STUK VOOR STUK FRAPPANTE VOORDELEN die alleen DeGruyter bieden kan Sarco- globine MACHINES EN MENSEN TWEE MOORDEN, DERTIEN MOORDEN OF ONSCHULDIG Een slaapkamer naar eigen idee „Ik ben onschuldig" Nieuwe brandweerkazerne Alarmering Goed nieuws voor bijenhouders Brand-grenzen FEUILLETON 8 MONSIEUR BILL VOOR ZIJN RECHTERS Bijgestaan door maïtre Floriot, de knappe, Paryse advocaat, die nog kort ge leden in Genève voor Jaccaud pleitte, zal monsieur Bill einde maart voor zyn rechters verschijnen. Het wordt de zaak van het jaar, vooral omdat men er op rekent opzienbarende onthullingen te horen over „het milieu". Honderden jour nalisten uit binnen- en buitenland hebben hun plaatsen al gereserveerd. De belangstelling van het publiek zal enorm zijn. lijk bracht hem minimaal een miljoen op. De inspecteurs van de criminolo gische diensten in Parijs zijn wel het een en ander gewoon, maar toch voel den ze zich onwel rond de maag wor den toen Bill steeds meer bijzonder heden verschafte over zijn loopbaan. Dit was in juli van het vorige jaar. Eén ding sprong echter onmiddellijk in het licht: Bill kon weinig bijzonder heden verschaffen over zijn dertien slachtoffers, kon zich niet eens meer nauwkeurig herinaeren wanneer, waar en hoe hij ze om het leven had ge bracht en hij kende al evenmin hun namen. Van meet af aan twijfelde men dan ook aan zijn verklaringen. Eind augustus deed Mr. Bill wederom van zich spreken. Hij trok zijn vroegere verklaringen in en ontkende ooit iemand te hebben vermoord, ook Do minique Thirel en Roger Adam niet. „Maar waarom hebt ge dan dertien moorden bekend?" „Omdat ik mijn leven moe was. In gevangenschap ben ik mijn dierbare verloofde Nadine kwijt geraakt. Het leven had voor mij geen zin meer. Ik vond de valbijl een gelukkige oplos sing." Mr. BUI denkt er nu weer anders over. Vandaar, dat hij alles ontkent. Monsieur BUI heet officieel Georges Rapin. Hij is nu 25 jaar oud en komt uit een keurig middenstandsgezin. Hij wordt er van beschuldigd twee perso nen te hebben gedood maarmen verdenkt hem er van in totaal dertien personen op vreselijke wijze uit de weg te hebben geruimd. Eén der slacht offers is de knappe Dominique Thirel, een barmeisje uit Parijs. Ze was met Bill uit geweest en later vond men haar ontzielde en verbrande lichaam in het bos van Fontainebleau. Dat was op 30 mei 1959. De jonge vrouw was door zeefd met zeven kogels, waarvan er zes dodelijk waren. De moordenaar had vervolgens het lijk overgoten met ben zine en aangestoken. Bill wordt er eveneens van beschuldigd de moord te hebben gepleegd op Roger Adam. de houder van een pompstation in Ville- juif, vader van drie kinderen. Reeds enkele weken nadat men de stoffelijke resten van het barmeisje had gevonden ontdekte men het spoor van Georges Rapin, die aanvankelijk ontkende, zich roerend vastsprak, bleef ontkennen en vervolgens voor een kop over de hele breedte in de Parijse avondbladen zorgde: hij bekende spontaan niet al leen de beide genoemde personen te hebben gedood maarook nog elf andere personen. Waarom? Hij was de betaalde doder van een misdadigersbende, doder in vaste dienst met een ongekende bedrevenheid. Ieder JIMMY MILLER gaat zingend en dansend door het leven! In 1954, toen de rock and roll nog geen weerklank in Nederland had gevonden, was de jitterbug een van de meest spec taculaire dansen. Jimmy Miller en zijn vrouw waren avond aan avond in Casa blanca te vinden en met succes, want in datzelfde jaar vond hun dagelijkse trai ning zijn bekroning in het jitterbug-kam- pioenschap. Jimmy, een kleine atletische figuur, heeft een Zuidamerikaans uiterlijk, waar in zijn Amsterdamse geboorte alleen te rug te vinden is in een enorme hoeveel heid zomersproeten. Zijn drie kinderen, donker en grote bruine ogen kennen hun vader als een man die helemaal opgaat in ritme, muziek en dans. Jimmy is echt een natuurtalent, zelf zegt hij: „Geen noot zo groot als een koe kan ik lezen, maar plotseling valt me een melodietje in. Ik neurie het liedje, de pianist speelt het na, éénmaal en nog eens en dan heb is het zitten. De handen en benen geven het verlangde ritme, de drummer neemt het over en dan groeit een nieuwe song." „Lucile" is de laatste muzikale vrucht van Jimmy Miller. Het ritme is strak en geheel nieuw, de show pakkend en vir tuoos, vol van interessante atletische wen dingen. Nu er steeds meer woonruimte ter be schikking komt, worden de eisen welke aan een doelmatige inrichting van de woning worden gesteld steeds groter. Voor de oorlog bracht het bruidje zoals dat heette de slaapkamer in het huwelijk mee: een volledige kamer met grote lin nenkast, listjumeaux of een tweepersoons bed, nachtkastje, toillettafel met krukje, tafel en stoelen. De tijden zijn veranderd. Tegenwoordig wordt het meubilair voor gezamenlijke rekening gekocht en boven dien waar moet het jonge paar zo'n vol ledige slaapkamer laten. De afmetingen van het slaapvertrek zijn meestal niet bepaald groot te noemen en toch wil het bruidje van heden een ge zellige en goed ingerichte slaapkamer hebben. Haar wens is door een Neder landse industrie begrepen en zij gaf de industriële ontwerper Joh. de Boer op dracht uit te zien naar een oplossing voor dat verschil in beschikbare slaapruimte. Zo werd DE IDEEKAMER GEBOREN De slaapmeubelen van deze kamer heb ben veel toepassingsmogelijkheden, kun nen naar ieders smaak worden aangevuld en in diverse kleurcombinaties worden samengesteld. Er zijn tweepersoons-idee kamers maar ook dergelijke kamers voor meisjes en jongens, zelfs bestaat er een hotelkamer-idee. De volledige tweepersoonskamer bestaat uit litsjumeaux, 200 x 180 met aangebouw de nachtkastjes, een lage tafel met een fauteuil en een gelakte stoel, een toilet tafel met tabouret en een 2-deurs kastje, half leg en half hang, met een commode. Deze commode kan voor diverse doelein den dienen. Wordt ze gebruikt voor win ter- en. of zomerberging dan kan de com mode boven op de kast worden geplaatst, zodat deze meestal verloren ruimte wordt benut. INGEBOUWD COMFORT De kast kreeg een meervoudige functie. Door het aanbrengen van accessoires kunnen de binnenzijde der deuren wor den ingericht als toiletmeubel; voor de dames een grote spiegel met bakjes en schapjes, voor de heren een kleinere spie gel met dassenhanger en bakjes en schap pen. Onder in de kast kan een speciaal ontworpen schoenenstandaard worden ge zet en voor het opbergen van kleinig heden kunnen onder de legplanken laden worden aangebracht. Er zijn kasten in diepe en ondiepe uitvoering. Moet men een ondiepe kast nemen dan kan een confectie-rail worden gebruikt. De kle ding kan in de breedte opgehangen en de rail kan naar buiten worden getrokken zodat men toch een overzicht van de kle ding heeft. Een complete tweepersoons ideckamer Kasten en commodes zijn geheel de montabel. De dragende onderdelen zijn van grijs metaal en de opvullende delen van spaanplaat. De zijkanten zijn altijd grijs en de deuren naar verkiezing: apart rood, gebroken wit, lichtblauw of lila. Elk onderdeel kan apart worden gekocht en bovendien passen zij bij elkaar en aan elkaar. Twee 1-deurskasten vormen een 2-deurs. De commode kan er bovenop worden geplaatst maar ook als toilettafel dienst doen. De toilettafel kan direct aan het ledikant worden geschoven en dan zijn geen nachtkastjes nodig. Het ledikant kan zijn 1-persoons, 2-per- soons en litsjumeaux met allerlei combi natiemogelijkheden met de bedkastjes. Alle mogelijkheden zijn aanwezig om uw slaapruimte een echte „ruimte" te doen zijn, smaakvol en gezellig ingericht, en waar wij beslist altijd met ons goede been uit bed stappen. De fantasie en het vakmanschap van de Nederlandse industrie brachten dit tot stand! SLAP EN FUTLOOS Gebruik en u bent spoedig weer geheel op krachten I In vloeibare- en drageevonn DUTIM N.V. - OEGSTGEEST (Vervolg van pagina 1) Men heeft hiervoor een zowel inge- nieuse als praktische oplossing gevon den. In het kort komt het hierop neer dat het complex in etappes gebouwd wordt. Waar men nu mee bezig is, wordt het frontgebouw, bestaande uit een uitrukgarage, een bergingsruimte voor gemeentelijk materiaal en een re paratie en stalling voor gemeentelijke voertuigen. Het is namelijk niet uitsluitend de brandweer die hier onderdak vindt. Ook de voertuigen en materiaal van de gemeentelijke dienst behoren tot de „inwonenden". Tegelijkertijd worden zes woningen gebouwd voor brand weerfunctionarissen die bij de kazerne moeten wonen. Pas later, wanneer de omstandig heden dit noodzakelijk maken wordt begonnen met de bouw van nog drie andere grote ruimten waar de diensten dan apart in ondergebracht worden. Bij de huidige Veenendaalse brand weer is geen enkel hiaat, uitgezonderd de alarmering. De heer v. d. Veen for muleerde het zo: „De alarmering is een Een elektronisch instrument dat een Brit se bijenhouder heeft uitgevonden waar schuwt de imker minstens vijftien dagen voor de bijen uitzwermen. Het apparaat wordt thans reeds in verschillende lan den gebruikt. Het instrument selecteert de frekwentie van de toon die bijen in een korf voortbrengen. Hierdoor wordt het niet langer nodig om de korven te openen en naar de koninginne-cel te zoe ken wanneer er geen aanwijzing voor een ophanden zijnde zwerm is. Het verschaft in enkele seconden ge gevens die men anders pas na een half uur zou kunnen verkrijgen. De uitvinder, de heer E. F. Woods, van de Engineering Division van de BBC, heeft tien jaar aan zijn uitvinding gewerkt, tezamen met de heer E. F. Birch, een ingenieur van de posterijen. De heer Woods, die kortgeleden tot lid van de Royal Entomolotical Society werd gekozen voor zijn studie van het gedrag van de honingbij, heeft verklaard, dat deze elektronische „voorspelling" be tekent dat hierdoor meer honing kan worden gewonnen, omdat de verstoring van de activiteit in de korf wordt ver minderd. In Amerika zijn ongeveer tien miljoen bijenkolonies en de kosten van iedere inspectie van de korf worden op tussen de vijftien en twintig dollar ge schat. Het instrument van de heer Woods, dat ongeveer 45 kost, wordt reeds in Duitsland, Nieuw Zeeland en India, als ook in Groot-Brittannië zelf gebruikt. De „zwermtoon" lijkt op het klokkende geluid van weglopend badwater. zwak onderdeel van het goed functio nerende brandweerapparaat". Het is nu zo dat alle brandweer lieden thuis een alarmschei hebben. Wanneer in het tijdvak van 7 uur v.m. tot 7 uur n.m. brand uitbreekt worden de brandweermensen én door de alarm- schel én door de sirene op het gemeen tehuis, gewaarschuwd. Van 's avonds 7 uur tot 's morgens 7 uur geschiedt dit alleen door middel van de alarm- schel Laten we even aannemen dat er brand gemeld is van kleine omvang (dit geschiedt onder het nummer 2222 waartoe de politie behoort, hetgeen theoretisch ook moeilijkheden kan op leveren) en hiervoor maar enkele man schappen nodig zijn. Hoewel het korps in vier sectoren verdeeld is, kan men niet nagaan of de opgeroepenen thuis en dus beschikbaar zijn. Roept men alles op dan kan het gebeuren dat voor een klein binnenbrandje het gehele korps gemobiliseerd wordt. De meest ideale oplossing noemde de heer Van de Veen een vaste post bij de kazerne, wat bijvoorbeeld in Ede het geval is. Op de commandopost kan men dan zien of de opgeroepenen in derdaad beschikbaar zijn, zodat er van uit de kazerne een juiste werkindeling gemaakt kan worden. Een dergelijk systeem is voor de brandweer nog toe komstmuziek, maar wat niet is kan ko men. In de brandweergeschiedenis is het wel eens voorgekomen dat er in de directe nabijheid van Veenendaal brand uitbrak, hoewel dit gebied niet tot de gemeente Veenendaal behoorde. Officieel moest men dan lijdelijk toe zien, officieus werd het vuur natuur lijk met alle middelen bestreden. Met de omliggende gemeente, uit gezonderd Rhenen, is een overeenkomst gesloten, waarbij het gebied ten zui den van de lijn Utrecht-Arnhem tot het verzorgingsgebied van Veenendaal wordt gerekend. Breekt hier dus brand uit dan wordt de Veenendaalse brand weer onmiddellijk gemobiliseerd. Is de brand aan de andere kant van de spoorlijn, dan wordt hulp geboden wan neer de gemeente Ede, resp. Renswou- de daartoe verzoekt. „En Rhenen?" zo vroegen wy de heer Van de Veen. Uit het antwoord blykt dat er met Rhenen nog geen enkele regeling is getroffen. „Het initiatief moet van Rhenen komen", aldus de commandant. „Wanneer bijvoorbeeld een brand uitbreekt in het ziekenhuis dan mogen wij, zonder verzoek van Rhenen, officieel niet helpen. Maar op zulke momenten gaan wij niet vragen wat er mag of niet mag. Er is brand en dusREDDEN." Deze laatste uitspraak kwalificeert in alle lagen de Veenendaalse brandweer, die over niet al te lange tijd een eigen onderdak krijgt. In het cabaret van Kees Manders, waar Jimmy Miller zijn triomfen viert is hij de favoriet van de Amerikaanse toeristen. Een Amerikaans soldaat vroeg na de show eens aan de portier: „Waar komt Jimmy vandaan?" „Van Brooklyn, U.S.A." was het snobistische antwoord. Binnen een kwartier waren Jimmy en Joe in een diep gesprek gewikkeld over Brook lyn en wederzijdse kennissen. En dan te weten dat Jimmy Amerika alleen kent uit de vele gesprekken met buitenlanders. Een sigaret en alkohol raakt hij niet aan, zijn maaltijd is zorgvuldig samengesteld. Hij is in training, bouwt aan zijn eigen stijl en zingt in vier talen, maar Jimmy is op zijn best met zijn eigen nummers in Amerikaanse stijl. Nog nooit werden levensmiddelen zo goed, zo modern en zo kostenbesparend gefabri ceerd, verpakt en vervoerd als de laatste jaren. Nog nooit werden levensmiddelen zo snel en zo practisch aan de huisvrouw overhandigd als nu, door zelfbediening Daarom kan De Gruyter zijn klanten iedere week extra voordelige aanbiedingen doen als nog nooit tevoren. DOOR WESSEL SMITTER „Ik denk, dat hij er kwispelend uit zou komen, als u mij vraagt. Als het niet zo is, zal ik zorgen, dat de maat schappij u een ander wit hondje geeft. Het kost een paar honderd dollar, als we niet aan 't werk gaan." „Een paar honderd dollar! Wat be tekent dat dan nog? Zou je mijn engel tje daarvoor dood laten gaan? Je bent wreed. Je bent niet waard om met die ren op dezelfde wereld te leven." Ze liet Johnson ijskoud staan en ging naar de gids. Intussen had Russ een luchtslang tevoorschijn gehaald en gaf een van de bikkers instructies. Deze stopte de slang aan de verste kant on der de wagen; Russ stond aan de an dere kant. „Als Dr. Anson hier was", zei ze te gen de gids, zou hij er wel raad op we ten. Hij kan zo goed met mijn Dadie omgaan, hij heeft zoveel begrip voor hem. Waar kan ik het dichtstbij inter lokaal telefoneren? Ik moet hem spre ken. New York." De bikker hield zijn duim op het ven tiel. Russ gaf het sein. Er was een geweldige luchtstroom, toen honderd vijf tig pond lucht los barstte: het leek een kleine aardbeving toen vuil, as, kolengruis en ijzeren schilfers van de grond opsprongen en zij die hun ogen niet dicht hadden, za gen een vettige witte streep, ongeveer de maat en de vorm van een vuile thee doek, over de vloer glijden. Toen het stof was gaan liggen, stond Russ er met de hond en probeerde hem te be letten het vuil van zijn gezicht te lik ken." ,Mijn Dadie!" riep ze uit. „Mijn lie veling! De man heeft je gered! Mijn schatje." Ze drukte hem aan haar hart. Het staal was koud. We moesten het in het vuur terugzetten. En toen Russ het van het aambeeld nam en met het wagentje de rails afreed, trok Joe, de veger, zijn wenkbrauwen op, rimpel de zijn neus en keek door een denk beeldige lorgnet-op-een-stokje de vloer af. De hond had wat voor hem achter gelaten om op te vegen. De strijd ontbrandt. Men zou denken, dat de grote bewon dering van de toeschouwers en de op snijderij van de gidsen hem het hoofd op hol zouden brengen. Maar dat was niet het geval. Volgens hem kwam de grootste verdienste aan de bak toe en hij begon daar erg veel werk van te maken en hem lievelingsnaampjes te geven, zoals „Betsy" en „Ouwe Ijzer vreter" en andere, nog sentimenteler, geloof ik, wanneer ik niet in de buurt was. De ene avond na de andere gingen we naar de fabriek met een fles koper poets en sloegen aan het wrijven. Hij deed het meeste werk en ik luisterde naar zijn vreemd gepraat. „Ik zal je 's wat vertellen, Bennie", zei hij, „het geeft je een heel speciaal gevoel als je daar boven bent en alles werkt; je hebt je handen aan de hen dels en voelt de elektrische prikkeling door je vingers en armen gaan. Het lijkt wel alsof je tweehonderd paarde- kracht sterker wordt. Ik zeg je, het maakt je een ander mens, met zo'n kracht om te gaan, hem aan je te laten gehoorzamen, aan je wil te onderwer pen door een hendel maar even aan te raken." „En of", zei ik, „behalve wanneer je te veel van die prikkeling krijgt en het je op je nummer zet." Hij bracht het zover, dat hij alles zelf regelde en de stroom inschakelde om te zien hoe het werkte als hij met een rem of hendel bezig geweest was. Ik zette dan een melkfles, gevuld met water, op de grond en hij probeerde hem op te rapen en zonder breken te legen. We verlummelden zoveel tijd in de fabriek 's avonds, dat de nachtwacht het verdacht begon te vinden en we weg moesten blijven. Herman, die op de kraan boven ons werkte en tabak pruimde, spoog op een goeie dag uit zijn kooi naar be neden en raakte de klauw van de ma chine. Russ voerde juist een koud stuk staal aan. Hij liet de wagen stoppen, liet de boom zakken, nam Hermans hemd van de kooi weg en veegde er de klauw mee schoon. 's Avonds hadden ze een woorden wisseling bij de klok. Niet zo heel erg, maar toch waren ze scherp tegen el kaar; er bleef bij hen beiden iets van hangen. Een paar dagen later begon Herman onvoorzichtig met zijn ladin gen te worden en kwam te dicht bij als hij over de bak ging. Russ werd nijdig. „Zeg aan je maat", zei hij tegen Hermans helper, dat als-ie dat weer doet, ik naar boven reik en hem d'r af trek." „Houd je kalm", zei ik. Het is niet verstandig hem kwaad op je te maken. We krijgen straks zwaar werk en je zult zijn hulp nog nodig hebben." Alles boven de tien ton, de uiterste capaciteit van de wagen, noemden we „zwaar werk". Meer dan tien ton kon Russ alleen niet af en Herman hielp hem dan. Ze deden dan een lus om het staal, Herman maakte zijn haak eraan vast en op die manier werd het wat lichter voor de bak. Hun samenwer king moest vlot en glad zijn, het was geen werk voor mensen die altijd kift- De bel ging en Herman kwam naar beneden om te eten. Russ ging naar hem toe en wond er geen doekjes om. „Hoor es", zei hij, ,als je nog eens met zo'n vracht staal vlak boven mijn hoofd komt, laat ik het er niet bij. Eén van ons komt dan in het ziekenhuis terecht, snap je?" Herman deed geen mond open. Hij was enigszins onder de indruk. Een paar dagen lang zorgde hij dat zijn vrachten de ruimte hadden en toen kwam hij wéér te dichtbij. Niet zó dichtbij dat Russ hem kon zeggen waar het op stond en er niets tegen kon doen, maar toch dicht genoeg om hem een onbehaaglijk gevoel te geven. Hij sprak er met Johnson over. „Ik dacht, dat je het al tegen hem had gezegd", zei Johnson. „Hij zei te gen mij, dat jij hem bevelen gaf. Twee bazen heeft hij niet nodig." „Ik heb het ook al tegen hem gezegd", zei Russ. „Nu zeg ik 't tegen jou. Als hij wat laat vallen en mij raakt, dan hoef je ze daar in het kantoor niet te vertellen dat het een ongeluk was. Be grijp je? Want Bennie hiér Is getuige van wat ik heb gezegd. En wat ik jou nou zeg." „Wat scheelt je?" zei Johnson, „krijg je de zenuwen of zoiets? Hij heeft al acht jaar lang staal over de hoofden van de mensen gezwaaid en hij heeft nog nooit iemand geraakt." „Da's me ook een bewijs, Johnson." „Nou, het is een bewijs, vind je niet?" „Van het soort, waarmee jij aankomt. Maar je moet iets beters bedenken, je moet met Herman spreken en hem op zijn nummer zetten. Of ik zal hem op zijn nummer zetten zonder iets te zeg gen." Die twee hadden het niet op elkaar begrepen. Johnson zou hem onmiddel lijk ontslagen hebben, als hij er kans toe zou hebben gezien. Vroeger ontsloe gen de ploegbazen links en rechts, maar Mr. Holt had daar een eind aan ge maakt. Bovendien was Russ niet de eerste de beste en dat wist Johnson. Ook, dat sommigen van de heren met de witte boordjes daar eveneens van op de hoogte waren. En voor Russ was dit ook geen geheim.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 6