ALTIJD VOORDELEN
EN NOG EENS VOORDELEN
OM BETER ROND TE KOMEN
Sarco
globine
10 cent
MACHINES EN
MENSEN
Alles over effecten
begrafenis
A. W. de H a a s
VOOR BETER
DRUKWERK
CROQUETTE
BISCUITS
9e PRIJSVERLAGING
Choc, tabletten 70 ct.
Cocktailworstjes 98 ct.
Soepballetjes in potjes 79 ct
Pilchards72 ct.
Kalfsbouillonsoep
Ossestaartsoep
GOEDKOPER
Bij elke 2 pakjes margarine of vei
EEN CHOCOLADEREEP GRATIS
Voor de kantonrechter
Wereldgezondheidsdag
Toen kwam er een olifant
met een lange snuit
Surséance van
betaling
PRUMMEL
Voor een
Altijd het Snoepje van de Week voor 1 5 ct bij aankoop van f4.- De Gruyter artikelen.
FEUILLETON
(i)
Momenteel is er een toenemende be
langstelling waar te nemen voor „be
legging in effecten". Om aan deze in
teresse tegemoet te komen, zullen wij
enkele weken achtereen in een kort
artikel naar gegevens van de Rotter
damse Bank N.V. de volgende onder
werpen aan een nadere bespreking on
derwerpen:
1. de voornaamste soorten effecten;
2. de opbouw van een effectenporte
feuille;
3. de handel ter beurze.
Onder de verzamelnaam „effecten"
worden voornamelijk de volgende vier
soorten waardepapieren gerangschikt:
a. obligaties;
b. aandelen;
c. preferente aandelen;
d. converteerbare obligaties;
Een obligatie is een schuldbekentenis.
De obligatiehouder is een schuldeiser;
hij heeft voor een bepaalde tijd tegen
een vaste rente geld ter leen gegeven
aan de overheid, een onderneming, of
een vereniging. De rente kan de obli
gatiehouder incasseren door de desbe
treffende coupons (welke zich aan de
obligaties bevinden) op of na de ver
valdag, welke op de conpons is aange
geven, ter betaling bij een bank aan te
bieden. Heeft men een obligatie gekocht
dan kan men op een vast bedrag aan
rente rekenen. Bezit men b.v. een 4
obligatie Nederland 1959, groot 1000,-
nominaal, dan ontvangt men jaarlijks
45,aan rente.
Op obligatiebezit maakt men een ho
gere rente dan op spaarbanktegoed,
maar hier staat tegenover, dat men met
spaarbanktegoed geen enkel koers-
risico loopt. Geen kans dus op koers
verlies, maar ook geen kans op koers
winst.
Het koersrisico bij obligaties vindt
zijn oorzaak'voornamelijk in het feit,
dat de koersen van obligaties fluctue
ren al naar gelang de hoogte van de
rentestand. Ten tijde van een hoge
rentestand zullen obligaties van een
laag rentetype beneden pari (100%)
noteren, terwijl in een periode van
lage rentevoet de koersen van obliga
ties van een hoog rente type boven 100%
zullen staan.
Bij obligaties moet men onderscheid
maken tussen couponrendement en
effectief rendement Onder coupon
rendement verstaat men het directe
rendement dat men maakt op het uit
gezette bedrag. Koopt men b.v. een
3% obligatie, groot 1000,— op een
koers van 90 dus a 900,dan
maakt men 30,rente op 900,
hetgeen uitkomt op 3%%.
Bij de berekening van het effectieve
rendement neemt men tevens nog in
aanmerking de te zijner tijd bij aflos
sing te maken koerswinst, of het te ne
men koersverlies. Het effectief rende
ment is veelal min of meer theoretisch;
men gaat er n-1. van uit, dat de desbe
treffende obligatie precies op de ge
middelde looptijd van de lening zal
worden afgelost. Loopt een obligatie
lening b.v. nog 20 jaar en geschiedt de
aflossing in 20 gelijke jaarlijkse ter
mijnen, dan is de gemiddelde looptijd
nog ongeveer 10 jaar. Men neemt dus
aan dat de obligatie na 10 jaar uitge
loot zal worden. Nemen wij weer de
zelfde 3% obligatie, aangekocht op
90%. In 10 jaar maakt men bij aflos
sing pari dus 10% koerswinst of wel
1% per jaar. Het couponrendement be
droeg 3%%, het effectieve rendement
3'/»% 1% 4%%.
(Vervolg van pagina 1)
zanglijster, maar een merel geweest.
Ook een merel is door de vogelwet
beschermd verklaard, doch wanneer
verdachtes verweer op waarheid berust
zou de tenlastelegging, waarin alleen
van een lijster gesproken werd, niet
juist meer zijn en zou vrijspraak die
nen te volgen.
De zaak werd daarom aangehouden
en onlangs werden de verbalisant W.
uit Wageningen en de deskundige, E.
uit Wageningen als getuigen a charge
gehoord. Als deskundige-getuige dé
charge verscheen een buurvrouw van
verdachte, mej. G. v. d. S. uit Wage
ningen .De verbalisant bleek niet over
zoveel ornithologische kennis te be
schikken, dat hij precies het verschil
tussen een merel en een zanglijster
kende en de beide deskundigen spraken
elkaar met grote stelligheid tegen. E.
hield het op een zanglijster en mej. G.
v. d. S. verklaarde, dat zij in de dode
vogel een wijfjesmerel herkend had.
Het gerecht besloot daarom om, zoals
in twijfelgevallen gebruikelijk is, het
voordeelsrecht voor de verdachte te
laten gelden. Het werd hierop vrij
spraak.
Van M., aannemer te Utrecht, stond
voor het Wagenings kantongerecht als
verdachte voor de balie omdat hij op
31 maart van het vorige jaar op rijks
weg 12 bij Ede met zijn vrachtauto een
personenauto gesneden zou hebben. Er
was geen botsing gevolgd, doch twee
inzittenden van een andere auto, Van
W., inkoper, en S., kantoorbediende,
beiden te Rotterdam, hadden de manier
van rijden van Van M. zo roekeloos
gevonden, dat zij zijn kenteken opna
men en de politie waarschuwden.
Van M., die pas enkele weken later
gehoord was, verklaarde nu zich niets
van een overtreding te kunnen herin
neren.
Verdachte haalde twee op de lin
kerbaan rijdende auto's rechts in. De
voorste hiervan sneed hij, toen hij om
een rechtsrijdende bestelauto te passe
ren plotseling naar links zwenkte, zo
vertelden de beide getuigen.
Hoe hard reed ik volgens u? vroeg
verdachte aan getuige S.
Rond de 100 kilometer, schatte de
ze.
En kunt u met die snelheid uw
stuur zomaar even naar rechts en met
een weer naar links draaien, infor
meerde Van M. verder.
Ik niet, antwoordde S., maar u
kon het blijkbaar wel.
Onmogelijk, hield verdachte vol.
Helemaal niet, viel de officier in.
Het is juist een geliefde manoeuvre
van bepaalde figuren op de grote auto
wegen. Als men er links niet snel ge
noeg langs kan probeert men het
rechts maar en zo is het in uw geval
kennelijk ook gebeurd. Bovendien hebt
u dan nog een mede-weggebruiker
goeddeels de pas afgesneden. Twee ge
tuigen hebben zich daar destijds zo aan
geergerd, dat zij onmiddellijk aangifte
gedaan hebben bij de politie.
Eis: Een voorwaardelijke ontzegging
van de rijbevoegdheid voor de tijd van
zes maanden met een proeftijd van
twee jaar en een boete van 100,of
20 dagen.
Het vonnis luidde conform.
SNEL DROOG
In de herenmodezaken in Groot-Brit-
tannië is thans „het snelst drogende
overhemd ter wereld" verschenen. Bij
een recente demonstratie werd een van
de nieuwe overhemden in 22 minuten
gewassen en gedroogd. Het overhemd,
dat van nylon materiaal is gemaakt is
poreus, kan „ademen" en wordt vrij
wel op generlei wijze aangetast door
kreuken of vouwen. Het overhemd is
zowel effen als in streepdessins ver
krijgbaar.
180% GESTEGEN
Het aantal toeristen dat Groot-Brit-
tanniëë bezoekt is in de afgelopen 12
jaar met ongeveer 180% gestegen. Men
neemt aan dat het totaal van 1959,
1.390.000 tot boven de anderhalf mil
joen zal stijgen, aldus heeft Sir Arthur
Morse, President Directeur van de Bri
tish Travel and Holidays Association
in Londen bekend gemaakt.
TELEFONEER VOOR WAT U ZULT
ETEN
Vrouwen die met de handen in het
haar zitten omdat ze niet weten wat ze
haar gezin of gasten zullen voorzetten
zullen wellicht in de toekomst de
nieuwste recepten voor schotels via de
telefoon kunnen krijgen, wanneer de
plannen waarover de Britse PTT zich
thans beraadt worden verwezenlijkt.
Er wordt namelijk in overweging ge
nomen om de speciale diensten van d_e
Britse PTT, waartoe het weerbericht
en de tijd behoren, uit te breiden. An
dere diensten die men thans bestudeert
zijn de beursnoteringen, sportuitslagen,
een muziektoon, een Kerstmannetje die
de kinderen in de Kersttijd kunnen op
bellen en een uitbreiding van het
weerbericht voor automobilisten over
de toestand van de wegen.
(Vervolg van pagina 1)
Ondanks al deze successen worden
wij toch door grote zorgen vervuld.
De mens heeft nieuwe wapenen ont
wikkeld, die ons voortbestaan in tal van
landen praktisch onmogelijk hebben
gemaakt. Uit West-Europa, uit Grie
kenland, uit Ceylon, uit de Philippijnen
uit Frans Guyana en uit andere landen
zijn wij al vrijwel geheel verdreven.
In vele andere gebieden moeten wij
binnen afzienbare tijd op een massale
vernietiging rekenen.
Als spion ben ik uitgezonden om
de plannen van de mens te weten te
komen. Ik heb vele landen bezocht -
met snelle vliegtuigen en schepen gaat
SLAP EN FUTLOOS
Gebruik
:A
en u bent spoedif
geheel op krachten I
In vloeibare- en
drageevorm
DUTIM N.V. - OEGSTGEEST
dat tegenwoordig zo ongemerkt en zo
gemakkelijk - en in vele plaatsen ben
ik de hoofdkwartieren van de malaria
bestrijding binnengedrongen.
Ik heb ontdekt, dat op 7 april a.s.
ter gelegenheid van de Wereldgezond
heidsdag der Verenigde Naties een
nieuwe grootscheepse aanval van de
gehele mensheid tegen ons zal worden
gelanceerd. Dat zal gebeuren in tien
tallen landen tegelijkertijd en met een
concentratie van hulpmiddelen, zoals
de wereld die nog nooit heeft gezien.
Wilt u weten, wat ik heb ontdekt?
Enige tienduizenden gezondheids
teams staan in de eerstse linie klaar
voor de aanval. Zij zijn toegerust met
enkele miljoenen tonnen verdelgings
middelen. Honderden miljoenen huizen
in de door ons bezette gebieden zullen
zij binnendringen met hun sproeiers en
verstuivers om ons het voortbestaan
onmogelijk te maken. Er zullen tien
tallen miljoenen bloedproeven worden
genomen en overal in de wereld zijn de
ziekenhuizen en de klinieken bevoor
raad met onvoorstelbare hoeveelheden
medicamenten. De moerassen, waarin
wij leven en waarin wij ons vermenig
vuldigen, zullen worden drooggelegd.
Duizenden vervoersmiddelen staan ge
reed, variërend van schepen en vracht
wagens tot olifanten en kamelen toe.
Honderden laboratoria in vele landen
werken samen om nieuwe verdelgings
middelen te vinden en om proeven te
nemen met ons weerstandsvermogen.
Dat weerstandsvermogen is ons
laatste wapen. Er zijn in ons miljarden
volk families, die in de loop van enkele
muskietengeneraties al een weerstand
hebben ontwikkeld tegen D.D.T. of te
gen andere moderne bestrijdingsmid
delen. Die weerstand moet verder wor
den aangekweekt omdat wij anders met
de totale vernietiging worden bedreigd.
Wij hebben daarvoor echter nog maar
enkele jaren de tijd.
De mens, onze vijand, weet dat
ook. Wanneer de mens er niet binnen
enkele jaren in slaagt, ons geheel te
vernietigen, zal zijn strijd tevergeefs
geweest zijn. Dan zullen wij voldoende
weerstandsvermogen hebben ontwik
keld en dan zullen wij weer de wereld
kunnen beheersen.
Het is goed, dat ik dit alles heb
ontdekt. Wij zijn nu gewaarschuwd.
Maar toch leeft er ergens in mij de
vrees, dat wij de strijd zullen verliezen,
nu de gehele mensheid zich tegen ons
keert. Russen en Amerikanen, Chilenen
en Indiërs, Nederlanders en Afrikanen
en alle andere volkeren ter wereld,
hebben de handen ineengeslagen om
met inzet van alle beschikbare man
kracht, van alle wetenschappelijke ken
nis en van alle materiële hulpmiddelen
een nieuwe wereldwijde campagne te
gen ons te beginnen. Ik vrees voor onze
toekomst en ik zie de komende jaren
met grote angst tegemoet. Wij zullen
echter strijden tot de laatste Muskiet!
Zzzzzzzt, zzzzzt
en die blies het hele ver
haaltje uit. Hoeveel vaders en
moeders zouden ddt al niet aan
hun kinderen hebben verteld na
het voorlezen van een sprookje.
Welnu, in Ouwehands Dieren
park zit men er echt mee. Niet
dat de olifanten, die daar zoals
alle andere dieren in de vrije na
tuur leven iets uitblazen, maar
wel dat hun slurf zó lang is ge
worden, dat zy ermee tot ver over
de stenen borstwering van hun
dagverblijf kunnen reiken en vo
rig seizoen al menig handtasje
aan niets vermoedende dames
hebben ontfutseld. Vele manne
lijke bezoekers, die een ogenblik
hun aandacht aan iets anders be
steedden, voelden plotseling ge-
gewriemel in de zak van hun
colbertjasje. Dan bleek het één
van de op zoek naar lekkers zijn
de olifanten te zijn, die daarbij
als een volleerd zakkenroller te
werk ging.
Men staat nu in het Rhenense
dierenpark voor het feit, dat
hieraan iets moet worden gedaan.
De dikhuiden zijn uit hun „home"
gegroeid.
De oplossing is al gevonden.
Door het treffen van speciale
voorzieningen wordt de droge
gracht tussen het olifantenterras
en de borstwering waarachter het
publiek staat verbreed, zodat de
dieren straks het uiteinde van
hun slurf nog maar nèt op het
randje van de borstwering kun
nen leggen. De vele lekkernijen
die men hen wil toestoppen gaan
dan tóch niet aan hun (lange)
neus voorbij, terwijl de bezoekers
overigens niet bang meer behoe
ven te zijn, dat op een onver
hoeds moment hun eigendom
wordt gepromoveerd tot voor to
tale verplettering in aanmerking
komend speeltuig van de goed
moedige lobbessen.
Bij beschikking van de Ar-
rondissements-rechtbank te
Arnhem van 21 maart 1960
is aan A. H. Folman, ver
voerder te Veenendaal, voor
de tijd van lVt jaar, defini
tieve surséance van beta
ling verleend, met benoe
ming van mr. D. Beek
Schouten, advocaat te Wa
geningen. Nudestraat 9, tot
bewindvoerder.
De Griffier van ge
noemde rechtbank:
Mr. B. SWANENBURG
BRILLEN
SPECIAALZAAK
Kerkewijk17 Veenendaal Telefoon 3313
met auto's zijn wij speciaal
ingericht
4-8 persoons auto's
disponibel
N.V. v/h Fa. Wed.
Kerkewijk 91, Telef. 2845
naar drukkerij
„De Gelderse Vallei"
Parallelweg 10
Telefoon 08385-2023
Bij elke 2 pakjes thee
een pak
E*n lekker bltcuitje met 40 cent
„*oordeel- Profiteert U mee?
Ook bij theezakjes
Nog nooit werden levensmiddelen zo goed.
zo modern en zo kostenbesparend gefabri
ceerd, verpakten vervoerd als de laatste jaren.
Nog nooit werden levensmiddelen zo snel
en zo practisch aan de huisvrouw overhandigd
als nu, door zelfbediening.
Daarom kan De Gruyter zijn klanten iedere
week extra voordelige aanbiedingen doen als
nog nooit tevoren.
en
Kalfsbouillonsoep van 55 ct voor
45 ctOssestaartsoep van 65 ct
voor 55 ct.
Altijd een kassabon
voor 10°/o korting
ook bij de
weekreklames.
(extra margarine uitgezonderd)
Dus bij 4 pakjes: 2 repen gratis 6 pakjes: 3 repen gratis, enz.
Deze aanbiedingen zijn geldig van 30 maart t.e.m 5 april I960
m
de Gruyter
DOOR WESSEL SMITTER
14
Johnson werd purper. „Ik kan je
geen opslag bezorgen als je het op zo'n
manier moet hebben. Je kunt de Holt
Autofabrieken niet het mes op de keel
zetten. Dat gaat zó maar niet. Ik moet
het voor je aanvragen en afwachten,
wat ze zeggen. Misschien gaat het door,
misschien ook niet. Snap je? Je bent
niet zo machtig, dat je de Holt Autofa
brieken de wet kunt voorschrijven en
je zin krijgen ook."
„Maar ik ben machtig genoeg om de
Holt Autofabrieken te zeggen, dat ze
hun baantje kunnen houden, als ik
voor vijf dollar per dag moet werken.
Ik probeer je aan je verstand te bren
gen, dat ik geen handel aan die bak
overhaal, als ik geen zes tachtig krijg."
Johnson zat in het nauw. Drie ovens
lagen vol staal, dat moest worden be
werkt. Een hele vracht orders wachtte
op uitvoering. En geen sterveling in de
fabriek, Johnson zelf ook niet, was in
staat op die manipulator te klimmen en
ermee om te gaan. Toch wilde hij zich
geen opslag laten afpersen.
„Hoor es," zei Johnson, „laten we er
vandaag over ophouden. Als 't aan mij
lag, kreeg je opslag, uit mijn zak komt
het niet. Als je niet werkt, moet ik je
wegsturen."
„Laat me nou niet lachen," zei Russ.
„Als ik geen opslag krijg, hoef jij me
niet te ontslaan. Ik zal je de moeite
besparen. En wat dat betreft, ik wil
ook opslag voor Bennie hebben. Hij is
net zo lang hier als ik."
Johnson ging weg, om Riley te halen
en kwam al gauw met hem terug.
„Waar gaat de ruzie over?" zei Riley.
„Ruzie is het niet," zei Russ. „Ik wil
opslag hebben. Ik ben al meer dan zes
maanden hier. Ik ken mijn werk, ik
werk hard, ik ga niet op de loop als ik
bij heet ijzer in de buurt kom. In de
laatste drie maanden is er niets in de
oven teruggegaan. Door hard te wer
ken, mij er helemaal aan te geven en
niet naar de klok te kijken, geloof ik
wel, dat ik de maatschappij veel geld
help verdienen. Volgens mij ben ik
tien dollar per dag waard. Ik vraag
niet om tien, ik vraag om zes tachtig."
„En je helper?" vroeg Riley. „Is zes
dollar goed?" „En of mijnheer", zei ik.
„Zes dollar is prachtig, mijnheer, ik
ben er heel blij mee." Dit was de eerste
maal, dat ik met Riley sprak.
„Geef het hun maar", zei hij tegen
Johnson. „Ze zijn aan de beurt". Het
ging als vanzelf.
Een paar weken later vertelde Russ
me het nieuws, toen we naar huis lie
pen. Hij was getrouwd. En daar was
het niet bij gebleven, hij en Rita had
den een huis gehuurd en we moesten
onderweg de tram uit, een paar straten
doorlopen en het bekijken. Rita was
er bezig, om met haar broertje tweede
hands stoelen te schilderen en toen we
binnenkwamen, stormde ze op Russ af
met de kwast in haar hand en hij
kwam onder de gele verf te zitten.
Het huis was niet veel bijzonders,
niet zo erg groot en in de vloer was
een kuil, zodat twee poten van de ka
chel aan één kant moesten worden ge
stut om haar recht te houden, maar er
was electrisch licht en stromend water
Er waren maar drie kamers. Twee
slaapkamers, één aan elke kant en er
tussen een grote kamer, die als eet
kamer, zitkamer, keuken en de rest
dienst moest doen. In deze kamer stond
een tafel, er waren wat verveloze stoe
len, een hoekje voor de vaat en een
oude sofa met een gloednieuw kleed
erover. Rita was een en al opwinding.
Ze leken beiden uitgelaten kinderen.
„Wacht maar tot de gordijnen han
gen", zei ze. „Dan herken je het niet.
Zonder gordijnen is een huis niet be
woonbaar, maar als het van de man
afhing, was dat het laatste wat ge
beurde."
„Natuurlijk", zei Russ, „een man wil
uit het raam kijken. Wat een uitzicht
hè, Bennie?"
Russ vertelde haar over onze op
slag en ze omhelsde hem en gaf hem
een zoen, waarmee een vrijgezel als ik
was, voor de rest van z'n leven blij
had kunnen zijn.
„Nu kunnen we het kleedje kopen,
dat ik graag wilde hebben", zei ze. „En
de lampekap voor Bennie."
„Stil, stil", zei hij, „je verraadt alles."
„Vertel het maar", zei ik. „Wat is
er?"
„Zullen we?" vroeg ze.
„Waarom niet?" zei Russ* „Wat zou
het?"
„Wel", zei ze, „we hebben een kamer
voor jou ingericht. We dachten, dat je
wel bij ons zou willen komen wonen."
„Ik denk er niet aan", zei ik. „De
eerste paar jaar leven jullie nog in het
paradijs. Ik zou te veel zijn, in de weg
zitten als je naar de maan wilt kijken
of naar de zonsondergang."
„Tja", zei Russ. ,,'t Zou erg zijn.
Maar alle gekheid op een stokje, Ben
nie, we menen het. Om twee redenen
willen we graag, dat je bij ons komt.
Ten eerste zou ik je missen en ten
tweedehebben we je nodig voor de
onkosten van het huis. We zouden je
echter maar zes dollar per week vra
gen, in plaats van de zeven, die je aan
de oude mevrouw Prouse betaalt. Ze
ven is te veel. Het is zoals Johnson zegt:
„De tijden zijn nog moeilijk."
„Hij heeft de kamer nog niet gezien",
zei Rita. „Hoe weet je, of hij er zin in
heeft?"
„Dat weet ik ook niet", zei Russ. „Als
ik 't wist, zou ik mijn waar niet zo aan
prijzen."
Rita deed de deur open en ik zag de
kamer. Die was tamelijk klein, er was
een raam en er stond een kacheltje. Er
was iets geels voor het raam gedra
peerd, er stond een bed en een stoel; in
een hoek achter een gordijn op rails
was plaats om kleren op te hangen.
„Je ziet, dat hier een vrouw aan 't
werk is geweest", zei Russ.
„Ik vind 't geweldig", zei ik.
„Het is helemaal jouw kamer, op een
voorwaarde", antwoordde hij.
„En die is?"
„Dat je een Holt-spreuk op ieder van
die barsten in de muur prikt."
„Dat zal wel gaan", zei ik. „Ik heb
er genoeg om de hele muur mee te be
hangen. Wanneer kan ik komen?"
„Zaterdag."
„En wat moet er met de buitenboord
motor gebeuren?" vroeg ik. „Zullen we
hem voor een nieuwe kinderwagen in
ruilen?"
„Dat kun je denken", zei hij. „De
buitenboordmotor komt hier, het is al
les wat we bezitten, plus ongeveer voor
tien dollar aan tweedehands meubels."
„We moeten hem houden", zei Rita.
„Als Benjamin groot wordt, kan ik dan
tegen hem zeggen: Benjamin, toen je
vader en ik trouwden, hadden we niets
anders dan een buitenboordmotor."
„Ik vroeg: „Nog altijd je zinnen op
het clams vissen gezet, Russ?"
„Waarom niet? Het is juist praktisch
om dan getrouwd te zijn. Nu hebben
we iemand om voor ons te koken en
voor de huishouding te zorgen."
„We hebben er lang en breed over
gesproken", zei Rita. „Hij heeft me er
veel over verteld, zelfs vóórdat we
trouwden. Als het donker wordt, gaan
we allemaal om het vuur zitten, ter
wijl jij op de gitaar speelt."
„Zeg", zei Russ, „waar zullen we die
buitenboordmotor opbergen?"
„Is-ie groot?" vroeg Rita.
„Ongeveer zo groot als een handkof
fer, misschien een beetje langer."
„Er is een schuurtje aan de achter
kant", zei ze, „met wat hout. Daar kun
nen we hem wel in zetten."
„Te gevaarlijk", zei hij. „Een of an-
Algemeen
dere kwajongen zou 'm kunnen gappen.
We moeten hem onder het bed leggen.
We mogen niets riskeren."
„Stinkt-ie?"
„Niet zo erg."
,;Maar het stof!" zei ze. „Hoe zou ik
onder het bed kunnen vegen?"
„Veeg er om heen", zei hij. „Af en toe
zal ik 'm eronder uitrekken en je hel
pen."
Het begon donker te worden. Me
vrouw Prouse zou het avondeten wel
aan het klaarmaken zijn.
„Ik ga nu maar", zei ik. „Ik zie je
nog wel."
„Zeg haar maar, dat ik niet thuis
kom eten", zei Russ. „Ik kom straks
wel."
Toen ik wegging, stonden ze nog met
de afmen om elkaar heen op de bouw
vallige veranda. Ze keken en deden
erg verliefd, maar ze spraken nog over
een plaats voor de buitenboordmotor.
Zij sprak over een slot op het schuur
tje, hij wilde hem nog steeds onder het
bed hebben.
(Wordt vervolgd)