DE GELDERSE VALLEI VERKWIK- fP Setier Set KASTEEL RENSWOUDE IN DE STEIGERS Krijgt OUDE Borchwal NIEUWE bestemming? HET TOETJE Prachtige muziekavond in Chr. Ger. kerk INDUSTRIE SCHEPT LEVEN „Aanvaardt elkander" van de 18 „bemoedigende lectuur" Veilig gebruik RHENEN Vreemde prestaties in een gekke wereld TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 1 MAART 1963 Nr. 18 Zand Tienden De Borchwal, het oude kasteel Een nieuw kasteel Het park Lotgevallen Dienstwoningen Kasteel te koop VOOR DE VROUW FEIKE ASMA NIET OP DREEF KRONIEK VAN HET LAND maar beleid zorgvuldig uitstippelen de natuurzuivere Nieuwe bouwtechniek: Doorwerken bij vorst nylons HAZELINO CASTAGNA WALNOTTA Fa. L. HEY Duizenden jaren geleden groef zich een mijlen- brede rivier een diepe vore door wat nu de Gelderse Vallei heet. Diep in haar bodem rus ten nog de zanden en grinden, toen gedepo neerd, met overblijfselen van planten en die ren dier tijden. In da strenge winter die ons nu kwelt gaan onze gedachten onwillekeurig terug naar de tijden die volgden, tijden waarin de temperatuur sterk daalde en de gletschers uit het noorden zelfs ons land bereikten. Ook in de Vallei drong een gigantische ijslob binnen bij Amersfoort 200m., bij V eenend aal 60 m. dik, die de oude en nieuwe bodemgesteenten omhoog stuwde tot de Utrechtse heuvelrug en de heuvels van de westelijke Vel uwe. Na duizenden jaren van koude begon de tem peratuur weer te stijgen. Smeltwater liep in de Vallei naar de zijkanten van de ij swig, werd een stroom zó hoog, dat het water over de kruin van de heuvelrug liep en een doorgang door de Pas van Darthuizen, het Gat van de Berg zocht. Dikke lagen mantelzanden kwamen de heuvel rug bedekken. De gehele Vallei werd tenslotte door smeltwater be dekt. in de steigers Door de enorme dooi steeg de zee, die grote delen van ons land inundeer- de. Ook de Vallei werd zee. Naar de rivier de Eem noemt men deze periode de Eemtijd, waarin de temperatuur vrij hoog was. Vele weekdieren leefden in het zeewater, wel 98 soorten, waarvan er nu nog 96 zuidelijk van Het Kanaal voorkomen. Na de Eemtijd daalde de temperatuur weer en kwam hier nogmaals een pool- klimaat heersen, waardoor de Vallei een toendra werd, begroeid met ren diermos, dwergwilgen en -berken en een rozensoort, de achtster, die nu nog bloeit opSpitsbergen! Stormen staken op en bliezen de man telzanden weer deels van de stuwwal, die wel 10 m lager werd. Het zand sloeg neer in de Vallei. De koude verdreef de kleine rode waterlelie die nooit meer in Nederland of waar ook in Europa is teruggekeerd. Rendieren en mammoeten verschenen en de Vallei werd een stukje Groen land. Geleidelijk werd het weer warmer en de toendra maakte plaats voor weelderige wouden. De gestadige toevoer van grond- of drangwa- ter en overstromend beekwater schiep gunstige voorwaarden hier toe. Karei de Grote schonk in 777 vier wouden aan de St. Maartenskerk in Utrecht. Vandaar dat de Vallei tot de provincie Utrecht behoort en niet aan Gelderland is gekomen, een oorzaak van eeuwenlange strijd. Een van deze wouden werd Hengistcoto genoemd, Heischoten onder Woudenberg. In latere acten is geregeld sprake van het Westerwoud dat onder Maarn, Maarsbergen en Woudenberg gelegen was. Het waren alle loofwouden, slechts 's winters bij vorst te betreden. Eerst door ontwateringswerken zijn zij ont- ginbaar geworden. Van Rhenen tot na bij Woudenberg strekte zich een woud uit, dat gemeenschappelijk bezit, de meent, van de Rhenenaren was, die er vee konden weiden of hout hakken. Rhenense woud of Renswoude lag echter te ver om nut te verschaffen. De stad verkocht in 1345 aan bisschop Jan van Arkel en diens broer Robrecht „Rijneraert ende Noorder- aert mit allen sinen toebe horen, dat men nu ter tijt ge meenlijk heet Rijnswoud e". Omstreeks 1321 werden te Renswou de reeds tienden geheven, wat wijst op een begin van bodemcultuur op boe- rehoeven als Langelaar, Ghelijnde, Wa- gensveld, Daefselaar, Ubbeschoten, Overeem, Ravenhorst, Wolfswinkel, Oerderaard e.a. Grove tienden hief de bisschop hij ontving ook goederen en rechten van de graaf van Bentheim of zijn leenman van graan, smalle van tuinvruchten. Omstreeks die ttfd moet te midden van die wouden een kasteel ge bouwd zyn. In een akte uit 1381-1383 is reeds sprake van „dat huys ende hof stede to Rijnswoude mit sy- nen toebehoeren, gelegen in den kerspel van Scerpenseel, mit gericht, (rechtspraak) m i t tins ende mit tiende n". Het huis en alle rechten kwam door ver erving achtereenvolgens in bezit van de families Rijnensteyn, Sevender, Kui lenburg en Hamal. In 1623 verkocht Johan van Reede, domdeken te Utrecht die van 1639-1641 de Hervormde kerk deed bouwen. Er was reeds een kapel bij het slot. Toen Van Reede het hof van Karei I van Engeland bezocht, ont ving hij bericht dat de kapel door brand verwoest was. De gasten van de Engelse koning en zijn vrienden beloof den hem financiële steun bij de her bouw, die zo ruim uitviel dat hij niet een kapel, maar een kerk kon bouwen, naar het model van St. Pauls Cathe dral te Londen, die op zijn beurt naar het voorbeeld van de St. Pieter te Ro me gebouwd is. De kerk werd in de vorm van een kruis met korte armen gebouwd. In het midden verheft zich een acht- zijdige trommel, waarboven een hou ten koepel, in de muren gesteund door zware steunberen. Inwendig rust de koepel ten dele op acht Ionische zui len. De kerk is een der fraaiste onder de Nederlandse renaissancekerken. NA DE KERK VOLGDE EEN NIEUW SLOT, NIET MEER IN DE OUDE TRANT VAN EEN GRIM MIGE BURCHT OF VESTING, MAAR VOLGENS MODERNER OPVATTINGEN: VRIENDELIJK, DEFTIG EN VREEDZAAM IN VOORNAME RENAISSANCESTIJL. Oorspronkelijk lag bij de ingang een ophaalbrug met stenen poort, maar de ze zijn in de 18de eeuw vervangen door een minder van afweer sprekende vas te steenen brug en een ijzeren hek, het laatste in navolging van het paleis te Versailles, uit welke tijd ook het Nieuwe Canaal dateert, in het ver lengde van de koetslaan, een naboot sing van Le Grand Canal te Versailles. Het kasteel zelf heeft markante vier kante torens, één in het midden van de voorgevel, twee terzijde. De achterkant maakt een geheel andere indruk met zijn witte muren en een driehoekige fronton boven de middenpartij. Een overlevering verhaalt dat het kasteel oorspronkelijk 99 ramen met kruisroe- den bezat, later vervangen door grotere vensters. In het midden der vorige eeuw werden bijna alle vertrekken ge moderniseerd. Rechts en links van het voorplein vinden koetshuis, paardestal, boerderij en oranjerie een plaats. Het kasteelpark was oorspronkelijk eveneens in renaissancestijl ontworpen maar werd later veranderd door de aanleg van een langerekte vijver met ronde kom. De beroemde Zoeker, die het Von delpark te Amsterdam aanlegde, wijzig de in het begin van de 19de eeuw het park nogmaals en wel in de toen ge liefde romantisch landschapsstijl met slingerende paadjes en diepe meertjes. Na de Van Reede's kwam het kasteel via Maria Duynst van Voorhout aan Maria Jacoba Pynssen van der Aa, ge huwd met Leonard Taets van Ameron- gen. In 1754 ging het aan de Taetsen over, die het nu nog bezitten. In mei 1940 werd de bevolking van Renswoude geëvacueerd en trokken Duitse troepen het kasteel binnen. Baron Maximiliaan vestigde zich er in, toen zijn villa Overbos naast het gemeentehuis door brand verwoest was, waarbij vele kunstschatten verlo ren gingen. In oktober 1944 werd het ingericht als Duits Rode Kruishospitaal en na dien zochten diverse Duitse instanties er kwartier. In april 1945 lag het onder granaatvuur van de Canadezen, waar door het beschadigd werd. En na de be vrijding betrokken de Binnenlandse Strijdkrachten het. Langs de Hoofdweg liggen de oudste huizen van Renswoude, dienstwoningen van het kasteel, die vreemd genoeg de naam dragen van De Nieuwe Buurt. Monumentenzorg en het Hendrik de Keyserfonds zijn geïnteresseerd in de historische waarde deze woningen, die dateren uit respectievelijk 1773, 1774, 1779 en 1780, een belangstelling die hen behoed heeft voor sloping. Een dier huizen werd verbouwd tot winkel waardoor alle schoonheid, alle beko ring teloor ging. Na de dood van Baron Maximiliaan Jacob Leonard op 7 december 1958, diep betreurd om zijn hartelijk karakter en bonhomie, verliet de weduwe M. C. dou airière Taets van Amerongen - baronesse Sirtema van Grovestins het kasteel en vestigde zich in een verzorgingsflat te Driebergen# Het kasteel wordt nu door een zoon van de jachtopzichter als huis bewaarder bewoond. Enige tijd geleden werd het per advertentie te koop aangeboden. Blijkbaar hebben zich nog geen gegadigden aangeboden, zodat de nieuwe bestemming van het kasteel nog onzeker is. Kasteelbewoners worden fiscaal zwaar belast. Indien zij in tegenstelling daarmee een behoorlijke premie voor de bewoning zouden ontvangen, uit waardering voor de instandhouding van zulk een monu ment van bouwkunst en historie, zou de toestand voor hen heel wat dragelijker worden en zouden kastelen inwendig ge spaard blijven voor verbouwingen als weeshuis, jeugdherberg, museum, hotel e,d. De restauratie die sinds enige tijd uitgevoerd wordt lijkt een voorziening te zijn wegens uitgesteld onderhoud. D. Philips (De inleiding van dit artikel, getiteld: ,De Gelderse Vallei, geologisch spel in zes taferelen", is een korte samenvatting van een Reisboek voor de Gelderse Val lei, dat wij voorbereiden. In hoofdstuk XIII „De geboorte van een dorp,, (De Vallei van 1 febr. j.l.) moet het opschrift boven de alinea „Onderte kende oorkonde uit 1477" luiden: „Onbe kende oorkonde uit 1477". Uiteraard zijn alle oorkonden ondertekend!) HERDENKING VAN PAULUS IN SPANJE Spanje herdacht op 25 januari en vol gende dagen plechtig, dat 1900 jaar ge leden de apostel Paulus in Spanje aan kwam. Deze Spaanse reis staat niet meer U kent natuurlijk het gezegde „veran dering van spijs doet eten". In deze kou de wintermaand gaan we de afwisseling eens zoeken in het nagerecht. Er zijn na- in de Handelingen van de apostelen, die i tuurlijk vele nagerechten, dure en min- eindigen met de eerste gevangenschap van I der dure De volgende tftoetJes» zijn vrij snel te maken en zullen in uw beurs niet veel schade aanrichten. Vooral de eerste Paulus. Maar daarmee was de levensge schiedenis van Paulus nog niet ten einde. De apostel reisde na zijn bevrijding uit de eerste gevangenschap naar Spanje en vervolgens naar Klein-Azië (Efese) tot het jaar 65. Van hier wordt hij in tweede gevangenschap naar Rome gevoerd en vindt hier in het jaar 67 de marteldood. De reis van Paulus naar Spanje en zijn verblijf te Gabes (Cadiz) worden ons ver teld in een brief van Clemens Romanus uit het jaar 96 en gezonden naar Efese. Dit is geloofwaardig. Spanje wijdt het he le jaar 1963 als „jubeljaar" aan dit ver blijf van Paulus. Voorzitter van het her denkingscomité is generaal Franco, de Spaanse staatschef. De Spaanse kardinaal Arriba y Castro, aartsbisschop van Tar ragona, verzocht de paus een legaat naar de viering te zenden. De kardinaal maakte bekend van de paus ten antwoord te heb ben gekregen, dat deze zelf naar Spanje begeerde te komen. Als dit te verwezen lijken zal zijn wordt dit ongetwijfeld het hoogtepunt van de herdenking. De Spaanse kerk vereert twee apostelen in het bijzonder we noemden hier Pau lus, die een tijdlang in Spanje werkte, vermoedelijk het hele jaar 63. Maar schutspatroon van Spanje is Jacobus, de broeder van Johannes, die in het jaar 42 door Herodes Agrippa te Jeruzalem op het Paasfeest werd ter dood gebracht. Volgens de traditie brachten twee leerlingen van Jacobus, Theodorus en Athanasius, direct na de dood van Jacobus zijn stoffelijk overschot naar Joppe en verscheepten het naar Spanje, waar het te San Jago de Compostella werd ter aarde besteld. In de 9de eeuw bouwde men een prachtige kerk op zijn graf. De Spaanse theologie zal dit jaar be wijzen, dat ze zich grondig met de brie ven van Paulus bezig hield. De herden king wordt groots opgezet. Winter remt activiteiten in recreatie gebieden In de recreatiegebieden van ons land begint de langdurige barre winter zorgen op te leveren in verband met de klaar liggende plannen voor het komende voor jaar en de daarop volgende zomer. Met name in Ouwehands Dierenpark vreest men niet tijdig gereed te kunnen zijn met de uitbreidings- en nieuwbouwplannen. Vooral de man die het enorme com plex tuinaanleg onder zijn beheer heeft, de heer Wildekamp, zit met de handen in het haar. Hij kan met zijn mannen niets uitrichten zolang de parkaanleg ver borgen gaat onder een dikke ijs- en sneeuwlaag. De directie vreest, dat de achterstand slechts met veel moeite en ten koste van grote financiële offers zal kunnen worden ingehaald, daar bovendien veel jonge aan plant door het wild is aangevreten en vernield en moet worden vervangen. twee gerechten zijn geschikt om op een echt winterse dat te geven. Heeft u nog een restje olie, dan kunt u dat nu op maken met het derde recept. RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN Appel-griesmeeldessert V« kg stevige appelen (b.v. Bellefleur, Jonathan, Cox's Orange), dl (bijna Vï kopje) water, citroenschil; l/t 1 melk, 20 g (3'/ï eetlepel) griesmeel, 10 g (2 eet lepels) custardpoeder, 30 g (3 eetlepels) suiker. De appelen boren, schillen en in plak ken snijden. Het water aan de kook bren gen met enkele dunne stukjes citroen schil. De schijven appel in het kokende water leggen en 3 5 minuten zachtjes laten trekken. Het custardpoeder met weinig koude melk aanmengen. De rest van de melk aan de kook brengen. Het griesmeel met de suiker vermengen en onder goed roe ren in de kokende melk strooien. Het gfiesmeel onder af en toe roeren in 5 10 minuten gaarkoken. De pap al roeren de binden met het aangemengde custard poeder en even laten doorkoken. De vla bij de appelen schenken en de appelen er voorzichtig door roeren. Het geheel 10 minuten zachtjes op het vuur of in de oven verwarmen. De citroenschil verwijderen en het gerecht warm op dienen. Karnemelkpudding met dadels */t 1 karnemelk, 45 g (8 eetlepels) maï zena, 75 g (7'/i eetlepel) suiker, 150 g dadels. De dadels in kleine stukjes snijden. De karnemelk in een pan met dikke bodem schenken. De droge maïzena in één keer toevoegen en met een garde door de kar nemelk roeren. De karnemelk langzaam al roerende aan de kook brengen en even laten doorkoken. De suiker en dadels er door roeren en de massa in een met koud water omgespoelde puddingvorm gieten. De pudding koud en stijf laten worden en storten. Desgewenst een vruchtesap- saus erbij geven. Choco-wentelteefjes 8 sneetjes oud (wit)brood, 4 eetlepels cacao, 2'/ï dl (I'/ï kopje) melk, olie, boter of margarine, poedersuiker, desgewenst een klein ei. De cacao met weinig melk tot een glad papje aanmengen. Het papje met (het ei en) de rest van de melk verdunnen. Boter, margarine of olie in een koekepan heet laten worden. De sneetjes brood (van korst ontdoen en) door de koude choco lademelk wentelen. Ze laten uitlekken en in olie, boter of margarine aan beide kan ten even bakken 1/i minuut). De wen telteefjes dik bestrooien met poedersui ker en zo warm mogelijk opdienen. NNP Het Centrum voor Staatkundige Vorming (Den Haag) heeft een omvangrijke en zeer deskundige commissie aan het werk gezet op een studie van het Nederlandse industrialisatiebeleid. De uitkomst zal bin nenkort in gedrukte vorm verschijnen, maar inmiddels zijn de conclu sies al bekend geworden. Uit het twaalftal door het centrum opgestelde stellingen blijkt weer eens duidelijk, dat industrialiseren bepaald geen zaak is van het lukraak neerzetten van fabrieken in al die plaatsen en gebieden in Nederland, welke het tot nu toe zonder rokende schoorstenen moesten doen. Aan de andere kant moeten de touwtjes van het beleid niet alleen in handen zijn van de centrale overheid, het rijk in Den Haag. Stelling nr. 12 van het rapport, dat binnenkort zal verschijnen, luidt dan ook: „De rijksoverheid moet de maatregelen voor de bevordering van de industrialisatie vaststellen en uitvoeren in nauw overleg met de besturen van de lagere publiekrechterlijke lichamen" en „Ten aanzien van de be geleidende maatregelen in het maatschappelijke en culturele vlak zou de uitvoering in belangrijke mate zijn over te dragen aan de provinciale be sturen". Volgens het Centrum voor Staatkundige Vorming moet het algemeen industriali satiebeleid worden gevoerd op grond van economische principes „en zich derhalve dienen te richten op die streken van het land, waar de omstandigheden voor het op gang brengen van een in een later sta dium zichzelf versterkende industrie aan wezig zijn." Niet de behoeften van een bepaald gebied moeten hier, volgens het Centrum, voorop staan, maar de econo mische mogelijkheden - goede wegen, ar beidskrachten, gelegenheid voor woning- Sinds het Hervormd-Gereformeerd Congres op 26 mei 1962 in Utrecht, hebben zich in geheel Nederland Hervormden en Gereformeerden op velerlei wijzen bezigge houden om tot éénwording te geraken. Wanneer de 18, die op Pinksteren 1961 hun boodschap aan het Nederlandse kerkelijke publiek bekendmaakten, gegevens over de samenwerking van Hervormden en Gereformeerden in geheel Nederland voor en na het congres zouden moeten verstrekken, zou dat een ljjvig boekdeel gaan vor men. Sinds het congres in 1962 zijn geen publicaties van de zijde der 18 meer ver schenen, omdat naar de mening van de 18 de eenwording van Hervormden en Gere formeerden een zaak van alle kerkmensen moet zijn en de 18 meenden geen leiding gevende commissie te moeten zijn. de Nieuwe Buurt Deze maand komt er van de zijde van „de 18" een boekje uit getiteld „Aan vaardt elkander". In „ter inleiding" van dit nieuwe pocketboekje wordt mede gedeeld, dat enerzijds een behoefte be stond een overzicht te geven van wat voor en tijdens het congres zich heeft afgespeeld en anderzijds gevolg moest worden gegeven aan de dringende vraag om nieuw materiaal ten behoeve van gesprekskringen van hervormden en gereformeerden in de eerstkomende tijd. Beide zijn in deze nieuwe publikatie „Aanvaardt elkander" te vinden. De 18 voegen hieraan toe: „Het be hoeft geen betoog, dat de éénwording van de hervormde en gereformeerde kerken een zaak is, die voor alles de ge meenteleden aangaat. Zij moeten die willen; zij moeten die ook gaan beleven. Na een jarenlange gescheidenheid lijkt het eerst nodige, dat zij gaan leren el kander te aanvaarden zoals Christus hen aanvaard heeft. Het is geen kunst elkander eisen te gaan stellen, eisen in zake leer en leven, belijdenis en kerk orde. „De achttien" erkennen gaarne het goed recht van allen die dit plegen te doen, doch vragen zich af of men op deze manier een stap verder komt op de weg naar eenwording. De vorm van de aanvaarding zal het beste van plaats tot plaats door kerkeraden en gemeente leden onderzocht en beproefd kunnen kunnen worden. Hoe vindingrijk gemeenteleden wor den als het er om gaat, zichtbare ge stalte te geven aan hun verlangen naar eenheid, blijkt op allerlei manieren. In het boekje „Aanvaardt elkander" komen deze zichtbare gestalten tot de lezer uit de suggesties, die tijdens en na het congres zijn binnengekomen en ge rangschikt zijn onder het hoofdstuk „bemoedigende lectuur". Behalve een overzicht van het con gres met daarbij in extenso de beide redevoeringen van Prof. Mr. W. F. de Gaay Fortman en Prof. Dr. H. Berkhof, wordt een groot deel van het nieuw verschenen boekje „Aanvaardt elkan der" ingenomen door zes bijbelstudies, welke als richtsnoer kunnen dienen bij gesprekskringen. De titels daarvan zijn „Getuige zijn", „de krachten van Gods Koninkrijk", „het gesprek met Israël", „het belijden der kerk", „het lichaam van de Messias" en „aanvaardt elkan der". Voor allen die het congres hebben bijgewoond en voor allen, die op veler lei wijze instemming betuigden met het streven naar eenwording der hervormde en gereformeerde kerken, zal het lezen van dit nieuwe boekje goede herinne ringen wakker roepen en daarnaast stof geven voor verdere arbeid in het vlak der éénwording" Jaren beproefd en hoog geroemd Miinhardt's Zenuwtabletten bouw enz. Overigens kan, wat dit betreft, de overheid te voren toch de helpende hand bieden, door al bij voorbaat een krachtige expansie te garanderen van de te vestigen industrie, bijvoorbeeld door de aanleg van een wegennet. Het Cen trum pleit voor de aanleg van een net van hoofdwegen, dat de voornaamste centra in Nederland onderling verbindt en aansluiting geeft op de verkeersver bindingen in onze nabuurlanden. In principe zouden de mogelijkheden van industrialisatie dan beperkt blijven tot de plaatsen, die aansluiting kunnen vinden op dit verbindingsnet. De wegen moeten als het ware de slagaders zijn, waar langs de economische impulsen door ons land stromen. Bij strikte naleving hiervan zou echter weinig van een na tionaal industrialisatiebeleid terecht ko men. De commissie van het Centrum ver legt daarom de aandacht naar verbete ringsmogelijkheden buiten een algemeen industrialisatiebeleid - gebaseerd op eco nomische motieven - om. „Zo is er", al dus een van de uitspraken, „behoefte aan een bijzonder ontwikkelingsbeleid in die streken, waar zich een belangrijk tekort aan werkgelegenheid blijft voordoen, als gevolg waarvan de leefbaarheid van de streek in gevaar dreigt te komen." Hier staan dus de belangen van een bepaalde streek voorop en niet de economische principes. Dit bijzondere beleid moet erop zijn gericht een streek in haar totaliteit te verbeteren. Industrialisatie is daarbij niet alleen zaligmakend. Andere facetten zijn: agrarische hervormingen, schaalver groting van het platteland en het tot ont wikkeling brengen van een recreatieve functie in die gebiedan, welke daarvoor geschikt zijn. Uitgangspunt bij dit bijzondere beleid is niet meer het economische potentieel van een bepaald deel van Nederland, maar de noodzaak om de bewoners betere levensomstandigheden te bieden. Dit ver eist een totaal regionaal beleid - eco nomisch, maatschappelijk en cultureel - dat verder gaat dan wat elders in het land ter begeleiding van de economische ontwikkeling gebeurt. Het Centrum pleit hier voor de aanwijzing van een beperkt aantal kernen, die een verheffende in vloed op de gehele streek kunnen uit oefenen. Zulke „kerngemeenten" zijn in ons land heel hard nodig. De afgelopen, jaren hebben wel geleerd, dat het samen gaan van een nationaal industrialisatie beleid en bijzonder plaatselijke maatre gelen zorgvuldig moeten worden uitge werkt. Duidelijk is gebleken - bijvoor beeld in Brabant - dat industrialisatie al leen niet voldoende is. Industrie schept wel leven, maar dit leven sterft weer uit als er geen andere voorzieningen zijn. Het is goed, dat het Centrum hierop nog eens de aandacht heeft gevestigd. Dat de muziekavond die zaterdag j.l. in de Chr. Geref. Kerk a/d Hoofdstraat werd ge houden zo goed is ge slaagd, is in de eerste plaats te danken aan het koor „Vox Jubi- lans". Op voortreffe lijke wijze heeft dit koor, onder leiding van dirigent Mar. Eg berts, hun aandeel in het programma uitge voerd. Dat Feike Asma de ze avond ver onder peil bleef, is misschien wel te wijten aan de geweldige opkomst. Geschat werd dat er 1100 personen aan wezig waren. Bij zo'n stampvolle kerk klinkt het orgel erg droog en speelt het ook niet zo prettig. Jammer. Het best was Asma in de begeleidingen, zowel van koor als gemeen_ te. Nadat ds. J. Keu- ning deze avond had geopend, werd Ps. 108 vers 1 en 2 door het koor gezongen. Deze psalm bleek later wel het mooist klinkende werk van de avond te zijn. Heel eenvoudig vierstemmig gezet werd het statig, maar ook fris en helder uit gevoerd. De orgelsolo „Fanfare" van Lemmens die hierop volgde, was uitgesproken slor dig. Nadat het koor Ps. 116 van M. Eg berts en Gebed van Bortniansky had ge zongen sprak de voorz. van de orgelcom missie, de heer J. Verhoef. Hij dankte de gemeente hartelijk voor hun grote offerzin, waardoor in zo'n korte tijd de bijna 38.000,voor het orgel bijeen zijn gebracht. De orgelbe spelingen blijven natuurlijk doorgaan. Zo kan men ook buiten de eredienst genie ten van dit koninklijke instrument. Men streeft er naar om behalve juli en augus tus iedere maand een orgelbespeling, al of niet met medewerking van vocalisten, te geven. Ook ds. Keuning wekte in zijn meditatie op om zang en muziek zodanig te gebrui ken dat het is tot eer van God en tot heil van onze naaste. Het koor heeft deze avond nog veel meer en indrukwekkend gezongen We noemen slechts „Ruwe stormen mogen woeden" en hun slotlied „Revoice in The Lord Always" van George Rathbone. De mooiste orgelnummers van deze avond waren „Allegro uit Cone. no. II in Bes van G. F. Handel en Ps. 84 van J. Zwart. N. v. d. B. SCHOOLCONCERT VAN CHR. ULO Met een inleidend woord van de heer D. van Zuilekom was het tweede school- concert van het cursusjaar geopend. Dit maal bestond het gezelschap uit een pia no-trio: een pianist, een violist en een cellist. De heer Willem Hielkema, een be_ kend figuur op onze schoolconcerten, gaf eerst een verklaring van de opbouw van de stukken, verduidelijkt door fragmen ten en kenmerkende melodietjes. Door het trio werden gespeeld stukken van Haydn en Mendelssohn. Hoewel dit schoolconcert zwaarder was dan de vo rige malen, misschien voor velen te zwaar, was het toch opmerkelijk hoe goed de aandacht van de leerlingen was. Ondanks zes weken strenge vorst, die de bouwactiviteiten in Engeland ernstig heeft belemmerd, heeft een bouwonder neming die een nieuwe bouwmethode ge bruikt, normaal kunnen doorwerken. Dit is de z.g. „Jackblock" methode. Volgens deze methode worden het dak en de bovenste verdieping eerst gebouwd en daarna hydraulisch opgevijzeld. Daar na worden de andere verdiepingen in om gekeerde volgorde dan normaal gebouwd en opgevijzeld. In Coventry, waar een 17 verdiepingen hoog flatgebouw volgens de ze methode wordt gebouwd, is het werk in de vorstperiode niet stilgelegd, maar in zijn volle omvang doorgegaan en het bouwproces is geheel volgens plan ver lopen. Het afwerken van de bovenste verdie pingen wordt op geringe hoogte uitge voerd. De drie laagste verdiepingen wor den door een grote tent van kunststof om geven die beschutting tegen het weer biedt en bij grote koude wordt hete- luchtverwarming ingeschakeld. Deze winter heeft bewezen dat het systeem uiterst doeltreffend is. Hoewel het gehele bouwterrein door sneeuw was bedekt en de temperatuur onder het nul punt lag is het betonstorten zonder on derbreking doorgegaan. Het gebouw is voor twee-derde deel voltooid; de zesde verdieping wordt gestort en 11 verdiepin gen zijn opgevijzeld. Welke voetbalclub slaagt erin zyn tegenstander met een nederlaag van 36-0 naar huis te sturen? Het elftal verdient daarmee een dubbele lauwerkrans, want het zou het wereldrecord evenaren van de Schotse vereniging „Arbroath", die in 1885 in een wedstrijd in de Schotse bekercompetitie het gegoede elftal van „Bon Accord" met deze cijfers overspeelde. De man op het scorebord moest de doelpunten met kruisjes bijhouden. Als de elf Nederlandse oranjemannen het ooit op hun heupen krijgen en een ander nationaal voetbalteam met 18-0 en met rood beschaamde kaken naar de kleedkamer laten verdwijnen, dan heeft Nederland daarmee ook een wereld record in handen. Het officiële record vestigde namelijk Duitsland in 1912 door in het kader van de Olympische Spelen met 16-0 van Rus land te winnen. De nationale elf van En geland wonnen echter in 1951 met één doelpunt meer van Australië. Maar dit record is officieus, omdat het hier ging om een vriendschappelijke ontmoeting. Prijsschieten was het echter wel. De Franse uitgeversmaatschappij „Gui- ness Hachette" heeft een staf van be kwame medewerkers aan het werk gezet op het verzamelen van dergelijke uitzon derlijke prestaties en records. Het resul taat is gebundeld in „Le Livre des Ex- trèmes", het „Boek van de Uitersten". Jammer, dat de prijs van dit boek - zo'n dertig gulden - ook een record is, want er staan vreemde dingen in. Wie het werk leest, kan na afloop niet aan de indruk ontkomen, dat hij in een gekke wereld leeft. Hij weet dan wie het record pinda- duwen-met-de-neus bezit en wie het langst in een mandje op een paal heeft gezeten of het de meeste uren achter een piano, een drumstel of een trekorgel heeft volgehouden. De honderd aan de sport gewijde pagi na's bieden al genoeg bizarre dingen. Wist U, dat de Amerikanen Hillman en Ro bertson het wereldrecord „hardlopen voor paren" bezitten? Dat lopen is geen gemakkelijk karwei, want het linkerbeen van de een wordt aan het rechter van de partner vastgebonden. Toch slaagden de Amerikanen erin een afstand van 100 yards (ruim 91 meter) in pvecies elf se conden af te leggen. Het zou menigeen nog moeite kosten dit zondqr gebonden benen te presteren. Wie het wel klaar speelde, was in 1954 de Brit George Bull. Hij was blind en kwam daarmee in het bezit van het „wereldrecord" hardlopen voor blinden. De in Amerika en Engeland zeer popu laire golfsport geeft ook alle mogelijk heden voor uitzonderlijke prestaties. De zesjarige Amerikaanse Joe Dobson bij voorbeeld. slaagde erin een 104 meter lange „hole" - de afstand tussen twee „putjes" - in één slag te overbruggen. Hetzelfde presteerde in Engeland een ze kere meneer South, maar die had tijd ge noeg gehad om te oefenen, hij was 91. Boksen is ook zo'n sport, waarin van al les mogelijk is. De wedstrijd met het grootste lichaamsverschil staat op naam van de potige heren Bob Fitzsimmons en Ed Dunkhorst. Bob was vele jaren we reldkampioen, vandaar dat hij in 1900 ondanks zijn gewicht van „maar" 78 kilo in de tweede ronde de 141 en 1 halve kilo wegende Ed tegen de grond hamer de. De man, die echter het meest in de ring stond, was Abraham Hollandersky, omdat hij zo'n moeilijke naam had beter bekend als „Abe, de krantenjongen". Hij bokste tussen 1905 en 1918 maar liefst dertienhonderd en negen wedstrijden. Meer dan honderd per jaar en zo'n twee per week dus. Tot slot enkele snelheden in de sport: •de snelste sprinters mogen de honderd meter in krap tien seconden lopen, zij kunnen toch nooit op tegen de snelheid van de tennis- en de volleybal. Volgens deskundige berekeningen sloeg de Ame rikaan Stoefen in 1935 de tennisbal met zo'n 210 kilometer per uur over het net. En een flinke smash bij volleybal gaf het leer een vaart van 175 km per uur. in de nieuwe notenkleuren: Hoofdstraat 45, Telefoon 2165

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3