DE VALLEI Sarco- globine DOVO WEER KAMPIOEN MACHINES EN MENSEN WITTE KRUIS TWEEDE BLAD „DE VALLEI" WOENSDAG 17 FEBRUARI 1960 Nr. 13 QOOOOOOO Voorkom griep en bestrijd griep met DE eckte, PIJNSTILLER SCHERPETSZEEL Uitwisselingsprogramma met jongeren DOVO KAMPIOEN Gezellig feest Voor de Jeugd Stamppot boerenkool.... brrrr! Geen trein - dan goede bus verbindingen Geen hoop meer En Veenendaal zelf? A MEROTSCETS FEUILLETON Aangezien de levensloop van Dovo pas twee jaar geleden, ter gelegenheid van het zilveren jubileum, uitvoerig door ons werd weergegeven, zullen wij ons nu beperken tot een aantal feiten uit de KNVB-geschiedenis der Panhuisbewoners, ons door de secretaris uit zün archief ter beschikking gesteld Dovo speelde zijn eerste wedstrijd in de „grote bond" in de 4e klasse op 11 sept. 1948; merkwaardigerwijs evenals in de competitie, was dit ook een uitwedstrijd tegen WHC; ook toen werd het een neder laag, n.l. 5-1; het elftal was toen als volgt: doel: W. van Barneveld; achter: P. J. v. d. Bosch en M. van Erk; midden: W. Nieboer G. Hey en J. v. d. Pol; voor: C. Bolder man, G. Nieboer, J. Kroesbergen, J. J. Klumpenaar en C. v. d. Kraats. Alleen Jean (ook zonder vermelding van achter naam weet ieder wie dat is), maakt dus nog deel uit van het huidige kampioens elftal. Een derde punt van overeenkomst is, dat ook in dat seizoen Dovo kampioen werd, zij het na een beslissingswedstrijd tegen DVS '33 uit Ermelo, gespeeld op Birkhoven te Amersfoort en gewonnen met 3-2, waaraan was voorafgegaan de beruchte WHC-penalty. Toen was geen promotie mogelijk, daar op moest worden gewacht tot het vol gende seizoen, toen Dovo op de derde plaats eindigde en met vier andere ploe gen promoveerde naar de na afloop van het seizoen ingestelde 3e klasse. De eerste wedstrijd in die klasse vond plaats op 16 september 1950, een thuis wedstrijd tegen Genemuiden die in een 2-2 gelijk spel eindigde. Dat seizoen leverde voor Dovo een 4e plaats op, de volgende zes seizoenen werd met afwisselend succes gestreden. Kam pioenschappen werden niet behaald, maar ook degradatiegevaar bleef achterwege. Toen in het seizoen 1957-1958 door de KNVB in district oost een tweede derde klasse werd ingeschakeld werd meteen het kampioenschap met groot verschil be haald in de op 22 maart 1958 gespeelde thuiswedstrijd tegen Apeldoorn, die met 9-4 gewonnen werd. Ieder herinnert zich nog wel de vorige competitie, waarin na een achterstand van zes punten Dovo gelijk eindigde met Genemuiden, resulterende in een beslis singswedstrijd te Ermelo, waarin het Zuidamerikaans toeging en die eindigde met een 3-2 overwinning voor Genemui den. De teleurstelling was groot, niet het minst door de twee gemiste strafschoppen. Dat Dovo niet bij de pakken ging neer zitten blijkt wel uit het nu behaalde kam pioenschap. Na een nederlaag in de eerste competitiewedstrijd met 3-1 tegen WHC in Wezep, ging het daarna slechts twee pun ten verloren, in de uitwedstrijden tegen DOSK en VRC. Vooral de grandioze over winning op Genemuiden met 5-1, die dui delijk liet blijken wie de sterkste was. Het huidige kampioenselftal is als volgt samengesteld: Doel: T. v. Hardeveld; achter: J. Kroes- bergen en A. van Manen; midden: P. Ojik, J. v. d. Kraats en T. van Laar (aanv.); voor: B. v, d. Pol, M. van Zetten, R. J. Schoeman, A. P. Kroesbergen en K. van Hal. In deze competitie speelden zeven van de genoemde spelers alle wedstrijden mee; twee werden éénmaal en twee andere spelers tweemaal vervangen, wegens op gelopen blessures of militaire dienst, wel een duidelijk bewijs van de homogeniteit in de ploeg. Het is wel interessant nog te vermelden dat Dovo zijn laatste thuis nederlaag in een officiële wedstrijd leed op 16 februari 1957 (0-1 tegen Genemuiden) De vereniging beschikt thans over 4 senioren- en 7 juniorenelftallen. Het tweede elftal nog maar sinds het tweede jaar in de KNVB uitkomende, is ook nog slechts enkele punten van het kampioen schap verwijderd. Ook enige jeugdelftal- len doen een gooi naar de titel, waarbij de A-aspiranten in het bijzonder kunnen Tabletten, poeders ci cachetsl SCHIETRESULTATEN Tijdens een onderlinge wedstrijd in de Sociëteit behaalden de leden van de schietvereniging .Scherpenzeel' deze week de volgende resultaten: J. Koudijs 49; G. J. de Joode 47; C. Valkenburg jr. 45; M. Berendse, A. van Dusschoten en G. van Eist 44; N. Klumpenaar 43; A. Valkenburg Tzn. 42; R. van Eist 38 en J. van Eist 36 p. worden vermeld, die na 12 wedstrijden een score hebben van 92-12. Dat het Dovo ernst is met het op hoger plan brengen van het spelpeil van hun jeugdafdeling, bewijst wel de indeling van de A-junioren in de geselecteerde jeugdcompetitie van de afdeling Utrecht. De kosten die zijn verbonden aan de verre hiermede gepaard gaande uitreizen, zullen hopelijk hun rente opleveren door het kweken van spelers die ook in de toe komst veel succes zullen behalen onder rood-witte vlag. MEER VERKEER TUSSEN OOST EN WEST. Als alle technische voorzieningen getroffen zijn, zal op 20 maart a.s. weer spoorwegverkeer worden onderhouden tussen Lubeck aan de westelijke en Her renburg aan de oostelijke zijde van het ijzeren gordijn. Inmiddels wordt ook ijve rig gewerkt aan het herstel van rijksweg 104/105 van Lubeck-Schlutup naar Selms- dorp in oost-Duitsland en aan het ver wijderen van de hier destijds opgeworpen zandbarriere, om ook het wegverkeer t.z. t. weer mogelijk te maken. Boven: een foto hjj de toekomstige grens overgang Lubeck-Schlutup met links volkspolitie uit de Russische zone en rechts leden van de west-Duitse grens bewaking. Onder: terwijl West-Duitsers toekijken, maken arbeiders in de Sovjet zone rijksweg 104/105 vrij voor verkeer. Toen de eerste wereldoorlog over Euro pa trok werd de American Field Service, een privé ambulance dienst, opgericht. Als belangrijkste taak in vredestijd begon deze organisatie tussen de beide wereld oorlogen in en in grotere mate na 1945, geld in te zamelen, om daarmede jonge mensen in staat te stellen vreemde lan den en volkeren te leren kennen en on derling vriendschap te sluiten. Het American Field Service program ma is een „uitwisselings-programma": enerzijds gaan jaarlijks honderden jonge Europeanen naar Amerika om daar ge durende een jaar een high- of preparatory school te bezoeken en op die wijze een indruk te krijgen van het Amerikaanse leven; anderzijds komen elke zomer enige honderden jonge Amerikanen naar Euro pa om op hun beurt kennis te maken met het dagelijks leven in het land dat zij be zoeken. Hiertoe wordt voor hen een gast vrij onderdak gezocht bij families die de waarde van nauw internationaal contact inzien. Ook in Nederland wordt een zomer- programma georganiseerd voor een steeds toenemend aantal Amerikaanse jongens en meisjes. Zij worden ondergebracht in gezinnen „ergens in ons land" tijdens hun verblijf van twee maanden - van eind juni tot eind augustus - vaak ook in twee ver schillende gezinnen. Zij zijn zorgvuldig uitgekozen uit duizenden sollicitanten en worden opgenomen als lid van het gezin. De Amerikaanse jongelui hebben op deze wijze gelegenheid om kennis te ma ken met het Nederlandse leven in al zijn aspeten, met de andere gewoonten, idea len en mensen dan die waaraan zij ge wend zijn. Zij komen niet als touristen en het is dan ook niet de bedoeling dat zij onthaald worden op uitgebreide „sight seeing" trips. Wel moet er bij voorkeur een leeftijdgenoot van de Amerikaanse jongelui in het gezin aanwezig zijn. Het verblijf van de Amerikanen in Ne derland wordt besloten met een bijeen komst van 5 a 6 dagen van de gehele groep in een conferentieoord. Er worden dan lezingen en discussies gehouden en excursies naar belangrijke industrieën ge maakt, om het bezoek aan Nederland tot een nog meer afgerond geheel te maken. Groei van het zomerprogramma: 1951 1954 1958 1959 Totaal 24 367 834 950 Nederland 4 10 33 40 De American Field Service wil op deze wijze, door „uitwisseling" dus, haar aan deel leveren tot een beter begrip en vriendschap tussen de verschillende vol keren van de wereld. Dit ideaal kan ech ter alleen benaderd worden door active medewerking van alle kanten. Nederlandse gezinnen die hun huis wil len openstellen of het programma op een andere wijze willen steunen worden ver zocht vóór 25 februari zich te wenden tot: American Field Service in Nederland Moreelsestraat 10, Amsterdam-Z. (Vervolg van pagina 1) de firma R. Vonk, voorzien van de clubvlag en versierd met spandoeken en voorafgegaan door het Harmonie gezelschap „Caecilia" een rondgang door het dorp, waarbij de Gortstraat, de bakermat van DOVO, het eerst aan de beurt was. Dezelfde avond werd in hotel „La Montagne" dit heuglijke feit in intieme kring gevierd. Voorzitter Hiensch begroette de DOVO- familie en gaf uiting aan de vreugde van het bestuur. Hij loofde de presta ties van de spelers en dankte hen voor hun sportieve wedstrijden, waarbij hij ook trainer Ab Dillen betrok. Tot slot bracht hij dank aan allen die DOVO op enigerlei wijze hadden gesteund. Hierna volgde een lange rij van spre kers, die geopend werd door de heer Van Hunnik, die namens de Christe lijke Sportvereniging DEOS bloemen en gelukwensen aanbood. De heer J. van Hardeveld, het woord voerende namens de supportersvereni ging van DOVO, roemde de geest in het elftal. Hij overhandigde een nieuwe bal en zegde nog andere prettige din gen toe. De voorzitter dankte de supporters vereniging en bracht onder woorden van hoe groot belang het is dat DOVO zich geruggesteund weet door derge lijke mensen. Bloemen en gelukwensen werden ook aangeboden door de voor zitter van Caecilia, de heer Diepeveen en de heer Van den Berg namens de DOVO-jeugdcommissie. Laatstgenoem de wees erop dat nagenoeg het gehele kampioenselftal uit de jeugdafdeling was voortgekomen. Vermeldenswaard is nog dat het in het ziekenhuis verblijvende bestuurslid v. d. Scheur telefonisch zijn gelukwen sen aanbood. De feestavond werd tot half twaalf in grote gezelligheid doorgebracht met de voortreffelijke medewerking van de „Hasselaar Band". Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres: Parallelweg 10 Veenendaal JARIGE NEVEN EN NICHTEN 18 febr. Lenie van Burken 18 Pleunie van Laar, Rhenen 18 Janneke Velderik 19 Kees van Capelle 20 Henk v. d. Weerd 20 Jan van Engelenburg 20 Marinus Wijnberger 20 Ansje Zwetselaar 21 Jannie van Beek 21 Seije Loonstra 23 Jan Hootsen 24 Tini ter Maaten 24 Evertje van Ingen, Rhenen Hartelijk gefeliciteerd! OPLOSSING RAADSELS I. Karei de Groote. II. Kiezelsteen-steenhouwer; vrucht vlees—vleeswond; paplepel- lepel doosje; peperbus-buskruit; lucifer- merk-merkartikel. III. De letter M. I. Verf, Ezou, roos, fust. II. Hond, mond. III. Slager, kapper, stoker, tuinder. ZILVERPAPIERACTIE Deze week ontving ik weer een grote voorraad zilverpapier van Otto Takken en Jan van Wijk. Ook Bettie Lefers en Richard Sonne- vanck zorgden voor een verrassing door op het redactiebureau 2 grote zakken capsules te brengen. Alle vier de neven heel hartelijk dank en ik hoop dat jullie weer gauw wat ge spaard zult hebben. Jullie Tante Jos. CORRESPONDENTIE Beste Hennie van Meurs, (Renswoude). Ik vond het ontzettend leuk van jou weer eens een brief te ontvangen. Het raadsel dat je opgelost hebt, is helemaal goed. Proficiat. Nu niet zo lang meer wachten vóórdat je me schrijft hoor! (Je schrijft héél mooi!) Het allerbeste toegewenst door Tante Jos. Beste Riet v. d. Wee, Jij zond me de oplossing van de raad sels. Kijk maar eens of je ze allemaal goed hebt. Schrijf je me nog eens een briefje? Daaaag, Tante Jos. Ab was een flinke jongen, die in de zesde klas van de lagere school zat. Hij was ook niet erg lastig in huis. Nou ja, hij plaagde z'n zusje wel eens, maar ver der was er weinig kwaad van onze Ab te zeggen. Hij hield van voetballen en vooral van zwemmen, maar hij hield niet van boerenkool. En dat was erg lastig, want vader en moeder en zus Margreetje waren nu juist zo dol op stamppot boe renkool met een dikke worst erin.- Anders was Ab geen kierkauwer, maar als er boerenkool was, moest moeder al tijd wat anders koken voor Ab. Telkens als de warme stamppot op tafel stond te dampen zei moeder: „Toe Ab, probeer het nu eens, je houdt van stamppot zuur kool en stamppot andijvie, ik kan me niet voorstellen, dat je geen boerenkool lust, het is toch zo lekker." Maar moeder kon praten zo ze wilde, Ab vertikte het zelfs om de boerenkool te proeven. Hij hield er niet van en daarmee uit. En dan kreeg Ab een kliekje van de vo rige dag of wat anders. Een keer zei vader: „Een gulden Ab, als je een scho teltje vol boerenkool eet." Dat was wel een mooi aanbod en Ab was er haast voor bezweken, maar hij deed het toch niet. Hij had nu een keer in zijn hoofd gezet, dat hij geen boerenkool lustte en dan liet hij zich niet door een gulden verleiden, hoewel hij die gulden best had kunnen gebruiken. VRIJ VAN SCHOOL Op een maandagmorgen ging Ab naar school en toen hoorde hij, net als de anderen dat zijn onderwijzer ziek was. Dat was natuurlijk voor meneer Blok huis niet ze leuk, maar de jongens van de zesde klas hadden stilletjes pret, want ze mochten de hele dag naar huis en ze kregen ook geen huiswerk mee. Gelukkig had meneer alleen maar wat griep, dus ze mochten best een klein beetje blij zijn met hun vrije dag. Ab kwam weer thuis en daar hij toch niets te doen had vroeg hij aan moeder of hij naar Arnhem mocht naar het sportfondsenbad om te zwemmen. Ab was wild op zwemmen en daar kon hij zijn vrije dag mooi voor gebruiken. Moeder vond het best. Ab zou brood meenemen, want hij mocht de hele dag wegblijven. Een vriend van hem zou mee gaan en de vader van die vriend moest toch met zijn auto naar Arnhem, zodat de jongens fijn mee konden rijden. Het werd een heel prettige dag en beide jon gens zwommen naar hartelust. Het enige nare was, dat Ab zijn brood thuis op de keukentafel had laten liggen. Zijn vriendje had ook niet te veel mee genomen, maar ze deelden het eerlijk samen. Toch was het geen wonder dat de jongens toen ze tegen de avond weer naar huis gingen, rammelden van de honger. De jongens kregen een lift en tegen zes uur waren ze weer thuis. Ab belde, maar vreenyi er werd niet open gedaan. Het leek wel of moeder weg was en vader en Mergraetje nog niet thuis waren. En dat was nooit het geval om deze tijd. Toen ging de voordeur van me vrouw De Veur's huis open. Mevrouw De Veur, die naast hen woonde, vertelde dat zijn vader en moeder plotseling weggeroe pen waren, omdat oma ziek was. Zijn zus je zou bij een vriendin eten en Ab bij de buren. Dat was geen leuke thuiskomst, want Ab hield dolveel van zijn oma. Ab ging in de kamer van de buren zitten. Dit was geen blij einde van de prettige dag. Gelukkig belde vader even later op en deelde mee, dat het meeviel met oma en verwacht werd dat ze met een weekje rust wel weer opgeknapt zou zijn. Dat was Ab een pak van het hart en toen voelde hij meteen weer, dat hij een ge weldige honger had, nadat hij zowat de hele dag in het water gezeten had. STAMPPOT MET Wat zou mevrouw De Veur vandaag eten? Misschien wel zuurkool of peertjes, waar hij zo dol op was. Om half zeven kwam meneer De Veur van zijn werk en meteen werd er gegeten. Toen ze om de tafel zaten kwam mevrouw De Veur bin nen met een dampende schaalstamp pot boerenkool met worst. Wat keek Ab beteuterd. Dat was een lelijke tegenvaller, en nu hij bij de buren at kon hij ook moeilijk zeggen dat hij niet van boeren kool hield. Dat was zo gek, ze zouden wel denken, dat hij een zeurpiet van een vent was. Ab zuchtte ervan. Er zat niets anders op dan het spulletje maar te slik ken. Mevrouw De Veur schepte Ab een flink bord vol op en er kwam een best eind worst bij. Dat was wel lekker maar die boerenkoolbrrr. En Ab z'n maag rommelde van de hon ger. Het rook anders niet onaardig. Voor zichtig zette hij zijn vork in het groene spul en aarzelend ging de eerste hap naar binnen. Hé, dat had hij nooit ge weten. Het was wel geen zuurkool of snijbonen, maar het smaakte toch niet gek. En Ab at. Eén bord, twee borden en toen nog een klein beetje. Zijn honger was finaal over en het had best gesmaakt. Mevrouw De Veur glunderde, omdat haar gast zo lekker gegeten had. Heel laat op de avond, toen Ab en Margreetje al naar bed waren, kwamen vader en moeder terug. Ab was nog wak ker en moeder kwam even bij hem om te vertellen, dat het met oma beter ging dan 's middags en dat de dokter op een spoedig herstel hoopte. „En Ab", zei moe der, „wat heb je vanavond bij de buren gegeten?" ,U raadt het nooit", zei Ab. „Was het lekker?" vroeg moeder. „Heer lijk", antwoordde Ab. „Nou laat eens kijken dan, peertjes?" „Mis", zei Ab. Moeder raadde van alles, maar steeds verkeerd. „Nu", zei Ab, „dan zal ik het maar zeggen, stamppot boerenkool met worst." „Wat", zei moeder, „en nog lek ker gegeten ook?" „Ja", zei Ab, „eerst schrok ik me naar, maar ik had zo'n hon ger van het zwemmen, dat ik er maar aan begonnen ben en het heeft me best gesmaakt." „Nou", zei moeder, „dan eten wij volgende week eens boerenkool met worst en dan wil ik het wonder ook wel eens zien, dat mijn zoon dat eet." „Best", zei Ab, „welterusten moeder." „Slaap lekker Ab." En de volgende week aten ze boeren kool en Ab deed dapper mee. Moeder behoefde nooit meer iets anders voor Ab te koken als er stamppot boerenkool met worst was. Wel dacht Ab nog een keer met spijt aan de gulden die hij had kun nen verdienen, als hij maar niet zo eigen wijs was geweest. (Vervolg van pagina 1) Dat de VELOX met de directe ver binding instemt is logisch, omdat het een dochteronderneming van de N.S. is en onder de directie van de N.B.M. staat. De N.B.M. en de Z.O.A.D. zeggen slechts, dat zij met ons niets te maken willen hebben, maar dat kan toch moei lijk een reden zijn om onze belangen zonder meer te negeren. Wij stellen dat er aan een autobusdienst Veenendaal- Oss geen behoefte bestaat omdat er geen aanbod is van vervoer. Aldus het beroep van de E.T.A.O. De Kroon, als hoogste en laatste in stantie, trok op 6 januari de concessie in, en haalde hiermede een dikke streep door de rekening van N.B.M. en Z.O.A.D. De N.B.M. noemt dit besluit een gro te teleurstelling. „Wij zouden binnen kort met de lijn beginnen. De aller hoogste instantie heeft nu uitspraak gedaan, dus zijn wij uitgepraat. Hoop op een verandering van de situatie koes teren wij niet." De E.T.A.O. noemt de afwijzing van de Kroon gegrond op de overweging dat de bestaande diensten een rede lijke voorziening bieden. „De lijn zou zeer zeker verlies hebben opgeleverd. In het z.o. deel van de provincie Utrecht heeft men niet de minste belangstelilng voor Oss en omgeving. Voor Veenen daal en omgeving is dat alles min of meer .buitenland'." Ja, Veenendaal zelf. Hoe de gemeen te Veenendaal en verdere plaatselijke instanties hierover denken, hebben de K. v. K.-leden Ant. de Ruiter en Van Schuppen wel duidelijk gemaakt in Utrecht. De reactie op de afwijzing luidde: „Hier worden op het ogenblik 25.000 inwoners van Veenendaal opgeofferd aan één busonderneming in Tiel. Het gaat ons er niet om welke onderneming het vervoer verzorgt: als er maar een verbinding komt. En dat deze nodig is zal toch nie mand ontkennen. Vele ouderen weten nog wel dat met de trein van 7.05 uur, die vóór en de eerste paar jaar in de oorlog nog reed, vele werknemers uit de Betuwe in Veenendaal uitstapten. Die trein z(jn we ook al kwijt, ter wijl het aantal arbeiders wellicht nog even groot is. Het mag niet voorkomen voor een plaats als Veenendaal dat de industrie zelf het vervoer moet leve ren. Wij denken in dit verband ook aan de diverse scholieren en aan de mid denstand. Dit Veenendaalse levensbelang is ge strand op een stuk weg van 2.6 km (Rhenen-Kesteren). Er was toch wel een andere oplossing geweest, bijv. een vervoerverbod van Kesteren naar Rhe nen? Nogmaals wie dit traject rjjdt doet niets ter zake: als er maar een komt. Veenendaal is al slecht genoeg bedeeld met de busverbindingen." Of het helpt staat nog te bezien, maar het laatste woord hierover is nog niet gesproken. Het bestuur van de Kamer van Koophandel zal proberen of er alsnog samenwerking gevonden kan worden, terwijl de gemeente Vee nendaal zal trachten „uit de hoek waar de klappen vallen" te komen. Voor hen die naar Oss willen reizen, geven wij nog even de huidige route: Veenendaal-Rhenen (N.B.M.); Rhenen-Kesteren (E.T.A.O.); Kesteren-Ochten (V.E.L.O.X.); Ochten-Oss (Z.O.A.D.). SLAP EN FUTLOOS Gebruik en u bent spoedig weer geheel op krachten! In vloeibare- en drageevorm DÜTIM N.V. - OEGSTGEEST DAMMEN Uitslagen onderlinge competitie: Maris Meijer 02 Van Wamel Van Ewijk02 Faber Viegen 20 M. v. d. Grift Veldhuizen 2—0 A. Berkhof Kleinveld 20 A. v. d. Grift R. Berkhof 20 Veenendaal Viegen 02 Rebergen Van Loon 0—2 E. v. d. Grift Smits11 G. v. Zomeren Faber02 De Groot E. v. Zomeren 02 Van Ewijk Visser 20 DOOR WESSEL SMITTER Ik probeerde hem goede raad te ge ven. „Als je eenmaal binnen bent", zei ik, „krijg je ook een baantje. Meestal moet je nemen, wat je krijgen kunt. Als het bij het in elkaar zetten van de auto's is, doe je de hele dag hetzelfde, zoals b.v. een schroef indraaien of een moer opzetten. De dingen, waar je aan werkt gaan op een rail of band langs je heen. Je hebt zo- en zoveel seconden de tijd. Er zijn een boel verschillende banden en ze gaan allemaal vlug, maar de een gaat vlugger dan de ander. Je hebt de „blauwe massa", dat is de laat ste montage- en de motorenband bij voorbeeld. Die gaan hard. Ik heb bij de montage gewerkt Ik was een helper. Ik heb geholpen om nieuwelingen in te werken en ben ingevallen voor mensen, die ziek werden. Een helper moet van alle markten thuis zijn. Maar d'r zijn nog meer baantjes." „Welke dan?" „Je hebt vegers." „Vegers?" „Ja, vegers. Die gaan rond om de grond aan te vegen." „Mij niet gezien. Ik zie me al met veger en blik rondgaan om het vuil van anderen op te nemen." „Je verdient er hetzelfde mee", zei ik, „je werkt niet aan een band en de opzichters zitten je niet achterna. Je hebt die kerels in de rij zien staan. Van de blanken is ongeveer de helft boeren en de rest zijn autowerklui. Je kunt de autolui eruit pikken. De meesten heb ben geen overjassen, hebben gebarsten lakschoenen aan en geen overschoenen. Ze hebben er al meer gewerkt. De helft zal proberen als aanvegers in dienst te komen. Lukt het hun de eerste keer niet, dan gaan ze weg, gaan weer in de rij en proberen het nog eens. Sommigen willen geen werk aan een band. Kun nen ze niet. Ze worden zenuwachtig en voor je weet wat er gebeurd is, zijn ze helemaal in de war. Dat heb ik al meegemaakt. Als de bel gaat, hebben ze een wezenloze uitdrukking op hun gezicht en gaan ze in de verkeerde rich ting. Het duurt dan wel een paar mi nuten voor ze weer bijkomen." Hij lachte. „Luister es, kameraad", zei hij, „maak jij je over mij maar niet ongerust! Ik wil een baantje, dat me de kans geeft, te tonen wat ik waard ben. In de bos sen heb ik mij altijd met de anderen kunnen meten." „Ik ook", zei ik. „Ik wil vooruit. Op een goeie dag word ik nog eens ploeg baas bij de montage. Maar op het ogen blik neem ik maar aan, wat ze voor mij hebben." We kochten wat eten, ieder een fles melk en een kartonnen bakje bonen, die met een grote schep werden opgelepeld en onder het eten plaagden we het meisje. Ik kende haar al. Ik had eens geprobeerd een afspraakje met haar te maken, maar zover was het niet ge komen. Ze was knap en zag er leuk uit, met massa's zwart haar en levendige ogen. Haar jongenspet stond haar kwiek en brutaal. Ze plaagde Russ met zijn laarzen en de manier, waarop hij zijn broek erin gestopt had en toen we onze melkflessen terugbrachten en klaar wa ren om weg te gaan, zei ze: „Zo helemaal alleen in de grote stad?" „Hoe raad je het zo?" vroeg hij. „O, ik ben ook niet altijd thuisgeble ven", zei ze. ,,'k Ben overal geweest en heb van alles gezien en heel wat slechts ook." „Vooral slechts zeker. Waar ik van daan kom, drinken zulke babies als jij nog uit flessen." „Dat doen ze hier ook", zei ze, „als je snapt, wat ik bedoel." „Aan de harde kant, hè?" „Nee, alleen maar dynamisch. Da's onze leuze, weet je. Als je je ogen open zet, zie je het wel. Dynamisch Detroit." „Wat betekent dat?" vroeg hij, „dy namisch?" „Ach, ik weet het niet. Het zal wel betekenen, dat we overal en van alles doen." Ze gaf hem een kaartje en hij bekeek het. Er stonden de naam en het adres op van een taxi-dansgelegenheid boven een winkel in de Woodland Avenue. „Kom eens aan, reuzevent", zei ze. „Dan zal ik je de Big Apple leren. Vraag maar naar Rita." Hij boog het kaartje tussen duim en wijsvinger om en schoot het de straat op. „Ik hou niet van trappen klimmen", zei hij. Je kon zien, dat hij ruw met de vrouwen kon omspringen, als het in zijn kraam te pas kwam. We gingen terug, maar voor we er waren, was de ruzie al begonnen en in een ommezien waren we weer bij de ingang. De blanken en de negers waren slaags geraakt. De ene helft lag boven, de andere onder. Het was alleen nog maar een mensenhoop, waaruit armen en benen staken, die stompten en trap ten. Maar de portier lag er niet in. Hij stond met zijn rug naar de ingang en gebruikte zijn slang, zodra hij kans zag te meppen. De grote vent, Russ, voelde zijn handen jeuken om de portier te raken. Toen kroop een neger uit de mensen- berg en kreeg zo'n mep met de slang, dat hij begon te brullen. Hij wierp zich op de portier, sloeg de armen om diens benen en samen kwamen ze in de massa terecht. Een boer met een bloedende neus maakte zich uit de hoop los, rende naar de alarmpost op het trottoir en telefoneerde, dat er een relletje was. „Kom op", zei Russ, „nu of nooit. In een paar minuten zijn ze hier." We doken door de ingang, renden door het nauwe straatje tussen de stalen hekken en stapten het kantoor binnen. Er zaten dertig of veertig mannen op banken in een afgesloten ruimte. Het kantoorpersoneel was nog weg voor de koffie. We gingen zitten en hoorden een minuut later de sirenes. Een paar be grepen niet, wat er aan de hand was en probeerden uit de hoge ramen te kij ken. Na een minuut of tien kwam het kan toorpersoneel weer aangeslenterd. Eén ging naar zijn met tralies omgeven hok je en kwam er met een vel papier uit. „Heeft één van jullie wel eens met een manipulator gewerkt?", vroeg hij. Geen antwoord. „Wat is een manipulator?" fluisterde Russ. „Eer. soort kraan", zei ik. „Wordt ge bruikt om bonken heet staal te han teren." „Da's wat voor ons", zei hij. „Niet te gauw", waarschuwde ik hem. „Je weet niet wat je begint." „Als het een machine is", zei hij, „kan ik er ook mee omgaan." De kantoorbediende nam de mannen op. Z'n oog viel op Russ. „Is er iemand bij", zei hij, „die ge wend is met elektrische kranen om te gaan?" „Dat werk met die manipulator", zei Russ, „wil ik wel hebben. En dan had ik graag deze man als helper." „Wel es gedaan?", vroeg de kantoor man. „Nee, maar ik heb met lieren gewerkt en heb met laadmachines omgegaan. Ik ben vlug van begrip. Het duurt niet lang, vóór ik snap, wat ik eerst niet wist." De man krabde even op zijn hoofd. „Best", zei hij, „we zullen het met je proberen. Waar is je helper?" „Hierzo." En hij wees op mij. Ik had een baantje. En het was alle maal zo vlug gegaan, dat ik niet wist of ik wel of niet blij moest zijn. Een neger, die naast me zat, zei, dat ze men sen voor de gieterij aannamen. Het werk daar is ook niet alles. Ik besloot bij de grote vent te blijven. Als het mij niet beviel, kon ik later overplaatsing aanvragen. (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 5