DE GELDERSE VALLEI
VERKWIK-
fP
Setier Set
KASTEEL RENSWOUDE IN DE STEIGERS
Krijgt OUDE Borchwal NIEUWE bestemming?
HET TOETJE
Prachtige muziekavond in Chr. Ger. kerk
INDUSTRIE SCHEPT LEVEN
„Aanvaardt elkander" van de 18
„bemoedigende lectuur"
Veilig gebruik
RHENEN
Vreemde prestaties in een gekke wereld
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 1 MAART 1963
Nr. 18
Zand
Tienden
De Borchwal, het oude kasteel
Een nieuw kasteel
Het park
Lotgevallen
Dienstwoningen
Kasteel te koop
VOOR DE VROUW
FEIKE ASMA NIET OP DREEF
KRONIEK VAN HET LAND
maar beleid zorgvuldig uitstippelen
de natuurzuivere
Nieuwe bouwtechniek:
Doorwerken bij vorst
nylons
HAZELINO
CASTAGNA
WALNOTTA
Fa. L. HEY
Duizenden jaren geleden groef zich een mijlen-
brede rivier een diepe vore door wat nu de
Gelderse Vallei heet. Diep in haar bodem rus
ten nog de zanden en grinden, toen gedepo
neerd, met overblijfselen van planten en die
ren dier tijden.
In da strenge winter die ons nu kwelt gaan onze
gedachten onwillekeurig terug naar de tijden
die volgden, tijden waarin de temperatuur sterk
daalde en de gletschers uit het noorden zelfs
ons land bereikten. Ook in de Vallei drong
een gigantische ijslob binnen bij Amersfoort
200m., bij V eenend aal 60 m. dik, die de oude
en nieuwe bodemgesteenten omhoog stuwde
tot de Utrechtse heuvelrug en de heuvels van
de westelijke Vel uwe.
Na duizenden jaren van koude begon de tem
peratuur weer te stijgen. Smeltwater liep in de
Vallei naar de zijkanten van de ij swig, werd
een stroom zó hoog, dat het water over de kruin
van de heuvelrug liep en een doorgang door de
Pas van Darthuizen, het Gat van de Berg zocht.
Dikke lagen mantelzanden kwamen de heuvel
rug bedekken. De gehele Vallei werd tenslotte
door smeltwater be
dekt.
in de steigers
Door de enorme dooi steeg de zee,
die grote delen van ons land inundeer-
de. Ook de Vallei werd zee. Naar de
rivier de Eem noemt men deze periode
de Eemtijd, waarin de temperatuur vrij
hoog was. Vele weekdieren leefden in
het zeewater, wel 98 soorten, waarvan
er nu nog 96 zuidelijk van Het Kanaal
voorkomen.
Na de Eemtijd daalde de temperatuur
weer en kwam hier nogmaals een pool-
klimaat heersen, waardoor de Vallei
een toendra werd, begroeid met ren
diermos, dwergwilgen en -berken en
een rozensoort, de achtster, die nu nog
bloeit opSpitsbergen!
Stormen staken op en bliezen de man
telzanden weer deels van de stuwwal,
die wel 10 m lager werd. Het zand sloeg
neer in de Vallei.
De koude verdreef de kleine rode
waterlelie die nooit meer in Nederland
of waar ook in Europa is teruggekeerd.
Rendieren en mammoeten verschenen
en de Vallei werd een stukje Groen
land.
Geleidelijk werd het weer warmer
en de toendra maakte plaats voor
weelderige wouden. De gestadige
toevoer van grond- of drangwa-
ter en overstromend beekwater
schiep gunstige voorwaarden hier
toe.
Karei de Grote schonk in 777 vier
wouden aan de St. Maartenskerk in
Utrecht. Vandaar dat de Vallei tot de
provincie Utrecht behoort en niet aan
Gelderland is gekomen, een oorzaak
van eeuwenlange strijd. Een van deze
wouden werd Hengistcoto genoemd,
Heischoten onder Woudenberg.
In latere acten is geregeld sprake van
het Westerwoud dat onder Maarn,
Maarsbergen en Woudenberg gelegen
was. Het waren alle loofwouden, slechts
's winters bij vorst te betreden. Eerst
door ontwateringswerken zijn zij ont-
ginbaar geworden. Van Rhenen tot na
bij Woudenberg strekte zich een woud
uit, dat gemeenschappelijk bezit, de
meent, van de Rhenenaren was, die er
vee konden weiden of hout hakken.
Rhenense woud of Renswoude lag
echter te ver om nut te verschaffen. De
stad verkocht in 1345 aan bisschop Jan
van Arkel en diens broer Robrecht
„Rijneraert ende Noorder-
aert mit allen sinen toebe
horen, dat men nu ter tijt ge
meenlijk heet Rijnswoud e".
Omstreeks 1321 werden te Renswou
de reeds tienden geheven, wat wijst op
een begin van bodemcultuur op boe-
rehoeven als Langelaar, Ghelijnde, Wa-
gensveld, Daefselaar, Ubbeschoten,
Overeem, Ravenhorst, Wolfswinkel,
Oerderaard e.a. Grove tienden hief de
bisschop hij ontving ook goederen en
rechten van de graaf van Bentheim
of zijn leenman van graan, smalle van
tuinvruchten.
Omstreeks die ttfd moet te midden
van die wouden een kasteel ge
bouwd zyn.
In een akte uit 1381-1383 is reeds
sprake van „dat huys ende hof
stede to Rijnswoude mit sy-
nen toebehoeren, gelegen in
den kerspel van Scerpenseel,
mit gericht, (rechtspraak) m i t
tins ende mit tiende n". Het
huis en alle rechten kwam door ver
erving achtereenvolgens in bezit van
de families Rijnensteyn, Sevender, Kui
lenburg en Hamal. In 1623 verkocht
Johan van Reede, domdeken te Utrecht
die van 1639-1641 de Hervormde kerk
deed bouwen. Er was reeds een kapel
bij het slot. Toen Van Reede het hof
van Karei I van Engeland bezocht, ont
ving hij bericht dat de kapel door
brand verwoest was. De gasten van de
Engelse koning en zijn vrienden beloof
den hem financiële steun bij de her
bouw, die zo ruim uitviel dat hij niet
een kapel, maar een kerk kon bouwen,
naar het model van St. Pauls Cathe
dral te Londen, die op zijn beurt naar
het voorbeeld van de St. Pieter te Ro
me gebouwd is. De kerk werd in de
vorm van een kruis met korte armen
gebouwd.
In het midden verheft zich een acht-
zijdige trommel, waarboven een hou
ten koepel, in de muren gesteund door
zware steunberen. Inwendig rust de
koepel ten dele op acht Ionische zui
len. De kerk is een der fraaiste onder
de Nederlandse renaissancekerken.
NA DE KERK VOLGDE EEN
NIEUW SLOT, NIET MEER IN DE
OUDE TRANT VAN EEN GRIM
MIGE BURCHT OF VESTING,
MAAR VOLGENS MODERNER
OPVATTINGEN: VRIENDELIJK,
DEFTIG EN VREEDZAAM IN
VOORNAME RENAISSANCESTIJL.
Oorspronkelijk lag bij de ingang een
ophaalbrug met stenen poort, maar de
ze zijn in de 18de eeuw vervangen door
een minder van afweer sprekende vas
te steenen brug en een ijzeren hek, het
laatste in navolging van het paleis te
Versailles, uit welke tijd ook het
Nieuwe Canaal dateert, in het ver
lengde van de koetslaan, een naboot
sing van Le Grand Canal te Versailles.
Het kasteel zelf heeft markante vier
kante torens, één in het midden van de
voorgevel, twee terzijde. De achterkant
maakt een geheel andere indruk met
zijn witte muren en een driehoekige
fronton boven de middenpartij. Een
overlevering verhaalt dat het kasteel
oorspronkelijk 99 ramen met kruisroe-
den bezat, later vervangen door grotere
vensters. In het midden der vorige
eeuw werden bijna alle vertrekken ge
moderniseerd.
Rechts en links van het voorplein
vinden koetshuis, paardestal, boerderij
en oranjerie een plaats.
Het kasteelpark was oorspronkelijk
eveneens in renaissancestijl ontworpen
maar werd later veranderd door de
aanleg van een langerekte vijver met
ronde kom.
De beroemde Zoeker, die het Von
delpark te Amsterdam aanlegde, wijzig
de in het begin van de 19de eeuw het
park nogmaals en wel in de toen ge
liefde romantisch landschapsstijl met
slingerende paadjes en diepe meertjes.
Na de Van Reede's kwam het kasteel
via Maria Duynst van Voorhout aan
Maria Jacoba Pynssen van der Aa, ge
huwd met Leonard Taets van Ameron-
gen. In 1754 ging het aan de Taetsen
over, die het nu nog bezitten.
In mei 1940 werd de bevolking van
Renswoude geëvacueerd en trokken
Duitse troepen het kasteel binnen.
Baron Maximiliaan vestigde zich er
in, toen zijn villa Overbos naast het
gemeentehuis door brand verwoest
was, waarbij vele kunstschatten verlo
ren gingen.
In oktober 1944 werd het ingericht
als Duits Rode Kruishospitaal en na
dien zochten diverse Duitse instanties
er kwartier. In april 1945 lag het onder
granaatvuur van de Canadezen, waar
door het beschadigd werd. En na de be
vrijding betrokken de Binnenlandse
Strijdkrachten het.
Langs de Hoofdweg liggen de oudste
huizen van Renswoude, dienstwoningen
van het kasteel, die vreemd genoeg de
naam dragen van De Nieuwe Buurt.
Monumentenzorg en het Hendrik de
Keyserfonds zijn geïnteresseerd in de
historische waarde deze woningen, die
dateren uit respectievelijk 1773, 1774,
1779 en 1780, een belangstelling die hen
behoed heeft voor sloping. Een dier
huizen werd verbouwd tot winkel
waardoor alle schoonheid, alle beko
ring teloor ging.
Na de dood van Baron Maximiliaan
Jacob Leonard op 7 december 1958, diep
betreurd om zijn hartelijk karakter en
bonhomie, verliet de weduwe M. C. dou
airière Taets van Amerongen - baronesse
Sirtema van Grovestins het kasteel en
vestigde zich in een verzorgingsflat te
Driebergen# Het kasteel wordt nu door
een zoon van de jachtopzichter als huis
bewaarder bewoond.
Enige tijd geleden werd het per
advertentie te koop aangeboden.
Blijkbaar hebben zich nog geen
gegadigden aangeboden, zodat
de nieuwe bestemming van het
kasteel nog onzeker is.
Kasteelbewoners worden fiscaal zwaar
belast. Indien zij in tegenstelling daarmee
een behoorlijke premie voor de bewoning
zouden ontvangen, uit waardering voor
de instandhouding van zulk een monu
ment van bouwkunst en historie, zou de
toestand voor hen heel wat dragelijker
worden en zouden kastelen inwendig ge
spaard blijven voor verbouwingen als
weeshuis, jeugdherberg, museum, hotel
e,d. De restauratie die sinds enige tijd
uitgevoerd wordt lijkt een voorziening te
zijn wegens uitgesteld onderhoud.
D. Philips
(De inleiding van dit artikel, getiteld:
,De Gelderse Vallei, geologisch spel in
zes taferelen", is een korte samenvatting
van een Reisboek voor de Gelderse Val
lei, dat wij voorbereiden.
In hoofdstuk XIII „De geboorte van
een dorp,, (De Vallei van 1 febr. j.l.) moet
het opschrift boven de alinea „Onderte
kende oorkonde uit 1477" luiden: „Onbe
kende oorkonde uit 1477". Uiteraard zijn
alle oorkonden ondertekend!)
HERDENKING VAN PAULUS
IN SPANJE
Spanje herdacht op 25 januari en vol
gende dagen plechtig, dat 1900 jaar ge
leden de apostel Paulus in Spanje aan
kwam. Deze Spaanse reis staat niet meer
U kent natuurlijk het gezegde „veran
dering van spijs doet eten". In deze kou
de wintermaand gaan we de afwisseling
eens zoeken in het nagerecht. Er zijn na-
in de Handelingen van de apostelen, die
i tuurlijk vele nagerechten, dure en min-
eindigen met de eerste gevangenschap van I der dure De volgende tftoetJes» zijn vrij
snel te maken en zullen in uw beurs niet
veel schade aanrichten. Vooral de eerste
Paulus. Maar daarmee was de levensge
schiedenis van Paulus nog niet ten einde.
De apostel reisde na zijn bevrijding uit
de eerste gevangenschap naar Spanje en
vervolgens naar Klein-Azië (Efese) tot
het jaar 65. Van hier wordt hij in tweede
gevangenschap naar Rome gevoerd en
vindt hier in het jaar 67 de marteldood.
De reis van Paulus naar Spanje en zijn
verblijf te Gabes (Cadiz) worden ons ver
teld in een brief van Clemens Romanus
uit het jaar 96 en gezonden naar Efese.
Dit is geloofwaardig. Spanje wijdt het he
le jaar 1963 als „jubeljaar" aan dit ver
blijf van Paulus. Voorzitter van het her
denkingscomité is generaal Franco, de
Spaanse staatschef. De Spaanse kardinaal
Arriba y Castro, aartsbisschop van Tar
ragona, verzocht de paus een legaat naar
de viering te zenden. De kardinaal maakte
bekend van de paus ten antwoord te heb
ben gekregen, dat deze zelf naar Spanje
begeerde te komen. Als dit te verwezen
lijken zal zijn wordt dit ongetwijfeld het
hoogtepunt van de herdenking.
De Spaanse kerk vereert twee apostelen
in het bijzonder we noemden hier Pau
lus, die een tijdlang in Spanje werkte,
vermoedelijk het hele jaar 63. Maar
schutspatroon van Spanje is Jacobus, de
broeder van Johannes, die in het jaar 42
door Herodes Agrippa te Jeruzalem op het
Paasfeest werd ter dood gebracht. Volgens
de traditie brachten twee leerlingen van
Jacobus, Theodorus en Athanasius, direct
na de dood van Jacobus zijn stoffelijk
overschot naar Joppe en verscheepten het
naar Spanje, waar het te San Jago de
Compostella werd ter aarde besteld. In
de 9de eeuw bouwde men een prachtige
kerk op zijn graf.
De Spaanse theologie zal dit jaar be
wijzen, dat ze zich grondig met de brie
ven van Paulus bezig hield. De herden
king wordt groots opgezet.
Winter remt activiteiten in
recreatie gebieden
In de recreatiegebieden van ons land
begint de langdurige barre winter zorgen
op te leveren in verband met de klaar
liggende plannen voor het komende voor
jaar en de daarop volgende zomer. Met
name in Ouwehands Dierenpark vreest
men niet tijdig gereed te kunnen zijn met
de uitbreidings- en nieuwbouwplannen.
Vooral de man die het enorme com
plex tuinaanleg onder zijn beheer heeft,
de heer Wildekamp, zit met de handen
in het haar. Hij kan met zijn mannen
niets uitrichten zolang de parkaanleg ver
borgen gaat onder een dikke ijs- en
sneeuwlaag.
De directie vreest, dat de achterstand
slechts met veel moeite en ten koste van
grote financiële offers zal kunnen worden
ingehaald, daar bovendien veel jonge aan
plant door het wild is aangevreten en
vernield en moet worden vervangen.
twee gerechten zijn geschikt om op een
echt winterse dat te geven. Heeft u nog
een restje olie, dan kunt u dat nu op
maken met het derde recept.
RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN
Appel-griesmeeldessert
V« kg stevige appelen (b.v. Bellefleur,
Jonathan, Cox's Orange), dl (bijna
Vï kopje) water, citroenschil; l/t 1 melk,
20 g (3'/ï eetlepel) griesmeel, 10 g (2 eet
lepels) custardpoeder, 30 g (3 eetlepels)
suiker.
De appelen boren, schillen en in plak
ken snijden. Het water aan de kook bren
gen met enkele dunne stukjes citroen
schil. De schijven appel in het kokende
water leggen en 3 5 minuten zachtjes
laten trekken.
Het custardpoeder met weinig koude
melk aanmengen. De rest van de melk
aan de kook brengen. Het griesmeel met
de suiker vermengen en onder goed roe
ren in de kokende melk strooien. Het
gfiesmeel onder af en toe roeren in 5
10 minuten gaarkoken. De pap al roeren
de binden met het aangemengde custard
poeder en even laten doorkoken. De vla
bij de appelen schenken en de appelen
er voorzichtig door roeren. Het geheel
10 minuten zachtjes op het vuur of
in de oven verwarmen. De citroenschil
verwijderen en het gerecht warm op
dienen.
Karnemelkpudding met dadels
*/t 1 karnemelk, 45 g (8 eetlepels) maï
zena, 75 g (7'/i eetlepel) suiker, 150 g
dadels.
De dadels in kleine stukjes snijden. De
karnemelk in een pan met dikke bodem
schenken. De droge maïzena in één keer
toevoegen en met een garde door de kar
nemelk roeren. De karnemelk langzaam
al roerende aan de kook brengen en even
laten doorkoken. De suiker en dadels er
door roeren en de massa in een met koud
water omgespoelde puddingvorm gieten.
De pudding koud en stijf laten worden
en storten. Desgewenst een vruchtesap-
saus erbij geven.
Choco-wentelteefjes
8 sneetjes oud (wit)brood, 4 eetlepels
cacao, 2'/ï dl (I'/ï kopje) melk, olie, boter
of margarine, poedersuiker, desgewenst
een klein ei.
De cacao met weinig melk tot een glad
papje aanmengen. Het papje met (het ei
en) de rest van de melk verdunnen. Boter,
margarine of olie in een koekepan heet
laten worden. De sneetjes brood (van
korst ontdoen en) door de koude choco
lademelk wentelen. Ze laten uitlekken en
in olie, boter of margarine aan beide kan
ten even bakken 1/i minuut). De wen
telteefjes dik bestrooien met poedersui
ker en zo warm mogelijk opdienen.
NNP Het Centrum voor Staatkundige Vorming (Den Haag) heeft een
omvangrijke en zeer deskundige commissie aan het werk gezet op een
studie van het Nederlandse industrialisatiebeleid. De uitkomst zal bin
nenkort in gedrukte vorm verschijnen, maar inmiddels zijn de conclu
sies al bekend geworden. Uit het twaalftal door het centrum opgestelde
stellingen blijkt weer eens duidelijk, dat industrialiseren bepaald geen
zaak is van het lukraak neerzetten van fabrieken in al die plaatsen en
gebieden in Nederland, welke het tot nu toe zonder rokende schoorstenen
moesten doen. Aan de andere kant moeten de touwtjes van het beleid
niet alleen in handen zijn van de centrale overheid, het rijk in Den Haag.
Stelling nr. 12 van het rapport, dat binnenkort zal verschijnen, luidt dan
ook: „De rijksoverheid moet de maatregelen voor de bevordering van de
industrialisatie vaststellen en uitvoeren in nauw overleg met de besturen
van de lagere publiekrechterlijke lichamen" en „Ten aanzien van de be
geleidende maatregelen in het maatschappelijke en culturele vlak zou de
uitvoering in belangrijke mate zijn over te dragen aan de provinciale be
sturen".
Volgens het Centrum voor Staatkundige
Vorming moet het algemeen industriali
satiebeleid worden gevoerd op grond van
economische principes „en zich derhalve
dienen te richten op die streken van het
land, waar de omstandigheden voor het
op gang brengen van een in een later sta
dium zichzelf versterkende industrie aan
wezig zijn." Niet de behoeften van een
bepaald gebied moeten hier, volgens het
Centrum, voorop staan, maar de econo
mische mogelijkheden - goede wegen, ar
beidskrachten, gelegenheid voor woning-
Sinds het Hervormd-Gereformeerd Congres op 26 mei 1962 in Utrecht, hebben zich
in geheel Nederland Hervormden en Gereformeerden op velerlei wijzen bezigge
houden om tot éénwording te geraken. Wanneer de 18, die op Pinksteren 1961 hun
boodschap aan het Nederlandse kerkelijke publiek bekendmaakten, gegevens over
de samenwerking van Hervormden en Gereformeerden in geheel Nederland voor
en na het congres zouden moeten verstrekken, zou dat een ljjvig boekdeel gaan vor
men. Sinds het congres in 1962 zijn geen publicaties van de zijde der 18 meer ver
schenen, omdat naar de mening van de 18 de eenwording van Hervormden en Gere
formeerden een zaak van alle kerkmensen moet zijn en de 18 meenden geen leiding
gevende commissie te moeten zijn.
de Nieuwe Buurt
Deze maand komt er van de zijde van
„de 18" een boekje uit getiteld „Aan
vaardt elkander". In „ter inleiding" van
dit nieuwe pocketboekje wordt mede
gedeeld, dat enerzijds een behoefte be
stond een overzicht te geven van wat
voor en tijdens het congres zich heeft
afgespeeld en anderzijds gevolg moest
worden gegeven aan de dringende vraag
om nieuw materiaal ten behoeve van
gesprekskringen van hervormden en
gereformeerden in de eerstkomende tijd.
Beide zijn in deze nieuwe publikatie
„Aanvaardt elkander" te vinden.
De 18 voegen hieraan toe: „Het be
hoeft geen betoog, dat de éénwording
van de hervormde en gereformeerde
kerken een zaak is, die voor alles de ge
meenteleden aangaat. Zij moeten die
willen; zij moeten die ook gaan beleven.
Na een jarenlange gescheidenheid lijkt
het eerst nodige, dat zij gaan leren el
kander te aanvaarden zoals Christus
hen aanvaard heeft. Het is geen kunst
elkander eisen te gaan stellen, eisen in
zake leer en leven, belijdenis en kerk
orde. „De achttien" erkennen gaarne
het goed recht van allen die dit plegen
te doen, doch vragen zich af of men op
deze manier een stap verder komt op
de weg naar eenwording. De vorm van
de aanvaarding zal het beste van plaats
tot plaats door kerkeraden en gemeente
leden onderzocht en beproefd kunnen
kunnen worden.
Hoe vindingrijk gemeenteleden wor
den als het er om gaat, zichtbare ge
stalte te geven aan hun verlangen naar
eenheid, blijkt op allerlei manieren.
In het boekje „Aanvaardt elkander"
komen deze zichtbare gestalten tot de
lezer uit de suggesties, die tijdens en na
het congres zijn binnengekomen en ge
rangschikt zijn onder het hoofdstuk
„bemoedigende lectuur".
Behalve een overzicht van het con
gres met daarbij in extenso de beide
redevoeringen van Prof. Mr. W. F. de
Gaay Fortman en Prof. Dr. H. Berkhof,
wordt een groot deel van het nieuw
verschenen boekje „Aanvaardt elkan
der" ingenomen door zes bijbelstudies,
welke als richtsnoer kunnen dienen bij
gesprekskringen. De titels daarvan zijn
„Getuige zijn", „de krachten van Gods
Koninkrijk", „het gesprek met Israël",
„het belijden der kerk", „het lichaam
van de Messias" en „aanvaardt elkan
der".
Voor allen die het congres hebben
bijgewoond en voor allen, die op veler
lei wijze instemming betuigden met het
streven naar eenwording der hervormde
en gereformeerde kerken, zal het lezen
van dit nieuwe boekje goede herinne
ringen wakker roepen en daarnaast stof
geven voor verdere arbeid in het vlak
der éénwording"
Jaren beproefd en hoog geroemd
Miinhardt's Zenuwtabletten
bouw enz. Overigens kan, wat dit betreft,
de overheid te voren toch de helpende
hand bieden, door al bij voorbaat een
krachtige expansie te garanderen van de
te vestigen industrie, bijvoorbeeld door
de aanleg van een wegennet. Het Cen
trum pleit voor de aanleg van een net
van hoofdwegen, dat de voornaamste
centra in Nederland onderling verbindt
en aansluiting geeft op de verkeersver
bindingen in onze nabuurlanden.
In principe zouden de mogelijkheden
van industrialisatie dan beperkt blijven
tot de plaatsen, die aansluiting kunnen
vinden op dit verbindingsnet. De wegen
moeten als het ware de slagaders zijn,
waar langs de economische impulsen door
ons land stromen. Bij strikte naleving
hiervan zou echter weinig van een na
tionaal industrialisatiebeleid terecht ko
men. De commissie van het Centrum ver
legt daarom de aandacht naar verbete
ringsmogelijkheden buiten een algemeen
industrialisatiebeleid - gebaseerd op eco
nomische motieven - om. „Zo is er", al
dus een van de uitspraken, „behoefte aan
een bijzonder ontwikkelingsbeleid in die
streken, waar zich een belangrijk tekort
aan werkgelegenheid blijft voordoen, als
gevolg waarvan de leefbaarheid van de
streek in gevaar dreigt te komen." Hier
staan dus de belangen van een bepaalde
streek voorop en niet de economische
principes. Dit bijzondere beleid moet erop
zijn gericht een streek in haar totaliteit
te verbeteren. Industrialisatie is daarbij
niet alleen zaligmakend. Andere facetten
zijn: agrarische hervormingen, schaalver
groting van het platteland en het tot ont
wikkeling brengen van een recreatieve
functie in die gebiedan, welke daarvoor
geschikt zijn.
Uitgangspunt bij dit bijzondere beleid
is niet meer het economische potentieel
van een bepaald deel van Nederland,
maar de noodzaak om de bewoners betere
levensomstandigheden te bieden. Dit ver
eist een totaal regionaal beleid - eco
nomisch, maatschappelijk en cultureel -
dat verder gaat dan wat elders in het
land ter begeleiding van de economische
ontwikkeling gebeurt. Het Centrum pleit
hier voor de aanwijzing van een beperkt
aantal kernen, die een verheffende in
vloed op de gehele streek kunnen uit
oefenen. Zulke „kerngemeenten" zijn in
ons land heel hard nodig. De afgelopen,
jaren hebben wel geleerd, dat het samen
gaan van een nationaal industrialisatie
beleid en bijzonder plaatselijke maatre
gelen zorgvuldig moeten worden uitge
werkt. Duidelijk is gebleken - bijvoor
beeld in Brabant - dat industrialisatie al
leen niet voldoende is. Industrie schept
wel leven, maar dit leven sterft weer uit
als er geen andere voorzieningen zijn.
Het is goed, dat het Centrum hierop nog
eens de aandacht heeft gevestigd.
Dat de muziekavond
die zaterdag j.l. in de
Chr. Geref. Kerk a/d
Hoofdstraat werd ge
houden zo goed is ge
slaagd, is in de eerste
plaats te danken aan
het koor „Vox Jubi-
lans". Op voortreffe
lijke wijze heeft dit
koor, onder leiding
van dirigent Mar. Eg
berts, hun aandeel in
het programma uitge
voerd.
Dat Feike Asma de
ze avond ver onder
peil bleef, is misschien
wel te wijten aan de
geweldige opkomst.
Geschat werd dat er
1100 personen aan
wezig waren. Bij zo'n
stampvolle kerk klinkt
het orgel erg droog en
speelt het ook niet zo
prettig. Jammer. Het
best was Asma in de
begeleidingen, zowel
van koor als gemeen_
te.
Nadat ds. J. Keu-
ning deze avond had
geopend, werd Ps. 108
vers 1 en 2 door het
koor gezongen. Deze
psalm bleek later wel
het mooist klinkende
werk van de avond te
zijn. Heel eenvoudig
vierstemmig gezet werd
het statig, maar ook fris en helder uit
gevoerd.
De orgelsolo „Fanfare" van Lemmens
die hierop volgde, was uitgesproken slor
dig. Nadat het koor Ps. 116 van M. Eg
berts en Gebed van Bortniansky had ge
zongen sprak de voorz. van de orgelcom
missie, de heer J. Verhoef.
Hij dankte de gemeente hartelijk voor
hun grote offerzin, waardoor in zo'n
korte tijd de bijna 38.000,voor het
orgel bijeen zijn gebracht. De orgelbe
spelingen blijven natuurlijk doorgaan. Zo
kan men ook buiten de eredienst genie
ten van dit koninklijke instrument. Men
streeft er naar om behalve juli en augus
tus iedere maand een orgelbespeling, al
of niet met medewerking van vocalisten,
te geven.
Ook ds. Keuning wekte in zijn meditatie
op om zang en muziek zodanig te gebrui
ken dat het is tot eer van God en tot
heil van onze naaste.
Het koor heeft deze avond nog veel
meer en indrukwekkend gezongen We
noemen slechts „Ruwe stormen mogen
woeden" en hun slotlied „Revoice in The
Lord Always" van George Rathbone.
De mooiste orgelnummers van deze
avond waren „Allegro uit Cone. no. II in
Bes van G. F. Handel en Ps. 84 van J.
Zwart.
N. v. d. B.
SCHOOLCONCERT VAN CHR. ULO
Met een inleidend woord van de heer
D. van Zuilekom was het tweede school-
concert van het cursusjaar geopend. Dit
maal bestond het gezelschap uit een pia
no-trio: een pianist, een violist en een
cellist. De heer Willem Hielkema, een be_
kend figuur op onze schoolconcerten, gaf
eerst een verklaring van de opbouw van
de stukken, verduidelijkt door fragmen
ten en kenmerkende melodietjes.
Door het trio werden gespeeld stukken
van Haydn en Mendelssohn. Hoewel dit
schoolconcert zwaarder was dan de vo
rige malen, misschien voor velen te
zwaar, was het toch opmerkelijk hoe goed
de aandacht van de leerlingen was.
Ondanks zes weken strenge vorst, die
de bouwactiviteiten in Engeland ernstig
heeft belemmerd, heeft een bouwonder
neming die een nieuwe bouwmethode ge
bruikt, normaal kunnen doorwerken. Dit
is de z.g. „Jackblock" methode.
Volgens deze methode worden het dak
en de bovenste verdieping eerst gebouwd
en daarna hydraulisch opgevijzeld. Daar
na worden de andere verdiepingen in om
gekeerde volgorde dan normaal gebouwd
en opgevijzeld. In Coventry, waar een 17
verdiepingen hoog flatgebouw volgens de
ze methode wordt gebouwd, is het werk
in de vorstperiode niet stilgelegd, maar
in zijn volle omvang doorgegaan en het
bouwproces is geheel volgens plan ver
lopen.
Het afwerken van de bovenste verdie
pingen wordt op geringe hoogte uitge
voerd. De drie laagste verdiepingen wor
den door een grote tent van kunststof om
geven die beschutting tegen het weer
biedt en bij grote koude wordt hete-
luchtverwarming ingeschakeld.
Deze winter heeft bewezen dat het
systeem uiterst doeltreffend is. Hoewel
het gehele bouwterrein door sneeuw was
bedekt en de temperatuur onder het nul
punt lag is het betonstorten zonder on
derbreking doorgegaan. Het gebouw is
voor twee-derde deel voltooid; de zesde
verdieping wordt gestort en 11 verdiepin
gen zijn opgevijzeld.
Welke voetbalclub slaagt erin zyn tegenstander met een nederlaag van 36-0 naar
huis te sturen? Het elftal verdient daarmee een dubbele lauwerkrans, want het zou
het wereldrecord evenaren van de Schotse vereniging „Arbroath", die in 1885 in
een wedstrijd in de Schotse bekercompetitie het gegoede elftal van „Bon Accord"
met deze cijfers overspeelde. De man op het scorebord moest de doelpunten met
kruisjes bijhouden. Als de elf Nederlandse oranjemannen het ooit op hun heupen
krijgen en een ander nationaal voetbalteam met 18-0 en met rood beschaamde kaken
naar de kleedkamer laten verdwijnen, dan heeft Nederland daarmee ook een wereld
record in handen.
Het officiële record vestigde namelijk
Duitsland in 1912 door in het kader van
de Olympische Spelen met 16-0 van Rus
land te winnen. De nationale elf van En
geland wonnen echter in 1951 met één
doelpunt meer van Australië. Maar dit
record is officieus, omdat het hier ging
om een vriendschappelijke ontmoeting.
Prijsschieten was het echter wel.
De Franse uitgeversmaatschappij „Gui-
ness Hachette" heeft een staf van be
kwame medewerkers aan het werk gezet
op het verzamelen van dergelijke uitzon
derlijke prestaties en records. Het resul
taat is gebundeld in „Le Livre des Ex-
trèmes", het „Boek van de Uitersten".
Jammer, dat de prijs van dit boek - zo'n
dertig gulden - ook een record is, want
er staan vreemde dingen in. Wie het werk
leest, kan na afloop niet aan de indruk
ontkomen, dat hij in een gekke wereld
leeft. Hij weet dan wie het record pinda-
duwen-met-de-neus bezit en wie het
langst in een mandje op een paal heeft
gezeten of het de meeste uren achter een
piano, een drumstel of een trekorgel heeft
volgehouden.
De honderd aan de sport gewijde pagi
na's bieden al genoeg bizarre dingen. Wist
U, dat de Amerikanen Hillman en Ro
bertson het wereldrecord „hardlopen
voor paren" bezitten? Dat lopen is geen
gemakkelijk karwei, want het linkerbeen
van de een wordt aan het rechter van de
partner vastgebonden. Toch slaagden de
Amerikanen erin een afstand van 100
yards (ruim 91 meter) in pvecies elf se
conden af te leggen. Het zou menigeen
nog moeite kosten dit zondqr gebonden
benen te presteren. Wie het wel klaar
speelde, was in 1954 de Brit George Bull.
Hij was blind en kwam daarmee in het
bezit van het „wereldrecord" hardlopen
voor blinden.
De in Amerika en Engeland zeer popu
laire golfsport geeft ook alle mogelijk
heden voor uitzonderlijke prestaties. De
zesjarige Amerikaanse Joe Dobson bij
voorbeeld. slaagde erin een 104 meter
lange „hole" - de afstand tussen twee
„putjes" - in één slag te overbruggen.
Hetzelfde presteerde in Engeland een ze
kere meneer South, maar die had tijd ge
noeg gehad om te oefenen, hij was 91.
Boksen is ook zo'n sport, waarin van al
les mogelijk is. De wedstrijd met het
grootste lichaamsverschil staat op naam
van de potige heren Bob Fitzsimmons en
Ed Dunkhorst. Bob was vele jaren we
reldkampioen, vandaar dat hij in 1900
ondanks zijn gewicht van „maar" 78 kilo
in de tweede ronde de 141 en 1 halve
kilo wegende Ed tegen de grond hamer
de. De man, die echter het meest in de
ring stond, was Abraham Hollandersky,
omdat hij zo'n moeilijke naam had beter
bekend als „Abe, de krantenjongen". Hij
bokste tussen 1905 en 1918 maar liefst
dertienhonderd en negen wedstrijden.
Meer dan honderd per jaar en zo'n twee
per week dus.
Tot slot enkele snelheden in de sport:
•de snelste sprinters mogen de honderd
meter in krap tien seconden lopen, zij
kunnen toch nooit op tegen de snelheid
van de tennis- en de volleybal. Volgens
deskundige berekeningen sloeg de Ame
rikaan Stoefen in 1935 de tennisbal met
zo'n 210 kilometer per uur over het net.
En een flinke smash bij volleybal gaf het
leer een vaart van 175 km per uur.
in de nieuwe
notenkleuren:
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165