Een kwarteeuw
better >>et
P U ROL
1938
1963
Huidgenezing
«c
V. A. B.
GENEVER MDZ
De ananas - Hawaii's trots
ARAM
DE GEZONDHEID VAN UW
ONDERNEMING
I
Kinderen volgen uw voorbeeld, ook
bij het eten
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 15 MAART 1963
Nr. 22
"5^ Metamorfose van Veenendaal
•fo Het kind - in - het - kind ontdekt
Genoeg brood voor allen
Aantal boeren loopt sterk
terug
HAZELINO
CASTAGNA
WALNOTTA
Fa. L. HEY
De
vorst
van
Suprania
KIRPESTEIN
CITY-MOTORS-EDE
VOOR DE VROUW:
In de dertiger jaren van deze eeuw bood Veenendaal een geheel ander aanblik
dan thans. De Nieuiveweg geleek nog veel op de oude Veltgens- of Velthuis-
graaf, behoudens de graaf", de watering, die verdwenen was. Achter de „Hoge
Bomen" liep een pad waarlangs schoolkinderen de gangenmars maakten. Op de
hoek van de Holleweg liep een paard stampend zijn eentonige draf in de ros
molen. Rijen loofbomen beschaduwden 's zomers de Hoofdstraat, waaronder het
genoeglijk wandelen was als de zon lichtplekjes op het plaveisel toverde als glan
zende gouden munten. Verkeer ontbrak zo goed als geheel en de bode- en gros
sierskarren stonden vaak midden in de straat, waarop zich na een fikse regenbui
grote plassen vertoonden.
De schilderachtige Zwaai met de
Zwaluwenstert was er nog en het niet
minder pittoreske Boven- en Beneden
eind met hun talloze brugjes, waarvan
de „opritten" steil omhoog voerden, van
dwarslatten voorzien als loopjes in een
kippenren. Waar een sloot zijn water in
de Grift voerde, zette zo'n brugje als
een nijdige kat een hoge rug. Een tocht
langs de Grift geleek op een wandeling
langs de Amsterdamse Amstel, waarvan
de kade ook een reeks van hooggewelf
de .sluizen', zoals men daar zegt, vormt.
De Markt bezat nog haar bekoorlijke
intimiteit, een beslotenheid van grote
stilte, tussen de gevels van de deftige
herenhuizen en onder het lommer der
bomen.
METAMORFOSE
Geleidelijk werden de oude gevels in
de Hoofd- en Hoogstraat vervangen
door moderne winkelpuien. In zuid ver
rees een geheel nieuwe wijk met flats,
kerken, scholen. De arbeidsintensieve
industrieën zochten een plaats bij de
Industrielaan, waar zij in tegenstelling
tot de fabrieken in het oude Veenen
daal een bekoorlijke indruk maken. De
voorlopig laatste verandering van het
dorpsbeeld is het markante gebouw
van de Scheepjeswolfabriek met zijn
strakke lijnen, grote vormen, gematigd
functioneel van opvatting, zijn muren
in warmkleurige baksteen boven de on
derbouw met veel glas, een bastion van
nijverheid.
In de drukke winkelstraten zingt
thans het verkeer zijn Broadway-melo
dy, maar in het schijnsel van de kleur
rijke lichtreclames en -etalages ont
waakt in de schemering een ander
Veenendaal dat iets feëerieks bezit
.1
HET KIND ONTDEKT
Zoals het beeld van Veenendaal zich
in de verlopen kwarteeuw geheel wij
zigde, evenzo is het onderwijs in het
algemeen van geest, gedaante en be
doelingen veranderd, beïnvloed vooral
door de vondsten en uitkomsten van de
kinderpsychologie, hetgeen niet wil
zeggen dat velen in het verleden niet
intuïtief de kinderziel aanvoelden.
Hoewel reeds in het begin van deze
eeuw boeken verschenen, waarin het
kind met liefde en zorg was geobser
veerd, duurde het toch tot in de der
tiger jaren, aleer de nieuwe beschou
wingswijze tot de school doordrong. Wij
herinneren ons nog als de dag van gis
teren dat Charlotte Bühler in 1933 haar
kinderlijk denken in uiting en ontwik
keling aan, in tegenstelling met vroeger
toen men meende dat kinderen eerst
gingen denken als ze de school verlie
ten!
Dat het onderwijs moet aansluiten bij
het leven is door velen verkondigd. De
nieuwe school wenst hiermee ernst te
maken en werpt veel onnutte kennis
overboord. Zo wordt in de eerste leer
jaren het systematisch rekenen sterk
besnoeid en vervangen door tellen,
meten en wegen, rangschikking en ver
gelijking van hoeveelheden en dit alles
spelenderwijze.
Grote aandacht wordt besteed aan de
expressievakken: muziek, tekenen,
handwerken, handenarbeid. De crea
tieve vermogens van het kind komen
zodoende aan hun trekken en worden
ontwikkeld, vermogens die het kind
veel meer en veel sterker bezit dan wij
veronderstellen.
Het aantal jaartallen wordt drastisch
verminderd, evenals het aantal aard
rijkskundige namen. Het gaat bij vak-
ZO LEEFDEN WIJ
Tydens de Wereldtentoonstelling
1964-65 te New York zal een loden
capsule worden begraven met het
doel hun, die 5.000 jaar na ons le
ven, een inzicht in onze huidige
samenleving te geven. Reeds in 1939
werd een dergelijke capsule aan de
bodem toevertrouwd maar deze zegt
niets over kernenergie, bemande
ruimtevaart, moderne geneesmidde
len, kunstmanen, televisie, de Ver
enigde Naties, de mijl in vier mi
nuten, de Tweede Wreldoorlog, de
beklimming van de Mount Everest,
de Dode Zee rollen en andere fei
ten van de laatste 25 jaar.
De capsule werd 156 meter onder
een granieten monument in Flus
hing Meadows Park, N.Y., begra
ven.
De capsule bevatte 35 dagelijkse
gebruiksartikelen van een dames
hoed tot een rekenliniaal. 75 mon
sters van metalen, textiel en syn
thetische stoffen en drie en een
halve spoel microfilm, waarop onze
kunsten, het vermaaksleven, gods
diensten, onderwijs, wetenschappen,
techniek en geneeskunde waren af
gebeeld. Er waren, ook op micro
film, boodschappen van Albert Ein
stein, Robert Millikan en Thomas
Mann aan de toekomstige genera
ties. Een boek met betrekking tot
deze verzameling werd met speciale
inkt gedrukt op de eeuwen trot
serend papier en aan dit boek werd
een wijde verspreiding gegeven om
te verzekeren dat de capsule later
ook gevonden zal worden Het ligt
n.l. in de bedoeling dat de capsule
in 6939 wordt opgegraven.
Op de tentoonstelling zal naast
duplicaten van de inhoud ook te
zien zijn wat men volgend jaar aan
de nieuwe capsule zal toevertrou
wen. Door een commissie van des
kundigen op yelerlei gebied zal de
inhoud van de nieuwe capsule wor
den bepaald. Bij sluiting van de
Wereldtentoonstelling zal de nieuwe
capsule naast die van 1939 worden
ingegraven.
De Molenbrug
verrassende boek Practische Kinder
psychologie publiceerde, eerst vijf jaar
later in het Nederlands vertaald. Het
werk maakt furore en opende velen de
ogen: hier was waarlijk het-kind-in-het
kind ontdekt. De schrijfster zag het
kind niet als een volwassene-in-minia-
tuur, maar in zijn concrete situatie.
Vooral het tweede deel over de school
leeftijd, de eerste schooljaren, het 9e
tot 13e levensjaar, de leeftijd van 14 tot
19 jaar en over aanleg, milieu en ka
rakterontwikkeling, fascineerde vele
onderwijzers.
Door dit boek en andere werken over
kinderpsychologie rijpte het inzicht hoe
ontoereikend louter begripsmatige ken
nis is. Men ging begrijpen dat het niet
aanging het onderwijs te baseren op de
logica der volwassenen - het kind ver
keert namelijk in zijn vóórlogische pe
riode - maar dat dit op de ontwikke
ling van de kinderlijke psyche moest
gefundeerd zijn.
Dat men in het verleden het kind als
een volwassene-in-den-dop logisch wil
de léren denken, bleek bijvoorbeeld bij
het rekenen. Eerst leerde men de na
tuurlijke gehele getallen en hun bewer
kingen optellen, aftrekken, vermenig
vuldigen en delen. Daarna volgden de
breuken. Thans beziet men die zaken
veel meer vom Kinde aus en komt in
de eerste klas al iets van de breuken
aan de orde.
Want gaat een kind van 6 a 7 jaar
niet dagelijks om met halve en kwart
appels en boterhammen, met vijfde of
zesde delen van een reep chocolade
Aftrekken ligt een kind van die leef
tijd nader dan optellen, evenals het
delen beter verstaat dan vermenigvul
digen, zodat thans de volgorde van de
hoofdbewerkingen veranderd wordt.
Uit dit voorbeeld zal gebleken zijn,
dat het nieuwe onderwijs vermijdt te
gen de ontplooiing van de kinderlijke
psyche in te gaan. Al baseert men zich
nu niet meer op de logica der volwas
senen, dat wil niet zeggen dat men in
het kind denkcapaciteiten ontkent.. In
tegendeel, het onderwijs sluit juist bij
die capaciteiten aan. De school erkent
de kinderlijke situatie en moedigt het
ken als aardrijkskunde, geschiedenis,
natuurkunde en biologie meer om de
vormende waarde dan om het kennen
van namen en het weten van „weetjes",
jaartallen, personen en dingen. Veel be
langrijker is het belangstelling te wek
ken, de interesse wakker te maken, in
zicht te geven in natuurlijke en feite-
De „Oostenrijkse Bauernbiindlcr" stelt
de vraag of er genoeg brood voor ons
allen is op deze wereld, vooral met het
oog op de snel toenemende wereldbevol
king.
Het blad komt dan tot de conclusie dat
er nog grote ongebruikte mogelijkheden
zijn. Voor ieder mens op deze wereld is
l'/ï ha cultuurgrond beschikbaar waarvan
slechts één derde wordt benut. Twee der
de van de boeren in de wereld werkt nog
met de primitieve houten harkploeg.
De opbrengsten zullen in de toekomst
niet alleen sterk stijgen door verbetering
van de cultuurmaatregelen, maar vooral
ook als de algehele koopkracht toeneemt.
Het analfabetisme is momenteel nog de
grootste rem op de verhoging van de
opbrengsten in de minder ontwikkelde
gebieden. De overdracht van de kennis,
die in ruime mate aanwezig is, wordt
daardoor zeer bemoeilijkt.
Volgens drs. Rijnveld van het Land
bouw Economisch Instituut ligt het stel
lig in de verwachting dat het aantal
boeren verder zal verminderen in de
toekomst.
Indien de teruggang in hetzelfde tem
po zou verlopen als in de achterliggende
jaren dan zal het aantal boeren dalen
van 171.000 tot omstreeks 140.000 in 1970.
Het is niet onmogelijk dat de vermin
dering in sneller tempo zal verlopen
vooral als de overgang naar andere be
roepen van grotere betekenis wordt. Op
heffing van landbouwbedrijven betekent
dat de vrijkomende grond kan worden
gebruikt voor vergroting van de andere
bedrijven.
SCHERPE UIEN
Amerikaanse chemici zijn erin geslaagd
een eenvoudige methode te ontwikkelen
om de scherpheid van uien wat als een
van de belangrijkste kwaliteitseisen geldt
vast te stellen. Dit is vooral belangrijk
voor degenen die zich met de veredeling
bezig houden en natuurlijk ook voor te
lers en handelaars. De vaststelling van
de scherpheid vindt niet rechtsstreeks
plaats, maar men bepaalt de hoeveelheid
pyruvic-zuur. De vorming van dit zuur
is een onderdeel van hetgeen door de
plant, tegelijk met de reukgevende stof
fen wordt gevormd, aldus „De Tuinderij".
Het Benedeneind met de talloze bruggetjes
nylons
in de nieuwe
notenkleuren:
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165
De Fransman eet 70 kg.
per jaar
Qoed cjevu£Ue vfeeApolte#
Nederland blijft op het gebied van vlees
verbruik achter bij vele Europese landen.
Per hoofd van de bevolking bedroeg de
vleesconsumptie in 1961 in ons land 44,1
kg. Meer dan de helft daarvan was var
kensvlees (22,6 kg) gevolgd door rund
en kalfsvlees (18,1 kg.). Paarden- en scha
penvlees worden weinig gegeten.
Met 70 kg. per jaar staan de Fransen,
wat de vleesconsumptie betreft, in Euro
pa bovenaan. Ook de Denen zijn ijverige
vleeseters. Zij nuttigen per jaar 69,4 kg.
per hoofd.
Dat de behoefte aan vetten in noorde
lijke landen groter is dan in het zonnige
en warme Zuiden blijkt wel uit de ver
schillen in verbruik van varkensvlees en
rund- en kalfsvlees. In het Noorden staat
varkensvlees het hoogst genoteerd, in het
Zuiden, bijvoorbeeld in Italië, bedraagt
het verbruik van rund- en kalfsvlees
meer dan het tweevoudige van het ver
bruik van varkensvlees.
WEES GEWAARSCHUWD: KOUDE
EN DROGE WINTERS OP KOMST
In het Engelse tuinbouwblad „The
Commercial Grower" waarschuwt David
Bowen de tuinders om gedurende de ko
mende tien jaren rekening te houden met
een toenemend aantal koude en droge
winters. De voorspelling is niet alleen
gletschers zijn toen steeds dikker en tal
afgelopen jaren, maar ook op de trend
van de periode van december tot april.
De laatste serie van algemeen koude ja
ren zijn in de veertiger jaren geweest. De
gletschers zijn toen steeds dikker en tal
rijker geworden. Sindsdien hebben we
veel mildere weersomstandigheden gehad
met meer regenval dan normaal.
Het laat zich aanzien dat deze periode
nu teneinde is en rekening moet worden
gehouden met koude drogere winters
waarbij uiteraard de gletschers weer dik
ker zullen worden.
lijke samenhangen, het wekken van
liefde tot de natuur en het eigen heem,
in één woord het gaat om de waarden
die het gemoed verrijken, de vermogens
van de geest ontwikkelen en niet om
louter begripsmatige kennis.
Al deze zaken zijn eisen gesteld door
de liefde tot het kind en door het ge
zond verstand, gekruid met gevoel voor
humor en veel geduld.
3 februari 1963
D. Philips.
De kerk aan de Nieuweweg
Columbus heeft niet alleen Amerika ontdekt, maar ook de ananas. Hij vond ze op
het eiland Guadaloupe, voerde planten naar Spanje mee en bracht ze in broeikassen.
De Spaanse grandes beleefden er een poosje plezier van. Toen werd de vrucht ver
geten, zelfs 4 eeuwen lang. In 1892 herleefde de aandacht bij de Britse kapitein John
Widwell, die naar Hawaii ging en er een aantal velden met ananasplanten bezette.
Maar de kapitein bleek geen koopman; hij kon zijn ananas niet kwijt en ging te
gronde. Zijn opvolger was de Amerikaan James D. Dole, die in 1901, 24 jaar oud en
met 20.000 dollar bezit, op Hawaii arriveerde. Hij kocht 75.000 ananasplanten en
slaagde. Hij vond ook de conservering uit.
Momenteel behoort James Dole tot de
rijkste mensen van 3e wereld. Zijn fa
briek op Hawaii is zo groot als een pro
vinciestad, telt 18.000 werkkrachten en
maakt dagelijks 4,7 miljoen kilodozen
ananasconserven klaar, de helft van de
totale Hawaii-produktie, die over de he
le wereld wordt verzonden en de trots
van Hawaii is. De bloei van deze teelt en
industrie dateert van na de tweede we
reldoorlog en vooral sinds 1955 vloog het
wereldgebruik omhoog. Er zijn thans drie
ananasmiljonairs op Hawaii, n.l. Dole, de
machtigste, Delmonte en Libby, die sa
men de andere helft van de Hawaii-weel-
de produceren. Voor liefhebbers van deze
lekkernij kunnen we hier nog aan toe
voegen, dat de Hawaii-vrucht in drie
kwaliteiten op de markt komt, fancy,
choise en standard; het verschil tussen
deze drie ligt niet in de vrucht, doch in
de conservering, die bij fancy met extra
zware stroop gebeurt, bij choise met mid
delzware en bij standard met lichte.
We zeiden: ananasvrucht. Maar eigen
lijk is de ananas geen vrucht. De ananas
is een bundel van 120 tot 180 bloembladen,
die een vaste, vlezige massa vormen. De
eerste oogst wordt na 2 jaar met de hand
van de planten geplukt. Maar dan ver
der gaat alles machinaal. De modernste
machines trachten de steeds stijgende
vraag bij te houden. Het is in een mini
mum van tijd een eerste klas export-ar-
kel geworden.
Natuurlijk kwamen er de laatste jaren
ook concurrenten op de markt. Ongeveer
even goede ananas als van Hawaii komt
van de Philippijnen, waar men met man
en macht zich thans op de teelt toelegt.
Voorts exporteert Formosa veel ananas;
maar deze wordt slechter verzorgd; de
Chinezen leggen zich meer op massa dan
op kwaliteit toe; bovendien is de ananas
hier meer stro-achtig en harder. Ook
Malakka en Zuid-Afrika doen mee, maar
hebben kleinere en minder aromatische
vruchten. Vaak wordt voor de goedko
pere soorten propaganda gemaakt in de
(36) De verzengende hitte van de trupenmiddag
ligt zwaar over de rivier. Doodstil is de natuur,
geen blad beweegt, geen vogel fluit, alle leven
schijnt zich te verschuilen voor de onbarmhartig
brandende zonnegloed. Dan klinkt ver over de stil
le stroom het geplas van papegaaien in het water.
Twee lange kano's glijden naderbij. En plotseling
is de lucht vol vleugelgeruis als honderden opge
schrikte watervogels luid krijsend opwieken uit de
brede rietvelden langs de oever. Op de voorste kano
wrijft Agua met een zenuwachtig gebaar langs zijn
neus. „Bah", snuift hij misnoegd, „uren zitten we
nu al in deze ellendige schuit. Als we niet gauw
het gebied bereiken waar die geneeskrachtige bla
deren te vinden zijn, is het te laat voor hem. En hij
werpt een bezorgde blik op Aram, die met ge
sloten ogen roerloos in de kussens ligt. „We zullen
er spoedig zijn", stelt Niora hem gerust, „nog voor
de zon daalt, zal Uw meester gered zijn, Agua."
Maar haar kalmte zou snel verdwenen zijn als zij
de zwarte krijgers gezien had, die vanaf de rotsige
oevers de beide kano's spiedend opnemen!
(wordt vervolgd)
HuldxuiVerheid Huidgezondheid
Puistjes verdrogen door Purol-poeder
hoop, dat de lage prijs de voorkeur krijgt,
maar de teelt lukt nu eenmaal niet overal
op gelijke wijze. Wie goede ananas wil
hebben, moet op de herkomst letten,
Hawaii (Dole, Delmonte of Libby) en de
Philippijnen. Hawaii produceert niette
genstaande de steeds toenemende wereld-
concurrentie nog altijd 65*/» van alle ana
nas in de wereld. Ze is de grootste rijk
dom van deze jongste Amerikaanse staat.
De stroop, waarin de ananas wordt ge
conserveerd, bestaat uit ananassap, aan
gevuld met suiker. Voorheen liet men de
sap als afval in de haven van Honolulu
weglopen. Dole ontdekte tijdens de econo
mische crisis van 1929, dat deze „afval"
wonderen kon doen, zowel voor de ana
nas als voor het zelf. Zijn ontdekking was
goud waard en bracht dit ook op.
In de kilodozen gaat één enkele bloem
(vandaar ook dat kleinere bloemen, die
de doos niet vullen, uitlokken tot bijvul
ling met restanten); de rest van de in
houd is de aldus bewerkte sap of stroop.
De Amerikaans-Engelse naam van de
vrucht is aardig, n.l. pineapple, pijnappel,
een naam, aan de vorm van de bloem-
bundel ontleend.
Natuurlijk kan men de ananas niet al
leen als toespijs, maar ook bij allerlei
spijzen als gerecht gebruiken, zowel bij
gebraden vlees als gevolgelte.
„Vergelyken met anderen, kan veel in uw bedrijf - ten goede - veranderen".
Dit is een „waarheid als een koe". Door vergelyking van uw bedryfscyfers en
door uitwisseling van uw ervaringen met andere ondernemers, kunt u vast
stellen, hoe het er met uw bedrijfsvoering bijstaat. En met hoe meer onderne
mers dit gebeurt, des te meer kans bestaat er op resultaat. Gelukkig is bedryfs-
vergelyking in ons land, vooral in het midden- en kleinbedrijf, geen onbekende
bezigheid meer. In verschillende branches, o.a. kantoormachine- en kantoor
boekhandel, woninginrichting, foto-detailhandel, huishoudelijke-artikelen, etc.
etc. bestaan reeds een aantal clubs. Alleen de ryksmiddenstandsconsulenten lei
den er al een vijftig-tal. Regelmatig komen de deelnemers aan deze clubs bij
een om hun bedryfs-economische ervaringen en het daarop betrekking hebbend
cyfer-materiaal uit te wisselen en te vergelijken.
Daarnaast worden er ook nog clubs ge
leid door organisatiefunctionarissen e.a.
Op deze manier kunnen ondernemers zeer
veel van elkaar leren.
Bij bedrijfsvergelijking gaat men uit van
het principe, „twee weten meer dan een".
In een club zitten ongeveer 8 tot 1Z deel
nemers, zodat hieraan ruimschoots wordt
voldaan.
Een duidelijk voorbeeld is het navol
gende: „Twee ondernemers hebben ieder
een gulden en wisselen die uit. Geen van
beiden wordt er beter van. Doch als
twee ondernemers ieder een idee hebben
en dat uitwisselen, dan worden beiden er
wél beter van. Ieder heeft er daarna
twee".
Wat is bedryfsvergelyklng en
waarom wordt die toegepast?
Bedrijfsvergelijking, of ervaringsuitwis
seling, is het met branche-genoten uit
wisselen van bedrijfseconomische ervarin
gen en cijfers. Het doel is, het opsporen
en zo mogelijk verhelpen van onvolko-
mendheden in de eigen bedrijfsvoering,
door toetsing van de eigen gegevens aan
die van de andere deelnemers aan de club.
Hoe gaat het er in de praktijk
toe?
Bedrijfsvergelijking kan zowel schrifte
lijk als mondeling worden toegepast. De
schriftelijke methode wordt voornamelijk
door het Econominsch Instituut voor het
Midden- en Kleinbedrijf in de praktijk
gebracht. Het meestbekend zijn de om
zet- en kostenstatistieken. die regelmatig
worden gepubliceerd. Aan de hand daar
van kunnen ondernemers nagaan als
althans hun administratie dit mogelijk
maakt hoe hun omzetten en kosten zich
hebben ontwikkeld ten opzichte van de
gepubliceerde gegevens Deze statistieken
winnen uiteraard aan waarde, naarmate
het aantal deelnemers daaraan toeneemt.
Voorts bestaan in Nederland voor eni
ge branchese Centrale Boekhoud-bureaus.
De vergelijkende overzichten, die deze
voor hun leden samenstellen, maken
eveneens bedrijfsvergelijking mogelijk.
Bij de mondelinge methode, moet de
deelnemer ervan uitgaan, dat hij geen in
dividualist meer is. Deze methode vraagt
van hem een mentale instelling, die open
staat voor samenwerking met anderen.
Wil mondelinge bedrijfsvergelijking sla
gen, dan zullen de deelnemers er niet voor
terug moeten schrikken, uiteindelijk ook
met hun bedrijfscijfers op tafel te komen
en daarover met de anderen te praten.
VEENENDAAL
Dit gebeurt dan in clubs, waaraan on
geveer 8 tot 12 ondernemers deelnemen.
Daarbij moet natuurlijk aan enige voor
waarden worden voldaan. Zij moeten
uiteraard uit dezelfde branche komen.
Bovendien mogen de bedrijfstypen en de
bedrijfsomvang niet teveel van elkaar af
wijken. De vestigingsplaats van de onder
nemingen moet zodanig zijn, dat de ope
ratie-gebieden niet worden overlapt.
Concurrentie-vrees is dan ongegrond. Een
openlijk en vertrouwelijk gesprek wordt
mogelijk.
De leider van de club, de discussie
leider, moet een ervaren kracht zijn. Hij
moet er o.m. voor zorgen, dat iedere
deelnemer aan de gedachtenwisseling
deelneemt en cijfers en ervaringen in
brengt.
De administraties van clubleden moe
ten op bedrijfsvergelijking zijn afgestemd.
Als dit niet zo is, wordt vergelijking van
cijfers een moeilijke zaak. Overigens is
het zó, dat serieuze deelnemers voldoende
prikkel ondervinden, om hun administra
ties aan te passen.
Enige onderwerpen, die op zo'n club-
eenkomst kunnen worden besproken zijn:
inkoop, verkoop, reclame, assortiments
samenstelling, voorraadvorming kosten,
omzetten etc. eet.
Er wordt ook aan bedrijfsbezoek gedaan.
Sommige clubs hebben zelfs de gewoon
te, hun bijeenkomsten om toerbeurt bij
een van de deelnemers in het bedrijf te
houden. Bij zo'n gelegenheid becritiseert
men dan in opbouwende zin eikaars
bedrijf, de étalages, de winkel-ruimte en
de inrichting, de werkplaats, de ligging
van het magazijn, de opslag van de voor
raad enz.
Iedereen er zijn vaak ook medewer
kers van de ondernemer aanwezig komt
met zijn eigen mening en arvaring voor
den dag. Het is immers vaak zó, dat col
lega's scherper de onvolkomenheden in het
bedrijf zien, dan de ondernemer zelf, om
dat zij voldoende afstand ervan kunnen
nemen, om zich een objectief oordeel te
kunnen vormen. In het gezamenlijk ge
sprek wordt dan gezocht naar een doel
treffende oplossing van de eventueel
vastgestelde inefficiënte bedrijfstoestan-
den.
Bedrijfsvergelijking betekent derhalve:
.„verrijking door vergelijking".
Voor ondernemers, die over dit onder
werp meer willen weten, bestaat er alle
gelegenheid dit verlangen te verwezen
lijken. Zij kunnen terecht bij hun vak
organisatie, of bij een van de provinciale
rijksmiddenstandsconsulenten. Deze heb
ben een ruime praktijkervaring op dit ge
bied.
In Gelderland Drs. J. Jacobs, Velperweg
55, Arnhem.
In Utrecht R. Pleysier, Maliebaan 94,
Utrecht.
SCHOENEN IN DERTIG MINUTEN
Een van Europa's grootste schoenen
fabrikanten, Clarks uit Engeland, heeft
nieuwe machines geperfectioneerd, die
de tijd vereist voor de vervaardiging
van een paar schoenen terugbrengt van
een week tot een half uur. De machine
wordt door de zustermaatschappij van
Clark's, C.I.C. Engineering Limited op
de markt gebracht. Bij vorige methoden
moest het bovenleer van de schoen vijf
of zes dagen op leesten blijven om de
vorm er in te krijgen. Met het nieuwe
procédé duurt dit een half uur; door
een speciale machine wordt vocht in
het leer gepompt; het ingevochte leer
wordt daarna over de leest gerekt al
vorens door een andere machine vorm
vast te worden gemaakt d.m.v. een
drogings proces, waarbij tegelijkertijd
de speciale kleefstoffen die worden ge
bruikt om de zool aan het bovenleer
te bevestigen, worden geactiveerd.
CLANDESTIENE ZENDER HET
ZWIJGEN OPGELEGD
In samenwerking met de Rijkspolitie te
Didam en de districtsrecherche te Doe-
tinchem hebben opsporingsambtenaren
van PTT zondag 3 maart j.l. de clan
destiene zender „Rocking Billy" opge
spoord en in beslag genomen. Proces-ver-
baarl werd opgemaakt tegen de 23-jarige
bakker M. J. J., de 21-jarige timmerman
G. J. J. en de 18 jarige scholier J. H. K.,
allen te Giesbeek (gem. Angerlo).
F LORYN
Vindt u het ook zo grappig om te
zien hoe kleine kinderen hun oudere
broertjes en zusjes en hun ouders na
bootsen? Hoe ze net als moeder af
stoffen en strijken en net als vader
hun kinderen toespreken? Misschien
hebt u er dan wel eens verbaasd over
gestaan wat ze allemaal opgenomen en
onthouden hebben. Let u er bij voor
beeld eens op hoe de kleintjes hun pop
pen of beesten te eten geven of zelf la
ten eten. Dat zal u een aardig beeld
kunnen geven van de manier waarop
uw kind zijn eigen maaltijden beleeft,
of hij ze wel of niet prettig vindt.
Misschien hoort u ook van welke ge
rechten vader, moeder en de kinderen
wel en niet houden. Dat hebben de
kleintjes o zo gauw door, ook al meent
u dat ze het niet merken. In hun ijver
om hen na te bootsen willen de kinde
ren dan óók niet eten wat de ouderen
weigeren. Aan de andere kant eten zij
graag wat zij de „grote mensen" met
plezier zien eten. Het bewuste én on
bewuste voorbeeld van die ouderen is
dus wel zeer belangrijk. Leert u de
kleintjes alles eten, dan geeft u hun
iets goeds mee voor hun gehele ver
dere leven. Maar de enige manier om
hun dat te leren is dat u zelf en de an
dere volwassenen óók alles eten én lek
ker vinden. Zijn er enkele gerechten,
waarvan uw gezin niet houdt, b.v. bie
ten of postelein of karnemelksepap, dan
behoeft u zich daar niet over op te win
den. Probeer er echter wél iets aan te
doen als u zich beperkt tot maar één of
twee groentesoorten omdat u de andere
niet kent of niet graag eet, of als u
fruit alleen gestoofd eet en veel te
weinig melk op tafel zet. Wisselt u dan
eens kookervaring uit met uw familie
leden, vriendinnen of kennissen, of pro
beert u eens recepten uit krant of tijd
schrift. Ongetwijfeld ziet u nieuwe mo
gelijkheden en kunt u de voeding
gevarieerde maken. Variatie is nodig
om een goede voeding te waarborgen.
XXX
Wanneer u iets nieuws opdient met
de woorden: „Als jullie het niet lekker
vindt laat je het maar staan" is de
kans groter dat men het inderdaad niet
zal waarderen dan wanneer u zegt dat
u op raad van uw zuster of naar een
recept uit de krant iets gezelligs ge
maakt hebt, zonder angst of het al of
niet in de smaak zal vallen.
Voor een klein kind met weinig eet-
ervaring is ook het voedsel, dat u heel
gewoon vindt, iets nieuws. Hoe het
kind het accepteert hangt van uw voor
beeld af. Geef het hem rustig en eet
met smaak uw eigen portie op. U
geeft hem er een veilig gevoel mee.
XXX
Het is ook belangrijk de kinderen
vroeg regelmaat in de voeding te leren.
Zorg, dat de maaltijden zoveel mogelijk
op vaste tijdstippen opgediend worden.
Houdt er de hand aan, dat de kinderen
niet de hele dag en avond door in de
koekjes- of broodtrommel kunnen
graaien. Ons lichaam went aan regel
maat, de maag ook.
Houdt men zich niet aan vaste etens
tijden, dan is de kans groot, dat er niet
3 of 4 goede maaltijden worden gegeten,
maar zo maar te hooi en te gras een
hapje. Meestal is dat dan een zet meel
rijke hap zonder veel voedingswaarde,
b.v. koeken of andere versnaperingen.
Nog iets waar u niet te jong mee kunt
beginnen: hygiëne. Leer de kinderen
hun handen wassen vóór zij aan tafel
gaan of vóór ze u gaan helpen met ko
ken of tafel dekken.