maar Wethouder Bonte stopt ermee Katoenshow 1962 laat nieuwe Nederlandse stoffen zien Mijn kind is nog niet zindelijk, dokter, Wat moet ik doen? KOELKAST Naar de maan „Er is nog veel te doen NIET OP HET LAND Zwerven Amerongse periode De politiek AMERONGEN!" Eigen opvatting OP DOKTERS ADVIES Nog veel te doen Zullen we een kopen Voor de kantonrechter HU Zit in een lage leunstoel, strak tussen zyn volbeladen bureau en de tafel met het pluche kleed. Zijn kortgeknipte grUzc snor is keurig verzorgd, evenals zyn gehele uiteriyk. Als hU praat doet hü dat met een mengeling van bedarhtzaamhied en over denkingen, maar dan toch zo dat het nergens hapert. En hU heeft een feilloos ge heugen. ondanks zyn 78 jaren weet hü alle belangrüke data uit zyn leven op te noemen - alsof het gisteren is gebeurd. Kortom hü is „goed bü de tijd" zouden ze hier in onze omgeving zeggen. Toch heeft deze sympathieke en geziene figuur be sloten zich uit het openbare leven van Amerongen terug te trekken. Vrywel allen zien ze Kryn de Bonte node vertrekken, maar iedereen respecteert zyn standpunt: de ouderen moeten plaats maken voor de jongeren. Wie is deze man, die als het wa re vergroeid is met het Amerongse gemeenschapsleven, eigeniyk? De wieg van „de wethouder" stond in het Zuid-Hollandse Dirksland. Zijn vader was landarbeider en moest zes kinderen zien groot te krijgen. Omdat al drie boers vader de Bonte op het land hielpen, was Krijn „overbodig". Amper 12 jaar zijnde (hij had een goed stel hersens!) ging hij de Rijksnormaal lessen volgen voor onderwijzer. Als hij daar nog aan terugdenkt, zegt hij: „De landarbeid had mijn sympathie wel, maar dat ik er nou veel voor voelde, néé! 'k Heb ook nooit verder leren melken, want dan moet ik het altijd doen Op zijn 18e jaar stond hij in dezelfde school waar hij als kind geweest was, als onderwijzer voor de klas. „Dat was bij zonder vroeg, maar ze hadden toen ook al gebrek aan onderwijskrachten." Meester de Bonte had al gauw door, dat je als onderwijzer niet te lang op één plek moet blijven. Op iedere andere plaats leer je weer wat anders, dacht hij en zo kwam het dat hij na zijn militaire dienst in een Herv. school te Rotterdam terecht kwam. Na drie jaar had hij er genoeg van, pakte zijn spulletjes in en vertrok naar Krimpen a.d. IJsel. Intussen had hij avond na avond - „ik hield altijd precies om 12 uur op" - gestudeerd, zodat zijn aktes van bekwaamheid vermeerderd werden met Engels, Frans en Wiskunde. In 1912 - hij was intussen getrouwd - werd de aantrekkingskracht van Rotter dam hem weer te machtig. Hij ging terug, werd een half jaar later overgeplaatst naar een Mulo in de Maasstad en dacht dat dit wel het eindstation zou worden. Het zou echter heel anders lopen. Van uit zijn geboorteplaats kende hij een pre dikant die in Wijk bij Duurstede een christelijke school gesticht had. „Op een keer komt hij by me en zegt: jij wordt hoofd van die school. Alles is officieel gegaan natuurlijk, er moest gesolliciteerd worden en zo, maar die dominee die wou mij hebben De dominee kreeg meester de Bonte. De eenvoudige boerenjongen, die overdag werkte en 's avonds studeerde was op zijn 38e jaar hoofd van een school! Vier jaar achtereen bleef hij de kinde ren van de Duurstedenaren onderwijzen en achteraf bezien, in 1926 pas, arriveer de hij op zijn eindstation. Hij weet het nog precies: „Op 1 no vember 1926 werd ik hoofd van de school met de Bijbel hier in Amerongen. Op het gebied van onderwijs had zich toen hier al heel wat afgespeeld. Ja dat weet u na tuurlijk niet, u bent nog geen dertig, maar het hele dorp was in beweging. Ze hadden een christelijke school hier en die moest meer lokalen hebben. Aan de andere kant van het dorp stond de openbare school waar een stuk of drie lokalen leeg ston den. De christelijke school uitbreiden zou minstens 30.000 gulden kosten en dat was héél wat in die tijd. 't Hele dorp stond in rep en roer, doch in 1923 besliste de ge meenteraad dat er geruild moest worden. De openbare school ging naar de christe lijke en omgekeerd." Achttien jaar heeft meester de Bonte een groot deel van de Amerongse jeugd de nodige kennis bijgebracht, totdat hij op 31 augustus 1944 afscheid nam. Hy stond achter de katheder zUn af scheidswoord te spreken, toen hü door een juffrouw op de arm getikt werd. „Meester, de N.S.B. heeft bU u bin nen oranjebloemen zien staan, die moet u onmiddellyk verwüderen", fluisterde ze hem toe. Doodbedaard pakte hU zijn huissleutel en zei: „als ze zich daaraan storen, zet ze dan maar iets uit 't gezicht". Het gesprek met deze vitale man komt natuurlijk ook terecht op de politiek. „Ja de politiek, daar heb ik altijd veel plezier in gehad. Als jongen van twaalf jaar liep ik al met strooibiljetten, want de verkiezingsstrijd ging toen fel het was er op of er onder". Bij zijn komst in Amerongen werd hij vanzelfsprekend lid van de Chr. Hist. Kiesvereniging en omdat hij letters gege ten had, hadden ze hem ook al gauw ge strikt voor een bestuursfunctie. Na zijn pensionering als hoofdonderwij zer - „ik was zestig en omdat er zoveel jongeren op een plaats liepen te wachten ben ik er uit gegaan" - kon hij zijn volle energie geven aan de politiek. Hij kreeg een plaats in de noodraad die kort na de oorlog werd samengesteld en bij de de finitieve verkiezingen in hetzelfde jaar, werd hij tot wethouder gekozen. Deze vraag komt haast op elk kinder spreekuur een keer op tafel. Op allerlei verschillende kinderleeftijden en in allerlei verschillende situa ties. Voor mensen, die met dit soort moeilijkheden kampen, is het vast wel prettig eens een stukje te lezen over wat daarop nu al voor reactie* mogelijk zijn. Allereerst dan dit vooropgesteld, dat de controle van de lediging van de darm en de blaas een zeer ingewikkeld proces is, dat van zeer veel factoren, lichamelijke zowel als geestelijke, afhankelijk is. Om in alle omstandigheden deze functies goed uit te voeren komt heel wat zelf beheersing kijken, wie kent niet de uitdrukking „het in de broek doen van angst"? Dat slaat dan op volwassenen. We doen goed dit vooraf te bedenken want dan zal onze houding ten opzichte van het kind milder en juister zijn. Het kind, dat in de moeilijke kunst der zelfbeheersing nog niet zo is gevorderd als men van een volwassene verwacht. Hoe de situatie ook ligt, het kind bestraffen en beschaamd doen staan over eigen tekortkomingen op dit punt, kunnen het kind in zijn verdere ontwikke ling schade doen. De strenge vader, die op een gegeven moment zijn ge zag gaat doen gelden en ook een woordje gaat meespreken, heeft al heel wat kinderleed veroorzaakt. Moeten we dan niets „doen" en alles op zijn beloop laten? Hier raken we aan een belangrijk punt, natuurlijk is dit afhankelijk van de leeftijd van het kind. Om een paar voorbeelden te noemen: Er zijn moeders, die met een kind van vier jaar komen omdat het nog niet „groot" is, terwijl het kind van de buurvrouw, dat een jaar jonger is, al dag en nacht droog is. Dat is dan jammer, vooral omdat dat voor de moeder een grotere was betekent, maar ernstig behoeven we dit niet te nemen. Het ene kind is nu eenmaal vlugger zindelijk dan het andere. Meisjes zijn ook over het algemeen vroeger zindelijk dan jongetjes. De moeder doet er dan ook verstandig aan niet te veel aandacht aan dit plassen te schenken en het kind niet te straffen hiervoor, want dat maakt de zaak misschien erger en ondermijnt ze het gevoel van eigenwaarde van het kind. Een ander geval is het meisje van drie jaar, dat al een hele poos zin delijk is geweest totdat haar broertje is geboren en, nu het veel aandacht van de moeder op het jongste kind gevestigt ziet, „ineens" weer met plassen in de broek is begonnen. Dat is natuurlijk niet ineens; ons meisje is hevig ongerust, haar wereldje is totaal veranderd. Vroeger werd zij aangehaald, geknuffeld en was alle aandacht voor haar, terwijl nu ieder een zich bemoeit met haar jongere broertje en niet alleen iedereen, neen, wat erger is, moeder is het grootste deel van de dag bezig met de zorgen voor het broertje en zij lijkt maar niet meer mee te tellen. Het is duidelijk, dat deze moeder helemaal niet bestraffend moet op treden, dat zou het meisje in haar gevoel van uitgesloten zijn versterken en hoe moeilijk het de moeder met haar drukke dagtaak ook zal vallen, ze moet bij haar oudste het gevoel van veiligheid terugroepen, al zal het meisje voortaan haar moeder moeten „delen" met haar broertje. Straffen zou hier alleen averechts werken. Openlijke jaloezie is by deze gevallen haast nooit aanwezig, maar be dreigd gevoelen deze kinderen zich wel. Zolang de schoolleeftijd nog niet is bereikt behoeven we ons geen ern stige zorgen te maken. Nemen we nu eens het geval van Kees onder de loupe. Kees is acht jaar en elke nacht is het mis. Beloningen helpen niet, zware straffen evenmin, alles is in het verleden geprobeerd en ten einde raad komen de ouders bij de arts. Uit het lichamelijke onderzoek blijkt geen aan knopingspunt te vinden. Onder vier ogen bekent Kees, dat hij het zelf ook verschrikkelijk vindt, dat hij zo „klein" is. Misschien slaapt hij te vast, misschien kan de blaas nog niet lang achtereen de urine vasthouden. Wat het ook is, belangrijk is, dat de ouders een zo rustig mogelijke hou ding aannemen. Vele gevallen van jongens, die nog bedwateren op de lagere schoolleeftijd genezen zodra de puberteit aanbreekt. Misschien is er een psychische oorzaak, dat moet in elk geval afzonderlijk worden bekeken. Weer een andere moeder komt op het spreekuur met een meisje dat vaak plast, maar, zegt de moeder erbij, als ze maar dat gekke vele drin ken kon nalaten, maar ze hangt maar aan de kraan. Het lijkt wel alsof ze altijd dorst heeft. Bij deze opmerking gaat er een gedachte door het hoofd van de luiste rende arts en in de loop van het gesprek en het onderzoek van bloed en urine, wordt die gedachte bevestigd. Hier is sprake van suikerziekte. Als deze ziekte wordt behandeld zal ook het bedplassen wel verdwijnen. U ziet uit deze gevallen, dat er heel wat kanten zitten aan de beant woording van de vraag: „wat moet ik doen als mijn kind nog niet zinde lijk is", maar onthoudt u vooral, dat liefde en geduld in alle gevallen beter zijn dan dreigementen en straffen. (Nadruk verboden) ARTS opvattingen over de politiek. Natuurlijk opvattinge over de politiek. Natuurlijk vragen we hem, waarom hij zich niet meer herkiesbaar heeft gesteld. „Waarom nou het werk is me ab soluut niet teveel helemaal niet, maar ik ben van mening dat ouderen plaats moeten maken voor jongeren. Dat wil ik nu ook doen. Werkelijk het werk van ge meentebestuurder is heel mooi maar het heeft één schaduwkant: het vraagt véél meer tijd dan de gewone man weet - als je 't goed wil doen!" Hij zegt voor kritiek nooit bang geweest te zijn, als ze maar opbouwend is. „Ik heb er dikwijls om gevraagd", lacht hij, en ik ben er ook altijd dankbaar voor geweest". „Om het zo goed mogelijk te doen moet je ook belangstelling hebben voor hetgeen de burgerij doet. Ik ging met plezier naar allerlei vergaderingen en mijn vrouw, die dertien jaar geleden overleden is ging dan mee. We konden dat doen want we hadden geen kinderen. Weet u wat u vooral schrijven moet, dat ik wél graag Foto 149. Een zeer chic complet „Soleil de Cairo" geheten, van Ferry Offer- man in de Katoenshow 1962. De jurk is sterk ge- plisseerd. De ruim val lende, hoog sluitende mantel met s/4 mouwen, waarop zeer brede om slagen, is gemaakt van dezelfde katoenen stof als de jurk. De kleuren zijn „gouden" nuances van in elkaar vloeiend groen, geel en oranje-rood. in politiek deed, maar niet om omhoog te klimmen. Ik heb menigeen in de politiek zien verongelukken en ik ben ervan over tuigd dat degenen, die het ver brengen, echt mensen zijn die als het ware mag netisch aangetrokken worden tot de po litiek." Als je zo met hem spreekt dan zou je wensen ook op zo'n manier oud te mogen worden. Een vitale en sterke kerel, hu moristisch en ad-rem. Voor alles heeft hij de volle belangstelling. Hij gaat heen maarer is nog heel veel te doen in Amerongen. We moeten veel meer woningen hebben, vooral voor de minder-draagkrachtigen. Bij elke school hoort een gymnastieklokaal, we moeten een zwembad hebben". Dan zegt hij plotseling: „Schoolmeester blijf je altijd hè. Eerlijk daar heb je wel eens last van en het gevaar is dat je wel eens teveel schoolmeestert. Ik heb het er met een notaris over gehad en die zei: dat zit in alle mensen ik ben notaris en dat blijf ik tot aan mijn dood toe". Wethouder de Bonte is een geziene figuur in Amerongen. Zijn oud leerlingen zoeken hem dikwijls op om raad te vragen. In feite heeft hij zijn hele leven gewerkt of gestu deerd. Tijd voor hobbys had hij niet. Geen wonder dat hij by het afscheid zegt: „Ik geloof niet dat mijn leven tevergeefs geweest is". Hij treedt af als wethouder, maar hopelijk zyn hem nog vele jaren gegeven om tussen de Amerongers van wie hij is gaan houden, door te brengen. VOOR DE VROUW: Nu de koelkasten door de verlaging van de omzetbelasting goedkoper zullen worden, zullen velen overwegen een dergelijk nuttig „keukenmeubel'' aan te schaffen. Vooral voor hen, die niet dagelijks hun inkopen willen doen en voor hen die geen koele bergplaats hebben en te kampen hebben met zuur-worden van melk en etensresten, spoedig verflensen van groente e.d., is een koelkast een uitkomst. Gaat men volgens de gebruiksaanwijzing te werk, dan zal in de koel kast een temperatuur van enkele graden boven nul heersen (±4° C.). Behalve in het koellichaam vriest het er dus niet, zoals vaak wordt gedacht. En dat hoeft ook niet. Sterker koelen is alleen maar onnodig duur. Een koelkast dient ervoor om levensmiddelen gedurende korte tijd tegen bederf te vrijwaren en dikwijls ook om ze frisser te houden dan bij kamertemperatuur mogelijk is. Onder die korte tijd moeten we dan verstaan een dag of drie, vier, uiterlijk een week voor de meest gangbare waren, die spoedig aan bederf onderhevig zijn. Bij het kopen van een koelkast zijn naast het merk en de prijs, de grootte en uitvoering van de kast van belang. Bij het berekenen van de prijs dient men rekening te houden met het brand stofverbruik. Een kast, die in aanschaf duur is, kan door een lager gas- of elektriciteitsverbruik op den duur min der kosten dan een goedkopere kast, die meer brandstof verbruikt. Aan de hand van de geldende gas- en elektrici teitstarieven is dit te berekenen. Het stroomverbruik van een absorptie-koel- kast is driemaal zo hoog als dat van een compressie-koelkast. Een goede maat is voor een gezin van 4 personen 120 a 140 liter, voor een gezin van 6 personen ±150 liter. Natuurlijk moet de toekomstige plaats van de koelkast in het oog ge houden worden. Bij voorkeur zet men hem niet vlak bij een fornuis, centrale verwarmingsbuis of -ketel of voor een zonnig raam op het zuiden. In een klei ne keuken is een koelkast die inge bouwd kan worden of een koelkast met een platte bovenkant, die als tafel dienst kan doen plezierig. In het vriesvak kan soms een tempe ratuur van ongeveer -10° C worden be reikt. Dit is niet laag genoeg om een voorraad snel te bevriezen en enkele maanden te bewaren, wèl b.v. om diep- vriesprodukten 1 a 2 weken in bevro ren toestand te houden en om vlug ijs te maken. Wil men geregeld een paar pakjes „diepvries" in huis houden, dan is zo'n vak gemakkelijk. Voor het werkelijke diepvriezen moet een temperatuur van tenminste -20° C bereikt kunnen wor den. Let u er wel op, dat u een betrouw bare garantie van enkele jaren op het koelsysteem kunt krijgen. Dit is bij be kende merken steeds het geval. Laat de aansluiting door een erkende instal lateur verzorgen. De meeste niet geconserveerde le vensmiddelen kunnen met goed resul taat in de koelkast opgeslagen worden. Uitzonderingen zijn o.a. mayonaise, olie peren, bananen, komkommers en - ten zij ze in zeer goed sluitende bakjes op geborgen zijn - sterk ruikende produk- ten als gerookte vis, uien, citroen, me loen, scherpe kaassoorten. Ongeopende „blikjes" en andere ar tikelen, die even goed buiten als in de koelkast bewaard kunnen worden, kan men er beter buiten houden, om ze niet onnodig plaats te laten innemen. Hier toe behoren o.a. blikjes gesteriliseerd vlees, groente- en vruchtenconserven en dranken. Moeten dranken gekoeld zijn. dan kunnen zij enkele uren voor het gebruik in de koelkast geplaatst worden. Gerechten als vleeswaren, slaatjes, fruit en pudding kunnen daarentegen het beste niet zo uit de koelkast ge serveerd worden, omdat hun smaak minder goed uitkomt als zij zeer koud zijn. Algemene wenken voor het gebruik van de koelkast Open de deur zo weinig mogelijk bij het inzetten en uitnemen van de spijzen - laat hem niet openstaan. Zet geen warme spijzen in de koel kast - laat ze eerst afkoelen. Dek de spijzen, met uitzondering van rauw vlees, af met plastic hoesjes of deksels, de flessen met doppen, kurken of capsules; vierkante of rechthoekige plastic of glazen bak jes nemen minder plaats in dan ron de schalen of pannen met deksels. Zet rauw vlees en rauwe vis, nadat ze uitgepakt zijn, het dichtst bij het koellichaam, zo mogelijk in de lek- lade; melk en gekookte of gebakken spijzen kunnen ernaast of eronder geplaatst werden, afhankelijk van de indeling van de koelkast. Zorg dat tussen de bakjes wat ruim te is, zodat de koude lucht kan cir culeren. Laat het koellichaam regelmatig ontdooien, bij voorkeur wanneer de kast weinig gevuld is; zorg dat de rij plaag niet dikker wordt dan 1 cm. Maak de koelkast dan meteen schoon met heet sodawater, niet met zeep of andere sterk ruikende rei nigingsmiddelen. Droog hem goed na om sterke rijpafzetting te voor komen. Gemiddelde be waartij d van: rauwe vis 1 a 2 dagen; rauw vlees 3 dagen; melk, yoghurt 3 4 dagen; gekookte spijzen 3 dagen. Een vouwblad met wenken: De koel kast, aankoop en gebruik, wordt uitge geven door de Ned. Vrouwen Electrici- teitsvereniging, Arnhem, in samenwer king met de Nationale Federatie voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting en de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande te Den Haag. Foto 151. Max Heymans heeft dit sierlijke jurkje voor de Katcenshow 1962 „John" ge doopt. Het is een wit-zwarte imprimé, een abstract dessin dat geknipt is voor deze van voren hoog gesloten cocktail japon, waarover een royale stola werdt gedragen. Foto 152. „Soleil de Hongkong" is de treffende naam van dit model, ontwor pen door Ferry Offerman voor de Ka toenshow 1962. Het is een wandeltoilet in lindegroen en geel. Het speelse ele- mennt van dit model is de grote strik op de rug van een ceintuur die over het jasje van dit toilet heenlooppt. De buitenkant van de chinees aandoende hoed heeft een donkere strokleur. De binnenkant ervan is gevoerd met het materiaal van het wandeltoilet. Voor de vijfde achtereenvolgende keer liet het Nederlands Katoeninstituut in zijn Katoenshow 1962 zien met welke nieuwe stoffen de nationale katoenindustrie de Nederlandse vrouw en haar vele buiten landse zusters komt verrassen. Er wordt echter zoveel nieuws door de katoenin dustrie bedacht, dat het onmogelijk is alle voor de komende seizoenen vervaardigde katoenen stoffen in één show te verwer ken. Daarom bestaat de Katoenshow uit een keurcollectie van 59 stoffen, geleverd door 19 fabrikanten, waaruit vijf mode ontwerpers samen 50 modellen hebben geschapen. Zo zag men in de Katoen show 1962 in de persoon van lieve manna- quins een harmonieuze combinatie van het vakmanschap der Industrie en de creativiteit der ontwerpers de revue pas seren. Een oude rot in het modevak als de Amsterdamse couturier Ferry Offerman tekende bij zijn voor de Katoenshow be stemde collectie van tien modellen aan: „Katoen in zijn vervolmaaktheid en ver werkt tot modellen die voor dit mate riaal mogelijk zijn, geeft de indruk weer van een prettige elegance en doet denken aan heel veel zon, een mooie zomer en heerlijke vakantiereizen". De katoenshow bewijst overvloedig dat het materiaal katoen, dank zij zijn enorme veelsoortigheid, heel wat uiteenlopendene modellen aan kan. In de Katoenshow komt een verscheidenheid aan kleding stukken voor die zo groot is, dat de toe- passings- en verwerkingsmogelijkheden van katoen grenzeloos schijnen. En in weerwil van de zo geheel ver schillende kijk op de vrouw en bij gevolg ook op de mode van de vijf zeer eigen- geaarde ontwerpers, vormt de katoen show 1962 een verrassende eenheid. Ferry Offerman die in zijn collectie on der andere aan de tiener een driedelig strandensemble heeft geschonken dat be slist furore zal maken, heeft uit de hem ter keuze voorgelegde Nederlandse stof fen uitsluitend de oranje kleurige dessins gekozen, waardoor hij als het ware het goud van de zon in zijn creatie heeft ge vangen. Max Heymans daarentegen was meer bedacht op de vrouw die de tijd der uitbundigheid achter zich waant. Voor haar koos hij cobinaties van zwart, wit en tere grijzen, alsmede stemmige impri- mé's voor echte zomerpakjes. Foto 150. Dit ensem ble in een zwart-grij- ze imprimé, „Bern- hard" geheten, heeft de Amsterdamse ont werper Max Heymans voor de Katoenshow 1962 gemaakt. Mantel en jurk vormen door de wijze van stofver- werking één geheel. De hoed is van het zelfde materiaal en dessin. Met verbazing en ontstelt'nis zag ik in de kranten staan dat het mensdom heeft besloten: Binnen vijf jaar naar de maan! Om een grap er op te maken: 'k Hoop maar dat ze op de maan, ook de Veen se kranten lezen en vlug aan de arbeid gaan. Dat ze schuilkelders gaan bonuen loopgraven en kazemat, dat ze B B. in gaan stellen, heus geen luxe lijkt me dat. Arme, oude maanbewoners straks is 't met uw rust gedaan, roept het uit met luider stemme: „Help, daar komt het aardvolk aan!" Want als mensen gaan veroveren en aan 't onderzoeken slaan, is het raadzaam je te bergen en wat uit de weg te gaan. Na de maan zijn Mars en Venus 't doel van 's mensen wakk're geest, angstig wordt het ons om 't harte als men deze dingen leest. Want waar moet dit alles henen? 'k Vrees als wij zo verder gaan dat de hele oude aardbol spoedig „naar de maan zal gaan!" P., carrosseriebouwer te Oosterbeek, moest vrijdag voor het Wagenings kan tongerecht verschijnen omdat hij in zijn bedrijf aan de Molenweg auto's uit deukte en spoot, terwijl zijn vergunning hiervoor door de gemeente ingetrokken was. Het bedrijf voldeed namelijk niet aan de in de vergunning gestelde eisen. Op 20 november van het vorige jaar was aan verdachte meegedeeld, dat zijn vergunning niet langer van kracht was en bij twee controles in december was gebleken, dat P. toch zijn werkzaam heden op dezelfde voet voortzette. Ik meende destijds, dat ik het werk, dat ik onderhanden had, af mocht maken, verklaarde verdachte. Overi gens is inmiddels wel aan de gestelde voorwaarden voldaan. De vergunning om uit te deuken is al weer verleend en voor het spuitwerk heb ik er een aangevraagd. Mondeling is me al be loofd, dat ik die krijgen zou nadat men sen van arbeidsinspectie en van ge meentewerken de zaak gecontroleerd en in orde bevonden hadden. Nadat het proces-verbaal opge maakt is, is een geheel nieuwe situatie ontstaan, zo zeide de officier in zijn requisitoir. Het uitdeukbedrijf is in middels al weer toegestaan en nu mag binnenkort ook het spuitbedrijf weer in werking treden. Dit verandert veel aan het karakter van het strafbare feit. Ik kan het nu geen ernstige zaak meer vinden zoals destijds. Ik had eerst een sluiting van het bedrijf willen requi- reren, doch nu is het een formele over treding geworden, die inmiddels door de feiten achterhaald is. Ik wil het dan ook laten bij een formele geldboete van 25,of 5 dagen. Rechter v. d. Brand vonniste conform. Van G„ groentehandelaar te Ede, was met een carrier van de Concordialaan in zijn woonplaats de rijksweg, een voorrangsweg. overgestoken zonder daarbij het verkeer op de rijksweg voorrang te verlenen. Ik denk, dat ik meer op het ver keer van rechts dan op dat van links gelet heb, bekende Van G. vrijdag voor het Wagenings kantongerecht. De politie heeft er ons in het pro- ces-verbaal op geattendeerd, dat uw gezichtvermogen waarschijnlijk der mate beperkt is, dat u de weg niet ge heel kunt overzien, merkte rechter Tid- dens op. Voor ik een uitspraak doe wil ik toch eerst graag het oordeel van een oogarts daarover weten. De zaak werd daarop voor een nader onderzoek aangehouden. De G. uit Lunteren stond vrijdag voor het Wagenings kantongerecht te recht omdat hij in enkele dagen tijds tweemaal de maximum-snelheid over schreden had met zijn personenauto. Op 22 jan. werd hij hiervoor bekeurd op de Nieuwe Maanderbuurtweg te Ede en op 25 jan. op de Edeseweg te Lun teren. Ik had het voordien nooit gedaan en daarna heb ik ook nooit meer te hard gereden, betoogde De G. Mijn snelheidsmeter was toen echter kapot en in de garage had men er geen in voorraad. Een vreemd verweer, vond rech ter v. d. Brand, want tegen de politie hebt u geen van beide keren iets over die defecte meter gezegd. U vertelde toen, dat u in gedachten was geweest en daarom niet op de snelheidsmeter gelet had. Blijkbaar is dat eerste pro ces-verbaal nog geen voldoende waar schuwing geweest. Met uw 75 km was u nog een flink stuk boven het maxi mum van 50 ook. Eis 70.voor de eerste en 150, voor de tweede overtreding. Het von nis luidde 75,voor de eerste maal en 150,voor de tweede.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1962 | | pagina 6