3 mode-
stillen
één show
\m
(PFAFF)
RIJLES?
ma&s*
r
FIJN OM ZELF
TE
HEBBEN!
Trouwrijden
Garage
LEEWIS
MARINO!
27 75
fipÉÉ
64.50
30 maart 1912 stierf de schrijver
in
PFAFF
„DE VALLEI"
UW BLAD
De wereldzeeën vormen een nog onvoldoend
aangeboorde bron van grote rijkdommen
Het weidegebruiksplan
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 2 MAART 1962
Nr. 18
HYPOTHEKEN
W. J. VELDHUIZEN
AUTORIJLES
„HET CENTRUM"
M. VAN BEEK
lOolaat tnttaan
^Mvooxuitgang
naaimachinehuis
VOOR DE BOER
H
i
j^RVGTE
DE HOUTSPECIALISTJ
GELEDEN
Auteur van bekende jongens
boeken had een moeilijk leven
Deze tegen de deur van een forse brand
kast rustende mannequin draagt een com
plet van Alwin Eberlé, zoals het te zien
is in de Katoenshow 1962. Strepen van
pastelkleurige in elkaar vloeiende tinten
zün het dessin van de jurk, waarvan aan
de voorzijde twee losse volants van
boven afgezet met een strikje opval-
en. De japonstof diende ook als voering
van de gladde, enigszins getailleerde
mantel, waarvan het effen bruin prach
tig contrasteert met de kleurige jurk. De
naam van het model is zeer toepasselijk:
„Cassata." Het bijpassende hoedje van
dezelfde bruine, glanzende katoenen stof
als de mantel, is een toque.
AFTREKPOSTEN INKOMSTEN- EN
VERMOGENSBELASTING
Dertiende geheel herziene en aange
vulde druk samengesteld door B. Schip
pers en J. L. van Hedel 164 bladz. Met
duplicaat Aangiftebiljet 3,75. Uitgave
N.U. Mij.-Leiden.
Dit boekje heeft in de loop der jaren
burgerrechten verkregen. De rode boei
op de omslag is een blikvanger, die men
steeds vaker ziet. Deze handleiding is
een praktische gids om te voorkomen
dat men teveel belasting betaalt. Een
vergeten aftrekpost kan handenvol geld
kosten.
Ook indien men niet zelf zijn aangif
tebiljet invult, is het van belang dat
men telken jare de overzichtelijke in
houd van „Aftrekposten" even door
neemt, opdat men van alle van toepas
sing zijnde aftrekmogelijkheden profijt
kan trekken.
Deze 13e editie is iets omvangrijker
geworden. De tabellen zijn uitgebrei
der opgenomen en enkele recente ar
resten, die nieuwe aftrekmogelijkheden
hebben geopend, zijn aan de inhoud
toegevoegd.
Uiteraard is ook aan de belastingaf
trek voor de werkende gehuwde vrouw
uitvoerig aandacht besteed.
Door deze uitbreiding echter is de
overzichtelijkheid van de inhoud niet
geschaad. Juist deze overzichtelijkheid
is naast de algemeen erkende De-
trouwbaarheid van de inhoud de
grote charme van deze uitgave.
Een door de mannequin Georgette ge
toond wandel-ensemble van Alwin Eber
lé uit de Katoenshow 1962. Een mouw
loze flessengroene jurk met opgestikte
zakken en een breed uitlopende ceintuur
wordt gedragen onder een mantel van
dezelfde stof en dito kleur. De mantel
heeft een 3/4 mouw. De enige garnering
van het gehele ensemble werd verkregen
door een witte zadelsteek. Het hoedje,
een toque van gelijke stof en kleur, werd
op dezelfde wijze bewerkt.
De stijl
waar meisjes
van houden
Twennie-mantel
in originele
shetlandkwaliteit.
De contrasterende
stiksels
geven dit jasje
van prachtige
no-iron twill
een biezonder
sportief effekt.
Geheel dubbel.
In rood, bleu,
lindegroen en marine.
Voor meisjes
van 6 tot 15
vanaf
Met mooie,
imitatieleren
knopen
en garnering.
In fris groen
en rood.
Voor meisjes
van 10 tot 15
vanaf
AMSTERDAM-ROTTERDAM-EINDHOVEN-UTRECHT-HAARLEM
MAASTRICHT (WéBé)-NIJMEGEN-AMERSFOORT-AMSTELVEEN
Moderne Bruidsauto
6 en 8 persoons auto's
Nieuwe weg 41
Veenendaal, Tel. 2535
le en 2e
Verzekeringen,
Financiering, Part.
geldl., Zaken krediet.
Inl.: Postbus 65
VEENENDAAL
Nu reeds voor 298,een
elektr. Singer Ringspoel-
naaimachine met verlich
ting. Singer agentschap:
Munnikenweg 97
Telefoon 08385-3573
VEENENDAAL
Een vertrouwd adres voor
VAMOR Instructeur
Jan Steenlaan 611
NIEUW telefoonnr. 3726
Kostverloren 8, Telef. 3068
GRATIS THEORIE
1862-1962
KERKEWIJK 9-TEL. 3043
De verleden jaar door het Nederland:
Katoeninstituut genomen proef om de Ka-
toenshcw te laten samenstellen door niet
minder dan vijf mode-ontwerpers is aller-
wege zo zeer in de smaak gevallen, dat
ook nu weer aan vijf van de beste Neder
landse couturiers opdracht is gegeven de
Nederlandse katoenen stoffen voor het
nieuwe seizoen gestalte te geven in een
vijftigtal modellen.
Is het op zichzelf al aantrekkelijk in
één show een indruk te krijgen van het
kunnen van ontwerpers als de Hagenaar
Ernst Jan Beeuwkes en de Amsterdam
mers Alwin Eberlé, Max Heymans, Dick
Holthaus en Ferry Offerman, nog interes
santer is het om te zien welke modieuze
mogelijkheden zij in de hun ter beschik
king gestelde katoenen stoffen vermoch
ten te ontdekken.
Veelzijdige artistieke talenten op een
dergelijke wijze samengepakt in één mo
deshow, zonder dat deze ontaardt in een
rommelig allegaartje, moeten een gemeen
schappelijke basis hebben. Het is frap
pant dat katoen, in al zijn verschijnings
vormen, precies het materiaal is dat, on
danks de verschillende modieuze inter
pretaties der medewerkende ontwerpers,
toch een prettig aandoende eenheid be
werkstelligt.
Zo is de Katoenshow 1962 geworden tot
een harmonieuze schakering van 59 door
de Nederlandse katoenindustrie geleverde
prachtige stoffen en daaruit vervaardig
de modellen, die samen een op alle moge
lijke gelegenheden afgestemde garderobe
voor de Nederlandse vrouw vormen.
Heeft mode-ontwerper Beeuwkes zich
voornamelijk aangetrokken gevoeld tot
donkere kleuren (zie zijn model „Embas
sy Club"), een routinier als Alwin Eber
lé daarentegen heeft het meer gezocht in
Bijna driekwart van de wereldbevolking leeft samengeperst op een twintigste van
het landoppervlak. De geografische verspreiding is evenals die van de dieren ge
bonden aan streken, waar het milieu - met inbegrip van de voedselvoorziening -
gunstig is. Het woongebied is beperkt tot streken, waar regenval, temperatuur en
andere klimatologische factoren het bestaan van de mens kunnen verzekeren. Op
vallend is dat deze streken doorgaans in de nabijheid van de zee liggen en zich niet
veel verder uitstrekken dan 400 km van de kusten van de oceanen en van de Mid
dellandse Zee. Het door invloed van de zee gematigde klimaat, de vruchtbaarheid
van de bodem aan de riviermonden en het gebruik van deze voor het vervoer van
grondstoffen en produkten brachten de mens er toe zich aan de zee te vestigen.
Via de zeeën werd niet alleen de ontdekking van nieuwe werelddelen mogelijk,
maar genoot de mens ook de voordelen van de kruisbestuiving der beschavingen.
Industrie en handel vestigden zich in de loop der tijden aan de zeekusten.
Al vroegtijdig wist men dat de zee ook
een waardevol reservoir van bruikbare
stoffen is. De zoutwinning was reeds dui-
zende jaren voor onze jaartelling bekend.
Pas veel later leerde men op lonende wij
ze andere stoffen uit zeewater te winnen.
De laatste tijd wordt volgens verschillende
methoden tegen redelijke prijs zoet water
uit zeewater gewonnen. Een aantal proef
fabrieken is in de Verenigde Staten in
werking; ze houden een belofte in voor
de miljoenen, die in dorre streken wo
nen, waar voortdurend watergebrek
heerst.
De jongste ontwikkelingsfaze in de Ver
enigde Staten is de grote trek naar de
kust om daar een blijvende woonplaats
te vinden - een „volksverhuizing", die
zich uitstrekt van de staat Maine tot
Mexico. Onnodig te zeggen, dat er nu
reeds rekening mee wordt gehouden dat
de kust daardoor als hulpbron voor de
voedselvoorziening in waarde daalt. De
federale regering heeft zich daarom in het
bezit gesteld van uitgestrekte, nog onbe
dorven gebieden langs de kust om er
parken aan te leggen en wildreservaten
in stand te houden.
Het vasteland strekt zich overal nog
verder in zee uit; meestal daalt de bo
dem langzaam tot een diepte van 200 me
ter en pas daarna steil tot grotere diepte.
De „ondiepte" langs de kusten is ge
middeld 50 km breed en deze strook wordt
intensief door de mens bewerkt. In de
Golf van Mexico en langs de Californische
kust wordt in zee geboord naar aardgas
en olie. De oliereserves onder zee worden
geschat op 20 miljard vaten.
Het zijn ook vooral de zeeën langs de
kust, waar de visserij druk wordt be
oefend. Van de tienduizenden vissoorten,
die bekend zijn, hebben echter slechts
weinige voor de mens waarde, omdat vele
te klein zijn, andere gifig. De meeste ko
men te zeer verspreid voor om een lonen
de vangst te kunnen opleveren. Slechts
een gering aantal soorten komt voor de
commercieel opgezette visserij in aanmer
king. Tien procent - 3,1 miljoen ton -
van wat de zee oplevert, behoort tot de
ongewervelde dieren: garnalen, kreeften
en krabben (26 mossels, oesters en an
dere schelpdieren (42 °/o), inktvissen (20 #/o)
en de rest slakken, zeekomkommers, enz.
De walvisachtige zoogdieren, waarvan
er elk jaar een dikke tienduizend worden
gevangen, leveren voornamelijk traan en
vleesmeel op. Ook de zeeschildpadden en
hun eieren vormen een waardevol voed
sel.
Zeewier is eveeens een vrij belangrijk
produkt van de zee; in de Oriënt worden
rode en bruine algen gevist, waaruit agar-
agar wordt bereid. De produktie hiervan
bedraagt 400.000 ton. waarvan 85 °/o voor
rekening komt van Japan.
Al de menselijke activiteiten, die zich
langs de kusten manifesteren - landwin
ning, insektenbestrijding, industrie,
scheepvaart, enz. - yergroten voor de
mens de mogelijkheid zijn woongebied
uit te breiden, maar ze bezorgen in vele
gevallen nadeel aan de speciale functie
van het kustgebied de zeedieren het leven
mogelijk te maken. Men mag aannemen
dat dit evenwicht met de jaren steeds
meer zal worden verstoord.
Het is voor de mannen der wetenschap
een onverdraaglijke gedachte dat de enor
me voedselrijkdom van de zeeën nog zo
weinig kan bijdragen tot het opvangen
van het voedseltekort dat in vele delen
van de wereld een permanent probleem
vormt. Er zijn vooral in het zuidelijk
halfrond grote hoeveelheden vis en week
dieren aanwezig, waarvan de geregelde
vangst nog nauwelijks ter hand is ge
nomen. Bij andere diersoorten is het
wachten slechts op de ontwikkeling van
de afzetgebieden om een commerciële
vangst mogelijk te maken. Er zijn voorts
grote hoeveelheden diepzeevissen, waar
van de vangst mogelijk zal worden, zodra
methoden en middelen gevonden worden
om ze op grote schaal te vangen.
Volgens de Voedsel- en Landbouworga
nisatie is in de laatste twee decennia de
produktie van de zeevisserij, dank zij de
betere outillage der schepen, voortdurend
toegenomen. Vooral is dit het geval in
Japan, aangezien dit land door zijn be
perkt bodemareaal meer en meer op de
zee is aangewezen om in de behoeften van
zijn miljoenenbevolking te voorzien. In
de Verenigde Staten is de vangst van ha
ringachtige vissen sterk toegenomen, niet
voor consumptie, maar voor de fabricage
van industriële olie en vismeel. De totale
visvangst bleef in de Verenigde Staten
echter ongeveer op hetzelfde niveau, om
dat tegelijkertijd de vangst van consump
tie vis met 17 daalde. Dit is vooral toe
te schrijven aan de vermindering van het
aantal vissers, omdat vele jongeren -
evenals in de Westeuropese landen - naar
een meer aantrekkelijk beroep uitzien.
NIEUWE BENADERING VAN
TAALONDERWIJS
Nu Groot-Brittannië op het punt
staat zich bij de E.E.G. aan te sluiten,
beseffen vele fabrikanten hoe belang
rijk het is personeel te hebben dat min
stens een vreemde taal spreekt. Als ge
volg hiervan worden er thans vele me
thoden toegepast om taalonderwijs te
geven aan personeel in de industrie, de
handel, de scheepsbouw en de lucht
vaart. Hoewel Frans nog altijd de meest
onderwezen vreemde taal op de mees
te Britse scholen is, zijn vele onderne
mers van mening dat Spaans belang
rijker is, met op de volgende plaatsen
Duits en Russisch. De Federatie van
Britse Industrieën stelt thans een on
derzoek is naar de algemene taaibe
hoeften van de industrie; hiervoor zijn
ongeveer vierhonderd industrieën be
naderd Het rapport van de F.B.I. zal
dit voorjaar verschijnen. Ondertussen
hebben vele Britse firma's zelf al maat
regelen genomen door toeslagen in het
vooruitzicht te stellen voor leden van
hun personeel die een tweede taal le
ren. In vele gevallen mogen deze
werknemers de vreemde taal tijdens hun
werkuren leren. Mather and Platt, de
machinebouw firma uit Manchester,
heeft een dagelijkse cursus Russisch
voor zijn personeel ingesteld. Shell
Cheicals heeft een modern electronisch
„taallaboratorium" voor het onderwijs
in Europese talen.
Dit „laboi-atorium" werkt met een do
cent, en met behulp van een bandre
corder, oortelefoon en inter-communi-
catiesysteem en geeft tegclijktertijd les
aan meer dan een leerling. Iedere leer
ling zit in een geluiddichte cabine met
een bandrecorder en staat met zijn do
cent in verbinding. (L.P.S.)
Dit is een van de tien modellen die de
mode-ontwerper Ernst Jan Beeuwkes
heeft vervaardigd voor de Katoenshow
1962. Het is een uit een rok en een
jasje bestaand marine-kleurig reis-pakje,
dat zonder bloes gedragen kan worden.
Een bijzonderheid van het jasje is zijn
cape-vorm aan de achterzijde. De ver
werkte katoenen stof is van een zware,
soepel, vallende, glanzende kwaliteit. (Mo
del „Embassy Club").
combinaties van effen stoffen en veel
kleurige, rustige dessins (zie zijn model
„Cassata").
Dick Holthaus durfde het aan vijf ver
schillende modellen te maken van één
dessin in diverse kleurstellingen, terwijl
Ferry Offerman het voor zijn creaties
juist hebben moest van zeer zonnige, bij
na goud-achtige kleuren. Max Heymans
heeft gedacht aan de vrouw van „gemid
delde leeftijd" en koos zwart als hoofd
toon in zijn collectie.
Met het oog op de wintervoerpositie van de volgende stalperiode dienen reeds per
eind februari en begin maart de nodige maatregelen op het weidebedrjjf te worden
genomen. Er moet In het komende groeiseizoen voldoende voer worden geoogst voor
de melkkoeien en het jongvee, terwijl daarnaast steeds gedurende de gehele weide-
periode voortdurend een zo ruim mogelijke vooraad wcidegras ter beschikking dient
te zijn. Aldus de heer J. Bangma van het Rijksconsulentschap te Utrecht.
Een goed weidegebruiksplan is hiervoor
een vereiste. Bij een veebezetting van 1,5
melkkoe per ha zal het gehele bedrijf ze
ker éénmaal moeten worden gemaaid. Al
het te maaien gras kan niet van de eerste
snede worden geoogst; slechts een deel
van de eerste snede kan hiervoor worden
bestemd. Er moet immers gelijktijdig een
oppervlakte voor het afgrazen worden ge
reserveerd. Een keuze van de te maaien
percelen en de te beweiden oppervlakte
dient dan ook te worden gemaakt.
Is deze keuze gedaan, dan kan de be
mesting naar het gebruik worden gere
geld.. Alle percelen behoren in het voor
jaar, bijv. eind februari of begin maart
en stikstofbemesting te krijgen. Voor de
te beweiden percelen bijv. naar 200 kg
kas, voor de te hooien percelen naar 250
kg kas en voor de percelen die worden
ingekuild een 300 kg kas per ha.
Als er geen doordacht weideplan is, is
tevoren niet overwogen hoeveel en waar
gemaaid zal worden en waar de koeien
zullen moeten weiden. Dientengevolge
ontstaat er spoedig een grastekort in juni
en juli, omdat dan de naweide te laat ter
beschikking komt. Het plan voor het
maaien en weiden behoort op elkaar af
gestemd te zijn. Zonder planmatige opzet
komt het ook voor dat de koeien op per
celen moeten weiden waar in de winter
maanden gegierd is, zodat het gevaar voor
voorjaars-kopziekte bij de koeien toe
neemt. Zonder doordacht weideplan wordt
minder juist bemest en komt de gier al
licht op d percelen vlak bij huis, wat on
juist is tenzij dergelijke percelen worden
gemaaid.
Als met een weideplan wordt gewerkt,
worden voor kuilgras bestemde percelen
het vroegst met stikstof bemest om ze
heel vroeg in het seizoen te kunnen maai
en, waardoor reeds vanaf eind mei en
begin juni een naweide op deze percelen
beschikbaar komt. Daardoor kan de melk-
gift in juni op peil blijven. Er is dan
geen grastekort en de koeien behoeven
niet meer in oud gras te weiden.
Het bemesten met stikstof kan door het
opzetten van een weidegebruiksplan ge
richt worden gegeven, d.w.z. meststof aan
gepast aan de behoefte van een voldoende
groot oppervlak om te maaien in de loop
van het groeiseizoen. Hiermede kan te
vens worden berikt dat het maaien voor
kuilgras en hooi regelmatig gespreid
wordt over het gehele groeiseizoen. Niet
alles behoeft dan gelijktijdig te worden
gemaaid. Dit is vooral belangrijk met het
oog op de arbeidsverdeling.
Door een goed weidegebruiksplan wor
den te grote arbeidstoppen voorkomen.
Tevens kan, als er geregeld cn op tijd
wordt gemaaid voldoende hoeveelheid
ruwvoeder van goede kwaliteit worden
geoogst, zodat voor de winter niet veel
krachtvoer behoeft te worden bijgekocht.
Een goed widgebruiksplan zal dan ook be
tekenen dat de voederkosten per koe re
latief laag blijven.
r
1
BOARD!
4
n
TEL:35201
PBTRIHONIUHLRPN 55 VEENENDRRLJ
ZIE ONZE KOLLEKTIE
VLIEGTUIG- EN SCHEEPS-
MODELBOUW
HET DANSEN IN ENGELAND
Meer dan 5 miljoen mensen, dat is
10% van de bevolking, gaat in Groot-
Brittannië iedere week dansen. De
danszalen varieren van kleine dorps
instituten, die slechts honderd paren
kunnen herbergen tot „gestroomlijnde"
paleizen in grote steden, die vaak plaats
bieden aan 200 danslustigen. Vele men
sen nemen deel aan wedstrijddansen en
het is niet te verwonderen dat tijdens
de laatste wereldkampioenschappen
ballroom-dansen een Brits paar de eer
ste prijs behaalde.
Eigenlijk is ballroom-dansen in Gr.-
Brittannië zowel „big business' als een
populaire rage.
Er zijn twee redenen waarom zoveel
mensen regelmatig gaan dansen. Ten
eerste wordt ballroom-dansen in Gr.-
Brittannië geheel beschouwd als alge
meen vermaak. Men weet dat men
vrinden kan vinden in de plaatselijke
dans-zaal; dat de avond niet te veel
zal kosten, dat er gewoonlijk uitsteken
de orkesten, dansvloeren en lichte ver
versingen op hen wachten. Ten tweede
is het geheel bijzonder goed georgani
seerd. Er zijn speciale avonden voor
ouderen en voor jongeren; ontelbare
dansscholen; en fraaie toiletten tijdens
de wedstrijden verhogen de sfeer.
Iedere week wedijveren meer dan
2000 paren in ballroom-dans-competi-
ties, sommigen voor onbeduidende prij
zen, anderen voor reusachtige geldprij
zen en de kans op winstgevende banen
als leraar of demonstrator.
O
KARL MAY
„Maar voor ik ga, moet ik U vragen wat het naaste
doel van Uw verdere rit is
„Wij gaan naar de Devils pulpit; kent gij die
„Ja, wat was het goed dat ik U dit vroeg, ik waar
schuw U, mijn blanke broeder!"
„Voor wie
„Voor Kiktohan Schonka, het oude opperhoofd der
Sioux Ogalla's."
„Voor Uw eigen opperhoofd
Pshaw!" riep zij trots, „Aschta erkent geen opper
hoofd boven zich. De jonge krijgers zijn voor Winne-
tou, de anderen echter tegen hem. Neem U in acht.
Ik weet, dat Kiktohan Schonka naar de Devils pulpit
gaat. Pas op, dat gij niet in hun handen valt. Manitou
zij dank, dat ik Old Shatterhand kan waarschuwen
Herinnert U zich nog zulke passages? Ongetwijfeld.
U ziet Uzelf nog zitten, als opgeschoten jongen. Stil
in een hoekje van de kamer, want het is allang bed
tijd. Maar vader en moeder hebben nog niets ge
merkt En het boek is zo spannend Want na
tuurlijk gaat Old Shatterhand naar de Devils Pulpit,
en wat voor avonturen zal hij daar nu weer beleven?
Want het zijn spannende gebeurtenissen, die Karl
May in zijn boeken beschreef. Niet voor niets staat op
de band „Karl May's reisavonturen". En welke jongen
heeft de schrijver niet op zijn reizen vergezeld? In
gezelschap van Old Shatterhand en Winnetou, door
de onmetelijke Indiaanse jachtvelden van Amerika,
door de woestijnvlakten met de slavenkaravaan of
langs diepe ravijnen door het land der Skipetaren?
EIGEN BELEVENISSEN OF FANTASIE?
Wie was Karl May? Zijn het werkelijk zijn eigen
reisavonturen, waarvan hij in zijn boeken verhaalt?
Of was fleze auteur een man van grote fantasie? Het
zijn allemaal vragen, waarop geen ja, maar ook geen
neen kan worden geantwoord. Dat wil zeggen, wie
Karl May was, is wel bekend, maar zijn levensgeschie
denis vertoont enkele hiaten.
Karl Friedrich May werd meer dan een eeuw gele
den, om precies te zijn op 25 februari 1842, in het
Saksische bergstadje Ernstthal geboren. Zijn fantasie,
nodig voor het schrijven van boeken, had hij geërfd
van zijn, overigens verstandige, vader, die van be
roep wever was. Of misschien was die fantasie een
erfenis van één zijner, bij de familie May inwonende
grootmoeders, die vaak verhalen en sprookjes aan de
kleine Karl en aan zijn broertjes en zusjes - er waren
vijf kinderen - vertelden. Ook hoorde de jongen in de
stadsherberg vaak verhalen vertellen - Karl was daar
namelijk keteljongen - verhalen vol van avontuur en
romantiek. Dit alles werd gecompleteerd door het
jeugdleven in het mooie en wilde landschap van het
Saksische Ertsgebergte, waar Karl zijn gedachten de
vrije loop kon laten gaan.
Als scholier van het „Lehrerseminar" te Waldenburg
ontving Karl May zijn kennis. Wegens aan klein ver
grijp - een onnozele diefstal - moest hij de school ver
laten. Te Plauen studeerde hij echter verder. En niet
zonder succes, want na enige tijd stond hij als onder
wijzer voor de klas van een fabrieksscool te Chemnitz.
Maar weer pleegde Karl May diefstal en nu was
het vergrijp ernstiger. Hij stal van een kamergenoot
een horloge om mee te pralen, en een meerschui
men pijp om aan zijn vader te geven. Hij wilde
graag voor „groot man" spelen, maar ook voor „groot
moedig" man. Zo kwam Karl May in de gevangenis
terecht.
Zijn strafregister was niet blanco meer, ja, zou later
zelfs nog minder „blank" vertonen. Zo omstreeks 1865
zat hij meer dan eens in de cel. Het waren meest ver
grijpen als gevolg van zijn ijdelheid, die hem voor de
rechter brachten. En in plaats van oprecht berouw
was het bewondering voor de gentleman-misdadiger,
die zijn hart vervulde. Na 1874 echter zijn de zwarte
bladzijden van zijn levensboek voorgoed omgeslagen.
Zwarte bladzijden, afgewisseld met „witte", d.w.z.
lege, niets vertellende bladen. Zouden op deze blad
zijden zijn werkelijke reisavonturen moeten worden
opgetekend? Niemand kan de tekst hiervan schrijven.
Men vermoedt wel, dat juist in deze donkere periode
van zijn leven Karl May zijn reizen maakte. Zo tel
kens tussen twee veroordelingen in. Bezocht hij toen
Noord-Amerika?
Niemand weet het. Wel staat vast, dat de schrijver
reizen heeft gemaakt rond de Middellandse Zee. Van
Karl May hadden inmiddels al enige pennevruchten
het licht gezien. Na 1874 werden zijn verdiensten als
auteur beter, want hij had kennis gemaakt met de
uitgever van colportage-romans, Münchmeyer. Boven
dien leverde hij werk voor verscheidene periodieken,
zoals „Beobachter an der Elbe", „Feierstunden" en
„Deutsches Familienblatt". Daarnaast redigeerde hij
het blad „Schacht und Hütte", een tijdschrift, dat op
gericht was met het doel de arbeiders geestelijk te
ontwikkelen.
GESTRANDE IDEALEN TOCH BEROEMD
Zijn leiding over „Schacht und Hütte" was het be
wijs voor Karl May's goede wil tot het leveren van
serieus werk. Het was ook daarom, dat de auteur
weigerde te trouwen met een vrouwelijk familielid
van Münchmeyer. Karl May wilde vrij man zijn, ook
als schrijver. Want hij had zijn idealen. Hij wilde ge
zonde lectuur aan de mensen geven. Hij wilde in zijn
geschriften en boeken de christelijke moraal aan de
mensen voorzetten. Dit doel scheen bereikbaar. Reeds
was hij verbonden aan goede bladen, zoals „Heim-
garten".
Des te tragischer was het, dat hij uiteindelijk een
meisje trouwde, dat, naar achteraf bleek, hem juist
van zijn idealen af hield. Zijn echtgenote begeerde
een rijk en duur leven. En daarom dwong zij hem
weer terug te keren naar de colportageromans, waar
aan veel geld te verdienen viel, want hierin werd het
publiek de verlangde sensatie gebracht. Toch heeft
deze gang van zaken hem beroemd gemaakt. Want
naast zijn Arabische en Turkse reisverhalen versche
nen nu zijn meest bekend geworden boeken van Win
netou en Old Shatterhand. De uitgever Fensenfeld te
Freiburg bracht deze Amerikaanse reisavonturen in
serie op de markt. Het geld stroomde binnen. Zeer
ten gerieve van Karl May's geldverslindende vrouw.
TRAGISCH EINDE
Karl May was nu een rijk man. Hij woonde in Rade-
beul dicht bij Dresden, in zijn mooie villa „Shatter
hand." Hij was beroemd. Zijn oude ijdelheid speelde
hem weer parten. Hij had nu heel andere idealen. Zo
tegen het einde van de 19e eeuw besloot hij de land
streken te bezoeken, waarover hij al zo veel had ge
schreven. Er kwam kritiek op de inhoud van zijn
boeken. Er kwam kritiek op zijn persoon. Men deinsde
er zelfs niet voor terug om zijn - niet vlekkeloos -
verleden weer op te rakelen.
En zo gebeurde het, dat de man, die de massa gees
telijk wilde verheffen, ervan werd beschuldigd werk
te leveren van minder allooi. Het verging hem als
ieder, die in de hoek komt te staan waar de slagen
vallen. Karl May merkte, dat hij eigenlijk maar wei
nig vrienden had. Zelfs zij, die hem in de door hem
niet gewilde richting hadden gestuurd, kwamen nu
met hun aanvallen. Het was zijn oude uitgever Münch
meyer, die een proces tegen hem aanhangig maakte
inzake auteursrechten. Karl May's werkelijke reis
avonturen gingen voorlopig niet door. In de plaats
daarvan geraakte hij van de ene onverkwikkelijke
kwestie in de andere.
Goed, Karl May won het proces tegen Münchmeyer.
Hij ging, in 1908, eindelijk op reis naar Noord-Ameri
ka. Hij schreef weer boeken, thans over hetgeen hij
met eigen ogen had gezien. Maar in zijn boeken was
de oude toon verdwenen. Zijn laatste levensjaren wa
ren eenzaam. Op 30 maart 1912 - nu bijna 50 jaren ge
leden - stierf de schrijver Karl May. Zijn strijd was
voorgoed uitgestreden. Zijn idealen waren niet ver
wezenlijkt, al schreef hij vaak over ridderlijkheid en
eerlijkheid. Hij had de strijd verloren of
Zijn laatste woorden waren: „Sieg, groszer Sieg, ich
sehe alles rosenrot