3 'Vacuumkoffie' in de '4 smaken' uitsluitend verkrijgbaar bij WAT MET WELK ONDERWIJS? DE KASTELENKONING Albert Heijn vacimm-koffieeen sensatie Pffft... het pfffijnste geluid voor liefhebbers van verse koffie ez^-iie perken te buiten De weg omhoog (IV) VAN KLEUTER EN KIND Erkenning Boerderijbranden juli 1960 Basis Verandering EDWARD LONGSHANKS - MEESTERBOUWER Dameskapper Dameskapster OPROEPING prima TELEVISIE 43 cm. LYS ASSIA AUTO-DROP DIVERSEN U kunt het toch niet afschreeuwen Overal verbazing over gemalen koffie die altijd 9een half uur geleden gebrand9 blijft in het wonderbaarlijke luchtledige vacuumblik. Bepaal uw eigen koffie-smaak! FEUILLETON De eerste kennismaking van het kind met het idee school doet het op bij het bezoeken van het kleuteronderwijs. Lange tijd heeft deze vorm van lesgeven, wanneer men het zo kan noemen, in een heel aparte hoek gestaan. Het waren vooral de rijke kinderen die in de twintiger jaren al heel vroeg naar een insti tuut voor kleuters werden gestuurd om daar te worden bezig gehouden met het vouwen van papiertjes en het spelen met blokkendozen. Het kleuteronderwijs is echter meer dan een vorm van bezigheid voor min of meer lastige kinderen. Met het ont wikkelen van de paedagogische kennis heeft men in de systemen voor deze scholen een welhaast onmisbare waar de gelegd. Dit is vooral te danken aan het pio nierswerk van enkelen, die later hun namen aan de onderwijsvormen hebben gegeven. Fröbel- en Montessorischool klinkt nu allang niet vreemd meer. Met deze ontwikkeling zijn de belang stelling en de waardering meegegroeid. Begin 1955 bezochten 371.000 kinderen een of andere vorm van kleuteronder wijs. Drie jaren later waren het er 361.936. Wanneer men met getallen re kent een vermindering, maar procen tueel een stijging: in 1958 60% van alle vierjarige en 80,9 van alle kleu ters. Kenmerkend bij het kleuteronderwijs is, dat het grootste deel van de scholen een bijzondere - protestants-christelijke of rooms-katholieke - aard heeft. Tach tig procent van tfe kleuterscholen in 1957 was de een of andere richting toe gedaan, waarvan 26 van het totaal prot.-chr. en 46% r.k. De toenemende belangstelling voor het kleuteronderwijs heeft in 1956 ge leid tot een wettelijke erkenning en regeling. De toelatingsleeftijd is sinds dien bepaald op vier jaar, terwijl men de school weer moet verlaten op 7-ja- rige leeftijd. Ook het schoolgeld werd uniform vastgesteld: 12 gulden per jaar De hoofdinspecteur voor het Brand weerwezen van het ministerie van Bin nenlandse Zaken deelt mede, dat in de maand juli 1960 21 boerderijbranden zijn voorgekomen, waarbij de boerderij vernield of zwaar beschadigd werd. Drie van deze branden kwamen voor in Groningen; zeven in Friesland; één in Drenthe; één in Overijssel; twee in Gelderland; twee in Utrecht; twee in Noord-Holland; één in Zeeland en twee in Noord-Brabant. De directe schade, door deze bran den aangericht, wordt geraamd op 1.223.000,—. Elf van deze branden werden veroor zaakt door hooibroei; twee door blik seminslag; één door aardsluiting; één door rubberslang van gasstel gespron gen, terwijl in zes gevallen de oorzaak onbekend bleef. Bij deze branden kwamen 3 varkens en 1 stuks rundvee om. en per kleuter met een reductie bij twee of meer kinderen. Beneden een bepaald inkomen wordt geen school geld geheven. In Nederland gebruiken 84% van de kleuterscholen fröbelmateriaal en 5% montessorimiddelen, terwijl de overige de systemen hebben gecombineerd. Werkt het kleuteronderwijs aan een voorbereiding, de lagere en voortgezet lagere school bouwen aan de basis voor een verdere studie of loopbaan. In de praktijk heeft de wet op de leerplicht tot gevolg dat in ieder geval het volgen van lager onderwijs gewaarborgd is. De wet maakt enkele uitzonderingen. De kinderen, wier ouders geen vaste woonplaats hebben - ieder kent het pro bleem van de schipperskinderen - de medisch ongeschikten (volgens schrif telijke verklaring van een medicus) en de kinderen van wie de ouders op grond van een te grote afstand tussen woning en school bezwaren maken. De wet neemt in dit laatste geval als norm vier kilometer aan. Dat het lager onderwijs het belang rijkste is als basis voor een verdere studie blijkt opnieuw uit de cijfers. Ruim 80 van de kinderen blijft na de lagere school verder dagonderwijs vol gen. Enkele jaren geleden kwam het nog vrij regelmatig voor dat kinderen na de normale zes jaren van de lagere school nog een zevende en soms een achtste klas bezochten en daarna een werkkring zochten. De in die tijd op gedane kennis bleek echter steeds meer volkomen onvoldoende te zijn voor welke loopbaan ook. Daarom mag sinds 1 januari 1959 slechts met toe stemming van de minister een derge lijke aanvullende klas in stand worden gehouden. Dit hield verband met een na de oorlog ontstane regeling voor zgn. voortgezet gewoon lager onderwijs. Een type school, speciaal bestemd voor hen die na het bereiken van de leerplicht- vrije leeftijd (15 jaar) de maatschappij intrekken. In de tenminste twee leer jaren, die volgen op de normale zes, wordt vooral gelet op handvaardigheid. Bij de jongens komt dit tot uitdruk king in veel handenarbeid, bij de meis jes in handwerken en huishoudkunde. In 1957 werd dit type school bezocht door 40.827 scholieren. 94% der scho len had een bijzonder (prot.-chr. of r.k.) karakter. Bij het gewoon lager onder wijs is dit percentage 68%. (Wordt vervolgd). Staand in zijn half afgebouwde kasteel te Caernarvon, zijn één week oude kind in zijn armen, vervulde Edward Longshanks zijn belofte aan een groep opstandige leiders van Wales: een prins, in Wales geboren, die geen woord Engels kon spreken. Dit was een laatste meesterstuk van strategie in zijn langdurige campagne voor een verenigd Engeland en Wales, en vanaf die dag, nu bijna zevenhonderd jaar geleden, is het traditie dat de oudste zoon van een Brits regerend vorst wordt uitge roepen tot Prins van Wales. Koning Edward I van Engeland, een groot, slank en gespierd man, verwierf nog andere bijnamen dan die van Long shanks. Hij was een soldaat, die al in zijn jeugd had leren vechten en die la ter, bij zijn pogingen het noorden te veroveren, de „hammer of the Scots" werd genoemd. Ook zijn titel van groot ste der Plantagenetkoningen heeft hij verdiend, want zijn bewind betekende vooruitgang voor het middeleeuwse Brittannië. Hij volgde zijn vader, de zwakke Koning Henry III, op en begon onmiddellijk met de versterking van het koninkrijk en het verbeteren van wetten. Hij was sterk, wreed soms, eiste hoge belastingen, maar was over het algemeen een verstandig, rechtvaardig koning en een man die moed in ande ren bewonderde en een grap kon ap preciëren. Er doen vele verhalen over hem de ronde, maar heden ten dage staat hij het meest bekend als de grote kastelenbouwer. Iedereen die door Noord-Wales reist bezoekt wel een of meer van zijn be roemde vestingen: Caernarvon, Con way, Harlech, Beaumaris. Hun mach tige muren torenen hoog boven zee of rivier, tegen de groene achtergrond van het landschap. Onneembare romanti sche burchten uit de geschiedenis en, voor velen, prachtige voorbeelden van middeleeuwse bouwkunst. Zij zijn ech ter niet gebouwd met het doel tot schil derachtig onderwerp te dienen voor de fotograaf, maar zijn grondig uitgevoer de produkten van militaire bouwkunde, ontworpen om recht en orde te hand haven en een volk te leiden dat bedre ven was in het voeren van guerilla- oorlogen. KRUISVUUR VAN PIJLEN Eeuwenlang hadden de gevechten ge duurd voordat Edward er in slaagde Wales onder Engels bewind te brengen - en de vrede duurde niet lang. In de beginperiode van zijn regering dwong hij de prins van Wales, Llewellyn, een vredesverdrag te ondertekenen, maar Llewellyn hield natuurlijk niet op te vechten voor de onafhankelijkheid van zijn land. Eerst nadat hij werd gedood en onherkenbaar verminkt in een ge vecht bij Builth Wells aan de rivier de Wye, kreeg Edward beheer over Wales en bezegelde dit feit tenslotte door middel van zijn kind op die bewuste dag in 1284. Caernarvon, in de noordwesthoek van Wales, is een van de meest indrukwek kende en best onderhouden kastelen; drie acres afgebakend door machtige grijsstenen muren, veelhoekige torens en koepels, van waaruit een moordend kruisvuur van pijlen op de aanvallers gericht kon worden. Caernarvon heeft een stormachtige historie doorleefd, voor de tegenwoordige atmosfeer van rust over het kasteel is gekomen. Ze venhonderd jaar is een lange tijd - en toch is hier de herinnering aan Edward zeer sterk en ook aan zijn vrouw, Elea nor van Castilië, de moeder van de kleine prins die tussen deze muren werd geboren. Eleanor, die haar gemaal begeleidde in oorlog en vrede, was een van de vroomste en» meest geliefde Engelse koninginnen. Zij vergezelde hem op een kruistocht naar het Heilige Land en - volgens de legende - redde hem het leven, door het vergif uit een wond te zuigen, die hij had opgelopen door een vergiftigde dolk. Henry de Elreton was Edwards ar chitect voor Caernarvon en hij was het die ook het ontwerp maakte voor Conway Castle, de prachtige citadel, enige mijlen verderop aan de kust. Het heeft vijftien voet dikke muren; acht grote ronde torens verheffen zich bo ven het water van de Conway. Het kas teel is verbonden met de oude stads muren die ontworpen waren om de hele stad in een vesting te veranderen. Met de bouw werd begonnen in 1285 en negen jaar later, toen Edward zelf hier werd belegerd, bewees het zijn sterkte tijdens een opstand tegen te hoge be lastingen welke betaald moesten wor den om de oorlog tegen Frankrijk te bekostigen. ONSTERFELIJK Zuidelijker aan de kust ligt Harlech Castle, ook een van Edward's vestingen, daterend uit hetzelfde jaar als Conway. Harlech staat op een rots, waarvan de zee zich heeft teruggetrokken, de moe rassen van Morfa Harlech achterlatend, en zijn aanblik is treffender dan dat van de andere kastelen. Het werd in 1404 veroverd door Owen Glendower, de held van Wales en is onsterfelijk gemaakt door het lied „Men of Har lech", waarin de dappere verdediging wordt bezongen van het Huis York tij dens de Rozenoorlogen. Een smal kanaal scheidt de kust van noord-west Wales van het eiland Ang lesey. Caernarvon beheerst het ene eind van dit kanaal, Conway het andere. Op Anglesey bouwde Edward zijn laatste kasteel - Beaumaris. Het is van alle kastelen het meest wetenschappelijk aangelegde: beveiligd door een gracht, een buitenmuur, een zestien voet dikke binnenmuur, een wachttoren en een valpoort. Naar de hoofdingang werd een speciaal kanaal aangelegd om sche pen in staat te stellen een belegerd garnizoen te bevoorraden en te ont zetten. De groepering van deze vier kastelen in een destijds roerige hoek van Wales, stelt de bezoeker in staat ze alle te be zichtigen en te vergelijken op welke meesterlijke wijze elk de natuurlijke verdedigingswerken van zee, rots of rivier heeft benut. NIEUW BOEKJE VOOR KNUTSE LAARS EN DOE-HET-ZELVERS Zowel voor de beginnende knutselaar als voor de actieve Doe-Het-Zelver is een uitstekend verzorgd boekje, „De Knutselkoerier" uitgegeven door N.V. Ceta-Bever, dat geredigeerd en ver zorgd is door de bekende schrijver en knutselexpert Piet Marée. Het boekje staat van begin tot eind vol met waardevolle tips en leuke sug gesties voor een nuttige vrijetijdsbeste ding, compleet met overduidelijke te keningen. Kleine meubelen, speelgoed, St. Nicolaas- en kerstsuprises zijn ac tuele onderwerpen. De Knutselkoerier is verkrijgbaar in hobbywinkels, ijzer winkels e.d. of gevraagd bij R. v. d. POL Dorpsstraat 167, Scherpenzeel Telefoon 214 De jaarlijkse algemene ver gadering van Aandeelhouders der N. V. Waterleidingmaat schappij „Rhenen" te Rhenen zal worden gehouden op woensdag 28 september 1960 te 9.30 uur in het gemeente huis van Rhenen. De agenda voor de vergade ring, alsmede de daarbij be horende stukken, liggen voor aandeelhouders van heden af tot de aanvang der vergade ring ter inzage ten gemeente- huize van Rhenen. De Directie. ZEER VOORDELIG AANGEBODEN MEIKADE 8 Jacqueline Boyer, Teddy was de voorgangster van Scholten, André Claveau en Corry Brokken. Zij won na melijk het eerste Eurovisie Songfestival in Lugano. Vele zangeressen houden van drop. In AUTO-DROP, met het nieuwe smaakprofiel, vindt u op elke -tabletver- pakking een interessant ver haal. Vraag naar van V.S. Leeuwarden. Per rol 25 ct. Rijksgediplomeerd sport- leraar (C.I.O.S.) heeft nog enkele avonden beschik baar. Brieven onder no. 5526 aan het bureau van dit blad. Bij aankoop van kaas 1 x 4 pakjes 100% gepasteu riseerde margarine voor 1 gulden. Koopt u bij Van Beeks Kaashandel op de markt te Veenendaal. De fijnste volvette Goudse kaas voor 5 kwartjes per 500 gram koopt u alleen bij Van Beeks Kaashandel op de markt te Veenen daal, voor alle kaassoorten zie onze prijzen. 2 blikjes Gevato leverpas tei voor 98 cent, 2 blikjes soepballetjes voor 98 cent, 5 gehaktballen in blik voor 98 cent, 8 knakworstjes in glas voor 98 cent, kortom te veel om op te noemen. Bij Van Beeks Kaashan del op de markt te Veenen daal. Verse roomboter voor spe ciale marktprijs 74 cent per pakje koopt u alleen bij Van Beeks Kaashandel op de markt te Veenendaal. Wanneer u de goede hoe danigheden van uw arti kelen onder de aandacht van het kopend publiek wilt brengen. Daarvoor staat ,De Vallei' te uwer beschikking. Dit nieuwsblad wordt, doordat het plaatselijk en regionaal nieuws brengt? niet ge lezen, maar „gespeld"... van A tot Z. In die sfeer genieten ook uw adver tenties een bijzondere be langstelling. De resultaten bewijzen dat. Adverteert dus in De Vallei. Het blad met verreweg de grootste oplaag voor de omgeving. Na Amerika en Zweden nu ook Nederland enthousiast over 'de meest verse koffie van alle Tienduizenden huisvrouwen in Nederland hebben opeens een wonderbaarlijke ontdekking gedaan: ze maakten een blik open en pffft, zei het blik. En nooit hebben zij verser koffiegeur ge roken dan op dat moment - het was of ze in een koffiebranderij stonden! Wat is er aan de hand? AH heeft gemalen koffie in vacuum-blik geintroduceerd. Waarom zegt het blik 'pffft'? Omdat het luchtledig is. Waarom geurt deze koffie verser dan alle andere? Omdat geen lucht het aroma bedreigen kan. Want lucht is de Grote Vijand van het aroma - zonder lucht staat de tijd stil. In het wonderbaarlijke vacuum blik blijft de koffie altijd 'een half uur geleden gebrand'! Kan het verser? SMAAK KLEUR PRIJS: PAK 2)0 GR. VACUUM- BLIK 2)0 GR. Vol-aromatisch Goudmerk 168 178 Mild-geurig Groenmerk 140 150 Mild-krachtig Roodmerk 140 150 Pittig Paarsmerk 120 130 Half uur na branden luchtledig verpakt En...vanaf dat moment is de verheid verzegeld - het aroma kan er niet uit, vijand lucht kan er niet in. Zeer be langrijk. Albert Heijn vacuumkoffie is precisie-gemalen: niet te grof, nier te fijn. Want u weet: te fijn gemalen koffie smaakt bitter, te grof gemalen koffie trekt onvolledig af. Hoor, hoor...een koffie-revolutiel In Amerika en Zweden drinken 30 miljoen koffieliefhebbers allang geen andere koffie meer! En hier? Pffft... pffft... Reeds wor den dagelijks duizenden blikken AH-vacuum- koffie geopend! Haal morgen zo'n blik! Open het als een normaal conservenblik. Sluit het met het aroma-verzegelend plastic deksel dat u gratis krijgt. AH-koffie-experts ontdekten: er zijn in ons land 4 groepen koffiedrinkers. Daarom creëerde AH voor alle 4 groepen de juiste melange - alle 4 van de beste bonen gemaakt. Omdat er van de ene soort nu eenmaal meer groeit dan van de andere..., daarom alleen- is er verschil in prijs - maar niet in kwaliteit! AH vacuum-koffie kost weliswaar een dubbeltje meer dan de gewoon verpakte AH-kojfie - maar is altijd nog lager in prijs dan elk ander kwaliteitsmerk. Albert Heijn ALBERT HEIJN N.V. - ZAANDAM OMNUMMERING VAN TELEFOON NUMMERS Van een tweehonderdtal telefoonabon nees is j.l. maandag tussen 19.00 en 21.00 uur het telefoonnummer gewij zigd. De nieuwe telefoonnummers zijn in de telefoongids van Arnhem opge nomen onder de bestaande telefoon nummers. Na het moment van omzetting zullen de oude telefoonnummers worden ver bonden met de informatietoon. (2) „Nu ontkomen we er niet meer aan, we moeten de recherche onmiddellijk waarschuwen", hernam burgemeester Zwiersma en liep met loden schreden op de telefoon af. Polten trok zijn koppelriem strakker en stormde nu zonder dralen naar bui ten. In deze zaak zou men in ieder ge val kunnen constateren, dat hij niet voor een kleintje vervaard was, dacht hij grimmig. HOOFDSTUK II Jonge mensen zoeken hun geluk. „Een fraaie boel", zei Bob Wevels schertsend, hoewel met een ondertoon van ernst, „nu moet ik zo dikwijls van jou horen: „dit of dat, kun je niet doen", en nu breng je ons in een situatie van een paar dakloze zwervertjes, die in een donker hoekje staan te scharrelen om de tijd rond te komen." Bob voelde, hoe Marrigje onder zijn woorden verstrakte, doch, terwijl al zijn liefde en tederheid naar haar uitgingen, was er ook iets van ongeduld in zijn woorden. „Ja, je kunt toch niet ontkennen", verweet hij haar weer, „dat het groten deels jouw schuld is, dat we hier achter het gemeentehuis staan inplaats van boven bij je vader in de burgemeesters- kamer de beslissing over onze toekomst j te horen." Bob hoorde een geluid als van een in gehouden snik en weg smolten al zijn beschuldigingen, al bleef het ontevreden gevoel, dat ze afdwaalden van een eens genomen besluit. „Nu lieveling, zeg ook eens wat?" en toen er nog steeds geen antwoord kwam beschuldigde Bob zichzelf van wreed heid jegens het liefste meisje dat hij kende. Zijn lippen beroerden haar ge zicht en teder kustte hij haar op de oog leden. Hij voelde dat haar wangen nat waren van tranen en begreep, dat zij de situatie nog onaangenamer vond dan hij. Beschermend trok hij Marrigje vas ter tegen zich aan. „Kom nu kindje, zo'n drama is het nu ook weer niet. Als je vader deze avond geen toestemming zou geven, dan toch zeker een volgende keer. Als hij ziet, hoe ernstig wij het menen, dan slijt zijn weerstand op de duur vanzelf wel." Marrigje zuchtte diep. „Jij kent vader niet, als hij eenmaal „nee" heeft gezegd, dan verandert hij nooit meer en juist daarom was ik zo bang. Papa was van avond in minder goede stemming, om dat hij zich zorgen maakt over dat ge zin Dintel en aangezien hij toch al niet verrukt is overnu ja." Marrigje zweeg en Bob wist zeker, ondanks de diepe duisternis, dat ze diep nadacht en dat er dan dat grappige rimpeltje tussen haar ogen zou ver schijnen. Bob drukte een kus op het plekje waar hij dacht dat haar gedachten zich samenbundelden, net boven die frons op haar voorhoofd. Marrigje was adem benemend lief, ook als ze zo ernstig en tegelijk zo droef te moede was. Het was om hem dat ze zich zorgen maakte. Hij zag de toekomst niet zo somber in. Wat drommel, hij had als opvolger van zijn vader een prachtige toekomst voor zich en burgemeester Zwiersma zou toch wel eens gaan geloven dat zij een ideaal paar vormden. Maar hij mocht de zorgen van Mar rigje niet met luchtige praatjes zien te verdrijven, want dan kwam ze weer op haar oude stokpaardje terug. Dan was hij weer de stadsmeneer die nooit eens heel ernstig kon zijn en de spot stak met de meest mooie dingen in het leven. Marrigje kon dan zwaar doorbomen over het verschil in karakter van stads en plattelandsmensen. Maar zelfs dan, als hij trachtte om haar het leven wat lichter te doen opnemen en zij hem ver wijtend en tegelijk onzeker aankeek, dan nog was ze aanbiddelijk. Haar grote donkerbruine fluweelzachte ogen weer spiegelden zo helder haar gemoeds stemming, als de weerschijn van de golven op zijn mahoniehouten motor jacht. Alle emoties welke haar op dat moment bezielden, kwamen dan tot uit drukking. Mooi was ze in al haar fris heid en onbevangenheid. Soms verge leek hij haar met een nog onberoerd blad papier, zo kinderlijk kon ze rea geren. Maar ook verrassend was ze als ze zonder terughoudendheid haar liefde toonde en hij haar ogen donker zag worden van nauw bedwongen tempera ment. Doch als zijn liefkozingen een wat ontstuimig karakter kregen, dan was er weer die afweer en dat vonkje van twijfel in haar ogen. Hij wist dat het geen gebrek aan liefde was en het werd voor hem een kwestie van eer om die ogen eens warm en in vol ver trouwen tot hem opgericht te zien. Bob nam het Marrigje niet kwalijk dat ze nog steeds een zekere reserve tegenover hem in acht nam. Als kind was het haar met de paplepel ingegeven dat ze met geen „stadsmeneer" mocht trouwen. Al wat uit de stad kwam deugde niet en Bob had al menigmaal deze bekrompen dorpsgedachte ver wenst. Hij wachtte zich echter wel om luidop hieraan uiting te geven, want ondervinding had hem geleerd dat dit het begrip over die „stadslui" bij haar verstrekte. Zuchtend had hij zichzelf bekend dat slechts een jarenlange om gang met Marrigje, waarin zij het te gendeel zou leren zien, haar het idee- fixe zou doen verliezen. In lange gesprekken met Marrigje was hij te weten gekomen, dat haar ouders op het platteland geboren en er met hart en ziel aan verknocht waren. Het dorp waar haar vader burgemees ter was, was mooi en welvarend. Nog weinig invloeden van buitenaf waren tot dit dorpsleven doorgedrongen. Burgemeester Zwiersma waakte over zijn dorp als een vader over zijn kin deren en vreemde invloed ,hoe voor delig het hem soms werd voorgespie geld, wist hij steeds te weren. Op één keer na, maar daar had hij zelf part noch deel aan gehad en die ene indrin ger was hem dan ook steeds een doorn in het oog. Industrie en ontspanningsgelegen heden hadden meermalen aan dove mansoren geklopt, als ze door ruimte gebrek gedwongen, hun oog lieten val len op het nog zo maagdelijk dorpje. De industrie zag er een overvloed van goedkope werkkrachten en de toekom stige eigenaars van theeschenkerijen en meer dergelijke gelegenheden meenden, dat juist de pittoreske rust van dit dorp, met de nog ouderwetse woonhuizen en boerderijen een goede reclame was om toeristen te trekken. Geen verleidelijke aanbiedingen konden echter de burge meester vermurwen en aangezien hij in de gemeenteraad een dominerende fi guur was, had hij alle eventuele mooie en verlokkende aanprijzingen met spot tende woorden en sarcasme de kop in gedrukt. Tenslotte was de raad samen gesteld uit vertegenwoordigers van de boerenstand. De enkele middenstander, die het dorpje bezat, kon van de dege lijk betalende buitenmensen een goed bestaan vinden. Nee, ook zonder indu strie en recreatie voor vreemden bleef het dorpsleven wel draaien, meende burgemeester Zwiersma. Doch niet iedereen was tevreden. De enkeling, die wel moderner wilde gaan doen en ook wat meer leven in de brou werij wilde brengen, vond bij de ge meentesecretaris een gewillig gehoor. Deze gemeentesecretaris, meneer Voor hout, had een tomeloze eerzucht en zag in zijn dromen het dorpje al uitgroeien tot een klein industriestadje. Volgens hem kon dan evengoed het dorpsleven in goede banen geleid worden, als men de teugels maar strak hield. Er zou dan misschien eens een bioscoop kunnen komen en wie weet een schouwburg. Verder een hotel waar je, als je naar de sociëteit ging, diep in de luxe fau teuils zou wegzinken en door buigende en vleiende obers worden bediend. Want nietwaar, hij zou dan nog steeds tot de notabelen van het plaatsje be horen en men zou hem naar de ogen kijken, ook de rijke fabrikanten, die ongetwijfeld eveneens naar de soos zou den komen. Nu was het toch altijd maar ëèn beetje kinderachtig gedoe, er waren zelfs leden, die thee dronken, toch echt geen vocht om geestrijke gesprekken te houden. Nee, het dorpje moest uit zijn sluimer worden gehaald en hij, Voorhout, zou daar zijn uiterste best voor doen, ook al zouden alle Zwiersma's van het hele land dit proberen tegen te houden. Ge duldig als een poes voor een muizengat wachtte hij zijn kans af. Ondertussen bewerkte hij in alle stilte de raads leden, welke voor zijn doeleinden ge schikt waren. Door een samenloop van omstandigheden was het geluk met hem en leed burgemeester Zwiersma zijn eerste nederlaag. Tijdens ziekte van de burgemeester en een langdurige vakantie daarna, had de raad aan een meubelfabrikant toe stemming gegeven om een industriehal te bouwen en zich in het dorp te vesti gen. Door allerlei listige middelen van de secretaris was het burgemeester Zwiersma ontgaan, dat hij nog beroep kon aantekenen bij de hogere instanties en ondertussen maalden de ambtelijke molens nu eens vlugger, dan de eerste burger van het dorp wel gewild had. (Wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1960 | | pagina 4