GROOT LUNAPARK
24
IO% korting
IO% korting
24
26
79
FORD AUTOSHOW*
kwart jonge Edammer
3 kwartjes
TOMATENPUREE l.,^, 29 TOILETZEEP
ZAANSE KOEKEN
Pinda's
Limonadesiroop
79
DE VALLEI
200ókorting
extra
deze week
AARDBEIEN-
JAM
CUSTARD
AARDBEIEN
NET MEISJE
MACHINES EN
MENSEN
J
cw'
Voor de Jeugd
DAMES
BABY- EN KLEUTERHUIS
PEPITA
Mej. T. Stoffel,
Van DONDERDAG 23 t.e.m.
WOENSDAG 29 juni a.s.
op terrein v.v. Veenendaai aan de
Bergweg
VELE NIEUWE ATTRACTIES - ZONDAGS GESLOTEN
2 pakken VéGé-Macaroni OfT
1 pak tafelkoeken
2 rol beschuit
1 blik VéGé-Sardines
250 gr. vruchtensterren 1
200 gram zachte VéGé-
Fruitkaramels met 12 geldzegels
1 Olympisch glas met
chocolade pasta samen voor slechts
1 blikje varkensvlees voor slechts 65
BENT U AL OP DE
GEWEEST?
PITMANSCHOOL - GOES
KRUIDENIERSCURSUS
VEENENDAALSCHE
STOOMSPINNERIJ EN WEVERIJ N.V.
Over kwaliteit en goedkoop gesproken, dat
vindt u bij ons
500 gr. prachtige RUNDERLAPPEN a 1,70
E. C. van Engelenburg
voor
Van der Kolk Veenendaai N.V.
Firma
J. A. E. van Offeren
borduursters
of meisjes
Marino''
oor kwaliteit
maakt u het leven goedkoper
'n Traktatie
met
In Veenendaai komen wij gratis horen en
bezorgen: Tel. 2015
HOOFDSTRAAT 93 - VEENENDAAL
De dikke rode
aardbei
FEUILLETON
Op het Dr. Slot, de Bruïneplein wordt
als eerste van de 7 nieuwe winkelpan
den op DONDERDAG 23 JUNI 1960
's morgens om 10 uur GEOPEND het
MET ALLES OP HET GEBIED VAN BABY-
EN KLEUTERKLEDING
EN AANVERWANTE AKTIKELEN
Wij nodigen U vriendelijk uit een kijkje te komen nemen, waarbij U een ver
snapering zal worden aangeboden.
Gaarne tot Uw dienst
Dr. Slot. de Bruïneplein 3
k 250 gram 62 cc-f U U
geld-
zegels
60 ct
geld-
zegels
60 ct
geld-
zegels
in olijfolie 65 ct
69 ct I
geld-
zegek
geld
zegels
A 1323306
VéGé-Sieremblemen bij VéGé Dessert- en Goudmerk Koffie
DINSDAG 28 JUNI BEGINT DE NIEUWE
MONDELINGE
IN CAFÉ GEERENSTEIN
Nieuweweg 133, Veenendaai
's avonds van 7-9 uur
DE OPLEIDING MET HET HOOGSTE PERCEN
TAGE GESLAAGDEN II
Voor Soliede Weefsels
VRAAGT
VOOR DE MONSTERKAMER
Prettige werkkring - Hoog loon - Bedrijfskleding
aanwezig
Aanmelden bij de pers, afdeling Zandstraat 93
Veenendaai
500 gram BIEFSTUK ƒ3,—
500 gram RIBSTUK ƒ2,20
500 gram BRAADSTUK ƒ2,50
500 gram FRICANDEAU 2,50
Uitsluitend per 500 gram.
Ruim gesorteerd voor de BOTERHAM.
Zie voor kwaliteitsovertuiging onze gekoelde vitrine.
Parallelweg 11 Telefoon 2700 Veenendaai
De vorige week heeft half Nederland van de
Goudse kaas van Simon de Wit gesmuld. Deze
week mag geen enkele moeder vergeten haar
gezin op die heerlijke jonge Edammer kaas
te tracteren. De naam Simon de Wit betekent
al honderd jaar garantie voor de allerbeste
soort en smaak, terwijl de prijs (17 cent per
100 gram) nog nooit zo laag was.
(Deze aanbieding blijft geldig toten met29juni)
Vergeet het vooral niet - dit is Uw kans om vele leden van
de uitgebreide „Familie van schitterende Ford-automobielen"
bij elkaar te zien in een interessante expositie. U bent van
harte welkoml
De show wordt gehouden in onze nieuwe showroom aan de
tot en met 25 juni.
Kerkewijk 128 Veenendaai
Telefoon K 8385-2244
Official Ford-Dealer voor Veenendaai, Rhenen.
en Ederveen.
Leinweberstr. 57, Veenendaai
Vraagt voor haar borduur-
i
atelier enige
die hiervoor opgeleid wensen
te worden
GEEF UW GELD NIET WEG
GA VOOR RIJLES NAAR
99
ERKEND EN GEDI
PLOMEERD IN
STRUCTEUR
Iedere maandag gratis
theorie met behulp
van in Arnhem opge
nomen instructiefilm.
VEENENDAAL, Dijkstr. 15,
Tel. 3153.
RHENEN, Julianastraat 44,
Tel. 812.
6 x GECONCENTREERD
fijn geparfumeerd
25 ct per stuk
L KWALITEITSGARANTIE
Wanneer u een bij AH
gekocht artikel niet élke
cent waard acht die u er
voor betaalde dan wordt
u door Albert Heijn het
volle bedrag vergoed.
Albert Heijn
Echte Oudhollandse lekkernij! fflfflffi1
In nieuwe verpakking met WW
vershoudende binnenzak per doos
NIEUWE OOGST
U proeft de verse
vruchten
zak 250 gram
van 39 voor
Versgebrand gingen deze pinda's
in de luchtdichte verpakking, knap
pend vers haalt u ze er uit, een lekkernij
voor jong en oud (Geldig tot en met 29 juni)
Limonadesiroop is in verschillende
kwaliteiten en prijzen te verkrijgen.
Deze Is van zo'n goede kwaliteit
dat wij er op rekenen dat u ervoor
terugkomt. Probeer de smaak van
uw keuze, deze week voor zeer lage prijs.
(Geldig tot en met 29 juni).
Andere lekkernijen voor weinig geld.
Leidse kaas 40+ belegen 100 gr 29
35
100 gr
blik 400 gr
100 gr
100 gr
100 gr
pak 200 gr
zak 150 gr
litersblik
99
42
69
39
59
45
149
Gerookte kaasworst
Gehakt
Berliner leverworst
Casseler rib
Boerenmetworst
Grapefruit-wafels
Vruchtencaramels
Bami Goreng speciaal
Rose „Geisha" zalm
Schelvislever
Rozenbotteljam extra kwaliteit pot 135
Spinazie (Nieuwe oogst) litersblik 58
Zoetzure gesneden komkommers
(Nieuwe oogst) 3/4 literspot
Tafelrijst (échte Siamrijst) pak 500 gr
Uitgebreide sortering Conimex artikelen
voor de rijsttafel
Tomatenpuree nieuw! tube 33
blik 109
blik 56
45
55
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres:
Parallelweg 10 Veenendaai
JARIGEN IN ONZE KRING
24 juni Annie Versteeg.
26
D
Herman van Braak.
27
Riet v. d. Wee.
27
M
Pauline v. d. Ham, Renswoude.
29
Corrie van Eden.
29
Cootje de Pater.
30
Corrie de Bruin.
Hartelijk gefeliciteerd.
OPLOSSING RAADSELS
I. Eind goed, al goed.
II. A. een ooievaarsbek is een plant;
B. een ortolaan is een vogel;
C. een hiëroglief, beeldschriftteken
der oude Egyptenaren;
D. een turkoois is een blauwgroene
edelsteen.
III. Lemmer - emmer.
I. Room, boek, Nel, bek.
II. Longen, tongen.
III. Wit, Ina, tak.
NIEUWE RAADSELS
Voor ouderen.
I. Ik ben een stad in Duitsland, maar
als je twee letters van mij wegneemt,
ben ik een stad in Zwitserland.
II.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
le rij een getij.
2e rij plaats op de Veluwe.
3e rij familielid.
4e rij niet lang.
5e rij edel metaal.
6e rij hoofdstad van Ned. provincie.
7e rij is nodig om te kunnen leven.
8e rij plaats in Frankrijk.
9e rij berg waar de ark op vast zat
(Noach)
Op de kruisjeslijn komt de naam van
een staat in Zuid-Amerika.
III. Zeg hoor eens hier,
Ik ben een dier
Maar zet je achter mij een K
Dan eet je me met smaak, o ja!
Voor jongeren
I.
Eerst zo groen als gras.
Dan zo wit als was,
Dan zo rood als bloed,
Dan zo zwart als roet,
Smaakt alle kinderen goed.
Dat is een
II.
Verborgen plaatsnamen in Nederland.
1. Heb je veel steken laten vallen, Mie-
ke?
2. Alle damstenen rolden over de
vloer (2)
3. Als ik hier sta, verdenkt vader mij
er van.
4. Over bergen en door dalen liepen
de touristen (2).
5. Je moet die kalk maar niet ge
bruiken.
III. Met M. sta ik in het polderland.
Verander mijn eerste letter en we zijn
in de winter onmisbaar.
Dicht bij Beverwijk was een heel groot
aardbeienveld, een geweldig stuk land van
wel bijna twee h.a. groot. Op dat veld
groeiden enkel maar aardbeien. Eerst was
dat veld helemaal vol mooie witte aard
beienbloesem geweest, maar toen waren
er kleine, groene vruchtjes aan de plan
ten gekomen, die steeds groter werden.
De warme zon stond vele dagen hoog
boven het land en de zonnestralen deden
de groene vruchten langzaam kleuren.
Midden op het veld was een plafrt waar
aan een heel dikke aarbei zat. De plant
stond een beetje apart en daardoor was
de vrucht prachtig rood geworden. Ze
kreeg veel zon.
„Hè, hè," dacht de aardbei, „nu wordt
het zo langzamerhand tijd dat ze me ko
men plukken, want ik heb mijn taak vol
bracht en ik verlang er naar lekker opge
smuld te worden."
En de volgende dag was het zover dat
de aardbei geplukt zou worden. Meisjes
met mandjes aan de arm liepen over het
veld en overal pikten ze de rijpe vruchten
weg, die voorzichtig in het mandje werden
gelegd.
„Zouden ze mij wel zien," dacht de dik
ke aardbei, „ik ben benieuwd waar ik te
recht kom en wie me op zal eten. Mis
schien wel een man die de hele dag hard
gewerkt heeft en mij 's avonds op de bo
terham krijgt of een moeder die ziek is
en veel fruit moet eten." Ineens riep een
van de plukkende meisjes: „Lieve tijd, wat
zit hier een knaap van een aardbei zo'n
mooie ben ik nog niet tegen gekomen.
Het meisje pake de vrucht voorzichtig
beet, trok even en toen werd de aardbei
in het mandje gelegd. Het mandje was vol
en het meisje bracht het naar de kant van
het veld. Daar stond een man die de aard
beien in doosjes legde. Twee ons in elk
doosje. Die man keek ook al met bewon
dering naar de geweldige vrucht.
Een poosje later kwam er een vracht
auto aanrijden en alle bakjes met aard
beien werden in kistjes gedaan en opgela
den en toen ging ook onze aardbei de
wijde wereld in. Over de rand van de
auto keek de aardbei nog even naar het
veld waar ze zoveel weken vertoefd had
en als de aardbei handen had gehad, zou
ze zeker even gewuifd hebben naar de
zusjes op het veld, die nog groen waren
en nog rijp moesten worden.
DE WERELD IN
Hotsend en stotend reed de vrachtauto
weg. Na een flinke rit, stond de auto stil.
Alle kistjes met aardbeien werden af
geladen en opgestapeld in een groot ge
bouw. Dat was de veiling, maar daar wist
onze aardbei niets van. Ze vond het ech
ter wel leuk met zoveel vriendinnetjes
bijeen gebracht te worden. Nieuwsgierig
keek de aardbei rond.
Ineens werd het kistje waarin onze aard
bei zat, opgepakt. De man die dat deed
liet het kistje aan andere mannen zien
en toen begon er ineens een grote wijzer
cp een bord te draaien.
Jan de Raap, een handelaar in groente
en fruit, had de dikke aardbei wel ge
zien. Die aardbei was al bijzonder groot,
maar ook de andere aardbeien van dezelf
de partij zagen er prachtig uit en daarom
drukte Jan de Raap gauw op een knop.
De partij aardbeien was voor hem.
Alle kistjes werden op de groenteauto
geladen en Jan reed met zijn tuf naar huis,
om de bakjes met vruchten in zijn win
kel neer te zetten en dan te verkopen.
DAT GING NET GOED
Jan de Raap reed met zijn groenteauto
door de straat. Hij was net aan het den
ken voor hoeveel hij de aardbeien moest
verkopen en toen zag hij niet dat een
heel oud moedertje precies vóór zijn auto
wilde oversteken. Ineens zag hij het oude
mensje dat een gil gaf van schrik. Jan
schrok ook, maar gelukkig reed hij niet
hard en meteen stond de auto stil. Het
oude moedertje was van schrik op de
grond gevallen. Jan hielp haar gauw op
de been. „Heb je je zeer gedaan, moeder
tje?" vroeg Jan. ,Nee hoor,' zei het vrouw
tje ik schrok alleen maar een beetje, het
is ook zo druk op straat, maar ik had be
ter uit moeten kijken. „Jan was blij dat
het zo prachtig afgelopen was. „Wacht
even moedertje," zei hij ineens, en hij
keek in de laadbak van zijn auto. Toen
zag hij het doosje staan waarin de heel
dikke aardbei zat. Jan de Raap pakte het
doosje en deed het netjes in een zakje.
„Alsjeblieft moedertje", zei hij, „voor
de schrik, eet maar lekker op. „Het oude
mensje keek even in het zakje en toen
gaf ze een gilletje van blijdschap. „O, me
neer, wat lekker en ik vind aardbeien zo
heerlijk, maar dat had u niet moeten doen
want het was mijn eigen schuld." „Dik in
orde mensje" zei Jan, „eet ze met hap-
pies...."
Hij bracht het moedertje nog even naar
de overkant van de straat en toen ging hij
vlug verder met zijn groenteauto.
EEN SMULPARTIJ
De dikke aardbei begreep niet goed wat
er allemaal gebeurd was, maar ze vond
het fijn dat zo'n oud moedertje haar ge
kregen had.
Het oude mensje liep voorzichtig naar
huis en thuis gekomen deed ze de aardbei
en in een bakje en ze werden even ge
wassen. Toen was het tijd voor de avond
boterham. Het moedertje sneed drie plak
jes brood af en die belegde ze helemaal
met aardbeien. Toen was alleen die heel
grote aardbei nog over.
„Wacht," zei het moedertje in zichzelf,
„die bewaar ik nog even tot ik vanavond
naar bed ga". De aardbei werd voorzichtig
op een schoteltje op de schoorsteen gezet
en vandaar zag ze hoe het oude vrouwtje
van de aardbeien smulde.
Om negen uur ging het moedertje naar
bed, maar eerst liep ze naar de schoor
steen en pakte het schoteltje met de aard
bei. „Ik ben al heel oud," zei het vrouw
tje, „maar nog nooit van mijn leven heb
ik zo'n prachtige aardbei gezien, eigen
lijk jammer om op te eten!, maar ik doe
het toch." Het vrouwtje pakte de aardbei
beet en de mooie rode vrucht werd even
lekker door de suikerpot gehaald. Lieve
kinderen, het oude mensje zou zich haast
vergapen, toen ze die dikke aardbei in
eens in de mond stak. De aardbei moest
lachen toen ze de mond van het moedertje
zover zag open gaan.
En toen was de taak van de aardbei
voorbij. Ze had gediend om een heel oud
en lief moedertje een prettige avond te
bezorgen, want het moedertje zei: Hmmm,
hmmmmm, wat kostelijk, wat lekker, je
proeft de klare zon." En toen was de ver
dwijnende aardbei heel gelukkig.
DOOR WESSEL SMITTER
38
Een van de Rettinelli's, haar jonge
re broer, denk ik, had waarschijnlijk
haar dingen 's ochtends vroeg weg
gehaald.
Ik maakte wat gehakt en aardappe
len voor mezelf klaar, ging eten en
waste toen af. Daarna ging de kachel
uit, het theewater raasde nog even en
hield toen op. De sfeer in huis zakte
tot het nulpunt.
De gedachte kwam bij me op naar
de Rettinelli's te gaan en te proberen
met Rita te praten, maar het viel me in
dat de oude heer misschien thuis was
en dat hij dan wel dronken en tame
lijk nijdig over alles zou zijn, en ik
kwam tot de conclusie, dat Russ de
zaak beter zou kunnen aanpakken, zo
dra hij weer de oude was. En toen
dacht ik over Russ en vroeg me af,
wat voor werk hij in de pletterij zou
hebben en toen stond ik meteen op,
trok mijn jas aan en ging naar de fa
briek om te zien hoe het met hem ging.
De pletterij was achter het terrein,
ongeveer anderhalve kilometer van de
hoofdingang. Voor buitenstaanders en
degenen die er niet werkten, was de
toegang verboden, omdat het werk dat
ze daar deden heel belangrijk en ge
vaarlijk was. Maar aan de zijkant was
een kleine deur, waardoor de gidsen
overdag de lange rij bezoekers brach
ten. Van deze deur voerde een hoge
trap naar een stalen portaal dichtbij
het plafond en vandaar had ik een
goed overzicht over alles, wat er op de
grond gaande was.
Er waren drie pietmachines in het
gebouw; twee ervan waren in bedrijf
en walsten lange rode slangen staal;
naast elke machine stond een man op
een verhoging met een lange tang om
de koppen van de slangen in de groe
ven te geleiden. Op de hele uitgestrekte
oppervlakte stonden er maar twee en
één ervan was Russ.
Al dikwijls had ik op de hoge brug
naar het werk staan kijken, maar 's
avonds nog nooit. Nu lag alles in de
schemering, behalve waar een reuzen-
kraan gloeiende vloeibare staalstaven
uit de „week-kuilen" lichtte, waar de
rode slangen kronkelden en de hoge
zoeklichten door de duisternis heen
naar de twee mannen beneden priem
den.
Ondanks zijn lengte van èènmeter-
vijfentachtig en zijn geweldige schou
ders, leek Russ op die afstand en ook
door de grootte van de machine, klein,
onbelangrijk en nietig. Hij leek op een
marionet in een voorstelling daar be
neden op de grond. De machines waren
hier alle reuzen- electrische motoren
met ladders, waartegen de mannen
moesten opklimmen, drijfassen van ge
polijst staal zo dik als de omvang van
een mens; walsen zo groot, dat de la
gers alleen al tonnen wogen. Hier ging
het hele proces van het staalpletten
bijna zo automatisch, dat je de mensen,
die de machines moest zoeken, de man
nen in de glazen kooien, zwevend tus
sen de grond en plafond, spelend op
rijen kleine hefbomen, die de beweging
en snelheid van motoren van duizen
den paardenkrachten regelden.
Deze installatie moest alleen maar
korte zware stukken staal veranderen
in lichte; uit korte dikke slangen wer-
lichte dunne gemaakt. Uit het donker
kwamen ze op lange platen terecht met
knikkende en zwaaiende koppen. Zij
kwamen met ongelooflijke snelheid,
gingen een beetje langzamer wanneer
Russ ze op zijn stalen podium naast
de grote walsen naderde.
Er waren verschillende groeven in de
walsen-grote en kleine. Russ pakte de
koppen met zijn tang zorgde dat de
slangen op de goede plaats kwamen
te liggen. Dan begonnen de slangen
hun reuzenwerk. Een dikke slang ging
er in spoot er aan de andere kant
weer uit, als een dunne, kwade slang,
die met schuddende kop in de duister-
nis verdween.
Het water spatte over de hete wal
sen en een paar minuten lang was Russ
in de stoom verdwenen.
Was de slang er eenmaal doorheen,
dan stopten de grote walsen plotse
ling en werkten in omgekeerde rich
ting. De slang bewoog zich ook even
niet en kwam dan weer terug. Russ
moest er vlug bij zijn, want wat eerst
de staart van de slang geweest was,
werd nu zijn kop, die weer kwam aan
springen om opnieuw gepakt te wor
den en nog eens door de wals te gaan.
Als je goed keek kon je zien, wat de
slangen deed stilstaan en heen en
weer gaan. Onder de lange platen za
ten honderden draaiende voedingscy-
linders, die door de mannen in de gla
zen en stalen kooien bediend werden.
Ik bleef even naar Russ kijken. Het
leek me, dat hij het wel aan kon. Hij
was nog niet zo bedreven in het werk
als de andere vent, zenuwachtiger. De
andere liet zich niet haasten. Kwamen
de rode slangen te vlug, dan wierp hij
een nijdige blik in de kooi boven zijn
hoofd. Eenmaal bleef hij op zijn tang
leunen en dwong de man in de kooi
de voedingscylinders te laten stoppen.
Daar het werk nieuw voor hem
was, was Russ natuurlijk zenuwachtig.
Hij zwaaide meer met de tang dan
nodig was en telkens wanneer de slan
gen op hem afsprongen, deinsde hij
achteruit alsof hij bang was, dat ze
hun vaart niet zouden vertragen. Dan
schoten ze door de wals en kwamen
weer op hem af, bijna, zo leek het,
vóór hij weer zeker van zichzelf ge
worden was.
Ik kon wel zien dat het niet het
soort werk was, dat hem het beste lag.
„Ik houd van machines", had hij ge
zegd, „waar ik de baas over ben niet
als ze over mij de baas zijn." Hij was
hier nu wel niet juist baas over, maar
toch had hij deel aan een belangrijk
werk.
Zoals hij daar stond te werken, een
nietige zwarte verschijning op de grond
had hij zijn rug naar mij toegekeerd
en hij had nog niet éénmaal opgeke
ken. Even kwam het idee bij met op
een kreet te slaken, een een woord van
aanmoediging naar beneden te roepen,
maar ik bedacht dat het niet verstan
dig zou zijn.
Als een man zulk een werk aan het
leren is, moet je hem liever niet sto
ren. Een plotseling omdraaien een
ruk en hij zou gemakkelijk van het
gladde stalen podium af kunnen glij
den. Die grote motoren konden wel
vlug stoppen en de andere kant op
werken maar niet vlug genoeg als
als iemand uitgleed en voor de walsen
terecht zou komen.
Ik ging de hoge trap af en liep on
derweg met de gedachte, dat het met
Russ nu wel los zou lopen en dat hij
best met het werk overweg zou kun
nen.
Ik ging naar huis en naar bed en het
kwam me voor, dat ik net sliep toen er
hard op de deur geklopt werd. Ik trok
mijn broek aan en ging naar buiten.
Op de waranda stond een H.P. met
een zaklantaarn en hij wilde weten, of
hij hier bij Russ terecht was en hij
vroeg of Rita thuis was.
De motor van zijn auto liep nog, met
de lichten op en door de manier, waar
op hij stond en de wijze, waarop zijn
woorden moeilijk uit het duister op me
af kwamen - wist ik, wat hij kwam
zeggen.
Als hij zo hard hij kon tegen me ge
schreeuwd had: „Er is een ongeluk ge
beurd - een heel groot ongeluk!" had
ik het niet beter begrepen.
„Is-ie dood?" vroeg ik.
„Ze moesten zijn benen afzetten",
zei hij.
Ik ging naar binnen en terwijl ik de
rest van mijn kleren aantrok, had ik
het gevoel, dat ik die laconieke woor
den eeuwig zou horen.
Toen kwam ik weer naar buiten en
legde hem uit, hoe het zat, dat Rita
niet thuis was.
„We moeten haar vinden", zei ik.
We stapten in de auto en ik zei hem,
hoe hij moest rijden en na een poosje
begonnen mijn hersenen weer te wer
ken en ik vroeg hem het een en ander.
De H.P. wist geen bijzonderheden, maar
Russ was op de een of andere manier
in de machine terecht gekomen, zei hij.
En voordat de man de walsen had kun
nen stopzetten, waren zijn benen ver
brijzeld. Ze waren boven de knieën af
gezet.
Bij de Retinelli's was alles donker,
maar nadat we op de deur gebonkt had
den, stak de ouwe zijn hoofd uit het
raam.
Rita was niet thuis zei hij. Ze was in
de dancing. Hij mompelde nog wat in
het Italiaans, trok toen zijn hoofd naar
binnen en sloeg het raam dicht, alsof
hij ergens kwaad over was en als Rita
in de taxidancing was, zou het ook wel
zo zijn.
Het duurde niet lang voor we bij het
danslokaal waren en terwijl de H.P.
wachtte, ging ik naar boven om Rita
te halen.
Er waren ongeveer vijftgi paren aan
het dansen bij jazzmuziek en ik zag
Rita met een lange matroos, die de
Big Apple wou doen en een als kellner
aangeklede vent wilde mij van de vloer
afhouden. De muziek en al het andere
kwamen mij heel ver weg voor en ik
kon alleen maar denken aan wat de
H.P. tegen mij gezegd had en toen ik
bij Rita kwam en ze met dansen op
hield, zei ik botweg: „Ze moesten zijn
benen afzetten, van Russ."
(Wordt vervolgd.)