BOTERSTAVEN
BOTERLETTERS
ZGUTE PINDA'S
Strooigoed
MARSEPEIN FIGUREN
maakt u het geven goedkoper!
Franse walnoten
Waar en hoe wonen onze kinderen?
ZWAARGEWICHT
Speculaaspopjes 2 voor 29
Speculaaspop siSSSSsÜB 5 49
69
Surprisezak
Taaipoppen
Taai-Taai
Speculaas
Amandel-speculaas
Prima cacao
diverse leuke figuren
Chocolade figuren In kleurig stanlol diverse prijzen
Chocolade menagerie zakje 100 gram 49
Waarom Sinterklaas een baard draagt
In januari weer een Veilig-Verkeerscursus
Bloemschikwedstrijd in Hotel Stuyvenberg
te Eist
ARAM
van
Iplianca
v» 8.75
(ii)
Met
uitsluitend
roomboter
en amandelen
bereid:
forse M
St. Nicolaasavond óók Notenavond
ELITtHAVER mot 4 toorcan noten per zakje 55
CASHEWN00TJES 69
GROTE HAZELNOTEN in „op2soïr,m 79
HAZELNOTEN ,00,™ 69
GROTE PINDA'S vers gebrand zak 250 gram 59 en 55
PINDA'S gapeld, ongezoutenzak 200 gram 49
ECHTE
P« stuk 70 en 35
ZOETE SPAANSE WIJN per fles 2.15
BEAUJ0LAIS Supérieur per fles 2.50
LAMATI VERMOUTH
De eerste werd met quizz besloten
De rode
burcht
TWEEDE BLAD „DE VALLEI''
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1960
Nr. 95
Gemakkelijk wasbaar nylon
velours jumpertje in geel,
korenblauw.wit, pistache,
bleu of tomaatrood. Leef
tijd 1 t/m 14 |aar
v.a. 6.90
Grappig plooirokje in zware
45/55 kwaliteit wol met
polyester. Met èn zonder
galgjes. Ruitjes in blauw
groen, cognac-blauw J
of black watch. LeeftijdC
2 t/Yn 15 jaar
*>9.75
Heerlijk grof gebreide pull
over (100% wol!) in ko-
renblauw, bleu, geel, koraal
of rood. Leeftijd 5 t/m 15
jaar v>7.75
Warme wollen meisjespan
talon met 2 opgestikte zak
ken! Gezellige ruiten in
groen, rood of cognacv Leef
tijd 7 t/m 15 jaar
7.75
ORLON VESTJES
zó schoon - zó droog, In
gezellige kleuren als bleu,
geel, korenblauw en mos
groen. Leeftijd 5 t/m 15 jaar
AMSTERDAM-ROTTERDAM-EINDHOVEN-HAARLEM-ÜTRECHT-NIJMEGE-N-AMLRSFOORT-MAASTRICHT
SPLITSING VAN TAKEN RANDSTAD
EN PROVINCIE
Den Haag Nederland bevindt zich in een belangrijke ontwikkelingsperiode. Op
de plaats waar eens uitgestrekte akkers produkten opleverden voor het voedsel van
de bevolking rijzen nu torenflats omhoog en dampen de schoorstenen van in
dustrieën. Het beeld van ons land begint zich te wijzigen. Op onontgonnen gebieden
geuren nu bloemenvelden of pronken nieuwe boerderijen. Het is alsof wij bezig zijn
een geheel nieuwe samenleving op te bouwen. Zij het dan dat wij niet konden be
ginnen met een schone lei maar met een enorme chaos, veroorzaakt door een jaren
lang uit de hand gelopen Ruimtelijke ontwikkeling. Het ordenen van wat wij hebben
is dan ook een eerste vereiste. De overheid is daar druk mee bezig. Daarbij kan zij
gebruik maken van subsidieregelingen, bestemmingsplannen en «en complex van an
dere maatregelen op ruimtelijk gebied.
Het regeringsprogramma is tweedelig.
Het wil èn een ontwikkeling van de
Randstad Holland èn een ontwikkeling
van de provincies.
Daarbij heeft zij verschillende overwe
gingen voor ogen. Allereerst de groeiende
bevolking, die met zich mee brengt een
stijgende vraag naar meer werkgelegen
heid. Werkgelegenheid, die alleen nog in
de provincie kan worden geschapen. De
herhaalde roep van de industrie om meer
productiemogelijkheden, voor het meren
deel alleen maar te verkezenlijken buiten
de Randstad Holland. Allerlei factoren
komen samen in dat regeringsproject, dat
de naam „Ruimtelijke Ordening" heeft
gekregen. Over de benaming kan men
academisch redetwisten, maar men moet
toegeven dat zij, gezien de chaos, de kern
van de zaak raakt.
Voor de provincie zal de ruimtelijke
ordening verstrekkende gevolgen hebben.
In het beleid zijn twee hoofdlijnen te
onderscheiden. De ontwikkeling met be
trekking tot werk- en de ontwikkeling
met betrekking tot de daarop aansluiten
de woongebieden. Ondanks de industriali
satie zal het grootste deel van ons land
een overwegend agrarisch karakter blij
ven behouden. Maar daarnaast krijgt de
provincie ook een deel van de industriële
taak op haar schouders. De Randstad, een
belangrijke peiler voor 's lands economie,
moet de industrieën blijven behouden die
naar haar aard overeenkomen met de
speciale functie van het Westen van ons
land.
Tot deze categorie behoren ook de stu
wende dienstverleningscentra. Toch is het
niet onmogelijk, dat bepaalde instellingen
voor dienstverlening, zoals sommige
overheidsorganen, over de provincies
worden verspreid. Het is vooral het
Landbouwschap, dat zich inspant voor
een dergelijke ontwikkeling.
De verdeling van werk- en woonkern-
nen is vooral belangrijk voor het Noor
den en Zuid-Westen van ons land. Ons
land heeft op het ogenblik ruim 4000 be
volkingscentra, maar meer dan de helft
van deze kernen heeft niet meer dan 500
inwoners. Voor een goede levenssfeer is
dat nadelig. Dat is merkbaar in het Noor
den van ons land, waar ruim 70'/« van de
nederzettingen zo klein is. Het ruimtebe-
leid streeft er nu naar een aantal levens
krachtige dorpen te ontwikkelen tot be-
langsrijke kernen, die aantrekkelijk zijn
als vestigingsplaats voor de middenstand,
de bewoners van omliggende kleinere
dorpjes, eventueel voor pendelende ar
beiders en voor tal van culturele instel
lingen. Dicht bij dergelijke woonkernen
moeten dan de werkgebieden komen. Het
belangrijke gevolg is, dat de kleinere cen
tra langzaam maar zeker geheel zullen
leeglopen. Het is zaak die overgangspe
riode, die nogal pijnlijk is, zo kort moge
lijk te laten duren.
De ontwikkeling in de agrarische sector
zal een belangrijke invloed hebben op het
verloop van de ruimtelijke ontwikkeling
De snelle mechanisatie eist dikwijls om
economische redenen vergroting van de
bedrijven. Dikwijls moet de grond ook
structuurveranderingen ondergaan. Hier
mee moet rekening worden gehouden bij
het plannen van bepaalde kernen. Een
belangsrijke factor daarbij wordt ge
vormd door de ruilverkavelingen. Jam
mer is het, dat door de regering nog
steeds geen beslissing is genomen over
het Meerjarenplan met betrekking tot
ruilverkavelingen. Daardoor weet men ei
genlijk niet waar men nu aan toe is. De
agrarische nijverheid is nog om een ande
re reden belangrijk. Soms moet zij wij
ken voor recreatieplannen. Aan de an
dere kant mag men, zoals het Landbouw
schap eens heeft gezegd, het platteland
niet zien als een speelweide voor recrea-
tiezoekende stedelingen. Het vereist een
bekwaam oog om te kunnen kiezen tus
sen beide belangen.
De mens heeft van nature de aanleg
zich zo dicht mogelijk bij de bron van zijn
welvaart te vestigen. Hij kan niet wach
ten tot de vloed ook hem bereikt, bang
als hij is dat een concurrent de stroom zal
aftakken. Daardoor kon de Randstad zo'n
grote zuigkracht op geheel ons land uit
oefenen. De oplossing ligt voor de hand:
splits die bron en verdeel hem over ge
heel ons land. Dat is de bedoeling van de
Ruimtelijke Ordening.
(Nadruk verboden)
Op een goede, of liever een slechte dag,
hoorde Pepita in de keuken en Papeta
aan de was, dat de Sint hoestte. Hij had
kou gevat op een bijzonder hoog en toch
tig dak. Meteen maakten ze zich allebei
de grootste zorgen. En omdat ze allebei
vrouwen waren van de daad namen ze
allebei een besluit maar ze vertel
den er elkaar niets van, natuurlijk.
Op Vaderdag kreeg Sint nooit iets, om
dat hij natuurlijk geen kinderen had.
Maar op een goede Vaderdag legde Pe
pita, die hem 's morgens zijn havermout
bracht, naast zijn bord een pakje neer.
„Namens alle kinderen voor wie U al
tijd zo aardig bent", zei ze met tranen
van aandoening in de ogen. Sint bedank
te onthutst en maakte het pakje open. Er
zat een dikke wollen das in, die Pepita
zelf had gebreid, een das van het aller-
groenste groen
En toen hij die morgen een schoon
boord uit de kast wilde halen, stond daar
Papeta met een pakje. „Uit naam van
alle kinderen, voor wie U als een vader
bent", zei ze met een brok in haar keel.
Sint maakte het pakje open. Er zat een
dikke wollen das in, die Papeta zelf had
gebreid, een das van het allerpaarste
paars
„O hè!" zei Piet verschrikt, „wat een
kleuren. Uw gewaad is rood met wit en
goud, daar past geen groen bij en hele
maal geen paars. Het is geen gezicht,
Monseigneur!"
Nu, dat vond Sint ook, maar dat kon
hij niet zeggen, anders zou hij de beide
goede vrouwen een verschrikkelijk ver
driet hebben gedaan.
Maar dat was het ergste niet. Pepita
wilde dat hij de groene das omdeed. Pa
peta wilde dat hij de paarse das omdeed.
Sint besloot de ene dag de groene en de
andere dag de paarse te dragen, maar
soms was het veel te warm voor een das
en dan was Pepita boos omdat hij haar
das niet omdeed; en soms vergiste hij
zich in de datum en dan was Papeta weer
woedend omdat hij nu al weer die das
van Pepita omhad!
De moed zonk Sint in de schoenen en
ten einde raad hield hij een diep en ver
trouwelijk gesprek met zijn knecht Piet.
De volgende morgen riep hij de beide
dames en zei:
„Hooggeachte dames, ik wordt een dag-
LETTERS
fijne Delicata
chocolade
melk en puur
voor een echte
"cadeau"-prijs
100 GRAM
in keurige doos, per stuk
In keurige doos, per stuk
250 gram
in dop
gram
strooit met
per stuk 7 £3
.per stuk 35 en 20
zak 100 stuks 69
pak 500 gram 98 en 79
door-en-door
met amandelen
pak i 240 gr.
zak 250 gram
1 fles 1 flës
Fidalgo Ruby PORT SHERRY PALE medium dry
in fraaie draagdoos, samen 6.95
Italiaanse
rood en wit, in fraaie
GRATIS geschenkdoos
KWALITEITSGARANTIE
Wanneer u enig AH-artikel
niet élke cent waard acht
die u ervoor betaalde, dan
wordt u door Albert Heijn
het volle bedrag vergoed.
Albert Heijn
de wind waren de enige geluiden. Verder heerste
in en om de burcht een doodse stilte. Aram sprong
van zijn paard en bonsde met zijn vuist op de
zware houten poortdeur. Er gebeurde niets. Ook
niet, toen hij zijn handen aan zijn mond zette en
een langerekt „hallo!" deed horen. „Wat nu?"
wendde Aram zich tot de anderen, die ook waren
afgestegen. „Laat ons verder gaan," zei Iklas. „Het
staat mij niets aan, hier, en er zal allicht een hoe
ve in de buurt zijn!" Doch hij had de woorden
riauwelijks gezegd, toen de houten deuren lang
zaam openzwaaiden, zonder dat zij echter iemand
zagen.
(Wordt vervolgd)
VOOR DE KLEINTJES
Tja, waarom draagt Sinterklaas een baard? Die heeft hij natuurlijk niet
altijd gehad. Hij is niet met die baard geboren. Waarom heeft Sinterklaas
een baard? Misschien zul je zeggen: omdat hij een bisschop is. Maar lang
niet alle bisschoppen hebben baarden. Als je eens een foto van een bis
schop in de krant ziet, merk je misschien, dat hij helemaal geen baard
heeft. Sint heeft dus geen baard omdat hij nu eenmaal bisschop is. Maar
waarom dan wel? Dat zal ik jullie vertellen.
Toen Sinterklaas tot bisschop van Myra
werd benoemd, was hij helemaal nog niet
zo oud. En hij wilde ook niet ouder lijken
dan hij was. Een baard maakt oud, zei hij
en dus liet hij zich iedere dag bij de kap
per scheren.
Sinterklaas woonde in een groot huis.
Bisschoppen trouwen niet, dus had hij
geen vrouw, die het huis schoon hield,
voor zijn eten zorgde en zijn kleren waste
en verstelde. Dat deden twee bejaarde
dames, die de mooie Spaanse namen droe
gen van Pepita en Papeta. Het moesten
er wel twee zijn want één kon al het
werk niet af. Sint hield veel van lekker
eten en Piet at als een wolf. Bovendien
sleten Sint en Piet nogal veel met al
dat gerij en geklim op daken en maakten
ze zich noal eens vuil bij dat gegluur in
zwarte schoorstenen.
Pepita en Papeta, die allebei al een
dagje ouder werden, hadden grote be
wondering voor Sinterklaas en wisten ge
woon niet wat ze moesten verzinnen om
hem te verwennen. Maar ze waren
ook verschrikkelijk jaloers op elkaar, zó
jaloers, dat Sinterklaas soms zuchtte: Wat
moet ik met die twee jaloerse vrouwen
in mijn huisl
Als hij Pepita een complimentje maak
te omdat ze een heerlijk konijntje had
gebraden, keek Papeta zwart. Als hij Pa
peta prees omdat ze zijn laarzen zo glim
mend had gepoetst, was Pepita uit haar
humeur.
Ze hielden allebei veel van Sinterklaas,
maar ze gunden elkaar het licht in de
ogen niet. En dat vond Sint heel verdrie
tig. Maar hij kon er niets aan doen.
je ouder en het werk mat mij af; ik heb
besloten er een week of acht tussen uit.
te trekken. Ik ga met vakantie naar het
Zuiden van Frankrijk. En ik neem al
léén Piet maar mee, die kan wel voor
mij zorgen."
De dames waren het er helemaal niet
mee eens, maar uiteindelijk was Sint zijn
eigen baas en ook hün baas. Maar
toen hij vertrok, lagen boven in de kof
fer, keurig opgevouwen, de groene en de
paarse das.
Twee maanden later kwam de Sint, ge
bruind en aangesterkt, terug. Papeta en
Pepita stonden op de stoep om hem te
verwelkomen. Maar als hij zijn mijter,
tabbaard en staf niet had gehad, zouden
ze hem niet herkend hebben. Want hij
droeg een prachtige witte snorrebaard.
Die was in de vakantie gegroeid!
En als voortaan Pepita zei: „Denk er
om dat U mijn das omdoet!", dan zei hij:
„Natuurlijk, die heb ik al om!"
En als Papeta zei: „Vandaag moet U
mijn das om doen!", zei Sint: ,,'t Is al
gebeurd, goede vrouw!" Maar de dassen
zaten allebei veilig opgeborgen in zijn
brandkast. En de dames durfden niet
Sints baard op te tillen om te zien of hij
de waarheid sprak. Tenslotte was Sint
een bisschop, en die pak je zo maar niet
bij z'n baard!
Van toen af had Sint vrede.
De dassen zijn allang tot stof vergaan,
want het is al een paar honderd jaren
geleden.
Maar de baard heeft hij nog altijd.
Trouwens, dat kun Je zó zien!
MARSEPEIN VANDAAG
ZOETER DAN 500 JAREN
GELEDEN
Nu in stad en dorp de lekkernijen
weer te kust en te keur achter de win
kelramen liggen uitgestald en vooral de
jeugdige kijkers zich de neuzen tegen
het glas plat drukken om toch vooral
niets te missen van de aanblik van al
deze heerlijkheden in de vorm van var
kentjes, dobbelstenen, worsten, hammen
en wat niet meer, is het misschien wel
aardig eens iets meer te vertellen over
een van de belangrijkste grondstoffen
hiervoor, het zoete marsepein.
Er is in deze wereld waarschijnlijk
niets meer waarover de geleerden zich
nog niet het hoofd hebben gebroken.
Zo hebben zij ook getracht een ver
klaring van de oorsprong en de bete
kenis van het woord marsepein te ge
ven, en zij zijn het daarin, zoals dat
vaker het geval is, niet met elkaar eens
geworden. Volgens sommigen is „pein"
een afleiding van het Latijnse woord
„panis" (brood) en zou het gebak zijn
uitgevonden door een Italiaan, „Marzo"
genaamd. Anderen zoeken de verkla
ring in het Latijnse woord „mazapanis",
dat meelbreibrood betekent en het Ita
liaanse „marzapane", een dicht opeen-
geperst amandeldeeg. Buiten de des
kundigen om is de volgende volksver
klaring voor het woord ontstaan. Tij
dens een hongersnood in Saksen, in de
jaren 1400, waren tegen het einde, om
streeks St Marcus (25 april), de brood
prijzen zo gestegen, dat een broodje ter
grootte van een ei, werd verkocht voor
verscheidene schellingen. Dit feit bleef
in herinnering door sinds die tijd op
deze datum Sint-Marcus-broodjes of
Marcipanes te bakken.
Hoe de naam ook is ontstaan, „het
heerlyck soeth" streelt nog elk jaar om
streeks Sint Nicolaas onze tongen en
als wij een vergelijking maken tussen
een recept van marsepein uit 1500 en
een uit een modern kookboek, dan mo
gen we zelfs constateren dat het „soeth"
nog „soether" is geworden. Vonden on
ze voorouders hun marsepein al goed
wanneer er gelijke hoeveelheden aman
delen en „goet wit zuijekers" in waren
verwerkt, onze koks doen er in hun
recept nog een schepje bovenop en
schrijven een dubbele hoeveelheid sui
ker voor.
Zo gaan wij in onze dagen „extra
zoet" de feestdag van Sint Nicolaas te
gemoet.
Ter afsluiting van de door de afdeling Vecnendaal van het Verbond voor Veilig
Verkeer gehouden Veilig Verkeerscursus werd vrijdagavond in 't Trefpunt een puiz
gehouden waaraan bijna vijftig cursisten deelnamen. De cursus bestond in totaal
uit vijf lessen en is door tachtig personen gevolgd.
Dc quizz bestond uit een schriftelijk
examentje, waar het overigens vrij ge
zellig aan toeging. De cursisten moesten
de vragen van een jeugdverkeersexamen
voor de scholen beantwoorden en tevens
nog enkele andere vragen, die meer op
het snelverkeer waren afgestemd.
Hoewel de vragen zeer eenvoudig wa
ren gehouden was er niemand, die het
presteerde alle vragen foutloos te beant
woorden. De drie cursisten welke slechts
een halve fout hadden werden na afloop
van de quiz door de voorzitter van de af
deling Vecnendaal, inspecteur W. C. Dek
ker, apart toegesproken en verrast met
een leuke prijs. De cursus, die toch voor
het grootste deel door heren was bezocht,
bleek voor de dames echter meer vruch
ten te hebben afgeworpen, want tot de
drie besten bleken twee dames en één
heer te behoren. Het waren mej. J. C.
Brouwer, mej. H. E. Vink, en de heer
J. P. Knigge.
Nadat de cursisten ongeveer een uur
de tijd gekregen hadden, de vragen te
beantwoorden werd een pauze gehouden,
waarna enkele films op verkeersgebied
werden vertoond, verzorgd door het Cen
traal Bureau van het Verbond voor Vei
lig Verkeer te Utrecht.
Door één der deelneemsters aan de cur
sus werd aan het eind van de avond na
mens de andere cursisten dank uitgespro
ken aan het adres van de bestuursleden
van de afdeling Veenendaal, die geheel
belangeloos hun avonden aan deze cur
sus hadden gegeven.
Aangezien verschillende personen pas
tegen het eind op de cursus kwamen en
omdat er alweer nieuwe aanmeldingen
binnen zijn gekomen is in principe be
sloten een tweede cursus te organiseren
welke waarschijnlijk begin volgend jaar
zal starten. Dit zal te zijner tijd weer
worden bekendgemaakt.
Onder grote belangstelling werd donderdagavond de laatste les gehouden
van de door de Cult. Nat. Hist. Vereniging te Eist georganiseerde bloemschik-
cursus.
Deze cursus, bestaande uit zes lessen, werd gegeven door mej. A. Wachter uit
Utrecht. Op deze laatste avond bleek onder welk een voortreffelijke leiding
deze lessen hadden gestaan. Het was een prachtig gezicht de tientallen bloem
stukken te zien staan na afloop van dc als wedstrijd gehouden laatste les van
deze serie van zes avonden.
De totale deelname was 33 dames en
1 heer. Deze heeft het de gehele cursus
volgehouden tussen al die dames en
werd hiervoor extra beloond met een
pakje sigaretten!)
De jury voor het keuren van de
bloemstukken had een zeer zware taak.
De dames Dagnelie en Howert hadden
dit moeilijke werk op zich genomen en
na een half uur beraadslagen, kijken
en nog eens kijken, kon de voorzitter,
de heer Budding, dan de prijzen uit
reiken. Deze prijzen bestonden uit boe
ken over bloemschikken, diverse mooie
vazen en enkele blijvende hulpmate
rialen voor het maken van bloem
stukken.
De uitslag was:
Vazen: 1. mevr. Dibbits; 2. idem; 3.
mevr. v. Dolderen.
Bakjes: 1. mevr. Hiller; 2. Mevr. de
Jong; 3. mevr. Zachte.
Drijfschalen: 1. mevr. v. d. Horst; 2.
mevr. Bimont; 3. mevr. Sleeswijk-Vis-
ser.
Muur- cn tafclstukkcn: 1. mevrouw
Zachte; 2. mevr. v. Dolderen; 3. mevr.
Roks.
Na een woord van dank aan mej.
Wachter en de jury gingen de dames
en de heer met hun bekroonde en on
bekroonde, maar beslist niet minder
mooie, bloemstukken naar huis.
De heer Stuyvenberg heeft voor deze
gehele cursus de zaal weer kosteloos
ter beschikking van de Cult. Nat. Hist.
Vereniging gesteld.
(4) Hoe dichter het drietal de burcht naderde, des
te sterker werd het gevoel van onbehagelijkheid,
dat zich van hen meester maakte. „Het lijkt wel,
of dat ding uitgestorven is!" bromde Iklas. „Er is
geen sterveling op de wallen of de torens te zien!"
Stapvoets reden ze over de valbrug. Het holle ge
stamp van de paardenhoeven en het gehuil van