DE VALLEI
Sarco-
globine
DOVO WEER KAMPIOEN
MACHINES EN
MENSEN
WITTE KRUIS
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
WOENSDAG 17 FEBRUARI 1960
Nr. 13
QOOOOOOO
Voorkom griep en
bestrijd griep met
DE eckte, PIJNSTILLER
SCHERPETSZEEL
Uitwisselingsprogramma met
jongeren
DOVO KAMPIOEN
Gezellig feest
Voor de Jeugd
Stamppot boerenkool....
brrrr!
Geen trein - dan goede bus
verbindingen
Geen hoop meer
En Veenendaal zelf?
A MEROTSCETS
FEUILLETON
Aangezien de levensloop van Dovo pas twee jaar geleden, ter gelegenheid van
het zilveren jubileum, uitvoerig door ons werd weergegeven, zullen wij ons nu
beperken tot een aantal feiten uit de KNVB-geschiedenis der Panhuisbewoners,
ons door de secretaris uit zün archief ter beschikking gesteld
Dovo speelde zijn eerste wedstrijd in
de „grote bond" in de 4e klasse op 11 sept.
1948; merkwaardigerwijs evenals in de
competitie, was dit ook een uitwedstrijd
tegen WHC; ook toen werd het een neder
laag, n.l. 5-1; het elftal was toen als volgt:
doel: W. van Barneveld; achter: P. J. v. d.
Bosch en M. van Erk; midden: W. Nieboer
G. Hey en J. v. d. Pol; voor: C. Bolder
man, G. Nieboer, J. Kroesbergen, J. J.
Klumpenaar en C. v. d. Kraats. Alleen
Jean (ook zonder vermelding van achter
naam weet ieder wie dat is), maakt dus
nog deel uit van het huidige kampioens
elftal.
Een derde punt van overeenkomst is,
dat ook in dat seizoen Dovo kampioen
werd, zij het na een beslissingswedstrijd
tegen DVS '33 uit Ermelo, gespeeld op
Birkhoven te Amersfoort en gewonnen
met 3-2, waaraan was voorafgegaan de
beruchte WHC-penalty.
Toen was geen promotie mogelijk, daar
op moest worden gewacht tot het vol
gende seizoen, toen Dovo op de derde
plaats eindigde en met vier andere ploe
gen promoveerde naar de na afloop van
het seizoen ingestelde 3e klasse.
De eerste wedstrijd in die klasse vond
plaats op 16 september 1950, een thuis
wedstrijd tegen Genemuiden die in een
2-2 gelijk spel eindigde.
Dat seizoen leverde voor Dovo een 4e
plaats op, de volgende zes seizoenen werd
met afwisselend succes gestreden. Kam
pioenschappen werden niet behaald, maar
ook degradatiegevaar bleef achterwege.
Toen in het seizoen 1957-1958 door de
KNVB in district oost een tweede derde
klasse werd ingeschakeld werd meteen
het kampioenschap met groot verschil be
haald in de op 22 maart 1958 gespeelde
thuiswedstrijd tegen Apeldoorn, die met
9-4 gewonnen werd.
Ieder herinnert zich nog wel de vorige
competitie, waarin na een achterstand
van zes punten Dovo gelijk eindigde met
Genemuiden, resulterende in een beslis
singswedstrijd te Ermelo, waarin het
Zuidamerikaans toeging en die eindigde
met een 3-2 overwinning voor Genemui
den. De teleurstelling was groot, niet het
minst door de twee gemiste strafschoppen.
Dat Dovo niet bij de pakken ging neer
zitten blijkt wel uit het nu behaalde kam
pioenschap. Na een nederlaag in de eerste
competitiewedstrijd met 3-1 tegen WHC in
Wezep, ging het daarna slechts twee pun
ten verloren, in de uitwedstrijden tegen
DOSK en VRC. Vooral de grandioze over
winning op Genemuiden met 5-1, die dui
delijk liet blijken wie de sterkste was.
Het huidige kampioenselftal is als volgt
samengesteld:
Doel: T. v. Hardeveld; achter: J. Kroes-
bergen en A. van Manen; midden: P. Ojik,
J. v. d. Kraats en T. van Laar (aanv.);
voor: B. v, d. Pol, M. van Zetten, R. J.
Schoeman, A. P. Kroesbergen en K. van
Hal.
In deze competitie speelden zeven van
de genoemde spelers alle wedstrijden mee;
twee werden éénmaal en twee andere
spelers tweemaal vervangen, wegens op
gelopen blessures of militaire dienst, wel
een duidelijk bewijs van de homogeniteit
in de ploeg. Het is wel interessant nog te
vermelden dat Dovo zijn laatste thuis
nederlaag in een officiële wedstrijd leed
op 16 februari 1957 (0-1 tegen Genemuiden)
De vereniging beschikt thans over 4
senioren- en 7 juniorenelftallen. Het
tweede elftal nog maar sinds het tweede
jaar in de KNVB uitkomende, is ook nog
slechts enkele punten van het kampioen
schap verwijderd. Ook enige jeugdelftal-
len doen een gooi naar de titel, waarbij
de A-aspiranten in het bijzonder kunnen
Tabletten, poeders
ci cachetsl
SCHIETRESULTATEN
Tijdens een onderlinge wedstrijd in de
Sociëteit behaalden de leden van de
schietvereniging .Scherpenzeel' deze week
de volgende resultaten: J. Koudijs 49; G.
J. de Joode 47; C. Valkenburg jr. 45; M.
Berendse, A. van Dusschoten en G. van
Eist 44; N. Klumpenaar 43; A. Valkenburg
Tzn. 42; R. van Eist 38 en J. van Eist 36 p.
worden vermeld, die na 12 wedstrijden
een score hebben van 92-12.
Dat het Dovo ernst is met het op hoger
plan brengen van het spelpeil van hun
jeugdafdeling, bewijst wel de indeling
van de A-junioren in de geselecteerde
jeugdcompetitie van de afdeling Utrecht.
De kosten die zijn verbonden aan de verre
hiermede gepaard gaande uitreizen, zullen
hopelijk hun rente opleveren door het
kweken van spelers die ook in de toe
komst veel succes zullen behalen onder
rood-witte vlag.
MEER VERKEER TUSSEN OOST EN
WEST. Als alle technische voorzieningen
getroffen zijn, zal op 20 maart a.s. weer
spoorwegverkeer worden onderhouden
tussen Lubeck aan de westelijke en Her
renburg aan de oostelijke zijde van het
ijzeren gordijn. Inmiddels wordt ook ijve
rig gewerkt aan het herstel van rijksweg
104/105 van Lubeck-Schlutup naar Selms-
dorp in oost-Duitsland en aan het ver
wijderen van de hier destijds opgeworpen
zandbarriere, om ook het wegverkeer t.z.
t. weer mogelijk te maken.
Boven: een foto hjj de toekomstige grens
overgang Lubeck-Schlutup met links
volkspolitie uit de Russische zone en
rechts leden van de west-Duitse grens
bewaking. Onder: terwijl West-Duitsers
toekijken, maken arbeiders in de Sovjet
zone rijksweg 104/105 vrij voor verkeer.
Toen de eerste wereldoorlog over Euro
pa trok werd de American Field Service,
een privé ambulance dienst, opgericht.
Als belangrijkste taak in vredestijd begon
deze organisatie tussen de beide wereld
oorlogen in en in grotere mate na 1945,
geld in te zamelen, om daarmede jonge
mensen in staat te stellen vreemde lan
den en volkeren te leren kennen en on
derling vriendschap te sluiten.
Het American Field Service program
ma is een „uitwisselings-programma":
enerzijds gaan jaarlijks honderden jonge
Europeanen naar Amerika om daar ge
durende een jaar een high- of preparatory
school te bezoeken en op die wijze een
indruk te krijgen van het Amerikaanse
leven; anderzijds komen elke zomer enige
honderden jonge Amerikanen naar Euro
pa om op hun beurt kennis te maken met
het dagelijks leven in het land dat zij be
zoeken. Hiertoe wordt voor hen een gast
vrij onderdak gezocht bij families die de
waarde van nauw internationaal contact
inzien.
Ook in Nederland wordt een zomer-
programma georganiseerd voor een steeds
toenemend aantal Amerikaanse jongens
en meisjes. Zij worden ondergebracht in
gezinnen „ergens in ons land" tijdens hun
verblijf van twee maanden - van eind juni
tot eind augustus - vaak ook in twee ver
schillende gezinnen. Zij zijn zorgvuldig
uitgekozen uit duizenden sollicitanten en
worden opgenomen als lid van het gezin.
De Amerikaanse jongelui hebben op
deze wijze gelegenheid om kennis te ma
ken met het Nederlandse leven in al zijn
aspeten, met de andere gewoonten, idea
len en mensen dan die waaraan zij ge
wend zijn. Zij komen niet als touristen
en het is dan ook niet de bedoeling dat
zij onthaald worden op uitgebreide „sight
seeing" trips. Wel moet er bij voorkeur
een leeftijdgenoot van de Amerikaanse
jongelui in het gezin aanwezig zijn.
Het verblijf van de Amerikanen in Ne
derland wordt besloten met een bijeen
komst van 5 a 6 dagen van de gehele
groep in een conferentieoord. Er worden
dan lezingen en discussies gehouden en
excursies naar belangrijke industrieën ge
maakt, om het bezoek aan Nederland tot
een nog meer afgerond geheel te maken.
Groei van het zomerprogramma:
1951 1954 1958 1959
Totaal 24 367 834 950
Nederland 4 10 33 40
De American Field Service wil op deze
wijze, door „uitwisseling" dus, haar aan
deel leveren tot een beter begrip en
vriendschap tussen de verschillende vol
keren van de wereld. Dit ideaal kan ech
ter alleen benaderd worden door active
medewerking van alle kanten.
Nederlandse gezinnen die hun huis wil
len openstellen of het programma op een
andere wijze willen steunen worden ver
zocht vóór 25 februari zich te wenden tot:
American Field Service in Nederland
Moreelsestraat 10, Amsterdam-Z.
(Vervolg van pagina 1)
de firma R. Vonk, voorzien van de
clubvlag en versierd met spandoeken
en voorafgegaan door het Harmonie
gezelschap „Caecilia" een rondgang
door het dorp, waarbij de Gortstraat,
de bakermat van DOVO, het eerst aan
de beurt was.
Dezelfde avond werd in hotel „La
Montagne" dit heuglijke feit in intieme
kring gevierd.
Voorzitter Hiensch begroette de DOVO-
familie en gaf uiting aan de vreugde
van het bestuur. Hij loofde de presta
ties van de spelers en dankte hen voor
hun sportieve wedstrijden, waarbij hij
ook trainer Ab Dillen betrok. Tot slot
bracht hij dank aan allen die DOVO
op enigerlei wijze hadden gesteund.
Hierna volgde een lange rij van spre
kers, die geopend werd door de heer
Van Hunnik, die namens de Christe
lijke Sportvereniging DEOS bloemen en
gelukwensen aanbood.
De heer J. van Hardeveld, het woord
voerende namens de supportersvereni
ging van DOVO, roemde de geest in
het elftal. Hij overhandigde een nieuwe
bal en zegde nog andere prettige din
gen toe.
De voorzitter dankte de supporters
vereniging en bracht onder woorden
van hoe groot belang het is dat DOVO
zich geruggesteund weet door derge
lijke mensen. Bloemen en gelukwensen
werden ook aangeboden door de voor
zitter van Caecilia, de heer Diepeveen
en de heer Van den Berg namens de
DOVO-jeugdcommissie. Laatstgenoem
de wees erop dat nagenoeg het gehele
kampioenselftal uit de jeugdafdeling
was voortgekomen.
Vermeldenswaard is nog dat het in
het ziekenhuis verblijvende bestuurslid
v. d. Scheur telefonisch zijn gelukwen
sen aanbood.
De feestavond werd tot half twaalf
in grote gezelligheid doorgebracht met
de voortreffelijke medewerking van de
„Hasselaar Band".
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres:
Parallelweg 10 Veenendaal
JARIGE NEVEN EN NICHTEN
18 febr. Lenie van Burken
18 Pleunie van Laar, Rhenen
18 Janneke Velderik
19 Kees van Capelle
20 Henk v. d. Weerd
20 Jan van Engelenburg
20 Marinus Wijnberger
20 Ansje Zwetselaar
21 Jannie van Beek
21 Seije Loonstra
23 Jan Hootsen
24 Tini ter Maaten
24 Evertje van Ingen, Rhenen
Hartelijk gefeliciteerd!
OPLOSSING RAADSELS
I. Karei de Groote.
II. Kiezelsteen-steenhouwer; vrucht
vlees—vleeswond; paplepel- lepel
doosje; peperbus-buskruit; lucifer-
merk-merkartikel.
III. De letter M.
I. Verf, Ezou, roos, fust.
II. Hond, mond.
III. Slager, kapper, stoker, tuinder.
ZILVERPAPIERACTIE
Deze week ontving ik weer een grote
voorraad zilverpapier van Otto Takken
en Jan van Wijk.
Ook Bettie Lefers en Richard Sonne-
vanck zorgden voor een verrassing door
op het redactiebureau 2 grote zakken
capsules te brengen.
Alle vier de neven heel hartelijk dank
en ik hoop dat jullie weer gauw wat ge
spaard zult hebben.
Jullie Tante Jos.
CORRESPONDENTIE
Beste Hennie van Meurs, (Renswoude).
Ik vond het ontzettend leuk van jou weer
eens een brief te ontvangen. Het raadsel
dat je opgelost hebt, is helemaal goed.
Proficiat. Nu niet zo lang meer wachten
vóórdat je me schrijft hoor! (Je schrijft
héél mooi!)
Het allerbeste toegewenst door
Tante Jos.
Beste Riet v. d. Wee,
Jij zond me de oplossing van de raad
sels. Kijk maar eens of je ze allemaal
goed hebt.
Schrijf je me nog eens een briefje?
Daaaag, Tante Jos.
Ab was een flinke jongen, die in de
zesde klas van de lagere school zat. Hij
was ook niet erg lastig in huis. Nou ja,
hij plaagde z'n zusje wel eens, maar ver
der was er weinig kwaad van onze Ab
te zeggen. Hij hield van voetballen en
vooral van zwemmen, maar hij hield niet
van boerenkool. En dat was erg lastig,
want vader en moeder en zus Margreetje
waren nu juist zo dol op stamppot boe
renkool met een dikke worst erin.-
Anders was Ab geen kierkauwer, maar
als er boerenkool was, moest moeder al
tijd wat anders koken voor Ab. Telkens
als de warme stamppot op tafel stond te
dampen zei moeder: „Toe Ab, probeer
het nu eens, je houdt van stamppot zuur
kool en stamppot andijvie, ik kan me
niet voorstellen, dat je geen boerenkool
lust, het is toch zo lekker." Maar moeder
kon praten zo ze wilde, Ab vertikte het
zelfs om de boerenkool te proeven.
Hij hield er niet van en daarmee uit.
En dan kreeg Ab een kliekje van de vo
rige dag of wat anders. Een keer zei
vader: „Een gulden Ab, als je een scho
teltje vol boerenkool eet." Dat was wel
een mooi aanbod en Ab was er haast voor
bezweken, maar hij deed het toch niet.
Hij had nu een keer in zijn hoofd gezet,
dat hij geen boerenkool lustte en dan liet
hij zich niet door een gulden verleiden,
hoewel hij die gulden best had kunnen
gebruiken.
VRIJ VAN SCHOOL
Op een maandagmorgen ging Ab naar
school en toen hoorde hij, net als de
anderen dat zijn onderwijzer ziek was.
Dat was natuurlijk voor meneer Blok
huis niet ze leuk, maar de jongens van
de zesde klas hadden stilletjes pret, want
ze mochten de hele dag naar huis en ze
kregen ook geen huiswerk mee. Gelukkig
had meneer alleen maar wat griep, dus
ze mochten best een klein beetje blij zijn
met hun vrije dag.
Ab kwam weer thuis en daar hij toch
niets te doen had vroeg hij aan moeder
of hij naar Arnhem mocht naar het
sportfondsenbad om te zwemmen. Ab was
wild op zwemmen en daar kon hij zijn
vrije dag mooi voor gebruiken.
Moeder vond het best. Ab zou brood
meenemen, want hij mocht de hele dag
wegblijven. Een vriend van hem zou mee
gaan en de vader van die vriend moest
toch met zijn auto naar Arnhem, zodat
de jongens fijn mee konden rijden. Het
werd een heel prettige dag en beide jon
gens zwommen naar hartelust.
Het enige nare was, dat Ab zijn brood
thuis op de keukentafel had laten liggen.
Zijn vriendje had ook niet te veel mee
genomen, maar ze deelden het eerlijk
samen. Toch was het geen wonder dat
de jongens toen ze tegen de avond weer
naar huis gingen, rammelden van de
honger. De jongens kregen een lift en
tegen zes uur waren ze weer thuis. Ab
belde, maar vreenyi er werd niet open
gedaan. Het leek wel of moeder weg was
en vader en Mergraetje nog niet thuis
waren. En dat was nooit het geval om
deze tijd. Toen ging de voordeur van me
vrouw De Veur's huis open. Mevrouw De
Veur, die naast hen woonde, vertelde dat
zijn vader en moeder plotseling weggeroe
pen waren, omdat oma ziek was. Zijn zus
je zou bij een vriendin eten en Ab bij
de buren. Dat was geen leuke thuiskomst,
want Ab hield dolveel van zijn oma. Ab
ging in de kamer van de buren zitten.
Dit was geen blij einde van de prettige
dag. Gelukkig belde vader even later op
en deelde mee, dat het meeviel met oma
en verwacht werd dat ze met een weekje
rust wel weer opgeknapt zou zijn. Dat
was Ab een pak van het hart en toen
voelde hij meteen weer, dat hij een ge
weldige honger had, nadat hij zowat de
hele dag in het water gezeten had.
STAMPPOT MET
Wat zou mevrouw De Veur vandaag
eten? Misschien wel zuurkool of peertjes,
waar hij zo dol op was. Om half zeven
kwam meneer De Veur van zijn werk en
meteen werd er gegeten. Toen ze om de
tafel zaten kwam mevrouw De Veur bin
nen met een dampende schaalstamp
pot boerenkool met worst. Wat keek Ab
beteuterd. Dat was een lelijke tegenvaller,
en nu hij bij de buren at kon hij ook
moeilijk zeggen dat hij niet van boeren
kool hield. Dat was zo gek, ze zouden wel
denken, dat hij een zeurpiet van een
vent was. Ab zuchtte ervan. Er zat niets
anders op dan het spulletje maar te slik
ken. Mevrouw De Veur schepte Ab een
flink bord vol op en er kwam een best
eind worst bij. Dat was wel lekker maar
die boerenkoolbrrr.
En Ab z'n maag rommelde van de hon
ger. Het rook anders niet onaardig. Voor
zichtig zette hij zijn vork in het groene
spul en aarzelend ging de eerste hap
naar binnen. Hé, dat had hij nooit ge
weten. Het was wel geen zuurkool of
snijbonen, maar het smaakte toch niet
gek. En Ab at. Eén bord, twee borden
en toen nog een klein beetje. Zijn honger
was finaal over en het had best gesmaakt.
Mevrouw De Veur glunderde, omdat haar
gast zo lekker gegeten had.
Heel laat op de avond, toen Ab en
Margreetje al naar bed waren, kwamen
vader en moeder terug. Ab was nog wak
ker en moeder kwam even bij hem om
te vertellen, dat het met oma beter ging
dan 's middags en dat de dokter op een
spoedig herstel hoopte. „En Ab", zei moe
der, „wat heb je vanavond bij de buren
gegeten?" ,U raadt het nooit", zei Ab.
„Was het lekker?" vroeg moeder. „Heer
lijk", antwoordde Ab. „Nou laat eens
kijken dan, peertjes?" „Mis", zei Ab.
Moeder raadde van alles, maar steeds
verkeerd. „Nu", zei Ab, „dan zal ik het
maar zeggen, stamppot boerenkool met
worst." „Wat", zei moeder, „en nog lek
ker gegeten ook?" „Ja", zei Ab, „eerst
schrok ik me naar, maar ik had zo'n hon
ger van het zwemmen, dat ik er maar
aan begonnen ben en het heeft me best
gesmaakt." „Nou", zei moeder, „dan eten
wij volgende week eens boerenkool met
worst en dan wil ik het wonder ook wel
eens zien, dat mijn zoon dat eet." „Best",
zei Ab, „welterusten moeder." „Slaap
lekker Ab."
En de volgende week aten ze boeren
kool en Ab deed dapper mee. Moeder
behoefde nooit meer iets anders voor Ab
te koken als er stamppot boerenkool met
worst was. Wel dacht Ab nog een keer
met spijt aan de gulden die hij had kun
nen verdienen, als hij maar niet zo eigen
wijs was geweest.
(Vervolg van pagina 1)
Dat de VELOX met de directe ver
binding instemt is logisch, omdat het
een dochteronderneming van de N.S. is
en onder de directie van de N.B.M.
staat. De N.B.M. en de Z.O.A.D. zeggen
slechts, dat zij met ons niets te maken
willen hebben, maar dat kan toch moei
lijk een reden zijn om onze belangen
zonder meer te negeren. Wij stellen dat
er aan een autobusdienst Veenendaal-
Oss geen behoefte bestaat omdat er
geen aanbod is van vervoer. Aldus het
beroep van de E.T.A.O.
De Kroon, als hoogste en laatste in
stantie, trok op 6 januari de concessie
in, en haalde hiermede een dikke
streep door de rekening van N.B.M.
en Z.O.A.D.
De N.B.M. noemt dit besluit een gro
te teleurstelling. „Wij zouden binnen
kort met de lijn beginnen. De aller
hoogste instantie heeft nu uitspraak
gedaan, dus zijn wij uitgepraat. Hoop op
een verandering van de situatie koes
teren wij niet."
De E.T.A.O. noemt de afwijzing van
de Kroon gegrond op de overweging
dat de bestaande diensten een rede
lijke voorziening bieden. „De lijn zou
zeer zeker verlies hebben opgeleverd.
In het z.o. deel van de provincie Utrecht
heeft men niet de minste belangstelilng
voor Oss en omgeving. Voor Veenen
daal en omgeving is dat alles min of
meer .buitenland'."
Ja, Veenendaal zelf. Hoe de gemeen
te Veenendaal en verdere plaatselijke
instanties hierover denken, hebben de
K. v. K.-leden Ant. de Ruiter en Van
Schuppen wel duidelijk gemaakt in
Utrecht.
De reactie op de afwijzing luidde:
„Hier worden op het ogenblik 25.000
inwoners van Veenendaal opgeofferd
aan één busonderneming in Tiel. Het
gaat ons er niet om welke onderneming
het vervoer verzorgt: als er maar een
verbinding komt.
En dat deze nodig is zal toch nie
mand ontkennen. Vele ouderen weten
nog wel dat met de trein van 7.05 uur,
die vóór en de eerste paar jaar in de
oorlog nog reed, vele werknemers uit
de Betuwe in Veenendaal uitstapten.
Die trein z(jn we ook al kwijt, ter
wijl het aantal arbeiders wellicht nog
even groot is. Het mag niet voorkomen
voor een plaats als Veenendaal dat de
industrie zelf het vervoer moet leve
ren. Wij denken in dit verband ook aan
de diverse scholieren en aan de mid
denstand.
Dit Veenendaalse levensbelang is ge
strand op een stuk weg van 2.6 km
(Rhenen-Kesteren). Er was toch wel
een andere oplossing geweest, bijv. een
vervoerverbod van Kesteren naar Rhe
nen? Nogmaals wie dit traject rjjdt doet
niets ter zake: als er maar een komt.
Veenendaal is al slecht genoeg bedeeld
met de busverbindingen."
Of het helpt staat nog te bezien,
maar het laatste woord hierover is nog
niet gesproken. Het bestuur van de
Kamer van Koophandel zal proberen
of er alsnog samenwerking gevonden
kan worden, terwijl de gemeente Vee
nendaal zal trachten „uit de hoek waar
de klappen vallen" te komen.
Voor hen die naar Oss willen reizen,
geven wij nog even de huidige route:
Veenendaal-Rhenen (N.B.M.);
Rhenen-Kesteren (E.T.A.O.);
Kesteren-Ochten (V.E.L.O.X.);
Ochten-Oss (Z.O.A.D.).
SLAP EN FUTLOOS
Gebruik
en u bent spoedig weer
geheel op krachten!
In vloeibare- en
drageevorm
DÜTIM N.V. - OEGSTGEEST
DAMMEN
Uitslagen onderlinge competitie:
Maris Meijer 02
Van Wamel Van Ewijk02
Faber Viegen 20
M. v. d. Grift Veldhuizen 2—0
A. Berkhof Kleinveld 20
A. v. d. Grift R. Berkhof 20
Veenendaal Viegen 02
Rebergen Van Loon 0—2
E. v. d. Grift Smits11
G. v. Zomeren Faber02
De Groot E. v. Zomeren 02
Van Ewijk Visser 20
DOOR WESSEL SMITTER
Ik probeerde hem goede raad te ge
ven. „Als je eenmaal binnen bent", zei
ik, „krijg je ook een baantje. Meestal
moet je nemen, wat je krijgen kunt. Als
het bij het in elkaar zetten van de
auto's is, doe je de hele dag hetzelfde,
zoals b.v. een schroef indraaien of een
moer opzetten. De dingen, waar je aan
werkt gaan op een rail of band langs
je heen. Je hebt zo- en zoveel seconden
de tijd. Er zijn een boel verschillende
banden en ze gaan allemaal vlug, maar
de een gaat vlugger dan de ander. Je
hebt de „blauwe massa", dat is de laat
ste montage- en de motorenband bij
voorbeeld. Die gaan hard. Ik heb bij de
montage gewerkt Ik was een helper.
Ik heb geholpen om nieuwelingen in te
werken en ben ingevallen voor mensen,
die ziek werden. Een helper moet van
alle markten thuis zijn. Maar d'r zijn
nog meer baantjes."
„Welke dan?"
„Je hebt vegers."
„Vegers?"
„Ja, vegers. Die gaan rond om de
grond aan te vegen."
„Mij niet gezien. Ik zie me al met
veger en blik rondgaan om het vuil van
anderen op te nemen."
„Je verdient er hetzelfde mee", zei
ik, „je werkt niet aan een band en de
opzichters zitten je niet achterna. Je
hebt die kerels in de rij zien staan. Van
de blanken is ongeveer de helft boeren
en de rest zijn autowerklui. Je kunt de
autolui eruit pikken. De meesten heb
ben geen overjassen, hebben gebarsten
lakschoenen aan en geen overschoenen.
Ze hebben er al meer gewerkt. De helft
zal proberen als aanvegers in dienst te
komen. Lukt het hun de eerste keer
niet, dan gaan ze weg, gaan weer in de
rij en proberen het nog eens. Sommigen
willen geen werk aan een band. Kun
nen ze niet. Ze worden zenuwachtig
en voor je weet wat er gebeurd is, zijn
ze helemaal in de war. Dat heb ik al
meegemaakt. Als de bel gaat, hebben
ze een wezenloze uitdrukking op hun
gezicht en gaan ze in de verkeerde rich
ting. Het duurt dan wel een paar mi
nuten voor ze weer bijkomen."
Hij lachte.
„Luister es, kameraad", zei hij, „maak
jij je over mij maar niet ongerust! Ik
wil een baantje, dat me de kans geeft,
te tonen wat ik waard ben. In de bos
sen heb ik mij altijd met de anderen
kunnen meten."
„Ik ook", zei ik. „Ik wil vooruit. Op
een goeie dag word ik nog eens ploeg
baas bij de montage. Maar op het ogen
blik neem ik maar aan, wat ze voor mij
hebben."
We kochten wat eten, ieder een fles
melk en een kartonnen bakje bonen, die
met een grote schep werden opgelepeld
en onder het eten plaagden we het
meisje. Ik kende haar al. Ik had eens
geprobeerd een afspraakje met haar te
maken, maar zover was het niet ge
komen. Ze was knap en zag er leuk uit,
met massa's zwart haar en levendige
ogen. Haar jongenspet stond haar kwiek
en brutaal. Ze plaagde Russ met zijn
laarzen en de manier, waarop hij zijn
broek erin gestopt had en toen we onze
melkflessen terugbrachten en klaar wa
ren om weg te gaan, zei ze:
„Zo helemaal alleen in de grote stad?"
„Hoe raad je het zo?" vroeg hij.
„O, ik ben ook niet altijd thuisgeble
ven", zei ze. ,,'k Ben overal geweest en
heb van alles gezien en heel wat slechts
ook."
„Vooral slechts zeker. Waar ik van
daan kom, drinken zulke babies als jij
nog uit flessen."
„Dat doen ze hier ook", zei ze, „als
je snapt, wat ik bedoel."
„Aan de harde kant, hè?"
„Nee, alleen maar dynamisch. Da's
onze leuze, weet je. Als je je ogen open
zet, zie je het wel. Dynamisch Detroit."
„Wat betekent dat?" vroeg hij, „dy
namisch?"
„Ach, ik weet het niet. Het zal wel
betekenen, dat we overal en van alles
doen."
Ze gaf hem een kaartje en hij bekeek
het. Er stonden de naam en het adres
op van een taxi-dansgelegenheid boven
een winkel in de Woodland Avenue.
„Kom eens aan, reuzevent", zei ze.
„Dan zal ik je de Big Apple leren. Vraag
maar naar Rita."
Hij boog het kaartje tussen duim en
wijsvinger om en schoot het de straat
op. „Ik hou niet van trappen klimmen",
zei hij. Je kon zien, dat hij ruw met de
vrouwen kon omspringen, als het in
zijn kraam te pas kwam.
We gingen terug, maar voor we er
waren, was de ruzie al begonnen en in
een ommezien waren we weer bij de
ingang. De blanken en de negers waren
slaags geraakt. De ene helft lag boven,
de andere onder. Het was alleen nog
maar een mensenhoop, waaruit armen
en benen staken, die stompten en trap
ten. Maar de portier lag er niet in. Hij
stond met zijn rug naar de ingang en
gebruikte zijn slang, zodra hij kans zag
te meppen. De grote vent, Russ, voelde
zijn handen jeuken om de portier te
raken.
Toen kroop een neger uit de mensen-
berg en kreeg zo'n mep met de slang,
dat hij begon te brullen. Hij wierp zich
op de portier, sloeg de armen om diens
benen en samen kwamen ze in de massa
terecht. Een boer met een bloedende
neus maakte zich uit de hoop los, rende
naar de alarmpost op het trottoir en
telefoneerde, dat er een relletje was.
„Kom op", zei Russ, „nu of nooit. In
een paar minuten zijn ze hier."
We doken door de ingang, renden door
het nauwe straatje tussen de stalen
hekken en stapten het kantoor binnen.
Er zaten dertig of veertig mannen op
banken in een afgesloten ruimte. Het
kantoorpersoneel was nog weg voor de
koffie. We gingen zitten en hoorden een
minuut later de sirenes. Een paar be
grepen niet, wat er aan de hand was en
probeerden uit de hoge ramen te kij
ken.
Na een minuut of tien kwam het kan
toorpersoneel weer aangeslenterd. Eén
ging naar zijn met tralies omgeven hok
je en kwam er met een vel papier uit.
„Heeft één van jullie wel eens met
een manipulator gewerkt?", vroeg hij.
Geen antwoord.
„Wat is een manipulator?" fluisterde
Russ.
„Eer. soort kraan", zei ik. „Wordt ge
bruikt om bonken heet staal te han
teren."
„Da's wat voor ons", zei hij.
„Niet te gauw", waarschuwde ik hem.
„Je weet niet wat je begint."
„Als het een machine is", zei hij, „kan
ik er ook mee omgaan."
De kantoorbediende nam de mannen
op. Z'n oog viel op Russ.
„Is er iemand bij", zei hij, „die ge
wend is met elektrische kranen om te
gaan?"
„Dat werk met die manipulator", zei
Russ, „wil ik wel hebben. En dan had
ik graag deze man als helper."
„Wel es gedaan?", vroeg de kantoor
man.
„Nee, maar ik heb met lieren gewerkt
en heb met laadmachines omgegaan.
Ik ben vlug van begrip. Het duurt niet
lang, vóór ik snap, wat ik eerst niet
wist."
De man krabde even op zijn hoofd.
„Best", zei hij, „we zullen het met je
proberen. Waar is je helper?"
„Hierzo." En hij wees op mij.
Ik had een baantje. En het was alle
maal zo vlug gegaan, dat ik niet wist
of ik wel of niet blij moest zijn. Een
neger, die naast me zat, zei, dat ze men
sen voor de gieterij aannamen. Het
werk daar is ook niet alles. Ik besloot
bij de grote vent te blijven. Als het mij
niet beviel, kon ik later overplaatsing
aanvragen. (Wordt vervolgd.)