In 1813 werd Nederland weer
een onafhankelijke natie
Hiz3 Var*
DE BLOEDPROEF ALS BEWIJSMIDDEL
KATOEN voor PEUTERS en
KLEUTERS
KRUISWOORDPUZZEL
7 HUlad e" jeugdpuistjes
DE NEDERLANDSE LANDBOUW (VII)
O
C K Ir V ROL L' T
ARAM
De
vorst
van
Suprania
150 jaar geleden I
Hoe lang duurde eigenlijk de bezetting?
ALWEER
ZO'N MOOIE BRIL VAN
OPTICIEN
(fokvo&2ieketifimdsfed&i!!
V. A. B.
CITY-MOTORS-EDE
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 17 MEI 1963
Nr. 40
In de Troonrede op de derde dinsdag in september van het vorig jaar maakte HM. de Koningin gewag
van een herdenking. In 1963 zo deelde de Koningin mede zal worden herdacht, dat ons land 130 ja
ren geleden weer zijn zelfstandigheid verkreeg onder leiding van Oranje.
En waar wordt gesproken van het weer verkrijgen van zelfstandigheid daar moet ook sprake zijn van be
zetting. En als we het over „bezetting" hebben, dan gaan bij de ouderen onder ons de gedachten terug
naar de jaren 1940-1943, een bezettingstijd, welke ons nog vers in het geheugen ligt: De Duitse tijd. Wan
neer we nu nog in dit artikel aandacht willen schenken aan de bezettingsjaren vóór het jaar 1813 de
Franse tijd dan gaan we onwillekeurig vergelijkingen maken tussen „Franse" tijd en „Duitse" tijd. Zijn
er punten van overeenkomst te vindenZeer zeker, want al is er veel verschil tussen de Franse periode en de
jaren van Duitse overheersing, toch zijn er in beide tijdvakken gebeurtenissen, welke veel met elkaar gemeen
hebben: Zo bijvoorbeeld de houding van de bezetter en de manier v an optreden van de machthebber.
Die Lodewijk Napoleon was geen slechte heerser. Hij
wilde Nederlander zijn en leerde daarom zelfs, van
Bilderdijk, onze taal. Hij bevorderde het aanleggen
van dijken en wegen. Hij voerde het metriek stelsel
in en liet de smokkelhandel op Engeland oogluikend
toe. Hij verzette zich tegen het opnemen van Hol
landse jongens in het Franse leger. Toen in' 1807 te
Leiden een kruitschip ontplofte en veel schade werd
aangericht, betoonde hij zijn medeleven met de slacht
offers.
Dit alles was - we vervallen in herhaling - tegen
de zin van zijn grote broer. De keizer zocht een aan
leiding om zijn broer af te zetten. Die aanleiding
werd hem bezorgd door de Engelsen, die in 1809 op
Walcheren landden met de bedoeling Antwerpen te
veroveren. De landing gelukte, maar de invaller werd
later toch terugggedreven. Lodewijk Napoleon kreeg
nu het verwijt te horen, dat hij deze landing niet
had verhinderd. Generaal Oudinot, de hertog van
Reggio, trok met zijn troepen Amsterdam binnen. Lo
dewijk Napoleon trad af. Op 9 juli 1810 werd ons
land bij Frankrijk ingelijfd
Franse provincie
Opmerkelijk is o.m. hoe de bezetter in beide ge
vallen ons land leegroofde en het op onze jonge
mannen had gemunt. Kortom: hoe ons land en volk
dienstbaar werden gemaakt aan het streven van de
overheerser. En ook het pogen om aan ontoelaatbare
en ongeldige besluiten en maatregelen een legaal
tintje te geven komt blijkbaar bij iedere absolute
machthebber voor. Of hij zich nu keizer of Führer
noemt Beide dictatoren hebben met hun optreden
bewezen, dat absolute macht van één man altijd leidt
tot dezelfde excessen
De Franse tijd heeft langer geduurd dan de Duitse
tijd, of korter? Want vanaf welk moment was ons
land in de 18e eeuw eigenlijk „bezet gebied"? En
hier is dan een verschilpunt: Verloor ons land in 1940
vrij plotseling zijn zelfstandigheid, in de Franse tijd
verliep dit proces zeer geleidelijk. Maar nogmaals,
indien U, die de tijd onder de Duitsers hebt mee
gemaakt, het nu volgende leest, dan zult U telkens
weer mompelen: Er is toch niets nieuws onder de
dictatoriale zon Al kunnen we ook weer niet
helemaal beweren, dat l'histoire se repète
In de schaduw van de vrijheidsboom
We kunnen het ons nog herinneren uit onze school
boekjes: In december van het jaar 1794 trokken de
Franse troepen - bij strenge koude - over de dicht
gevroren rivieren naar het hart van Holland. On
danks de veldslag bij Neerwinden in 1793, waarbij
de Fransen een nederlaag leden was het de veld
heer Pichegru, geholpen door de Patriotten-generaal
Daendels, toch gelukt om ons land te veroveren. In
januari van het volgend jaar kwam hij in Den Haag
aan.
Zonder hierin de Stadhouder te kennen hadden de
Staten van Holland contact opgenomen met de in
valler. Willem V had geen keuze. Hij verliet in de
avond van de 18e januari 1795 te Scheveningen ons
land. Zijn vrouw was hem reeds voorgegaan. Verge
zeld van zijn zoons Willem en Frederik ging de
Stadhouder dezelfde weg. Over zee naar Engeland.
In het vaderland danste men om de vrijheidsboom.
Niet het gehele volk deed daaraan mee. Er waren
immers twee partijen: de Patriotten en de Prins-
gezinden. Vooral het mindere volk was Oranjegezind,
maar de kleine man had toen nog niet veel invloed
op de regering.
Maar al te spoedig zou het echter aan ieder duide
lijk worden, dat de vrijheidsboom ook zijn schaduw
zijde had en dat het in die schaduw niet goed toeven
was. Men probeerde er toen onder de gegeven om
standigheden maar het beste van te maken. Dat blijkt
wel uit de vele veranderingen in de regeringsvorm,
welke er na het vertrek van de Stadhouder plaats
hadden. Nadat in de nacht van 16 op 17 januari 1795
de Bataafse republiek was uitgeroepen kwam pas in
maart 1796 de eerste nationale vergadering bijeen,
in september 1797 opgevolgd door een tweede na
tionale vergadering. In januari van het daarop vol
gende jaar kwam de constituerende vergadering aan
de macht en in juni een zogenaamd intermediair
bestuur.
In juli werden twee kamers ingesteld en op de
18e oktober 1801 een volksbestuur. Al deze lichamen
probeerden het land uit een hopeloze situatie te red
den. Vooral financieel geraakte ons volk geheel uit
geput. De laatste oorlog met Engeland had ons land
al veel geld gekost. En uit een vrijwel lege kas moes
ten de 25.000 Franse soldaten, die in ons land bleven,
worden betaald.
Ons land geraakte in de maalstroom van de Euro
pese politiek. In een nieuwe oorlog met Engeland -
de vijfde zee-oorlog - verloren we onze halve vloot.
Tevens werden onze koloniën door Engeland „be
heerd". Steeds zwaarder belastingen drukten ons
volk. En waar moest het geld vandaan komen? De
handel lag stil en als gevolg daarvan verarmden de
rijken en geraakten de arbeiders werkloos. In 1799
deden Engelsen en Russen een mislukte inval in
Noord-Holland. Dit gebeuren werd door de Fransen
aangegrepen om nog meer troepen in ons land te
legeren Natuurlijk op onze kosten. De Fransen
waren immers onze „beschermers"!
Na de vrede van Amiens in 1802 werd algemeen
verwacht, dat een betere tijd zou aanbreken en de
handel weer zou opbloeien. Maar een jaar later had
Frankrijk, en dus ook ons land, al weer oorlog met
Engeland
Inmiddels hadden in Frankrijk belangrijke rege
ringswijzigingen plaats. De Corsicaan Napoleon Bo
naparte werd van korporaal officier, daarna consul
en tenslotte keizer.
Napoleon wenste in Nederland een éénhoofdig be
stuur. In april 1805 stelde hij Rutger Jan Schimmel-
penninck aan als Raadspensionaris. Schimmelpenninck
deed zijn uiterste best om zijn land zoveel mogelijk
te bevoordelen; dit was niet de bedoeling van de
Franse keizer. Bovendien was de gezondheidstoestand
van de Raadspensionaris niet best. Hij had slechte
ogen en zijn gezichtsvermogen ging steeds meer ach
teruit; tenslotten zag hij bijna in het geheel niet
meer.
Lodewijk Napoleon
Napoleon, door zijn spionnen ingelicht over de toe
stand in ons land en de houding van de regeerder,
besloot zijn broer Lodewijk Napoleon als koning over
ons land aan te stellen. Toen dit in ons land bekend
werd, vreesde men het ergste. Op 10 april 1806 kwam
op het Huis ten Bosch het z.g. Groot Besogne - een
vergadering van vooraanstaande personen - bijeen
om het plan van de keizer te bespreken. Men besloot,
na lang praten, een delegatie naar Parijs te sturen.
Deze moest proberen de keizer van zijn voornemen
af te brengen en zo dat niet gelukte, dan toch zeker
inlichtingen vragen over de gevolgen van het ko-
ninschap.
Men dacht daarbij aan vele dingen, zoals: gods
dienstvrijheid, taal, rechtspraak, handhaving burger
lijke rechten, financiën, krijgsmacht en handelsbe
trekkingen. Over al die onderwerpen wilde men eerst
eens praten. De Nederlanders waren zo naïef om te
veronderstellen, dat zij nog voorwaarden konden stel
len, voordat zij een eventueel koningschap zouden
aanvaarden. Een commissie vertrok op Z6 april 1806.
Zij kwam niet verder dan bij Talleyrand, de Franse
minister van buitenlandse zaken. De keizer, zo ver
telde Talleyrand, kon zelf wel uitmaken wat het
beste was voor Nederland. En verder getreuzel had
geen zin.
Er werd verwacht, dat de commissie - nu toch in
Parijs zijnde - meteen maar een officieel verzoek in
diende tot het aanstellen van een koning over „les
Pays Bas". Per ijlbode werd het verlangen van Na
poleon aan het Groot Besogne kenbaar gemaakt,
want de keizer gaf slechts acht dagen bedenktijd.
Nog probeerde men tegen te stribbelen. Een laatste
troef werd uitgespeeld. Er werd aangevoerd, dat men
niet bevoegd was om op het Franse verzoek in te
gaan. Maar Napoleon gaf natuurlijk niet toe en stel
de nogmaals zijn eisen. Hij liet doorschemeren, dat
er in de lage landen nog altijd Franse troepen aan
wezig waren, die elk bevel van de keizer onmiddel-
iijk zouden opvolgen. Rutger Jan Schimmelpenninck
bleef echter standvastig; nimmer heeft hij enig ver
zoek om een koning ondertekend Maar de meer
derheid van het Groot Besogne zwichtte voor ge
weld. Op 28 mei 1806 krasten de pennen op het pa
pier
Keizer Napoleon deelde daarna mee, dat hij, wel
willend ingaand op een dergelijk verzoek, toestond,
dat zijn broer Louis Napoleon tot erfelijk koning over
Holland zou worden aangesteld
Holland was - zo zei de minister van binnenlandse
zaken van Frankrijk - het aangespoelde slib van de
Rijn, de Maas en de Schelde, zijnde alle drie Franse
rivieren. In deze uitspraak kwamen twee dingen
naar voren, namelijk, dat het Franse rijk een zeer
groot rijk was eri dat ons grondgebied werd be
schouwd als Franse bodem.
Zeker, het Franse rijk was groot. Tal van Vazal
staten omringden dit keizerrijk. Bijna geheel Europa
was aan Napoleon onderdanig. Bijna want er
waren nog twee vijanden: Engeland, dat ondanks
plannen in die richting nimmer werd veroverd en
Rusland
Ook had Napoleon nog te kampen met ondergronds
verzet. In Spanje, waar Wellington met zijn Engelse
troepen was verjaagd, maar niet verslagen, en waar
het Spaanse volk in opstand bleef tegen de Franse
indringer
Napoleon besloot echter eerst af te rekenen met
Rusland, want Czaar Alexander I dreef nog steeds
handel op Engeland, terwijl Napoleon al zijn best
deed om Engeland te boycotten.
De militaire actie tegen Rusland was degelijk voor
bereid. Een groot leger van een half miljoen man
was op de been gebracht. Dit leger bestond voor
tweederde uit niet-Fransen, waaronder 15.000 Neder
landers
De inlijving bij Frankrijk had voor ons land veel
kwade gevolgen. Van de staatsschuld werd slechts
éénderde uitbetaald. Er heerste hierdoor algemene
armoede. Van smokkelhandel op Engeland was geen
sprake meer. De Franse taal moest het Nederlands
vervangen. Van vrijheid van drukpers was niet veel
meer overgebleven. Een strenge censuur beknotte het
vrije woord. Maar de meest ingrijpende maatregel
was wel de conscriptie. Hierbij werd bepaald, dat
iedere jongen van 20 jaar moest „loten". Van deze
„lotingen" - men werd door het lot aangewezen -
werd een groot gedeelte opgeroepen voor militaire
dienst in de Franse legers.
Dit betekende, dat de soldaten overal konden wor
den ingezet waar te vechten viel, en dat was onder
Napoleon geen uitzondering. Het wegtrekken van de
Nederlandse soldaten in het „Grande Armee" naar
Rusland bracht in menig gezin droefheid en angst,
maar ook verbittering en haat. Oude partijtegenstel
lingen verdwenen in ons land. Het gezamenlijk te
dragen leed bracht ons volk tot elkaar. Een geest
van verzet werd geboren, het verlangen naar Oranje
groeide
Hier en daar kwamen relletjes voor. O.a. te Alphen
en in de Zaanstreek. Deze opstootjes werden echter
met kracht onderdrukt.
De tocht naar Rusland werd een nederlaag. De ge
schiedenis is bekend. Moskou brandde en de Rus
sische rivier de Berezina kreeg in ons land een maar
al te bekende en beruchte naam. Dit drama bracht
echter ook het lang verwachtte keerpunt. Kozakken
achtervolgden Napoleon en op 12 februari 1813 richtte
Alexander I zich in een proclamatie tot de onder
drukte volkeren. Hij wekte de onderworpen naties
cp cm tegen de Franse dwingeland in opstand te
komen. Pruisen, Zweden en Oostenrijkers gaven in
grotengetale aan de oproep gehoor.
Napoleon zat inmiddels niet stil. Hij bracht - zijn
oude leger in de steek latend - nieuwe troepen op
de been. In ons land waren het de zoons van de aan
zienlijken, die nu moesten opkomen. Zij vormden de
„Garde d'Honneur". Zij waren opgeroepen om de
leidende figuren in ons land in bedwang te houden.
De Gardisten waren dus eigenlijk gijzelaars.
Op 16, 18 en 19 oktober 1813 had een treffen plaats
tussen Napoleon en de in opstand gekomen legers.
Bij Leipzig leed Napoleon de nederlaag
Spoedig daarna naderden Russische en Pruisische
troepen ons land. Op hun vlugge paardjes brachten
de Kozakken de bevrijding over Europa. Spoedig zou
ook ons land weer vrij zijn. Maar voordat dit hele
maal waar was zou er nog heel wat gebeuren
(wordt vervolgd)
ROBOT GEEFT BEMESTINGS
ADVIEZEN VOOR TUINBOUW
De elektronische reken- en admini
stratiemachine IBM-RAMAC-305 bij het
Bedrijfslaboratorium voor Grond- en
Gewasonderzoek te Oosterbeek, die
reeds enige jaren de bemestingsadvi-
sering op basis van grondonderzoek
voor de landbouw verzorgt, is nu ook
ingeschakeld bij de bemestingsadvise-
ring voor de tuinbouw. De machine
geeft de bemestingsadviezen voor de
open tuingrond, bloembollenteelt en
fruitteelt.
Evenals dit op de landbouwscholen
het geval is, worden door de tuinbouw
scholen en cursussen veel voorbeeld
adviezen gevraagd teneinde deze in
klassikaal verband te bespreken. Op
deze wijze worden de toekomstige boe
ren en tuinders nauw betrokken bij de
resultaten van het toegepast weten
schappelijk onderzoek en weten zij het
in de toekomst of direct al op het be
drijf van hun ouders op de juiste wijze
toe te passen.
KERKEWIJK17
VEENENDAAL TEL.3313
ALCOHOL EN WEGVERKEER
Het gebruik van alcohol leidt tot menig kwaad. Speciaal in het ver
keer is alcoholgebruik uit den boze- Eigenlijk moest ieder alcoholge
bruik, hoe gering ook, voor de bestuurder van elk rij- of voertuig
verboden zijn. Maar zover is de wetgever niet gegaan. Het gebruik
van alcoholhoudende drank op zich zelf is de bestuurder niet ver
boden. Hij wordt pas strafbaar, wanneer hij bij het rijden onder zo
danige invloed van het gebruik van alcoholhoudende drank verkeert,
dat hij niet in staat moet worden geacht zijn motorrijtuig, rijwiel of
ander rij- of voertuig naar behoren te besturen. Dit rijden „onder
invloed" was destijds in de Motor- en Rijwielwet als overtreding
strafbaar gesteld. De overtreder kon slechts gestraft worden met
hechtenis of geldboete.
In de Memorie van Toelichting van
het wetsontwerp, dat tot de huidige We
gen-verkeerswet heeft geleid, werd ge
wezen op het grote gevaar, dat bestuur
ders „onder invloed" op de weg ver
oorzaken. Het is van belang, dat dit ook
meer algemeen wordt ingezien, daar het
wel en wee en zelfs het leven van de
overige weggebruikers hiervan kan af
hangen, aldus de M. v T. In de Wegen
verkeerswet vormt het rijden „onder in
vloed" dan ook een misdrijf, waarop al
leen gevangenisstraf is gesteld en wel ten
hoogste drie maanden.
WANNEER „ONDER INVLOED?"
Wanneer verkeert iemand onder zo
danige invloed van het gebruik van al
coholhoudende drank, dat hij niet in
staat moet worden geacht zijn auto naar
behoren te besturen? Bepaalde feiten
Is het niet de vreugde van iedere vrouw - moeder, grootmoeder of tante - om
kleertjes te kopen voor baby's peuters en alle andere mannelijke en vrouwelijke
dreumessen? wat een onafzienbare collectie is er niet voor dat jonge grut, wat een
kleuren, wat een verscheidenheid, wat een praktische vondsten! En hoe stevig en
mooi is de stof. Het merendeel van de garderobe voor baby's en peuters is, evenals
die voor de kleuters, van katoen: katoenen badstof, katoenen ribfluweel, katoenen
pcpeline, katoenen keper, katoenen denim en wat al niet meer. Een veelheid van
stoffen, kleurhoudend, wasecht, sterk, dikwijls ook krimpvrij, kortom precies de
soorten stoffen die we voor ons peutervolkje nodig hebben.
ZELFS LAMPEKAPPEN
De eigenaar van Australië's eerste
motel, dat onlangs is geopend, betoont
zich een bijzonder enthousiast propa
gandist van wol, steunpilaar van de
Australische economie. Dekens, tapijten,
stoelbekledingen, gordijnen, zelfs lam-
pekappen en prullemanden en de gor
dijnen der douchecellen had hij van zui
ver wol laten maken.
Zijn enthousiasme had uiteraard ook
praktische en estetische gronden: de
zachtheid, de fraaie drapeerbaarheid,
de kleuren, de geluidsdemping en de
onontbrandbaarheid van wol hebben
een woordje meegesproken.
OPGAVE NR. 86
HORIZONTAAL: 1 mist, 5 boom, 8 rivier in Frankrijk, 13 lusthof, 14 kunstmens,
16 hemellichaam, 17 voorzetsel, 18 godin van de dageraad, 19 zelfkant, 21 voorvoeg
sel, 22 huisdier, 23 zuivelprodukt, 24 spoedig, 26 deel van het gelaat, 28 bron, 29 lig
plaats voor schepen, 32 foefje (Ind.), 34 telwoord, 36 juffrouw, 37 lus, 39 cilinder
vormig voorwerp, 40 inwendig deel van een vis, 41 rivier in Spanje en Portugal,
42 part, 44 deel van een anker (scheepsterm), 45 tijdrekening, 47 knoop of strikwerk
met mazen, 50 akelig, 52 grappenmaker, 54 inwendig lichaamsdeel, 56 muzieknoot.
57 gravure, 58 kathedraal, 60 baan voor baspel, 61 gindse, 62 vreemde munt, 63
koning (Fr.), 65 achting, 67 hoofddeksel, 68 wolvlokje, 71 meisjesnaam, 73 inwendig
lichaamsdeel, 75 stad in Italië, 76 ontelbaar, 77 pret, 78 nevens.
VERTIKAAL: 1 kêurig, 2 gem. in Gelderland, 3 vertelling, 4 voegwoord, 5 op
schik, 6 afnemend getij, 7 zuster, 9 voorzetsel, 10 gem. in Z.H., 11 mens, 12 boom-
loot, 14 bekend Frans beeldhouwer, 15 sein, 18 bouwland, 20 bitter vocht, 24 hals
doek, 25 godsdienst (afk.), 27 op geen plaats, 28 goede edele daad, 30 voorzetsel,
31 steen, 33 inhoudsmaat, 35 ga (Eng.), 36 dwalen, 38 jongensnaam, 40 hoenderachtige
vogel, 43 gewicht, 44 afkeer, 46 oude Egyptische zonnegod, 48 koningin der elfen,
49 vogel, 51 jaar (afk. Lat.), 52 stengel, 53 metaalsoort, 55 bijwoord, 57 boomloot,
59 oude Spaanse zilvermunt, 63 opstootje, 64 vreemde munt, 66 deel van het oor,
67 vlies, vel, 69 gem. in N. Brabant, 70 term bij het schaakspel, 72 tot nader order
(afk. Lat.), 74 van onderen (afk.), 75 familielid.
OPLOSSING PUZZEL NR. 12
HORIZONTAAL: 1 ontvankelijk. 8 pa,
9 nr., 10 t.t., 12 lenig, 15 el, 16 sap, 18
Lee, 19 ego, 20 Ans, 22 roe, 24 Eire, 25
prei, 26 ets, 28 Oss, 29 lol, 31 Inn, 33 tra,
35 en, 36 spoel, 38 et, 39 no., 40 en, 41
dispensatie.
VERTIKAAL: 1 ontstellend, 2 Tp, 3 val,
4 none, 5 eng, 6 Lr, 7 kolonisatie, 11 Ta,
13 els, 14 Ier, 15 eg, 17 parel, 19 eerst,
Z1 net, 23 Ops, 27 sip, 28 one, 30 on, 32
noen. 34 re, 36 sop, 37 Lea, 39 N.S., 41
N.T.
tfftPUROL-POEDER
f1.60 - f 1.-
CLANDESTIENE ZENDER HET
ZWIJGEN OPGELEGD
In samenwerking met de gemeente
politie te Rotterdam hebben opsporings
ambtenaren van PTT zondag 12 mei j.l.
de clandestiene zender „Radio Telstar"
opgespoord en in beslag genomen. Daar
bij werd proces-verbaal opgemaakt
tegen de 16-jarige scholier L. F. te Rot
terdam.
Fa. L. HEY
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165
Frans Halslaan 26 Telefoon 3044
Handen uit de mouwen, ook voor de overheid
Het wordt hard aanpakken voor de Nederlandse boeren. De trieste situatie op de wereld
markt, de totstandkoming van de EEG-landbouwregelingen en talrijke andere factoren
maken een aanpassing van de Nederlandse landbouw noodzakelijk. Het is echter geen
zaak van de boeren alleen. Ook de overheid zal de handen uit de mouwen moeten steken.
„Een centraal vraagstuk, dat het georganiseerde landbouwbedrijfsleven en de overheid
zullen moeten oplossen, is hoe het aanpassingsproces in de landbouw op economisch en
sociaal verantwoorde wijze en in een voldoende snel tempo kan worden gerealiseerd",
schrijft minister Marijnen in zijn landbouwnota. De taak van de overheid blijft daarbij
beperkt tot het scheppen van een gunstig klimaat, maar de regering zal ook moeten
ingrijpen, waar het bedrijfsleven blijkt te falen.
Een markt- en prijsbeleid zijn hiervoor
niet voldoende. In EEG-verband zal een
Europees structuurbeleid tot stand moeten
worden gebracht, waarbij de samenstelling
en omvang van de productie efficiënt wor
den afgestemd op de afzetmogelijkheden.
Van Nederlandse zijde wordt hierop in Brus
sel krachtig aangedrongen. Het vraagstuk
van de landbouwoverschotten is niet door
één land op nationaal niveau op te lossen.
Het Europese structuurbeleid moet er op zijn
gericht de landbouwproductie te concen
treren in die gebieden, welke daarvoor het
meest geschikt zijn. Eén daarvan is Neder
land.
Het scheppen van een gunstig klimaat
geeft de overheid heel wat verantwoordelijk
heid. Voor het scheppen van een landbouw-
structuurbeleid is een goede algemene eco
nomische situatie noodzakelijk. Dit houdt in:
een doeltreffend regionaal ontwikkelingsbe
leid, een goede algemene ontsluiting van de
plattelandsgebieden en ook een stelsel voor
algemeen vormend onderwijs en vakonder
wijs voor niet-agrarische beroepen. Het
structuurbeleid zelf moet gericht zijn op een
verhoging van de arbeidsproductiviteit,
waarbij men echter tegelijk moet vermijden,
dat de nationale productie stijgt van pro
ducten, waarvoor de marktvooruitzichten
niet al te best zijn.
De productiviteitsverhoging in de landbouw
kan, aldus de nota, worden bevorderd door
doeltreffende voorlichting en cultuurtech
nische verbeteringen plus bijzondere crediet-
garanties voor die gevallen, waarin waar
borgen een knelpunt vormen in de bedrijfs-
financieringen. De voorlichting moet zich in
verschillende richtingen splitsen. In sommige
gevallen botst men nog steeds op een ver
keerd gerichte mentaliteit van de boeren,
die de dynamiek van de moderne maatschap
pij niet kunnen bijhouden. Agrarisch-sociale
en sociaal-economische voorlichting moet
hier „passend en doeltreffend" worden ge
geven. Daarnaast moet ook in het technisch-
economische vlak een wegwijzer worden op
gesteld. Primair is de voorlichting een taak
van het (georganiseerde) bedrijfsleven. Maar
de overheid heeft voldoende middelen om
hier de helpende hand te bieden. De Rijks-
landbouwvoorlichtingsdienst kan bijvoor
beeld het bedrijfsleven bijstaan bij de tech-
nisch-economische vraagstukken.
Een belangrijke taak is toegedacht aan het
gloednieuwe ontwikkelings- en sanerings
fonds voor de landbouw. Uit dit fonds kun
nen premies worden uitgekeerd aan die
boeren, die hun bedrijf willen opheffen, om
dat zij hun productie niet voldoende kunnen
opvoeren. Dit geldt vanzelfsprekend vooral
voor de kleinere bedrijven. Het fonds zal
nauw moeten samenwerken met de ruilver
kavelingsautoriteiten en de Stichting Beheer
Landbouwgronden. Voorlopig is de wer
kingsfeer van het fonds nog beperkt tot de
gemengde bedrijven op de zandgronden,
maar het is de bedoeling, dat in de toe
komst het fonds ook voor andere bedrijfs
takken zal worden ingeschakeld.
EINDE.
(Nadruk verboden.)
kunnen aantonen, dat een automobilist
te diep in het glaasje heeft gekeken. Hij
heeft slingerend gereden. Zijn gang is
waggelend. Hij spreekt wartaal. Op grond
van deze feiten zal een veroordeling kun
nen volgen.
Maar als dergelijke feiten ontbreken,
wordt het moeilijker. Wat te doen met
een door dranklucht omgeven automobi
list, die normaal rijdt en zich normaal
gedraagt? Hij moet wel bekennen iets
gedronken te hebben, doch beweert daar
van geen last te ondervinden. Moet hij nu
in staat worden geacht zijn auto naar be
horen te besturen? Hier kan de bloed
proef helpen. Een grote hoeveelheid al
cohol in het bloed kan er op wijzen, dat
de automobilist „onder invloed" ver
keerde.
De bloedproef kan echter niet steeds
onfeilbaar antwoord geven op de vraag,
of de automobilist „onder invloed" ver
keerde. De ene mens kan nu eenmaal
meer alcohol verdragen dan de andere.
En ook op dezelfde persoon kan de uit
werking van alcohol verschillend zijn
naar gelang van zijn lichamelijke toe
stand.
Reeds in 1951 besliste de Hoge Raad,
dat een bloedproef, waartoe de ver
dachte toestemming had gegeven, een
rechtmatig bewijsmiddel vormde.
ZONDER TOESTEMMING VAN
VERDACHTE
Mag een bloedproef, welke zonder toe
stemming van de verdachte is genomen,
ook als bewijsmiddel worden gebezigd?
Deze vraag beantwoordde de rechtbank
te Alkmaar bevestigend. Maar het ge
rechtshof te Amsterdam vernietigde het
strafvonnis van de rechtbank.
Vervolgens droeg de Procureur-Gene
raal bij de Hoge Raad het arrest van het
gerechtshof ter vernietiging voor. De Pro-
reur-Generaal gaf toe, dat het zonder
toestemming van de verdachte afnemen
van bloed ter wille van het opsporings
onderzoek per sé onrechtmatig is. Maakt
nu deze onrechtmatigheid het deskundi-
ge-rapport over het afgenomen bloed als
bewijsmiddel ontoelaatbaar?
De Procureur-Generaal wilde voorop
stellen, dat een wettelijke regeling, waar
bij onrechtmatig verkregen bewijs niet
tot een strafrechtelijke veroordeling zou
mogen medewerken, hem sympathiek zou
zijn uit een oogpunt van fair en waardig
optreden van de organen der rechtsorde.
Niettemin meende de Procureur-Gene
raal, dat een dergelijk stelsel niet in
onze wet kon worden gelezen.
GEEN GEBRUIK VAN
ONRECHTMATIG VERKREGEN
BEWIJS
Naar het oordeel van de Hoge Raad
diende allereerst de vraag aan de orde
te komen, of de artikelen 56 en 195 van
het Wetboek van Strafvordering toe
staan bij een verdachte zonder zijn toe
stemming bloed af te nemen. Als er ern
stige bezwaren tegen de verdachte be
staan, kan de officier van justitie inge
volge artikel 56 bepalen, dat de verdach
te „aan zijn lichaam" of „aan zijn kle
ding" zal worden onderzocht. Ingevolge
artikel 195 kan de rechtercommissaris be
velen, dat de verdachte, tegen wie ern
stige bezwaren bestaan, „aan zijn per
soon" zal worden onderzocht.
Valt het nemen van een bloedproef on
der: „aan zijn lichaam" of „aan zijn per
soon"? De Hoge Raad achtte het zeer on
waarschijnlijk, dat de wetgever destijds
aan een zodanige ingreep had gedacht.
Van een verplichting tot het onder
gaaft van een ingreep als de onderhavige
zou dan ook eerst sprake kunnen zijn,
indien zodanige verplichting bij de wet
zou worden vastgelegd. Zolang zulks niet
is geschied, kan het afnemen van bloed
van een verdachte slechts dan als recht
matig worden beschouwd, indien dit ge
schiedt met zijn toestemming.
KIR PESTEIN
VEENENDAAL
Het zou onverenigbaar zijn met de
strekking van het Wetboek van Straf
vordering en in het bijzonder met de
daarin aan de verdachte toegekende
waarborgen, indien de rechter de re
sultaten van een bloedonderzoek zou la
ten medewerken tot het bewijs, wanneer
- bij gebreke van toestemming van de
vèrdachte - het afnemen van bloed als
een onrechtmatige aantasting van diens
lichamelijke onschendbaarheid moet wor
den beschouwd.
Met deze motivering besliste de Hoge
Raad, dat het gerechtshof op juiste gron
den het vonnis van de rechtbank had
vernietigd.
Mr. C. A. B. B.
(54) Op Arams bevel wordt de lege kruik van de
vluchtelingen opnieuw met water gevuld. Een der
mannen biedt de neger spontaan zijn lans aan, die
deze met een dankbare lach aanvaardt. Dan vervol
gen de vluchtelingen hun tocht, nagewuifd door Aram
en zijn manschappen, die na een korte rustpauze ver
der noordwaarts trekken. Na enkele vermoeiende
uren komen zij in een met struiken en groepjes ac-
cacia-bomen begroeid gebied. Presto wijst opgewon
den naar enkele giraffen, die bij hun nadering de
lange halzen wenden en in galop tussen het geboomte
verdwijnen. Maar verder is er geen teken van leven
te bespeuren. In de namiddag zien zij in de verte
een groot negerdorp van honderden hutten liggen.
„Daar wonen de Batusi's" zegt Juan stroef, „het zijn
de doodsvijanden van Salladin en zijn Messeria's, ge
zult er dus wel welkom zijn, Aram
(wordt vervolgd)