van AUTOMOBIELBEDRIJF DE JONG ZN. De geboorte van een dorp Maak bij fotograferen series, maar geen beeldroman INHALEN CORNWALL - DE TEEN VAN ENGELAND VOLVO v.a. f 8990.- inel. air-conditioning, verwarming, ruitsproeiers B.M.W v.a. 15695.- inch air-conditioning, verw. en ruitensproeiers „EWELICK, ERFFLICK ENDE OMMERMEER" De dijkgraaf mocht lijfstraffen toedienen ZO'N MOOIE BRIL VAN INHAAL-GEVAREN gokken maakt brokken Steun NU het werk VAN HET RODE KRUIS Woensdag 26 april - 4 uurn.m. Expositie van VOLVO en B.M.W. pers. auto's in onze ruime showroom vanaf 27 april t/m 29 april van 10-12 uur v.m. en 14-18, 20-22 uur n.m. veiligheidsgordels i IN TOENEMENDE MATE HEBBEN ZICH DE LAATSTE TIENTALLEN JAREN VREEMDELINGEN IN VEENENDAAL GEVESTIGD. UIT ALLE RICHTINGEN KWAMEN ZIJ NAAR HET INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE MIDDELPUNT VAN DE ZUIDELIJKE VALLEI: VAN CUYCK, BOXMEER, AMSTERDAM, KAMPEN, NIJMEGEN, DE BETUWE ENZOVOORTS. HET DUURT GERUIME TIJD VOORALEER DEZE MENSEN ENIGSZINS GEACCLIMATISEERD ZIJN EN NOG MEER TIJD VERGT HET HUN ZICH TE ACCLIMATISEREN, INDIEN DIT TENMINSTE OOIT MOGELIJK IS. EEN DING LIJKT ONS EEN MIDDEL TOT GROTERE GEMEENZAAMHEID: DE BELANGSTELLING VAN VELEN HUNNER VOOR DE NATUUR EN HET VERLEDEN. MEN ZIET ZE WANDELEN NIET DOOR DE NIEUWBOUW, MAAR OP DE MARKT RONDOM DE KERK, LANGS HET BENEDENEIND, DE SLAPERDIJK, HET EGELMEER; DWALEN BIJ PRATTENBURG EN LANGS DE CUNERAWEG, OP DAATSELAAR EN EMMIKHUIZEN. Sommigen hebben ons gevraagd eens iets over het ontstaan van Veenendaal, over de oude kerk, over het veenbedrijf e.d. te vertellen. Wij hebben dat een tiental jaren lang reeds gedaan, toen wij verhaalden van het aanbrengen der venen voor de commissarissen, van de grote veenbrand in 1549, van de stich ting der kerk, van de kermis en de zon dagsviering, van de eerste pastoor en vele andere zaken. Zo toonden wij aan dat er geen klooster te Emmikhuizen geweest is, noch te Veenendaal, dat er zodoende geen monniken op de Mun- nikenweg gelopen hebben. Wij schreven over de eerste predikant, voor wie Vee nendaal de vierde plaats was waar hij beroepen werd als bedienaar des Woords. Wij vertelden voorts van de moeilijkheden over de grensschuiving tussen Gelder en het Sticht, over de kapel op de Emmikhuizerberg om maar diverse onderwerpen te noemen. Men zal ons antwoorden dit alles niet gelezen te hebben en nu vraagt men ons een en ander opnieuw te schrijven. Wij hebben lang geaarzeld, maar de vele vondsten die wij de laatste jaren deden in de archieven te Veenendaal, Utrecht, Rhenen en Arnhem, deden ons besluiten de geschiedenis van Veenen daal te her beschrijven in dier voege, dat wij zoveel mogelijk zullen verhalen wat niet of maar ten dele gepubliceerd is. Het zijn juist de details die het ver leden dichter bij ons brengen en ons de feiten en toestanden beter doen begrij pen. De lezers van onze vorige opstel len zullen hier geen klakkeloze her haling aantreffen van het reeds ver haalde, maar vele bijzonderheden door ons in de archiefstukken gevonden. Wij beginnen met de VROEGSTE BEWONING IN DE OMGEVING Het eerst bewoond in onze omgeving blijken de zandruggen en -tongen ge weest te zijn, die van de Veluwse hoog ten af in het veenmoeras doordrongen en die wij nu nog in het landschap kun nen onderscheiden. Allereerst de flauwe rug van de Nude over de Zijd vang en de Grift. In de Bennekommermeent ko men er drie samen: die van Bennekom naar Nergena, Schoonhoven en Brux- voort; die van Hoekelum via Harn, Dikkenes naar Harselo en die van De Hul naar Grampel. Deze drie ruggen verenigen zich bij het Maanderdijkje en de Meentweg, waar de zandtong verder naar de Mid- delbuurt voert. Ook bij De Klomp ko men er enige samen, n.l. die van Manen Planken Brug, Pakhuis, van Klaphek, Schuttersteeg, Hanepol en van Veld huizen, De Koekeld. Van De Klomp gaat de rug westwaarts in de richting Emmikhuizen. Op deze ruggen nu vinden wij de oudste bewoning. Zij lagen hoog, dus veilig voor het water en toch in de na bijheid ervan en hadden een natuur lijke afwatering. Hun bewoning is ge bleken uit vondsten van vuurstenen werktuigen, als mesjes, klingetjes, krab bers, pijlspitsen en vooral uit de door vuur gebarsten keien, resten van houts kool en vaatwerk. De ruggen moeten dus bewoond zijn geweest in tijden toen de mens zich nog bediende van stenen werktuigen, de oude en de nieuwe steentijd. Vindplaatsen van vuurstenen voorwerpen zijn de Schamsteeg, Groote Voort, Groot Haverkamp, de Batterijen, het Egelmeer, De Haar, het Meenthuis, het Maanderdijkje, Kleine Beek en de Emmikhuizerlaan. Uit deze vondsten is wel de aanwezigheid van mensen ge bleken, maar niet de blijvende bewo ning op de ruggen. Houtskoolresten echter wijzen op een langer verblijf, evenals door vuur gebarsten keien, ge bruikt om het vuur te begrenzen. De ruggen moeten dus permanent bewoond zijn geweest aan het einde van de mid- densteentijd, toen de mens al huisdieren kende, een zekere akkerbouw beoefende en zich voor het eerst bediende van aardewerk, dat ook bij Harselo en aan de Haanse steeg gevonden is. De laatste vondsten zijn uit een later tijdperk dan de vuurstenen voorwerpen n.l. uit de nieuwe steentijd. Vroegste bewoning in Veenendaal De oudste woonplekken in het eigen lijke Veenendaal zijn Prattenburg en het Grote Venlo. Tot dusverre gold 1502 als het jaar, waarin voor het eerst de naam Prattenburg in een archiefstuk wordt genoemd. Als getuige verklaarde toen een man van 80 a 90 jaar, een ze kere Ludolff August Clain, dat hij van kindsbeen af met zijn ouders op Prat tenburg, tevoren Grootveld geheten, had gewoond, waar hij de schapen hoedde. Van zijn ouders had hij gehoord, dat een zekere Rey van Venlo op het Venlo woonde en zeven zonen had. Er stond daar volgens August een huis, dat in de oorlog tussen de Stichtsen en Geldersen verbrand was. Wij vonden echter in het archief alhier een stuk uit 1490 waarin al gesproken wordt over venen, die boven Prattenborch waren gelegen. Het Grote Venlo werd dus al vroeg bewoond. Vanouds was 't het bos van Emmikhuizen als noch jegen woerde- licken - in 1561 n.l. - blycken mochte uten eycken struweelen daerop was sende ende staende." De pachters te Emmikhuizen haalden er allerlei hout „goede balkenslieten, stalrepel, wagen dissen ende diergelijcke." Prattenburg blijkt oorspronkelijk een boerenhoeve geweest te zijn, bezit van het Duitse Huis te Rhenen. In het ar chief aldaar vonden wij een oorkonde van 18 juni 1642, vermeldend dat Mr. Bartholomeus Bercheyck, gemachtigd door Jonkheer Govert de Coninck, aan Peter de Goyer, oud-burgemeester van Amersfoort, de eigendom overdraagt van het goed genaamd Prattenborch, gelegen aan het Veeneind onder het ge recht van Rhenen, tegen een jaarlijkse erfpacht van 12 gulden 12 stuivers, aan de commanderij te Rhenen te betalen. Vóór de Coninck warden andere bezit ters genoemd. Na de Goyer volgden de families Van Gelder, Chuyt en eindelijk in 1694 Mr. Anthony van Asch van Wijck, welke familie het kasteel en de landerijen nog bezit. De oude Grift Bisschop David van Bourgondië blijkt een vat vol tegenstrijdigheden geweest te zijn. Bij kerkelijke zowel als profane geschiedschrijvers staat hij in een kwa de reuk om zijn onpriesterlijke per soonlijkheid en zijn „tirannennatuur", maar enige jar engeleden heeft dr. G. B. J. Zilverberg hem in zoverre gereha biliteerd, dat hij hem prijst om zijn hervormingen op sociaal en economisch gebied, vooral zijn sanering van het muntwezen, zijn verbeteringen in het waterstaatsbeheer en de kerkelijke rechtspraak, de bevordering van het in tellectuele en zedelijke peil van de cle rus, zijn kloosterhervormingen, zijn zorg voor armen en wezen, zijn bevor dering van kunsten en wetenschappen, ja, de schrijver constateert zelfs, dat hij als priester boven velen van zijn tijd genoten uitstak. Wat hiervan zij, bis schop David heeft zich stellig verdien stelijk gemaakt door het doen graven van de Grift van 1473 tot 1481, waarbij gedeeltelijk gebruik werd gemaakt van het oude riviertje de Eem, lopende van Manen naar de Grebbe. De Kromme Eemwal, een kade die van de Maander- dijk naar Kruiponder bij de Haarwal gaat, en die eertijds de Gelderse polders tegen het Eemwater moest beschermen, - de aarde ervoor groef men uit een laagte, die Blinde Eem genoemd werd - is er nog een overblijfsel van - Een oud stuk zegt „dat bisscop David die Grifte heeft doen maecken bij eenen Jacob van Bublionesteyn, van den Ryn aff tot in de veenen toe op ten Stichtschen bo dem metten Veendyck daertoe behoo- rende." De Veendijk werd opgeworpen langs de Grift aan de westzijde, aan de overzijde van het huidige Benedeneind. Dat de Grift gegraven werd tot vervoer van de turf blijkt uit deze pasage: „Dat alsdoen by bisschop Davids tijde ende daernaer deselve Grifte gebruyekt is geweest met schepen genaempt same- reusen, maesschepen ofte lórdennen om torff te halen." Behalve het bekende woord samereus, vinden we hier twee onbekende namen voor de turfschepen: maasschepen of lórdennen. Of de scheepvaart naar de Rijn zo moeilijk was als gewoonlijk wordt voor gesteld, lijkt betwijfelbaar. Thans wa tert de Vallei naar het noorden af, maar destijds, toen de bodem ruim 2 meter hoger was, liep het water in zuidelijke richting naar de Rijn, wier niveau lager was. Zijn het niet veeleer de stroop tochten der Geldersen, die de vaart be moeilijkten, zelfs lamlegden, met het gevolg dat de Grift dichtgroeide? „Dese Grifte van Bisscop David is met ver loop van crych ende oirloge tusschen die Geldersche ende Stichtsche verlant" zegt een oude instructie. Zoekt men naar het oorspronkelijke stuk waarin David van Bourgondië het graven van de Grift gelastte of toestond, dan wordt men teleurgesteld: ,t schijnt verloren geraakt te zijn. Ook een be stek ontbreekt. Wel vindt men bij schrijvers over de Grift steeds de woor den aangehaald: die gr af te voirt doir die Rhijnsche venen te graven ind to eynden." Zij vergissen zich echter: het charter waaraan deze woorden ont leend zijn, is uit1485, terwijl de Grift in 1481 reeds gereed was! Eén stuk uit de beginjaren is gelukkig be houden: de schouwbrief uit 1474, ge geven op 1 april. Bisschop David zegt hierin dat hem klachten bereikt hebben van de veengenoten over de last van „vreemden vloeden en wateren", waar- ALWEER OPTICIEN KERKEWIJK17 VEENENDAAL TEL.3313 Ook Vo<fr2J£ketifcmds6ede/h!! cimo quarto die mensis decembris, d.i. in het jaar des Heren 1485 de 14e de cember, - wellicht is de datum een ver schrijving - noemt als aannemers van de Grift, Hubert van Zulen en een niet nader genoemde Warmbout met hun medewerkers. Zij moesten over zes ja ren de zaak klaar hebben. De Grift moet ook naar het westen gegraven worden, dus door de huidige Zandstraat. Gedurende die zes jaren mag niemand veen graven tenzij voor eigen gebruik „elck syne brant to syns huys nodorft" Wie de man met zijn geheimzinnige naam Jacob Bublionesteyn was, hebben wij niet kunnen achterhalen. Waar schijnlijk was hij een der compagnons van Hubert van Zulen. (Wordt vervolgd). D. Philips. 'WBMimêêP1 Als u eens in oude fotografische tijdschriften of fotoboeken bladert en de op namen daarin vergelijkt met die van thans, zult u stellig een - vaak zeer groot - verschil bemerken. Niet dat de kleding en stoffering anders is. Want dat is begrijpelijk. Het karakter van de foto's, de uitdrukkingswijze, is zo heel anders. We zouden het zó kunnen formuleren: in het algemeen was de fotografie vroeger het vastleggen van een voortdurende, bestaande toestand, het vereeuwigen van een moment, dat kentekenend was voor een periode van het bestaan. Zo'n opname was dan wat we noemen een voorbeeld van statische fotografie, die een halve eeuw geleden dè uiting was van foto grafisch kunnen. In deze tijd van enerverende actie kan het toch weldadig zijn om naar die oude - vaak zeer fraaie - opnamen te kijken, hoewel het foto graferen van thans het karakter heeft gekregen van het behouden van de actie van één moment, de directe greep uit het voorbijgaande leven-zelf. door de venen onbruikbaar werden. Hij besloot toen een „nyeuwe grafte" te doen graven en dijken aan te leggen en doet een beroep op alle belanghebben den de watergangen, wegen, straten en stegen goed te onderhouden, zowel in de Nude als in de Broeklanden en venen. Ook gelastte hij een nieuwe dijk aan te leggen, gaande van de Grebbe tot in de venen. Dit was de dijk langs de Grift aan de westzijde, tussen de Grift en de Leygraaf, de twee „scoubaren graven". Een dijkgraaf en vijf heemraden moesten watergangen, wegen, straten en stegen schouwenéén uit de Rhenen- se geestelijkheid, één uit de geërfden van de Nude, één uif die van de broek- of hooilanden en twee veengenoten. Driemaal per jaar moest er schouw zijn: Op 4 mei, op de vierde dag na St. Jan (24 jan.) en op de vierde dag na St. Victor (10 okt.). De boete bedroeg een halve oude schild. Liep men die op, dan liet de dijkgraaf water of weg in orde brengen door veel arbeiders, alles op kosten van de schuldige. Steekt iemand de Griftdijk door, dan mag de dijkgraaf hem „doen richten aen syn lyff". Wil een ingeland met de dijkgraaf of de heemraden gaan vechten bij de schouw, dan mag hij ook aan den lijve gestraft worden „ofte anders corrigie- ren". Nog veel meer bepalingen bevat de schouwbrief, die bisschop David ein digt met het bevel, dat zijn ordonnantie „ewelick, erfflick ende ommermeer" nageleefd moet worden. Het eeuwige bleek heel betrekkelijk, want na Davids dood in 1496 beklagen de veengenoten zich wel altijd betaald te hebben, maar dat de dijkgraaf „by menschen memo rie" nooit heemraden uit de veengeno ten gekozen heeft, terwijl de bisschop hen aanwees! De Grift vervuilde ook, het kruid werd niet gesneden, de bo dem niet gediept, de dijk niet onder houden. Bij 't Kolkschut ontstond een grote ondiepte, zodat men 's zomers bij droogte droogvoets over de Grift kon gaan „met behulp van een caecxbeen off een steen daer men op trede." Het stuk met zijn raadselachtige da tering Anno Domini LXXX quinto de- veilig uit veiüg tlmis Inhalen behoort tot de gevaarlijkste verkeersmanoeuvres. Er zijn altijd twee partijen bij betrokken en allebei maken ze maar al te dikwijls fouten die een ongeluk veroorzaken of mede-veroor- zaken. Dat bleek ook bij een onderzoek van 10.200 inhaal-ongelukken in West- Duitsland. Hier komen de meest ge maakte fouten. De „inhalers" niet voldoende uitgeweken naar links 40 °/o) er naderde een tegenligger 30 °/o) bij het weer invoegen „gesneden" 12 niet in de spiegel gekeken (5 De „ingehaalde" naar links gekomen tijdens het inge haald worden 14°/o) onvoldoende rechts rijden 4 gaat zélf inhalen op het moment dat hij ingehaald wordt 1,5 voert snelheid op tijdens het inge haald worden 0,5 Bij hetzelfde onderzoek bleek voorts dat van al die tot ongelukken leidende inhaalmanoeuvres 56 toelaatbaar was, maar foutief werd uitgevoerd; 36% ontoelaatbaar was; 8 door diverse oorzaken tot onge lukken leidde. Inhaalongelukken zijn bijzonder ge vaarlijk. Bij 21 van deze ongeluk ken waren één of meer doden te be treuren. Veel ongelukken 11% ontstonden bij het inhalen van fietsers die niet goed rechts hielden of zonder nood zaak slingerden. De gevaren bij het inhalen blijken vooral te bestaan op: AUTOWEGEN: snelheid tripleren GEWONE BUITENWEGEN: tegen-verkeer (frontale botsingen) snijden GROTE STEDEN: hoge verkeersdichtheid smalle rij banen. Verbond voor Veili gVerkeer. Publikatie van het Niet dat de statische fotografie niet meer zou bestaan, maar voor zeer velen is het maken van foto's veel meer ge worden: het onmiddellijk weergeven van een flitsend ogenblik, het vastleg gen van de spanning van dat éne mo ment. Het zijn de dynamische foto's die nu meer in trek zijn. Een stap verder nog is: de actie te laten zien groeien. Het middel daartoe: de „fotoserie" wordt nog betrekkelijk weinig gebruikt. Menigeen, die kiekt, denkt zelfs nooit aan een serie opnamen omdat zijn aandacht getrokken wordt door één bepaalde actie of situatie, die hij ook maar éénmaal vastlegt. Fotograferen, zo denken velen, is: het kiezen van het juiste, het éne juiste moment. Dat er zo kort achter elkaar meer momenten kunnen zijn, hebben ze nooit overwogen. Er is een kiek ge maakt, het f imp je wordt een nummer tje verder gedraaid, het toestel gaat in de tas en het wachten is tot er mis schien na een heel lange poos wel weer eens wat te kieken zal zijn. Het bestaan van een serie opnamen kennen ze alle maal van de voorstellingen, die laten zien hoe met een machtige zwaai een emmer water in twee seconden kan worden geleegd en dat dit feit dan nog kan opgenomen worden in vier of vijf aparte shots: het water even over de randhet water al half uit de em meren na nog wat tussenopnamen de lege emmer. Dat is inderdaad een serie opnamen, maar het is niets anders dan een uiteengerafelde actie. Ook de duiker, die van de spring plank in zevenen naar beneden komt - zeven fotootjes natuurlijk! - is niet het onderwerp voor de echte fotoserie. Der gelijke opnamen zijn technisch-weten- schappelijk misschien zeer interessant en leerzaam, maar zo'n extra in moot jes gesneden fotografische filet hoort niet thuis in het album serie-opnamen'. Daarvoor is nodig, dat ieder van de sa menstellende foto's een echt apart waardeerbaar kiekje is. En daar het leven vol is van groeiende situaties, is het voor hem, die zich eens op dit ter rein wil wagen, heus zo moeilijk niet een aantal vlotte „fotoverhalen" te ma ken. Het voorbeeld, dat we hierbij geven is een eenvoudig geval, dat dagelijks kan voorkomen. Het is niet noodzake lijk om het steeds in het kinderleven te zoeken, hoewel toegegeven moet wor den dat dit er zich bijzonder voor leent. Want de impulsieve handelingen en uitingen van kinderen kunnen zeer ka rakteristieke series geven. Maar ook het bezoek van kennissen, het uitlaten van de hond, het spel van jonge katten, de visser aan de waterkant en het plak ken van de lekke band kunnen sketches in fotografische zin geven, waarin de leut, de verwachting en de bezorgdheid in beelden leesbaar worden. Een recept ervoor geven? Dat zal wel heel moeilijk zijn, want hoeveel licht situaties kunnen hierbij wel niet voor komen? Een „opbouwschema" kan mis schien diensten bewijzen: géén serie is goed, of de opnamen moeten stuk voor stuk ook kiekjes zijn om te willen be zitten. Elke serie moet haar „aanloop"- foto hebben, met foto's van het .verloop' der gebeurtenissen en natuurlijk ook een .afloop'. Juist in de laatste kiek moet de clou schuilen. Dan moet de serie ook klaar zijn. Na het hoogtepunt van de actie nog niet weer eens - om met Staring te spreken - een nóg laat ster foto te maken. Dat zou een anti climax geven. Soms zijn het drie, vaak vier of vijf foto's, die de sketch vormen, maar nooit mag er één teveel zijn. Vandaar een goede raad: wie een serie maakt, kan rustig wat extra momenten proberen te vangen. Maar wanneer de kieken klaar zijn, leg ze dan naast elkaar op volgorde. Alle acht. Bekijk ze goed. Meestal kunnen er dan drie uit. Een fotoserie is geen beeldroman. AUTO-RIJLESSEN OP SCHOOL De Sarah Robinson middelbare school te Crawley New Town heeft een initia tief genomen ter bevordering van de verkeersveiligheid. Iedere week laten twaalf leerlingen hun leerboeken in de steek en worden meegenomen naar de speelvelden van de school, waar zij autorijlessen krijgen. De ,weg' is op de sportvelden aangelegd; hij heeft over steekplaatsen voor voetgangers, stop borden, verkeerslichten en bochten. Alles is precies eender als op een gewone weg behalve dat er geen ver keer is. De school heeft verschillende auto's cadeau gekregen en reparaties worden door de mannelijke leerlingen in de schoolwerkplaats verricht. „EEN LAND MET ROTSIGE KUSTEN EN GOUDEN STRANDEN GROND WAAROP EEN TAAI EN ZELFSTADIG VOLK LEEFT", zegt Penelope Turing Ga niet naar Cornwall als U een district wilt bezoeken dat typisch Engels is maar als U er niet naar toe gaat, hebt U een van de meest boeiende graafschappen van Groot-Brittanië gemist. Cornwall is iets unieks een lange driehoek in het uiterste zuid-westen van Engeland, aan de ene kant begrensd door de Atlantische Oceaan, aan de andere kant door Het Kanaal, en van de rest van het land gescheiden door de rivier de Tamar. Het is een land van rotsachtige kusten en gouden stranden, van heidevelden en heuvels, afgewisseld door rijkbeboste valleien, waarover een waas hangt van legenden en bijgeloof. een verrukkelijk ou dha venplaats je met een zandstrand, is beroemd om de op windende sport - het haaienvissen. Vervolgens komt u in het charmante Fowey, een havenstadje aan de mond van de rivier de Fowey, verder land inwaarts naar Truro, een oude stad met een moderne kathedraal en dan terug naar de kust naar Falmouth. Dit is de bekendste badplaats van Cornwall en vermaard als zeilcentrum. U bent nu bijna bij het punt van het graafschap Helston, een marktplaats, is wereldbekend om de traditionele „Fur ry Dance", welke ieder jaar wordt ge houden op 8 mei. Dan dansen de be woners huis in huis uit met slingers van bloemen en groen. En hier laat u de milde schoonheid van de zuidkust achter u. Toch gaat u eerst nog verder naar het zuiden, naar de pracht van Lizzard Point en daarna naar het westen van Helston naar Pen zance en Land's End. Penzance is het vertrekpunt voor de Scilly Isles (30 mijl uit de kust), zowel per boot als door de lucht. In de zestiende eeuw werd de stad door Spanjaarden geplunderd, maar thans is heteen vrolijk en vredig vakantieoord. Niet ver hiervandaan bevindt zich de schilderachtige St. Mi chael's Mount, het kasteel van Lord St. Levan, gebouwd op een rots in zee en thans het eigendom van de National Trust. De kust van Noord Cornwall is één lang panorama van natuurschoon. Breng een bezoek aan de kunstkolonie St. Ives, een typisch, schilderachtig stadje, met e enmooi zandstrand. En vergeet St. Agnes niet, waar de rotsen zulke wondermooie kleuren hebben. Newquay, eveneens zeer geschikt als vakantiecentrum, heeft een prachtige omgeving. Padstow is een leuk oud ha venplaatsje, dat vredig sluimert tussen zijn herinneringen aan een ver verle den, omgeven door betoverende inham men. Tussen Padstow en Bude, een bad plaatsje dicht bij de grens met Devon, bevindt zich het geheimzinnigste en meest legendarische district van Corn wall. Tintagel met de ruïnes van het kasteel, 300 voet boven de zeespiegel, waar koning Arthur werd geboren en waar hij later hof hield. Op slechts enige mijlen afstand hiervan ligt op het verlaten Bodmin Moor, Dozmary Pool, de plek waar Sir Bedivere, na de dood van koning Arthur, het magische zwaard excalibur in het water wierp en een geheimzinnige hand het mee de diepte introk. Maak een wandeling over de heide velden, aanschouw de machtige zee die teg ende rotsen beukt - u zult de kracht van Cornwall nooit vergeten. Ook de bevolking heeft iets specifieks. De ware Cornishman stamt af van een van de Keltische rassen en enkelen onder de ouderen zijn nog „helderziend" en hebben de vreemde kracht om komende gebeur tenissen te voorspellen. Het is een taai en onafhankelijk ras van zeelieden en vis sers, bestand tegen de woeste zeeën die 's winters de kust beuken. In het verleden was Cornwall gemakke lijker bereikbaar via de zee dan via land en sinds de tijd dat de Phoenicische koop lieden naar Cornwall kwamen om tin te kopen, hebben vele zeevarende naties de kust bezocht. Hier en daar is het bloed dat de bewoners van Cornwall door de aderen stroomt vermengt met dat van Spajaarden en Bretagners zeelieden die met meisjes uit Cornwall trouwden en zich vestigden in hu gezellige kleine dor pen. Zendelingen uit Bretagne en Ierland bracten het christendom naar Cornwall. Maar ook op dit gebied blijkt de zelf standigheid van de bevolking uit het aan tal oude kerken gewijd aan plaatselijke heiligen, die in andere landen onbekend zijn St. Levan, St. Sennen, St. Buryan, St. Just en vele anderen. Als u in Cornwall bent moet U bereid zijn het onverklaarbare te begrijpen of tenminste aan te nemen. Het is geen cord voor sceptici. Als U aller oppervlakkig beschouwt zult U niet meer vinden dan een prachtig vacantiegebied. Maar als U ronddwaalt en luistert kan het zijn dat U vreemde verhalen hoort over spookachtige van de verdoemde ziel van Tregeagle als lichtverschijnselen of het onaards geschrei hij achtervolgd wordt door de duivel's honden over de heidevelden bij Dozmary Pool. U hebt gemakkelijk lachen in de ge zellige omgeving van een herberg, maar ik betwijfel het of U er iets voor zult voelen om in uw eentje een nacht op de heidevelden door te brengen. Het is een eigenaardig land. Begin uw reis door het graafschap in het lieflijker zuidelijke deel, vanaf Ply mouth. De zuidkust van Cornwall is fascinerend en schilderachtig, met be boste valleien en prachtige baaien. Dit deel heeft een mild klimaat en subtro pische plantengroei en wordt dan ook de „Cornish Riviera" genoemd. Looe, WOLLEN KLEDING MET VOERING VAN SCHUIM In september zullen in Groot Brittan- nië kleren aan de markt worden ge bracht die gemaakt zijn van met schuim gevoerde wollen stoffen, waarvan het voordeel is dat zij warm zijn zonder zwaar te wezen, koel zijn in de zomer en niet kreuken. De National Associa tion of Scottish Woollen Manufacturers Association heeft verklaard dat deze kleren bijzonder prettig zijn in het dra gen. De schuim-voering wordt verkre gen door een zeer dunne laag polyure- thane, of een andere kunststof, met de stof te verbinden. Proeven hebben uit gewezen dat tweed-stoffen die op een dergelijke manier geprepareerd waren dagen lang in koffers gepakt konden blijven zonder dat ze kreukten. Stationsweg 54 - EDE - Telefoon 08380-2798 Hoofddealer voor Ede-Wageningen-Veenendaal en Omstreken

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1961 | | pagina 6