van AUTOMOBIELBEDRIJF DE JONG ZN.
De geboorte van een dorp
Maak bij fotograferen series, maar
geen beeldroman
INHALEN
CORNWALL - DE TEEN VAN ENGELAND
VOLVO v.a. f 8990.- inel. air-conditioning, verwarming, ruitsproeiers
B.M.W v.a. 15695.- inch air-conditioning, verw. en ruitensproeiers
„EWELICK, ERFFLICK ENDE OMMERMEER"
De dijkgraaf mocht lijfstraffen toedienen
ZO'N MOOIE BRIL VAN
INHAAL-GEVAREN
gokken maakt brokken
Steun NU het werk
VAN HET RODE KRUIS
Woensdag 26 april - 4 uurn.m.
Expositie van VOLVO en B.M.W. pers. auto's in onze ruime showroom
vanaf 27 april t/m 29 april van 10-12 uur v.m. en 14-18, 20-22 uur n.m.
veiligheidsgordels
i
IN TOENEMENDE MATE HEBBEN ZICH DE LAATSTE TIENTALLEN JAREN
VREEMDELINGEN IN VEENENDAAL GEVESTIGD. UIT ALLE RICHTINGEN
KWAMEN ZIJ NAAR HET INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE MIDDELPUNT
VAN DE ZUIDELIJKE VALLEI: VAN CUYCK, BOXMEER, AMSTERDAM,
KAMPEN, NIJMEGEN, DE BETUWE ENZOVOORTS. HET DUURT GERUIME
TIJD VOORALEER DEZE MENSEN ENIGSZINS GEACCLIMATISEERD ZIJN
EN NOG MEER TIJD VERGT HET HUN ZICH TE ACCLIMATISEREN, INDIEN
DIT TENMINSTE OOIT MOGELIJK IS. EEN DING LIJKT ONS EEN MIDDEL
TOT GROTERE GEMEENZAAMHEID: DE BELANGSTELLING VAN VELEN
HUNNER VOOR DE NATUUR EN HET VERLEDEN. MEN ZIET ZE WANDELEN
NIET DOOR DE NIEUWBOUW, MAAR OP DE MARKT RONDOM DE KERK,
LANGS HET BENEDENEIND, DE SLAPERDIJK, HET EGELMEER; DWALEN
BIJ PRATTENBURG EN LANGS DE CUNERAWEG, OP DAATSELAAR EN
EMMIKHUIZEN.
Sommigen hebben ons gevraagd eens
iets over het ontstaan van Veenendaal,
over de oude kerk, over het veenbedrijf
e.d. te vertellen. Wij hebben dat een
tiental jaren lang reeds gedaan, toen
wij verhaalden van het aanbrengen der
venen voor de commissarissen, van de
grote veenbrand in 1549, van de stich
ting der kerk, van de kermis en de zon
dagsviering, van de eerste pastoor en
vele andere zaken. Zo toonden wij aan
dat er geen klooster te Emmikhuizen
geweest is, noch te Veenendaal, dat er
zodoende geen monniken op de Mun-
nikenweg gelopen hebben. Wij schreven
over de eerste predikant, voor wie Vee
nendaal de vierde plaats was waar hij
beroepen werd als bedienaar des
Woords. Wij vertelden voorts van de
moeilijkheden over de grensschuiving
tussen Gelder en het Sticht, over de
kapel op de Emmikhuizerberg om maar
diverse onderwerpen te noemen.
Men zal ons antwoorden dit alles niet
gelezen te hebben en nu vraagt men
ons een en ander opnieuw te schrijven.
Wij hebben lang geaarzeld, maar de
vele vondsten die wij de laatste jaren
deden in de archieven te Veenendaal,
Utrecht, Rhenen en Arnhem, deden ons
besluiten de geschiedenis van Veenen
daal te her beschrijven in dier voege,
dat wij zoveel mogelijk zullen verhalen
wat niet of maar ten dele gepubliceerd
is. Het zijn juist de details die het ver
leden dichter bij ons brengen en ons de
feiten en toestanden beter doen begrij
pen. De lezers van onze vorige opstel
len zullen hier geen klakkeloze her
haling aantreffen van het reeds ver
haalde, maar vele bijzonderheden door
ons in de archiefstukken gevonden. Wij
beginnen met de
VROEGSTE BEWONING IN DE
OMGEVING
Het eerst bewoond in onze omgeving
blijken de zandruggen en -tongen ge
weest te zijn, die van de Veluwse hoog
ten af in het veenmoeras doordrongen
en die wij nu nog in het landschap kun
nen onderscheiden. Allereerst de flauwe
rug van de Nude over de Zijd vang en
de Grift. In de Bennekommermeent ko
men er drie samen: die van Bennekom
naar Nergena, Schoonhoven en Brux-
voort; die van Hoekelum via Harn,
Dikkenes naar Harselo en die van De
Hul naar Grampel.
Deze drie ruggen verenigen zich bij
het Maanderdijkje en de Meentweg,
waar de zandtong verder naar de Mid-
delbuurt voert. Ook bij De Klomp ko
men er enige samen, n.l. die van Manen
Planken Brug, Pakhuis, van Klaphek,
Schuttersteeg, Hanepol en van Veld
huizen, De Koekeld. Van De Klomp
gaat de rug westwaarts in de richting
Emmikhuizen.
Op deze ruggen nu vinden wij de
oudste bewoning. Zij lagen hoog, dus
veilig voor het water en toch in de na
bijheid ervan en hadden een natuur
lijke afwatering. Hun bewoning is ge
bleken uit vondsten van vuurstenen
werktuigen, als mesjes, klingetjes, krab
bers, pijlspitsen en vooral uit de door
vuur gebarsten keien, resten van houts
kool en vaatwerk. De ruggen moeten
dus bewoond zijn geweest in tijden toen
de mens zich nog bediende van stenen
werktuigen, de oude en de nieuwe
steentijd. Vindplaatsen van vuurstenen
voorwerpen zijn de Schamsteeg, Groote
Voort, Groot Haverkamp, de Batterijen,
het Egelmeer, De Haar, het Meenthuis,
het Maanderdijkje, Kleine Beek en de
Emmikhuizerlaan. Uit deze vondsten is
wel de aanwezigheid van mensen ge
bleken, maar niet de blijvende bewo
ning op de ruggen. Houtskoolresten
echter wijzen op een langer verblijf,
evenals door vuur gebarsten keien, ge
bruikt om het vuur te begrenzen. De
ruggen moeten dus permanent bewoond
zijn geweest aan het einde van de mid-
densteentijd, toen de mens al huisdieren
kende, een zekere akkerbouw beoefende
en zich voor het eerst bediende van
aardewerk, dat ook bij Harselo en aan
de Haanse steeg gevonden is. De laatste
vondsten zijn uit een later tijdperk dan
de vuurstenen voorwerpen n.l. uit de
nieuwe steentijd.
Vroegste bewoning in Veenendaal
De oudste woonplekken in het eigen
lijke Veenendaal zijn Prattenburg en
het Grote Venlo. Tot dusverre gold 1502
als het jaar, waarin voor het eerst de
naam Prattenburg in een archiefstuk
wordt genoemd. Als getuige verklaarde
toen een man van 80 a 90 jaar, een ze
kere Ludolff August Clain, dat hij van
kindsbeen af met zijn ouders op Prat
tenburg, tevoren Grootveld geheten, had
gewoond, waar hij de schapen hoedde.
Van zijn ouders had hij gehoord, dat
een zekere Rey van Venlo op het Venlo
woonde en zeven zonen had. Er stond
daar volgens August een huis, dat in de
oorlog tussen de Stichtsen en Geldersen
verbrand was. Wij vonden echter in
het archief alhier een stuk uit 1490
waarin al gesproken wordt over venen,
die boven Prattenborch waren gelegen.
Het Grote Venlo werd dus al vroeg
bewoond. Vanouds was 't het bos van
Emmikhuizen als noch jegen woerde-
licken - in 1561 n.l. - blycken mochte
uten eycken struweelen daerop was
sende ende staende." De pachters te
Emmikhuizen haalden er allerlei hout
„goede balkenslieten, stalrepel, wagen
dissen ende diergelijcke."
Prattenburg blijkt oorspronkelijk een
boerenhoeve geweest te zijn, bezit van
het Duitse Huis te Rhenen. In het ar
chief aldaar vonden wij een oorkonde
van 18 juni 1642, vermeldend dat Mr.
Bartholomeus Bercheyck, gemachtigd
door Jonkheer Govert de Coninck, aan
Peter de Goyer, oud-burgemeester van
Amersfoort, de eigendom overdraagt
van het goed genaamd Prattenborch,
gelegen aan het Veeneind onder het ge
recht van Rhenen, tegen een jaarlijkse
erfpacht van 12 gulden 12 stuivers, aan
de commanderij te Rhenen te betalen.
Vóór de Coninck warden andere bezit
ters genoemd. Na de Goyer volgden de
families Van Gelder, Chuyt en eindelijk
in 1694 Mr. Anthony van Asch van
Wijck, welke familie het kasteel en de
landerijen nog bezit.
De oude Grift
Bisschop David van Bourgondië blijkt
een vat vol tegenstrijdigheden geweest
te zijn. Bij kerkelijke zowel als profane
geschiedschrijvers staat hij in een kwa
de reuk om zijn onpriesterlijke per
soonlijkheid en zijn „tirannennatuur",
maar enige jar engeleden heeft dr. G.
B. J. Zilverberg hem in zoverre gereha
biliteerd, dat hij hem prijst om zijn
hervormingen op sociaal en economisch
gebied, vooral zijn sanering van het
muntwezen, zijn verbeteringen in het
waterstaatsbeheer en de kerkelijke
rechtspraak, de bevordering van het in
tellectuele en zedelijke peil van de cle
rus, zijn kloosterhervormingen, zijn
zorg voor armen en wezen, zijn bevor
dering van kunsten en wetenschappen,
ja, de schrijver constateert zelfs, dat hij
als priester boven velen van zijn tijd
genoten uitstak. Wat hiervan zij, bis
schop David heeft zich stellig verdien
stelijk gemaakt door het doen graven
van de Grift van 1473 tot 1481, waarbij
gedeeltelijk gebruik werd gemaakt van
het oude riviertje de Eem, lopende van
Manen naar de Grebbe. De Kromme
Eemwal, een kade die van de Maander-
dijk naar Kruiponder bij de Haarwal
gaat, en die eertijds de Gelderse polders
tegen het Eemwater moest beschermen,
- de aarde ervoor groef men uit een
laagte, die Blinde Eem genoemd werd -
is er nog een overblijfsel van - Een oud
stuk zegt „dat bisscop David die Grifte
heeft doen maecken bij eenen Jacob van
Bublionesteyn, van den Ryn aff tot in
de veenen toe op ten Stichtschen bo
dem metten Veendyck daertoe behoo-
rende." De Veendijk werd opgeworpen
langs de Grift aan de westzijde, aan de
overzijde van het huidige Benedeneind.
Dat de Grift gegraven werd tot vervoer
van de turf blijkt uit deze pasage: „Dat
alsdoen by bisschop Davids tijde ende
daernaer deselve Grifte gebruyekt is
geweest met schepen genaempt same-
reusen, maesschepen ofte lórdennen om
torff te halen." Behalve het bekende
woord samereus, vinden we hier twee
onbekende namen voor de turfschepen:
maasschepen of lórdennen.
Of de scheepvaart naar de Rijn zo
moeilijk was als gewoonlijk wordt voor
gesteld, lijkt betwijfelbaar. Thans wa
tert de Vallei naar het noorden af, maar
destijds, toen de bodem ruim 2 meter
hoger was, liep het water in zuidelijke
richting naar de Rijn, wier niveau lager
was. Zijn het niet veeleer de stroop
tochten der Geldersen, die de vaart be
moeilijkten, zelfs lamlegden, met het
gevolg dat de Grift dichtgroeide? „Dese
Grifte van Bisscop David is met ver
loop van crych ende oirloge tusschen
die Geldersche ende Stichtsche verlant"
zegt een oude instructie.
Zoekt men naar het oorspronkelijke
stuk waarin David van Bourgondië het
graven van de Grift gelastte of toestond,
dan wordt men teleurgesteld: ,t schijnt
verloren geraakt te zijn. Ook een be
stek ontbreekt. Wel vindt men bij
schrijvers over de Grift steeds de woor
den aangehaald: die gr af te voirt doir
die Rhijnsche venen te graven ind to
eynden." Zij vergissen zich echter: het
charter waaraan deze woorden ont
leend zijn, is uit1485, terwijl de
Grift in 1481 reeds gereed was! Eén
stuk uit de beginjaren is gelukkig be
houden: de schouwbrief uit 1474, ge
geven op 1 april. Bisschop David zegt
hierin dat hem klachten bereikt hebben
van de veengenoten over de last van
„vreemden vloeden en wateren", waar-
ALWEER
OPTICIEN
KERKEWIJK17
VEENENDAAL TEL.3313
Ook Vo<fr2J£ketifcmds6ede/h!!
cimo quarto die mensis decembris, d.i.
in het jaar des Heren 1485 de 14e de
cember, - wellicht is de datum een ver
schrijving - noemt als aannemers van
de Grift, Hubert van Zulen en een niet
nader genoemde Warmbout met hun
medewerkers. Zij moesten over zes ja
ren de zaak klaar hebben. De Grift
moet ook naar het westen gegraven
worden, dus door de huidige Zandstraat.
Gedurende die zes jaren mag niemand
veen graven tenzij voor eigen gebruik
„elck syne brant to syns huys nodorft"
Wie de man met zijn geheimzinnige
naam Jacob Bublionesteyn was, hebben
wij niet kunnen achterhalen. Waar
schijnlijk was hij een der compagnons
van Hubert van Zulen.
(Wordt vervolgd). D. Philips.
'WBMimêêP1
Als u eens in oude fotografische tijdschriften of fotoboeken bladert en de op
namen daarin vergelijkt met die van thans, zult u stellig een - vaak zeer
groot - verschil bemerken. Niet dat de kleding en stoffering anders is. Want
dat is begrijpelijk. Het karakter van de foto's, de uitdrukkingswijze, is zo
heel anders. We zouden het zó kunnen formuleren: in het algemeen was de
fotografie vroeger het vastleggen van een voortdurende, bestaande toestand,
het vereeuwigen van een moment, dat kentekenend was voor een periode
van het bestaan. Zo'n opname was dan wat we noemen een voorbeeld van
statische fotografie, die een halve eeuw geleden dè uiting was van foto
grafisch kunnen. In deze tijd van enerverende actie kan het toch weldadig
zijn om naar die oude - vaak zeer fraaie - opnamen te kijken, hoewel het foto
graferen van thans het karakter heeft gekregen van het behouden van de
actie van één moment, de directe greep uit het voorbijgaande leven-zelf.
door de venen onbruikbaar werden. Hij
besloot toen een „nyeuwe grafte" te
doen graven en dijken aan te leggen en
doet een beroep op alle belanghebben
den de watergangen, wegen, straten en
stegen goed te onderhouden, zowel in de
Nude als in de Broeklanden en venen.
Ook gelastte hij een nieuwe dijk aan te
leggen, gaande van de Grebbe tot in de
venen. Dit was de dijk langs de Grift
aan de westzijde, tussen de Grift en de
Leygraaf, de twee „scoubaren graven".
Een dijkgraaf en vijf heemraden
moesten watergangen, wegen, straten
en stegen schouwenéén uit de Rhenen-
se geestelijkheid, één uit de geërfden
van de Nude, één uif die van de broek-
of hooilanden en twee veengenoten.
Driemaal per jaar moest er schouw zijn:
Op 4 mei, op de vierde dag na St. Jan
(24 jan.) en op de vierde dag na St.
Victor (10 okt.). De boete bedroeg een
halve oude schild. Liep men die op, dan
liet de dijkgraaf water of weg in orde
brengen door veel arbeiders, alles op
kosten van de schuldige. Steekt iemand
de Griftdijk door, dan mag de dijkgraaf
hem „doen richten aen syn lyff". Wil
een ingeland met de dijkgraaf of de
heemraden gaan vechten bij de
schouw, dan mag hij ook aan den lijve
gestraft worden „ofte anders corrigie-
ren". Nog veel meer bepalingen bevat
de schouwbrief, die bisschop David ein
digt met het bevel, dat zijn ordonnantie
„ewelick, erfflick ende ommermeer"
nageleefd moet worden. Het eeuwige
bleek heel betrekkelijk, want na Davids
dood in 1496 beklagen de veengenoten
zich wel altijd betaald te hebben, maar
dat de dijkgraaf „by menschen memo
rie" nooit heemraden uit de veengeno
ten gekozen heeft, terwijl de bisschop
hen aanwees! De Grift vervuilde ook,
het kruid werd niet gesneden, de bo
dem niet gediept, de dijk niet onder
houden. Bij 't Kolkschut ontstond een
grote ondiepte, zodat men 's zomers bij
droogte droogvoets over de Grift kon
gaan „met behulp van een caecxbeen
off een steen daer men op trede."
Het stuk met zijn raadselachtige da
tering Anno Domini LXXX quinto de-
veilig uit veiüg tlmis
Inhalen behoort tot de gevaarlijkste
verkeersmanoeuvres. Er zijn altijd twee
partijen bij betrokken en allebei maken
ze maar al te dikwijls fouten die een
ongeluk veroorzaken of mede-veroor-
zaken. Dat bleek ook bij een onderzoek
van 10.200 inhaal-ongelukken in West-
Duitsland. Hier komen de meest ge
maakte fouten.
De „inhalers"
niet voldoende uitgeweken naar links
40 °/o)
er naderde een tegenligger 30 °/o)
bij het weer invoegen „gesneden"
12
niet in de spiegel gekeken (5
De „ingehaalde"
naar links gekomen tijdens het inge
haald worden 14°/o)
onvoldoende rechts rijden 4
gaat zélf inhalen op het moment dat
hij ingehaald wordt 1,5
voert snelheid op tijdens het inge
haald worden 0,5
Bij hetzelfde onderzoek bleek voorts
dat van al die tot ongelukken leidende
inhaalmanoeuvres
56 toelaatbaar was, maar foutief
werd uitgevoerd;
36% ontoelaatbaar was;
8 door diverse oorzaken tot onge
lukken leidde.
Inhaalongelukken zijn bijzonder ge
vaarlijk. Bij 21 van deze ongeluk
ken waren één of meer doden te be
treuren.
Veel ongelukken 11% ontstonden
bij het inhalen van fietsers die niet
goed rechts hielden of zonder nood
zaak slingerden.
De gevaren bij het inhalen blijken
vooral te bestaan op:
AUTOWEGEN:
snelheid tripleren
GEWONE BUITENWEGEN:
tegen-verkeer (frontale botsingen)
snijden
GROTE STEDEN:
hoge verkeersdichtheid smalle rij
banen.
Verbond voor Veili gVerkeer.
Publikatie van het
Niet dat de statische fotografie niet
meer zou bestaan, maar voor zeer velen
is het maken van foto's veel meer ge
worden: het onmiddellijk weergeven
van een flitsend ogenblik, het vastleg
gen van de spanning van dat éne mo
ment. Het zijn de dynamische foto's die
nu meer in trek zijn.
Een stap verder nog is: de actie te
laten zien groeien. Het middel daartoe:
de „fotoserie" wordt nog betrekkelijk
weinig gebruikt. Menigeen, die kiekt,
denkt zelfs nooit aan een serie opnamen
omdat zijn aandacht getrokken wordt
door één bepaalde actie of situatie, die
hij ook maar éénmaal vastlegt.
Fotograferen, zo denken velen, is: het
kiezen van het juiste, het éne juiste
moment. Dat er zo kort achter elkaar
meer momenten kunnen zijn, hebben
ze nooit overwogen. Er is een kiek ge
maakt, het f imp je wordt een nummer
tje verder gedraaid, het toestel gaat in
de tas en het wachten is tot er mis
schien na een heel lange poos wel weer
eens wat te kieken zal zijn. Het bestaan
van een serie opnamen kennen ze alle
maal van de voorstellingen, die laten
zien hoe met een machtige zwaai een
emmer water in twee seconden kan
worden geleegd en dat dit feit dan nog
kan opgenomen worden in vier of vijf
aparte shots: het water even over de
randhet water al half uit de em
meren na nog wat tussenopnamen
de lege emmer. Dat is inderdaad een
serie opnamen, maar het is niets anders
dan een uiteengerafelde actie.
Ook de duiker, die van de spring
plank in zevenen naar beneden komt -
zeven fotootjes natuurlijk! - is niet het
onderwerp voor de echte fotoserie. Der
gelijke opnamen zijn technisch-weten-
schappelijk misschien zeer interessant
en leerzaam, maar zo'n extra in moot
jes gesneden fotografische filet hoort
niet thuis in het album serie-opnamen'.
Daarvoor is nodig, dat ieder van de sa
menstellende foto's een echt apart
waardeerbaar kiekje is. En daar het
leven vol is van groeiende situaties, is
het voor hem, die zich eens op dit ter
rein wil wagen, heus zo moeilijk niet
een aantal vlotte „fotoverhalen" te ma
ken.
Het voorbeeld, dat we hierbij geven
is een eenvoudig geval, dat dagelijks
kan voorkomen. Het is niet noodzake
lijk om het steeds in het kinderleven te
zoeken, hoewel toegegeven moet wor
den dat dit er zich bijzonder voor leent.
Want de impulsieve handelingen en
uitingen van kinderen kunnen zeer ka
rakteristieke series geven. Maar ook
het bezoek van kennissen, het uitlaten
van de hond, het spel van jonge katten,
de visser aan de waterkant en het plak
ken van de lekke band kunnen sketches
in fotografische zin geven, waarin de
leut, de verwachting en de bezorgdheid
in beelden leesbaar worden.
Een recept ervoor geven? Dat zal wel
heel moeilijk zijn, want hoeveel licht
situaties kunnen hierbij wel niet voor
komen? Een „opbouwschema" kan mis
schien diensten bewijzen: géén serie is
goed, of de opnamen moeten stuk voor
stuk ook kiekjes zijn om te willen be
zitten. Elke serie moet haar „aanloop"-
foto hebben, met foto's van het .verloop'
der gebeurtenissen en natuurlijk ook
een .afloop'. Juist in de laatste kiek
moet de clou schuilen. Dan moet de
serie ook klaar zijn. Na het hoogtepunt
van de actie nog niet weer eens - om
met Staring te spreken - een nóg laat
ster foto te maken. Dat zou een anti
climax geven.
Soms zijn het drie, vaak vier of vijf
foto's, die de sketch vormen, maar nooit
mag er één teveel zijn. Vandaar een
goede raad: wie een serie maakt, kan
rustig wat extra momenten proberen
te vangen. Maar wanneer de kieken
klaar zijn, leg ze dan naast elkaar op
volgorde. Alle acht. Bekijk ze goed.
Meestal kunnen er dan drie uit. Een
fotoserie is geen beeldroman.
AUTO-RIJLESSEN OP SCHOOL
De Sarah Robinson middelbare school
te Crawley New Town heeft een initia
tief genomen ter bevordering van de
verkeersveiligheid. Iedere week laten
twaalf leerlingen hun leerboeken in de
steek en worden meegenomen naar de
speelvelden van de school, waar zij
autorijlessen krijgen. De ,weg' is op de
sportvelden aangelegd; hij heeft over
steekplaatsen voor voetgangers, stop
borden, verkeerslichten en bochten.
Alles is precies eender als op een
gewone weg behalve dat er geen ver
keer is. De school heeft verschillende
auto's cadeau gekregen en reparaties
worden door de mannelijke leerlingen
in de schoolwerkplaats verricht.
„EEN LAND MET ROTSIGE KUSTEN EN GOUDEN STRANDEN GROND
WAAROP EEN TAAI EN ZELFSTADIG VOLK LEEFT", zegt
Penelope Turing
Ga niet naar Cornwall als U een district wilt bezoeken dat typisch Engels is
maar als U er niet naar toe gaat, hebt U een van de meest boeiende graafschappen
van Groot-Brittanië gemist.
Cornwall is iets unieks een lange driehoek in het uiterste zuid-westen van
Engeland, aan de ene kant begrensd door de Atlantische Oceaan, aan de andere kant
door Het Kanaal, en van de rest van het land gescheiden door de rivier de Tamar.
Het is een land van rotsachtige kusten en gouden stranden, van heidevelden en
heuvels, afgewisseld door rijkbeboste valleien, waarover een waas hangt van legenden
en bijgeloof.
een verrukkelijk ou dha venplaats je met
een zandstrand, is beroemd om de op
windende sport - het haaienvissen.
Vervolgens komt u in het charmante
Fowey, een havenstadje aan de mond
van de rivier de Fowey, verder land
inwaarts naar Truro, een oude stad met
een moderne kathedraal en dan terug
naar de kust naar Falmouth. Dit is de
bekendste badplaats van Cornwall en
vermaard als zeilcentrum.
U bent nu bijna bij het punt van het
graafschap Helston, een marktplaats, is
wereldbekend om de traditionele „Fur
ry Dance", welke ieder jaar wordt ge
houden op 8 mei. Dan dansen de be
woners huis in huis uit met slingers van
bloemen en groen.
En hier laat u de milde schoonheid
van de zuidkust achter u. Toch gaat u
eerst nog verder naar het zuiden, naar
de pracht van Lizzard Point en daarna
naar het westen van Helston naar Pen
zance en Land's End. Penzance is het
vertrekpunt voor de Scilly Isles (30 mijl
uit de kust), zowel per boot als door de
lucht. In de zestiende eeuw werd de
stad door Spanjaarden geplunderd,
maar thans is heteen vrolijk en vredig
vakantieoord. Niet ver hiervandaan
bevindt zich de schilderachtige St. Mi
chael's Mount, het kasteel van Lord St.
Levan, gebouwd op een rots in zee en
thans het eigendom van de National
Trust.
De kust van Noord Cornwall is één
lang panorama van natuurschoon.
Breng een bezoek aan de kunstkolonie
St. Ives, een typisch, schilderachtig
stadje, met e enmooi zandstrand. En
vergeet St. Agnes niet, waar de rotsen
zulke wondermooie kleuren hebben.
Newquay, eveneens zeer geschikt als
vakantiecentrum, heeft een prachtige
omgeving. Padstow is een leuk oud ha
venplaatsje, dat vredig sluimert tussen
zijn herinneringen aan een ver verle
den, omgeven door betoverende inham
men.
Tussen Padstow en Bude, een bad
plaatsje dicht bij de grens met Devon,
bevindt zich het geheimzinnigste en
meest legendarische district van Corn
wall. Tintagel met de ruïnes van het
kasteel, 300 voet boven de zeespiegel,
waar koning Arthur werd geboren en
waar hij later hof hield. Op slechts
enige mijlen afstand hiervan ligt op het
verlaten Bodmin Moor, Dozmary Pool,
de plek waar Sir Bedivere, na de dood
van koning Arthur, het magische
zwaard excalibur in het water wierp
en een geheimzinnige hand het mee de
diepte introk.
Maak een wandeling over de heide
velden, aanschouw de machtige zee die
teg ende rotsen beukt - u zult de kracht
van Cornwall nooit vergeten.
Ook de bevolking heeft iets specifieks.
De ware Cornishman stamt af van een van
de Keltische rassen en enkelen onder de
ouderen zijn nog „helderziend" en hebben
de vreemde kracht om komende gebeur
tenissen te voorspellen. Het is een taai en
onafhankelijk ras van zeelieden en vis
sers, bestand tegen de woeste zeeën die
's winters de kust beuken.
In het verleden was Cornwall gemakke
lijker bereikbaar via de zee dan via land
en sinds de tijd dat de Phoenicische koop
lieden naar Cornwall kwamen om tin te
kopen, hebben vele zeevarende naties de
kust bezocht. Hier en daar is het bloed
dat de bewoners van Cornwall door de
aderen stroomt vermengt met dat van
Spajaarden en Bretagners zeelieden die
met meisjes uit Cornwall trouwden en
zich vestigden in hu gezellige kleine dor
pen.
Zendelingen uit Bretagne en Ierland
bracten het christendom naar Cornwall.
Maar ook op dit gebied blijkt de zelf
standigheid van de bevolking uit het aan
tal oude kerken gewijd aan plaatselijke
heiligen, die in andere landen onbekend
zijn St. Levan, St. Sennen, St. Buryan,
St. Just en vele anderen.
Als u in Cornwall bent moet U bereid
zijn het onverklaarbare te begrijpen of
tenminste aan te nemen. Het is geen cord
voor sceptici. Als U aller oppervlakkig
beschouwt zult U niet meer vinden dan
een prachtig vacantiegebied. Maar als U
ronddwaalt en luistert kan het zijn dat U
vreemde verhalen hoort over spookachtige
van de verdoemde ziel van Tregeagle als
lichtverschijnselen of het onaards geschrei
hij achtervolgd wordt door de duivel's
honden over de heidevelden bij Dozmary
Pool. U hebt gemakkelijk lachen in de ge
zellige omgeving van een herberg, maar
ik betwijfel het of U er iets voor zult
voelen om in uw eentje een nacht op de
heidevelden door te brengen. Het is een
eigenaardig land.
Begin uw reis door het graafschap in
het lieflijker zuidelijke deel, vanaf Ply
mouth. De zuidkust van Cornwall is
fascinerend en schilderachtig, met be
boste valleien en prachtige baaien. Dit
deel heeft een mild klimaat en subtro
pische plantengroei en wordt dan ook
de „Cornish Riviera" genoemd. Looe,
WOLLEN KLEDING MET VOERING VAN
SCHUIM
In september zullen in Groot Brittan-
nië kleren aan de markt worden ge
bracht die gemaakt zijn van met schuim
gevoerde wollen stoffen, waarvan het
voordeel is dat zij warm zijn zonder
zwaar te wezen, koel zijn in de zomer
en niet kreuken. De National Associa
tion of Scottish Woollen Manufacturers
Association heeft verklaard dat deze
kleren bijzonder prettig zijn in het dra
gen. De schuim-voering wordt verkre
gen door een zeer dunne laag polyure-
thane, of een andere kunststof, met de
stof te verbinden. Proeven hebben uit
gewezen dat tweed-stoffen die op een
dergelijke manier geprepareerd waren
dagen lang in koffers gepakt konden
blijven zonder dat ze kreukten.
Stationsweg 54 - EDE - Telefoon 08380-2798
Hoofddealer voor Ede-Wageningen-Veenendaal en Omstreken