maar
Wethouder Bonte stopt ermee
Katoenshow 1962 laat nieuwe
Nederlandse stoffen zien
Mijn kind is nog niet zindelijk, dokter,
Wat moet ik doen?
KOELKAST
Naar de maan
„Er is nog veel
te
doen
NIET OP HET LAND
Zwerven
Amerongse periode
De politiek
AMERONGEN!"
Eigen opvatting
OP DOKTERS ADVIES
Nog veel te doen
Zullen
we een
kopen
Voor de kantonrechter
HU Zit in een lage leunstoel, strak tussen zyn volbeladen bureau en de tafel met
het pluche kleed. Zijn kortgeknipte grUzc snor is keurig verzorgd, evenals zyn gehele
uiteriyk. Als hU praat doet hü dat met een mengeling van bedarhtzaamhied en over
denkingen, maar dan toch zo dat het nergens hapert. En hU heeft een feilloos ge
heugen. ondanks zyn 78 jaren weet hü alle belangrüke data uit zyn leven op te
noemen - alsof het gisteren is gebeurd. Kortom hü is „goed bü de tijd" zouden ze
hier in onze omgeving zeggen. Toch heeft deze sympathieke en geziene figuur be
sloten zich uit het openbare leven van Amerongen terug te trekken. Vrywel allen
zien ze Kryn de Bonte node vertrekken, maar iedereen respecteert zyn standpunt:
de ouderen moeten plaats maken voor de jongeren. Wie is deze man, die als het wa
re vergroeid is met het Amerongse gemeenschapsleven, eigeniyk?
De wieg van „de wethouder" stond in
het Zuid-Hollandse Dirksland. Zijn vader
was landarbeider en moest zes kinderen
zien groot te krijgen. Omdat al drie boers
vader de Bonte op het land hielpen, was
Krijn „overbodig".
Amper 12 jaar zijnde (hij had een goed
stel hersens!) ging hij de Rijksnormaal
lessen volgen voor onderwijzer. Als hij
daar nog aan terugdenkt, zegt hij: „De
landarbeid had mijn sympathie wel, maar
dat ik er nou veel voor voelde, néé!
'k Heb ook nooit verder leren melken,
want dan moet ik het altijd doen
Op zijn 18e jaar stond hij in dezelfde
school waar hij als kind geweest was, als
onderwijzer voor de klas. „Dat was bij
zonder vroeg, maar ze hadden toen ook
al gebrek aan onderwijskrachten."
Meester de Bonte had al gauw door,
dat je als onderwijzer niet te lang op
één plek moet blijven. Op iedere andere
plaats leer je weer wat anders, dacht hij
en zo kwam het dat hij na zijn militaire
dienst in een Herv. school te Rotterdam
terecht kwam.
Na drie jaar had hij er genoeg van,
pakte zijn spulletjes in en vertrok naar
Krimpen a.d. IJsel. Intussen had hij avond
na avond - „ik hield altijd precies om 12
uur op" - gestudeerd, zodat zijn aktes van
bekwaamheid vermeerderd werden met
Engels, Frans en Wiskunde.
In 1912 - hij was intussen getrouwd -
werd de aantrekkingskracht van Rotter
dam hem weer te machtig. Hij ging terug,
werd een half jaar later overgeplaatst
naar een Mulo in de Maasstad en dacht
dat dit wel het eindstation zou worden.
Het zou echter heel anders lopen. Van
uit zijn geboorteplaats kende hij een pre
dikant die in Wijk bij Duurstede een
christelijke school gesticht had.
„Op een keer komt hij by me en
zegt: jij wordt hoofd van die school.
Alles is officieel gegaan natuurlijk,
er moest gesolliciteerd worden en
zo, maar die dominee die wou mij
hebben
De dominee kreeg meester de Bonte.
De eenvoudige boerenjongen, die overdag
werkte en 's avonds studeerde was op
zijn 38e jaar hoofd van een school!
Vier jaar achtereen bleef hij de kinde
ren van de Duurstedenaren onderwijzen
en achteraf bezien, in 1926 pas, arriveer
de hij op zijn eindstation.
Hij weet het nog precies: „Op 1 no
vember 1926 werd ik hoofd van de school
met de Bijbel hier in Amerongen. Op het
gebied van onderwijs had zich toen hier
al heel wat afgespeeld. Ja dat weet u na
tuurlijk niet, u bent nog geen dertig, maar
het hele dorp was in beweging. Ze hadden
een christelijke school hier en die moest
meer lokalen hebben. Aan de andere kant
van het dorp stond de openbare school
waar een stuk of drie lokalen leeg ston
den. De christelijke school uitbreiden zou
minstens 30.000 gulden kosten en dat was
héél wat in die tijd. 't Hele dorp stond in
rep en roer, doch in 1923 besliste de ge
meenteraad dat er geruild moest worden.
De openbare school ging naar de christe
lijke en omgekeerd."
Achttien jaar heeft meester de Bonte
een groot deel van de Amerongse jeugd
de nodige kennis bijgebracht, totdat hij
op 31 augustus 1944 afscheid nam.
Hy stond achter de katheder zUn af
scheidswoord te spreken, toen hü door
een juffrouw op de arm getikt werd.
„Meester, de N.S.B. heeft bU u bin
nen oranjebloemen zien staan, die
moet u onmiddellyk verwüderen",
fluisterde ze hem toe. Doodbedaard
pakte hU zijn huissleutel en zei: „als
ze zich daaraan storen, zet ze dan
maar iets uit 't gezicht".
Het gesprek met deze vitale man komt
natuurlijk ook terecht op de politiek.
„Ja de politiek, daar heb ik altijd veel
plezier in gehad. Als jongen van twaalf
jaar liep ik al met strooibiljetten, want
de verkiezingsstrijd ging toen fel het
was er op of er onder".
Bij zijn komst in Amerongen werd hij
vanzelfsprekend lid van de Chr. Hist.
Kiesvereniging en omdat hij letters gege
ten had, hadden ze hem ook al gauw ge
strikt voor een bestuursfunctie.
Na zijn pensionering als hoofdonderwij
zer - „ik was zestig en omdat er zoveel
jongeren op een plaats liepen te wachten
ben ik er uit gegaan" - kon hij zijn volle
energie geven aan de politiek. Hij kreeg
een plaats in de noodraad die kort na de
oorlog werd samengesteld en bij de de
finitieve verkiezingen in hetzelfde jaar,
werd hij tot wethouder gekozen.
Deze vraag komt haast op elk kinder spreekuur een keer op tafel. Op
allerlei verschillende kinderleeftijden en in allerlei verschillende situa
ties. Voor mensen, die met dit soort moeilijkheden kampen, is het vast
wel prettig eens een stukje te lezen over wat daarop nu al voor reactie*
mogelijk zijn.
Allereerst dan dit vooropgesteld, dat de controle van de lediging van
de darm en de blaas een zeer ingewikkeld proces is, dat van zeer veel
factoren, lichamelijke zowel als geestelijke, afhankelijk is. Om in alle
omstandigheden deze functies goed uit te voeren komt heel wat zelf
beheersing kijken, wie kent niet de uitdrukking „het in de broek doen
van angst"? Dat slaat dan op volwassenen. We doen goed dit vooraf te
bedenken want dan zal onze houding ten opzichte van het kind milder
en juister zijn. Het kind, dat in de moeilijke kunst der zelfbeheersing
nog niet zo is gevorderd als men van een volwassene verwacht. Hoe de
situatie ook ligt, het kind bestraffen en beschaamd doen staan over eigen
tekortkomingen op dit punt, kunnen het kind in zijn verdere ontwikke
ling schade doen. De strenge vader, die op een gegeven moment zijn ge
zag gaat doen gelden en ook een woordje gaat meespreken, heeft al heel
wat kinderleed veroorzaakt.
Moeten we dan niets „doen" en alles op zijn beloop laten? Hier raken
we aan een belangrijk punt, natuurlijk is dit afhankelijk van de leeftijd
van het kind. Om een paar voorbeelden te noemen:
Er zijn moeders, die met een kind van vier jaar komen omdat het nog
niet „groot" is, terwijl het kind van de buurvrouw, dat een jaar jonger
is, al dag en nacht droog is. Dat is dan jammer, vooral omdat dat voor de
moeder een grotere was betekent, maar ernstig behoeven we dit niet te
nemen. Het ene kind is nu eenmaal vlugger zindelijk dan het andere.
Meisjes zijn ook over het algemeen vroeger zindelijk dan jongetjes. De
moeder doet er dan ook verstandig aan niet te veel aandacht aan dit
plassen te schenken en het kind niet te straffen hiervoor, want dat maakt
de zaak misschien erger en ondermijnt ze het gevoel van eigenwaarde
van het kind.
Een ander geval is het meisje van drie jaar, dat al een hele poos zin
delijk is geweest totdat haar broertje is geboren en, nu het veel aandacht
van de moeder op het jongste kind gevestigt ziet, „ineens" weer met
plassen in de broek is begonnen. Dat is natuurlijk niet ineens; ons meisje
is hevig ongerust, haar wereldje is totaal veranderd. Vroeger werd zij
aangehaald, geknuffeld en was alle aandacht voor haar, terwijl nu ieder
een zich bemoeit met haar jongere broertje en niet alleen iedereen, neen,
wat erger is, moeder is het grootste deel van de dag bezig met de zorgen
voor het broertje en zij lijkt maar niet meer mee te tellen.
Het is duidelijk, dat deze moeder helemaal niet bestraffend moet op
treden, dat zou het meisje in haar gevoel van uitgesloten zijn versterken
en hoe moeilijk het de moeder met haar drukke dagtaak ook zal vallen,
ze moet bij haar oudste het gevoel van veiligheid terugroepen, al zal het
meisje voortaan haar moeder moeten „delen" met haar broertje. Straffen
zou hier alleen averechts werken.
Openlijke jaloezie is by deze gevallen haast nooit aanwezig, maar be
dreigd gevoelen deze kinderen zich wel.
Zolang de schoolleeftijd nog niet is bereikt behoeven we ons geen ern
stige zorgen te maken.
Nemen we nu eens het geval van Kees onder de loupe. Kees is acht
jaar en elke nacht is het mis. Beloningen helpen niet, zware straffen
evenmin, alles is in het verleden geprobeerd en ten einde raad komen
de ouders bij de arts. Uit het lichamelijke onderzoek blijkt geen aan
knopingspunt te vinden. Onder vier ogen bekent Kees, dat hij het zelf
ook verschrikkelijk vindt, dat hij zo „klein" is. Misschien slaapt hij te
vast, misschien kan de blaas nog niet lang achtereen de urine vasthouden.
Wat het ook is, belangrijk is, dat de ouders een zo rustig mogelijke hou
ding aannemen. Vele gevallen van jongens, die nog bedwateren op de
lagere schoolleeftijd genezen zodra de puberteit aanbreekt. Misschien is
er een psychische oorzaak, dat moet in elk geval afzonderlijk worden
bekeken.
Weer een andere moeder komt op het spreekuur met een meisje dat
vaak plast, maar, zegt de moeder erbij, als ze maar dat gekke vele drin
ken kon nalaten, maar ze hangt maar aan de kraan. Het lijkt wel alsof
ze altijd dorst heeft.
Bij deze opmerking gaat er een gedachte door het hoofd van de luiste
rende arts en in de loop van het gesprek en het onderzoek van bloed en
urine, wordt die gedachte bevestigd. Hier is sprake van suikerziekte.
Als deze ziekte wordt behandeld zal ook het bedplassen wel verdwijnen.
U ziet uit deze gevallen, dat er heel wat kanten zitten aan de beant
woording van de vraag: „wat moet ik doen als mijn kind nog niet zinde
lijk is", maar onthoudt u vooral, dat liefde en geduld in alle gevallen
beter zijn dan dreigementen en straffen.
(Nadruk verboden)
ARTS
opvattingen over de politiek. Natuurlijk
opvattinge over de politiek. Natuurlijk
vragen we hem, waarom hij zich niet
meer herkiesbaar heeft gesteld.
„Waarom nou het werk is me ab
soluut niet teveel helemaal niet, maar
ik ben van mening dat ouderen plaats
moeten maken voor jongeren. Dat wil ik
nu ook doen. Werkelijk het werk van ge
meentebestuurder is heel mooi maar het
heeft één schaduwkant: het vraagt véél
meer tijd dan de gewone man weet -
als je 't goed wil doen!"
Hij zegt voor kritiek nooit bang geweest
te zijn, als ze maar opbouwend is. „Ik
heb er dikwijls om gevraagd", lacht hij,
en ik ben er ook altijd dankbaar voor
geweest".
„Om het zo goed mogelijk te doen moet
je ook belangstelling hebben voor hetgeen
de burgerij doet. Ik ging met plezier naar
allerlei vergaderingen en mijn vrouw, die
dertien jaar geleden overleden is ging
dan mee. We konden dat doen want we
hadden geen kinderen. Weet u wat u
vooral schrijven moet, dat ik wél graag
Foto 149. Een zeer chic
complet „Soleil de Cairo"
geheten, van Ferry Offer-
man in de Katoenshow
1962. De jurk is sterk ge-
plisseerd. De ruim val
lende, hoog sluitende
mantel met s/4 mouwen,
waarop zeer brede om
slagen, is gemaakt van
dezelfde katoenen stof als
de jurk. De kleuren zijn
„gouden" nuances van in
elkaar vloeiend groen,
geel en oranje-rood.
in politiek deed, maar niet om omhoog te
klimmen. Ik heb menigeen in de politiek
zien verongelukken en ik ben ervan over
tuigd dat degenen, die het ver brengen,
echt mensen zijn die als het ware mag
netisch aangetrokken worden tot de po
litiek."
Als je zo met hem spreekt dan zou je
wensen ook op zo'n manier oud te mogen
worden. Een vitale en sterke kerel, hu
moristisch en ad-rem. Voor alles heeft hij
de volle belangstelling.
Hij gaat heen maarer is nog heel
veel te doen in Amerongen. We moeten
veel meer woningen hebben, vooral voor
de minder-draagkrachtigen. Bij elke
school hoort een gymnastieklokaal, we
moeten een zwembad hebben".
Dan zegt hij plotseling: „Schoolmeester
blijf je altijd hè. Eerlijk daar heb je wel
eens last van en het gevaar is dat je wel
eens teveel schoolmeestert. Ik heb het
er met een notaris over gehad en die zei:
dat zit in alle mensen ik ben notaris
en dat blijf ik tot aan mijn dood toe".
Wethouder de Bonte is een geziene
figuur in Amerongen. Zijn oud
leerlingen zoeken hem dikwijls op
om raad te vragen. In feite heeft hij
zijn hele leven gewerkt of gestu
deerd. Tijd voor hobbys had hij
niet. Geen wonder dat hij by het
afscheid zegt: „Ik geloof niet dat
mijn leven tevergeefs geweest is".
Hij treedt af als wethouder, maar
hopelijk zyn hem nog vele jaren
gegeven om tussen de Amerongers
van wie hij is gaan houden, door te
brengen.
VOOR DE VROUW:
Nu de koelkasten door de verlaging van de omzetbelasting goedkoper zullen
worden, zullen velen overwegen een dergelijk nuttig „keukenmeubel'' aan te
schaffen. Vooral voor hen, die niet dagelijks hun inkopen willen doen en voor
hen die geen koele bergplaats hebben en te kampen hebben met zuur-worden
van melk en etensresten, spoedig verflensen van groente e.d., is een koelkast een
uitkomst. Gaat men volgens de gebruiksaanwijzing te werk, dan zal in de koel
kast een temperatuur van enkele graden boven nul heersen (±4° C.). Behalve
in het koellichaam vriest het er dus niet, zoals vaak wordt gedacht. En dat hoeft
ook niet. Sterker koelen is alleen maar onnodig duur. Een koelkast dient ervoor
om levensmiddelen gedurende korte tijd tegen bederf te vrijwaren en dikwijls
ook om ze frisser te houden dan bij kamertemperatuur mogelijk is. Onder die
korte tijd moeten we dan verstaan een dag of drie, vier, uiterlijk een week voor
de meest gangbare waren, die spoedig aan bederf onderhevig zijn.
Bij het kopen van een koelkast zijn
naast het merk en de prijs, de grootte
en uitvoering van de kast van belang.
Bij het berekenen van de prijs dient
men rekening te houden met het brand
stofverbruik. Een kast, die in aanschaf
duur is, kan door een lager gas- of
elektriciteitsverbruik op den duur min
der kosten dan een goedkopere kast,
die meer brandstof verbruikt. Aan de
hand van de geldende gas- en elektrici
teitstarieven is dit te berekenen. Het
stroomverbruik van een absorptie-koel-
kast is driemaal zo hoog als dat van
een compressie-koelkast.
Een goede maat is voor een gezin
van 4 personen 120 a 140 liter, voor een
gezin van 6 personen ±150 liter.
Natuurlijk moet de toekomstige
plaats van de koelkast in het oog ge
houden worden. Bij voorkeur zet men
hem niet vlak bij een fornuis, centrale
verwarmingsbuis of -ketel of voor een
zonnig raam op het zuiden. In een klei
ne keuken is een koelkast die inge
bouwd kan worden of een koelkast met
een platte bovenkant, die als tafel
dienst kan doen plezierig.
In het vriesvak kan soms een tempe
ratuur van ongeveer -10° C worden be
reikt. Dit is niet laag genoeg om een
voorraad snel te bevriezen en enkele
maanden te bewaren, wèl b.v. om diep-
vriesprodukten 1 a 2 weken in bevro
ren toestand te houden en om vlug ijs
te maken.
Wil men geregeld een paar pakjes
„diepvries" in huis houden, dan is zo'n
vak gemakkelijk. Voor het werkelijke
diepvriezen moet een temperatuur van
tenminste -20° C bereikt kunnen wor
den.
Let u er wel op, dat u een betrouw
bare garantie van enkele jaren op het
koelsysteem kunt krijgen. Dit is bij be
kende merken steeds het geval. Laat
de aansluiting door een erkende instal
lateur verzorgen.
De meeste niet geconserveerde le
vensmiddelen kunnen met goed resul
taat in de koelkast opgeslagen worden.
Uitzonderingen zijn o.a. mayonaise, olie
peren, bananen, komkommers en - ten
zij ze in zeer goed sluitende bakjes op
geborgen zijn - sterk ruikende produk-
ten als gerookte vis, uien, citroen, me
loen, scherpe kaassoorten.
Ongeopende „blikjes" en andere ar
tikelen, die even goed buiten als in de
koelkast bewaard kunnen worden, kan
men er beter buiten houden, om ze niet
onnodig plaats te laten innemen. Hier
toe behoren o.a. blikjes gesteriliseerd
vlees, groente- en vruchtenconserven
en dranken. Moeten dranken gekoeld
zijn. dan kunnen zij enkele uren voor
het gebruik in de koelkast geplaatst
worden.
Gerechten als vleeswaren, slaatjes,
fruit en pudding kunnen daarentegen
het beste niet zo uit de koelkast ge
serveerd worden, omdat hun smaak
minder goed uitkomt als zij zeer koud
zijn.
Algemene wenken voor het
gebruik van de koelkast
Open de deur zo weinig mogelijk bij
het inzetten en uitnemen van de
spijzen - laat hem niet openstaan.
Zet geen warme spijzen in de koel
kast - laat ze eerst afkoelen.
Dek de spijzen, met uitzondering van
rauw vlees, af met plastic hoesjes
of deksels, de flessen met doppen,
kurken of capsules; vierkante of
rechthoekige plastic of glazen bak
jes nemen minder plaats in dan ron
de schalen of pannen met deksels.
Zet rauw vlees en rauwe vis, nadat
ze uitgepakt zijn, het dichtst bij het
koellichaam, zo mogelijk in de lek-
lade; melk en gekookte of gebakken
spijzen kunnen ernaast of eronder
geplaatst werden, afhankelijk van
de indeling van de koelkast.
Zorg dat tussen de bakjes wat ruim
te is, zodat de koude lucht kan cir
culeren.
Laat het koellichaam regelmatig
ontdooien, bij voorkeur wanneer de
kast weinig gevuld is; zorg dat de
rij plaag niet dikker wordt dan 1
cm. Maak de koelkast dan meteen
schoon met heet sodawater, niet met
zeep of andere sterk ruikende rei
nigingsmiddelen. Droog hem goed
na om sterke rijpafzetting te voor
komen.
Gemiddelde be waartij d van:
rauwe vis 1 a 2 dagen; rauw vlees
3 dagen; melk, yoghurt 3 4
dagen; gekookte spijzen 3 dagen.
Een vouwblad met wenken: De koel
kast, aankoop en gebruik, wordt uitge
geven door de Ned. Vrouwen Electrici-
teitsvereniging, Arnhem, in samenwer
king met de Nationale Federatie voor
Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting
en de Stichting voor Huishoudelijke
Voorlichting ten Plattelande te Den
Haag.
Foto 151. Max Heymans heeft
dit sierlijke jurkje voor de
Katcenshow 1962 „John" ge
doopt. Het is een wit-zwarte
imprimé, een abstract dessin
dat geknipt is voor deze van
voren hoog gesloten cocktail
japon, waarover een royale
stola werdt gedragen.
Foto 152. „Soleil de Hongkong" is de
treffende naam van dit model, ontwor
pen door Ferry Offerman voor de Ka
toenshow 1962. Het is een wandeltoilet
in lindegroen en geel. Het speelse ele-
mennt van dit model is de grote strik
op de rug van een ceintuur die over
het jasje van dit toilet heenlooppt. De
buitenkant van de chinees aandoende
hoed heeft een donkere strokleur. De
binnenkant ervan is gevoerd met het
materiaal van het wandeltoilet.
Voor de vijfde achtereenvolgende keer
liet het Nederlands Katoeninstituut in zijn
Katoenshow 1962 zien met welke nieuwe
stoffen de nationale katoenindustrie de
Nederlandse vrouw en haar vele buiten
landse zusters komt verrassen. Er wordt
echter zoveel nieuws door de katoenin
dustrie bedacht, dat het onmogelijk is alle
voor de komende seizoenen vervaardigde
katoenen stoffen in één show te verwer
ken. Daarom bestaat de Katoenshow uit
een keurcollectie van 59 stoffen, geleverd
door 19 fabrikanten, waaruit vijf mode
ontwerpers samen 50 modellen hebben
geschapen. Zo zag men in de Katoen
show 1962 in de persoon van lieve manna-
quins een harmonieuze combinatie van
het vakmanschap der Industrie en de
creativiteit der ontwerpers de revue pas
seren.
Een oude rot in het modevak als de
Amsterdamse couturier Ferry Offerman
tekende bij zijn voor de Katoenshow be
stemde collectie van tien modellen aan:
„Katoen in zijn vervolmaaktheid en ver
werkt tot modellen die voor dit mate
riaal mogelijk zijn, geeft de indruk weer
van een prettige elegance en doet denken
aan heel veel zon, een mooie zomer en
heerlijke vakantiereizen".
De katoenshow bewijst overvloedig dat
het materiaal katoen, dank zij zijn enorme
veelsoortigheid, heel wat uiteenlopendene
modellen aan kan. In de Katoenshow
komt een verscheidenheid aan kleding
stukken voor die zo groot is, dat de toe-
passings- en verwerkingsmogelijkheden
van katoen grenzeloos schijnen.
En in weerwil van de zo geheel ver
schillende kijk op de vrouw en bij gevolg
ook op de mode van de vijf zeer eigen-
geaarde ontwerpers, vormt de katoen
show 1962 een verrassende eenheid.
Ferry Offerman die in zijn collectie on
der andere aan de tiener een driedelig
strandensemble heeft geschonken dat be
slist furore zal maken, heeft uit de hem
ter keuze voorgelegde Nederlandse stof
fen uitsluitend de oranje kleurige dessins
gekozen, waardoor hij als het ware het
goud van de zon in zijn creatie heeft ge
vangen. Max Heymans daarentegen was
meer bedacht op de vrouw die de tijd der
uitbundigheid achter zich waant. Voor
haar koos hij cobinaties van zwart, wit
en tere grijzen, alsmede stemmige impri-
mé's voor echte zomerpakjes.
Foto 150. Dit ensem
ble in een zwart-grij-
ze imprimé, „Bern-
hard" geheten, heeft
de Amsterdamse ont
werper Max Heymans
voor de Katoenshow
1962 gemaakt. Mantel
en jurk vormen door
de wijze van stofver-
werking één geheel.
De hoed is van het
zelfde materiaal en
dessin.
Met verbazing en ontstelt'nis
zag ik in de kranten staan
dat het mensdom heeft besloten:
Binnen vijf jaar naar de maan!
Om een grap er op te maken:
'k Hoop maar dat ze op de maan,
ook de Veen se kranten lezen
en vlug aan de arbeid gaan.
Dat ze schuilkelders gaan bonuen
loopgraven en kazemat,
dat ze B B. in gaan stellen,
heus geen luxe lijkt me dat.
Arme, oude maanbewoners
straks is 't met uw rust gedaan,
roept het uit met luider stemme:
„Help, daar komt het aardvolk aan!"
Want als mensen gaan veroveren
en aan 't onderzoeken slaan,
is het raadzaam je te bergen
en wat uit de weg te gaan.
Na de maan zijn Mars en Venus
't doel van 's mensen wakk're geest,
angstig wordt het ons om 't harte
als men deze dingen leest.
Want waar moet dit alles henen?
'k Vrees als wij zo verder gaan
dat de hele oude aardbol
spoedig „naar de maan zal gaan!"
P., carrosseriebouwer te Oosterbeek,
moest vrijdag voor het Wagenings kan
tongerecht verschijnen omdat hij in zijn
bedrijf aan de Molenweg auto's uit
deukte en spoot, terwijl zijn vergunning
hiervoor door de gemeente ingetrokken
was. Het bedrijf voldeed namelijk niet
aan de in de vergunning gestelde eisen.
Op 20 november van het vorige jaar
was aan verdachte meegedeeld, dat zijn
vergunning niet langer van kracht was
en bij twee controles in december was
gebleken, dat P. toch zijn werkzaam
heden op dezelfde voet voortzette.
Ik meende destijds, dat ik het
werk, dat ik onderhanden had, af mocht
maken, verklaarde verdachte. Overi
gens is inmiddels wel aan de gestelde
voorwaarden voldaan. De vergunning
om uit te deuken is al weer verleend
en voor het spuitwerk heb ik er een
aangevraagd. Mondeling is me al be
loofd, dat ik die krijgen zou nadat men
sen van arbeidsinspectie en van ge
meentewerken de zaak gecontroleerd
en in orde bevonden hadden.
Nadat het proces-verbaal opge
maakt is, is een geheel nieuwe situatie
ontstaan, zo zeide de officier in zijn
requisitoir. Het uitdeukbedrijf is in
middels al weer toegestaan en nu mag
binnenkort ook het spuitbedrijf weer in
werking treden. Dit verandert veel aan
het karakter van het strafbare feit. Ik
kan het nu geen ernstige zaak meer
vinden zoals destijds. Ik had eerst een
sluiting van het bedrijf willen requi-
reren, doch nu is het een formele over
treding geworden, die inmiddels door
de feiten achterhaald is. Ik wil het dan
ook laten bij een formele geldboete van
25,of 5 dagen.
Rechter v. d. Brand vonniste conform.
Van G„ groentehandelaar te Ede, was
met een carrier van de Concordialaan
in zijn woonplaats de rijksweg, een
voorrangsweg. overgestoken zonder
daarbij het verkeer op de rijksweg
voorrang te verlenen.
Ik denk, dat ik meer op het ver
keer van rechts dan op dat van links
gelet heb, bekende Van G. vrijdag voor
het Wagenings kantongerecht.
De politie heeft er ons in het pro-
ces-verbaal op geattendeerd, dat uw
gezichtvermogen waarschijnlijk der
mate beperkt is, dat u de weg niet ge
heel kunt overzien, merkte rechter Tid-
dens op. Voor ik een uitspraak doe wil
ik toch eerst graag het oordeel van een
oogarts daarover weten.
De zaak werd daarop voor een nader
onderzoek aangehouden.
De G. uit Lunteren stond vrijdag
voor het Wagenings kantongerecht te
recht omdat hij in enkele dagen tijds
tweemaal de maximum-snelheid over
schreden had met zijn personenauto.
Op 22 jan. werd hij hiervoor bekeurd
op de Nieuwe Maanderbuurtweg te Ede
en op 25 jan. op de Edeseweg te Lun
teren.
Ik had het voordien nooit gedaan
en daarna heb ik ook nooit meer te
hard gereden, betoogde De G. Mijn
snelheidsmeter was toen echter kapot
en in de garage had men er geen in
voorraad.
Een vreemd verweer, vond rech
ter v. d. Brand, want tegen de politie
hebt u geen van beide keren iets over
die defecte meter gezegd. U vertelde
toen, dat u in gedachten was geweest
en daarom niet op de snelheidsmeter
gelet had. Blijkbaar is dat eerste pro
ces-verbaal nog geen voldoende waar
schuwing geweest. Met uw 75 km was
u nog een flink stuk boven het maxi
mum van 50 ook.
Eis 70.voor de eerste en 150,
voor de tweede overtreding. Het von
nis luidde 75,voor de eerste maal
en 150,voor de tweede.