In 1813 werd Nederland weer een onafhankelijke natie Hiz3 Var* DE BLOEDPROEF ALS BEWIJSMIDDEL KATOEN voor PEUTERS en KLEUTERS KRUISWOORDPUZZEL 7 HUlad e" jeugdpuistjes DE NEDERLANDSE LANDBOUW (VII) O C K Ir V ROL L' T ARAM De vorst van Suprania 150 jaar geleden I Hoe lang duurde eigenlijk de bezetting? ALWEER ZO'N MOOIE BRIL VAN OPTICIEN (fokvo&2ieketifimdsfed&i!! V. A. B. CITY-MOTORS-EDE TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 17 MEI 1963 Nr. 40 In de Troonrede op de derde dinsdag in september van het vorig jaar maakte HM. de Koningin gewag van een herdenking. In 1963 zo deelde de Koningin mede zal worden herdacht, dat ons land 130 ja ren geleden weer zijn zelfstandigheid verkreeg onder leiding van Oranje. En waar wordt gesproken van het weer verkrijgen van zelfstandigheid daar moet ook sprake zijn van be zetting. En als we het over „bezetting" hebben, dan gaan bij de ouderen onder ons de gedachten terug naar de jaren 1940-1943, een bezettingstijd, welke ons nog vers in het geheugen ligt: De Duitse tijd. Wan neer we nu nog in dit artikel aandacht willen schenken aan de bezettingsjaren vóór het jaar 1813 de Franse tijd dan gaan we onwillekeurig vergelijkingen maken tussen „Franse" tijd en „Duitse" tijd. Zijn er punten van overeenkomst te vindenZeer zeker, want al is er veel verschil tussen de Franse periode en de jaren van Duitse overheersing, toch zijn er in beide tijdvakken gebeurtenissen, welke veel met elkaar gemeen hebben: Zo bijvoorbeeld de houding van de bezetter en de manier v an optreden van de machthebber. Die Lodewijk Napoleon was geen slechte heerser. Hij wilde Nederlander zijn en leerde daarom zelfs, van Bilderdijk, onze taal. Hij bevorderde het aanleggen van dijken en wegen. Hij voerde het metriek stelsel in en liet de smokkelhandel op Engeland oogluikend toe. Hij verzette zich tegen het opnemen van Hol landse jongens in het Franse leger. Toen in' 1807 te Leiden een kruitschip ontplofte en veel schade werd aangericht, betoonde hij zijn medeleven met de slacht offers. Dit alles was - we vervallen in herhaling - tegen de zin van zijn grote broer. De keizer zocht een aan leiding om zijn broer af te zetten. Die aanleiding werd hem bezorgd door de Engelsen, die in 1809 op Walcheren landden met de bedoeling Antwerpen te veroveren. De landing gelukte, maar de invaller werd later toch terugggedreven. Lodewijk Napoleon kreeg nu het verwijt te horen, dat hij deze landing niet had verhinderd. Generaal Oudinot, de hertog van Reggio, trok met zijn troepen Amsterdam binnen. Lo dewijk Napoleon trad af. Op 9 juli 1810 werd ons land bij Frankrijk ingelijfd Franse provincie Opmerkelijk is o.m. hoe de bezetter in beide ge vallen ons land leegroofde en het op onze jonge mannen had gemunt. Kortom: hoe ons land en volk dienstbaar werden gemaakt aan het streven van de overheerser. En ook het pogen om aan ontoelaatbare en ongeldige besluiten en maatregelen een legaal tintje te geven komt blijkbaar bij iedere absolute machthebber voor. Of hij zich nu keizer of Führer noemt Beide dictatoren hebben met hun optreden bewezen, dat absolute macht van één man altijd leidt tot dezelfde excessen De Franse tijd heeft langer geduurd dan de Duitse tijd, of korter? Want vanaf welk moment was ons land in de 18e eeuw eigenlijk „bezet gebied"? En hier is dan een verschilpunt: Verloor ons land in 1940 vrij plotseling zijn zelfstandigheid, in de Franse tijd verliep dit proces zeer geleidelijk. Maar nogmaals, indien U, die de tijd onder de Duitsers hebt mee gemaakt, het nu volgende leest, dan zult U telkens weer mompelen: Er is toch niets nieuws onder de dictatoriale zon Al kunnen we ook weer niet helemaal beweren, dat l'histoire se repète In de schaduw van de vrijheidsboom We kunnen het ons nog herinneren uit onze school boekjes: In december van het jaar 1794 trokken de Franse troepen - bij strenge koude - over de dicht gevroren rivieren naar het hart van Holland. On danks de veldslag bij Neerwinden in 1793, waarbij de Fransen een nederlaag leden was het de veld heer Pichegru, geholpen door de Patriotten-generaal Daendels, toch gelukt om ons land te veroveren. In januari van het volgend jaar kwam hij in Den Haag aan. Zonder hierin de Stadhouder te kennen hadden de Staten van Holland contact opgenomen met de in valler. Willem V had geen keuze. Hij verliet in de avond van de 18e januari 1795 te Scheveningen ons land. Zijn vrouw was hem reeds voorgegaan. Verge zeld van zijn zoons Willem en Frederik ging de Stadhouder dezelfde weg. Over zee naar Engeland. In het vaderland danste men om de vrijheidsboom. Niet het gehele volk deed daaraan mee. Er waren immers twee partijen: de Patriotten en de Prins- gezinden. Vooral het mindere volk was Oranjegezind, maar de kleine man had toen nog niet veel invloed op de regering. Maar al te spoedig zou het echter aan ieder duide lijk worden, dat de vrijheidsboom ook zijn schaduw zijde had en dat het in die schaduw niet goed toeven was. Men probeerde er toen onder de gegeven om standigheden maar het beste van te maken. Dat blijkt wel uit de vele veranderingen in de regeringsvorm, welke er na het vertrek van de Stadhouder plaats hadden. Nadat in de nacht van 16 op 17 januari 1795 de Bataafse republiek was uitgeroepen kwam pas in maart 1796 de eerste nationale vergadering bijeen, in september 1797 opgevolgd door een tweede na tionale vergadering. In januari van het daarop vol gende jaar kwam de constituerende vergadering aan de macht en in juni een zogenaamd intermediair bestuur. In juli werden twee kamers ingesteld en op de 18e oktober 1801 een volksbestuur. Al deze lichamen probeerden het land uit een hopeloze situatie te red den. Vooral financieel geraakte ons volk geheel uit geput. De laatste oorlog met Engeland had ons land al veel geld gekost. En uit een vrijwel lege kas moes ten de 25.000 Franse soldaten, die in ons land bleven, worden betaald. Ons land geraakte in de maalstroom van de Euro pese politiek. In een nieuwe oorlog met Engeland - de vijfde zee-oorlog - verloren we onze halve vloot. Tevens werden onze koloniën door Engeland „be heerd". Steeds zwaarder belastingen drukten ons volk. En waar moest het geld vandaan komen? De handel lag stil en als gevolg daarvan verarmden de rijken en geraakten de arbeiders werkloos. In 1799 deden Engelsen en Russen een mislukte inval in Noord-Holland. Dit gebeuren werd door de Fransen aangegrepen om nog meer troepen in ons land te legeren Natuurlijk op onze kosten. De Fransen waren immers onze „beschermers"! Na de vrede van Amiens in 1802 werd algemeen verwacht, dat een betere tijd zou aanbreken en de handel weer zou opbloeien. Maar een jaar later had Frankrijk, en dus ook ons land, al weer oorlog met Engeland Inmiddels hadden in Frankrijk belangrijke rege ringswijzigingen plaats. De Corsicaan Napoleon Bo naparte werd van korporaal officier, daarna consul en tenslotte keizer. Napoleon wenste in Nederland een éénhoofdig be stuur. In april 1805 stelde hij Rutger Jan Schimmel- penninck aan als Raadspensionaris. Schimmelpenninck deed zijn uiterste best om zijn land zoveel mogelijk te bevoordelen; dit was niet de bedoeling van de Franse keizer. Bovendien was de gezondheidstoestand van de Raadspensionaris niet best. Hij had slechte ogen en zijn gezichtsvermogen ging steeds meer ach teruit; tenslotten zag hij bijna in het geheel niet meer. Lodewijk Napoleon Napoleon, door zijn spionnen ingelicht over de toe stand in ons land en de houding van de regeerder, besloot zijn broer Lodewijk Napoleon als koning over ons land aan te stellen. Toen dit in ons land bekend werd, vreesde men het ergste. Op 10 april 1806 kwam op het Huis ten Bosch het z.g. Groot Besogne - een vergadering van vooraanstaande personen - bijeen om het plan van de keizer te bespreken. Men besloot, na lang praten, een delegatie naar Parijs te sturen. Deze moest proberen de keizer van zijn voornemen af te brengen en zo dat niet gelukte, dan toch zeker inlichtingen vragen over de gevolgen van het ko- ninschap. Men dacht daarbij aan vele dingen, zoals: gods dienstvrijheid, taal, rechtspraak, handhaving burger lijke rechten, financiën, krijgsmacht en handelsbe trekkingen. Over al die onderwerpen wilde men eerst eens praten. De Nederlanders waren zo naïef om te veronderstellen, dat zij nog voorwaarden konden stel len, voordat zij een eventueel koningschap zouden aanvaarden. Een commissie vertrok op Z6 april 1806. Zij kwam niet verder dan bij Talleyrand, de Franse minister van buitenlandse zaken. De keizer, zo ver telde Talleyrand, kon zelf wel uitmaken wat het beste was voor Nederland. En verder getreuzel had geen zin. Er werd verwacht, dat de commissie - nu toch in Parijs zijnde - meteen maar een officieel verzoek in diende tot het aanstellen van een koning over „les Pays Bas". Per ijlbode werd het verlangen van Na poleon aan het Groot Besogne kenbaar gemaakt, want de keizer gaf slechts acht dagen bedenktijd. Nog probeerde men tegen te stribbelen. Een laatste troef werd uitgespeeld. Er werd aangevoerd, dat men niet bevoegd was om op het Franse verzoek in te gaan. Maar Napoleon gaf natuurlijk niet toe en stel de nogmaals zijn eisen. Hij liet doorschemeren, dat er in de lage landen nog altijd Franse troepen aan wezig waren, die elk bevel van de keizer onmiddel- iijk zouden opvolgen. Rutger Jan Schimmelpenninck bleef echter standvastig; nimmer heeft hij enig ver zoek om een koning ondertekend Maar de meer derheid van het Groot Besogne zwichtte voor ge weld. Op 28 mei 1806 krasten de pennen op het pa pier Keizer Napoleon deelde daarna mee, dat hij, wel willend ingaand op een dergelijk verzoek, toestond, dat zijn broer Louis Napoleon tot erfelijk koning over Holland zou worden aangesteld Holland was - zo zei de minister van binnenlandse zaken van Frankrijk - het aangespoelde slib van de Rijn, de Maas en de Schelde, zijnde alle drie Franse rivieren. In deze uitspraak kwamen twee dingen naar voren, namelijk, dat het Franse rijk een zeer groot rijk was eri dat ons grondgebied werd be schouwd als Franse bodem. Zeker, het Franse rijk was groot. Tal van Vazal staten omringden dit keizerrijk. Bijna geheel Europa was aan Napoleon onderdanig. Bijna want er waren nog twee vijanden: Engeland, dat ondanks plannen in die richting nimmer werd veroverd en Rusland Ook had Napoleon nog te kampen met ondergronds verzet. In Spanje, waar Wellington met zijn Engelse troepen was verjaagd, maar niet verslagen, en waar het Spaanse volk in opstand bleef tegen de Franse indringer Napoleon besloot echter eerst af te rekenen met Rusland, want Czaar Alexander I dreef nog steeds handel op Engeland, terwijl Napoleon al zijn best deed om Engeland te boycotten. De militaire actie tegen Rusland was degelijk voor bereid. Een groot leger van een half miljoen man was op de been gebracht. Dit leger bestond voor tweederde uit niet-Fransen, waaronder 15.000 Neder landers De inlijving bij Frankrijk had voor ons land veel kwade gevolgen. Van de staatsschuld werd slechts éénderde uitbetaald. Er heerste hierdoor algemene armoede. Van smokkelhandel op Engeland was geen sprake meer. De Franse taal moest het Nederlands vervangen. Van vrijheid van drukpers was niet veel meer overgebleven. Een strenge censuur beknotte het vrije woord. Maar de meest ingrijpende maatregel was wel de conscriptie. Hierbij werd bepaald, dat iedere jongen van 20 jaar moest „loten". Van deze „lotingen" - men werd door het lot aangewezen - werd een groot gedeelte opgeroepen voor militaire dienst in de Franse legers. Dit betekende, dat de soldaten overal konden wor den ingezet waar te vechten viel, en dat was onder Napoleon geen uitzondering. Het wegtrekken van de Nederlandse soldaten in het „Grande Armee" naar Rusland bracht in menig gezin droefheid en angst, maar ook verbittering en haat. Oude partijtegenstel lingen verdwenen in ons land. Het gezamenlijk te dragen leed bracht ons volk tot elkaar. Een geest van verzet werd geboren, het verlangen naar Oranje groeide Hier en daar kwamen relletjes voor. O.a. te Alphen en in de Zaanstreek. Deze opstootjes werden echter met kracht onderdrukt. De tocht naar Rusland werd een nederlaag. De ge schiedenis is bekend. Moskou brandde en de Rus sische rivier de Berezina kreeg in ons land een maar al te bekende en beruchte naam. Dit drama bracht echter ook het lang verwachtte keerpunt. Kozakken achtervolgden Napoleon en op 12 februari 1813 richtte Alexander I zich in een proclamatie tot de onder drukte volkeren. Hij wekte de onderworpen naties cp cm tegen de Franse dwingeland in opstand te komen. Pruisen, Zweden en Oostenrijkers gaven in grotengetale aan de oproep gehoor. Napoleon zat inmiddels niet stil. Hij bracht - zijn oude leger in de steek latend - nieuwe troepen op de been. In ons land waren het de zoons van de aan zienlijken, die nu moesten opkomen. Zij vormden de „Garde d'Honneur". Zij waren opgeroepen om de leidende figuren in ons land in bedwang te houden. De Gardisten waren dus eigenlijk gijzelaars. Op 16, 18 en 19 oktober 1813 had een treffen plaats tussen Napoleon en de in opstand gekomen legers. Bij Leipzig leed Napoleon de nederlaag Spoedig daarna naderden Russische en Pruisische troepen ons land. Op hun vlugge paardjes brachten de Kozakken de bevrijding over Europa. Spoedig zou ook ons land weer vrij zijn. Maar voordat dit hele maal waar was zou er nog heel wat gebeuren (wordt vervolgd) ROBOT GEEFT BEMESTINGS ADVIEZEN VOOR TUINBOUW De elektronische reken- en admini stratiemachine IBM-RAMAC-305 bij het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek, die reeds enige jaren de bemestingsadvi- sering op basis van grondonderzoek voor de landbouw verzorgt, is nu ook ingeschakeld bij de bemestingsadvise- ring voor de tuinbouw. De machine geeft de bemestingsadviezen voor de open tuingrond, bloembollenteelt en fruitteelt. Evenals dit op de landbouwscholen het geval is, worden door de tuinbouw scholen en cursussen veel voorbeeld adviezen gevraagd teneinde deze in klassikaal verband te bespreken. Op deze wijze worden de toekomstige boe ren en tuinders nauw betrokken bij de resultaten van het toegepast weten schappelijk onderzoek en weten zij het in de toekomst of direct al op het be drijf van hun ouders op de juiste wijze toe te passen. KERKEWIJK17 VEENENDAAL TEL.3313 ALCOHOL EN WEGVERKEER Het gebruik van alcohol leidt tot menig kwaad. Speciaal in het ver keer is alcoholgebruik uit den boze- Eigenlijk moest ieder alcoholge bruik, hoe gering ook, voor de bestuurder van elk rij- of voertuig verboden zijn. Maar zover is de wetgever niet gegaan. Het gebruik van alcoholhoudende drank op zich zelf is de bestuurder niet ver boden. Hij wordt pas strafbaar, wanneer hij bij het rijden onder zo danige invloed van het gebruik van alcoholhoudende drank verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht zijn motorrijtuig, rijwiel of ander rij- of voertuig naar behoren te besturen. Dit rijden „onder invloed" was destijds in de Motor- en Rijwielwet als overtreding strafbaar gesteld. De overtreder kon slechts gestraft worden met hechtenis of geldboete. In de Memorie van Toelichting van het wetsontwerp, dat tot de huidige We gen-verkeerswet heeft geleid, werd ge wezen op het grote gevaar, dat bestuur ders „onder invloed" op de weg ver oorzaken. Het is van belang, dat dit ook meer algemeen wordt ingezien, daar het wel en wee en zelfs het leven van de overige weggebruikers hiervan kan af hangen, aldus de M. v T. In de Wegen verkeerswet vormt het rijden „onder in vloed" dan ook een misdrijf, waarop al leen gevangenisstraf is gesteld en wel ten hoogste drie maanden. WANNEER „ONDER INVLOED?" Wanneer verkeert iemand onder zo danige invloed van het gebruik van al coholhoudende drank, dat hij niet in staat moet worden geacht zijn auto naar behoren te besturen? Bepaalde feiten Is het niet de vreugde van iedere vrouw - moeder, grootmoeder of tante - om kleertjes te kopen voor baby's peuters en alle andere mannelijke en vrouwelijke dreumessen? wat een onafzienbare collectie is er niet voor dat jonge grut, wat een kleuren, wat een verscheidenheid, wat een praktische vondsten! En hoe stevig en mooi is de stof. Het merendeel van de garderobe voor baby's en peuters is, evenals die voor de kleuters, van katoen: katoenen badstof, katoenen ribfluweel, katoenen pcpeline, katoenen keper, katoenen denim en wat al niet meer. Een veelheid van stoffen, kleurhoudend, wasecht, sterk, dikwijls ook krimpvrij, kortom precies de soorten stoffen die we voor ons peutervolkje nodig hebben. ZELFS LAMPEKAPPEN De eigenaar van Australië's eerste motel, dat onlangs is geopend, betoont zich een bijzonder enthousiast propa gandist van wol, steunpilaar van de Australische economie. Dekens, tapijten, stoelbekledingen, gordijnen, zelfs lam- pekappen en prullemanden en de gor dijnen der douchecellen had hij van zui ver wol laten maken. Zijn enthousiasme had uiteraard ook praktische en estetische gronden: de zachtheid, de fraaie drapeerbaarheid, de kleuren, de geluidsdemping en de onontbrandbaarheid van wol hebben een woordje meegesproken. OPGAVE NR. 86 HORIZONTAAL: 1 mist, 5 boom, 8 rivier in Frankrijk, 13 lusthof, 14 kunstmens, 16 hemellichaam, 17 voorzetsel, 18 godin van de dageraad, 19 zelfkant, 21 voorvoeg sel, 22 huisdier, 23 zuivelprodukt, 24 spoedig, 26 deel van het gelaat, 28 bron, 29 lig plaats voor schepen, 32 foefje (Ind.), 34 telwoord, 36 juffrouw, 37 lus, 39 cilinder vormig voorwerp, 40 inwendig deel van een vis, 41 rivier in Spanje en Portugal, 42 part, 44 deel van een anker (scheepsterm), 45 tijdrekening, 47 knoop of strikwerk met mazen, 50 akelig, 52 grappenmaker, 54 inwendig lichaamsdeel, 56 muzieknoot. 57 gravure, 58 kathedraal, 60 baan voor baspel, 61 gindse, 62 vreemde munt, 63 koning (Fr.), 65 achting, 67 hoofddeksel, 68 wolvlokje, 71 meisjesnaam, 73 inwendig lichaamsdeel, 75 stad in Italië, 76 ontelbaar, 77 pret, 78 nevens. VERTIKAAL: 1 kêurig, 2 gem. in Gelderland, 3 vertelling, 4 voegwoord, 5 op schik, 6 afnemend getij, 7 zuster, 9 voorzetsel, 10 gem. in Z.H., 11 mens, 12 boom- loot, 14 bekend Frans beeldhouwer, 15 sein, 18 bouwland, 20 bitter vocht, 24 hals doek, 25 godsdienst (afk.), 27 op geen plaats, 28 goede edele daad, 30 voorzetsel, 31 steen, 33 inhoudsmaat, 35 ga (Eng.), 36 dwalen, 38 jongensnaam, 40 hoenderachtige vogel, 43 gewicht, 44 afkeer, 46 oude Egyptische zonnegod, 48 koningin der elfen, 49 vogel, 51 jaar (afk. Lat.), 52 stengel, 53 metaalsoort, 55 bijwoord, 57 boomloot, 59 oude Spaanse zilvermunt, 63 opstootje, 64 vreemde munt, 66 deel van het oor, 67 vlies, vel, 69 gem. in N. Brabant, 70 term bij het schaakspel, 72 tot nader order (afk. Lat.), 74 van onderen (afk.), 75 familielid. OPLOSSING PUZZEL NR. 12 HORIZONTAAL: 1 ontvankelijk. 8 pa, 9 nr., 10 t.t., 12 lenig, 15 el, 16 sap, 18 Lee, 19 ego, 20 Ans, 22 roe, 24 Eire, 25 prei, 26 ets, 28 Oss, 29 lol, 31 Inn, 33 tra, 35 en, 36 spoel, 38 et, 39 no., 40 en, 41 dispensatie. VERTIKAAL: 1 ontstellend, 2 Tp, 3 val, 4 none, 5 eng, 6 Lr, 7 kolonisatie, 11 Ta, 13 els, 14 Ier, 15 eg, 17 parel, 19 eerst, Z1 net, 23 Ops, 27 sip, 28 one, 30 on, 32 noen. 34 re, 36 sop, 37 Lea, 39 N.S., 41 N.T. tfftPUROL-POEDER f1.60 - f 1.- CLANDESTIENE ZENDER HET ZWIJGEN OPGELEGD In samenwerking met de gemeente politie te Rotterdam hebben opsporings ambtenaren van PTT zondag 12 mei j.l. de clandestiene zender „Radio Telstar" opgespoord en in beslag genomen. Daar bij werd proces-verbaal opgemaakt tegen de 16-jarige scholier L. F. te Rot terdam. Fa. L. HEY Hoofdstraat 45, Telefoon 2165 Frans Halslaan 26 Telefoon 3044 Handen uit de mouwen, ook voor de overheid Het wordt hard aanpakken voor de Nederlandse boeren. De trieste situatie op de wereld markt, de totstandkoming van de EEG-landbouwregelingen en talrijke andere factoren maken een aanpassing van de Nederlandse landbouw noodzakelijk. Het is echter geen zaak van de boeren alleen. Ook de overheid zal de handen uit de mouwen moeten steken. „Een centraal vraagstuk, dat het georganiseerde landbouwbedrijfsleven en de overheid zullen moeten oplossen, is hoe het aanpassingsproces in de landbouw op economisch en sociaal verantwoorde wijze en in een voldoende snel tempo kan worden gerealiseerd", schrijft minister Marijnen in zijn landbouwnota. De taak van de overheid blijft daarbij beperkt tot het scheppen van een gunstig klimaat, maar de regering zal ook moeten ingrijpen, waar het bedrijfsleven blijkt te falen. Een markt- en prijsbeleid zijn hiervoor niet voldoende. In EEG-verband zal een Europees structuurbeleid tot stand moeten worden gebracht, waarbij de samenstelling en omvang van de productie efficiënt wor den afgestemd op de afzetmogelijkheden. Van Nederlandse zijde wordt hierop in Brus sel krachtig aangedrongen. Het vraagstuk van de landbouwoverschotten is niet door één land op nationaal niveau op te lossen. Het Europese structuurbeleid moet er op zijn gericht de landbouwproductie te concen treren in die gebieden, welke daarvoor het meest geschikt zijn. Eén daarvan is Neder land. Het scheppen van een gunstig klimaat geeft de overheid heel wat verantwoordelijk heid. Voor het scheppen van een landbouw- structuurbeleid is een goede algemene eco nomische situatie noodzakelijk. Dit houdt in: een doeltreffend regionaal ontwikkelingsbe leid, een goede algemene ontsluiting van de plattelandsgebieden en ook een stelsel voor algemeen vormend onderwijs en vakonder wijs voor niet-agrarische beroepen. Het structuurbeleid zelf moet gericht zijn op een verhoging van de arbeidsproductiviteit, waarbij men echter tegelijk moet vermijden, dat de nationale productie stijgt van pro ducten, waarvoor de marktvooruitzichten niet al te best zijn. De productiviteitsverhoging in de landbouw kan, aldus de nota, worden bevorderd door doeltreffende voorlichting en cultuurtech nische verbeteringen plus bijzondere crediet- garanties voor die gevallen, waarin waar borgen een knelpunt vormen in de bedrijfs- financieringen. De voorlichting moet zich in verschillende richtingen splitsen. In sommige gevallen botst men nog steeds op een ver keerd gerichte mentaliteit van de boeren, die de dynamiek van de moderne maatschap pij niet kunnen bijhouden. Agrarisch-sociale en sociaal-economische voorlichting moet hier „passend en doeltreffend" worden ge geven. Daarnaast moet ook in het technisch- economische vlak een wegwijzer worden op gesteld. Primair is de voorlichting een taak van het (georganiseerde) bedrijfsleven. Maar de overheid heeft voldoende middelen om hier de helpende hand te bieden. De Rijks- landbouwvoorlichtingsdienst kan bijvoor beeld het bedrijfsleven bijstaan bij de tech- nisch-economische vraagstukken. Een belangrijke taak is toegedacht aan het gloednieuwe ontwikkelings- en sanerings fonds voor de landbouw. Uit dit fonds kun nen premies worden uitgekeerd aan die boeren, die hun bedrijf willen opheffen, om dat zij hun productie niet voldoende kunnen opvoeren. Dit geldt vanzelfsprekend vooral voor de kleinere bedrijven. Het fonds zal nauw moeten samenwerken met de ruilver kavelingsautoriteiten en de Stichting Beheer Landbouwgronden. Voorlopig is de wer kingsfeer van het fonds nog beperkt tot de gemengde bedrijven op de zandgronden, maar het is de bedoeling, dat in de toe komst het fonds ook voor andere bedrijfs takken zal worden ingeschakeld. EINDE. (Nadruk verboden.) kunnen aantonen, dat een automobilist te diep in het glaasje heeft gekeken. Hij heeft slingerend gereden. Zijn gang is waggelend. Hij spreekt wartaal. Op grond van deze feiten zal een veroordeling kun nen volgen. Maar als dergelijke feiten ontbreken, wordt het moeilijker. Wat te doen met een door dranklucht omgeven automobi list, die normaal rijdt en zich normaal gedraagt? Hij moet wel bekennen iets gedronken te hebben, doch beweert daar van geen last te ondervinden. Moet hij nu in staat worden geacht zijn auto naar be horen te besturen? Hier kan de bloed proef helpen. Een grote hoeveelheid al cohol in het bloed kan er op wijzen, dat de automobilist „onder invloed" ver keerde. De bloedproef kan echter niet steeds onfeilbaar antwoord geven op de vraag, of de automobilist „onder invloed" ver keerde. De ene mens kan nu eenmaal meer alcohol verdragen dan de andere. En ook op dezelfde persoon kan de uit werking van alcohol verschillend zijn naar gelang van zijn lichamelijke toe stand. Reeds in 1951 besliste de Hoge Raad, dat een bloedproef, waartoe de ver dachte toestemming had gegeven, een rechtmatig bewijsmiddel vormde. ZONDER TOESTEMMING VAN VERDACHTE Mag een bloedproef, welke zonder toe stemming van de verdachte is genomen, ook als bewijsmiddel worden gebezigd? Deze vraag beantwoordde de rechtbank te Alkmaar bevestigend. Maar het ge rechtshof te Amsterdam vernietigde het strafvonnis van de rechtbank. Vervolgens droeg de Procureur-Gene raal bij de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof ter vernietiging voor. De Pro- reur-Generaal gaf toe, dat het zonder toestemming van de verdachte afnemen van bloed ter wille van het opsporings onderzoek per sé onrechtmatig is. Maakt nu deze onrechtmatigheid het deskundi- ge-rapport over het afgenomen bloed als bewijsmiddel ontoelaatbaar? De Procureur-Generaal wilde voorop stellen, dat een wettelijke regeling, waar bij onrechtmatig verkregen bewijs niet tot een strafrechtelijke veroordeling zou mogen medewerken, hem sympathiek zou zijn uit een oogpunt van fair en waardig optreden van de organen der rechtsorde. Niettemin meende de Procureur-Gene raal, dat een dergelijk stelsel niet in onze wet kon worden gelezen. GEEN GEBRUIK VAN ONRECHTMATIG VERKREGEN BEWIJS Naar het oordeel van de Hoge Raad diende allereerst de vraag aan de orde te komen, of de artikelen 56 en 195 van het Wetboek van Strafvordering toe staan bij een verdachte zonder zijn toe stemming bloed af te nemen. Als er ern stige bezwaren tegen de verdachte be staan, kan de officier van justitie inge volge artikel 56 bepalen, dat de verdach te „aan zijn lichaam" of „aan zijn kle ding" zal worden onderzocht. Ingevolge artikel 195 kan de rechtercommissaris be velen, dat de verdachte, tegen wie ern stige bezwaren bestaan, „aan zijn per soon" zal worden onderzocht. Valt het nemen van een bloedproef on der: „aan zijn lichaam" of „aan zijn per soon"? De Hoge Raad achtte het zeer on waarschijnlijk, dat de wetgever destijds aan een zodanige ingreep had gedacht. Van een verplichting tot het onder gaaft van een ingreep als de onderhavige zou dan ook eerst sprake kunnen zijn, indien zodanige verplichting bij de wet zou worden vastgelegd. Zolang zulks niet is geschied, kan het afnemen van bloed van een verdachte slechts dan als recht matig worden beschouwd, indien dit ge schiedt met zijn toestemming. KIR PESTEIN VEENENDAAL Het zou onverenigbaar zijn met de strekking van het Wetboek van Straf vordering en in het bijzonder met de daarin aan de verdachte toegekende waarborgen, indien de rechter de re sultaten van een bloedonderzoek zou la ten medewerken tot het bewijs, wanneer - bij gebreke van toestemming van de vèrdachte - het afnemen van bloed als een onrechtmatige aantasting van diens lichamelijke onschendbaarheid moet wor den beschouwd. Met deze motivering besliste de Hoge Raad, dat het gerechtshof op juiste gron den het vonnis van de rechtbank had vernietigd. Mr. C. A. B. B. (54) Op Arams bevel wordt de lege kruik van de vluchtelingen opnieuw met water gevuld. Een der mannen biedt de neger spontaan zijn lans aan, die deze met een dankbare lach aanvaardt. Dan vervol gen de vluchtelingen hun tocht, nagewuifd door Aram en zijn manschappen, die na een korte rustpauze ver der noordwaarts trekken. Na enkele vermoeiende uren komen zij in een met struiken en groepjes ac- cacia-bomen begroeid gebied. Presto wijst opgewon den naar enkele giraffen, die bij hun nadering de lange halzen wenden en in galop tussen het geboomte verdwijnen. Maar verder is er geen teken van leven te bespeuren. In de namiddag zien zij in de verte een groot negerdorp van honderden hutten liggen. „Daar wonen de Batusi's" zegt Juan stroef, „het zijn de doodsvijanden van Salladin en zijn Messeria's, ge zult er dus wel welkom zijn, Aram (wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3