WEER HOOP VOOR VLUCHTELINGEN
DANK AAN NEDERLAND VANUIT BARAKKENKAMP
5 mei voor de laatste bijdrage
Broodkaarten en rantsoenen
uit de laatste oorlog
Mij light dijn star
De vijf bange jaren
5 MEI:
grootse parade in Ede
Terugkeer
Stroom van vluchtelingen
Beschieting
Zij vielen
De bevrijding van Renswoude
en Veenendaal
Ondergronds verzet
Overval kamp Dijkstraat
Spoorwegbewaking
De moord op Jelis
Budding 1944
Engelse piloten
Spoorwegaanslag
Zwartste dag voor
Veenendaal
Rost van Tonningen
aan het Boveneind
In ere houden
Het Wereldvluchtelingenjaar is büna ten einde. Van Singapore tot Oslo, van
Nieuw Zeeland tot Korea, van Maastricht tot Groningen, is men in touw ge
weest voor het inzamelen van goederen en geld ten behoeve van de ontheemden.
Ontroerend is het om te horen, hoe over een groot gedeelte van de wereld, groot
en klein, arm en rjjk, zich aaneen schaarde om op welke manieren dan ook een
beoogde opbrengst bij elkaar te brengen.
In Canada werden bij de grenspos
ten collectebussen neergezet, in Noor
wegen kwam de opbrengst van veer
tien dagen voetbalpool ten goede aan
het vluchtelingenjaar. In New York
postte men bij de talrijke stoplichten
om aan de wachtenden onder het mot
to „Het Groene Licht voor de Vluchte
lingen" een bijdrage te vragen. Vrij
wel overal zijn of worden landelijke
collectes gehouden.
Ons land is niet achter gebleven.
Zelfs stonden wij in maart op de rang
lijst van bijdragen per hoofd der bevol
king op de derde plaats met 0.487 cent.
Noorwegen prijkte glorieus aan de kop
met twee gulden(!) per hoofd der be
volking. Op dat ogenblik was in ons
land een bedrag bijeen gebracht van
meer dan 5,5 miljoen gulden. Nu we dit
schrijven, is er weer meer dan een mil
joen bijgekomen.
JEUGDACTIE
Vooral onze dikwijls zo verguisde
jeugd heeft de afgelopen maanden
door de (nog lopende) actie „Doe
Open" niet alleen veel geld maar ook
veel goodwill gezameld. Door mode
shows, sportwedstrijden, muziekavon
den, markten en de meest bizarre ac
ties (waarvan de jeugd het alleenrecht
schijnt te hebben), zoals een fietstocht
om het IJselmeer, een reis per triplet
door Nederland en een autoduwtocht
van Den Haag naar Amsterdam, wordt
een som bijeen gebracht, zo groot, dat
het beoogde doel van 600.000 gulden
zal worden overschreden. Een totaal
heeft men nog niet, maar dit heeft men
al vast kunnen vertellen.
Het rumoer van deze actie is tot in
de kampen in Duitsland doorgedrongen.
Bij een bezoek, dat wij onlangs brach
ten en aan Friedrichsfeld en Ohm
stede, de beide barakkenkampen, wel
ke door het Wereldvluchtelingencomité
als onderdeel van het Nederlandse
hulpprogramma zijn aangewezen, bleek
ons de dankbaarheid, die het vroegere
wantrouwen en pessimisme bij de
vluchtelingen heeft verdrongen. „De
Nederlandse jeugd en het gehele Ne
derlandse volk hebben getoond, dat
staatsgrenzen geen grenzen behoeven
te zijn, wanneer het er op aankomt een
medemens te helpen. „Wat voor ons in
uw land wordt gedaan, ontroert mij zo,
dat ik er geen woorden voor kan vin
den." Dat zei ons Eglays, vluchteling
uit Letland, waar hij leraar aan een
middelbare school was, nu leider van
de jeugdgroep van het kamp Ohmstede.
HOOP
De omstandigheden in de kampen
zijn nogal ellendig, maar de hulp van
ons land heeft al voor één wijziging
gezorgd. In de harten van de vluchte
lingen is een gevoel teruggekomen, dat
zij allen al tien jaren hebben gemist:
de hoop op een betere toekomst. Wij
bemerkten het toen wij met hen praat
ten in de armzalige behuizing van de
barakken. De gezichten, die geen ge
veinsde maar echte dankbaarheid uit-
Deze cijfers zijn ontleend aan gegevens
van het Ministerie van Landbouw en Vis
serij d.d. 4 november 1948.
De eerste broodrantsoenen begon op 5
juni 1940. Het weekrantsoen werd gesteld
op 2000 gram per week. Op 2 mei 1941 werd
dit verhoogd tot 2667 gram maar werd op
21 juni 1941 weer verlaagd tot 2000. Op 20
september 1941 kwam weer een verlaging
tot 1800 gram, dit rantsoen is behoudens
enige tijdelijke verhogingen of verlagingen
ongewijzigd gebleven tot oktober 1944.
De te verkopen bonkaart KA-410 van
3-30 september 1944 10e peirode gaf nog
recht op 1800 gram per week.
Door de bevrijding van het zuiden (van
af 17 september 1944) is in de distributie
een van brood radicale verandering ge
komen.
Voor het bevrijde zuiden bleef de distri
butie en rantsoenering gehandhaafd, maar
werd al spoedig zeer ruim gesteld op 2400
gram. Noord-Nederland heeft echter de
honger gekend. November '44 broodrant
soen 1400, december '44 1200, half decem
ber reeds 1000 gram en in januari '45 500
gram brood per week.
Wat deze cijfers betreft, de bonkaarten
en rantsoenen werden wel ter beschikking
gesteld, maar in feite was er praktisch
geen brood meer tot na de bevrijding in
mei 1945.
Door de hulp van het Roode Kruis werd
het Zweeds wittebrood een zeer welkome
aanvulling op de bestaande rantsoenen.
Na de bevrijding beliepen de rantsoenen
eerst 600 gram plus 400 gram wittebrood,
in juni 1945 1200 gram brood, in juli 2000
en in augustus 1945 2400 gram. Vanaf sep
tember 1945 gold weer voor geheel Neder
land een gelijk broodrantsoen van 2800
gram. Geleidelijk werd dit minder, er
kwamen steeds meer andere voedingsmid
delen. Het laatste broodrantsoen van 12
september-6 november 1948 bedroeg 2000
gram. Daarna is de brooddistributie opge
heven.
drukten, de levendigheid van de ant
woorden, die zo anders waren dan vo
rig jaar, bij ons eerste bezoek.
Zelfs de natuur scheen het te willen
benadrukken. Vorig jaar een trieste
regen, welke de weggetjes veranderde
in onbegaanbare modderpaden, nu een
stralende voorjaarshemel, waaronder
de kinderen speelden. Kinderen, die
weinig van hun toestand beseffen,
maar wel merken dat zij weinig eten.
Kinderen, waarvan de meesten al eens
in ons land zijn geweest en daar gezien
hebben welke kleren hun afgedragen
vodden kunnen vervangen.
KAART AAN KONINGIN
Hoeveel er in ons land ook is inge
zameld, nooit mag dat aanleiding zijn
tot de gedachte, dat verdere hulp niet
meer nodig is. Met het tot nu toe bij
een gedachte kapitaal, zullen o.a. de
huizen worden betaald, welke nu al in
de kampomgeving worden gebouwd. De
jeugdactie „Doe Open" zal de bouw
van een gemeenschaps- en een jeugd
huis financieren. Maar dat is niet ge
noeg. Van de bijlage, welke de vluch
telingen van de Westduitse regering
ontvangen, kunnen ze nauwelijks le
ven. Zij, die werken, zijn er wat beter
aan toe; bij hen zijn de zorgen over de
toekomstige huur van de eerste stenen
woning wat geringer, maar bij de ande
ren zijn ze nijpend. En waar moet het
geld voor de inrichting vandaan ko
men? En mogen ze ook eens nieuwe
kleren kopen?
Steeds behouden wij de kans iets te
doen. Het Nederlandse comité voor het
vluchtelingenjaar heeft in overleg met
het Nationaal Comité Viering Bevrij
dingsdag besloten 5 mei in het teken
van de vluchtelingenhulp te laten staan.
Als motto werd gekozen „Geen Vrij
heid Zonder Offers". Wij zijn al ver
lost van de overweldiger, maar de ont
heemden gaan nog altijd gebukt onder
de lasten. Op bevrijdingsdag werd ons
opnieuw de mogelijkheid geboden iets
te doen. Ieder kan aan Koningin Juli
ana - beschermvrouwe van het Vluch
telingenjaar - een persoonlijk bewijs
van blijdschap over de bevrijding zen
den door het sturen van een bevrij-
dingskaart. Opbrengst van kaart en
frankering zijn geheel ten goede ge
komen aan de vluchtelingenhulp.
Voor de hun geboden en steeds weer
te bieden hulp zijn de ontheemden ons
altijd dankbaar.
Aan een zoon van het oude Volk
Gij gingt en roemde U een Jood te heten,
Een Jood, een van 't gevloekte ras,
Dat nimmer van de oude wond genas
En d' eeuwen door aan Babels stroom is neergezeten.
Gij gingt en schaamde U de ster te dragen,
Het schild van David eens, symbole Gods
En teken van Zijn Naam, de trots
Van 't oude volk, teken van smaad in onze dagen.
Gij gingt en volgd' een and're sterre,
Waarvoor G' U nimmer schaamd' trots alle hoon;
Van Uwe jeugd reeds, vriend, wenkte 't licht van verre:
Gij volgde het en vondde Heer, Uw loon
Gij gingt en leefde in dat licht
En waart, nog jong, een kind der kerke.
Gij zaagt niet om', maar deed oprecht Uw plicht.
Dat Christus' Licht U, balling, sterke!
Wat bergt de toekomst ons in hare schoot?
Uw wederkeer? 't bericht van Uwe dood?
Pasen (9-10 april) 1944 D. PHILIPS
Het Roode Kruis berichtte ons, dat hij in de gaskamers is omgekomen.
(Vervolg van pagina 1)
dan ook door vliegtuigen geschoten,
maar gelukkig slechts voor een ogen
blik.
Uiteindelijk werden ook deze mensen
afgevoerd. Per bus naar Driebergen en
vandaar per trein naar Alkmaar en
omgeving, waar men zelfs nog beter
kon worden opgevangen, dan degenen,
die op een stoffige kolenschuit verzeild
waren geraakt. Deze mensen kwamen
terecht in de omgeving van Gouda.
Plaatsen als Stolwijk, Ammerstol,
Bergambacht, Groot-Ammers e.d. heb
ben een bekende klank voor vele Vee-
nendalers gekregen. Echter, de besturen
van deze gemeenten stonden voor de
ogenblik hadden gerekend. Velen von
den dan ook massaal onderdak op
boerderijen, omdat de huizen niet vol
doende plaats boden voor de grote
stroom Sommigen beleefden ontroe
rende ogenblikken toen zij vanuit het
stro in de Ned. Herv. Kerk te Ammer
stol, die als vluchtoord was ingericht,
op de 12e mei, pinkstermorgen, een
dienst volgden, die werd geleid door
een Veenendaalse en Ammerstolse pre
dikant.
Het défilé van de Nederlandse strijd
krachten dat op 5 mei in Ede wordt ge
houden, zal een omvang krijgen als nog
nooit tevoren. In totaal nemen er 4000
militairen aan deel, waarvan 3000 te voet
en 1000 in voertuigen en vliegtuigen.
Het défilé dat onder leiding staat van pa
radecommandant generaal-majoor D. C. de
Vries, heeft een lengte van vfjf kilometer
en begint om half twaalf.
Het eerste deel bestaat uit adelborsten,
mariniers en matrozen van de Kon. Ma
rine, gevolgd door marechaussee, cadetten
en infanteriecompagnieën van de land
macht.
Hierna volgen vijf squadrons grondtroe
pen van de luchtmacht en een drietal de
tachementen van Milva, Marva en Luva.
Het rijdens materiaal omvat veld- en
luchtdoelartillerie met o.a. achttien cen-
turion-tanks. Aan de parade nemen ook
ruim honderdvijftig vliegtuigen deel.
Om circa drie uur zullen ruim honderd
parachutisten gedropt worden op de Gin-
kel te Ede, in de buurt van de oude
schapskooi. Aanvankelijk lag het in de be
doeling dat de para's na de landing een
monument zouden onthullen, maar om di
verse redenen is deze plechtigheid uitge
steld tot september a.s.
En weer zullen Engelse parachutisten
dalen op de Ginkelse heide bq Ede,
maar nu als herinnering aan de stout
moedige luchtlanding in september 1944
Elk jaar worden op de 10e mei de ge
sneuvelde Nederlandse soldaten op de
Grebbeberg herdacht. Zij vielen als
eersten voor onze vrijheid.
Echter, spoedig waren deze zorgen
van de baan want reeds op woensdag
15 mei vertrokken verschillenden weer
naar Veenendaal, waar de meesten hun
huizen weer terug vonden, wel vaak
geplunderd, maar voor het overige toch
in ongeschonden toestand.
Het leven begon weer zijn gewone
gang te krijgen en aanvankelijk heeft
het er ook in Veenendaal op geleken,
dat de bezetters nog zo kwaad niet wa
ren. Het zou echter spoedig anders
uitpakken en toch dient daarbij vlug
gezegd, dat Veenendaal niet veel heeft
beleefd, vergeleken bij andere oorden.
Aanvankelijk zag men hier de zgn. op-
bouwdienst aan het werk. Met schop
pen en houwelen uitgeruste werkploe
gen van Nederlandse militairen, voor
zien van een wit driehoekje op hun
overigens nog oer-Nederlandse uni
form. In 1941 werd ook in Veenendaal
de gemeenteraad aan de dijk gezet en
alle macht in handen gelegd van bur
gemeester en wethouders, die echter op
hun beurt weer aan handen en voeten
werden gebonden aan hogere - de be
zetters goedgezinde - overheidsfunctio
narissen.
Tot 1942 was het betrekkelijk rustig.
In 1943 werden meer en meer Duitse
militairen in Veenendaal gelegerd. De
Panter Sigarenfabriek werd ingericht
als werkplaats voor de MAZA, een
uiterst geheim zaakje van de „Kriegs-
marine", waarvan men nooit het juiste
doel geweten heeft.
In de volgende jaren werd nog meer
„feldgrau"-gejast tuig in Veenendaal
en omgeving gelegerd en de toestand
werd er niet beter op.
Toch was het toen nog heilig verge
leken bij wat zou gebeuren na de lucht
landingen in september 1944, waar onze
plaats ook een staartje van beleefde.
Dit staartje bestond uit een respectabel
aantal jachtvliegtuigen, dat al schie
tend de lucht boven Veenendaal vrij
hield van ongewenste Duitse vliegtui
gen, die er op dat moment al niet veel
meer waren. Het leek meer op ontzag
inboezemen en als het ware werd een
tot de tanden gewapende ring van ja
gers gelegd om het grote convooi van
transportvliegtuigen met para's en ma
teriaal, dat tussen Ede en Arnhem rus
tig zijn gang kon gaan.
De strijd leek verloren voor de be
zetter, maar het liep allemaal zo an
ders. Noordelijk Nederland en daar
mee ook Veenendaal zouden de onge
lukkigste maanden van de gehele be
zetting beleven.
Daags na de luchtlandingen werden
de eerste tekenen al zichtbaar. Grote
aantallen vluchtelingen uit Wagenin-
gen, Renkum, Oosterbeek en Arnhem
trokken Veenendaal binnen. Veenen
daal, zelf in 1940 gevlucht, moest nu
een aantal evacué's herbergen, dat
even groot was als de eigen bevolking.
Barre maanden in een strenge winter
volgden. Het merendeel van onze
plaatsgenoten ging de oorlog toen pas
voelen. Er kwam gebrek aan voedsel,
brandstof en kleding en bij dit alles
werden de maatregelen van de bezetter
zeer verscherpt.
Ook Veenendaal maakte kennis met
een instituut als de gaarkeuken en had
hierbij dan nog het geluk dat er nog
wel eens het één en ander onder de
boer kon worden opgescharreld.
De bezetting van de plaats met mili
tairen werd vele malen vergroot, er
verscheen een figuur als de Ortskom-
mandant, te vergelijken met een gar
nizoenscommandant, die ook op de
burgers moest letten.
De inwoners werden ingeschakeld
bij de werkeenheden van het Duitse le
ger. Militaire functionarissen in fletse,
geelachtige uniformen kwamen op de
proppen. De „Organizatien Todt". De
grootste werkgever die Veenendaal
ooit heeft gekend, maar ook de werk
gever bij wie de grootste lijn getrokken
is die er ooit getrokken is.
Iedere morgen reden de werkbare
mannen van Veenendaal uit op hun
fietsen met „anti-plof"-banden, naar
het werk op de stellingen, die de Duit
sers in allerijl gingen opwerpen voor
een macht, die ze op dat moment niet
doorgrond hebben.
Een legermacht, die op 9 mei zijn in
trede zou doen in het door midden ge
sneden Veenendaal, want de Duitsers
hadden er iets in gezien om op de zon
dag daarvoor de Vaartbrug op te bla
zen. Een daad, waarbij zij zich niet
ontzagen om twee van hun eigen „ka
meraden" de dood in te jagen. Op het
moment, dat zich twee S.S.'ers op de
brug bevonden werd de zaak opge
blazen.
In die dagen waren ook de beschie
tingen van de geallieerden erg. De to
ren van de Julianakerk moest het ont
gelden en overal in de plaats vielen
granaten. Verschillende mensen vonden
de dood met de bevrijding als het ware
in 't zicht. Noodziekenhuizen werden
ingericht in het Kamp Dijkstraat, de
Scheepjeswolfabriek, het magazijn van
de fa. Van Beek aan de Julianastraat
I en in huize Marianne was een nood-
kraaminrichting gevestigd.
De nood kwam hoog, maar de bevrij
ding toen ook Het gedeelde Vee
nendaal werd ook in gedeelten bevrijd.
Terwijl 's middags de bevrijders de
Hoofdstraat binnenreden werd in het
gedeelte ten zuiden van de Vaartbrug
nog dapper geschoten door S.S.'ers, die
zich aanvankelijk niet aan de bezetter
wilden overgeven. Dat zij aanvankelijk
toch de weg van de minste weerstand
kozen heeft Veenendaal voor een totale
ondergang gespaard. De geallieerde ar
tillerie had in het andere geval het ge
hele S.S.-nest, dat Veenendaal op dat
moment was, platgeschoten!
Een gelukkige omstandigheid was,
dat zij - de S.S. - in dit geval met zeer
geduldige Engelsen te maken had, die
uiterst vreedzaam optraden en hiermee
de levens van de burgerbevolking
spaarde.
Niemand zal juist deze dagen, waar
dan ook meegemaakt, in Veenendaal
of elders in Nederland, vergeten. Wij
meenden er echter goed aan te doen
enkele specifiek plaatselijke gebeurte
nissen op te halen. Ongetwijfeld is hier
bij veel over het hoofd gezien. Eén ding
mogen wij echter nooit vergeten, nl.
dat in Veenendaal en omgeving de on
der grondse activiteit zeer sterk was.
Het is hier niet de plaats om namen
te noemen, maar laten wij stuk voor
stuk onze gedachten een ogenblik stil
te laten staan bij hen, die hun leven
lieten voor de goede zaak. En al moge
dan ook de herinnering aan die bange
oorlogsjaren in de komende jaren ver
vagen, laten wij hen die vielen blijven
gedenken.
(Vervolg van pagina 1)
als The Calgary Regiment ondersteun
de de brigade. Eén tank ging verloren
aan de Duitse achterhoede. Toen de
pantsers Ede naderden, stieten zij op
taaie verdediging van verdekt opge
stelde scherpschutters, maar na een
hevig artilleriebombardement sloegen
de Calgarytanks grote gaten in de mu
ren waarachter de „snipers" zich ver
scholen hadden. „Wasps", vermoedelijk
vlammenwerpers, veegden de huizen
buiten Ede schoon. Even na twaalf uur
's middags was Ede in Canadese han
den: 16 april!
De 56ste brigade ging in de vroege
ochtend van 17 april naar het westen
in twee vleugels in de richting Wage-
ningen en Bennekom. 's Avonds had de
brigade beide plaatsen bevrijd: 17
april!
De 49ste divisie naderde de Grebbe-
linie, maar brak niet door. Het leger
kwam tot stilstand en wel uit politieke
overwegingen. Men hoopte namelijk de
vijand te beletten het hele platteland
van westelijk Utrecht onder water te
zetten. Inlichtingen van burgers wezen
er op, dat de Duitsers inderdaad een
begin hadden gemaakt met pogingen
daartoe. Zij wilden de sluizen bij Wijk
bij Duurstede vernielen, hetgeen mis
lukte. De Canadezen bleven waar zij
waren langs de lijn Lunteren-Ede-Ben-
nekom-Wageningen. Veenendaal werd
niet bevrijd: de vis zou té duur betaald
zijn geworden.
De twee volgende dagen verrichtte
de 49ste divisie patrouillediensten met
kleine mobiele gevechtsgroepen. Haar
eenheden leidden westwaarts in de
richting Veenendaal met het doel het
terrein ten oosten van de Grebbelinie
geheel te kunnen beheersen. Het zuiden
van deze linie werd verdedigd door de
34ste divisie van de Nederlandse S.S.,
collaborateurs waarbij veel mannen,
die de hongerdood of deportatie naar
Duitsland vreesden. In de Betuwe rol
de de oorlogsmachine verder. Belgi
sche infanterie maakte zich in samen
werking met eskadron B van de Gal-
gary's op 18 april meester van Op-
heusden. Toen trok de vijand zich te
rug achter het kanaal dat Rijn en Waal
verbindt - Stacey bedoelt het Lekka-
naal -. Evenals overal elders hielden
de agressieve vijandelijke acties op.
Stacey eindigt zijn relaas met de woor
den „the troops marked time" d.i. de
troepen markeerden de pas, maakten
dus de voetbeweging zonder vooruit te
gaan d.w.z. wonnen tijd in afwachting
van nadere operaties in West-Neder
land.
Wat nu volgt berust op overlevering
en op persoonlijke notities, destijds ge
maakt. Het rijksinstituut voor oorlogs
documentatie te Amsterdam, dat wij
dezer dagen bezochten, kon ons niet
helpen aan nadere gegevens: zij ont
breken, zodat wij de gegevens uit over
levering niet konden verifiëren.
Van het op 16 april bevrijde Barne-
veld uit spoedde zich op 17 april een
patrouille met een 15-tal carriers naar
Renswoude. Bij de Holleweg aldaar
stelde zij geschut op. Grote vreugde
bij ieder! Maar 's avonds trokken de
bevrijders een voor een weer terug en
woensdag 18 april was Renswoude weer
in Duitse handen. Een week lang duur
de de terreur, totdat dinsdag 24 april
de definitieve bevrijding kwam, toen
's ochtends het geallieerde leger van
Scherpenzeel uit het dorp binnenkwam.
VEENENDAAL BEPROEFD
Op dezelfde dag dat Wageningen en
Bennekom bevrijd werden, kondigde
de Kampfkommandant in Veenendaal
de uitzonderingstoestand af. Veel flak,
pantserafweergeschut, kwam hierheen.
SS-mannen betrokken loopgraven en
stellingen. Een troep Hollandse SS was
uit het zuiden naar Veenendaal geko
men. In de nacht van 17 op 18 april
vielen de eerste granaten op de stel
lingen der Duitsers en hun „vrienden".
Het vuur kwam uit de richting Ede en
later van de Kade. De vijand verlegde
de stellingen, maar het vuur volgde
trouw: de ondergrondse berichtte na
melijk telkens de verlegging van het
front, hetgeen mij een woedende Schar-
führer, die mijn huis doorzocht naar
een geheime zender, toeschreeuwde.
Een Duitse artilleriestelling in de
Prattenburgse bossen werd door de
Engelsen uit de reeds bevrijde Betuwe
beschoten.
In de namiddag van 26 april werd
„vakkundig" een bres geschoten in de
toren van de Julianakerk, waarin een
Duitse uitkijkpost gevestigd was. De
dag daarop heerste grote rust, ook de
volgende dagen, waarover ieder zich
verbaasde. Later bleek dat op 28 april
te Lichterveld een wapenstilstand was
gesloten tussen Von Schwebel en Bedell
Smith.
Op 4 mei tekenden Duitse stafoffi
cieren in de tent van Montgomery op
de Lüneburgerheide de overgave van
alle Duitse legers in Noordwest-Duits-
land, Nederland en Denemarken. De
dag daarop, 5 mei, bespraken in hotel
„De Wereld" te Wagenii^en prins
Bernhard als hoofd van de BS en gene
raal Foulkes, bevelhebber van het eer
ste Canadese legerkorps, met de staf
chefs van het Duitse leger de capitu
latie-voorwaarden van de in Neder
land opererende troepen: Generaal
Blaskowitz ging door de knieën! Een
schrijfmachine bleek in heel Wage
ningen niet te vinden, zodat het ver
drag zondag 6 mei in Hilversum eerst
werd getikt en getekend.
H.M. Koningin Wilhelmina sprak op
5 mei: Onze taal kent geen woorden
voor hetgeen in ons hart omgaat. Ein
delijk zijn we weer baas op eigen erf,
verslagen is de vijand, verdwenen zijn
de gevangenissen en martelkampen,
voorbij is de nameloze druk, die u vijf
jaren gekweld heeft; voorbij de ver
schrikking van de hongerdood."
Maar deze woorden golden niet Vee
nendaal: de SS hier gaf zich niet ge
wonnen. Wel was de capitulatie hier
bekend geworden. Velen staken reeds
zondag 6 mei de vlag uit en tooiden
zich met oranje. Maar dezelfde dag nog
blies de SS de Vaartbrug op en
's avonds schoten de mannen in blinde
woede de vlaggen aan flarden
Maandagochtend werd nog een mi
trailleurpost aan de Nieuweweg opge
steld, die echter enige uren later weer
verdween, 's Middags gingen we met
onze kinderen langs de Klompersteeg,
angstvallig het midden van de weg
houdend ter vermijding der landmijnen
naar De Klomp. Met ontroering zagen
we daar voor het eerst de soldaten der
vrijheid. Hun jeeps trokken de zware
beukestammen die een barrière op de
rijksweg vormden, weg als waren het
luciferhoutjes, terwijl op het Boven
eind dronken SS-ers met het geweer
dreigden. Thuiskomend kregen we de
waarschuwing de vlag te strijken, ge
zien de dreigende houding van de SS.
Wel hadden de Veenendalers de ge
hate tankversperringen vernield, maar
's middags schoten de SS-ers in 't wil-
(Vervolg van pagina 1)
Een der hoofdkwartieren van de B.S.
in de Gelderse Vallei bevond zich op
de Nieuweweg in Veenendaal, terwijl
ook een sigarenwinkel in de Hoogstraat
een toevluchtsoord voor het verzet be
tekende.
In de bedstede van het pand Klein
Schutje 9 bevond zich een enorme
hoeveelheid wapens en een woord van
lof komt altijd nog toe aan de bewo
ners rondom, die hiervan wisten maar
waar nooit iets van uitgelekt is.
Drie man met een totale bewapening
van 1 pistool, 1 lichtpistool en 1 breek
ijzer, pleegden in 1943 een overval op
kamp Dijkstraat. De buit bestond uit
vijftig fietsbanden die werden uitge
deeld aan de koeriersters. Bij de twee
de overval was de buit nog groter.
Via een meisje dat op het gemeente
huis te Amerongen werkzaam was,
kwam men te weten met welke tram en
hoe laat er een groot aantal distribu
tiebonnen vervoerd zouden worden. In
de tuin van het Amerongse gemeente
huis stond de man die de tas droeg en
de gewapende agent die hem vergezel
de plotseling oog in oog met twee ge
wapende mannen. In een minimum van
tijd waren de mannen met de tas ver
dwenen, de agent en de ambtenaar in
stomme verbazing achterlatend. Het
meisje dat precies wist wat er zou gaan
gebeuren, viel flauw
8 mei 1943 beval politiepresident
Walraven het .baanvak Utrecht-Arn-
hèm te bewaken tegen aanslagen.
Rijksduitsers en NSB'ers werden vrij
gesteld Na zes dagen werd de bewa
king opgeheven, maar de wachters, die
hun ogen goed de kost hadden gege
ven en vriend en vijand hadden leren
onderscheiden, hadden de gelegenheid
benut zaad van oranjekleurige bloemen
als afrikaantjes te zaaien! Of het ont
kiemd is en de baan in oranjegloed ge
zet heeft, vermeldt de geschiedenis
niet.
Een jongen, Theo Krijnen, die te
Putten was neergeschoten, vertelde
stervend dat hij zijn pistool gekregen
had van Jelis Budding te Gelders-Vee-
nendaal. Te Ede werd een Budding ge
arresteerd, maar weer vrijgelaten: hij
was de gezochte niet. Ahlbrecht van de
Sicherheitsdienst te Arnhem ging met
twee marechaussees naar Veenendaal
op zoek naar Budding. Hij raadpleegde
hier 's nachts het bevolkingsregister en
noteerde enige Buddings. Eerst zocht
hij het huis van Aris Budding, liet het
omsingelen en nam Aris gevangen.
Aris moest mee naar de woning van
Jelis aan de Buurtlaan, die ook om
singeld werd. Toen Jelis door de voor
deur naar buiten kwam - de achter
kant van het huis werd door een
Nederlands rechercheur bewaakt - ge
lastte Ahlbrecht hem in een plas te
gaan liggen, waarna hij hem dwong
naar de achterkant te lopen, waar hij
hem neerschoot. Jelis leefde nog. Dr.
Kets kwam en nam hem mee naar het
ziekenhuis, maar onderweg stierf hij.
Ahlbrecht nam daarop Aris mee naar
Arnhem, waar hij onschuldig bleek en
vrijgelaten werd. Ook Jelis was totaal
de weg in de straten. Ook dinsdag 7
mei heerste de SS-terreur. Toch weer
hield dat de inwoners van zuid niet
door de bossen naar Eist te sluipen,
zó verlangend was men de bevrijders
te zien. Een detachement van het Polar
Bear-regiment verscheen 's middags
van Eist uit bij La Montagne en maak
te daar bivak. Een Engelse verken
ningswagen reed zelfs door tot in de
Hoofdstraat tot schrik van de SS. Ein
delijk ratelden woensdag 9 mei ge
allieerde tanks over de Nieuweweg
Veenendaal binnenHerwonnen was
de vrijheid!
Op Hemelvaartsdag 10 mei, zagen de
straten zwart van opgetogen mensen.
Op de Markt hield de waarnemend bur
gemeester J. H. van Schuppen, op een
tank staande, een enthousiaste toe
spraak tot de bevrijders en de jui
chende menigte, waarna de nationaal-
socialistische vlaggen en de portretten
van Hitier en Mussert onder grote hi
lariteit werden verbrand. Een boek
handel in de Zandstraat verkocht de
eerste krant: het bevrijdingsnummer
van Trouw. Overal vierde men panisch
feest, waarbij een ware danswoede
ieder aangreep. De dagen van duister
nis waren voorbij, de dagen van licht
braken aan.
Hadd' ons de Heer, Hem sy de eer,
Alsoo niet bygestaen,
Wy waren lang, ons was soo bang,
Al inden druck vergaen.
D. PHILIPS
De rollen omgedraaid. Bijgekomen van
overwinningsroezen worden deze SS-ers
afgevoerd naar krijgsgevangenkampen.
onschuldig. Ahlbrecht beweerde later,
dat Jelis had willen vluchten
Een vlieger van de R.A.F., een Ier,
een zekere Robert K. Bailey, landde in
augustus 1944 nabij Renswoude. Hij
werd gehuisvest in deze omgeving. De
zelfde maand kwam bij Renswoude
nóg een piloat neer, Robinson, die zijn
hele uitrusting mee naar beneden
bracht o.a. een opblaasbare rubberboot.
Dr. Dirk Eskes, in het verzet dr. Aley
genoemd, een arts die in Garderen was
ondergedoken en enige koerierslijnen
verzorgde, vroeg Robinson hem de boot
te geven om koeriers over de IJsel te
helpen. Robinson stemde toe. Op Wes
ter Wetering, een hoeve tussen De
Klomp en Ede, werd het bootje gepro
beerd en verpakt in een zak met gras
verzonden. Aan de IJsel heeft het vaak
dienst gedaan.
Renswoude is ook bekend geworden
door de bemachtiging aldaar van vele
persoonsbewijzen. Het plan daartoe
werd ontworpen door Theo Dobbe, dieJ
Weer eigen soldaten in vrjj Nederland-
in Dieren werd doodgeschoten, een
partisaan even beroemd geworden als
Johannes Post, Leendert Valstar en
Liepke Scheepstra.
Zeven jongens uit de Maanderbuurt
besloten op het baanvak Utrecht-Arn
hem een trein te doen ontsporen. Een
ander clubje wilde hetzelfde. Op 8 sep
tember 1944 schroefden de twee groe
pen samen een stuk rail los. Toen een
zware trein naderde, sleepte ze de rail
weg en namen de benen. De trein vol
dronken Duitsers op weg naar de Hei
mat ontspoorde en versperde ook het
tweede spoor. Geen enkele kraan was
sterk genoeg om de locomotief te lich
ten, zodat de weg weken lang versperd
bleef. Toch eist het geval geen gijze
laars of mensenlevens: men wist de
Duitsers wijs te maken, dat de aanslag
dilettantenwerk was!
Het was de Sicherheitsdienst te Ede
ter ore gekomen, dat bij Steven Boon-
zaayer aan de Rijksweg naar De Klomp
een koerierspost was. Op 21 november
1944 trok de S.D. er heen en arresteer
de Steven en diens vrouw en een
joodse onderduiker Van der Sluis.
Twee koeriersters, Nannie van den
Bosch en Truus Kuik, die niet gewaar
schuwd hadden kunnen worden, fiets
ten het erf op en werden ook gegrepen.
De ene koerierster had een adres in
Veenendaal bij zich: Van Doorn in de
Hoofdstraat. De heer Van Doorn en zijn
zoon bleken thuis te zijn, alle stukken
waren vernietigd, zodat huiszoeking
niets opleverde. Terwijl men hiermee
nog bezig was, kwam een koerierster
met haar broer uit Utrecht met vele
papieren. Door de duisternis gedwon
gen gingen ze bij Van Doorn de weg
vragen. Ook zij werden gearresteerd.
Even later kwam een „ondergrondse"
Veenendaler J. Engelaan met waarde
volle spionnageberichten binnenlopen,
zodat ook hij gepakt werd mét een an
dere bezoeker, een zekere Auke Sie-
benga, een evacué uit Ede. De gege
vens van de Utrechtse koeriers wezen
naar de Kamer van Koophandel te
Utrecht, waar de S.D. de volgende dag
zijn slag sloeg. 21 november is de
zwartste dag voor Veenendaal gewor
den, tien arrestaties. De mannen kwa
men allen om. J. Engelaan werd in de
vroege ochtend van 2 december op het
voetbalveld van de Willem III-kazer-
ne doodgeschoten. Van Doorn jr., een
veelbelovend onderwijzer, was een on
verzettelijk verzetsman, die de vijand
hevig haatte. Toen ik eens met hem op
de Stationsstraat te Ede wandelden
ging hij voor geen Duitser opzij, hij
deed of hij ze .niet zag, zodat zij moes
ten uitwijken.
Bij een winkelierster aan het Boven
eind vervoegde zich een week vóór de
bevrijding een echtpaar met twee kin
deren, om onderdak. Goedmoedig nam
de vrouw de schamele mensen op, die
eerst in een schuur achter Hupkes
hadden gehuisd. Ze gedroegen zich erg
terughoudend. In een boerderij aan de
Griftweg, waar SS'ers zaten, kreeg hij
in ruime mate vlees. Ook in de Klom-
perschool ontving hij het nodige. Een
boer aan de Klompersteeg waarschuw
de de kruidenierster voorzichtig te zijn
met die mensen, maar liet zich niet
verder uit. Toen de Canadezen aan De
Klomp verschenen, nam de familie,
goed gekleed en wel verzorgd, afscheid
van de vriendelijke kwartiergevers.
Zen zeiden naar Arnhem te gaan. Na
hun vertrek hoorde de winkelierster,
dat haar gast niemand minder was ge
weest dan Rost van Tonningen. Hij
was president van de Nederlandse Bank
en secretaris-generaal van het depar-
tèment voor bijzondere economische
zaken. Direct gingen de partisanen hem
zoeken. Langs binnenwegen bleek hij
naar een woning aan het eind van de
Zandstraat, waar vele SS'ers verbleven,
te zijn gegaan. Hij werd gepakt. In de
gevangenis te Scheveningen pleegde
hij zelfmoord
Het zijn slechts enkele grepen uit
deze bewogen dagen. Boekdelen zijn er
te schrijven over de spanning waarin
vooral deze mensen leefden, hoe zij
soms maandenlang in (o.a. in Over-
berg) een ondergronds hol verbleven
om aan de greep van de immer loe
rende vijand te ontkomen.
En ook hoe zij in doodsangst, opge
jaagd als een wild dier, aanklopten
bij medemensen die hen echter door
stuurden
De strijd was hard en er gold geen
pardon. Toen er dan ook bekend werd
dat er in de gelederen van de illega
liteit een verrader was, werd hij zon
der pardon geliquideert, overigens net
op tijd want hij stond op het punt een
complete namenlijst aan de» vijand te
overhandigen.
Al deze gebeurtenissen zijn verhaald
om de partisanen, die alles veil had
den voor de vrijheid, te eren. Zij ver
wierven roem bij hun tijdgenoten en
het is onze dure plicht hun namen in
ere te houden. Laten wij vanavond bij
de plechtige herdenking, onze geest
terug laten keren naar de jaren 1940-
1945. Dan beseffen wij wélke offers er
zijn gebracht voor het grote goed der
vrijheid die wij moeten behouden en zo
nodig verstevigen.