DE VALLEI VROUWEN ZIJN „BETERE" TOERISTEN Doet de haai een middagdutje? Voor de Jeugd ontlieten om (^arla Reisleiders verklaren: verven garderobe overhemden suede-iasies woningtextiel U ziet dus: talloze mogelijkheden bij Ascot Even onbegrensd is onze service. Van onze 56 winkels bevinden zich in Uw omgeving: T I G E N A H A V R E N A K PIETJE PRIEM MET VAKANTIE 15 aanbiedingen a 47ct-10°lo en 100°lo Spar-kwaliteit! Havermout van 55 voor 47-10% Puddingsaus luxe van 58 voor 47-10% Fondant 200 gram 47-10% Spar pudding Spar pudding 47-io% 47-io% 47-io% 47-io% Theeworstjes 47-io% Lunchworst 150 gram van 54 voor Taamavc 'n extra voordelig koekje Kaneel busje van 55 voor Hoestmelange ""rSi Lucifers 2 pak van 56 voor 47-io% 47-io% 47-io% 47-io% 47-io% Natuurwetenschappelijke beschouwing over de slaap van de vissen DE BILT VERWACHT Gezellig winkelen in uw vakantie FEUILLETON „Vrouwen zijn betere toeristen", merkte op een vergadering van vak genoten een reisleider eens op. En tot staving van deze verrassende mededeling ontbrak het hem allerminst aan bewijzen, zeer zeker niet aan schriftelijk bewijsmateriaal, want de deelnemers aan georganiseerde reizen bestonden in de laatste jaren voor 60 uit vrouwen. „Speciaal in het buitenland valt het mij telkens weer op, dat vrouwen veel meer aanpassingsvermogen hebben dan man nen", zei deze reisleider. „Zij kunnen zich in hotel op pensioen gewoonlijk beter red den, voelen zich gauw thuis en wennen zeer snel aan hun vakantie-oord. Dit blijkt ook hieruit, dat zij in de particuliere sec tor sneller kennismaken en soms vriend schap sluiten met de plaatselijke bevol king, terwijl zij op zo'n gewone hartelijke manier inlichtingen kunnen vragen, die dan meestal ook graag en niet zelden met enige trots worden verschaft. Mogelijk is het alleen de spreekwoordelijke nieuws gierigheid van de vrouw, die zich hier van een bijzonder gunstige kant laat zien. Zij zijn dol op alles wat onbekend is en getroosten zich graag een offer om een of ander te zien of mee te maken, terwijl zij zich bereidwillig laten voorlichten". Terwijl de mannelijke tourist meestal angst koestert voor onbekende gerechten, eten de vrouwen met genoegen volgens de buitenlandse spijskaart. Daarbij komt hun eigen belangstelling voor het koken, die hen steeds weer naar de recepten doet vragen; waarna specifieke gerechten van een of ander land, mits de bereiding niet al te ingewikkeld is, graag worden genoteerd. Een hotelier vindt dit uiter aard niet onaangenaam. Mannen daaren tegen staan tegenover gerechten, waarvan zij de samenstelling niet kennen, veelal zeer wantrouwend. Merkwaardig is, dat de vrouw een zo grote behoefte toont haar kennis uit te breiden. Vaak hebben zij zich thuis al aan de hand van lectuur op de hoogte gesteld van de bezienswaardigheden, die men hun zal tonen. Zij kennen niet alleen kerken, kastelen en kunstwerken, maar zij weten ook een en ander af van de onderscheiden stijlen en prenten zich graag namen en data in het geheugen, kennelijk in de behoefte hun reizen tot een blijvend bezit te maken. Ook in andere opzichten bereidden zij hun reizen beter voor dan de mannen, wie daartoe gewoonlijk de tijd ontbreekt. Hoewel de kennis van vreemde talen tij dens georganiseerde reizen veeal bedroe vend blijkt te zijn, zijn het toch de vrou wen, die zich vaak de meeste moeite ge troosten om met behulp van een woorden boekje tenmiste de meest gangbabre uit drukkingen onder de knie te krijgen. Na tuurlijk beperkt de woordenschat zich meestal tot wat er voor winkelen en monumenten bezichtigen, voor logeren en eten, in een hotel nodig is. Maar zelfs dat is gewoonlijk al voldoende om de vrouwen van een welwillende houding van het hotel- en winkelpersoneel te verzekeren en hen - wat niet overbodig moet heten - tegen grove prijsopdrijving te bescher men. Wanneer wij verder weten, dat vrouwen verrassend goed bestand blijken tegen de kleinere en grotere tegenslagen van de reis, dat zij bij een klein ongelukje met behulp van verbandtrommel en naaigerei zichzelf en anderen veel beter weten te helpen dan hun mannelijke reisgenoten, dan valt het te begrijpen, dat de reis leider vrouwen, en speciaal werkende vrouwen, graag in zijn kudde ziet. Verschijnt als bijlage van het streekblad „De Vallei" onder redactie v. tante Jos costuums mantels japonnen rokken, jumpers mantels toppers jumpers rokken etc. gordijnen tapijten enz. mannen die prljsrstellen op een perfect uiterlijk laten hun toppers regenkleding hoeden, zelfbinders enz. bij ons verzorgen f. 0.65 p. stuk, incl. onze plastic verpakking. triploneren maakt Uw kleding anti-mot, anti-slijt en kreukherstellend •worden bij ons veilig - geen zandstralen - en piekfijn gereinigd onzichtbaar stoppen feinigen en motecht maken van meubilair, tapijten, gordijnen,, dekens etc. VEENENDAAL: Davidsplein 8, telefoon 0 8385-2407 Tevens filialen te: Utrecht, Zeist, Gorkum, Woerden, Ede en Doorn. Correspondentie te richten aan tante Jos, per adres: Parallelweg 10 Veenendaal WIE ZIJN ER JARIG? 9 sept. Jannie van Nieuw-Amerongen 10 Elsje Voerman 10 Reijer Demoet 10 Marianne Schrijver 12 Rijk van de Scheur 12 Ina Bouman, Rhenen Alle zes gefeliciteerd! OPLOSSING RAADSELS I. Nice - IJsland - Milaan - Ebro Gent - Essen - Namen - Nijmegen. II. Een kniesoor. III. Schar - schaar. I. Groeien. II. School. III. Boos - roos - voos - doos - Toos. NIEUWE RAADSELS Voor ouderen: I. Van welke gaven moeten alle winke liers leven? II. Men vindt mij een vies, plat, grijs dier. Mensen noemen mij wel eens een insect, maar dat ben ik helemaal niet. Ik ben een schaaldier en dus een familielid van de kreeft en de krab. Ik beweeg me zeer langzaam maar gestadig. Ik ben alleen schadelijk voor groente en fruit. En wat won derlijk is, ik adem door kieuwen en daarom vindt men ons alleen in kel ders of keukenkastjes, waar 't voch tig is. Ik heet III. Zet de cijfers 1 tot en met 39 op een rij. Hieronder moet een spreekwoord komen dat gevonden kan worden met de volgende gegevens: 11 4 5 39 een zure vloeistof 25 36 26 22 13 deel van vinger of teen 37 9 35 19 3 landbouwgewas 23 2 15 10 38 jaargetijde 30 14 28 zoon van Noach 1 17 27 34 hoofddeksel 26 35 17 9 33 een kleur 12 32 16 rivier in Nederland 24 6 33 29 Friese jongensnaam 18 8 31 vader van koning Saul 20 21 7 11 dochter van Jacob ke boerderij kunt vinden. De letters staan alleen maar door elkaar. Pro beer eens of je ze vinden kunt. III. Jan komt thuis met tranen in de ogen. Hij heeft hard gehold met 'n zak suiker in de hand en nu is die die zak gevallen. „Maar waarom hól je dan ook zo!" zegt moeder boos. „Je haast je te veel. Denk toch eens aan 't spreek woord: „Haastige Voor jongeren: I. Ja, zeker zijn het borden, maar niet om van te eten. Waar nu die rare borden toch wel gevonden worden, en hoe de borden heten? Dat zou ik willen weten. II. Hieronder staan 3 dierennamen. Het zijn doodgewone dieren, die je op el Beste jongens en meisjes, Alle vakanties zijn nu wel voorbij en jullie zitten allemaal weer heel ijverig gebogen over moeilijke sommen, lastige taallessen en lange reeksen jaartallen. Ik hoop dat jullie een prettige vakantie heb ben gehad en dat de regen niet al te vaak spelbrekeris geweest! Ja, jullie mopperen misschien wel eens als je thuis jaartallen moet leren of an der huiswerk m§iken, maar wat is het toch eigenlijk fijn dat je in de gelegen heid bent om te leren. Heel veel kinde ren moeten leren rekenen en lezen met hun handen, omdat ze het licht in hun ogen missen. Dat kost veel inspanning, elke dag opnieuw. Later staan ook deze kinderen als volwassen mensen in het le ven en, dank zij de blindenscholen, kun nen ze voor zichzelf zorgen en hun werk elke dag verrichten. Maar ze missen veel, heel veel en ze kunnen zich niet even vrij en zeker op straat bewegen als de mensen met twee goede ogen. Er is wel iets wat hen helpen kan en tot grote steun kan zijn in hun leven. Een hond een geleidehond. Daarmee loopt een blin de zonder angst op het trottoir en steekt zonder gevaar de straat over. De hond wordt zijn beste vriend, waar hij op kan vertrouwen en die hij niet meer kan mis sen. Maar een geleidehond voor een blinde is duur. De hond moet opgeleid worden op en speciale school en dat kost veel geld. Ik wil jullie er nog eens op wijzen dat jullie allemaal mee kunnen helpen, om blinde mensen aan een ge leidehond te helpen. De meeste van jullie weten het natuurlijk wel, maar er komen altijd weer nieuwe abonnees bij „De Val lei" en ook de kinderen van deze nieuwe abonnees kunnen opgenomen worden in onze kring en meesparen voor een blin- denhond. Geld? Welnee, heel eenvoudig: zilverpapier en capsules. Spaart deze win ter allemaal trouw mee, dan helpen jullie het leed van blinde mensen verzachten. Heb je een voorraadje bijeen gespaard, dan kan het worden ingeleverd bij de re- daktie van „De Vallei", Parallelweg 10. Bij voorbaat hartelijk bedankt namens de blinden door Tante Jos Pietje Priem had óók vakantie En hij ging dit jaar naar zee. Schepen, schoppen echte bruggen, Alles sleepte Pietje mee. Pa lag in een stoel te lezen, Ma zat in een diepe kuil. Pietje groef als maar kanalen Ijverig en heel erg vuil. Vaak trok over strand en duinen 'n Dikke, vette regenbui. Iedereen nam dan de benen, Al was hij ook nog zo lui. Maar dat Pietje bleef maar graven, Ma kreeg hem beslist niet mee, Pa kon praten en wéér praten, Pieterman zei ijskoud: „nee". Stel je voor, zo'n fijne gietbui, Maakte zijn kanalen vol. Dat was juist wat hij moest hebben, Nou, dan sla je niet op hol! In de grijze regensluiers Midden op 't verlaten strand, Staat hij op een hoge zandberg, Met zijn spade in de hand. Ingenieur wil Pietje worden, Dat is nog eens prachtig werk, Vaarten graven, bruggen bouwen Op zware peilers, ijzersterk! Toen Pa Priem weer in de stad was, Zei hij: „Brr, 't was niks gedaan, Ma zei: „Hu, 't was om te rillen, Waren we maar niet gegaan. Maar ons Pietje vond het machtig En als iemand er naar vroeg Zei hij: ,,'t Was een knalvakantie Maar alleen niet lang genoeg!" eik 2e blik Soepballetjes van 69 voor 47 -io% bij 250 gr. Sparkoffie roodmerk of bus|e oploskoffie pak Spar-spekulaas van 47-io% Cacao pakje 100 gram van 55 voor ^.OUte pinda's zakje van 50 voor 2 pakjes m. suiker van 60 voor 3 pakjes z. suiker van 63 voor per stuk van 55 voor leeners 150 gram geldig van 8 15 september Kopen bij De Spar is sparen bij de koop Veelal leeft zelfs bij de hengelaars de opvatting dat vissen niet slapen. De mensen nemen vissen waar, komen tot de ontdekking dat zij voortdurend de oren zijn bij de vis niet te vinden en misschien lag daarom de conclusie voor van slaap is. Vroeger meende men eveneens, dat vissen doof zyn. Uitwendige oren zijn bij de vis niet te vinden en misschien lag daarom de conclusie voor de hand dat zij niet kunnen horen. Dit is evenwel een vergissing gebleken. In grote aquaria heeft men in de laatste decennia nauwkeurige studie van de vissen gemaakt. Men weet te genwoordig van de levensgewoonten van verschillende soorten vissen heel wat meer af en men heeft vele opvat tingen moeten herzien. Vissen bezitten geen oogleden. Zij kunnen dus niet zoals de meeste dier soorten de ogen sluiten. Bij mens en dier vervult het ooglid een bescher mende functie. Het beveiligt het oog en houdt tevens de oppervlakte van de ogen voortdurend schoon, zodat stof en vuil het binnendringende licht niet kunnen verduisteren. Deze taak ver vult bij de vissen het water. De door lopende aanraking met het water houdt de ogen van de vissen schoon en hel der. De vissen zijn dus niet in de nood zaak geweest oogleden te ontwikkelen. NOOIT GESLAPEN Ten dele blijkt evenwel de opvatting juist, dat dieren die in het water leven niet slapen. In een aquarium te Sydney heeft men zes jaar aaneen een walvis bestudeerd. Het dier heeft geen minuut stilgelegen, het bleef voortdurend in beweging en heeft ook nooit geslapen. Een overeenkomstig experiment te Flo rida bevestigt, dat walvissen althans niet slapen. Deze uitkomst mag evenwel niet als algemene regel voor alle water bewoners worden opgevat. De weten schap is er momenteel wel van over tuigd, dat echte vissen een deel van hun leven slapend doorbrengen. Wel is het zo, dat men de slaap van de vis niet met die van de mens kan vergelijken. De vis heeft in sommige gevallen vol doende aan enkele minuten slaap per etmaal. De slaapduur is bij de onderscheiden vissoorten sterk uiteenlopend. En niet alleen bij de soorten, ook bij de exem plaren van eenzelfde soort zijn er grote verschillen, die bepaald worden door de omgeving waarin zij leven. Het is hierbij van belang hoe groot het aantal uren daglicht is, terwijl ook de tem peratuur van het water een niet onbe langrijke factor is. Als vissen eenmaal slapen is hun slaap even diep als bij de meeste an dere dieren. Veeal blijkt het niet eens mogelijk een vis door aanraking te wekken. Een lichte stoot kan de haai niet in zijn slaap storen. Krijgt hij evenwel honger dan is hij zeer spoedig wakker. INGEGRAVEN De meeste vissen kiezen voor het sla pen een plek op de bodem van het water. Er zijn er overigens ook, die zich zwevend in een waterlaag halver wege de bodem ophouden. Het is be kend dat platvissen in hun slaap in het vlak van de bodem liggen. Zoetwater vissen en vissen uit de kustwateren geven voor het slapen eveneens de voorkeur aan een plek dicht bij de bo dem. Maar oceaanvissen kunnen niet zo diep duiken dat zij de bodem be reiken. Zij blijven dus in een hogere waterlaag en slapen daar zwevend. Er zijn enkele vissoorten die zich tijdens de slaap „toedekken". Een klei ne zeebarbeel van de Bermuda Eilan den zoekt een ondiepe plek, duikt en graaft zich in. Een paar krachtige be wegingen met de staart en er is niets meer van het visje te zien. Zelfs in een aquarium is het moeilijk een vis te vinden die zich op deze manier heeft verstopt. Alleen een nietig zand wolkje dat door de kieuwademhaling opdwar relt, verraad de rustige slaper. Ook in een aquarium kan men dit te zien krij gen. Als men de zeebarbeel in zijn bak in een geheel donker vertrek plaatst graaft hij zich al spoedig in om een dutje te doen. Werkelijk voordeel - 10% korting - 100% kwaliteit Heel vaak met spanning op 't gezicht Luistert men naar het weerbericht Wie 't vergeten is, stelt vast de vraag Wat verwacht De Bilt voor weer van- [daag Als men dan zegt, het wordt weer regen Dan valt het de meesten wel wat tegen Was het verleden jaar te droog (Die droogte zat de boeren hoog) Nu krijgen we teveel van 't goede 't Is de landbouw bang te moede Ook de vakantiegangers hadden pech Het is geen woord te veel gezegd Wanneer men hoort, 't is mooi verkeken Onze vakantie is een sof gebleken Wat wij vorig jaar te weinig kregen Zo hoort men nu vaak allerwegen Krijgt men nu onderhand te veel Ons kleine land krijgt wel z'n deel Nu maar wachten wat De Bilt voorspelt En wat men daar van't weer vertelt Elkeen is verlangend naar droog weer Misschien komt dat ook wel 'n keer ,t K.N.M.I. voorspelt, zo goed het kan Meestal kan men daar wel op an In Augustus kwam het meestal uit Niet optimistisch was 't geluid Wat wij meestal te horen kregen Van de 31 dagen pl. min. 30 regen Indien De Bilt nu zijn best maar doet Wordt misschien september nog wel [goed. J. M. POST VOOR KONGO De verzending van correspondentie en pakketpost naar de gehele republiek Kongo alsmede naar Ruanda-Urundi, zowel over zee als per luchtpost, is voorlopig weer mogelijk. Met ernstige vertraging in de overeenkomst moet nog rekening worden gehouden. Ver zending, in het bijzonder van aange tekende stukken en postpakketten, ge schiedt op risico van de afzenders. Waardepakketten zijn voorshands niet toegelaten. Bezoekt Veenendaal in uw va kantie. Geniet van de gezellige drukte en de winkelstand, die voor de grote stad niet onder doet. De winkels ztfn iedere dag geopend tot 6 uur n.m. behalve VRIJDAGAVOND (koopavond) TOT 9 UUR. 's Woensdagmiddags gesloten. Marktdagen op zaterdag en dins dag. 20 „Kind, wat heb je gedaan? Wat was er toch aan de hand? We zijn zo vrese lijk ongerust! We dachten dat je niet goed was en naar huis was gegaan. Maar thuis was je helemaal niet. Waar ben je geweest? Weet je dat je Hermans feest totaal hebt bedorven? Voor ons allemaal, maar zeker voor hem. Weet je dat wel? Toe, zeg eens wat!" „Wind je niet op, vrouwtje", zei pa. „Carla, je begrijpt hoop ik dat je ons wel zult moeten vertellen waar je ge weest bent en wat je hebt gedaan. Het was een onmogelijke situatie." Carla was opvallend rustig. Ze zei: „Ik was natuurlijk van plan, u van avond alles te vertellen. Ik vind het erg dat ik het feestje in het honderd heb gestuurd, maar heus, het kon niet an ders. De zaak is, dat ik niet met Her man ga verloven, en dat ik niet met hem zal trouwen en dat ik niet van hem hou." Carla hield even op. Pa en ma zaten als met stomheid geslagen. Het was het laatste waarop ze hadden gerekend. „En moest je daarom zo halsoverkop weg vanavond? Had je dat dan niet wat eerder kunnen bedenken?", zei pa. Maar ma reageerde met: „Is er een ander, liefje Je zult het voor ons toch niet verzwijgen, is het wel?" „Pa, ik kon het niet eerder zeggen, heus niet. Maar ik kon de komedie bij Herman thuis niet meer verdragen. Stel je voor, jullie allemaal maar denken, dat het tussen ons best in orde zou ko men, wie weet Herman zelf ook. En ik er midden in, die niet wil. Nee, ik kon het niet langer. Beter zo dan een ko medie zonder eind! Ja, ma, er is een apder. Met hem wil ik trouwen, met geen mens anders!" „Nico", raadde ma. „Ja, Nico natuurlijk", voegde pa er aan toe. En aan hun gezichten was te zien dat ze dat niet erg hadden gevon den. „Zeg het maar, kindje, is het Nico?" „Nee, het is Nico niet. Het isen Carla aarzelde. Want pas op dit mo ment drong het goed tot haar door, wat dit voor haar ouders moest betekenen. In vogelvlucht schoot het door haar hoofd hoe pa en ma gedroomd hadden over een prachtige toekomst voor hun dochter. Over een rijk huwelijk, wie weet wat nog meer. Ja, de slag zou hard aankomen. Maar ze kon niet meer terug en ze was het trouwens niet van plan. En dus zei ze, zo rustig mogelijk: „Het is Wim Geertsema!" Ze had de neiging, haar ogen dicht te doen, als een kind dat een deur hard dicht gooit en bang is voor de klap die het zal veroorzaken. Had zij nu ook een deur dichtgegooid? De deur naar haar ouders? „Maar Carla toch!" Pa was het eerst. „Dat meen je toch niet? Die Geertse ma is een beste vent, maar toch zeker geen partij voor jou? Nee, meisje, dat moest je nu maar uit je hoofd zetten." Ma deed boos en teleurgesteld. Het was de eerste keer, zei ze, dat haar dochter haar was tegengevallen. Ze zouden nog veel meer zeggen als ze er niet een eind aan maakten, dacht Carla bij zichzelf. Dus stond ze op, zei pa en ma goedenacht en ging naar boven. Ze schreef twee brieven. Eén aan de heer en mevrouw Grootenhuis: „Als u een beetje boos op me bent, kan ik dat goed begrijpen, want ik heb vanavond Hermans feestje be dorven. Het spijt me, ik kon niet an ders. Herman zal het u hoop ik alle maal uitleggen." En een aan Herman: „Je zult het nu wel begrepen hebben: wij zullen niet met elkaar trouwen. Je moet het maar niet erg vinden - we blijven, hoop ik, even goede vrien den. Ik vind dat je er recht op hebt te weten, wie het dan wél zal zijn. Het is Wim Geertsema. Wees niet boos op me. Je bent altijd een char mante kameraad voor me geweest. Dat ik je feestje in de war heb moe ten sturen, vind ik beroerd. Maar je zult begrijpen dat ik de komedie niet langer kon volhouden. Ik hoop dat het je goed zal gaan, vooral als je straks naar Amerika gaat. Vaarwel!" Carla postte de brieven de volgende dag zelf, nadat ze 's nachts, uren wakker, tot de slotsom was gekomen, dat het zo moest gaan en niet anders. Op de morgen dat Carla haar brieven postte, vroeg Wim Geertsema zijn ontslag bij mr. Brandenburg en hij kreeg het zon der dat zijn baas er veel woorden over vuil maakte. De baas dacht dat het was om de geschiedenis met Carla en vond het dus inderdaad beter dat Geertsema weg ging, want hij was tégen de verbin tenis. Zo kortaf was hij dat Wim hem niet kon vertellen, dat hij naar Zuid-Afrika zou gaan en dat hij daarom ontslag vroeg. Wat maar goed was ook, want wat zou de heer Brandenburg dan gezegd hebben.... Tegen het uur waarop Wim doorgaans het kantoor verliet, ging voor hem de te lefoon. Het was Herman, die de brief van Carla zojuist ontvangen had. Hij scheen boos te zijn. „Kunnen we elkaar direct spreken?" En ze maakten een afspraak. Herman wond er geen doekjes om. „Wat heb jij tegen Carla verteld?" Daar begreep Wim aanvankelijk niets van. Het duurde even, voor hem een licht opging. Natuurlijk, Herman had gezocht naar een verklaring voor Carla's brief. Dat zij hem zou afwijzen omdat ze gewoon op een ander verliefd was, scheen niet in het hoofd van Herman Grootenhuis te kunnen opkomen. „Ik heb nooit aan iemand iets verteld over wat ik van u weet", zei Wim rustig. „Als u denkt dat ik geprobeerd heb op die manier Carla van u los te weken, hebt u het mis. Ik acht me daardoor beledigd, als u het wilt weten. Trouwens over een paar weken ga ik naar Zuid-Afrika. Is dat misschien voor u een bewijs dat ik niet denk aan een verloving met juffrouw Brandenburg". „Sorry", mompelde Herman en hij ver volgde: „Dat is misschien maar beter ook want je kunt je misschien voorstellen hoe ze daarover zouden denken. Vandaag heeft mevrouw Brandenburg mijn moeder op gebeld. Ze was furieus. Er zou niets van komen, bezwoer ze mijn moeder. En de oude Brandenburg denkt er niet anders over, dat kan ik je verzekeren!" Zo liet Herman Wim achter. Natuurlijk had hij na gisteravond na gedacht over wat hij moest doen. Hij was blij, heel blij met wat Carla hem had ge zegd. Maar hij begreep ook, dat er toch niets van kon komen. Haar ouders zouden immers nooit toestemming geven. En wie weet zouden ze daar nog gelijk in hebben ook! Die emigratie naar Zuid-Afrika was een experiment. Stel je voor dat het mis lukte. Hij zou daar Carla toch nooit in mogen meeslepen? En zou Carla, gewend als ze was aan rijkdom en luxe, ooit ge lukkig kunnen zijn met het eenvoudige bestaan dat hij haar eventueel zou kun nen aanbieden? Het was zeer de vraag. Zo kwam zijn besluit tot stand om Carla deze brief te schrijven: „Ik ben gelukkig met de verzekering van je liefde. Toch is het beter als we uit elkaar gaan. Ik ga naar Zuid-Afrika, en we zullen elkaar nooit meer zien. Blijf aan onze vriendschap denken als een kostbare ervaring. Ik hoop dat je erg gelukkig zult worden. Ik zal je nooit vergeten." Hij postte de brief op weg naar het café, waar hij als gewoonlijk piano ging spelen. Er was geen bitterheid in zijn hart, maar een gevoel van berusting dat hem altijd geholpen had, de tegenslagen te verwer ken. Carla behoorde tot de dromen, die toch nooit werkelijkheid worden. Hij had van de vriendschap met haar genoten, maar nooit had hij durven hopen op, dur ven denken aan, iets meer dan vriend schap. Natuurlijk, had hij er wel aan ge dacht, maar nooit in verwachting, dat die droom in vervulling zou gaan. (Wordt vervolgd).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 4