3 mode- stillen één show \m (PFAFF) RIJLES? ma&s* r FIJN OM ZELF TE HEBBEN! Trouwrijden Garage LEEWIS MARINO! 27 75 fipÉÉ 64.50 30 maart 1912 stierf de schrijver in PFAFF „DE VALLEI" UW BLAD De wereldzeeën vormen een nog onvoldoend aangeboorde bron van grote rijkdommen Het weidegebruiksplan TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 2 MAART 1962 Nr. 18 HYPOTHEKEN W. J. VELDHUIZEN AUTORIJLES „HET CENTRUM" M. VAN BEEK lOolaat tnttaan ^Mvooxuitgang naaimachinehuis VOOR DE BOER H i j^RVGTE DE HOUTSPECIALISTJ GELEDEN Auteur van bekende jongens boeken had een moeilijk leven Deze tegen de deur van een forse brand kast rustende mannequin draagt een com plet van Alwin Eberlé, zoals het te zien is in de Katoenshow 1962. Strepen van pastelkleurige in elkaar vloeiende tinten zün het dessin van de jurk, waarvan aan de voorzijde twee losse volants van boven afgezet met een strikje opval- en. De japonstof diende ook als voering van de gladde, enigszins getailleerde mantel, waarvan het effen bruin prach tig contrasteert met de kleurige jurk. De naam van het model is zeer toepasselijk: „Cassata." Het bijpassende hoedje van dezelfde bruine, glanzende katoenen stof als de mantel, is een toque. AFTREKPOSTEN INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING Dertiende geheel herziene en aange vulde druk samengesteld door B. Schip pers en J. L. van Hedel 164 bladz. Met duplicaat Aangiftebiljet 3,75. Uitgave N.U. Mij.-Leiden. Dit boekje heeft in de loop der jaren burgerrechten verkregen. De rode boei op de omslag is een blikvanger, die men steeds vaker ziet. Deze handleiding is een praktische gids om te voorkomen dat men teveel belasting betaalt. Een vergeten aftrekpost kan handenvol geld kosten. Ook indien men niet zelf zijn aangif tebiljet invult, is het van belang dat men telken jare de overzichtelijke in houd van „Aftrekposten" even door neemt, opdat men van alle van toepas sing zijnde aftrekmogelijkheden profijt kan trekken. Deze 13e editie is iets omvangrijker geworden. De tabellen zijn uitgebrei der opgenomen en enkele recente ar resten, die nieuwe aftrekmogelijkheden hebben geopend, zijn aan de inhoud toegevoegd. Uiteraard is ook aan de belastingaf trek voor de werkende gehuwde vrouw uitvoerig aandacht besteed. Door deze uitbreiding echter is de overzichtelijkheid van de inhoud niet geschaad. Juist deze overzichtelijkheid is naast de algemeen erkende De- trouwbaarheid van de inhoud de grote charme van deze uitgave. Een door de mannequin Georgette ge toond wandel-ensemble van Alwin Eber lé uit de Katoenshow 1962. Een mouw loze flessengroene jurk met opgestikte zakken en een breed uitlopende ceintuur wordt gedragen onder een mantel van dezelfde stof en dito kleur. De mantel heeft een 3/4 mouw. De enige garnering van het gehele ensemble werd verkregen door een witte zadelsteek. Het hoedje, een toque van gelijke stof en kleur, werd op dezelfde wijze bewerkt. De stijl waar meisjes van houden Twennie-mantel in originele shetlandkwaliteit. De contrasterende stiksels geven dit jasje van prachtige no-iron twill een biezonder sportief effekt. Geheel dubbel. In rood, bleu, lindegroen en marine. Voor meisjes van 6 tot 15 vanaf Met mooie, imitatieleren knopen en garnering. In fris groen en rood. Voor meisjes van 10 tot 15 vanaf AMSTERDAM-ROTTERDAM-EINDHOVEN-UTRECHT-HAARLEM MAASTRICHT (WéBé)-NIJMEGEN-AMERSFOORT-AMSTELVEEN Moderne Bruidsauto 6 en 8 persoons auto's Nieuwe weg 41 Veenendaal, Tel. 2535 le en 2e Verzekeringen, Financiering, Part. geldl., Zaken krediet. Inl.: Postbus 65 VEENENDAAL Nu reeds voor 298,een elektr. Singer Ringspoel- naaimachine met verlich ting. Singer agentschap: Munnikenweg 97 Telefoon 08385-3573 VEENENDAAL Een vertrouwd adres voor VAMOR Instructeur Jan Steenlaan 611 NIEUW telefoonnr. 3726 Kostverloren 8, Telef. 3068 GRATIS THEORIE 1862-1962 KERKEWIJK 9-TEL. 3043 De verleden jaar door het Nederland: Katoeninstituut genomen proef om de Ka- toenshcw te laten samenstellen door niet minder dan vijf mode-ontwerpers is aller- wege zo zeer in de smaak gevallen, dat ook nu weer aan vijf van de beste Neder landse couturiers opdracht is gegeven de Nederlandse katoenen stoffen voor het nieuwe seizoen gestalte te geven in een vijftigtal modellen. Is het op zichzelf al aantrekkelijk in één show een indruk te krijgen van het kunnen van ontwerpers als de Hagenaar Ernst Jan Beeuwkes en de Amsterdam mers Alwin Eberlé, Max Heymans, Dick Holthaus en Ferry Offerman, nog interes santer is het om te zien welke modieuze mogelijkheden zij in de hun ter beschik king gestelde katoenen stoffen vermoch ten te ontdekken. Veelzijdige artistieke talenten op een dergelijke wijze samengepakt in één mo deshow, zonder dat deze ontaardt in een rommelig allegaartje, moeten een gemeen schappelijke basis hebben. Het is frap pant dat katoen, in al zijn verschijnings vormen, precies het materiaal is dat, on danks de verschillende modieuze inter pretaties der medewerkende ontwerpers, toch een prettig aandoende eenheid be werkstelligt. Zo is de Katoenshow 1962 geworden tot een harmonieuze schakering van 59 door de Nederlandse katoenindustrie geleverde prachtige stoffen en daaruit vervaardig de modellen, die samen een op alle moge lijke gelegenheden afgestemde garderobe voor de Nederlandse vrouw vormen. Heeft mode-ontwerper Beeuwkes zich voornamelijk aangetrokken gevoeld tot donkere kleuren (zie zijn model „Embas sy Club"), een routinier als Alwin Eber lé daarentegen heeft het meer gezocht in Bijna driekwart van de wereldbevolking leeft samengeperst op een twintigste van het landoppervlak. De geografische verspreiding is evenals die van de dieren ge bonden aan streken, waar het milieu - met inbegrip van de voedselvoorziening - gunstig is. Het woongebied is beperkt tot streken, waar regenval, temperatuur en andere klimatologische factoren het bestaan van de mens kunnen verzekeren. Op vallend is dat deze streken doorgaans in de nabijheid van de zee liggen en zich niet veel verder uitstrekken dan 400 km van de kusten van de oceanen en van de Mid dellandse Zee. Het door invloed van de zee gematigde klimaat, de vruchtbaarheid van de bodem aan de riviermonden en het gebruik van deze voor het vervoer van grondstoffen en produkten brachten de mens er toe zich aan de zee te vestigen. Via de zeeën werd niet alleen de ontdekking van nieuwe werelddelen mogelijk, maar genoot de mens ook de voordelen van de kruisbestuiving der beschavingen. Industrie en handel vestigden zich in de loop der tijden aan de zeekusten. Al vroegtijdig wist men dat de zee ook een waardevol reservoir van bruikbare stoffen is. De zoutwinning was reeds dui- zende jaren voor onze jaartelling bekend. Pas veel later leerde men op lonende wij ze andere stoffen uit zeewater te winnen. De laatste tijd wordt volgens verschillende methoden tegen redelijke prijs zoet water uit zeewater gewonnen. Een aantal proef fabrieken is in de Verenigde Staten in werking; ze houden een belofte in voor de miljoenen, die in dorre streken wo nen, waar voortdurend watergebrek heerst. De jongste ontwikkelingsfaze in de Ver enigde Staten is de grote trek naar de kust om daar een blijvende woonplaats te vinden - een „volksverhuizing", die zich uitstrekt van de staat Maine tot Mexico. Onnodig te zeggen, dat er nu reeds rekening mee wordt gehouden dat de kust daardoor als hulpbron voor de voedselvoorziening in waarde daalt. De federale regering heeft zich daarom in het bezit gesteld van uitgestrekte, nog onbe dorven gebieden langs de kust om er parken aan te leggen en wildreservaten in stand te houden. Het vasteland strekt zich overal nog verder in zee uit; meestal daalt de bo dem langzaam tot een diepte van 200 me ter en pas daarna steil tot grotere diepte. De „ondiepte" langs de kusten is ge middeld 50 km breed en deze strook wordt intensief door de mens bewerkt. In de Golf van Mexico en langs de Californische kust wordt in zee geboord naar aardgas en olie. De oliereserves onder zee worden geschat op 20 miljard vaten. Het zijn ook vooral de zeeën langs de kust, waar de visserij druk wordt be oefend. Van de tienduizenden vissoorten, die bekend zijn, hebben echter slechts weinige voor de mens waarde, omdat vele te klein zijn, andere gifig. De meeste ko men te zeer verspreid voor om een lonen de vangst te kunnen opleveren. Slechts een gering aantal soorten komt voor de commercieel opgezette visserij in aanmer king. Tien procent - 3,1 miljoen ton - van wat de zee oplevert, behoort tot de ongewervelde dieren: garnalen, kreeften en krabben (26 mossels, oesters en an dere schelpdieren (42 °/o), inktvissen (20 #/o) en de rest slakken, zeekomkommers, enz. De walvisachtige zoogdieren, waarvan er elk jaar een dikke tienduizend worden gevangen, leveren voornamelijk traan en vleesmeel op. Ook de zeeschildpadden en hun eieren vormen een waardevol voed sel. Zeewier is eveeens een vrij belangrijk produkt van de zee; in de Oriënt worden rode en bruine algen gevist, waaruit agar- agar wordt bereid. De produktie hiervan bedraagt 400.000 ton. waarvan 85 °/o voor rekening komt van Japan. Al de menselijke activiteiten, die zich langs de kusten manifesteren - landwin ning, insektenbestrijding, industrie, scheepvaart, enz. - yergroten voor de mens de mogelijkheid zijn woongebied uit te breiden, maar ze bezorgen in vele gevallen nadeel aan de speciale functie van het kustgebied de zeedieren het leven mogelijk te maken. Men mag aannemen dat dit evenwicht met de jaren steeds meer zal worden verstoord. Het is voor de mannen der wetenschap een onverdraaglijke gedachte dat de enor me voedselrijkdom van de zeeën nog zo weinig kan bijdragen tot het opvangen van het voedseltekort dat in vele delen van de wereld een permanent probleem vormt. Er zijn vooral in het zuidelijk halfrond grote hoeveelheden vis en week dieren aanwezig, waarvan de geregelde vangst nog nauwelijks ter hand is ge nomen. Bij andere diersoorten is het wachten slechts op de ontwikkeling van de afzetgebieden om een commerciële vangst mogelijk te maken. Er zijn voorts grote hoeveelheden diepzeevissen, waar van de vangst mogelijk zal worden, zodra methoden en middelen gevonden worden om ze op grote schaal te vangen. Volgens de Voedsel- en Landbouworga nisatie is in de laatste twee decennia de produktie van de zeevisserij, dank zij de betere outillage der schepen, voortdurend toegenomen. Vooral is dit het geval in Japan, aangezien dit land door zijn be perkt bodemareaal meer en meer op de zee is aangewezen om in de behoeften van zijn miljoenenbevolking te voorzien. In de Verenigde Staten is de vangst van ha ringachtige vissen sterk toegenomen, niet voor consumptie, maar voor de fabricage van industriële olie en vismeel. De totale visvangst bleef in de Verenigde Staten echter ongeveer op hetzelfde niveau, om dat tegelijkertijd de vangst van consump tie vis met 17 daalde. Dit is vooral toe te schrijven aan de vermindering van het aantal vissers, omdat vele jongeren - evenals in de Westeuropese landen - naar een meer aantrekkelijk beroep uitzien. NIEUWE BENADERING VAN TAALONDERWIJS Nu Groot-Brittannië op het punt staat zich bij de E.E.G. aan te sluiten, beseffen vele fabrikanten hoe belang rijk het is personeel te hebben dat min stens een vreemde taal spreekt. Als ge volg hiervan worden er thans vele me thoden toegepast om taalonderwijs te geven aan personeel in de industrie, de handel, de scheepsbouw en de lucht vaart. Hoewel Frans nog altijd de meest onderwezen vreemde taal op de mees te Britse scholen is, zijn vele onderne mers van mening dat Spaans belang rijker is, met op de volgende plaatsen Duits en Russisch. De Federatie van Britse Industrieën stelt thans een on derzoek is naar de algemene taaibe hoeften van de industrie; hiervoor zijn ongeveer vierhonderd industrieën be naderd Het rapport van de F.B.I. zal dit voorjaar verschijnen. Ondertussen hebben vele Britse firma's zelf al maat regelen genomen door toeslagen in het vooruitzicht te stellen voor leden van hun personeel die een tweede taal le ren. In vele gevallen mogen deze werknemers de vreemde taal tijdens hun werkuren leren. Mather and Platt, de machinebouw firma uit Manchester, heeft een dagelijkse cursus Russisch voor zijn personeel ingesteld. Shell Cheicals heeft een modern electronisch „taallaboratorium" voor het onderwijs in Europese talen. Dit „laboi-atorium" werkt met een do cent, en met behulp van een bandre corder, oortelefoon en inter-communi- catiesysteem en geeft tegclijktertijd les aan meer dan een leerling. Iedere leer ling zit in een geluiddichte cabine met een bandrecorder en staat met zijn do cent in verbinding. (L.P.S.) Dit is een van de tien modellen die de mode-ontwerper Ernst Jan Beeuwkes heeft vervaardigd voor de Katoenshow 1962. Het is een uit een rok en een jasje bestaand marine-kleurig reis-pakje, dat zonder bloes gedragen kan worden. Een bijzonderheid van het jasje is zijn cape-vorm aan de achterzijde. De ver werkte katoenen stof is van een zware, soepel, vallende, glanzende kwaliteit. (Mo del „Embassy Club"). combinaties van effen stoffen en veel kleurige, rustige dessins (zie zijn model „Cassata"). Dick Holthaus durfde het aan vijf ver schillende modellen te maken van één dessin in diverse kleurstellingen, terwijl Ferry Offerman het voor zijn creaties juist hebben moest van zeer zonnige, bij na goud-achtige kleuren. Max Heymans heeft gedacht aan de vrouw van „gemid delde leeftijd" en koos zwart als hoofd toon in zijn collectie. Met het oog op de wintervoerpositie van de volgende stalperiode dienen reeds per eind februari en begin maart de nodige maatregelen op het weidebedrjjf te worden genomen. Er moet In het komende groeiseizoen voldoende voer worden geoogst voor de melkkoeien en het jongvee, terwijl daarnaast steeds gedurende de gehele weide- periode voortdurend een zo ruim mogelijke vooraad wcidegras ter beschikking dient te zijn. Aldus de heer J. Bangma van het Rijksconsulentschap te Utrecht. Een goed weidegebruiksplan is hiervoor een vereiste. Bij een veebezetting van 1,5 melkkoe per ha zal het gehele bedrijf ze ker éénmaal moeten worden gemaaid. Al het te maaien gras kan niet van de eerste snede worden geoogst; slechts een deel van de eerste snede kan hiervoor worden bestemd. Er moet immers gelijktijdig een oppervlakte voor het afgrazen worden ge reserveerd. Een keuze van de te maaien percelen en de te beweiden oppervlakte dient dan ook te worden gemaakt. Is deze keuze gedaan, dan kan de be mesting naar het gebruik worden gere geld.. Alle percelen behoren in het voor jaar, bijv. eind februari of begin maart en stikstofbemesting te krijgen. Voor de te beweiden percelen bijv. naar 200 kg kas, voor de te hooien percelen naar 250 kg kas en voor de percelen die worden ingekuild een 300 kg kas per ha. Als er geen doordacht weideplan is, is tevoren niet overwogen hoeveel en waar gemaaid zal worden en waar de koeien zullen moeten weiden. Dientengevolge ontstaat er spoedig een grastekort in juni en juli, omdat dan de naweide te laat ter beschikking komt. Het plan voor het maaien en weiden behoort op elkaar af gestemd te zijn. Zonder planmatige opzet komt het ook voor dat de koeien op per celen moeten weiden waar in de winter maanden gegierd is, zodat het gevaar voor voorjaars-kopziekte bij de koeien toe neemt. Zonder doordacht weideplan wordt minder juist bemest en komt de gier al licht op d percelen vlak bij huis, wat on juist is tenzij dergelijke percelen worden gemaaid. Als met een weideplan wordt gewerkt, worden voor kuilgras bestemde percelen het vroegst met stikstof bemest om ze heel vroeg in het seizoen te kunnen maai en, waardoor reeds vanaf eind mei en begin juni een naweide op deze percelen beschikbaar komt. Daardoor kan de melk- gift in juni op peil blijven. Er is dan geen grastekort en de koeien behoeven niet meer in oud gras te weiden. Het bemesten met stikstof kan door het opzetten van een weidegebruiksplan ge richt worden gegeven, d.w.z. meststof aan gepast aan de behoefte van een voldoende groot oppervlak om te maaien in de loop van het groeiseizoen. Hiermede kan te vens worden berikt dat het maaien voor kuilgras en hooi regelmatig gespreid wordt over het gehele groeiseizoen. Niet alles behoeft dan gelijktijdig te worden gemaaid. Dit is vooral belangrijk met het oog op de arbeidsverdeling. Door een goed weidegebruiksplan wor den te grote arbeidstoppen voorkomen. Tevens kan, als er geregeld cn op tijd wordt gemaaid voldoende hoeveelheid ruwvoeder van goede kwaliteit worden geoogst, zodat voor de winter niet veel krachtvoer behoeft te worden bijgekocht. Een goed widgebruiksplan zal dan ook be tekenen dat de voederkosten per koe re latief laag blijven. r 1 BOARD! 4 n TEL:35201 PBTRIHONIUHLRPN 55 VEENENDRRLJ ZIE ONZE KOLLEKTIE VLIEGTUIG- EN SCHEEPS- MODELBOUW HET DANSEN IN ENGELAND Meer dan 5 miljoen mensen, dat is 10% van de bevolking, gaat in Groot- Brittannië iedere week dansen. De danszalen varieren van kleine dorps instituten, die slechts honderd paren kunnen herbergen tot „gestroomlijnde" paleizen in grote steden, die vaak plaats bieden aan 200 danslustigen. Vele men sen nemen deel aan wedstrijddansen en het is niet te verwonderen dat tijdens de laatste wereldkampioenschappen ballroom-dansen een Brits paar de eer ste prijs behaalde. Eigenlijk is ballroom-dansen in Gr.- Brittannië zowel „big business' als een populaire rage. Er zijn twee redenen waarom zoveel mensen regelmatig gaan dansen. Ten eerste wordt ballroom-dansen in Gr.- Brittannië geheel beschouwd als alge meen vermaak. Men weet dat men vrinden kan vinden in de plaatselijke dans-zaal; dat de avond niet te veel zal kosten, dat er gewoonlijk uitsteken de orkesten, dansvloeren en lichte ver versingen op hen wachten. Ten tweede is het geheel bijzonder goed georgani seerd. Er zijn speciale avonden voor ouderen en voor jongeren; ontelbare dansscholen; en fraaie toiletten tijdens de wedstrijden verhogen de sfeer. Iedere week wedijveren meer dan 2000 paren in ballroom-dans-competi- ties, sommigen voor onbeduidende prij zen, anderen voor reusachtige geldprij zen en de kans op winstgevende banen als leraar of demonstrator. O KARL MAY „Maar voor ik ga, moet ik U vragen wat het naaste doel van Uw verdere rit is „Wij gaan naar de Devils pulpit; kent gij die „Ja, wat was het goed dat ik U dit vroeg, ik waar schuw U, mijn blanke broeder!" „Voor wie „Voor Kiktohan Schonka, het oude opperhoofd der Sioux Ogalla's." „Voor Uw eigen opperhoofd Pshaw!" riep zij trots, „Aschta erkent geen opper hoofd boven zich. De jonge krijgers zijn voor Winne- tou, de anderen echter tegen hem. Neem U in acht. Ik weet, dat Kiktohan Schonka naar de Devils pulpit gaat. Pas op, dat gij niet in hun handen valt. Manitou zij dank, dat ik Old Shatterhand kan waarschuwen Herinnert U zich nog zulke passages? Ongetwijfeld. U ziet Uzelf nog zitten, als opgeschoten jongen. Stil in een hoekje van de kamer, want het is allang bed tijd. Maar vader en moeder hebben nog niets ge merkt En het boek is zo spannend Want na tuurlijk gaat Old Shatterhand naar de Devils Pulpit, en wat voor avonturen zal hij daar nu weer beleven? Want het zijn spannende gebeurtenissen, die Karl May in zijn boeken beschreef. Niet voor niets staat op de band „Karl May's reisavonturen". En welke jongen heeft de schrijver niet op zijn reizen vergezeld? In gezelschap van Old Shatterhand en Winnetou, door de onmetelijke Indiaanse jachtvelden van Amerika, door de woestijnvlakten met de slavenkaravaan of langs diepe ravijnen door het land der Skipetaren? EIGEN BELEVENISSEN OF FANTASIE? Wie was Karl May? Zijn het werkelijk zijn eigen reisavonturen, waarvan hij in zijn boeken verhaalt? Of was fleze auteur een man van grote fantasie? Het zijn allemaal vragen, waarop geen ja, maar ook geen neen kan worden geantwoord. Dat wil zeggen, wie Karl May was, is wel bekend, maar zijn levensgeschie denis vertoont enkele hiaten. Karl Friedrich May werd meer dan een eeuw gele den, om precies te zijn op 25 februari 1842, in het Saksische bergstadje Ernstthal geboren. Zijn fantasie, nodig voor het schrijven van boeken, had hij geërfd van zijn, overigens verstandige, vader, die van be roep wever was. Of misschien was die fantasie een erfenis van één zijner, bij de familie May inwonende grootmoeders, die vaak verhalen en sprookjes aan de kleine Karl en aan zijn broertjes en zusjes - er waren vijf kinderen - vertelden. Ook hoorde de jongen in de stadsherberg vaak verhalen vertellen - Karl was daar namelijk keteljongen - verhalen vol van avontuur en romantiek. Dit alles werd gecompleteerd door het jeugdleven in het mooie en wilde landschap van het Saksische Ertsgebergte, waar Karl zijn gedachten de vrije loop kon laten gaan. Als scholier van het „Lehrerseminar" te Waldenburg ontving Karl May zijn kennis. Wegens aan klein ver grijp - een onnozele diefstal - moest hij de school ver laten. Te Plauen studeerde hij echter verder. En niet zonder succes, want na enige tijd stond hij als onder wijzer voor de klas van een fabrieksscool te Chemnitz. Maar weer pleegde Karl May diefstal en nu was het vergrijp ernstiger. Hij stal van een kamergenoot een horloge om mee te pralen, en een meerschui men pijp om aan zijn vader te geven. Hij wilde graag voor „groot man" spelen, maar ook voor „groot moedig" man. Zo kwam Karl May in de gevangenis terecht. Zijn strafregister was niet blanco meer, ja, zou later zelfs nog minder „blank" vertonen. Zo omstreeks 1865 zat hij meer dan eens in de cel. Het waren meest ver grijpen als gevolg van zijn ijdelheid, die hem voor de rechter brachten. En in plaats van oprecht berouw was het bewondering voor de gentleman-misdadiger, die zijn hart vervulde. Na 1874 echter zijn de zwarte bladzijden van zijn levensboek voorgoed omgeslagen. Zwarte bladzijden, afgewisseld met „witte", d.w.z. lege, niets vertellende bladen. Zouden op deze blad zijden zijn werkelijke reisavonturen moeten worden opgetekend? Niemand kan de tekst hiervan schrijven. Men vermoedt wel, dat juist in deze donkere periode van zijn leven Karl May zijn reizen maakte. Zo tel kens tussen twee veroordelingen in. Bezocht hij toen Noord-Amerika? Niemand weet het. Wel staat vast, dat de schrijver reizen heeft gemaakt rond de Middellandse Zee. Van Karl May hadden inmiddels al enige pennevruchten het licht gezien. Na 1874 werden zijn verdiensten als auteur beter, want hij had kennis gemaakt met de uitgever van colportage-romans, Münchmeyer. Boven dien leverde hij werk voor verscheidene periodieken, zoals „Beobachter an der Elbe", „Feierstunden" en „Deutsches Familienblatt". Daarnaast redigeerde hij het blad „Schacht und Hütte", een tijdschrift, dat op gericht was met het doel de arbeiders geestelijk te ontwikkelen. GESTRANDE IDEALEN TOCH BEROEMD Zijn leiding over „Schacht und Hütte" was het be wijs voor Karl May's goede wil tot het leveren van serieus werk. Het was ook daarom, dat de auteur weigerde te trouwen met een vrouwelijk familielid van Münchmeyer. Karl May wilde vrij man zijn, ook als schrijver. Want hij had zijn idealen. Hij wilde ge zonde lectuur aan de mensen geven. Hij wilde in zijn geschriften en boeken de christelijke moraal aan de mensen voorzetten. Dit doel scheen bereikbaar. Reeds was hij verbonden aan goede bladen, zoals „Heim- garten". Des te tragischer was het, dat hij uiteindelijk een meisje trouwde, dat, naar achteraf bleek, hem juist van zijn idealen af hield. Zijn echtgenote begeerde een rijk en duur leven. En daarom dwong zij hem weer terug te keren naar de colportageromans, waar aan veel geld te verdienen viel, want hierin werd het publiek de verlangde sensatie gebracht. Toch heeft deze gang van zaken hem beroemd gemaakt. Want naast zijn Arabische en Turkse reisverhalen versche nen nu zijn meest bekend geworden boeken van Win netou en Old Shatterhand. De uitgever Fensenfeld te Freiburg bracht deze Amerikaanse reisavonturen in serie op de markt. Het geld stroomde binnen. Zeer ten gerieve van Karl May's geldverslindende vrouw. TRAGISCH EINDE Karl May was nu een rijk man. Hij woonde in Rade- beul dicht bij Dresden, in zijn mooie villa „Shatter hand." Hij was beroemd. Zijn oude ijdelheid speelde hem weer parten. Hij had nu heel andere idealen. Zo tegen het einde van de 19e eeuw besloot hij de land streken te bezoeken, waarover hij al zo veel had ge schreven. Er kwam kritiek op de inhoud van zijn boeken. Er kwam kritiek op zijn persoon. Men deinsde er zelfs niet voor terug om zijn - niet vlekkeloos - verleden weer op te rakelen. En zo gebeurde het, dat de man, die de massa gees telijk wilde verheffen, ervan werd beschuldigd werk te leveren van minder allooi. Het verging hem als ieder, die in de hoek komt te staan waar de slagen vallen. Karl May merkte, dat hij eigenlijk maar wei nig vrienden had. Zelfs zij, die hem in de door hem niet gewilde richting hadden gestuurd, kwamen nu met hun aanvallen. Het was zijn oude uitgever Münch meyer, die een proces tegen hem aanhangig maakte inzake auteursrechten. Karl May's werkelijke reis avonturen gingen voorlopig niet door. In de plaats daarvan geraakte hij van de ene onverkwikkelijke kwestie in de andere. Goed, Karl May won het proces tegen Münchmeyer. Hij ging, in 1908, eindelijk op reis naar Noord-Ameri ka. Hij schreef weer boeken, thans over hetgeen hij met eigen ogen had gezien. Maar in zijn boeken was de oude toon verdwenen. Zijn laatste levensjaren wa ren eenzaam. Op 30 maart 1912 - nu bijna 50 jaren ge leden - stierf de schrijver Karl May. Zijn strijd was voorgoed uitgestreden. Zijn idealen waren niet ver wezenlijkt, al schreef hij vaak over ridderlijkheid en eerlijkheid. Hij had de strijd verloren of Zijn laatste woorden waren: „Sieg, groszer Sieg, ich sehe alles rosenrot

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1962 | | pagina 3