ALTIJD VOORDELEN EN NOG EENS VOORDELEN OM BETER ROND TE KOMEN Sarco globine 10 cent MACHINES EN MENSEN Alles over effecten begrafenis A. W. de H a a s VOOR BETER DRUKWERK CROQUETTE BISCUITS 9e PRIJSVERLAGING Choc, tabletten 70 ct. Cocktailworstjes 98 ct. Soepballetjes in potjes 79 ct Pilchards72 ct. Kalfsbouillonsoep Ossestaartsoep GOEDKOPER Bij elke 2 pakjes margarine of vei EEN CHOCOLADEREEP GRATIS Voor de kantonrechter Wereldgezondheidsdag Toen kwam er een olifant met een lange snuit Surséance van betaling PRUMMEL Voor een Altijd het Snoepje van de Week voor 1 5 ct bij aankoop van f4.- De Gruyter artikelen. FEUILLETON (i) Momenteel is er een toenemende be langstelling waar te nemen voor „be legging in effecten". Om aan deze in teresse tegemoet te komen, zullen wij enkele weken achtereen in een kort artikel naar gegevens van de Rotter damse Bank N.V. de volgende onder werpen aan een nadere bespreking on derwerpen: 1. de voornaamste soorten effecten; 2. de opbouw van een effectenporte feuille; 3. de handel ter beurze. Onder de verzamelnaam „effecten" worden voornamelijk de volgende vier soorten waardepapieren gerangschikt: a. obligaties; b. aandelen; c. preferente aandelen; d. converteerbare obligaties; Een obligatie is een schuldbekentenis. De obligatiehouder is een schuldeiser; hij heeft voor een bepaalde tijd tegen een vaste rente geld ter leen gegeven aan de overheid, een onderneming, of een vereniging. De rente kan de obli gatiehouder incasseren door de desbe treffende coupons (welke zich aan de obligaties bevinden) op of na de ver valdag, welke op de conpons is aange geven, ter betaling bij een bank aan te bieden. Heeft men een obligatie gekocht dan kan men op een vast bedrag aan rente rekenen. Bezit men b.v. een 4 obligatie Nederland 1959, groot 1000,- nominaal, dan ontvangt men jaarlijks 45,aan rente. Op obligatiebezit maakt men een ho gere rente dan op spaarbanktegoed, maar hier staat tegenover, dat men met spaarbanktegoed geen enkel koers- risico loopt. Geen kans dus op koers verlies, maar ook geen kans op koers winst. Het koersrisico bij obligaties vindt zijn oorzaak'voornamelijk in het feit, dat de koersen van obligaties fluctue ren al naar gelang de hoogte van de rentestand. Ten tijde van een hoge rentestand zullen obligaties van een laag rentetype beneden pari (100%) noteren, terwijl in een periode van lage rentevoet de koersen van obliga ties van een hoog rente type boven 100% zullen staan. Bij obligaties moet men onderscheid maken tussen couponrendement en effectief rendement Onder coupon rendement verstaat men het directe rendement dat men maakt op het uit gezette bedrag. Koopt men b.v. een 3% obligatie, groot 1000,— op een koers van 90 dus a 900,dan maakt men 30,rente op 900, hetgeen uitkomt op 3%%. Bij de berekening van het effectieve rendement neemt men tevens nog in aanmerking de te zijner tijd bij aflos sing te maken koerswinst, of het te ne men koersverlies. Het effectief rende ment is veelal min of meer theoretisch; men gaat er n-1. van uit, dat de desbe treffende obligatie precies op de ge middelde looptijd van de lening zal worden afgelost. Loopt een obligatie lening b.v. nog 20 jaar en geschiedt de aflossing in 20 gelijke jaarlijkse ter mijnen, dan is de gemiddelde looptijd nog ongeveer 10 jaar. Men neemt dus aan dat de obligatie na 10 jaar uitge loot zal worden. Nemen wij weer de zelfde 3% obligatie, aangekocht op 90%. In 10 jaar maakt men bij aflos sing pari dus 10% koerswinst of wel 1% per jaar. Het couponrendement be droeg 3%%, het effectieve rendement 3'/»% 1% 4%%. (Vervolg van pagina 1) zanglijster, maar een merel geweest. Ook een merel is door de vogelwet beschermd verklaard, doch wanneer verdachtes verweer op waarheid berust zou de tenlastelegging, waarin alleen van een lijster gesproken werd, niet juist meer zijn en zou vrijspraak die nen te volgen. De zaak werd daarom aangehouden en onlangs werden de verbalisant W. uit Wageningen en de deskundige, E. uit Wageningen als getuigen a charge gehoord. Als deskundige-getuige dé charge verscheen een buurvrouw van verdachte, mej. G. v. d. S. uit Wage ningen .De verbalisant bleek niet over zoveel ornithologische kennis te be schikken, dat hij precies het verschil tussen een merel en een zanglijster kende en de beide deskundigen spraken elkaar met grote stelligheid tegen. E. hield het op een zanglijster en mej. G. v. d. S. verklaarde, dat zij in de dode vogel een wijfjesmerel herkend had. Het gerecht besloot daarom om, zoals in twijfelgevallen gebruikelijk is, het voordeelsrecht voor de verdachte te laten gelden. Het werd hierop vrij spraak. Van M., aannemer te Utrecht, stond voor het Wagenings kantongerecht als verdachte voor de balie omdat hij op 31 maart van het vorige jaar op rijks weg 12 bij Ede met zijn vrachtauto een personenauto gesneden zou hebben. Er was geen botsing gevolgd, doch twee inzittenden van een andere auto, Van W., inkoper, en S., kantoorbediende, beiden te Rotterdam, hadden de manier van rijden van Van M. zo roekeloos gevonden, dat zij zijn kenteken opna men en de politie waarschuwden. Van M., die pas enkele weken later gehoord was, verklaarde nu zich niets van een overtreding te kunnen herin neren. Verdachte haalde twee op de lin kerbaan rijdende auto's rechts in. De voorste hiervan sneed hij, toen hij om een rechtsrijdende bestelauto te passe ren plotseling naar links zwenkte, zo vertelden de beide getuigen. Hoe hard reed ik volgens u? vroeg verdachte aan getuige S. Rond de 100 kilometer, schatte de ze. En kunt u met die snelheid uw stuur zomaar even naar rechts en met een weer naar links draaien, infor meerde Van M. verder. Ik niet, antwoordde S., maar u kon het blijkbaar wel. Onmogelijk, hield verdachte vol. Helemaal niet, viel de officier in. Het is juist een geliefde manoeuvre van bepaalde figuren op de grote auto wegen. Als men er links niet snel ge noeg langs kan probeert men het rechts maar en zo is het in uw geval kennelijk ook gebeurd. Bovendien hebt u dan nog een mede-weggebruiker goeddeels de pas afgesneden. Twee ge tuigen hebben zich daar destijds zo aan geergerd, dat zij onmiddellijk aangifte gedaan hebben bij de politie. Eis: Een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de tijd van zes maanden met een proeftijd van twee jaar en een boete van 100,of 20 dagen. Het vonnis luidde conform. SNEL DROOG In de herenmodezaken in Groot-Brit- tannië is thans „het snelst drogende overhemd ter wereld" verschenen. Bij een recente demonstratie werd een van de nieuwe overhemden in 22 minuten gewassen en gedroogd. Het overhemd, dat van nylon materiaal is gemaakt is poreus, kan „ademen" en wordt vrij wel op generlei wijze aangetast door kreuken of vouwen. Het overhemd is zowel effen als in streepdessins ver krijgbaar. 180% GESTEGEN Het aantal toeristen dat Groot-Brit- tanniëë bezoekt is in de afgelopen 12 jaar met ongeveer 180% gestegen. Men neemt aan dat het totaal van 1959, 1.390.000 tot boven de anderhalf mil joen zal stijgen, aldus heeft Sir Arthur Morse, President Directeur van de Bri tish Travel and Holidays Association in Londen bekend gemaakt. TELEFONEER VOOR WAT U ZULT ETEN Vrouwen die met de handen in het haar zitten omdat ze niet weten wat ze haar gezin of gasten zullen voorzetten zullen wellicht in de toekomst de nieuwste recepten voor schotels via de telefoon kunnen krijgen, wanneer de plannen waarover de Britse PTT zich thans beraadt worden verwezenlijkt. Er wordt namelijk in overweging ge nomen om de speciale diensten van d_e Britse PTT, waartoe het weerbericht en de tijd behoren, uit te breiden. An dere diensten die men thans bestudeert zijn de beursnoteringen, sportuitslagen, een muziektoon, een Kerstmannetje die de kinderen in de Kersttijd kunnen op bellen en een uitbreiding van het weerbericht voor automobilisten over de toestand van de wegen. (Vervolg van pagina 1) Ondanks al deze successen worden wij toch door grote zorgen vervuld. De mens heeft nieuwe wapenen ont wikkeld, die ons voortbestaan in tal van landen praktisch onmogelijk hebben gemaakt. Uit West-Europa, uit Grie kenland, uit Ceylon, uit de Philippijnen uit Frans Guyana en uit andere landen zijn wij al vrijwel geheel verdreven. In vele andere gebieden moeten wij binnen afzienbare tijd op een massale vernietiging rekenen. Als spion ben ik uitgezonden om de plannen van de mens te weten te komen. Ik heb vele landen bezocht - met snelle vliegtuigen en schepen gaat SLAP EN FUTLOOS Gebruik :A en u bent spoedif geheel op krachten I In vloeibare- en drageevorm DUTIM N.V. - OEGSTGEEST dat tegenwoordig zo ongemerkt en zo gemakkelijk - en in vele plaatsen ben ik de hoofdkwartieren van de malaria bestrijding binnengedrongen. Ik heb ontdekt, dat op 7 april a.s. ter gelegenheid van de Wereldgezond heidsdag der Verenigde Naties een nieuwe grootscheepse aanval van de gehele mensheid tegen ons zal worden gelanceerd. Dat zal gebeuren in tien tallen landen tegelijkertijd en met een concentratie van hulpmiddelen, zoals de wereld die nog nooit heeft gezien. Wilt u weten, wat ik heb ontdekt? Enige tienduizenden gezondheids teams staan in de eerstse linie klaar voor de aanval. Zij zijn toegerust met enkele miljoenen tonnen verdelgings middelen. Honderden miljoenen huizen in de door ons bezette gebieden zullen zij binnendringen met hun sproeiers en verstuivers om ons het voortbestaan onmogelijk te maken. Er zullen tien tallen miljoenen bloedproeven worden genomen en overal in de wereld zijn de ziekenhuizen en de klinieken bevoor raad met onvoorstelbare hoeveelheden medicamenten. De moerassen, waarin wij leven en waarin wij ons vermenig vuldigen, zullen worden drooggelegd. Duizenden vervoersmiddelen staan ge reed, variërend van schepen en vracht wagens tot olifanten en kamelen toe. Honderden laboratoria in vele landen werken samen om nieuwe verdelgings middelen te vinden en om proeven te nemen met ons weerstandsvermogen. Dat weerstandsvermogen is ons laatste wapen. Er zijn in ons miljarden volk families, die in de loop van enkele muskietengeneraties al een weerstand hebben ontwikkeld tegen D.D.T. of te gen andere moderne bestrijdingsmid delen. Die weerstand moet verder wor den aangekweekt omdat wij anders met de totale vernietiging worden bedreigd. Wij hebben daarvoor echter nog maar enkele jaren de tijd. De mens, onze vijand, weet dat ook. Wanneer de mens er niet binnen enkele jaren in slaagt, ons geheel te vernietigen, zal zijn strijd tevergeefs geweest zijn. Dan zullen wij voldoende weerstandsvermogen hebben ontwik keld en dan zullen wij weer de wereld kunnen beheersen. Het is goed, dat ik dit alles heb ontdekt. Wij zijn nu gewaarschuwd. Maar toch leeft er ergens in mij de vrees, dat wij de strijd zullen verliezen, nu de gehele mensheid zich tegen ons keert. Russen en Amerikanen, Chilenen en Indiërs, Nederlanders en Afrikanen en alle andere volkeren ter wereld, hebben de handen ineengeslagen om met inzet van alle beschikbare man kracht, van alle wetenschappelijke ken nis en van alle materiële hulpmiddelen een nieuwe wereldwijde campagne te gen ons te beginnen. Ik vrees voor onze toekomst en ik zie de komende jaren met grote angst tegemoet. Wij zullen echter strijden tot de laatste Muskiet! Zzzzzzzt, zzzzzt en die blies het hele ver haaltje uit. Hoeveel vaders en moeders zouden ddt al niet aan hun kinderen hebben verteld na het voorlezen van een sprookje. Welnu, in Ouwehands Dieren park zit men er echt mee. Niet dat de olifanten, die daar zoals alle andere dieren in de vrije na tuur leven iets uitblazen, maar wel dat hun slurf zó lang is ge worden, dat zy ermee tot ver over de stenen borstwering van hun dagverblijf kunnen reiken en vo rig seizoen al menig handtasje aan niets vermoedende dames hebben ontfutseld. Vele manne lijke bezoekers, die een ogenblik hun aandacht aan iets anders be steedden, voelden plotseling ge- gewriemel in de zak van hun colbertjasje. Dan bleek het één van de op zoek naar lekkers zijn de olifanten te zijn, die daarbij als een volleerd zakkenroller te werk ging. Men staat nu in het Rhenense dierenpark voor het feit, dat hieraan iets moet worden gedaan. De dikhuiden zijn uit hun „home" gegroeid. De oplossing is al gevonden. Door het treffen van speciale voorzieningen wordt de droge gracht tussen het olifantenterras en de borstwering waarachter het publiek staat verbreed, zodat de dieren straks het uiteinde van hun slurf nog maar nèt op het randje van de borstwering kun nen leggen. De vele lekkernijen die men hen wil toestoppen gaan dan tóch niet aan hun (lange) neus voorbij, terwijl de bezoekers overigens niet bang meer behoe ven te zijn, dat op een onver hoeds moment hun eigendom wordt gepromoveerd tot voor to tale verplettering in aanmerking komend speeltuig van de goed moedige lobbessen. Bij beschikking van de Ar- rondissements-rechtbank te Arnhem van 21 maart 1960 is aan A. H. Folman, ver voerder te Veenendaal, voor de tijd van lVt jaar, defini tieve surséance van beta ling verleend, met benoe ming van mr. D. Beek Schouten, advocaat te Wa geningen. Nudestraat 9, tot bewindvoerder. De Griffier van ge noemde rechtbank: Mr. B. SWANENBURG BRILLEN SPECIAALZAAK Kerkewijk17 Veenendaal Telefoon 3313 met auto's zijn wij speciaal ingericht 4-8 persoons auto's disponibel N.V. v/h Fa. Wed. Kerkewijk 91, Telef. 2845 naar drukkerij „De Gelderse Vallei" Parallelweg 10 Telefoon 08385-2023 Bij elke 2 pakjes thee een pak E*n lekker bltcuitje met 40 cent „*oordeel- Profiteert U mee? Ook bij theezakjes Nog nooit werden levensmiddelen zo goed. zo modern en zo kostenbesparend gefabri ceerd, verpakten vervoerd als de laatste jaren. Nog nooit werden levensmiddelen zo snel en zo practisch aan de huisvrouw overhandigd als nu, door zelfbediening. Daarom kan De Gruyter zijn klanten iedere week extra voordelige aanbiedingen doen als nog nooit tevoren. en Kalfsbouillonsoep van 55 ct voor 45 ctOssestaartsoep van 65 ct voor 55 ct. Altijd een kassabon voor 10°/o korting ook bij de weekreklames. (extra margarine uitgezonderd) Dus bij 4 pakjes: 2 repen gratis 6 pakjes: 3 repen gratis, enz. Deze aanbiedingen zijn geldig van 30 maart t.e.m 5 april I960 m de Gruyter DOOR WESSEL SMITTER 14 Johnson werd purper. „Ik kan je geen opslag bezorgen als je het op zo'n manier moet hebben. Je kunt de Holt Autofabrieken niet het mes op de keel zetten. Dat gaat zó maar niet. Ik moet het voor je aanvragen en afwachten, wat ze zeggen. Misschien gaat het door, misschien ook niet. Snap je? Je bent niet zo machtig, dat je de Holt Autofa brieken de wet kunt voorschrijven en je zin krijgen ook." „Maar ik ben machtig genoeg om de Holt Autofabrieken te zeggen, dat ze hun baantje kunnen houden, als ik voor vijf dollar per dag moet werken. Ik probeer je aan je verstand te bren gen, dat ik geen handel aan die bak overhaal, als ik geen zes tachtig krijg." Johnson zat in het nauw. Drie ovens lagen vol staal, dat moest worden be werkt. Een hele vracht orders wachtte op uitvoering. En geen sterveling in de fabriek, Johnson zelf ook niet, was in staat op die manipulator te klimmen en ermee om te gaan. Toch wilde hij zich geen opslag laten afpersen. „Hoor es," zei Johnson, „laten we er vandaag over ophouden. Als 't aan mij lag, kreeg je opslag, uit mijn zak komt het niet. Als je niet werkt, moet ik je wegsturen." „Laat me nou niet lachen," zei Russ. „Als ik geen opslag krijg, hoef jij me niet te ontslaan. Ik zal je de moeite besparen. En wat dat betreft, ik wil ook opslag voor Bennie hebben. Hij is net zo lang hier als ik." Johnson ging weg, om Riley te halen en kwam al gauw met hem terug. „Waar gaat de ruzie over?" zei Riley. „Ruzie is het niet," zei Russ. „Ik wil opslag hebben. Ik ben al meer dan zes maanden hier. Ik ken mijn werk, ik werk hard, ik ga niet op de loop als ik bij heet ijzer in de buurt kom. In de laatste drie maanden is er niets in de oven teruggegaan. Door hard te wer ken, mij er helemaal aan te geven en niet naar de klok te kijken, geloof ik wel, dat ik de maatschappij veel geld help verdienen. Volgens mij ben ik tien dollar per dag waard. Ik vraag niet om tien, ik vraag om zes tachtig." „En je helper?" vroeg Riley. „Is zes dollar goed?" „En of mijnheer", zei ik. „Zes dollar is prachtig, mijnheer, ik ben er heel blij mee." Dit was de eerste maal, dat ik met Riley sprak. „Geef het hun maar", zei hij tegen Johnson. „Ze zijn aan de beurt". Het ging als vanzelf. Een paar weken later vertelde Russ me het nieuws, toen we naar huis lie pen. Hij was getrouwd. En daar was het niet bij gebleven, hij en Rita had den een huis gehuurd en we moesten onderweg de tram uit, een paar straten doorlopen en het bekijken. Rita was er bezig, om met haar broertje tweede hands stoelen te schilderen en toen we binnenkwamen, stormde ze op Russ af met de kwast in haar hand en hij kwam onder de gele verf te zitten. Het huis was niet veel bijzonders, niet zo erg groot en in de vloer was een kuil, zodat twee poten van de ka chel aan één kant moesten worden ge stut om haar recht te houden, maar er was electrisch licht en stromend water Er waren maar drie kamers. Twee slaapkamers, één aan elke kant en er tussen een grote kamer, die als eet kamer, zitkamer, keuken en de rest dienst moest doen. In deze kamer stond een tafel, er waren wat verveloze stoe len, een hoekje voor de vaat en een oude sofa met een gloednieuw kleed erover. Rita was een en al opwinding. Ze leken beiden uitgelaten kinderen. „Wacht maar tot de gordijnen han gen", zei ze. „Dan herken je het niet. Zonder gordijnen is een huis niet be woonbaar, maar als het van de man afhing, was dat het laatste wat ge beurde." „Natuurlijk", zei Russ, „een man wil uit het raam kijken. Wat een uitzicht hè, Bennie?" Russ vertelde haar over onze op slag en ze omhelsde hem en gaf hem een zoen, waarmee een vrijgezel als ik was, voor de rest van z'n leven blij had kunnen zijn. „Nu kunnen we het kleedje kopen, dat ik graag wilde hebben", zei ze. „En de lampekap voor Bennie." „Stil, stil", zei hij, „je verraadt alles." „Vertel het maar", zei ik. „Wat is er?" „Zullen we?" vroeg ze. „Waarom niet?" zei Russ* „Wat zou het?" „Wel", zei ze, „we hebben een kamer voor jou ingericht. We dachten, dat je wel bij ons zou willen komen wonen." „Ik denk er niet aan", zei ik. „De eerste paar jaar leven jullie nog in het paradijs. Ik zou te veel zijn, in de weg zitten als je naar de maan wilt kijken of naar de zonsondergang." „Tja", zei Russ. ,,'t Zou erg zijn. Maar alle gekheid op een stokje, Ben nie, we menen het. Om twee redenen willen we graag, dat je bij ons komt. Ten eerste zou ik je missen en ten tweedehebben we je nodig voor de onkosten van het huis. We zouden je echter maar zes dollar per week vra gen, in plaats van de zeven, die je aan de oude mevrouw Prouse betaalt. Ze ven is te veel. Het is zoals Johnson zegt: „De tijden zijn nog moeilijk." „Hij heeft de kamer nog niet gezien", zei Rita. „Hoe weet je, of hij er zin in heeft?" „Dat weet ik ook niet", zei Russ. „Als ik 't wist, zou ik mijn waar niet zo aan prijzen." Rita deed de deur open en ik zag de kamer. Die was tamelijk klein, er was een raam en er stond een kacheltje. Er was iets geels voor het raam gedra peerd, er stond een bed en een stoel; in een hoek achter een gordijn op rails was plaats om kleren op te hangen. „Je ziet, dat hier een vrouw aan 't werk is geweest", zei Russ. „Ik vind 't geweldig", zei ik. „Het is helemaal jouw kamer, op een voorwaarde", antwoordde hij. „En die is?" „Dat je een Holt-spreuk op ieder van die barsten in de muur prikt." „Dat zal wel gaan", zei ik. „Ik heb er genoeg om de hele muur mee te be hangen. Wanneer kan ik komen?" „Zaterdag." „En wat moet er met de buitenboord motor gebeuren?" vroeg ik. „Zullen we hem voor een nieuwe kinderwagen in ruilen?" „Dat kun je denken", zei hij. „De buitenboordmotor komt hier, het is al les wat we bezitten, plus ongeveer voor tien dollar aan tweedehands meubels." „We moeten hem houden", zei Rita. „Als Benjamin groot wordt, kan ik dan tegen hem zeggen: Benjamin, toen je vader en ik trouwden, hadden we niets anders dan een buitenboordmotor." „Ik vroeg: „Nog altijd je zinnen op het clams vissen gezet, Russ?" „Waarom niet? Het is juist praktisch om dan getrouwd te zijn. Nu hebben we iemand om voor ons te koken en voor de huishouding te zorgen." „We hebben er lang en breed over gesproken", zei Rita. „Hij heeft me er veel over verteld, zelfs vóórdat we trouwden. Als het donker wordt, gaan we allemaal om het vuur zitten, ter wijl jij op de gitaar speelt." „Zeg", zei Russ, „waar zullen we die buitenboordmotor opbergen?" „Is-ie groot?" vroeg Rita. „Ongeveer zo groot als een handkof fer, misschien een beetje langer." „Er is een schuurtje aan de achter kant", zei ze, „met wat hout. Daar kun nen we hem wel in zetten." „Te gevaarlijk", zei hij. „Een of an- Algemeen dere kwajongen zou 'm kunnen gappen. We moeten hem onder het bed leggen. We mogen niets riskeren." „Stinkt-ie?" „Niet zo erg." ,;Maar het stof!" zei ze. „Hoe zou ik onder het bed kunnen vegen?" „Veeg er om heen", zei hij. „Af en toe zal ik 'm eronder uitrekken en je hel pen." Het begon donker te worden. Me vrouw Prouse zou het avondeten wel aan het klaarmaken zijn. „Ik ga nu maar", zei ik. „Ik zie je nog wel." „Zeg haar maar, dat ik niet thuis kom eten", zei Russ. „Ik kom straks wel." Toen ik wegging, stonden ze nog met de afmen om elkaar heen op de bouw vallige veranda. Ze keken en deden erg verliefd, maar ze spraken nog over een plaats voor de buitenboordmotor. Zij sprak over een slot op het schuur tje, hij wilde hem nog steeds onder het bed hebben. (Wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 6