DE VALLEI
ROOKWORST
ZALM
VéGé
10'; korting
188
*38
59
extra
deze week
AMANDEL
Gemberkoek V0\XEEr 49 Aardbeienjam ™N *79
Pink
maakt u het leven goedkoper! w
20'. w»)
Zweeds BIERGLAS bij
4 pullen VéGé bier
NJO
1 VéGé-Spons^<$^70 00
1 grote GCiOC
VéGé-Kandijkoek DO 0
2 grote potten appelmoes 7Q
Plastic botervloot voor
cJlLle perken te buiten
Voor de Jeugd
De verrekijker van
Baas Bruin
MOSTERDTack
ARAM
Prijsvraag voor jongeren
Het geheim
van de
8talkneeht
Ko Eyffius terug uit België
1 f 1. VéGé-Advokaat 0.6 'OOK.
nil in prijs verlaagd "Jj
prima kwaliteit<^^ 1 0 u£
200 gr. zandschelpjes KQ 1 O
fijn koekje 33 I
200 gr. figuursnoepjes 49+10
bij 3 pakjes VéGé-Margarine
VéGé-Sieremblemen bij VéGé Dessert- en Goudmerk Koffie
FEUILLETON
Verschijnt als bijlage van
het streekblad „De Vallei"
onder redactie v. tante Jos
Correspondentie te richten
aan tante Jos, per adres:
Parallelweg 10 Veenendaal
WIE ZIJN ER JARIG?
9 nov. Fieneke de Kruyf
12 Marianne van Eden
12 Gert Henken
12 Anneke Wijnbergen
12 Harry Coumans
13 Gerda v. d. Berg, Rhenen
13 Richarda v. d. Kraats
13 Cor Stel
14 Aaltje van Leeuwen
15 Aartje van Ginkel, Overberg
15 Cobie v. d. Pol
15 Rieka van Eden
16 Riekie Takken
16 Gerda Scholten, Kampen
17 Brammie Bos
Allemaal gefeliciteerd!
OPLOSSING RAADSELS
I. Samen, sabel, salon, sater, saldo,
saluut
II. Ik moet 49 ct terug hebben en dat
is waar, want het deksel kostte 11
ct, ofwel 38 ct minder dan de pot.
III. Eg - mond, Egmond.
I. De ketel, oogappels, de klok, hoog
moed.
II. Eigen haard is goud waard.
III. Wiel, e Waal, Wielewaal.
NIEUWE RAADSELS
Voor ouderen:
I. Verborgen plaatsnamen (in Ned.):
1. Ik loop mee met jou. Regent het
nog?
2. Toe Age, leen me je rekenboek
3. Wil je ook om de kersengelei
denken, Ans?
4. Ik vind Nora al te brutaal.
5. Breng het vee rechtstreeks naar
de wei, Jan.
6. Heeft Helma rumbonen mee
gebracht?
II. Tien vogels die in stukjes zijn ge
vallen. Probeer ze eens netjes weer
heel te maken!
min, per kaan, re, tor, schol, gel,
snip, ster, aal, fla, tel, rijst, ek, vik,
pur, duif, schol, rei, hout, ger, li, ha,
vo, go, pe, wulp, ver, gen.
III. Raad eens en niet één keer mis,
Welke steen veel stenen is.
Voor jongeren:
L - X - - -
X - - - -
- X - - -
X - -
- X - -
X - - - -
- X - -
le rij hoort bij de kerstboom;
2e rij het vrouwtje van een beer;
3e rii een vervoermiddel:
4e rij schip van Noach;
5e rij een van Noachs zonen;
6e rij de wereldbol waarop wij
wonen;
7e rij de smeedt het ijzer.
Op de kruisjeslijn komt de naam
van een der aartsvaders.
I. In welke kast legt niemand kleren?
III. Welke vissen kun je hiervan ma
ken door de juiste letters in te vul
len?
h - r - - g
s-e-e-b-a-s
z - - m -
s - - el - is
p -1 - n -
s-h-1
De Jongerenorganisatie „Door de
Eeuwen Trouw" organiseert met mede
werking van de Zuidmolukse jongeren
groepen een prijsvraag onder het motto:
„Buang Redi". Dit laatste is een Maleise
uitdrukking, die betekent: „Werp de
netten uit". Hiermee wil zij de banden
tussen de Zuidmolukse en de Neder
landse jongeren versterken en wel in
het bijzonder op cultureel gebied.
Gevraagd wordt: een geheel oor
spronkelijke en persoonlijke creatie op
het gebied van fotografie, schilder-,
teken- en beeldhouwkunst of houtsnij
werk, of Nederlandse of Maleise proza
en poëzie.
Deelneming staat open voor alle Ne
derlandse en Zuidmolukse jongeren, die
de leeftijd van 26 jaar nog niet hebben
bereikt en die hierdoor willen meewer
ken aan de intensivering van de weder
zijdse culturele betrekkingen.
Het onderwerp moet zoveel mogelijk
gericht zijn op de Zuid-Molukken in de
ruimste zin van het woord.
Inzendingen dienen gezonden te wor
den naar mej. Cl. v. d. Berg, Corneille-
laan 4, Utrecht. Indien zij niet worden
terugverlangd, dan zullen zij toege
voegd worden aan het bezit van de
Zuidmolukse kunstkring. Leeftijd, naam
en adres duidelijk te vermelden.
De inzenders(sters) worden ingedeeld
naar leeftijd in drie groepen, t.w.: groep
A: 6 t/m 11 jaar; groep B: 12 t/m 17 jaar
en groep C: 18 t/m 25 jaar.
In de jury zullen o.a. zitting nemen
mevrouw Stien Eelsingh te Staphorst
(schilderkunst) en de heer M. Mual te
Randwijk (fotografie). Andere jury
leden zullen nog worden aangezocht.
Als hoofdprijs wordt een dames- of
herenrijwiel ter beschikking gesteld,
met daarnaast kleinere prijzen w.o. een
schilderkist. Sluiting 28 december 1960.
De uitslag zal gepubliceerd worden in
„De Stem van Ambon", orgaan van de
stichting „Door de Eeuwen Trouw",
Nieuwstraat 7a, Eindhoven en in enige
Zuidmolukse bladen.
Nadere inlichtingen bij Aad J. C. van
de Lijcke, Bergselaan 327a, Rotterdam-4
telefoon 010-46878 van 17-19 uur dins
dags, of schriftelijk; s.v.p. postzegel
voor antwoord bijsluiten.
ZILVERPAPIERACTIE
Capsules en zilverpapier gebracht door:
Henk v. d. Berg, Geurt Cornelissen,
Fieneke de Kruyf en Rachelke Katz.
Hartelijk dank!
Iedereen in de buurt kende Baas Bruin.
Feitelijk heette hij Bruin van Diemen,
maar iedereen zei „Baas Bruin".
Baas Bruin was een beste man, die
echter zwaar getroffen was. In de laat
ste wereldoorlog had hij zijn beide
benen verloren. Gelukkig behoefde
Baas Bruin niet altijd in huis te zitten,
want hij had nadat hij heel lang in een
ziekenhuis had gelegen een wagentje
gekregen, dat hij met zijn armen voort
kon bewegen. Baas Bruin was zijn
benen al kwijt en dat was heel erg,
maar verder was hij gelukkig zo ge
zond als een vis. En ondanks alles wat
hem overkomen was, had Baas Bruin
zijn goede humeur niet verloren. Met
zijn wagentje ging hij overal heen.
Baas Bruin was een echte natuur
vriend en vroeger toen hij zijn benen
nog had trok hij overal heen om het
leven van de vogels en dieren in de
natuur te bestuderen. Dat kon nu niet
meer maar als het mooi weer was trok
Baas Bruin soms heel ver weg met zijn
wagentje, want vijf kilometer achter
het dorp waar hij woonde, was een
stuk moeras met riet en biezen, waarin
veel vogels zaten en urenlang kon
Baas Bruin dan het gevlieg en geflad
der van de vogels gadeslaan en daarbij
maakte hij gebruik van een prachtige
verrekijker, die hij van een groepje
natuurvrienden ten geschenke had ge
kregen. En zo genoot Baas Bruin volop
van zijn uitstapjes met zijn wagentje
en zijn verrekijker.
NOG TWEE NATUURVRIENDEN
Er waren echter naast Baas Bruin
nog twee jongens die lid waren van de
jeugdnatuurclub en die er vaak samen
op uitgingen om het dieren- en vogel
leven in de natuur te bekijken. Net als
Baas Bruin dus.
Op een woensdagmiddag gingen de
beide vrienden er weer eens op uit. Ze
besloten die middag naar het moeras
gebied achter het dorp te gaan, want
daar vlogen heel wat sterns boven en
de jongens wilden die vogels eens be
kijken. Ze wandelden samen het dorp
uit en onderweg was van alles te zien.
Een kraai die door een kievit achterna
gezeten werd, een valk die hoog in de
lucht stond en nog veel meer. Toen ze
bij het moerasgebied kwamen zagen
ze al gauw allerlei vogels vliegen. Een
koppel wilde eenden, maar ook de
sterns die hoog boven het moeras vlo
gen. De jongens probeerden er zo dicht
isi:
SAPPIGE GELDERSE
PER STUK 250 GRAM
door-en-door met amandelen
Heerlijk in de erwtensoep!
PER BLIK
geen tidbits
maar hele moot!
KWALITEITSGARANTIE
Wanneer u enig bij AH
gekocht artikel nietèlke
cent waard acht die u
ervoor betaalt, dan geeft
AH u het volledige
bedrag prompt terug.
Albert Heiin
mogelijk bij te komen, maar al gauw
werd de grond zo week dat ze niet ver
der konden. Roel zei: „We moesten
eigenlijk bij dit werk een goede kijker
hebben". „Ja", zei Henk, „dat zou wel
heel prettig zijn, want dan konden we
alles veel beter bekijken, maar een
kijker is zo duur." „We kunnen er sa
men voor gaan sparen", opperde Roel.
„Ik vind het best", zei Henk, „maar
dat zal wel even duren, een goede kij
ker is niet goedkoop en ik heb ook nog
mijn grammofoon waarvoor ik af en
toe een plaat koop." „En ik heb m'n
duiven", zei Roel, „waarvoor ik zelf
het voer moet betalen, maar het zou
toch wel erg fijn zijn wanneer we een
kijker hadden. Vogels en dieren zijn
vaak schuw en je kunt er niet dicht bij
komen. Met een kijker zou je er veel
meer van zien."
En toen zei Henk: „Hou je eens even
stil, ik geloof dat ik wat hoor." De
beide jongens luisterden aandachtig.
Jawel hoor, een eind verder was een
groep wilgen en van achter die wilgen
hoorden de jongens roepen: „Help,
help."
BRUIN IN NOOD
„Lieve tijd", zei Roel, „het lijkt wel
of daar een mens roept, zou er wat ge
beurd zijn?" „Misschien is er wel
iemand in het moeras geraakt" zei Henk
„laten we gauw gaan kijken." Op een
draf liepen de beide jongens naar de
groep wilgen. Toen zei Roel ineens:
„Het is Baas Bruin, wat zou er met
hem aan de hand zijn?" „Gelukkig
jongens", riep Baas Bruin, „dat jullie
er zijn, want ik zit lelijk in de narig
heid. Ik ben wat hard de dijk afge
reden en met mijn wagen tegen een
boom gekomen en nu is een van de
stangen gebroken waarmee ik mijn wa
gentje moet voortbewegen." „We hoor
den u roepen", zei Henk. „Ik zit hier
al bijna een uur", zuchtte Baas Bruin,
„en ik had hier nog wel uren kunnen
zitten, want er komen hier haast geen
mensen. Daarom is het machtig fijn,
dat jullie me gehoord hebben; wat
deden jullie hier?" „Och", zei Henk,
„we keken een beetje naar de vogels"
„Verdraaid", zei Baas Bruin, „dat deed
ik ook." Intussen hadden de jongens
het wagentje vastgepakt en ze trokken
het met vereende krachten uit de mod
der en duwden het de dijk op. „Hoe
kom ik nu thuis", zei Baas Bruin. „Daar
zorgen wij voor", zei Henk. „U kunt
niet meer rijden nu, wij brengen u
wel thuis, wij duwen het wagentje wel"
„Prachtig", zei Baas Bruin. En daar
ging de kleine optocht. Baas Bruin kon
nog wel sturen en Henk en Roel duw
den het wagentje voort. Het was hele
maal niet vervelend, want Baas Bruin
vertelde onderweg een heleboel over
vogels. En hij wist er wat van. Toen
zeiden de jongens ook dat ze eigenlijk
een kijker nodig hadden om de vogels
te bekijken en Baas Bruin vertelde dat
hij ook een kijker gebruikte. „Die kun
je bij dit werk niet missen", vond hij.
„Wij gaan er voor sparen", vertelden de
jongens, „maar dat zal wel even duren"
Na een goed uur waren ze in het dorp
terug en ze brachten Baas Bruin netjes
thuis; hij woonde bij een getrouwde
broer in. Baas Bruin bedankte de jon
gens hartelijk voor de fijne hulp.
EEN WEEK LATER
Een week later was het weer woens
dag, maar de jongens konden niet naar
buiten, want ze hadden een berg huis
werk. Ze waren het hele gebeuren met
Baas Bruin al weer vergeten, maar in
eens zagen ze hem in zijn wagentje
door de straat rijden en hij stopte voor
de woning van Henk, waar de jongens
samen hun huiswerk maakten. „Hé",
zeiden ze, „wat moet Baas Bruin hier?"
De jongens keken naar buiten en toen
wenkte Baas Bruin hen. Samen gingen
ze naar hem toe en toen zei Baas Bruin
stralend: „Mijn „auto" is weer klaar en
ik heb wat voor jullie." Baas Bruin
haalde iets onder het zeil weg en de
jongens zagen dat het een verrekijker
was. „Jongens", zei Baas Bruin, „jullie
hebben me vorige week verteld dat
jullie zo graag een kijker wilden heb
ben, nu ik had mijn oude kijker nog, die
ik gebruikte voor ik een nieuwe kreeg.
Het is wel niet zo'n mooie kijker meer,
maar de lens is prima, als ik jullie er
een plezier mee kan doen?"
„Och Baas Bruin", zeiden de jongens,
„het was maar een kleinigheid die hulp
zo'n groot cadeau." „Een kleinigheid",
zei Baas Bruin, „als jullie er niet ge
weest waren, zat ik nu misschien nog in
het moeras bij de sterns." Baas Bruin
lachte. „Pak aan jongens." Hij duwde
Henk de kijker in de vingers en weg
ooooooooooooooo
(66) Wanneer de eerste vreugde van het weerzien
voorbij is, vervolgt Lard zijn beschuldiging. „Ver
momd als minstreel trekt Brocco er op uit tot hij
mij eindelijk op het spoor kwam in de burcht van
heer Aram. Weer trachtte hij mij voorgoed tot zwij
gen te brengen, doch weer mislukte zijn laffe daad.
Aan de goede zorgen van de heer van Barranca
heb ik het te danken, dat ik het leven er af bracht
en hier kon verschijnen om mijn rechtmatig erf
deel, waarvan gij mij wilde beroven, op te eisen!
Is het waar of niet, wat ik hier vertel? Laat Brocco
hierkomen, opdat hij mijn verhaal bevestige!" Nu
deed Aram een schrede naar voren, „Brocco is dood,
heer Lard!" zegt hij met luider stem. „Vermoord
door deze schurk, omdat hij teveel wist. Door slink
se streken is hij er in geslaagd, mij van deze moord
te doen beschuldigen en wanneer gij niet tussen
beide gekomen waart, zou ik mijn leven aan de galg
geëindigd hebben!" Van het korte ogenblik, dat
Lard's aandacht door deze woorden is afgeleid,
maakt Lorca gebruik. Met een rauwe kreet springt
hij op zijn tweelingbroer toe, de dolk in de opge
heven hand.
(Wordt vervolgd)
was hij met zijn wagentje.
De jongens stonden nog een beetje
beduusd te kijken. Maar toen hield
Henk de kijker voor zijn ogen. Baas
Bruin zou net met zijn wagentje de
hoek omgaan maar, dank zij de kijker,
zag Henk hem vlak voor zich. De jon
gens staken, als teken van dank, de
hand op en Baas Bruin wuifde vrolijk
terug. De jongens merkten al gauw dat
het een prima kijker was, hoewel hij
uiterlijk niet zo mooi meer was. Maar
wat gaf dat! Ze hoopten nog vaak de
natuur in te gaan en dan nog veel te
kijken door de oude kijker van Baas
Bruin.
Maandag j.l. keerde onze plaatsgenoot
Ko Eyffius terug uit België, waar hij
heeft deelgenomen aan een internationaal
watcrpolo-tournooi.
De Spoorweg-zeventallen van Roeme
nië, Nederland, België, Frankrijk en W-
Duitsland hebben van 26 t/m 31 oktober
in Namen hun beste beentje voorgezet.
Nederland bezette na het sterke Roeme
nië de eervolle tweede plaats.
Ko, die lid is van Wilskracht '57, was
vol lof over de organisatie, het eten en
de verzorging door de Belgische gasthe
ren. Het zevental werd getraind door Jan
Stender. die ook de tocht als coach mee
maakte.
GRATIS
lll!llllll!!lilllllll!!lllllllin!ll!il!!l!l!!llli!lllilllilllllllH
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
geld-
zegels
geld.
zegels
geld-
zegels
geld-
zegels
geld-
zegels
geld-
zegels
llliiliiifl
samen voor
ct
ct
(16)
Met een angstig hart gingen ze naar
binnen. Het overgaan van de winkelbel
bezorgde Marrigje een rilling. Ze ge
loofde dat ze dit geluid nooit meer zou
vergeten en het typische gerinkel haar
altijd weer aan die spannende momen
ten zou herinneren. Ze werden met een
lachje van herkenning verwelkomd.
Marrigje bestelde koekjes. Bij het
klaarmaken en het wegen, keek ze on
ophoudelijk naar de bereidwillige en
vlugge handen. Maar of het toeval was
of dat het opzettelijk gebeurde, ze kreeg
geen gelegenheid om de plaats, waar ze
's morgens haar nagel zo furieus langs
haalde, nader te bestuderen.
Het gewone weerpraatje volgde en
daarna was het even stil. Zou alles
toch tevergeefs zijn?
Plotseling vatte Marrigje moed en
vroeg met haar liefste stemmetje, of de
krabbel, die ze hem deze morgen be
zorgde nog pijn deed?
Argeloos werd de hand omgedraaid
ende rode streep zichtbaar.
„Ach welnee, was u nog steeds on
gerust over dat kleine incident, ik
De totaal onschuldig klinkende stem
verstomde ineens. In doodse stilte keek
men elkaar aan. Bij de zojuist betrapte
juffrouw Vrenken week iedere bloed
druppel uit haar gelaat. Marrigje en
Bob zagen haar gezicht in grote pijn
vertrekken en haar handen zochten
blindelings tastend naar steun.
Ondanks de zegepraal die Marrigje
bij het slagen van haar list moest voe
len, overweldigde het medelijden haar
veel meer. Tegelijk bekroop haar het
idee dat een echte misdadigster er toch
niet op zo'n kinderlijke manier in zou
vliegen. Ze vond opeens haar plan niet
meer zo ingenieus. Ze kreeg bijna een
hekel aan zichzelf, omdat ze iemand,
door een val uit te zetten, schijnbaar
diep ongelukkig had gemaakt.
Het bleef lange tijd stil in de winkel.
Dan klonk de stem van juffrouw Vren
ken, klein en schor van emotie. „Wat
denken jullie nu te doen?"
Zowel Bob als Marrigje draaiden met
hun voeten. Ze voelden zich niets ple
zierig, maar Bob was de eerste die de
leiding nam.
„Gaat u hier mee door?"
„Ik moet wel", fluisterde juffrouw
Vrenken, „tenminste als jullie het mij
toestaat, als je dit bekend maakt, dan
kan het natuurlijk niet."
„Maar waarom zei Marrigje en
bleef toen haperen.
Op dat moment klonk een lied van
achter uit de bakkerij. Een stem zo
klankrijk als de heldentenor van een
opera, schalde tot aan de winkel door
en deed Marrigje en Bob verstomd
staan luisteren. Was dit een knecht of..?
Er verscheen een bedroefd lachje om
de mond van juffrouw Vrenken.
„Mijn broer', zei ze met matte stem,
„hij begon zich juist de laatste tijd weer
een beetje gelukkig te voelen."
Ze keek met dezelfde bedroefde blik
naar Marrigje en Bob, die daar ston
den met gezichten als één groot vraag
teken.
Juffrouw Vrenken zuchtte heel diep.
„Nu het toch zover is, moeten jullie
maar eens mee gaan naar de bakkerij?"
verzocht ze.
Schoorvoetend volgde het jeugdige
paar juffrouw Vrenken naar achteren.
Ze meenden op alles voorbereid te zijn
geweest. Hardnekkige ontkenningen, of
kwaadheid en misschien wel een poging
om hen om te kopen, maar zeker niet
deze volgzaamheid en dit directe toe
geven van het bedrog.
Het zingen klonk steeds dichterbij.
Midden in een vrolijke uithaal, betra
den ze de bakkerij. Voor een der werk
banken stond een figuur als dat van
juffrouw Vrenken, met de rug naar
hen toe. De handen bewogen zich vlijtig
door de vele bakkersattributen. Van
onder de bakkersmuts waren wat zwar
te krullen uitgeglipt. Even keken ze
stil naar de ijverige zingende werker.
Deze scheen te voelen dat hij niet meer
alleen was en hij draaide zich schielijk
om.
Marrigje uitte een gil en sloeg te
gelijk haar handen voor haar mond.
Bob kreunde. Juffrouw Vrenken be
steedde op dat ogenblik geen aandacht
aan hen. Vol meegevoel was haar blik
op haar broer gevestigd.
„Jij zong', zei ze met iets van wrange
humor. „Weet je wel, dat je óók in de
winkel stond?"
De man stond daar als een toonbeeld
van verslagenheid .De, met meel be
stoven handen hingen slap langs zijn
lichaam. De schouders zakten moede
loos mee. Maar het hoofd bleef steeds
met het gezicht naar hen toe gedraaid
en het was dat gezicht dat Bob en Mar
rigje die diepe ontsteltenis bezorgde.
Van onder de muts kwam een recht
blank voorhoofd. De wenkbrauwen wa
ren regelmatig gevormd. Zo de ogen op
dat moment niet in wanhopige schrik,
zo verwilderd zouden kijken, dan zou
den ze opvallend mooi zijn geweest.
Hoewel die angstige ogen al de aan
dacht van de anderen naar zich toe
trachtten te halen, bleven de blikken
van de pas aangekomenen op de rest
van het gezicht hangen. De onderhelft
van het gelaat was één ruïne. De mond
hing scheef en diepe gekerfde littekens
hadden de huid totaal verwoest. De kin
was vormloos. Rode vlammen en don
kere plekken in het vlees, maakten het
gezicht tot een monsterachtig masker.
Grote tranen welden op in de ogen van
Marrigje. Bob had een wilde behoefte
om kern achtige woorden te zeggen.
Zonder uitleg begrepen ze al iets van
de reden, waarom juffrouw Vrenken
tot haar dubbele rol was gekomen. Zij
hadden het haar en haar broer nog
moeilijker gemaakt. Als om vergeving
vragend keken zij schuldbewust van de
een naar de ander.
De man verbrak het eerst de stilte.
Terwijl de mond op een eigenaardige
manier bewoog, klonk toch de stem be
schaafd en aangenaam in de oren.
„Hebben we de slag weer verloren
Hilde?" vroeg hij aan zijn zuster.
„Ik geloof lieve jongen, dat het toch
niet tot het bittere einde was vol te
houden. Bedenk nu eens jouw zingen,
terwijl ik juist weer voor jou moest
doorgaan. Dat doet me ineens denken
dat er weer klanten kunnen komen.
Excuseer me, ik ga me even verkleden.
Intussen praten jullie maar wat, ik
kom zo terug. Misschien kunnen we zo
tussen het winkel werk door, af en toe
even overleggen. Ik zou graag willen
weten waar we aan toe zijn."
Hilde Vrenken doelde kennelijk op
de vraag, of Bob en Marrigje hun ge
heim zouden bewaren. Zij draaide zich
om en liet hen nog steeds met een ver
legen gevoel bij haar broer achter.
Deze waste zijn handen en deed zijn
bakkerssloof en muts af. Zijn gebaren
waren rustig en het scheen of hij deze
onverwachte overval in gedachten al
meermalen had beleefd.
(Wordt vervolgd)