WEER HOOP VOOR VLUCHTELINGEN DANK AAN NEDERLAND VANUIT BARAKKENKAMP 5 mei voor de laatste bijdrage Broodkaarten en rantsoenen uit de laatste oorlog Mij light dijn star De vijf bange jaren 5 MEI: grootse parade in Ede Terugkeer Stroom van vluchtelingen Beschieting Zij vielen De bevrijding van Renswoude en Veenendaal Ondergronds verzet Overval kamp Dijkstraat Spoorwegbewaking De moord op Jelis Budding 1944 Engelse piloten Spoorwegaanslag Zwartste dag voor Veenendaal Rost van Tonningen aan het Boveneind In ere houden Het Wereldvluchtelingenjaar is büna ten einde. Van Singapore tot Oslo, van Nieuw Zeeland tot Korea, van Maastricht tot Groningen, is men in touw ge weest voor het inzamelen van goederen en geld ten behoeve van de ontheemden. Ontroerend is het om te horen, hoe over een groot gedeelte van de wereld, groot en klein, arm en rjjk, zich aaneen schaarde om op welke manieren dan ook een beoogde opbrengst bij elkaar te brengen. In Canada werden bij de grenspos ten collectebussen neergezet, in Noor wegen kwam de opbrengst van veer tien dagen voetbalpool ten goede aan het vluchtelingenjaar. In New York postte men bij de talrijke stoplichten om aan de wachtenden onder het mot to „Het Groene Licht voor de Vluchte lingen" een bijdrage te vragen. Vrij wel overal zijn of worden landelijke collectes gehouden. Ons land is niet achter gebleven. Zelfs stonden wij in maart op de rang lijst van bijdragen per hoofd der bevol king op de derde plaats met 0.487 cent. Noorwegen prijkte glorieus aan de kop met twee gulden(!) per hoofd der be volking. Op dat ogenblik was in ons land een bedrag bijeen gebracht van meer dan 5,5 miljoen gulden. Nu we dit schrijven, is er weer meer dan een mil joen bijgekomen. JEUGDACTIE Vooral onze dikwijls zo verguisde jeugd heeft de afgelopen maanden door de (nog lopende) actie „Doe Open" niet alleen veel geld maar ook veel goodwill gezameld. Door mode shows, sportwedstrijden, muziekavon den, markten en de meest bizarre ac ties (waarvan de jeugd het alleenrecht schijnt te hebben), zoals een fietstocht om het IJselmeer, een reis per triplet door Nederland en een autoduwtocht van Den Haag naar Amsterdam, wordt een som bijeen gebracht, zo groot, dat het beoogde doel van 600.000 gulden zal worden overschreden. Een totaal heeft men nog niet, maar dit heeft men al vast kunnen vertellen. Het rumoer van deze actie is tot in de kampen in Duitsland doorgedrongen. Bij een bezoek, dat wij onlangs brach ten en aan Friedrichsfeld en Ohm stede, de beide barakkenkampen, wel ke door het Wereldvluchtelingencomité als onderdeel van het Nederlandse hulpprogramma zijn aangewezen, bleek ons de dankbaarheid, die het vroegere wantrouwen en pessimisme bij de vluchtelingen heeft verdrongen. „De Nederlandse jeugd en het gehele Ne derlandse volk hebben getoond, dat staatsgrenzen geen grenzen behoeven te zijn, wanneer het er op aankomt een medemens te helpen. „Wat voor ons in uw land wordt gedaan, ontroert mij zo, dat ik er geen woorden voor kan vin den." Dat zei ons Eglays, vluchteling uit Letland, waar hij leraar aan een middelbare school was, nu leider van de jeugdgroep van het kamp Ohmstede. HOOP De omstandigheden in de kampen zijn nogal ellendig, maar de hulp van ons land heeft al voor één wijziging gezorgd. In de harten van de vluchte lingen is een gevoel teruggekomen, dat zij allen al tien jaren hebben gemist: de hoop op een betere toekomst. Wij bemerkten het toen wij met hen praat ten in de armzalige behuizing van de barakken. De gezichten, die geen ge veinsde maar echte dankbaarheid uit- Deze cijfers zijn ontleend aan gegevens van het Ministerie van Landbouw en Vis serij d.d. 4 november 1948. De eerste broodrantsoenen begon op 5 juni 1940. Het weekrantsoen werd gesteld op 2000 gram per week. Op 2 mei 1941 werd dit verhoogd tot 2667 gram maar werd op 21 juni 1941 weer verlaagd tot 2000. Op 20 september 1941 kwam weer een verlaging tot 1800 gram, dit rantsoen is behoudens enige tijdelijke verhogingen of verlagingen ongewijzigd gebleven tot oktober 1944. De te verkopen bonkaart KA-410 van 3-30 september 1944 10e peirode gaf nog recht op 1800 gram per week. Door de bevrijding van het zuiden (van af 17 september 1944) is in de distributie een van brood radicale verandering ge komen. Voor het bevrijde zuiden bleef de distri butie en rantsoenering gehandhaafd, maar werd al spoedig zeer ruim gesteld op 2400 gram. Noord-Nederland heeft echter de honger gekend. November '44 broodrant soen 1400, december '44 1200, half decem ber reeds 1000 gram en in januari '45 500 gram brood per week. Wat deze cijfers betreft, de bonkaarten en rantsoenen werden wel ter beschikking gesteld, maar in feite was er praktisch geen brood meer tot na de bevrijding in mei 1945. Door de hulp van het Roode Kruis werd het Zweeds wittebrood een zeer welkome aanvulling op de bestaande rantsoenen. Na de bevrijding beliepen de rantsoenen eerst 600 gram plus 400 gram wittebrood, in juni 1945 1200 gram brood, in juli 2000 en in augustus 1945 2400 gram. Vanaf sep tember 1945 gold weer voor geheel Neder land een gelijk broodrantsoen van 2800 gram. Geleidelijk werd dit minder, er kwamen steeds meer andere voedingsmid delen. Het laatste broodrantsoen van 12 september-6 november 1948 bedroeg 2000 gram. Daarna is de brooddistributie opge heven. drukten, de levendigheid van de ant woorden, die zo anders waren dan vo rig jaar, bij ons eerste bezoek. Zelfs de natuur scheen het te willen benadrukken. Vorig jaar een trieste regen, welke de weggetjes veranderde in onbegaanbare modderpaden, nu een stralende voorjaarshemel, waaronder de kinderen speelden. Kinderen, die weinig van hun toestand beseffen, maar wel merken dat zij weinig eten. Kinderen, waarvan de meesten al eens in ons land zijn geweest en daar gezien hebben welke kleren hun afgedragen vodden kunnen vervangen. KAART AAN KONINGIN Hoeveel er in ons land ook is inge zameld, nooit mag dat aanleiding zijn tot de gedachte, dat verdere hulp niet meer nodig is. Met het tot nu toe bij een gedachte kapitaal, zullen o.a. de huizen worden betaald, welke nu al in de kampomgeving worden gebouwd. De jeugdactie „Doe Open" zal de bouw van een gemeenschaps- en een jeugd huis financieren. Maar dat is niet ge noeg. Van de bijlage, welke de vluch telingen van de Westduitse regering ontvangen, kunnen ze nauwelijks le ven. Zij, die werken, zijn er wat beter aan toe; bij hen zijn de zorgen over de toekomstige huur van de eerste stenen woning wat geringer, maar bij de ande ren zijn ze nijpend. En waar moet het geld voor de inrichting vandaan ko men? En mogen ze ook eens nieuwe kleren kopen? Steeds behouden wij de kans iets te doen. Het Nederlandse comité voor het vluchtelingenjaar heeft in overleg met het Nationaal Comité Viering Bevrij dingsdag besloten 5 mei in het teken van de vluchtelingenhulp te laten staan. Als motto werd gekozen „Geen Vrij heid Zonder Offers". Wij zijn al ver lost van de overweldiger, maar de ont heemden gaan nog altijd gebukt onder de lasten. Op bevrijdingsdag werd ons opnieuw de mogelijkheid geboden iets te doen. Ieder kan aan Koningin Juli ana - beschermvrouwe van het Vluch telingenjaar - een persoonlijk bewijs van blijdschap over de bevrijding zen den door het sturen van een bevrij- dingskaart. Opbrengst van kaart en frankering zijn geheel ten goede ge komen aan de vluchtelingenhulp. Voor de hun geboden en steeds weer te bieden hulp zijn de ontheemden ons altijd dankbaar. Aan een zoon van het oude Volk Gij gingt en roemde U een Jood te heten, Een Jood, een van 't gevloekte ras, Dat nimmer van de oude wond genas En d' eeuwen door aan Babels stroom is neergezeten. Gij gingt en schaamde U de ster te dragen, Het schild van David eens, symbole Gods En teken van Zijn Naam, de trots Van 't oude volk, teken van smaad in onze dagen. Gij gingt en volgd' een and're sterre, Waarvoor G' U nimmer schaamd' trots alle hoon; Van Uwe jeugd reeds, vriend, wenkte 't licht van verre: Gij volgde het en vondde Heer, Uw loon Gij gingt en leefde in dat licht En waart, nog jong, een kind der kerke. Gij zaagt niet om', maar deed oprecht Uw plicht. Dat Christus' Licht U, balling, sterke! Wat bergt de toekomst ons in hare schoot? Uw wederkeer? 't bericht van Uwe dood? Pasen (9-10 april) 1944 D. PHILIPS Het Roode Kruis berichtte ons, dat hij in de gaskamers is omgekomen. (Vervolg van pagina 1) dan ook door vliegtuigen geschoten, maar gelukkig slechts voor een ogen blik. Uiteindelijk werden ook deze mensen afgevoerd. Per bus naar Driebergen en vandaar per trein naar Alkmaar en omgeving, waar men zelfs nog beter kon worden opgevangen, dan degenen, die op een stoffige kolenschuit verzeild waren geraakt. Deze mensen kwamen terecht in de omgeving van Gouda. Plaatsen als Stolwijk, Ammerstol, Bergambacht, Groot-Ammers e.d. heb ben een bekende klank voor vele Vee- nendalers gekregen. Echter, de besturen van deze gemeenten stonden voor de ogenblik hadden gerekend. Velen von den dan ook massaal onderdak op boerderijen, omdat de huizen niet vol doende plaats boden voor de grote stroom Sommigen beleefden ontroe rende ogenblikken toen zij vanuit het stro in de Ned. Herv. Kerk te Ammer stol, die als vluchtoord was ingericht, op de 12e mei, pinkstermorgen, een dienst volgden, die werd geleid door een Veenendaalse en Ammerstolse pre dikant. Het défilé van de Nederlandse strijd krachten dat op 5 mei in Ede wordt ge houden, zal een omvang krijgen als nog nooit tevoren. In totaal nemen er 4000 militairen aan deel, waarvan 3000 te voet en 1000 in voertuigen en vliegtuigen. Het défilé dat onder leiding staat van pa radecommandant generaal-majoor D. C. de Vries, heeft een lengte van vfjf kilometer en begint om half twaalf. Het eerste deel bestaat uit adelborsten, mariniers en matrozen van de Kon. Ma rine, gevolgd door marechaussee, cadetten en infanteriecompagnieën van de land macht. Hierna volgen vijf squadrons grondtroe pen van de luchtmacht en een drietal de tachementen van Milva, Marva en Luva. Het rijdens materiaal omvat veld- en luchtdoelartillerie met o.a. achttien cen- turion-tanks. Aan de parade nemen ook ruim honderdvijftig vliegtuigen deel. Om circa drie uur zullen ruim honderd parachutisten gedropt worden op de Gin- kel te Ede, in de buurt van de oude schapskooi. Aanvankelijk lag het in de be doeling dat de para's na de landing een monument zouden onthullen, maar om di verse redenen is deze plechtigheid uitge steld tot september a.s. En weer zullen Engelse parachutisten dalen op de Ginkelse heide bq Ede, maar nu als herinnering aan de stout moedige luchtlanding in september 1944 Elk jaar worden op de 10e mei de ge sneuvelde Nederlandse soldaten op de Grebbeberg herdacht. Zij vielen als eersten voor onze vrijheid. Echter, spoedig waren deze zorgen van de baan want reeds op woensdag 15 mei vertrokken verschillenden weer naar Veenendaal, waar de meesten hun huizen weer terug vonden, wel vaak geplunderd, maar voor het overige toch in ongeschonden toestand. Het leven begon weer zijn gewone gang te krijgen en aanvankelijk heeft het er ook in Veenendaal op geleken, dat de bezetters nog zo kwaad niet wa ren. Het zou echter spoedig anders uitpakken en toch dient daarbij vlug gezegd, dat Veenendaal niet veel heeft beleefd, vergeleken bij andere oorden. Aanvankelijk zag men hier de zgn. op- bouwdienst aan het werk. Met schop pen en houwelen uitgeruste werkploe gen van Nederlandse militairen, voor zien van een wit driehoekje op hun overigens nog oer-Nederlandse uni form. In 1941 werd ook in Veenendaal de gemeenteraad aan de dijk gezet en alle macht in handen gelegd van bur gemeester en wethouders, die echter op hun beurt weer aan handen en voeten werden gebonden aan hogere - de be zetters goedgezinde - overheidsfunctio narissen. Tot 1942 was het betrekkelijk rustig. In 1943 werden meer en meer Duitse militairen in Veenendaal gelegerd. De Panter Sigarenfabriek werd ingericht als werkplaats voor de MAZA, een uiterst geheim zaakje van de „Kriegs- marine", waarvan men nooit het juiste doel geweten heeft. In de volgende jaren werd nog meer „feldgrau"-gejast tuig in Veenendaal en omgeving gelegerd en de toestand werd er niet beter op. Toch was het toen nog heilig verge leken bij wat zou gebeuren na de lucht landingen in september 1944, waar onze plaats ook een staartje van beleefde. Dit staartje bestond uit een respectabel aantal jachtvliegtuigen, dat al schie tend de lucht boven Veenendaal vrij hield van ongewenste Duitse vliegtui gen, die er op dat moment al niet veel meer waren. Het leek meer op ontzag inboezemen en als het ware werd een tot de tanden gewapende ring van ja gers gelegd om het grote convooi van transportvliegtuigen met para's en ma teriaal, dat tussen Ede en Arnhem rus tig zijn gang kon gaan. De strijd leek verloren voor de be zetter, maar het liep allemaal zo an ders. Noordelijk Nederland en daar mee ook Veenendaal zouden de onge lukkigste maanden van de gehele be zetting beleven. Daags na de luchtlandingen werden de eerste tekenen al zichtbaar. Grote aantallen vluchtelingen uit Wagenin- gen, Renkum, Oosterbeek en Arnhem trokken Veenendaal binnen. Veenen daal, zelf in 1940 gevlucht, moest nu een aantal evacué's herbergen, dat even groot was als de eigen bevolking. Barre maanden in een strenge winter volgden. Het merendeel van onze plaatsgenoten ging de oorlog toen pas voelen. Er kwam gebrek aan voedsel, brandstof en kleding en bij dit alles werden de maatregelen van de bezetter zeer verscherpt. Ook Veenendaal maakte kennis met een instituut als de gaarkeuken en had hierbij dan nog het geluk dat er nog wel eens het één en ander onder de boer kon worden opgescharreld. De bezetting van de plaats met mili tairen werd vele malen vergroot, er verscheen een figuur als de Ortskom- mandant, te vergelijken met een gar nizoenscommandant, die ook op de burgers moest letten. De inwoners werden ingeschakeld bij de werkeenheden van het Duitse le ger. Militaire functionarissen in fletse, geelachtige uniformen kwamen op de proppen. De „Organizatien Todt". De grootste werkgever die Veenendaal ooit heeft gekend, maar ook de werk gever bij wie de grootste lijn getrokken is die er ooit getrokken is. Iedere morgen reden de werkbare mannen van Veenendaal uit op hun fietsen met „anti-plof"-banden, naar het werk op de stellingen, die de Duit sers in allerijl gingen opwerpen voor een macht, die ze op dat moment niet doorgrond hebben. Een legermacht, die op 9 mei zijn in trede zou doen in het door midden ge sneden Veenendaal, want de Duitsers hadden er iets in gezien om op de zon dag daarvoor de Vaartbrug op te bla zen. Een daad, waarbij zij zich niet ontzagen om twee van hun eigen „ka meraden" de dood in te jagen. Op het moment, dat zich twee S.S.'ers op de brug bevonden werd de zaak opge blazen. In die dagen waren ook de beschie tingen van de geallieerden erg. De to ren van de Julianakerk moest het ont gelden en overal in de plaats vielen granaten. Verschillende mensen vonden de dood met de bevrijding als het ware in 't zicht. Noodziekenhuizen werden ingericht in het Kamp Dijkstraat, de Scheepjeswolfabriek, het magazijn van de fa. Van Beek aan de Julianastraat I en in huize Marianne was een nood- kraaminrichting gevestigd. De nood kwam hoog, maar de bevrij ding toen ook Het gedeelde Vee nendaal werd ook in gedeelten bevrijd. Terwijl 's middags de bevrijders de Hoofdstraat binnenreden werd in het gedeelte ten zuiden van de Vaartbrug nog dapper geschoten door S.S.'ers, die zich aanvankelijk niet aan de bezetter wilden overgeven. Dat zij aanvankelijk toch de weg van de minste weerstand kozen heeft Veenendaal voor een totale ondergang gespaard. De geallieerde ar tillerie had in het andere geval het ge hele S.S.-nest, dat Veenendaal op dat moment was, platgeschoten! Een gelukkige omstandigheid was, dat zij - de S.S. - in dit geval met zeer geduldige Engelsen te maken had, die uiterst vreedzaam optraden en hiermee de levens van de burgerbevolking spaarde. Niemand zal juist deze dagen, waar dan ook meegemaakt, in Veenendaal of elders in Nederland, vergeten. Wij meenden er echter goed aan te doen enkele specifiek plaatselijke gebeurte nissen op te halen. Ongetwijfeld is hier bij veel over het hoofd gezien. Eén ding mogen wij echter nooit vergeten, nl. dat in Veenendaal en omgeving de on der grondse activiteit zeer sterk was. Het is hier niet de plaats om namen te noemen, maar laten wij stuk voor stuk onze gedachten een ogenblik stil te laten staan bij hen, die hun leven lieten voor de goede zaak. En al moge dan ook de herinnering aan die bange oorlogsjaren in de komende jaren ver vagen, laten wij hen die vielen blijven gedenken. (Vervolg van pagina 1) als The Calgary Regiment ondersteun de de brigade. Eén tank ging verloren aan de Duitse achterhoede. Toen de pantsers Ede naderden, stieten zij op taaie verdediging van verdekt opge stelde scherpschutters, maar na een hevig artilleriebombardement sloegen de Calgarytanks grote gaten in de mu ren waarachter de „snipers" zich ver scholen hadden. „Wasps", vermoedelijk vlammenwerpers, veegden de huizen buiten Ede schoon. Even na twaalf uur 's middags was Ede in Canadese han den: 16 april! De 56ste brigade ging in de vroege ochtend van 17 april naar het westen in twee vleugels in de richting Wage- ningen en Bennekom. 's Avonds had de brigade beide plaatsen bevrijd: 17 april! De 49ste divisie naderde de Grebbe- linie, maar brak niet door. Het leger kwam tot stilstand en wel uit politieke overwegingen. Men hoopte namelijk de vijand te beletten het hele platteland van westelijk Utrecht onder water te zetten. Inlichtingen van burgers wezen er op, dat de Duitsers inderdaad een begin hadden gemaakt met pogingen daartoe. Zij wilden de sluizen bij Wijk bij Duurstede vernielen, hetgeen mis lukte. De Canadezen bleven waar zij waren langs de lijn Lunteren-Ede-Ben- nekom-Wageningen. Veenendaal werd niet bevrijd: de vis zou té duur betaald zijn geworden. De twee volgende dagen verrichtte de 49ste divisie patrouillediensten met kleine mobiele gevechtsgroepen. Haar eenheden leidden westwaarts in de richting Veenendaal met het doel het terrein ten oosten van de Grebbelinie geheel te kunnen beheersen. Het zuiden van deze linie werd verdedigd door de 34ste divisie van de Nederlandse S.S., collaborateurs waarbij veel mannen, die de hongerdood of deportatie naar Duitsland vreesden. In de Betuwe rol de de oorlogsmachine verder. Belgi sche infanterie maakte zich in samen werking met eskadron B van de Gal- gary's op 18 april meester van Op- heusden. Toen trok de vijand zich te rug achter het kanaal dat Rijn en Waal verbindt - Stacey bedoelt het Lekka- naal -. Evenals overal elders hielden de agressieve vijandelijke acties op. Stacey eindigt zijn relaas met de woor den „the troops marked time" d.i. de troepen markeerden de pas, maakten dus de voetbeweging zonder vooruit te gaan d.w.z. wonnen tijd in afwachting van nadere operaties in West-Neder land. Wat nu volgt berust op overlevering en op persoonlijke notities, destijds ge maakt. Het rijksinstituut voor oorlogs documentatie te Amsterdam, dat wij dezer dagen bezochten, kon ons niet helpen aan nadere gegevens: zij ont breken, zodat wij de gegevens uit over levering niet konden verifiëren. Van het op 16 april bevrijde Barne- veld uit spoedde zich op 17 april een patrouille met een 15-tal carriers naar Renswoude. Bij de Holleweg aldaar stelde zij geschut op. Grote vreugde bij ieder! Maar 's avonds trokken de bevrijders een voor een weer terug en woensdag 18 april was Renswoude weer in Duitse handen. Een week lang duur de de terreur, totdat dinsdag 24 april de definitieve bevrijding kwam, toen 's ochtends het geallieerde leger van Scherpenzeel uit het dorp binnenkwam. VEENENDAAL BEPROEFD Op dezelfde dag dat Wageningen en Bennekom bevrijd werden, kondigde de Kampfkommandant in Veenendaal de uitzonderingstoestand af. Veel flak, pantserafweergeschut, kwam hierheen. SS-mannen betrokken loopgraven en stellingen. Een troep Hollandse SS was uit het zuiden naar Veenendaal geko men. In de nacht van 17 op 18 april vielen de eerste granaten op de stel lingen der Duitsers en hun „vrienden". Het vuur kwam uit de richting Ede en later van de Kade. De vijand verlegde de stellingen, maar het vuur volgde trouw: de ondergrondse berichtte na melijk telkens de verlegging van het front, hetgeen mij een woedende Schar- führer, die mijn huis doorzocht naar een geheime zender, toeschreeuwde. Een Duitse artilleriestelling in de Prattenburgse bossen werd door de Engelsen uit de reeds bevrijde Betuwe beschoten. In de namiddag van 26 april werd „vakkundig" een bres geschoten in de toren van de Julianakerk, waarin een Duitse uitkijkpost gevestigd was. De dag daarop heerste grote rust, ook de volgende dagen, waarover ieder zich verbaasde. Later bleek dat op 28 april te Lichterveld een wapenstilstand was gesloten tussen Von Schwebel en Bedell Smith. Op 4 mei tekenden Duitse stafoffi cieren in de tent van Montgomery op de Lüneburgerheide de overgave van alle Duitse legers in Noordwest-Duits- land, Nederland en Denemarken. De dag daarop, 5 mei, bespraken in hotel „De Wereld" te Wagenii^en prins Bernhard als hoofd van de BS en gene raal Foulkes, bevelhebber van het eer ste Canadese legerkorps, met de staf chefs van het Duitse leger de capitu latie-voorwaarden van de in Neder land opererende troepen: Generaal Blaskowitz ging door de knieën! Een schrijfmachine bleek in heel Wage ningen niet te vinden, zodat het ver drag zondag 6 mei in Hilversum eerst werd getikt en getekend. H.M. Koningin Wilhelmina sprak op 5 mei: Onze taal kent geen woorden voor hetgeen in ons hart omgaat. Ein delijk zijn we weer baas op eigen erf, verslagen is de vijand, verdwenen zijn de gevangenissen en martelkampen, voorbij is de nameloze druk, die u vijf jaren gekweld heeft; voorbij de ver schrikking van de hongerdood." Maar deze woorden golden niet Vee nendaal: de SS hier gaf zich niet ge wonnen. Wel was de capitulatie hier bekend geworden. Velen staken reeds zondag 6 mei de vlag uit en tooiden zich met oranje. Maar dezelfde dag nog blies de SS de Vaartbrug op en 's avonds schoten de mannen in blinde woede de vlaggen aan flarden Maandagochtend werd nog een mi trailleurpost aan de Nieuweweg opge steld, die echter enige uren later weer verdween, 's Middags gingen we met onze kinderen langs de Klompersteeg, angstvallig het midden van de weg houdend ter vermijding der landmijnen naar De Klomp. Met ontroering zagen we daar voor het eerst de soldaten der vrijheid. Hun jeeps trokken de zware beukestammen die een barrière op de rijksweg vormden, weg als waren het luciferhoutjes, terwijl op het Boven eind dronken SS-ers met het geweer dreigden. Thuiskomend kregen we de waarschuwing de vlag te strijken, ge zien de dreigende houding van de SS. Wel hadden de Veenendalers de ge hate tankversperringen vernield, maar 's middags schoten de SS-ers in 't wil- (Vervolg van pagina 1) Een der hoofdkwartieren van de B.S. in de Gelderse Vallei bevond zich op de Nieuweweg in Veenendaal, terwijl ook een sigarenwinkel in de Hoogstraat een toevluchtsoord voor het verzet be tekende. In de bedstede van het pand Klein Schutje 9 bevond zich een enorme hoeveelheid wapens en een woord van lof komt altijd nog toe aan de bewo ners rondom, die hiervan wisten maar waar nooit iets van uitgelekt is. Drie man met een totale bewapening van 1 pistool, 1 lichtpistool en 1 breek ijzer, pleegden in 1943 een overval op kamp Dijkstraat. De buit bestond uit vijftig fietsbanden die werden uitge deeld aan de koeriersters. Bij de twee de overval was de buit nog groter. Via een meisje dat op het gemeente huis te Amerongen werkzaam was, kwam men te weten met welke tram en hoe laat er een groot aantal distribu tiebonnen vervoerd zouden worden. In de tuin van het Amerongse gemeente huis stond de man die de tas droeg en de gewapende agent die hem vergezel de plotseling oog in oog met twee ge wapende mannen. In een minimum van tijd waren de mannen met de tas ver dwenen, de agent en de ambtenaar in stomme verbazing achterlatend. Het meisje dat precies wist wat er zou gaan gebeuren, viel flauw 8 mei 1943 beval politiepresident Walraven het .baanvak Utrecht-Arn- hèm te bewaken tegen aanslagen. Rijksduitsers en NSB'ers werden vrij gesteld Na zes dagen werd de bewa king opgeheven, maar de wachters, die hun ogen goed de kost hadden gege ven en vriend en vijand hadden leren onderscheiden, hadden de gelegenheid benut zaad van oranjekleurige bloemen als afrikaantjes te zaaien! Of het ont kiemd is en de baan in oranjegloed ge zet heeft, vermeldt de geschiedenis niet. Een jongen, Theo Krijnen, die te Putten was neergeschoten, vertelde stervend dat hij zijn pistool gekregen had van Jelis Budding te Gelders-Vee- nendaal. Te Ede werd een Budding ge arresteerd, maar weer vrijgelaten: hij was de gezochte niet. Ahlbrecht van de Sicherheitsdienst te Arnhem ging met twee marechaussees naar Veenendaal op zoek naar Budding. Hij raadpleegde hier 's nachts het bevolkingsregister en noteerde enige Buddings. Eerst zocht hij het huis van Aris Budding, liet het omsingelen en nam Aris gevangen. Aris moest mee naar de woning van Jelis aan de Buurtlaan, die ook om singeld werd. Toen Jelis door de voor deur naar buiten kwam - de achter kant van het huis werd door een Nederlands rechercheur bewaakt - ge lastte Ahlbrecht hem in een plas te gaan liggen, waarna hij hem dwong naar de achterkant te lopen, waar hij hem neerschoot. Jelis leefde nog. Dr. Kets kwam en nam hem mee naar het ziekenhuis, maar onderweg stierf hij. Ahlbrecht nam daarop Aris mee naar Arnhem, waar hij onschuldig bleek en vrijgelaten werd. Ook Jelis was totaal de weg in de straten. Ook dinsdag 7 mei heerste de SS-terreur. Toch weer hield dat de inwoners van zuid niet door de bossen naar Eist te sluipen, zó verlangend was men de bevrijders te zien. Een detachement van het Polar Bear-regiment verscheen 's middags van Eist uit bij La Montagne en maak te daar bivak. Een Engelse verken ningswagen reed zelfs door tot in de Hoofdstraat tot schrik van de SS. Ein delijk ratelden woensdag 9 mei ge allieerde tanks over de Nieuweweg Veenendaal binnenHerwonnen was de vrijheid! Op Hemelvaartsdag 10 mei, zagen de straten zwart van opgetogen mensen. Op de Markt hield de waarnemend bur gemeester J. H. van Schuppen, op een tank staande, een enthousiaste toe spraak tot de bevrijders en de jui chende menigte, waarna de nationaal- socialistische vlaggen en de portretten van Hitier en Mussert onder grote hi lariteit werden verbrand. Een boek handel in de Zandstraat verkocht de eerste krant: het bevrijdingsnummer van Trouw. Overal vierde men panisch feest, waarbij een ware danswoede ieder aangreep. De dagen van duister nis waren voorbij, de dagen van licht braken aan. Hadd' ons de Heer, Hem sy de eer, Alsoo niet bygestaen, Wy waren lang, ons was soo bang, Al inden druck vergaen. D. PHILIPS De rollen omgedraaid. Bijgekomen van overwinningsroezen worden deze SS-ers afgevoerd naar krijgsgevangenkampen. onschuldig. Ahlbrecht beweerde later, dat Jelis had willen vluchten Een vlieger van de R.A.F., een Ier, een zekere Robert K. Bailey, landde in augustus 1944 nabij Renswoude. Hij werd gehuisvest in deze omgeving. De zelfde maand kwam bij Renswoude nóg een piloat neer, Robinson, die zijn hele uitrusting mee naar beneden bracht o.a. een opblaasbare rubberboot. Dr. Dirk Eskes, in het verzet dr. Aley genoemd, een arts die in Garderen was ondergedoken en enige koerierslijnen verzorgde, vroeg Robinson hem de boot te geven om koeriers over de IJsel te helpen. Robinson stemde toe. Op Wes ter Wetering, een hoeve tussen De Klomp en Ede, werd het bootje gepro beerd en verpakt in een zak met gras verzonden. Aan de IJsel heeft het vaak dienst gedaan. Renswoude is ook bekend geworden door de bemachtiging aldaar van vele persoonsbewijzen. Het plan daartoe werd ontworpen door Theo Dobbe, dieJ Weer eigen soldaten in vrjj Nederland- in Dieren werd doodgeschoten, een partisaan even beroemd geworden als Johannes Post, Leendert Valstar en Liepke Scheepstra. Zeven jongens uit de Maanderbuurt besloten op het baanvak Utrecht-Arn hem een trein te doen ontsporen. Een ander clubje wilde hetzelfde. Op 8 sep tember 1944 schroefden de twee groe pen samen een stuk rail los. Toen een zware trein naderde, sleepte ze de rail weg en namen de benen. De trein vol dronken Duitsers op weg naar de Hei mat ontspoorde en versperde ook het tweede spoor. Geen enkele kraan was sterk genoeg om de locomotief te lich ten, zodat de weg weken lang versperd bleef. Toch eist het geval geen gijze laars of mensenlevens: men wist de Duitsers wijs te maken, dat de aanslag dilettantenwerk was! Het was de Sicherheitsdienst te Ede ter ore gekomen, dat bij Steven Boon- zaayer aan de Rijksweg naar De Klomp een koerierspost was. Op 21 november 1944 trok de S.D. er heen en arresteer de Steven en diens vrouw en een joodse onderduiker Van der Sluis. Twee koeriersters, Nannie van den Bosch en Truus Kuik, die niet gewaar schuwd hadden kunnen worden, fiets ten het erf op en werden ook gegrepen. De ene koerierster had een adres in Veenendaal bij zich: Van Doorn in de Hoofdstraat. De heer Van Doorn en zijn zoon bleken thuis te zijn, alle stukken waren vernietigd, zodat huiszoeking niets opleverde. Terwijl men hiermee nog bezig was, kwam een koerierster met haar broer uit Utrecht met vele papieren. Door de duisternis gedwon gen gingen ze bij Van Doorn de weg vragen. Ook zij werden gearresteerd. Even later kwam een „ondergrondse" Veenendaler J. Engelaan met waarde volle spionnageberichten binnenlopen, zodat ook hij gepakt werd mét een an dere bezoeker, een zekere Auke Sie- benga, een evacué uit Ede. De gege vens van de Utrechtse koeriers wezen naar de Kamer van Koophandel te Utrecht, waar de S.D. de volgende dag zijn slag sloeg. 21 november is de zwartste dag voor Veenendaal gewor den, tien arrestaties. De mannen kwa men allen om. J. Engelaan werd in de vroege ochtend van 2 december op het voetbalveld van de Willem III-kazer- ne doodgeschoten. Van Doorn jr., een veelbelovend onderwijzer, was een on verzettelijk verzetsman, die de vijand hevig haatte. Toen ik eens met hem op de Stationsstraat te Ede wandelden ging hij voor geen Duitser opzij, hij deed of hij ze .niet zag, zodat zij moes ten uitwijken. Bij een winkelierster aan het Boven eind vervoegde zich een week vóór de bevrijding een echtpaar met twee kin deren, om onderdak. Goedmoedig nam de vrouw de schamele mensen op, die eerst in een schuur achter Hupkes hadden gehuisd. Ze gedroegen zich erg terughoudend. In een boerderij aan de Griftweg, waar SS'ers zaten, kreeg hij in ruime mate vlees. Ook in de Klom- perschool ontving hij het nodige. Een boer aan de Klompersteeg waarschuw de de kruidenierster voorzichtig te zijn met die mensen, maar liet zich niet verder uit. Toen de Canadezen aan De Klomp verschenen, nam de familie, goed gekleed en wel verzorgd, afscheid van de vriendelijke kwartiergevers. Zen zeiden naar Arnhem te gaan. Na hun vertrek hoorde de winkelierster, dat haar gast niemand minder was ge weest dan Rost van Tonningen. Hij was president van de Nederlandse Bank en secretaris-generaal van het depar- tèment voor bijzondere economische zaken. Direct gingen de partisanen hem zoeken. Langs binnenwegen bleek hij naar een woning aan het eind van de Zandstraat, waar vele SS'ers verbleven, te zijn gegaan. Hij werd gepakt. In de gevangenis te Scheveningen pleegde hij zelfmoord Het zijn slechts enkele grepen uit deze bewogen dagen. Boekdelen zijn er te schrijven over de spanning waarin vooral deze mensen leefden, hoe zij soms maandenlang in (o.a. in Over- berg) een ondergronds hol verbleven om aan de greep van de immer loe rende vijand te ontkomen. En ook hoe zij in doodsangst, opge jaagd als een wild dier, aanklopten bij medemensen die hen echter door stuurden De strijd was hard en er gold geen pardon. Toen er dan ook bekend werd dat er in de gelederen van de illega liteit een verrader was, werd hij zon der pardon geliquideert, overigens net op tijd want hij stond op het punt een complete namenlijst aan de» vijand te overhandigen. Al deze gebeurtenissen zijn verhaald om de partisanen, die alles veil had den voor de vrijheid, te eren. Zij ver wierven roem bij hun tijdgenoten en het is onze dure plicht hun namen in ere te houden. Laten wij vanavond bij de plechtige herdenking, onze geest terug laten keren naar de jaren 1940- 1945. Dan beseffen wij wélke offers er zijn gebracht voor het grote goed der vrijheid die wij moeten behouden en zo nodig verstevigen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 6