GROOT LUNAPARK 24 IO% korting IO% korting 24 26 79 FORD AUTOSHOW* kwart jonge Edammer 3 kwartjes TOMATENPUREE l.,^, 29 TOILETZEEP ZAANSE KOEKEN Pinda's Limonadesiroop 79 DE VALLEI 200ókorting extra deze week AARDBEIEN- JAM CUSTARD AARDBEIEN NET MEISJE MACHINES EN MENSEN J cw' Voor de Jeugd DAMES BABY- EN KLEUTERHUIS PEPITA Mej. T. Stoffel, Van DONDERDAG 23 t.e.m. WOENSDAG 29 juni a.s. op terrein v.v. Veenendaai aan de Bergweg VELE NIEUWE ATTRACTIES - ZONDAGS GESLOTEN 2 pakken VéGé-Macaroni OfT 1 pak tafelkoeken 2 rol beschuit 1 blik VéGé-Sardines 250 gr. vruchtensterren 1 200 gram zachte VéGé- Fruitkaramels met 12 geldzegels 1 Olympisch glas met chocolade pasta samen voor slechts 1 blikje varkensvlees voor slechts 65 BENT U AL OP DE GEWEEST? PITMANSCHOOL - GOES KRUIDENIERSCURSUS VEENENDAALSCHE STOOMSPINNERIJ EN WEVERIJ N.V. Over kwaliteit en goedkoop gesproken, dat vindt u bij ons 500 gr. prachtige RUNDERLAPPEN a 1,70 E. C. van Engelenburg voor Van der Kolk Veenendaai N.V. Firma J. A. E. van Offeren borduursters of meisjes Marino'' oor kwaliteit maakt u het leven goedkoper 'n Traktatie met In Veenendaai komen wij gratis horen en bezorgen: Tel. 2015 HOOFDSTRAAT 93 - VEENENDAAL De dikke rode aardbei FEUILLETON Op het Dr. Slot, de Bruïneplein wordt als eerste van de 7 nieuwe winkelpan den op DONDERDAG 23 JUNI 1960 's morgens om 10 uur GEOPEND het MET ALLES OP HET GEBIED VAN BABY- EN KLEUTERKLEDING EN AANVERWANTE AKTIKELEN Wij nodigen U vriendelijk uit een kijkje te komen nemen, waarbij U een ver snapering zal worden aangeboden. Gaarne tot Uw dienst Dr. Slot. de Bruïneplein 3 k 250 gram 62 cc-f U U geld- zegels 60 ct geld- zegels 60 ct geld- zegels in olijfolie 65 ct 69 ct I geld- zegek geld zegels A 1323306 VéGé-Sieremblemen bij VéGé Dessert- en Goudmerk Koffie DINSDAG 28 JUNI BEGINT DE NIEUWE MONDELINGE IN CAFÉ GEERENSTEIN Nieuweweg 133, Veenendaai 's avonds van 7-9 uur DE OPLEIDING MET HET HOOGSTE PERCEN TAGE GESLAAGDEN II Voor Soliede Weefsels VRAAGT VOOR DE MONSTERKAMER Prettige werkkring - Hoog loon - Bedrijfskleding aanwezig Aanmelden bij de pers, afdeling Zandstraat 93 Veenendaai 500 gram BIEFSTUK ƒ3,— 500 gram RIBSTUK ƒ2,20 500 gram BRAADSTUK ƒ2,50 500 gram FRICANDEAU 2,50 Uitsluitend per 500 gram. Ruim gesorteerd voor de BOTERHAM. Zie voor kwaliteitsovertuiging onze gekoelde vitrine. Parallelweg 11 Telefoon 2700 Veenendaai De vorige week heeft half Nederland van de Goudse kaas van Simon de Wit gesmuld. Deze week mag geen enkele moeder vergeten haar gezin op die heerlijke jonge Edammer kaas te tracteren. De naam Simon de Wit betekent al honderd jaar garantie voor de allerbeste soort en smaak, terwijl de prijs (17 cent per 100 gram) nog nooit zo laag was. (Deze aanbieding blijft geldig toten met29juni) Vergeet het vooral niet - dit is Uw kans om vele leden van de uitgebreide „Familie van schitterende Ford-automobielen" bij elkaar te zien in een interessante expositie. U bent van harte welkoml De show wordt gehouden in onze nieuwe showroom aan de tot en met 25 juni. Kerkewijk 128 Veenendaai Telefoon K 8385-2244 Official Ford-Dealer voor Veenendaai, Rhenen. en Ederveen. Leinweberstr. 57, Veenendaai Vraagt voor haar borduur- i atelier enige die hiervoor opgeleid wensen te worden GEEF UW GELD NIET WEG GA VOOR RIJLES NAAR 99 ERKEND EN GEDI PLOMEERD IN STRUCTEUR Iedere maandag gratis theorie met behulp van in Arnhem opge nomen instructiefilm. VEENENDAAL, Dijkstr. 15, Tel. 3153. RHENEN, Julianastraat 44, Tel. 812. 6 x GECONCENTREERD fijn geparfumeerd 25 ct per stuk L KWALITEITSGARANTIE Wanneer u een bij AH gekocht artikel niet élke cent waard acht die u er voor betaalde dan wordt u door Albert Heijn het volle bedrag vergoed. Albert Heijn Echte Oudhollandse lekkernij! fflfflffi1 In nieuwe verpakking met WW vershoudende binnenzak per doos NIEUWE OOGST U proeft de verse vruchten zak 250 gram van 39 voor Versgebrand gingen deze pinda's in de luchtdichte verpakking, knap pend vers haalt u ze er uit, een lekkernij voor jong en oud (Geldig tot en met 29 juni) Limonadesiroop is in verschillende kwaliteiten en prijzen te verkrijgen. Deze Is van zo'n goede kwaliteit dat wij er op rekenen dat u ervoor terugkomt. Probeer de smaak van uw keuze, deze week voor zeer lage prijs. (Geldig tot en met 29 juni). Andere lekkernijen voor weinig geld. Leidse kaas 40+ belegen 100 gr 29 35 100 gr blik 400 gr 100 gr 100 gr 100 gr pak 200 gr zak 150 gr litersblik 99 42 69 39 59 45 149 Gerookte kaasworst Gehakt Berliner leverworst Casseler rib Boerenmetworst Grapefruit-wafels Vruchtencaramels Bami Goreng speciaal Rose „Geisha" zalm Schelvislever Rozenbotteljam extra kwaliteit pot 135 Spinazie (Nieuwe oogst) litersblik 58 Zoetzure gesneden komkommers (Nieuwe oogst) 3/4 literspot Tafelrijst (échte Siamrijst) pak 500 gr Uitgebreide sortering Conimex artikelen voor de rijsttafel Tomatenpuree nieuw! tube 33 blik 109 blik 56 45 55 Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres: Parallelweg 10 Veenendaai JARIGEN IN ONZE KRING 24 juni Annie Versteeg. 26 D Herman van Braak. 27 Riet v. d. Wee. 27 M Pauline v. d. Ham, Renswoude. 29 Corrie van Eden. 29 Cootje de Pater. 30 Corrie de Bruin. Hartelijk gefeliciteerd. OPLOSSING RAADSELS I. Eind goed, al goed. II. A. een ooievaarsbek is een plant; B. een ortolaan is een vogel; C. een hiëroglief, beeldschriftteken der oude Egyptenaren; D. een turkoois is een blauwgroene edelsteen. III. Lemmer - emmer. I. Room, boek, Nel, bek. II. Longen, tongen. III. Wit, Ina, tak. NIEUWE RAADSELS Voor ouderen. I. Ik ben een stad in Duitsland, maar als je twee letters van mij wegneemt, ben ik een stad in Zwitserland. II. X X X X X X X X X le rij een getij. 2e rij plaats op de Veluwe. 3e rij familielid. 4e rij niet lang. 5e rij edel metaal. 6e rij hoofdstad van Ned. provincie. 7e rij is nodig om te kunnen leven. 8e rij plaats in Frankrijk. 9e rij berg waar de ark op vast zat (Noach) Op de kruisjeslijn komt de naam van een staat in Zuid-Amerika. III. Zeg hoor eens hier, Ik ben een dier Maar zet je achter mij een K Dan eet je me met smaak, o ja! Voor jongeren I. Eerst zo groen als gras. Dan zo wit als was, Dan zo rood als bloed, Dan zo zwart als roet, Smaakt alle kinderen goed. Dat is een II. Verborgen plaatsnamen in Nederland. 1. Heb je veel steken laten vallen, Mie- ke? 2. Alle damstenen rolden over de vloer (2) 3. Als ik hier sta, verdenkt vader mij er van. 4. Over bergen en door dalen liepen de touristen (2). 5. Je moet die kalk maar niet ge bruiken. III. Met M. sta ik in het polderland. Verander mijn eerste letter en we zijn in de winter onmisbaar. Dicht bij Beverwijk was een heel groot aardbeienveld, een geweldig stuk land van wel bijna twee h.a. groot. Op dat veld groeiden enkel maar aardbeien. Eerst was dat veld helemaal vol mooie witte aard beienbloesem geweest, maar toen waren er kleine, groene vruchtjes aan de plan ten gekomen, die steeds groter werden. De warme zon stond vele dagen hoog boven het land en de zonnestralen deden de groene vruchten langzaam kleuren. Midden op het veld was een plafrt waar aan een heel dikke aarbei zat. De plant stond een beetje apart en daardoor was de vrucht prachtig rood geworden. Ze kreeg veel zon. „Hè, hè," dacht de aardbei, „nu wordt het zo langzamerhand tijd dat ze me ko men plukken, want ik heb mijn taak vol bracht en ik verlang er naar lekker opge smuld te worden." En de volgende dag was het zover dat de aardbei geplukt zou worden. Meisjes met mandjes aan de arm liepen over het veld en overal pikten ze de rijpe vruchten weg, die voorzichtig in het mandje werden gelegd. „Zouden ze mij wel zien," dacht de dik ke aardbei, „ik ben benieuwd waar ik te recht kom en wie me op zal eten. Mis schien wel een man die de hele dag hard gewerkt heeft en mij 's avonds op de bo terham krijgt of een moeder die ziek is en veel fruit moet eten." Ineens riep een van de plukkende meisjes: „Lieve tijd, wat zit hier een knaap van een aardbei zo'n mooie ben ik nog niet tegen gekomen. Het meisje pake de vrucht voorzichtig beet, trok even en toen werd de aardbei in het mandje gelegd. Het mandje was vol en het meisje bracht het naar de kant van het veld. Daar stond een man die de aard beien in doosjes legde. Twee ons in elk doosje. Die man keek ook al met bewon dering naar de geweldige vrucht. Een poosje later kwam er een vracht auto aanrijden en alle bakjes met aard beien werden in kistjes gedaan en opgela den en toen ging ook onze aardbei de wijde wereld in. Over de rand van de auto keek de aardbei nog even naar het veld waar ze zoveel weken vertoefd had en als de aardbei handen had gehad, zou ze zeker even gewuifd hebben naar de zusjes op het veld, die nog groen waren en nog rijp moesten worden. DE WERELD IN Hotsend en stotend reed de vrachtauto weg. Na een flinke rit, stond de auto stil. Alle kistjes met aardbeien werden af geladen en opgestapeld in een groot ge bouw. Dat was de veiling, maar daar wist onze aardbei niets van. Ze vond het ech ter wel leuk met zoveel vriendinnetjes bijeen gebracht te worden. Nieuwsgierig keek de aardbei rond. Ineens werd het kistje waarin onze aard bei zat, opgepakt. De man die dat deed liet het kistje aan andere mannen zien en toen begon er ineens een grote wijzer cp een bord te draaien. Jan de Raap, een handelaar in groente en fruit, had de dikke aardbei wel ge zien. Die aardbei was al bijzonder groot, maar ook de andere aardbeien van dezelf de partij zagen er prachtig uit en daarom drukte Jan de Raap gauw op een knop. De partij aardbeien was voor hem. Alle kistjes werden op de groenteauto geladen en Jan reed met zijn tuf naar huis, om de bakjes met vruchten in zijn win kel neer te zetten en dan te verkopen. DAT GING NET GOED Jan de Raap reed met zijn groenteauto door de straat. Hij was net aan het den ken voor hoeveel hij de aardbeien moest verkopen en toen zag hij niet dat een heel oud moedertje precies vóór zijn auto wilde oversteken. Ineens zag hij het oude mensje dat een gil gaf van schrik. Jan schrok ook, maar gelukkig reed hij niet hard en meteen stond de auto stil. Het oude moedertje was van schrik op de grond gevallen. Jan hielp haar gauw op de been. „Heb je je zeer gedaan, moeder tje?" vroeg Jan. ,Nee hoor,' zei het vrouw tje ik schrok alleen maar een beetje, het is ook zo druk op straat, maar ik had be ter uit moeten kijken. „Jan was blij dat het zo prachtig afgelopen was. „Wacht even moedertje," zei hij ineens, en hij keek in de laadbak van zijn auto. Toen zag hij het doosje staan waarin de heel dikke aardbei zat. Jan de Raap pakte het doosje en deed het netjes in een zakje. „Alsjeblieft moedertje", zei hij, „voor de schrik, eet maar lekker op. „Het oude mensje keek even in het zakje en toen gaf ze een gilletje van blijdschap. „O, me neer, wat lekker en ik vind aardbeien zo heerlijk, maar dat had u niet moeten doen want het was mijn eigen schuld." „Dik in orde mensje" zei Jan, „eet ze met hap- pies...." Hij bracht het moedertje nog even naar de overkant van de straat en toen ging hij vlug verder met zijn groenteauto. EEN SMULPARTIJ De dikke aardbei begreep niet goed wat er allemaal gebeurd was, maar ze vond het fijn dat zo'n oud moedertje haar ge kregen had. Het oude mensje liep voorzichtig naar huis en thuis gekomen deed ze de aardbei en in een bakje en ze werden even ge wassen. Toen was het tijd voor de avond boterham. Het moedertje sneed drie plak jes brood af en die belegde ze helemaal met aardbeien. Toen was alleen die heel grote aardbei nog over. „Wacht," zei het moedertje in zichzelf, „die bewaar ik nog even tot ik vanavond naar bed ga". De aardbei werd voorzichtig op een schoteltje op de schoorsteen gezet en vandaar zag ze hoe het oude vrouwtje van de aardbeien smulde. Om negen uur ging het moedertje naar bed, maar eerst liep ze naar de schoor steen en pakte het schoteltje met de aard bei. „Ik ben al heel oud," zei het vrouw tje, „maar nog nooit van mijn leven heb ik zo'n prachtige aardbei gezien, eigen lijk jammer om op te eten!, maar ik doe het toch." Het vrouwtje pakte de aardbei beet en de mooie rode vrucht werd even lekker door de suikerpot gehaald. Lieve kinderen, het oude mensje zou zich haast vergapen, toen ze die dikke aardbei in eens in de mond stak. De aardbei moest lachen toen ze de mond van het moedertje zover zag open gaan. En toen was de taak van de aardbei voorbij. Ze had gediend om een heel oud en lief moedertje een prettige avond te bezorgen, want het moedertje zei: Hmmm, hmmmmm, wat kostelijk, wat lekker, je proeft de klare zon." En toen was de ver dwijnende aardbei heel gelukkig. DOOR WESSEL SMITTER 38 Een van de Rettinelli's, haar jonge re broer, denk ik, had waarschijnlijk haar dingen 's ochtends vroeg weg gehaald. Ik maakte wat gehakt en aardappe len voor mezelf klaar, ging eten en waste toen af. Daarna ging de kachel uit, het theewater raasde nog even en hield toen op. De sfeer in huis zakte tot het nulpunt. De gedachte kwam bij me op naar de Rettinelli's te gaan en te proberen met Rita te praten, maar het viel me in dat de oude heer misschien thuis was en dat hij dan wel dronken en tame lijk nijdig over alles zou zijn, en ik kwam tot de conclusie, dat Russ de zaak beter zou kunnen aanpakken, zo dra hij weer de oude was. En toen dacht ik over Russ en vroeg me af, wat voor werk hij in de pletterij zou hebben en toen stond ik meteen op, trok mijn jas aan en ging naar de fa briek om te zien hoe het met hem ging. De pletterij was achter het terrein, ongeveer anderhalve kilometer van de hoofdingang. Voor buitenstaanders en degenen die er niet werkten, was de toegang verboden, omdat het werk dat ze daar deden heel belangrijk en ge vaarlijk was. Maar aan de zijkant was een kleine deur, waardoor de gidsen overdag de lange rij bezoekers brach ten. Van deze deur voerde een hoge trap naar een stalen portaal dichtbij het plafond en vandaar had ik een goed overzicht over alles, wat er op de grond gaande was. Er waren drie pietmachines in het gebouw; twee ervan waren in bedrijf en walsten lange rode slangen staal; naast elke machine stond een man op een verhoging met een lange tang om de koppen van de slangen in de groe ven te geleiden. Op de hele uitgestrekte oppervlakte stonden er maar twee en één ervan was Russ. Al dikwijls had ik op de hoge brug naar het werk staan kijken, maar 's avonds nog nooit. Nu lag alles in de schemering, behalve waar een reuzen- kraan gloeiende vloeibare staalstaven uit de „week-kuilen" lichtte, waar de rode slangen kronkelden en de hoge zoeklichten door de duisternis heen naar de twee mannen beneden priem den. Ondanks zijn lengte van èènmeter- vijfentachtig en zijn geweldige schou ders, leek Russ op die afstand en ook door de grootte van de machine, klein, onbelangrijk en nietig. Hij leek op een marionet in een voorstelling daar be neden op de grond. De machines waren hier alle reuzen- electrische motoren met ladders, waartegen de mannen moesten opklimmen, drijfassen van ge polijst staal zo dik als de omvang van een mens; walsen zo groot, dat de la gers alleen al tonnen wogen. Hier ging het hele proces van het staalpletten bijna zo automatisch, dat je de mensen, die de machines moest zoeken, de man nen in de glazen kooien, zwevend tus sen de grond en plafond, spelend op rijen kleine hefbomen, die de beweging en snelheid van motoren van duizen den paardenkrachten regelden. Deze installatie moest alleen maar korte zware stukken staal veranderen in lichte; uit korte dikke slangen wer- lichte dunne gemaakt. Uit het donker kwamen ze op lange platen terecht met knikkende en zwaaiende koppen. Zij kwamen met ongelooflijke snelheid, gingen een beetje langzamer wanneer Russ ze op zijn stalen podium naast de grote walsen naderde. Er waren verschillende groeven in de walsen-grote en kleine. Russ pakte de koppen met zijn tang zorgde dat de slangen op de goede plaats kwamen te liggen. Dan begonnen de slangen hun reuzenwerk. Een dikke slang ging er in spoot er aan de andere kant weer uit, als een dunne, kwade slang, die met schuddende kop in de duister- nis verdween. Het water spatte over de hete wal sen en een paar minuten lang was Russ in de stoom verdwenen. Was de slang er eenmaal doorheen, dan stopten de grote walsen plotse ling en werkten in omgekeerde rich ting. De slang bewoog zich ook even niet en kwam dan weer terug. Russ moest er vlug bij zijn, want wat eerst de staart van de slang geweest was, werd nu zijn kop, die weer kwam aan springen om opnieuw gepakt te wor den en nog eens door de wals te gaan. Als je goed keek kon je zien, wat de slangen deed stilstaan en heen en weer gaan. Onder de lange platen za ten honderden draaiende voedingscy- linders, die door de mannen in de gla zen en stalen kooien bediend werden. Ik bleef even naar Russ kijken. Het leek me, dat hij het wel aan kon. Hij was nog niet zo bedreven in het werk als de andere vent, zenuwachtiger. De andere liet zich niet haasten. Kwamen de rode slangen te vlug, dan wierp hij een nijdige blik in de kooi boven zijn hoofd. Eenmaal bleef hij op zijn tang leunen en dwong de man in de kooi de voedingscylinders te laten stoppen. Daar het werk nieuw voor hem was, was Russ natuurlijk zenuwachtig. Hij zwaaide meer met de tang dan nodig was en telkens wanneer de slan gen op hem afsprongen, deinsde hij achteruit alsof hij bang was, dat ze hun vaart niet zouden vertragen. Dan schoten ze door de wals en kwamen weer op hem af, bijna, zo leek het, vóór hij weer zeker van zichzelf ge worden was. Ik kon wel zien dat het niet het soort werk was, dat hem het beste lag. „Ik houd van machines", had hij ge zegd, „waar ik de baas over ben niet als ze over mij de baas zijn." Hij was hier nu wel niet juist baas over, maar toch had hij deel aan een belangrijk werk. Zoals hij daar stond te werken, een nietige zwarte verschijning op de grond had hij zijn rug naar mij toegekeerd en hij had nog niet éénmaal opgeke ken. Even kwam het idee bij met op een kreet te slaken, een een woord van aanmoediging naar beneden te roepen, maar ik bedacht dat het niet verstan dig zou zijn. Als een man zulk een werk aan het leren is, moet je hem liever niet sto ren. Een plotseling omdraaien een ruk en hij zou gemakkelijk van het gladde stalen podium af kunnen glij den. Die grote motoren konden wel vlug stoppen en de andere kant op werken maar niet vlug genoeg als als iemand uitgleed en voor de walsen terecht zou komen. Ik ging de hoge trap af en liep on derweg met de gedachte, dat het met Russ nu wel los zou lopen en dat hij best met het werk overweg zou kun nen. Ik ging naar huis en naar bed en het kwam me voor, dat ik net sliep toen er hard op de deur geklopt werd. Ik trok mijn broek aan en ging naar buiten. Op de waranda stond een H.P. met een zaklantaarn en hij wilde weten, of hij hier bij Russ terecht was en hij vroeg of Rita thuis was. De motor van zijn auto liep nog, met de lichten op en door de manier, waar op hij stond en de wijze, waarop zijn woorden moeilijk uit het duister op me af kwamen - wist ik, wat hij kwam zeggen. Als hij zo hard hij kon tegen me ge schreeuwd had: „Er is een ongeluk ge beurd - een heel groot ongeluk!" had ik het niet beter begrepen. „Is-ie dood?" vroeg ik. „Ze moesten zijn benen afzetten", zei hij. Ik ging naar binnen en terwijl ik de rest van mijn kleren aantrok, had ik het gevoel, dat ik die laconieke woor den eeuwig zou horen. Toen kwam ik weer naar buiten en legde hem uit, hoe het zat, dat Rita niet thuis was. „We moeten haar vinden", zei ik. We stapten in de auto en ik zei hem, hoe hij moest rijden en na een poosje begonnen mijn hersenen weer te wer ken en ik vroeg hem het een en ander. De H.P. wist geen bijzonderheden, maar Russ was op de een of andere manier in de machine terecht gekomen, zei hij. En voordat de man de walsen had kun nen stopzetten, waren zijn benen ver brijzeld. Ze waren boven de knieën af gezet. Bij de Retinelli's was alles donker, maar nadat we op de deur gebonkt had den, stak de ouwe zijn hoofd uit het raam. Rita was niet thuis zei hij. Ze was in de dancing. Hij mompelde nog wat in het Italiaans, trok toen zijn hoofd naar binnen en sloeg het raam dicht, alsof hij ergens kwaad over was en als Rita in de taxidancing was, zou het ook wel zo zijn. Het duurde niet lang voor we bij het danslokaal waren en terwijl de H.P. wachtte, ging ik naar boven om Rita te halen. Er waren ongeveer vijftgi paren aan het dansen bij jazzmuziek en ik zag Rita met een lange matroos, die de Big Apple wou doen en een als kellner aangeklede vent wilde mij van de vloer afhouden. De muziek en al het andere kwamen mij heel ver weg voor en ik kon alleen maar denken aan wat de H.P. tegen mij gezegd had en toen ik bij Rita kwam en ze met dansen op hield, zei ik botweg: „Ze moesten zijn benen afzetten, van Russ." (Wordt vervolgd.)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 4