Soltor Set ^Paóen te eenencla&l in 1584 DE GESTOORDE KERKDIENST De verkeersongevallen in 1962 Folkloristische gebruiken omringen het Paasfeest ARAM KRUISWOORDPUZZEL TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 12 APRIL 1963 Nr. 30 aasmorgen... nylons HAZELINO CASTAGNA WALNOTTA Fa. L. HEY In vrijwel elk hoekje van ons land branden de vuren ZINGENDE VUILNISMANNEN De vorst van Suprania Feest van de opstanding ALWEER ZO'N MOOIE BRIL VAN OPTICIEN STILLE HERDENKING Opgave Nr. 78 GENEVER MDZ 'In het eerste boek van zijn „Neederlandsche Histooriën- wij raadplegen de tweede uitgave uit 1656 - schil dert P. C. Hooft de toestand waarin de Nederlanden verkeerden op het tijdstip, dat Karei V de regering over droeg aan Philips II. Hij trof Nederland aan „in 't breedste van zyn bloejen, bebouwt wet meer dan twee hondert steeden, hondert vijfticb oopen vlekken, (niet omuurde plaatsen) zoo goedt als veele bemuurde steeden, zes duizent dorpen, alles vol van inwoonders, rykdoomneringhe, welvaart en weelde, tot dartelheidt toe.' Als hij op aangrijpende wijze de ge beurtenissen in de 80-jarige oorlog gaat beschrijven, zegt hij een werk te begin nen, vervuld van „lotwissel en meeni- gherley geval", gruwzaam van veldsla gen, gevechten te water en belegeringen; bitter van twist .onrustig door muiterij; beklad door moordaad buiten de baan des krijgs; vreselijk van wreedheid, zelfs in tijden van vrede of bestand. „D'inboor- ling onder zweep gebraght en gedreeven tot de waapenen. Voorts verstooren (verwoesten) van steeden, scheuren (ver nielen) van kerken, verwoesten van Landschappen, zeeden en godsdienst. Ter- wyl men eikanderen plaaght (kwelt), 's hemels plaaghen op den hals gehaalt; aardtbevingh, (in 1580 teisterde een aard beving de Nederlanden) pest, honger, har de winters, hooge waeternoodt, verdren ken van dorpen, volk en vee". Regeringshoofden worden verdreven, vorsten beroofd van land en luiden. Alle oorden van Europa worden over stroomd door ballingen. Wetten, gewoon ten en voorrechten worden met voeten getreden. Egmond en Hoorne, „twee van de doorlughtighsten der Christenheit" en een groot aantal edelen sterven op het schavot. „Meenighte van menschen, om- gekoomen door beulshanden, ter zaake van 't geloof." Het vergieten van on schuldig bloed wordt als een heldendaad geprezen. Het recht op leven en bezit van een ieder wordt in twijfel getrokken, kort daarop zelfs ontkend. Zij, die noch van ketterij noch van weerspannigheid beschuldigd kunden worden, verwijt men dit oogluikend te hebben toegelaten. Niets is gevaarlijker dan de deugd, vooral „maatigheit" d.i. gematigdheid, en „be- scheidenheit" d.i. verdraagzaamheid, re delijkheid. Burger werd tegen burger op gehitst, familileden tegen elkaar en. wie geen vijanden had werd door zijn vrien den verraden. Maar er waren, getuigt Hooft, ook „stichtelyke exempelen". Hij herinnert aan feiten als het op het spel zetten van goed en bloed „van den eenen broe der by den anderen opgezet" Edele trouwhartigheid bewees men aan perso nen van andere gezindte. Gespaard geld „uit het diepst der borze (beurs) gewilligh opgebraght" offerde men voor de zaak van het land en de vrijheid. Huis en hof verliet men er voor. Zelfs de dood werd getrotseerd. In het heetst van het gevecht betoonde men vaak „zeltzaame zachtzinnigheit" aan de vijand. Uit louter goedhartigheid maakte men van een betaald voordeel geen ge bruik. Men spaarde de vijand zonder te hopen op een zelfde behandeling als de kans zou keren. De neteligste zaken leidde men door de hartstochten in te tomen. Men handelde in één woord op een wijze „dat veele eeuwen herwaarts geen stoffe geleevert hebben, die ryker zij in allerley leeringen van 't beloop der wereldsche dingen, oft wonderlyker oft waarnemens waarder, (meer waard te beschouwen) tot onderwijs van Vorsten en volken." Hoe gaat het te Veenendaal? Als wij Hooft op een dergelijke fasci nerende wijze „het tooneel van schoone schrikkelyckheit" horen oproepen, vra gen wij onwillekeurig: wat is het lot van Veenendaal in die tijd geweest? De reke ning van de kerkmeesters over het boek jaar 1583-1584 licht een tip van de sluier Schutter. op als zij rept van „moetwilligheit". Een uitgavenpost zegt dat „by tyde van dese kerckmeesters duer verscheyden groote stormen ende onweder van wijnden (winden) als andere moetwilligheit in dese erbarmelycke tyden voervallende die glaesen van dese kercke gantz ende ge heel wederomme van 't geweylt (geweld) uuijtgeslagen, uüijtgeworpen ende be dorven sijn sodat dselve mosten verloeyt, (verlood) vermaect ende vernyeuwt wer- ren, als oeck van de glaesen van 't pas- toers huys alhier". Klaarblijkelijk slaat dit aller op na tuurrampen. Indien oorlogshandelingen de oorzaak der gebroken vensters ge weest waren, zouden de kerkmeesters die minutieus gedetailleerd alles in hun re keningen vermeldden, hiervan zeker ge waagd hebben. Veenendaal bleef klaar blijkelijk onberoerd door de troebelen. Is het bijvoorbeeld niet meerkwaardig, dat in het hongerjaar 1566, het won derjaar waarin een revolutionnaire golf over het land spoelt, het jaar van de beeldenstorm, de veenraden hun kerk laten wijden? En in de zeventiger jaren van die eeuw, de tumulteuze beginjaren van de vrijheidsoorlog, houden zij zich bezig metprocederen tegen de Utrechtse kartuizermonniken over het Commandat met hellebaard. gebruik van de Grift en schrijven zij langademige requesten aan het Hof van Utrecht. Pasen 1584 In de lente van 1584 viel er echter te Veenendaal iets voor, dat wel op oor logsomstandigheden wijst. Het jaar 1584... een der donkerste jaren uit de oorlog door de uitzichtloze oorlogskansen. Het jaar 1584donkere wolken pak ken zich samen boven de worstelende Nederlanden: er is zwaar weer op til. Zes jaren reeds is Parma, even goed veldheer als diplomaat, de grote tegen speler van Oranje. Ver dringt Parma de Nederlanden binnen. Door de val van Zutfen valt bijna de gehele Achterhoek hem in handen. Ook Nijmegen capituleert en Arnhem wordt zelfs frontiersstad: de landsgrens gaat van noord tot zuid dwars door de Nederlanden lopen. Holland en Zeeland zijn de enige gewesten die niet onmiddellijk aan de strooptochten van de vijand blootstaan. Vooral de Veluwe lijdt verschrikkelijk, voor welk gewest het tijdvak 1580-1590 het meest rampspoedige van de gehele oorlog is. Van de IJssel- linie uit brandschatten de Spaanse sol daten de Veluwe keer op keer. Ongewenst bezoek In het kritieke voorjaar nu van 1584 greep de gebeurtenis te Veenendaal plaats die de schrijver van de rekening ver haalt, als hij de ontvangst van het hoog- tijgeld verantwoort, een episode die wij reeds in 1955 in dit blad hebben be schreven en thans herhalen, nu ons meerdere gegevens ten dienste staan. Hij schrijft: Opten Paeschdach anno vier ende tachtentich soe in 't beghinsel van de predicatie, als die kerckmeysters mit id afflaetbort (collecteschaal) plegen omme te gaen, een grootte rumoer ende ge rucht voer yerst buyten ende nae (daar na) in de kerck quam, van dat enige sol daten van Lunteren hier af quamen omme 't Veen the besuecken. Waer- duerch (waardoor) die gemeene nabueren (zo werden de inwoners vaak aangeduid). Hoe straalt in de morgen de zonne zo schoon, hoe geuren de bloemen en kruiden, hoe juub'len de vogels op juichende toon Wordt wakker, de Paasklokken luiden Zij brengen de klanken van vreugd' en geluk, de boodschap van opstand en leven, God heeft ons na droefheid, om lijden en dood, weer blijdschap, weer uitzicht gegeven. De Paasklokken zingen hun vreugde-lied uit, dat jubelt langs wegen en paden En diep in ons overvol harte klinkt stil een danklied voor zo veel genade. A.H. sich hiernae om alle onlust ende on- gemack te vermijden hebben begheren (afstand gedaan hebben van geld) Edoch syn deselve soldaten te lesten mit een guede compositie (minnelijke schikking) ende vereringh (gift, geschenk) gepayet synde, therugge getrocken, als notoir (bekend) Soe dan die kerckmeysters duer den ongemack nyet (niets) in 't afflaets- bort ontfangen. Wat gebeurde hier? Alles wijst er op dat plundering werd afgekocht. Hoogst waarschijnlijk waren het soldaten uit het Staatse leger, huursoldaten, merendeels Duitsers, slecht betaald en daardoor muitziek, merendeels boeven, te lui om te werken, maar gewoon aan vechten, moorden en plunderen, zonder orde en tucht. Eerst Maurits hervormde het leger tot een modeltroep door de manschappen op tijd te betalen, te drillen, te leren mar cheren, wegen en loopgraven aan te leg gen, bruggen te bouwen en aan de be velen vlug en stipt te gehoorzamen Aan de grens van Het Sticht wemelde het omstreeks 1584 van Staatse troepen Het was geen blijde Paasmorgen voor Veenendaal Maar nog groter beproevin gen stonden het te wachten Daarover hebben wij U reeds verteld in onze serie artikelen, genaamd Alarm in de Venen. D. Philips in de nieuwe notenkleuren: Hoofdstraat 45, Telefoon 2165 NIEUWE DIEREN NIEUWE VERBLIJVEN In Ouwehands Dierenpark zijn vlak vóór de Pasen talrijke nieuwe dieren aangeko men. Zo is onder andere* ook het apen- paradijs versterkt met zeven bavianen, één man en zes vrouwen. De vliegens vlugge apenharem amuseert zich al kos telijk in het prille voorjaarszonnetje. Na de omgeving te hebben verkend en in de toppen van de hoogste bomen te hebben rondgezwiept, doet de kolonie het intus- seen wat kalmer aan en menige baviaan heeft ook al geprobeerd of het water, waarachter al deze apen leven, al op tem peratuur was. Al ras werd het hun dui delijk dat het mooie weer nog lang geen zwemseizoen is. In de naaste toekomst zullen deze dieren trouwens over water niet te klagen hebben. Want naast het apenparadijs werkt men koortsachtig aan nieuwe waterpartijen, waarachter de dromedarissen en de rendieren komen te lopen. Deze vijvers, die samen met de dierenterrassen een oppervlakte beslaan van een halve hectare, worden doorge trokken tot aan de vijvers vóór het apen- plateau. Dit betekerf, een aanmerkelijke verfraaiing van het dierenpark, hetgeen een gevolg is van het vijfjarenplan, dat er op gebaseerd is alle dieren zoveel mo gelijk van achter nog aanwezig tralie werk vandaan te halen. Voor de bezoe kers van het dierenpark op de Grebbe- berg betekent dit een nóg inniger contact met het dier, terwijl men bij het foto graferen en filmen geen hinderlijke ob stakels meer voor de lens krijgt. „Ik haat folklore tot in het merg", heeft wijlen Piet Bakker een geschreven, „omdat er altijd herrie, brandstichtingbedelarij en dierenmishandeling mee gepaard gaan". Het kan zijn, dat de schrijver op minder prettige wijze - mis schien in Amsterdam tijdens „Luilak" - in aanraking is gekomen met een la- waaiv er wekkend folkloristisch gebeuren. Wij zijn echter zo vrij om het met de auteur - die we overigens zeer erkentelijk zijn voor zijn literaire voortbreng selen - niet eens te zijn. We willen trachten met dit artikel het tegendeel te bewijzen. We willen aantonen van welk groot belang het is, dat - in dit geval de Paasgebruiken - de folklore nog leeft bij ons volk. Hierdoor worden ons inziens de onderlinge band tussen de mensen verstevigd, de Godsdienstzin ver sterkt en aan de jeugd zinvolle bezigheid gegeven. We weten allemaal, dat niet bij toe val juist in het voorjaar het feest van Christus opstanding wordt gevierd. De kerk plaatste de herdenking van het opstandingsgebeuren op het heidense voorjaarsfeest. Opstanding betekent overwinning op de dood. Dit wordt in het voorjaar het meest gesymboliseerd door de natuur zelf. Dorre, dode takken beginnen uit te botten. Vogels van diverse pluimage verschijnen weer in onze omgeving. Nieuw leven omringt de boerderijen. Wat is het niet een mooi gezicht, de lammetjes te zien springen in de al wat groener wordende wei. Het zijn voor ons mensen tekenen van de lente, die in aantocht is. In weerwil van het gure weer, de koude wind en de voorjaarsbuien. We worden ongeduldig, we wensen de zomer met warmte en zon, we wensen vernieu wing. Al het oude moet verdwijnen. Huismoeders denken aan schoonmaak, zolders worden opgeruimd. Afval voor de vuilnisman stapelt zich op. Nu, wat dat betreft, zijn er „vuilnis mannen" genoeg, die met graagte het overtollige afval - voor zover het brandbaar is - willen meenemen. De jeugd zorgt er in vele delen van ons land voor, dat al het overtollige ma teriaal een passende paasbestemming krijgt. Het paasvuur verslind menig schoonmaakvuil. Voor j aars vuren bran den bijna overal met Pasen. En elke streek heeft zo de eigen Paasrijmpjes. De Noorbeekse jeugd zingt: „Bötje, Bötje, beurkestreue, Annemeran, sjottelepan, Haste niks veur de beurk te briè-è-ne?" Op „vlooienzondag" in het Noordbra bantse Uden werd vroeger het de-ge- hele-winter-dienst-gedane beddestro verbrand. Sint Mate, Sint Mate, gefoosing breëtsjtrué, angesj biete uuch de vlué In Castricum heet hét voorjaarsvuur „beekemme" en de jeugd zingt, bij het ophalen van ontvlambaar huisvuil: „Ikke, takke, too, boer mag ik 'n bossie stro, of een bossie tarrewe, dan gaan we same warreme In Wieringen is het weer een ander lied: „Heb je geen turf, heb je geen hout, want Sint Pieter is zo koud De Gramsberger kinderen zingen als de wagen is volgeladen: „Wie könt de karre niet schoeve In Drenthe is het weer een ander inzamellied: „He'j ook aole huven of aole wannen, die we Paosken brannen. He'j ok 'n bossien stro of riet? Anders hewwe Paoskenmaondag niet." (44) Als Aram eindelijk de ogen opslaat, is het eerste wat hij ziet, het vertrouwde gelaat van Agua. „Waar ben ik wat wat is er gebeurd?" vraagt Aram verward. „In een hut aan de kust", antwoordt de hagedis. „We zijn met een kano het binnenland ingetrokken en hebben de geneeskrach tige bladeren gevonden Helaas is Niora, het negermeisje, spoorloos verdwenen in het oerwoud En hij vertelt Aram alles, wat er in de af gelopen dagen is voorgevallen. Aram, verzwakt als hij is van het liggen en de hoge koortsen, wankelt, als hij even later uit de koele leemhut in het felle zonlicht treedt. De eerste, die, strompelend op zijn krukken op hem toekomt, is de oude Totama. „Mijn dochter gij, machtige blanke heer haar redden van de vorst van Suprania?" vraagt de oude met bevende stem. „Ik zal doen wat ik kan, Totama", glimlacht Aram geruststellend. „Breng de gevange nen bij me!" De gevangenen worden van boord ge haald en even later staat het drietal met geketende handen voor hem. (wordt vervolgd) ..Geeft die arreme jongens wat, Paosken kump moar èns in 't joar, Boer of vrouwe he'j oew busken kloar?" Dit Borger smeeklied bezorgt de rondtrekkende jeugd aldaar menige gift. Het is zonder meer duidelijk, dat het verzamelen van brandhout voor het Paasvuur de jeugd een nuttige be zigheid biedt. Immers, veel schoon- maakovertolligs wordt - zonder kosten - weggehaald. De jeugd heeft het druk in de paasvakantie. En willen ze „vuur tje stoken?" Best, dat kan nan gebeu ren: op tweede Paasdag onder het toe ziend oog van de ouderen. Het Paasvuur in Denekamp is een gebeuren op zichzelf. Op eerste Paas- middag trekt een groep jongens en mannen zingend naar de voormalige havazate Bögelscamp en het kasteel Singrave: Dus willen wij allen vrolijk zijn, Christus zal onze verlosser zijn. Alleluja In grote gemeenschapszin en volle devotie klinkt telkens tussen de cou pletten het refrein: „Heden is de grootste dag Op het buiten aangekomen wordt aan de eigenaar nederig gevraagd: „Mijnheer, wij komen U weer vragen om een mooie Paasstaak Elk jaar wordt dit verzoek herhaalt, elk jaar wordt bevestigend geantwoord. Zou men slechts één keer het verzoek verzuimen, dan is de landheer ontsla gen van zijn plicht tot levering van de Paasstaak. „Judas", de merkwaardige leider van de groep dorpelingen, klimt in de aan gewezen boom en spoedig ligt de lange den geveld ter aarde, ontdaan van over tollige zijtakken. Zingend wordt de boom naar Denekamp vervoerd. „Christus in de duistere nacht, is schitterend verrezen. Heeft verbroken duivel smacht, Komt laat ons maar vrolijk wezen...." Hoog opgericht staat dan de Paas staak op de Denekampse Paaswei. Ju das doet nog een poging om de boom te verkopen ep zo voor verbranding te behoeden. „Méénsken, méénsken, kiekt toch es, wat nen mooi'n stam of dit is. Hêé j lang'n, doe bis toch zo gek op hooit; neemt dan toch dies'n boom. Der zit genog an vuur negentig paar °n 't paar kienderkloemp Maar tevergeefs. Judas wordt weg gejaagd (Judas verdrijven, winter ver bannen). KERKEWIJK17 VEENENDAAL TEL.3313 OokVo&2iekenfcmds62de/if! En 's avonds gaat de brand erin èn in de torenhoge brandstapel - produkt van jeugdige ijver - en nogmaals klinkt het opstandingslied: „Daarom, kom met, daarom stervelingen, Alleluja9 Alleluja, laat ons zinoen..." Het vuur verlicht schimmig de om standers, de duisternis ligt achter hen Gedragen zweeft door de nacht de oude melodie van ,,'t eeuwenoald Poas- gezang." CHURCHILL'S OORLOGSMEMOIRES WORDEN VERFILMD In Groot Britannië zal een film ter lengte van een normale speelfilm, geba seerd op de mémoires van de Britse oor logsleider Sir Winston Churchill wor den vervaardigd. De producent, die dezer dagen een overeenkomst met Sir Win ston heeft getekend, is de heer Jack le Vien, die ook de televisie-serie „The Valiant Years" op zijn naam heeft staan. De heer le Vien heeft verklaard dat de film zal worden gemaakt in de vorm van een gedramatiseerde documentaire en zal beginnen met de laatste dagen van de eerste Wereldoorlog tot aan Sir Winston's aftreden in 1945. De nadruk zal meer op Sir Winston tegen de achtergrond van de gebeurtenissen komen te liggen dan op de gebeurtenissen zelf. De televisie-serie „The Valiant Years" moest op de Britse televisie op verzoek van lOVs miljoen kijkers worden herhaald nog voor de volledige serie was vertoond. Later werd „The Valiant Years" aan talloze andere landen over de gehele we reld verkocht. HOGERE VERGOEDINGEN VOOR CURSISTEN VAN REGIONALE WERKPLAATSEN VOOR VAKOPLEIDING VAN VOLWASSENEN De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft met terugwer kende kracht tot 3 januari 1963 een ver betering aangebracht in de vergoedingen, welke aan cursisten van de regionale werkplaatsen voor vakopleiding van vol wassenen worden toegekend. De verhogingen variëren van 8 cent per uur voor thuiswonende ongehuwden tot 22 cent per uur voor gehuwden van 23 jaar en ouder in de gemeenteklasse I. Ter compensatie van de met ingang van 1 januari 1963 ingevoerde premieverho ging A.O.W./A.W.W., wordt een vergoe ding toegekend van 1*/». Evenals dit voor G.S.W.-werknemers is geschied, is de 5e gemeenteklasse ko men te vervallen. Verraden gebonden Veroordeeld veracht Gekruisigd Uw leven ten offer gebracht. Hoe stil droeg Gij 't lijden, de spot en de hoon, de lasten, de gesel, Uw doornige kroon. Ten dode gepijnigd, door ieder miskend, zo dronkt Gij de beker tot 't bittere end Toen kwamen de vrienden en hebben heel zacht, Uw uitgeput lichaam A. H. ter ruste gebracht. HORIZONTAAL: 1 insekteneter, 4 bijwoord, 8 halfaap op Madagaskar, 12 voorzetsel, 13 scharnier van een deur, 14 spelleiding, 15 voorzetsel, 16 wezen lijk, 17 voorzetsel, 18 deel van de bijbel (afk.), 19 keurig, 21 onbep. voornaamw., 22 blauwe boerenkiel, 24 deel van een boom, 26 uitruster van schepen, 28 deel van het oor, 31 patroon, 33 vis, 34 schiereiland tussen de Japanse en de Gele Zee, 36 in het jaar der wereld (afk. Lat.), 38 bedrog (bargoens), 40 lief, 41 ont kenning (spreekt.), 43 verdrag, 44 nauw, 45 hondenverblijf, 47 zoon van Noach, 49 water in Friesland, 50 eenjarig kalf, 51 vreemde munt, 53 reeks, 55 achting, 56 krijgsmacht, 58 zeepwater, 61 duw, 62 deel van een auto, 64 tam, 66 telwoord, 68 zelfkant, 69 muziekaal, 70 deel van de mast, 71 in de richting naar omlaag, 73 stap, 74 deel van het gelaat, 75 zeëngte tussen Seeland en Zweden, 76 kleur, 77 getimmerde bewaarplaats. VERTIKAAL: 1 plaats in Engeland, 2 oude vlaktemaat, 3 bijwoord, 4 schan de, 5 jongensnaam, 6 biersoort, 7 bijwoord, 8 voorzetsel, 9 scheik. element (afk.), 10 deel van het gelaat, 11 onbep. voornaamw., 13 steen, 14 paard, 17 voorzetsel, 20 mak, 22 haag, 23 rangtelwoord, 25 oude benaming voor liter, 27 badplaats in Zeeland, 28 oude lap, 28 bijrivier van de Aller, 30 kreupele, 32 inwendig li chaamsdeel, 34 omlijsting, 35 plotselinge rijzing van het zeewater bij eb op de Zeeuwse kusten, 37 gemeenschappelijke weide, 39 vlies, vel, 40 meisjesnaam, 42 als 50 hor., 46 meisjesnaam, 48 verkeerd, 51 aardsoort, 52 vroeger, 54 optel ling, 56 plomp, 57 bereids, 59 schaker van Helena, 60 jongensnaam, 61 voorzet sel, 63 vermoeid, 65 zijde, 67 jongensnaam, 68 keurig, 69 bid (Lat.), 72 afkorting van dyne, 73 scheik. element (afk.), 74 dam langs een water. FLORYN OPLOSSING PUZZEL NR. 48 Hor. 1 kennel, 6 zondag, 11 ode, 12 ge lag, 13 ode, 14 me, 15 nep, 16 den, 17 el, 19 leven, 22 Enos, 25 lol, 26 tali, 28 lemma, 30 lenig, 31 aasgier, 32 gemak, 34 genie, 37 arak, 38 ant, 40 koel, 41 pasen, 43 el, 45 tor, 46 gom, 47 de, 48 een, 50 sober, 51 hor, 52 Loenen, 53 Napels. Vert. 1 kompel, 2 Ede, 3 ne, 4 egel, 5 lepel, 6 zadel, 7 ogen, 8 do, 9 adé, 10 gel dig, 18 mom, 20 volgens, 21 Dan, 23 neger, 24 smaak, 26 Terek, 27 linie, 29 aak, 30 leg, 32 gareel, 33 mal, 35 non, 36 elders, 38 Aaron, 39 tegen, 41 pose, 42 Nora, 44 Leo, 47 dol, 49 Ne, 51 hé. In 1962 werden in ons land 205.022 verkeersongevallen door de politie geconstateerd, tegen 190.280 in 1961. Volgens de voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg in 1962 het aantal ver keersdoden 2.073, hetgeen ten opzichte van 1961 (1.997) een landelijke stijging betekent met 4°/o. In de grote steden (boven 100.000 inwoners) daalde het aantal verkeersdoden echter met 6%. Het aantal verkeers doden was in 1962 als volgt over de belangrijkste groepen weggebruikers verdeeld: voetgangers 504J471 in 1961), wielrijders 423 (390), bromfiet sers 405 (440), motor- en scooter rijders 147 (208), bestuurders personen auto's 252 (205), inzittenden personenauto's 259 (183).

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3