DE VALLEI
VROUWEN ZIJN „BETERE" TOERISTEN
Doet de haai een middagdutje?
Voor de Jeugd
ontlieten om (^arla
Reisleiders verklaren:
verven
garderobe
overhemden
suede-iasies
woningtextiel
U ziet dus: talloze mogelijkheden bij Ascot
Even onbegrensd is onze service.
Van onze 56 winkels bevinden zich in Uw omgeving:
T I G E
N A H A
V R E N A K
PIETJE PRIEM MET
VAKANTIE
15 aanbiedingen a 47ct-10°lo
en 100°lo Spar-kwaliteit!
Havermout van 55 voor 47-10%
Puddingsaus luxe van 58 voor 47-10%
Fondant 200 gram 47-10%
Spar pudding
Spar pudding
47-io%
47-io%
47-io%
47-io%
Theeworstjes
47-io%
Lunchworst 150 gram van 54 voor
Taamavc 'n extra voordelig koekje
Kaneel busje van 55 voor
Hoestmelange ""rSi
Lucifers 2 pak van 56 voor
47-io%
47-io%
47-io%
47-io%
47-io%
Natuurwetenschappelijke beschouwing over de slaap
van de vissen
DE BILT VERWACHT
Gezellig winkelen in uw
vakantie
FEUILLETON
„Vrouwen zijn betere toeristen", merkte op een vergadering van vak
genoten een reisleider eens op. En tot staving van deze verrassende
mededeling ontbrak het hem allerminst aan bewijzen, zeer zeker niet
aan schriftelijk bewijsmateriaal, want de deelnemers aan georganiseerde
reizen bestonden in de laatste jaren voor 60 uit vrouwen.
„Speciaal in het buitenland valt het mij
telkens weer op, dat vrouwen veel meer
aanpassingsvermogen hebben dan man
nen", zei deze reisleider. „Zij kunnen zich
in hotel op pensioen gewoonlijk beter red
den, voelen zich gauw thuis en wennen
zeer snel aan hun vakantie-oord. Dit blijkt
ook hieruit, dat zij in de particuliere sec
tor sneller kennismaken en soms vriend
schap sluiten met de plaatselijke bevol
king, terwijl zij op zo'n gewone hartelijke
manier inlichtingen kunnen vragen, die
dan meestal ook graag en niet zelden met
enige trots worden verschaft. Mogelijk is
het alleen de spreekwoordelijke nieuws
gierigheid van de vrouw, die zich hier
van een bijzonder gunstige kant laat zien.
Zij zijn dol op alles wat onbekend is en
getroosten zich graag een offer om een
of ander te zien of mee te maken, terwijl
zij zich bereidwillig laten voorlichten".
Terwijl de mannelijke tourist meestal
angst koestert voor onbekende gerechten,
eten de vrouwen met genoegen volgens
de buitenlandse spijskaart. Daarbij komt
hun eigen belangstelling voor het koken,
die hen steeds weer naar de recepten
doet vragen; waarna specifieke gerechten
van een of ander land, mits de bereiding
niet al te ingewikkeld is, graag worden
genoteerd. Een hotelier vindt dit uiter
aard niet onaangenaam. Mannen daaren
tegen staan tegenover gerechten, waarvan
zij de samenstelling niet kennen, veelal
zeer wantrouwend.
Merkwaardig is, dat de vrouw een zo
grote behoefte toont haar kennis uit te
breiden. Vaak hebben zij zich thuis al aan
de hand van lectuur op de hoogte gesteld
van de bezienswaardigheden, die men
hun zal tonen. Zij kennen niet alleen
kerken, kastelen en kunstwerken, maar
zij weten ook een en ander af van de
onderscheiden stijlen en prenten zich
graag namen en data in het geheugen,
kennelijk in de behoefte hun reizen tot
een blijvend bezit te maken.
Ook in andere opzichten bereidden zij
hun reizen beter voor dan de mannen,
wie daartoe gewoonlijk de tijd ontbreekt.
Hoewel de kennis van vreemde talen tij
dens georganiseerde reizen veeal bedroe
vend blijkt te zijn, zijn het toch de vrou
wen, die zich vaak de meeste moeite ge
troosten om met behulp van een woorden
boekje tenmiste de meest gangbabre uit
drukkingen onder de knie te krijgen. Na
tuurlijk beperkt de woordenschat zich
meestal tot wat er voor winkelen en
monumenten bezichtigen, voor logeren en
eten, in een hotel nodig is. Maar zelfs dat
is gewoonlijk al voldoende om de vrouwen
van een welwillende houding van het
hotel- en winkelpersoneel te verzekeren
en hen - wat niet overbodig moet heten -
tegen grove prijsopdrijving te bescher
men.
Wanneer wij verder weten, dat vrouwen
verrassend goed bestand blijken tegen de
kleinere en grotere tegenslagen van de
reis, dat zij bij een klein ongelukje met
behulp van verbandtrommel en naaigerei
zichzelf en anderen veel beter weten te
helpen dan hun mannelijke reisgenoten,
dan valt het te begrijpen, dat de reis
leider vrouwen, en speciaal werkende
vrouwen, graag in zijn kudde ziet.
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
costuums
mantels
japonnen
rokken, jumpers
mantels
toppers
jumpers
rokken etc.
gordijnen
tapijten enz.
mannen die prljsrstellen
op een perfect uiterlijk
laten hun
toppers
regenkleding
hoeden,
zelfbinders enz.
bij ons verzorgen
f. 0.65 p. stuk, incl.
onze plastic verpakking.
triploneren
maakt Uw kleding
anti-mot, anti-slijt
en kreukherstellend
•worden bij ons veilig -
geen zandstralen - en
piekfijn gereinigd
onzichtbaar stoppen
feinigen en
motecht maken
van meubilair, tapijten,
gordijnen,, dekens etc.
VEENENDAAL: Davidsplein 8, telefoon 0 8385-2407
Tevens filialen te: Utrecht, Zeist, Gorkum, Woerden, Ede en Doorn.
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres:
Parallelweg 10 Veenendaal
WIE ZIJN ER JARIG?
9 sept. Jannie van Nieuw-Amerongen
10 Elsje Voerman
10 Reijer Demoet
10 Marianne Schrijver
12 Rijk van de Scheur
12 Ina Bouman, Rhenen
Alle zes gefeliciteerd!
OPLOSSING RAADSELS
I. Nice - IJsland - Milaan - Ebro
Gent - Essen - Namen - Nijmegen.
II. Een kniesoor.
III. Schar - schaar.
I. Groeien.
II. School.
III. Boos - roos - voos - doos - Toos.
NIEUWE RAADSELS
Voor ouderen:
I. Van welke gaven moeten alle winke
liers leven?
II. Men vindt mij een vies, plat, grijs
dier. Mensen noemen mij wel eens
een insect, maar dat ben ik helemaal
niet. Ik ben een schaaldier en dus een
familielid van de kreeft en de krab.
Ik beweeg me zeer langzaam maar
gestadig. Ik ben alleen schadelijk
voor groente en fruit. En wat won
derlijk is, ik adem door kieuwen en
daarom vindt men ons alleen in kel
ders of keukenkastjes, waar 't voch
tig is. Ik heet
III. Zet de cijfers 1 tot en met 39 op een
rij. Hieronder moet een spreekwoord
komen dat gevonden kan worden met
de volgende gegevens:
11 4 5 39 een zure vloeistof
25 36 26 22 13 deel van vinger of teen
37 9 35 19 3 landbouwgewas
23 2 15 10 38 jaargetijde
30 14 28 zoon van Noach
1 17 27 34 hoofddeksel
26 35 17 9 33 een kleur
12 32 16 rivier in Nederland
24 6 33 29 Friese jongensnaam
18 8 31 vader van koning Saul
20 21 7 11 dochter van Jacob
ke boerderij kunt vinden. De letters
staan alleen maar door elkaar. Pro
beer eens of je ze vinden kunt.
III. Jan komt thuis met tranen in de
ogen. Hij heeft hard gehold met 'n
zak suiker in de hand en nu is die
die zak gevallen.
„Maar waarom hól je dan ook zo!"
zegt moeder boos. „Je haast je te
veel. Denk toch eens aan 't spreek
woord: „Haastige
Voor jongeren:
I. Ja, zeker zijn het borden,
maar niet om van te eten.
Waar nu die rare borden
toch wel gevonden worden,
en hoe de borden heten?
Dat zou ik willen weten.
II. Hieronder staan 3 dierennamen. Het
zijn doodgewone dieren, die je op el
Beste jongens en meisjes,
Alle vakanties zijn nu wel voorbij en
jullie zitten allemaal weer heel ijverig
gebogen over moeilijke sommen, lastige
taallessen en lange reeksen jaartallen. Ik
hoop dat jullie een prettige vakantie heb
ben gehad en dat de regen niet al te vaak
spelbrekeris geweest!
Ja, jullie mopperen misschien wel eens
als je thuis jaartallen moet leren of an
der huiswerk m§iken, maar wat is het
toch eigenlijk fijn dat je in de gelegen
heid bent om te leren. Heel veel kinde
ren moeten leren rekenen en lezen met
hun handen, omdat ze het licht in hun
ogen missen. Dat kost veel inspanning,
elke dag opnieuw. Later staan ook deze
kinderen als volwassen mensen in het le
ven en, dank zij de blindenscholen, kun
nen ze voor zichzelf zorgen en hun werk
elke dag verrichten. Maar ze missen veel,
heel veel en ze kunnen zich niet even
vrij en zeker op straat bewegen als de
mensen met twee goede ogen. Er is wel
iets wat hen helpen kan en tot grote
steun kan zijn in hun leven. Een hond
een geleidehond. Daarmee loopt een blin
de zonder angst op het trottoir en steekt
zonder gevaar de straat over. De hond
wordt zijn beste vriend, waar hij op kan
vertrouwen en die hij niet meer kan mis
sen. Maar een geleidehond voor een
blinde is duur. De hond moet opgeleid
worden op en speciale school en dat
kost veel geld. Ik wil jullie er nog eens
op wijzen dat jullie allemaal mee kunnen
helpen, om blinde mensen aan een ge
leidehond te helpen. De meeste van jullie
weten het natuurlijk wel, maar er komen
altijd weer nieuwe abonnees bij „De Val
lei" en ook de kinderen van deze nieuwe
abonnees kunnen opgenomen worden in
onze kring en meesparen voor een blin-
denhond. Geld? Welnee, heel eenvoudig:
zilverpapier en capsules. Spaart deze win
ter allemaal trouw mee, dan helpen jullie
het leed van blinde mensen verzachten.
Heb je een voorraadje bijeen gespaard,
dan kan het worden ingeleverd bij de re-
daktie van „De Vallei", Parallelweg 10.
Bij voorbaat hartelijk bedankt namens
de blinden door
Tante Jos
Pietje Priem had óók vakantie
En hij ging dit jaar naar zee.
Schepen, schoppen echte bruggen,
Alles sleepte Pietje mee.
Pa lag in een stoel te lezen,
Ma zat in een diepe kuil.
Pietje groef als maar kanalen
Ijverig en heel erg vuil.
Vaak trok over strand en duinen
'n Dikke, vette regenbui.
Iedereen nam dan de benen,
Al was hij ook nog zo lui.
Maar dat Pietje bleef maar graven,
Ma kreeg hem beslist niet mee,
Pa kon praten en wéér praten,
Pieterman zei ijskoud: „nee".
Stel je voor, zo'n fijne gietbui,
Maakte zijn kanalen vol.
Dat was juist wat hij moest hebben,
Nou, dan sla je niet op hol!
In de grijze regensluiers
Midden op 't verlaten strand,
Staat hij op een hoge zandberg,
Met zijn spade in de hand.
Ingenieur wil Pietje worden,
Dat is nog eens prachtig werk,
Vaarten graven, bruggen bouwen
Op zware peilers, ijzersterk!
Toen Pa Priem weer in de stad was,
Zei hij: „Brr, 't was niks gedaan,
Ma zei: „Hu, 't was om te rillen,
Waren we maar niet gegaan.
Maar ons Pietje vond het machtig
En als iemand er naar vroeg
Zei hij: ,,'t Was een knalvakantie
Maar alleen niet lang genoeg!"
eik 2e blik Soepballetjes
van 69 voor 47 -io%
bij 250 gr. Sparkoffie roodmerk of bus|e oploskoffie
pak Spar-spekulaas van 47-io%
Cacao pakje 100 gram van 55 voor
^.OUte pinda's zakje van 50 voor
2 pakjes m. suiker
van 60 voor
3 pakjes z. suiker
van 63 voor
per stuk
van 55 voor
leeners 150 gram
geldig van 8
15 september
Kopen bij De Spar is sparen bij de koop
Veelal leeft zelfs bij de hengelaars de opvatting dat vissen niet slapen. De
mensen nemen vissen waar, komen tot de ontdekking dat zij voortdurend de
oren zijn bij de vis niet te vinden en misschien lag daarom de conclusie voor
van slaap is. Vroeger meende men eveneens, dat vissen doof zyn. Uitwendige
oren zijn bij de vis niet te vinden en misschien lag daarom de conclusie voor
de hand dat zij niet kunnen horen. Dit is evenwel een vergissing gebleken.
In grote aquaria heeft men in de
laatste decennia nauwkeurige studie
van de vissen gemaakt. Men weet te
genwoordig van de levensgewoonten
van verschillende soorten vissen heel
wat meer af en men heeft vele opvat
tingen moeten herzien.
Vissen bezitten geen oogleden. Zij
kunnen dus niet zoals de meeste dier
soorten de ogen sluiten. Bij mens en
dier vervult het ooglid een bescher
mende functie. Het beveiligt het oog
en houdt tevens de oppervlakte van de
ogen voortdurend schoon, zodat stof en
vuil het binnendringende licht niet
kunnen verduisteren. Deze taak ver
vult bij de vissen het water. De door
lopende aanraking met het water houdt
de ogen van de vissen schoon en hel
der. De vissen zijn dus niet in de nood
zaak geweest oogleden te ontwikkelen.
NOOIT GESLAPEN
Ten dele blijkt evenwel de opvatting
juist, dat dieren die in het water leven
niet slapen. In een aquarium te Sydney
heeft men zes jaar aaneen een walvis
bestudeerd. Het dier heeft geen minuut
stilgelegen, het bleef voortdurend in
beweging en heeft ook nooit geslapen.
Een overeenkomstig experiment te Flo
rida bevestigt, dat walvissen althans
niet slapen. Deze uitkomst mag evenwel
niet als algemene regel voor alle water
bewoners worden opgevat. De weten
schap is er momenteel wel van over
tuigd, dat echte vissen een deel van hun
leven slapend doorbrengen. Wel is het
zo, dat men de slaap van de vis niet
met die van de mens kan vergelijken.
De vis heeft in sommige gevallen vol
doende aan enkele minuten slaap per
etmaal.
De slaapduur is bij de onderscheiden
vissoorten sterk uiteenlopend. En niet
alleen bij de soorten, ook bij de exem
plaren van eenzelfde soort zijn er grote
verschillen, die bepaald worden door
de omgeving waarin zij leven. Het is
hierbij van belang hoe groot het aantal
uren daglicht is, terwijl ook de tem
peratuur van het water een niet onbe
langrijke factor is.
Als vissen eenmaal slapen is hun
slaap even diep als bij de meeste an
dere dieren. Veeal blijkt het niet eens
mogelijk een vis door aanraking te
wekken. Een lichte stoot kan de haai
niet in zijn slaap storen. Krijgt hij
evenwel honger dan is hij zeer spoedig
wakker.
INGEGRAVEN
De meeste vissen kiezen voor het sla
pen een plek op de bodem van het
water. Er zijn er overigens ook, die
zich zwevend in een waterlaag halver
wege de bodem ophouden. Het is be
kend dat platvissen in hun slaap in het
vlak van de bodem liggen. Zoetwater
vissen en vissen uit de kustwateren
geven voor het slapen eveneens de
voorkeur aan een plek dicht bij de bo
dem. Maar oceaanvissen kunnen niet
zo diep duiken dat zij de bodem be
reiken. Zij blijven dus in een hogere
waterlaag en slapen daar zwevend.
Er zijn enkele vissoorten die zich
tijdens de slaap „toedekken". Een klei
ne zeebarbeel van de Bermuda Eilan
den zoekt een ondiepe plek, duikt en
graaft zich in. Een paar krachtige be
wegingen met de staart en er is niets
meer van het visje te zien. Zelfs in een
aquarium is het moeilijk een vis te
vinden die zich op deze manier heeft
verstopt. Alleen een nietig zand wolkje
dat door de kieuwademhaling opdwar
relt, verraad de rustige slaper. Ook in
een aquarium kan men dit te zien krij
gen. Als men de zeebarbeel in zijn bak
in een geheel donker vertrek plaatst
graaft hij zich al spoedig in om een
dutje te doen.
Werkelijk voordeel - 10% korting - 100% kwaliteit
Heel vaak met spanning op 't gezicht
Luistert men naar het weerbericht
Wie 't vergeten is, stelt vast de vraag
Wat verwacht De Bilt voor weer van-
[daag
Als men dan zegt, het wordt weer regen
Dan valt het de meesten wel wat tegen
Was het verleden jaar te droog
(Die droogte zat de boeren hoog)
Nu krijgen we teveel van 't goede
't Is de landbouw bang te moede
Ook de vakantiegangers hadden pech
Het is geen woord te veel gezegd
Wanneer men hoort, 't is mooi verkeken
Onze vakantie is een sof gebleken
Wat wij vorig jaar te weinig kregen
Zo hoort men nu vaak allerwegen
Krijgt men nu onderhand te veel
Ons kleine land krijgt wel z'n deel
Nu maar wachten wat De Bilt voorspelt
En wat men daar van't weer vertelt
Elkeen is verlangend naar droog weer
Misschien komt dat ook wel 'n keer
,t K.N.M.I. voorspelt, zo goed het kan
Meestal kan men daar wel op an
In Augustus kwam het meestal uit
Niet optimistisch was 't geluid
Wat wij meestal te horen kregen
Van de 31 dagen pl. min. 30 regen
Indien De Bilt nu zijn best maar doet
Wordt misschien september nog wel
[goed.
J. M.
POST VOOR KONGO
De verzending van correspondentie
en pakketpost naar de gehele republiek
Kongo alsmede naar Ruanda-Urundi,
zowel over zee als per luchtpost, is
voorlopig weer mogelijk. Met ernstige
vertraging in de overeenkomst moet
nog rekening worden gehouden. Ver
zending, in het bijzonder van aange
tekende stukken en postpakketten, ge
schiedt op risico van de afzenders.
Waardepakketten zijn voorshands niet
toegelaten.
Bezoekt Veenendaal in uw va
kantie. Geniet van de gezellige
drukte en de winkelstand, die
voor de grote stad niet onder
doet. De winkels ztfn iedere dag
geopend tot 6 uur n.m. behalve
VRIJDAGAVOND (koopavond)
TOT 9 UUR. 's Woensdagmiddags
gesloten.
Marktdagen op zaterdag en dins
dag.
20
„Kind, wat heb je gedaan? Wat was
er toch aan de hand? We zijn zo vrese
lijk ongerust! We dachten dat je niet
goed was en naar huis was gegaan.
Maar thuis was je helemaal niet. Waar
ben je geweest? Weet je dat je Hermans
feest totaal hebt bedorven? Voor ons
allemaal, maar zeker voor hem. Weet
je dat wel? Toe, zeg eens wat!"
„Wind je niet op, vrouwtje", zei pa.
„Carla, je begrijpt hoop ik dat je ons
wel zult moeten vertellen waar je ge
weest bent en wat je hebt gedaan. Het
was een onmogelijke situatie."
Carla was opvallend rustig. Ze zei:
„Ik was natuurlijk van plan, u van
avond alles te vertellen. Ik vind het erg
dat ik het feestje in het honderd heb
gestuurd, maar heus, het kon niet an
ders. De zaak is, dat ik niet met Her
man ga verloven, en dat ik niet met
hem zal trouwen en dat ik niet van hem
hou."
Carla hield even op. Pa en ma zaten
als met stomheid geslagen. Het was het
laatste waarop ze hadden gerekend.
„En moest je daarom zo halsoverkop
weg vanavond? Had je dat dan niet
wat eerder kunnen bedenken?", zei pa.
Maar ma reageerde met:
„Is er een ander, liefje Je zult het
voor ons toch niet verzwijgen, is het
wel?"
„Pa, ik kon het niet eerder zeggen,
heus niet. Maar ik kon de komedie bij
Herman thuis niet meer verdragen. Stel
je voor, jullie allemaal maar denken,
dat het tussen ons best in orde zou ko
men, wie weet Herman zelf ook. En ik
er midden in, die niet wil. Nee, ik kon
het niet langer. Beter zo dan een ko
medie zonder eind! Ja, ma, er is een
apder. Met hem wil ik trouwen, met
geen mens anders!"
„Nico", raadde ma.
„Ja, Nico natuurlijk", voegde pa er
aan toe. En aan hun gezichten was te
zien dat ze dat niet erg hadden gevon
den.
„Zeg het maar, kindje, is het Nico?"
„Nee, het is Nico niet. Het isen
Carla aarzelde. Want pas op dit mo
ment drong het goed tot haar door, wat
dit voor haar ouders moest betekenen.
In vogelvlucht schoot het door haar
hoofd hoe pa en ma gedroomd hadden
over een prachtige toekomst voor hun
dochter. Over een rijk huwelijk, wie
weet wat nog meer. Ja, de slag zou
hard aankomen. Maar ze kon niet meer
terug en ze was het trouwens niet van
plan. En dus zei ze, zo rustig mogelijk:
„Het is Wim Geertsema!"
Ze had de neiging, haar ogen dicht te
doen, als een kind dat een deur hard
dicht gooit en bang is voor de klap die
het zal veroorzaken. Had zij nu ook
een deur dichtgegooid? De deur naar
haar ouders?
„Maar Carla toch!"
Pa was het eerst.
„Dat meen je toch niet? Die Geertse
ma is een beste vent, maar toch zeker
geen partij voor jou? Nee, meisje, dat
moest je nu maar uit je hoofd zetten."
Ma deed boos en teleurgesteld. Het
was de eerste keer, zei ze, dat haar
dochter haar was tegengevallen. Ze
zouden nog veel meer zeggen als ze er
niet een eind aan maakten, dacht Carla
bij zichzelf. Dus stond ze op, zei pa en
ma goedenacht en ging naar boven.
Ze schreef twee brieven. Eén aan de
heer en mevrouw Grootenhuis:
„Als u een beetje boos op me bent,
kan ik dat goed begrijpen, want ik
heb vanavond Hermans feestje be
dorven. Het spijt me, ik kon niet an
ders. Herman zal het u hoop ik alle
maal uitleggen."
En een aan Herman:
„Je zult het nu wel begrepen hebben:
wij zullen niet met elkaar trouwen.
Je moet het maar niet erg vinden -
we blijven, hoop ik, even goede vrien
den. Ik vind dat je er recht op hebt
te weten, wie het dan wél zal zijn.
Het is Wim Geertsema. Wees niet
boos op me. Je bent altijd een char
mante kameraad voor me geweest.
Dat ik je feestje in de war heb moe
ten sturen, vind ik beroerd. Maar je
zult begrijpen dat ik de komedie niet
langer kon volhouden. Ik hoop dat
het je goed zal gaan, vooral als je
straks naar Amerika gaat.
Vaarwel!"
Carla postte de brieven de volgende dag
zelf, nadat ze 's nachts, uren wakker, tot
de slotsom was gekomen, dat het zo moest
gaan en niet anders.
Op de morgen dat Carla haar brieven
postte, vroeg Wim Geertsema zijn ontslag
bij mr. Brandenburg en hij kreeg het zon
der dat zijn baas er veel woorden over
vuil maakte. De baas dacht dat het was
om de geschiedenis met Carla en vond
het dus inderdaad beter dat Geertsema
weg ging, want hij was tégen de verbin
tenis. Zo kortaf was hij dat Wim hem niet
kon vertellen, dat hij naar Zuid-Afrika
zou gaan en dat hij daarom ontslag vroeg.
Wat maar goed was ook, want wat zou
de heer Brandenburg dan gezegd hebben....
Tegen het uur waarop Wim doorgaans
het kantoor verliet, ging voor hem de te
lefoon. Het was Herman, die de brief
van Carla zojuist ontvangen had. Hij
scheen boos te zijn.
„Kunnen we elkaar direct spreken?"
En ze maakten een afspraak.
Herman wond er geen doekjes om.
„Wat heb jij tegen Carla verteld?"
Daar begreep Wim aanvankelijk niets
van. Het duurde even, voor hem een licht
opging. Natuurlijk, Herman had gezocht
naar een verklaring voor Carla's brief.
Dat zij hem zou afwijzen omdat ze gewoon
op een ander verliefd was, scheen niet in
het hoofd van Herman Grootenhuis te
kunnen opkomen.
„Ik heb nooit aan iemand iets verteld
over wat ik van u weet", zei Wim rustig.
„Als u denkt dat ik geprobeerd heb op die
manier Carla van u los te weken, hebt
u het mis. Ik acht me daardoor beledigd,
als u het wilt weten. Trouwens over een
paar weken ga ik naar Zuid-Afrika. Is
dat misschien voor u een bewijs dat ik
niet denk aan een verloving met juffrouw
Brandenburg".
„Sorry", mompelde Herman en hij ver
volgde:
„Dat is misschien maar beter ook want
je kunt je misschien voorstellen hoe ze
daarover zouden denken. Vandaag heeft
mevrouw Brandenburg mijn moeder op
gebeld. Ze was furieus. Er zou niets van
komen, bezwoer ze mijn moeder. En de
oude Brandenburg denkt er niet anders
over, dat kan ik je verzekeren!"
Zo liet Herman Wim achter.
Natuurlijk had hij na gisteravond na
gedacht over wat hij moest doen. Hij was
blij, heel blij met wat Carla hem had ge
zegd. Maar hij begreep ook, dat er toch
niets van kon komen. Haar ouders zouden
immers nooit toestemming geven. En wie
weet zouden ze daar nog gelijk in hebben
ook! Die emigratie naar Zuid-Afrika was
een experiment. Stel je voor dat het mis
lukte. Hij zou daar Carla toch nooit in
mogen meeslepen? En zou Carla, gewend
als ze was aan rijkdom en luxe, ooit ge
lukkig kunnen zijn met het eenvoudige
bestaan dat hij haar eventueel zou kun
nen aanbieden? Het was zeer de vraag.
Zo kwam zijn besluit tot stand om Carla
deze brief te schrijven:
„Ik ben gelukkig met de verzekering
van je liefde. Toch is het beter als we
uit elkaar gaan. Ik ga naar Zuid-Afrika,
en we zullen elkaar nooit meer zien.
Blijf aan onze vriendschap denken als
een kostbare ervaring. Ik hoop dat je
erg gelukkig zult worden. Ik zal je nooit
vergeten."
Hij postte de brief op weg naar het café,
waar hij als gewoonlijk piano ging spelen.
Er was geen bitterheid in zijn hart, maar
een gevoel van berusting dat hem altijd
geholpen had, de tegenslagen te verwer
ken. Carla behoorde tot de dromen, die
toch nooit werkelijkheid worden. Hij had
van de vriendschap met haar genoten,
maar nooit had hij durven hopen op, dur
ven denken aan, iets meer dan vriend
schap. Natuurlijk, had hij er wel aan ge
dacht, maar nooit in verwachting, dat die
droom in vervulling zou gaan.
(Wordt vervolgd).