Soltor Set
^Paóen te eenencla&l in 1584
DE GESTOORDE KERKDIENST
De
verkeersongevallen
in 1962
Folkloristische gebruiken omringen
het Paasfeest
ARAM
KRUISWOORDPUZZEL
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 12 APRIL 1963
Nr. 30
aasmorgen...
nylons
HAZELINO
CASTAGNA
WALNOTTA
Fa. L. HEY
In vrijwel elk hoekje van ons land branden de vuren
ZINGENDE
VUILNISMANNEN
De
vorst
van
Suprania
Feest van de opstanding
ALWEER
ZO'N MOOIE BRIL VAN
OPTICIEN
STILLE
HERDENKING
Opgave Nr. 78
GENEVER MDZ
'In het eerste boek van zijn „Neederlandsche Histooriën- wij raadplegen de tweede uitgave uit 1656 - schil
dert P. C. Hooft de toestand waarin de Nederlanden verkeerden op het tijdstip, dat Karei V de regering over
droeg aan Philips II. Hij trof Nederland aan „in 't breedste van zyn bloejen, bebouwt wet meer dan twee
hondert steeden, hondert vijfticb oopen vlekken, (niet omuurde plaatsen) zoo goedt als veele bemuurde steeden,
zes duizent dorpen, alles vol van inwoonders, rykdoomneringhe, welvaart en weelde, tot dartelheidt toe.'
Als hij op aangrijpende wijze de ge
beurtenissen in de 80-jarige oorlog gaat
beschrijven, zegt hij een werk te begin
nen, vervuld van „lotwissel en meeni-
gherley geval", gruwzaam van veldsla
gen, gevechten te water en belegeringen;
bitter van twist .onrustig door muiterij;
beklad door moordaad buiten de baan
des krijgs; vreselijk van wreedheid, zelfs
in tijden van vrede of bestand. „D'inboor-
ling onder zweep gebraght en gedreeven
tot de waapenen. Voorts verstooren
(verwoesten) van steeden, scheuren (ver
nielen) van kerken, verwoesten van
Landschappen, zeeden en godsdienst. Ter-
wyl men eikanderen plaaght (kwelt), 's
hemels plaaghen op den hals gehaalt;
aardtbevingh, (in 1580 teisterde een aard
beving de Nederlanden) pest, honger, har
de winters, hooge waeternoodt, verdren
ken van dorpen, volk en vee".
Regeringshoofden worden verdreven,
vorsten beroofd van land en luiden.
Alle oorden van Europa worden over
stroomd door ballingen. Wetten, gewoon
ten en voorrechten worden met voeten
getreden. Egmond en Hoorne, „twee van
de doorlughtighsten der Christenheit" en
een groot aantal edelen sterven op het
schavot. „Meenighte van menschen, om-
gekoomen door beulshanden, ter zaake
van 't geloof." Het vergieten van on
schuldig bloed wordt als een heldendaad
geprezen. Het recht op leven en bezit
van een ieder wordt in twijfel getrokken,
kort daarop zelfs ontkend. Zij, die noch
van ketterij noch van weerspannigheid
beschuldigd kunden worden, verwijt men
dit oogluikend te hebben toegelaten. Niets
is gevaarlijker dan de deugd, vooral
„maatigheit" d.i. gematigdheid, en „be-
scheidenheit" d.i. verdraagzaamheid, re
delijkheid. Burger werd tegen burger op
gehitst, familileden tegen elkaar en. wie
geen vijanden had werd door zijn vrien
den verraden.
Maar er waren, getuigt Hooft, ook
„stichtelyke exempelen". Hij herinnert
aan feiten als het op het spel zetten
van goed en bloed „van den eenen broe
der by den anderen opgezet" Edele
trouwhartigheid bewees men aan perso
nen van andere gezindte.
Gespaard geld „uit het diepst der borze
(beurs) gewilligh opgebraght" offerde
men voor de zaak van het land en de
vrijheid. Huis en hof verliet men er voor.
Zelfs de dood werd getrotseerd. In het
heetst van het gevecht betoonde men
vaak „zeltzaame zachtzinnigheit" aan de
vijand. Uit louter goedhartigheid maakte
men van een betaald voordeel geen ge
bruik. Men spaarde de vijand zonder
te hopen op een zelfde behandeling als
de kans zou keren. De neteligste zaken
leidde men door de hartstochten in te
tomen. Men handelde in één woord op
een wijze „dat veele eeuwen herwaarts
geen stoffe geleevert hebben, die ryker
zij in allerley leeringen van 't beloop der
wereldsche dingen, oft wonderlyker oft
waarnemens waarder, (meer waard te
beschouwen) tot onderwijs van Vorsten
en volken."
Hoe gaat het te Veenendaal?
Als wij Hooft op een dergelijke fasci
nerende wijze „het tooneel van schoone
schrikkelyckheit" horen oproepen, vra
gen wij onwillekeurig: wat is het lot van
Veenendaal in die tijd geweest? De reke
ning van de kerkmeesters over het boek
jaar 1583-1584 licht een tip van de sluier
Schutter.
op als zij rept van „moetwilligheit". Een
uitgavenpost zegt dat „by tyde van dese
kerckmeesters duer verscheyden groote
stormen ende onweder van wijnden
(winden) als andere moetwilligheit in
dese erbarmelycke tyden voervallende die
glaesen van dese kercke gantz ende ge
heel wederomme van 't geweylt (geweld)
uuijtgeslagen, uüijtgeworpen ende be
dorven sijn sodat dselve mosten verloeyt,
(verlood) vermaect ende vernyeuwt wer-
ren, als oeck van de glaesen van 't pas-
toers huys alhier".
Klaarblijkelijk slaat dit aller op na
tuurrampen. Indien oorlogshandelingen
de oorzaak der gebroken vensters ge
weest waren, zouden de kerkmeesters die
minutieus gedetailleerd alles in hun re
keningen vermeldden, hiervan zeker ge
waagd hebben. Veenendaal bleef klaar
blijkelijk onberoerd door de troebelen.
Is het bijvoorbeeld niet meerkwaardig,
dat in het hongerjaar 1566, het won
derjaar waarin een revolutionnaire golf
over het land spoelt, het jaar van de
beeldenstorm, de veenraden hun kerk
laten wijden? En in de zeventiger jaren
van die eeuw, de tumulteuze beginjaren
van de vrijheidsoorlog, houden zij zich
bezig metprocederen tegen de
Utrechtse kartuizermonniken over het
Commandat met hellebaard.
gebruik van de Grift en schrijven zij
langademige requesten aan het Hof van
Utrecht.
Pasen 1584
In de lente van 1584 viel er echter te
Veenendaal iets voor, dat wel op oor
logsomstandigheden wijst. Het jaar 1584...
een der donkerste jaren uit de oorlog
door de uitzichtloze oorlogskansen.
Het jaar 1584donkere wolken pak
ken zich samen boven de worstelende
Nederlanden: er is zwaar weer op til.
Zes jaren reeds is Parma, even goed
veldheer als diplomaat, de grote tegen
speler van Oranje. Ver dringt Parma de
Nederlanden binnen. Door de val van
Zutfen valt bijna de gehele Achterhoek
hem in handen. Ook Nijmegen capituleert
en Arnhem wordt zelfs frontiersstad: de
landsgrens gaat van noord tot zuid dwars
door de Nederlanden lopen. Holland en
Zeeland zijn de enige gewesten die niet
onmiddellijk aan de strooptochten van de
vijand blootstaan. Vooral de Veluwe lijdt
verschrikkelijk, voor welk gewest het
tijdvak 1580-1590 het meest rampspoedige
van de gehele oorlog is. Van de IJssel-
linie uit brandschatten de Spaanse sol
daten de Veluwe keer op keer.
Ongewenst bezoek
In het kritieke voorjaar nu van 1584
greep de gebeurtenis te Veenendaal plaats
die de schrijver van de rekening ver
haalt, als hij de ontvangst van het hoog-
tijgeld verantwoort, een episode die wij
reeds in 1955 in dit blad hebben be
schreven en thans herhalen, nu ons
meerdere gegevens ten dienste staan. Hij
schrijft:
Opten Paeschdach anno vier ende
tachtentich soe in 't beghinsel van de
predicatie, als die kerckmeysters mit id
afflaetbort (collecteschaal) plegen omme
te gaen, een grootte rumoer ende ge
rucht voer yerst buyten ende nae (daar
na) in de kerck quam, van dat enige sol
daten van Lunteren hier af quamen
omme 't Veen the besuecken. Waer-
duerch (waardoor) die gemeene nabueren
(zo werden de inwoners vaak aangeduid).
Hoe straalt in de morgen de zonne zo schoon,
hoe geuren de bloemen en kruiden,
hoe juub'len de vogels op juichende toon
Wordt wakker, de Paasklokken luiden
Zij brengen de klanken van vreugd' en geluk,
de boodschap van opstand en leven,
God heeft ons na droefheid, om lijden en dood,
weer blijdschap, weer uitzicht gegeven.
De Paasklokken zingen hun vreugde-lied uit,
dat jubelt langs wegen en paden
En diep in ons overvol harte klinkt stil
een danklied voor zo veel genade.
A.H.
sich hiernae om alle onlust ende on-
gemack te vermijden hebben begheren
(afstand gedaan hebben van geld) Edoch
syn deselve soldaten te lesten mit een
guede compositie (minnelijke schikking)
ende vereringh (gift, geschenk) gepayet
synde, therugge getrocken, als notoir
(bekend) Soe dan die kerckmeysters duer
den ongemack nyet (niets) in 't afflaets-
bort ontfangen.
Wat gebeurde hier? Alles wijst er op
dat plundering werd afgekocht. Hoogst
waarschijnlijk waren het soldaten uit het
Staatse leger, huursoldaten, merendeels
Duitsers, slecht betaald en daardoor
muitziek, merendeels boeven, te lui om
te werken, maar gewoon aan vechten,
moorden en plunderen, zonder orde en
tucht.
Eerst Maurits hervormde het leger tot
een modeltroep door de manschappen op
tijd te betalen, te drillen, te leren mar
cheren, wegen en loopgraven aan te leg
gen, bruggen te bouwen en aan de be
velen vlug en stipt te gehoorzamen
Aan de grens van Het Sticht wemelde het
omstreeks 1584 van Staatse troepen
Het was geen blijde Paasmorgen voor
Veenendaal Maar nog groter beproevin
gen stonden het te wachten Daarover
hebben wij U reeds verteld in onze serie
artikelen, genaamd Alarm in de Venen.
D. Philips
in de nieuwe
notenkleuren:
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165
NIEUWE DIEREN
NIEUWE VERBLIJVEN
In Ouwehands Dierenpark zijn vlak vóór
de Pasen talrijke nieuwe dieren aangeko
men. Zo is onder andere* ook het apen-
paradijs versterkt met zeven bavianen,
één man en zes vrouwen. De vliegens
vlugge apenharem amuseert zich al kos
telijk in het prille voorjaarszonnetje. Na
de omgeving te hebben verkend en in de
toppen van de hoogste bomen te hebben
rondgezwiept, doet de kolonie het intus-
seen wat kalmer aan en menige baviaan
heeft ook al geprobeerd of het water,
waarachter al deze apen leven, al op tem
peratuur was. Al ras werd het hun dui
delijk dat het mooie weer nog lang geen
zwemseizoen is. In de naaste toekomst
zullen deze dieren trouwens over water
niet te klagen hebben. Want naast het
apenparadijs werkt men koortsachtig aan
nieuwe waterpartijen, waarachter de
dromedarissen en de rendieren komen te
lopen. Deze vijvers, die samen met de
dierenterrassen een oppervlakte beslaan
van een halve hectare, worden doorge
trokken tot aan de vijvers vóór het apen-
plateau. Dit betekerf, een aanmerkelijke
verfraaiing van het dierenpark, hetgeen
een gevolg is van het vijfjarenplan, dat
er op gebaseerd is alle dieren zoveel mo
gelijk van achter nog aanwezig tralie
werk vandaan te halen. Voor de bezoe
kers van het dierenpark op de Grebbe-
berg betekent dit een nóg inniger contact
met het dier, terwijl men bij het foto
graferen en filmen geen hinderlijke ob
stakels meer voor de lens krijgt.
„Ik haat folklore tot in het merg", heeft wijlen Piet Bakker een geschreven,
„omdat er altijd herrie, brandstichtingbedelarij en dierenmishandeling mee
gepaard gaan". Het kan zijn, dat de schrijver op minder prettige wijze - mis
schien in Amsterdam tijdens „Luilak" - in aanraking is gekomen met een la-
waaiv er wekkend folkloristisch gebeuren. Wij zijn echter zo vrij om het met de
auteur - die we overigens zeer erkentelijk zijn voor zijn literaire voortbreng
selen - niet eens te zijn. We willen trachten met dit artikel het tegendeel te
bewijzen. We willen aantonen van welk groot belang het is, dat - in dit geval
de Paasgebruiken - de folklore nog leeft bij ons volk. Hierdoor worden ons
inziens de onderlinge band tussen de mensen verstevigd, de Godsdienstzin ver
sterkt en aan de jeugd zinvolle bezigheid gegeven.
We weten allemaal, dat niet bij toe
val juist in het voorjaar het feest van
Christus opstanding wordt gevierd. De
kerk plaatste de herdenking van het
opstandingsgebeuren op het heidense
voorjaarsfeest.
Opstanding betekent overwinning op
de dood. Dit wordt in het voorjaar het
meest gesymboliseerd door de natuur
zelf. Dorre, dode takken beginnen uit
te botten. Vogels van diverse pluimage
verschijnen weer in onze omgeving.
Nieuw leven omringt de boerderijen.
Wat is het niet een mooi gezicht, de
lammetjes te zien springen in de al
wat groener wordende wei.
Het zijn voor ons mensen tekenen
van de lente, die in aantocht is. In
weerwil van het gure weer, de koude
wind en de voorjaarsbuien. We worden
ongeduldig, we wensen de zomer met
warmte en zon, we wensen vernieu
wing. Al het oude moet verdwijnen.
Huismoeders denken aan schoonmaak,
zolders worden opgeruimd. Afval voor
de vuilnisman stapelt zich op.
Nu, wat dat betreft, zijn er „vuilnis
mannen" genoeg, die met graagte het
overtollige afval - voor zover het
brandbaar is - willen meenemen. De
jeugd zorgt er in vele delen van ons
land voor, dat al het overtollige ma
teriaal een passende paasbestemming
krijgt. Het paasvuur verslind menig
schoonmaakvuil. Voor j aars vuren bran
den bijna overal met Pasen. En elke
streek heeft zo de eigen Paasrijmpjes.
De Noorbeekse jeugd zingt:
„Bötje, Bötje, beurkestreue,
Annemeran, sjottelepan,
Haste niks veur de beurk te briè-è-ne?"
Op „vlooienzondag" in het Noordbra
bantse Uden werd vroeger het de-ge-
hele-winter-dienst-gedane beddestro
verbrand.
Sint Mate, Sint Mate, gefoosing
breëtsjtrué,
angesj biete uuch de vlué
In Castricum heet hét voorjaarsvuur
„beekemme" en de jeugd zingt, bij het
ophalen van ontvlambaar huisvuil:
„Ikke, takke, too,
boer mag ik 'n bossie stro,
of een bossie tarrewe,
dan gaan we same warreme
In Wieringen is het weer een ander
lied:
„Heb je geen turf,
heb je geen hout,
want Sint Pieter is zo koud
De Gramsberger kinderen zingen als
de wagen is volgeladen:
„Wie könt de karre niet schoeve
In Drenthe is het weer een ander
inzamellied:
„He'j ook aole huven
of aole wannen,
die we Paosken brannen.
He'j ok 'n bossien stro of riet?
Anders hewwe Paoskenmaondag niet."
(44) Als Aram eindelijk de ogen opslaat, is het
eerste wat hij ziet, het vertrouwde gelaat van Agua.
„Waar ben ik wat wat is er gebeurd?"
vraagt Aram verward. „In een hut aan de kust",
antwoordt de hagedis. „We zijn met een kano het
binnenland ingetrokken en hebben de geneeskrach
tige bladeren gevonden Helaas is Niora, het
negermeisje, spoorloos verdwenen in het oerwoud
En hij vertelt Aram alles, wat er in de af
gelopen dagen is voorgevallen. Aram, verzwakt als
hij is van het liggen en de hoge koortsen, wankelt,
als hij even later uit de koele leemhut in het felle
zonlicht treedt. De eerste, die, strompelend op zijn
krukken op hem toekomt, is de oude Totama. „Mijn
dochter gij, machtige blanke heer haar redden
van de vorst van Suprania?" vraagt de oude met
bevende stem. „Ik zal doen wat ik kan, Totama",
glimlacht Aram geruststellend. „Breng de gevange
nen bij me!" De gevangenen worden van boord ge
haald en even later staat het drietal met geketende
handen voor hem.
(wordt vervolgd)
..Geeft die arreme jongens wat,
Paosken kump moar èns in 't joar,
Boer of vrouwe he'j oew busken kloar?"
Dit Borger smeeklied bezorgt de
rondtrekkende jeugd aldaar menige
gift.
Het is zonder meer duidelijk, dat
het verzamelen van brandhout voor
het Paasvuur de jeugd een nuttige be
zigheid biedt. Immers, veel schoon-
maakovertolligs wordt - zonder kosten
- weggehaald. De jeugd heeft het druk
in de paasvakantie. En willen ze „vuur
tje stoken?" Best, dat kan nan gebeu
ren: op tweede Paasdag onder het toe
ziend oog van de ouderen.
Het Paasvuur in Denekamp is een
gebeuren op zichzelf. Op eerste Paas-
middag trekt een groep jongens en
mannen zingend naar de voormalige
havazate Bögelscamp en het kasteel
Singrave:
Dus willen wij allen vrolijk zijn,
Christus zal onze verlosser zijn.
Alleluja
In grote gemeenschapszin en volle
devotie klinkt telkens tussen de cou
pletten het refrein:
„Heden is de grootste dag
Op het buiten aangekomen wordt
aan de eigenaar nederig gevraagd:
„Mijnheer, wij komen U weer vragen
om een mooie Paasstaak
Elk jaar wordt dit verzoek herhaalt,
elk jaar wordt bevestigend geantwoord.
Zou men slechts één keer het verzoek
verzuimen, dan is de landheer ontsla
gen van zijn plicht tot levering van
de Paasstaak.
„Judas", de merkwaardige leider van
de groep dorpelingen, klimt in de aan
gewezen boom en spoedig ligt de lange
den geveld ter aarde, ontdaan van over
tollige zijtakken. Zingend wordt de
boom naar Denekamp vervoerd.
„Christus in de duistere nacht,
is schitterend verrezen.
Heeft verbroken duivel smacht,
Komt laat ons maar vrolijk wezen...."
Hoog opgericht staat dan de Paas
staak op de Denekampse Paaswei. Ju
das doet nog een poging om de boom
te verkopen ep zo voor verbranding
te behoeden.
„Méénsken, méénsken, kiekt toch es,
wat nen mooi'n stam of dit is.
Hêé j lang'n, doe bis toch zo gek
op hooit;
neemt dan toch dies'n boom.
Der zit genog an vuur negentig paar
°n 't paar kienderkloemp
Maar tevergeefs. Judas wordt weg
gejaagd (Judas verdrijven, winter ver
bannen).
KERKEWIJK17
VEENENDAAL TEL.3313
OokVo&2iekenfcmds62de/if!
En 's avonds gaat de brand erin èn
in de torenhoge brandstapel - produkt
van jeugdige ijver - en nogmaals klinkt
het opstandingslied:
„Daarom, kom met, daarom
stervelingen,
Alleluja9 Alleluja, laat ons zinoen..."
Het vuur verlicht schimmig de om
standers, de duisternis ligt achter hen
Gedragen zweeft door de nacht de
oude melodie van ,,'t eeuwenoald Poas-
gezang."
CHURCHILL'S OORLOGSMEMOIRES
WORDEN VERFILMD
In Groot Britannië zal een film ter
lengte van een normale speelfilm, geba
seerd op de mémoires van de Britse oor
logsleider Sir Winston Churchill wor
den vervaardigd. De producent, die dezer
dagen een overeenkomst met Sir Win
ston heeft getekend, is de heer Jack le
Vien, die ook de televisie-serie „The
Valiant Years" op zijn naam heeft staan.
De heer le Vien heeft verklaard dat de
film zal worden gemaakt in de vorm
van een gedramatiseerde documentaire en
zal beginnen met de laatste dagen van de
eerste Wereldoorlog tot aan Sir Winston's
aftreden in 1945. De nadruk zal meer op
Sir Winston tegen de achtergrond van de
gebeurtenissen komen te liggen dan op
de gebeurtenissen zelf.
De televisie-serie „The Valiant Years"
moest op de Britse televisie op verzoek
van lOVs miljoen kijkers worden herhaald
nog voor de volledige serie was vertoond.
Later werd „The Valiant Years" aan
talloze andere landen over de gehele we
reld verkocht.
HOGERE VERGOEDINGEN VOOR
CURSISTEN VAN REGIONALE
WERKPLAATSEN VOOR
VAKOPLEIDING VAN VOLWASSENEN
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Volksgezondheid heeft met terugwer
kende kracht tot 3 januari 1963 een ver
betering aangebracht in de vergoedingen,
welke aan cursisten van de regionale
werkplaatsen voor vakopleiding van vol
wassenen worden toegekend.
De verhogingen variëren van 8 cent per
uur voor thuiswonende ongehuwden tot
22 cent per uur voor gehuwden van 23
jaar en ouder in de gemeenteklasse I.
Ter compensatie van de met ingang van
1 januari 1963 ingevoerde premieverho
ging A.O.W./A.W.W., wordt een vergoe
ding toegekend van 1*/».
Evenals dit voor G.S.W.-werknemers
is geschied, is de 5e gemeenteklasse ko
men te vervallen.
Verraden gebonden
Veroordeeld veracht
Gekruisigd Uw leven
ten offer gebracht.
Hoe stil droeg Gij 't lijden,
de spot en de hoon,
de lasten, de gesel,
Uw doornige kroon.
Ten dode gepijnigd,
door ieder miskend,
zo dronkt Gij de beker
tot 't bittere end
Toen kwamen de vrienden
en hebben heel zacht,
Uw uitgeput lichaam
A. H. ter ruste gebracht.
HORIZONTAAL: 1 insekteneter, 4 bijwoord, 8 halfaap op Madagaskar, 12
voorzetsel, 13 scharnier van een deur, 14 spelleiding, 15 voorzetsel, 16 wezen
lijk, 17 voorzetsel, 18 deel van de bijbel (afk.), 19 keurig, 21 onbep. voornaamw.,
22 blauwe boerenkiel, 24 deel van een boom, 26 uitruster van schepen, 28 deel
van het oor, 31 patroon, 33 vis, 34 schiereiland tussen de Japanse en de Gele
Zee, 36 in het jaar der wereld (afk. Lat.), 38 bedrog (bargoens), 40 lief, 41 ont
kenning (spreekt.), 43 verdrag, 44 nauw, 45 hondenverblijf, 47 zoon van Noach,
49 water in Friesland, 50 eenjarig kalf, 51 vreemde munt, 53 reeks, 55 achting,
56 krijgsmacht, 58 zeepwater, 61 duw, 62 deel van een auto, 64 tam, 66 telwoord,
68 zelfkant, 69 muziekaal, 70 deel van de mast, 71 in de richting naar omlaag,
73 stap, 74 deel van het gelaat, 75 zeëngte tussen Seeland en Zweden, 76 kleur,
77 getimmerde bewaarplaats.
VERTIKAAL: 1 plaats in Engeland, 2 oude vlaktemaat, 3 bijwoord, 4 schan
de, 5 jongensnaam, 6 biersoort, 7 bijwoord, 8 voorzetsel, 9 scheik. element (afk.),
10 deel van het gelaat, 11 onbep. voornaamw., 13 steen, 14 paard, 17 voorzetsel,
20 mak, 22 haag, 23 rangtelwoord, 25 oude benaming voor liter, 27 badplaats in
Zeeland, 28 oude lap, 28 bijrivier van de Aller, 30 kreupele, 32 inwendig li
chaamsdeel, 34 omlijsting, 35 plotselinge rijzing van het zeewater bij eb op de
Zeeuwse kusten, 37 gemeenschappelijke weide, 39 vlies, vel, 40 meisjesnaam,
42 als 50 hor., 46 meisjesnaam, 48 verkeerd, 51 aardsoort, 52 vroeger, 54 optel
ling, 56 plomp, 57 bereids, 59 schaker van Helena, 60 jongensnaam, 61 voorzet
sel, 63 vermoeid, 65 zijde, 67 jongensnaam, 68 keurig, 69 bid (Lat.), 72 afkorting
van dyne, 73 scheik. element (afk.), 74 dam langs een water.
FLORYN
OPLOSSING PUZZEL NR. 48
Hor. 1 kennel, 6 zondag, 11 ode, 12 ge
lag, 13 ode, 14 me, 15 nep, 16 den, 17
el, 19 leven, 22 Enos, 25 lol, 26 tali, 28
lemma, 30 lenig, 31 aasgier, 32 gemak, 34
genie, 37 arak, 38 ant, 40 koel, 41 pasen,
43 el, 45 tor, 46 gom, 47 de, 48 een, 50
sober, 51 hor, 52 Loenen, 53 Napels.
Vert. 1 kompel, 2 Ede, 3 ne, 4 egel, 5
lepel, 6 zadel, 7 ogen, 8 do, 9 adé, 10 gel
dig, 18 mom, 20 volgens, 21 Dan, 23 neger,
24 smaak, 26 Terek, 27 linie, 29 aak, 30 leg,
32 gareel, 33 mal, 35 non, 36 elders, 38
Aaron, 39 tegen, 41 pose, 42 Nora, 44 Leo,
47 dol, 49 Ne, 51 hé.
In 1962 werden in ons land 205.022 verkeersongevallen door de politie
geconstateerd, tegen 190.280 in 1961. Volgens de voorlopige cijfers van
het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg in 1962 het aantal ver
keersdoden 2.073, hetgeen ten opzichte van 1961 (1.997) een landelijke
stijging betekent met 4°/o. In de grote steden (boven 100.000 inwoners)
daalde het aantal verkeersdoden echter met 6%. Het aantal verkeers
doden was in 1962 als volgt over de belangrijkste groepen weggebruikers
verdeeld: voetgangers 504J471 in 1961), wielrijders 423 (390), bromfiet
sers 405 (440), motor- en scooter rijders 147 (208), bestuurders personen
auto's 252 (205), inzittenden personenauto's 259 (183).