blauw voor de 12 cent en groen en blauw voor de 30 cent. De verkoop zal plaats vinden van 5 t m 31 oktober en na 14 november 1959, zolang de voorraad strekt. De zegels blijven voor de frankering geldig t/m 31 december 1960. Overige gegevens: zegelgrootte: 25 X 36 mm; beeldgrootte: 22 X 33 mm; kamtanding: 14 123/.i; vellen van: 10 X 10 100 zegels; papier: zonder watermerk; gomming: normaal. BRANDWEER VAN LITTLE ROCK RUIMT OP. Een beeld van de relletjes tegen de integratie op de scholen te Little Rock. Een jeugdig demonstrant spartelt in het water op het wegdek, terwijl de brandweer van Little Rock een samenscholing uiteen spuit. SCHIETUITS LAGEN Uitslagen van deze week door de leden van de schietvereniging op de buitenbaan gehouden onderlinge wedstrijd: Geweer: G. van Spankeren 94, G. J. de Joode 91, J. Overeem, A. Valkenburg en C. Valkenburg jr. 88, A. v. Dusschoten en H. Veldhuizen 85, G. van Eist 84, M. Be- rendse 83 en H. Berendse 79. Buks 12 m.H. Methorst 47, M. Berend se en G. J. de Joode 45, A. Blanken 44, G. van Eist en H. Berendse 43, G. v. Span keren 40 en P. Engelenburg 38. schuit, die door vier ballons in de lucht moest stijgen, terwijl een zeil ze moest toelaten snel vooruit te komen. Reeds in 1760 bouwde men te Brescia bij Mi laan een luchtballon, die ongeveer overeenkomt met de ballon van heden. Tenslotte waren het de gebroeders Mongolfier, die voor het eerst op de gedachte kwamen de lucht in te gaan met een ballon gevuld met warme lucht, indachtig aan het feit dat warme lucht stijgt en koude lucht de ballon doet dalen. DE EERSTE TOCHT OVER f hadden de Fransen plezier van dit t nieuwe wapen. Ze vervoerden er post- t duiven mee tot ver buiten Parijs. Ook t in de twee volgende oorlogen speelden f de ballons mee. In de eerste wereld- t oorlog werden ze door beide partijen gebruikt voor verkenningsvluchten t. boven de gevechtsfronten en in de tweede wereldoorlog waren ze van groot belang voor de verdediging van Londen. Honderden van deze ballons, die met stevige kabels aan de grond waren vastgemaakt, deden dienst als een soort luchtbarricade en bezorgden de aanvallers veel last. HET KANAAL Ongeveer achttien maanden later, na de eerste tocht boven Parijs, waren het de Fransman Blanchard en de Engels man Feffriés, die op 5 januari 1785 met een ballon van Engeland naar Frank rijk vlogen. De ballon had veel weg van een soort badkuip, waaraan van achteren een groot roer was bevestigd en aan de zijkanten vleugels om toch enigszins de richting te kunnen bepa len. Het is te begrijpen dat deze ge slaagde tocht overal veel geestdrift veroorzaakte. In datzelfde jaar, n.l. op 16 juni 1785, betaalde de eerste lucht vaarder Rozier zijn tol aan de vooruit gang der techniek. Door proeven te ne men met waterstofgas verloor hij het leven. Het was twee jaar na zijn eerste tocht boven Parijs. EEN HEROÏSCHE TOCHT Een van de sensationeelste tochten uit de geschiedenis van de luchtballon is die van de Zwitser Picard in het jaar 1932. Prof. August Picard, geboren in 1884 in de Jura en later leraar aan de universiteiten van Bazel en Zürich, later ook professor aan de universiteit te Brussel, maakte plannen voor een ballontocht met een hermetisch geslo ten aluminiumcabine, waarin twee per sonen konden plaats nemen. De eerste proefvlucht had plaats op 26 mei 1931 te Augsburg. Hij deed ze in gezelschap van de Duitse ingenieur Kipfer. De grote vlucht had een jaar later plaats en wel op 18 augustus 1932, in gezelschap van de Belgische inge nieur Max Cosijns. Het vertrek ge schiedde op het vliegveld van Dubben- ctof, bij Zürich. De ballonvaarders vlo gen de Alpen over en bereikten een hoogte van 16.700 meter, ongetwijfeld een behoorlijke prestatie. Zelfs thans wordt hun tocht nog steeds beschouwd als een van de mijlpalen in de geschie denis van de luchtvaart. Ofschoon de chocolade- en koffiedrink- gelegenheden, die in Londen werden ge vestigd, voor iedereen toegankelijk waren, vormden de frequente bezoekers al spoe dig groepjes. Zij kwamen er dagelijks om er met vrienden of vijanden te discus siëren over hun gemeenschappelijke be langen of over de vooruitgang van de wetenschap. In de loop der tijd werden de gelegenheden door zo'n groepje aange kocht en werden er reglementen opge steld. Nieuwe leden werden alleen na bal lotage aangenomen. In de vrolijke dagen van de Restarotie werd de wijk rondom het Hof van St. James gepromoveerde tot het centrum van de clubs. Met de huizen voor de hovelingen rezen ook de clubgebouwen als paddestoelen uit de grond. Hier wer den dan de laatste nieuwtjes op het ge bied van het societyleven uitgewisseld. In de clubs bereikte de rage tot dobbe len haar hoogtepunt. Grote kapitalen en landgoederen verwisselden van eigenaar aan de dobbeltafels. Deze levenswijze kwam zo in de mode dat het moeilijk was voor de jongeman er niet aan mee te doen. O wee, de jonge man „die niet sportief" was. Men verloor zijn eer wanneer men weigerde een wed denschap aan te gaan. En er werd werke lijk overal om gewed. In het wed-boek van een van de be roemde Londense clubs kan men lezen dat „Mister Cavendish er twee tegen een om wedde dat Mister H. Brownrigg geen bromvlieg zal doodslaan voor hij naar bed gaat". En een ander geliefd onderwerp om op te wedden was de snelheid, waarmee de gezinnen van bekende adellijke dames zich zouden uitbreiden. De dobbelaars waren zeer bijgelovig en wanneer zij aan de speeltafel zaten keer den zij hun colbertjesjes binnenste buiten, „for luck". De oudste, nog bestaande club, draagt de naam van een tamelijk onbekend per soon. Het is de club, opgericht door Fran cis White, in 1693 in St. James's Street. In 1733 brandde het pand af en White's, als club, dateert van de opening van het nieuwe gebouw in 1736. Het was niet eenvoudig om lid te wor den van White's. Reeds bestaande leden konden hun vijanden deballoteren en op deze wijze hun toetreding tot de club ver hinderen. Aangezien de clubs een grote snobbistische waarde bezaten, werd men, indien men voor een club werd gewei gerd, met de nek aangekeken. Doordat velen bij White's werden ge- deballoteerd, werd er in 1764 een nieuwe club opgericht. Zevenentwintig „noblem en gentlemen" richtten de „Brook's Club" op in Pall Mall. Deze club was in vele opzichten gelijk aan de White's club. Hij stond onder leiding van een man genaamd Almack. Hugh Walpole schreef over deze club: „Het wedden bij Almack, die de plaats van White's heeft ingenomen is een teken van de achteruitgang van ons kei zerrijk." Er kwamen in de achttiende en negen tiende eeuw clubs als sneeuwballen bij. Zij kwamen niet ver van elkaar te liggen, namelijk in Pall Mall, St. Jame's Street en Piccadilly. Enige van de clubs werden politieke bolwerken en menige nederlaag van een Britse minister werd binnen deze muren beraamd. Maar uiteindelijk werden ze wat ze nu zijn de plaatsen van samen komst voor zakenlieden en geleerden. Grote architecten kregen opdrachten tot het maken van ontwerpen voor de nieuwe clubgebouwen, welke veelal wer den gebouwd in de stijl van de landhuizen van de rijken in vele gevallen volgens Italiaans model. In de clubgebouwen hing men vele kunstschatten, men zag er de prachtigste wijnkelders en de beste chefs en bedienden in livrei werden er in dienst genomen. Het mooiste voorbeeld van een derge lijke club is wel de Athenaeum Club, die gelegen is op de hoek van Pall Mall en Waterloo Place. Deze club werd in 1824 opgericht door een groep literairen. Decimus Burton, die de protégé was van Nash, kreeg de op dracht om een clubgebouw te maken voor (16) dan ga jij te weinig met haar uit", vervolgde hij onverstoorbaar. „Ik vind het best dat je hard werkt, en je bent natuurlijk veel weg. Maar je moet niet worden als zovele mannen, die in alles geslaagd zijn, behalve als man en vader. Kijk eens naar Kuykhoven directeur van de bank, lid van de ge meenteraad, kerkvoogd, bestuurslid van dit en bestuurslid van dat. Nooit thuis. Z'n vrouw begint nu van armoe ook al, zit hier en daar in een comité, is altijd op stap. En de kinderen? Komt zo niks van terecht. Een man die trouwt is niet alleen maar kostwinner. Net zo min als een vrouw die trouwt, alleen maar de huishoudster is. En als je met zo een vrouw getrouwd bent als jij,, dan legt dat verplichtingen op. Als een andere vent er trots op is om met haar uit te gaan, wat ik me levendig kan voorstel len, waarom zou jij dan, snotdorie, niet? Jij, die haar wettige echtgenoot bent en kan zeggen: dat is nou mijn vrouw, mag ze gezien worden of niet?" de Athenaeum Club, in Griekse stijl. Het opvallende van de buitengevel is de fries die aan drie zijden van het gebouw on der de kroonlijst loopt. Het is een exact copie van de fries van het Parthenon en de schoonheid ervan wordt verhoogd door de achtergrond van het Wedgwood blauw. Op het balkon boven de ingang staat het vergulde beeld van Athene, de Griekse godin van de wijsheid. Tot de vooraanstaande leden van de club hebben o.a. behoord: Benjamin Dis- raëli, Charles Dickens, Anthony Trollope, Kardinaal Manning, en alle Britse pre miers behalve Gladstone en Bonar Law. Deze club heeft een wereldbekende re putatie. Buitenlandse bezoekers die een zelfde academische opleiding hebben ge had als de leden kunnen een aanvraag indienen voor een tijdelijk lidmaatschap. Dit kan o.a. ook worden ingediend door ambassadeurs van vreemde landen en door vertegenwoordigers van de landen van het Gemenebest. Naast de Athenaeum Club is de Travel- Iers' Club, die evenals haar andere buur, de Reform Club, door Sir Charles Barry, de zoon van de architect van de parle mentsgebouwen, werd ontworpen. Aan de andere zijde van de straat be vindt zich de Junior Carlton Club, waar over Sir Winston Churchill zei, toen hij hoorde dat de club al negentig jaar oud was „Ik vind het prettig dat u zo'n rui me opvatting heeft omtrent het woord junior." De Royal Aotomobile Club, de grootste in het land, waarschijnlijk wel van de ge hele wereld, bevindt zich ook in Pall Mali. De leden kunnen er squash spelen, biljarten, zwemmen en Turkse baden ne men. Voorts is er een schietbaan, een reisbureau, een postkantoor, een een prachtig restaurant in de stijl van Louis XV, alsmede een grote gallerij, met een mooi beschilderd plafond. In St. James's Street is de White's Club, de vader van alle clubs, die men gemakkelijk kan onderscheiden door haar grote ronde ramen en fraai versierde pa nelen, met afbeeldingen van de verschil lende jaargetijden. De interieuren van de clubs zijn ook alle even prachtig en degene, die een vriend of familielid heeft die lid van een club is, moet zich eens laten introduceren en een blik op het interieur werpen, en indien mogelijk een maaltijd gebruiken in de mooie eetzaal. Sommige Londense clubs hebben wederzijdse overeenkomsten met clubs in andere grote steden ter we reld en bezoekers die een introductie van hun club meebrengen zijn in de clubs in Londen hartelijk welkom. Ongetwijfeld zouden de dynamische jonge mensen die de clubs in Londen heb ben opgericht enige scherpe opmerkingen plaatsen aan het adres van de huidige clubleden, die na een goede lunch te hebben verorberd in gemakkelijke leun stoelen in slaap vallen en de jachtige we reld langs zich heen laten snellen. Maar de oprichters zouden juichen over het feit dat de clubs nog steeds alleen toeganke lijk zijn voor mannen. Sommige clubs zijn trots op het feit dat nog nooit een vrouw een voet over de drempel heeft gezet. Er zijn vanzelfspre kend wel eens dames naar binnen gewan deld, deze veroorzaakten bij de mannen echter altijd een grote consternatie. (Vervolg) Vóór het gebruik dient men losse melk te koken. Mochten in de melk ziektekiemen aanwezig zijn, dan wor den deze hierdoor gedood. Op velerlei manieren kan melk in onze voeding worden verwerkt. Men drinkt ze „puur", in koffie of choco lademelk, vermengd met vruchtensap pen e.d., of men maakt er eenvoudige of fijnere voor- en nagerechten van. Maar ook kan melk heel goed verwerkt worden in groentesausjes, soepen en Jan schoot zijn ondanks in de lach, maar die bestierf weer even snel. „Meneer Beermans", zei hij, „ik dank u. Ik weet dat u een goede vriend bent van mij en van Annelies. U kunt altijd alles zeggen. En ik zal er over praten met Annelies". „Praat er eerst eens over met jezelf", adviseerde de oude heer, „en bedenk: de diagnose stellen is één, de kwaal genezen is waar het op aan komt. Nou dat is dat. Als we nou de verfspuiterij eens lieten waar die was en we zetten hier de garage, dan komt er ruimte vrij voor Jan luisterde, maar zijn gedachten waren bij Annelies en bij de man, die haar béter vermaakte dan hij zelf. HOOFDSTUK X „Ruth is niet thuisgekomen" Toen Annelies uit de rode wagen van Carel stapte, kwam Grietje Wan- sink haar bij de deur tegemoet. En meteen wist ze, dat haar voorgevoel juist was geweest. Meermalen had Carel haar er op betrapt, dat ze afgetrokken was ge weest. Haar gedachten cirkelden om de kinderen, die liet ze nu op deze woensdagmiddag maar weer aan hun lot over. Grietjewat was Grietje zelf nog anders dan een kind? Het was nu acht uur, het begon al te schemeren. Ze nam haastig afscheid van Carel, van wie haar gedachten reeds ver stamppotten; deze worden daardoor veel smakelijker. Als drank bij de broodmaaltijden is melk nog van bij zonder belang, omdat de melkeiwitten de tarwe-eiwitten van het brood waar devoller maken. Men kan dus wel zeg gen, dat melk bij iedere maaltijd een rol kan spelen. RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN SOEP MET MELK. Een rest groente- nat, peulvruchtennat of bouillon, 50 gr. (5 eetlepels) bloem, liter melk, bouil lonblokjes naar smaak, een klontje bo ter of margarine, zout (een restje groente of peulvruchten). De bloem aanmengen met de helft van de melk. Het groente- of peul- vruchtennat of de bouillon tot 1 liter aanvullen met water. De rest van de melk toevoegen en het vocht aan de kook brengen. De bouillonblokjes toe voegen. Het kokende vocht binden met de aangemengde bloem en nog even laten doorkoken. De boter of de mar garine toevoegen. De soep op smaak afmaken met zout. Eventueel een rest je fijngemaakte groente of peulvruch ten aan de soep toevoegen. STAMPPOT MET MELK. l»/« a 2 kg aardappelen, 1 kg groente, boter of margarine, zout, ongeveer liter ge kookte melk. De aardappelen schillen en wassen; grote aardappelen in stukken snijden. De groente schoonmaken en fijnsnijden of -schaven. De aardappelen en de groente opzetten met weinig water, bo ter of margarine en zout. De massa aan de kook brengen en gaar koken in ongeveer een half uur. Het overtollige kooknat afgieten in een kom. De mas sa stampen. De stamppot smeuïg ma ken door gekookte melk en een deel van het afgegoten kooknat toe te voe gen. De rest van het kooknat gebrui ken in soep of saus. MELKSAUS VOOR GROENTEN. Ver schillende groenten kunnen met een melksaus worden opgediend. Al naar de soort van de groente moet de saus verschillend van dikte zijn. Voor blad groenten, die nog vocht loslaten, be hoort een dikkere saus te worden ge maakt dan voor bloemkool e.d., die met een sausje bedekt moet worden. De verhoudingen zijn: voor 1 kg koolraap, knolletjes, schor seneren, tuinbonen en andere stevige groenten: 15 gr. (1V* eetlepel) bloem, 2 dl. (IV2 kopje) melk, zout, boter of mar garine; voor bloemkool, lof au gratin e.d. (,,dek"-saus): 30 gr. (3 eetlepels) bloem, 3 dl (2 kopjes) melk, zout, boter of mar garine; voor 1 kg andijvie, witlof, postelein, raapstelen en andere bladgroenten: 30 gr. (3 eetlepels) bloem, 2 dl. (ruim 1 kopje) melk, zout, boter of margarine. Voor de bereiding de bloem aan mengen met koude melk. De rest van de melk aan de kook brengen met een snufje zout. De melk binden met de aangemengde bloem en deze saus even laten doorkoken. Een klontje boter of margarine toevoegen. (Wordt vervolgd). Het Verbond voor Veilig Verkeer zal in de komende herfst starten met een actie programma, waarbij elke twee maanden een bepaald facet van de veelomvattende strqd tegen de verkeersonveiligheid aan de orde gesteld wordt. In het kader van dit actie-programma zullen alle catego- riën weggebruikers op prettige wijze wor den voorgelicht met instructieve beschou wingen, artikelen, illustraties, etc. waar bij de pers, radio en televisie zoveel mo gelijk te hulp zullen worden geroepen. De persdienst van het Verbond zal op grote schaal artikelen en illustratiemate riaal gratis verspreiden. Het Verbond hoopt, dat ook veel personeels-, club- en huisorganen aan deze vorm van voor lichting aandacht zullen willen besteden. Met de invoering van een vast actie schema volgt het Verbond een systeem na, dat door de Duitse zusterorganisatie, de Bundesverkehrswacht, met veel succes ongeveer een jaar geleden werd inge voerd in de vorm van het zgn. „Schwer- punkt-Programm". In overleg met het Nederlands Pedago gisch Instituut voor het Bedrijfsleven te Zeist, dat sinds kort als wetenschappelijk adviseur van het Verbond fungeert, zul len in de komende maanden de navolgen de thema's worden uitgewerkt: 1959 oktober-november: Het oog op de weg. 1959 december-januari: Alcohol bij wegge bruikers. 1960 februari-maart: De regels van het spel. weg waren. Hij startte met een ver ongelijkt gezicht. Nou nou zeg, een beetje hartelijker kon ook. Annelies moest nu niet denken, dat hij om haar verlegen zat Maar Annelies dacht niet meer aan Carel. „Ruth is er niet", zei Grietje be nepen. „Ruth?" schoot haar stem uit. „Wat zeg jeRuth is er niet? Hoe kan dat?" Ze dreef het meisje naar bin nen, ze zag hoe iemand in de straat bleef staan en naar hen keek. „Nou, zeg op", vroeg ze bijna drei gend, „wat is dat Ruth is er niet?" Grietje begon te snikken. „Jank niet", zei ze ruw, „zeg op, wat is er met Ruth?" Haar hart klopte in de keel. Ruthje de kleine blonde met de lachende blauwe ogen, de spring in 't veld. Met horten en stoten kwam het ver haal er uit. Ze waren naar het Mastbos gegaan met de kinderen en de kinderen van Verhaar en nog een paar, een heel stel. En toen ze weer naar huis gin gen, was Ruthje er niet. Ze hadden geroepen en overal gezocht en op 't laatst waren ze maar naar huis ge gaan Annelies snelde naar boven. Jan en Els zaten rechtop in bed en antwoord den, verschrikt omdat moeders ge zicht zo raar was. Nee, ze hadden een 1960 april-mei: U en uw voertuig. 1960 juni-juli: Vakantie en verkeer. 1960 augustus-september: Mijn dagelijkse weg. De plaatselijke Verenigingen voor Vei lig Verkeer zijn vanuit Utrecht per cir culaire opgeroepen, hun plaatselijke ac tiviteiten zoveel mogelijk af te stemmen op het landelijke actie-programma. KLM-ZEGELS 1959 Veertig jaar geleden, op 7 oktober 1919, kreeg Nederland zijn KLM. Tenminste op papier. Er waren toen nog geen verkeersvliegtuigen en geen burger piloten. Toch vloog geen half jaar later de KLM tussen Amsterdam en Londen met een gecharterd Engels legertoestel. Dit lijntje is de oudste luchtlijn ter we reld, die nog steeds door dezelfde maat schappij wordt bevlogen. In dat eerste jaar vervoerde de KLM gemiddeld per dag 1 passagier en 68 kg post en vracht. Thans vervoert de KLM gemiddeld per dag 2700 passagiers en 82.000 kg post en vracht. Onder de 250 luchtvaartmaat schappijen van vandaag bezet de KLM met 266.100.000 betaalde ton. kilometer de derde plaats in het internationale lucht verkeer. Haar luchtnet is op één na het langste van alle netten en verbindt 105 steden in 74 landen. Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de KLM zullen dit jaar 2 bijzondere frankeerzegels worden uitgegeven welke beide een afzonderlijke voorstelling zul len dragen. 1 .f, tijd niet op Ruth gelet en toen wilden ze naar huis en ze was er niet. Ze had den geroepen en gezocht en Rietje Ver haar was ook bijna verdwaald. Het Mastbos, bedacht Annelies. Een oud, dicht bos, waar je makkelijk uren in dwalen en ook verdwalen kon. Er liepen slechts enkele wegen doorheen, je moest er de weg weten. Géén wegwijzer, géén huizen. En in dat grote donkere bos haar kleine lieveling, Ruth.... Ze snelden weer naar beneden, waar Grietje met een vreemd beplekt ge zicht angstig in de keuken zat, ineen gedoken op haar stoel. „Is meneer".... vroeg ze. „Meneer is nog niet thuis", ant woordde het meisje hulpeloos. Annelies vloog naar de telefoon. De fabriek! „Ach meneer Beeremans, weet u waar Jan is?naar Arnhem? Kunt u hem daar bereiken? Ruthje is weg ja onze kleine Ruthverdwaald in het Mastbos", ze hoorde de verschrikte uitroep aan de andere kant, „wat zegt u?ja misschien, dat kan natuur lijk, maar ik ben dodelijk ongerust, wilt u het proberen? Alstublieft wat zegt u, de politie? Ja, dat zal ik maar doen." Ze zakte ineen in haar stoel, sloeg de handen voor de ogen. Jan zat in Arnhem. En ergens in dat Mastbos dwaalde haar kleine lieveling, haar Ruth. Ze veerde op. Het was geen tijd voor zeuren. Ze moest doen. „Grietje", zei ze, „ga jij maar gauw naar je moeder. Huil maar niet", zei ze opeens vertederd. Wat had ze Grietje te verwijten, had ze niet haar eigen kinderen in de steek gelaten om „Stil maar meid, jij kunt er ook niets aan doen. Ga nu maar gauw, Ruthje komt wel terecht", maar haar stem miste alle zekerheid. Toen greep ze de hoorn van de haak. Belde de politie. Be hoorde de stem van de wachtmeester bedenkelijk, toen ze het Mastbos noemde. Ja, de wacht meester wist er alles van, had er eens achter smokkelaars aangezeten. Wist ze welke kleren het meisje droeg? Ze kon Grietje nog net bij de deur tegen houden. Blauw jurkje, wit schortje met kant, witte strik in het haarja, vijf jaar, blond, blauwe ogen, de wacht meester zou het signalement meteen laten circuleren, doorgeven naar de an dere gemeenten in de buurt. Hij kwam nog wel even aan. Annelies dwong zichzelf tot rustige bezinning. Zélf naar het Mastbos gaan? Dat had niet de minste zin. Ze zou er zélf verdwalen. Als de kinderen van VerhaarEr werd gebeld. Mevrouw Verhaar stond voor de deur. Annelies liet haar zwijgend binnen. „Mevrouw Belders", zei de ander, „ik hoor nu pas van de kinderen dat ze de kleine Ruth niet mee terug heb ben genomen. Ik heb ze gevraagd waar ze gespeeld hebben. Ze zeggen: bij de Driesprong". Annelies antwoordde niet. Wat moest ze zeggen? „Hebt u de politie al opgebeld?" vroeg mevrouw Verhaar. „Ja", zei Annelies toonloos. Het schuchtere mevrouwtje Verhaar legde aarzelend een hand op de schou der van de plots vermoeide, gebogen gestalte. „O", zei ze, „ik begrijp het zo goedze is net zo oud als onze Ti nekeik zou me geen raad weten; Wat kunnen we nog meer doen dan de politie? Is uw man al op de hoogte?" „Ze zullen hem bellen, hij zit in Arn hem", antwoordde Annelies. Er werd aan de achterdeur geklopt. Even later hoorde ze gestommel in de keuken. Het was vrouw Wansink. „O mevrouw", zei ze en haar bijde hand gezicht was nu één en al ontred dering, „wat moet dat nou met Ruth je? Het arme schaap kan toch niet ze keek naar Annelies, zag het grau we, ellendige gezicht. „Arme stakker", opeens kwam haar moederhart boven, „maak je nou niet zo ongerust, me vrouw, ze loopt niet in zeven sloten tegelijk". Annelies zag haar stom aan. De vier kante gestalte van vrouw Wansink stond midden in de kamer. (Wordt vervolgd).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1959 | | pagina 3