ONTWIKKELINGSDECADE DVSA oefende in Zeist tegen Patria Helpt India zich helpen „DE WERELD WACHT EEN RAMP" DERDE BLAD „DE VALLEI" WOENSDAG 17 JULI 1963 Nr. 57 Geslaagden Techn. School Wageningen Supersonisch tijdperk biedt kwade verrassingen kind afbraak van de oude leefgewoonten wordt bespoedigd door de trek van het platteland naar de steden. De veranderingen, die zich voltrek ken, lijken heel veel op die, veroor zaakt door de industriële revolutie in Europa. En evenals dat in Europa het geval was kunnen die verande ringen gezin en individu voor grote moeilijkheden plaatsen. Vooral voor het kind kan de om schakeling bijzonder lastig zijn; het raakt verdoold in het niemandsland tussen de traditionele maatschappij, waarin zijn ouders opgroeiden, en de geïndustrialiseerde maatschappij, die rondom hem ontstaat. Aan de andere kant kan de wereld in een eeuw van grote veranderingen juist al zijn hoop stellen op het op groeiende kind, mits dit een redelijke mate van bescherming geboden wordt en een goede voorbereiding op de taak, die voor hem ligt. Anderen helpen zichzelf te helpen Veel van de ingrijpende veranderin gen, die in de onderontwikkelde we reld plaats grijpen, worden teweegge bracht en gesteund door economische en technisch bijstand van de rijke lan den. Wij kennen zelf van nabij zo'n vorm van hulp: het Marshall-plan. Dat was een hulpprogramma van de Ver enigde Staten, dat veel heeft bijgedra gen tot het herstel van Europa na de tweede wereldoorlog. Deze hulp kan gegeven worden in de vorm van hulp van land tot land de zogenaamde bilaterale hulp of in de vorm van hulp door een groot aan tal landen tezamen, zoals bijvoorbeeld belichaamd in de Verenigde Naties de zogenaamde multilaterale hulp. Het belang van menselijke hulpbronnen Het bevorderen van de economische vooruitgang van onderontwikkelde ge bieden bleek een heel wat ingewikkel der taak te zijn dan de door het succes van het Marshall-plan aangemoedigde regeringsleiders dertien jaar geleden konden vermoeden. De landen van West-Europa mochten dan al zwaar gehavend uit de wereldoorlog te voor schijn zijn gekomen, zij hadden toch een heleboel dingen in hun voordeel. Zij bezaten industriële verworvenhe den, die een hoge graad van ontwikke ling hadden bereikt, en een grote re serve aan technische kennis en vak kundigheid, omdat hun bevolking al jaren lang vertrouwd was geweest met industriëel leven en een goed geordend bestuur. Fabrikanten kenden hun mark ten en zij wisten welke grondstoffen zij nodig hadden en waar zij die van daan konden krijgen. Om 's lands eco nomie weer op gang te krijgen, was het in veel gevallen alleen maar nodig de door de oorlog verwoeste bedrijven en fabrieken weer op te richten. De onderontwikkelde landen daar entegen beschikken niet over een der gelijke ondergrond van een moderne geïndustrialiseerde maatschappij of ver keren nog in een beginstadium. Er zijn maar heel weinig geschoolde arbeiders en nog minder mensen, die leiding kun nen geven. Menige belangrijke nationa le hulpbron is en blijft onaangeboord. In het algemeen heeft niemand daar enige notie welke markten er bestaan voor nieuwe artikelen. Het was niet te voorkomen, dat de hulpprogramma's voor onderontwikkelde landen, die in 1950 een aanvang namen, hier en daar slecht uitpakten. In de betrekkelijk korte tijd, die sindsdien verlopen is, heeft men veel nuttigs geleerd en men is nog steeds bezig te leren. Een van de voornaamste van deze lessen is, dat investeringen in mensen zeker even belangrijk zijn als het ste ken van geld in irrigatie werken, wegen, Vrijwel alle organisaties, die zich met bepaalde onderdelen van ontwikkelingshulp bezig houden, leggen er de nadruk op, dat hun werk zo belangrijk is voor kinderen. Het is ongetwijfeld waar, dat iedere vorm van ontwikkeling van belang kan zijn voor het opgroeiende geslacht. Maar het is goed, dat UNICEF, het Kinderfonds, er is, de enige organisatie van de Verenigde Naties, die zich uitsluitend bezig houdt met de belangen van kinderen en van de moeders, die hun het leven geven. In alle ontwikkelingspogingen probeert UNICEF de bindende factor te zijn en te zorgen, dat bij alle plannen de toekomst van het kind geen gelukkige bijkomstigheid maar weloverwogen doel is. spoorwegen, havens, fabrieken enzo voort. In bepaalde fasen van nationale ontwikkeling kunnen zij zelfs veel be langrijker zijn. Dat dit principe in het begin te zeer over het hoofd werd gezien, is moge lijk hieraan te wijten, dat het beleggen van geld in mensen geen direct aan toonbare resultaten oplevert. Nergens in de boeken van de staat kan men op inkomsten wijzen, die een direct gevolg zijn van uitgaven voor gezondheid, on derwijs en maatschappelijk welzijn. Maar recente onderzoekingen bewijzen zonneklaar, dat economische vooruit gang in deze eeuw meer te danken is aan menselijk vernuft dan aan investe ring van kapitaal. De behoefte van kinderen Het is een bemoedigend teken, dat de volken van onderontwikkelde lan den beginnen in te zien, dat hun kin deren een in alle opzichten even waar devolle hulpbron zijn als hun grond, hun rivieren en hun bezit aan mine ralen. Helaas heeft deze gedachten- gang nog weinig toepassing gevonden in de verschillende drie-, vier- en vijf jarenplannen, die de regeringen als richtsnoer voor hun streven naar ont wikkeling hebben opgesteld. Alle organisaties van de Verenigde Naties, die betrokken zijn bij de hulp aan onderontwikkelde landen, concen treren hun hulp steeds meer op de hulp bij het opstellen van goed door dachte plannen voor de ontwikkeling van hun natuurlijke en menselijke hulpbronnen. Deze „planning" is niet het interessantste onderwerp om over te schrijven, maar is wel uiterst be langrijk om tot goede resultaten te ko men. Ze is een dwingende noodzaak voor de versnelde ontwikkeling van landen, die te arm zijn om zich kost bare vergissingen te kunnen veroor loven. Bij deze „planning" en bij het verschaffen van de middelen om de plannen tot werkelijkheid te doen wor den, speelt UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, een heel be langrijke rol. Een van de voornaamste doelstellingen van UNICEF in deze ont wikkelingsdecade is landen te helpen goed gefundeerde plannen op te stellen voor kinderen en jonge mensen en deze programma's te doen inpassen in de al gemene ontwikkelingsplannen. In ongeveer dertig landen zijn ver tegenwoordigers van UNICEF geves tigd. Hun taak is voor een deel er op toe te zien, dat door UNICEF gelever de goederen prompt naar hun bestem ming worden gezonden en gebruikt worden voor het doel waarvoor zij werden gegeven. Maar een ander en nog belangrijker deel van hun taak be gint al voordat de goederen en uitrus tingen zelfs nog maar aangevraagd zijn. Zij werken nauw samen met rege ringsfunctionarissen en zo mogelijk met particuliere organisaties bij het opstellen van plannen en programma's, die een betere toekomst voor de kin deren ten doel hebben. Uit: UNICEF BULLETIN (Kinderfonds der Ver. Naties) De zucht naar kennis in onderontwikkelde landen wordt door UNICEF en de andere organisaties van de Verenigde Naties sterk aangemoedigd. Deze Ethiopische vrouwen zullen kundige, moderne verpleegsters worden, ontoe gankelijk voor het oude en vaak zo gevaarlijke bijgeloof op medisch gebied. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft de ter mijn van 10 jaar tussen 1960 en 1970 uitgeroepen tot „Ont wikkelingsdecade". Alle menselijke hulpbronnen dienen te worden gemobi liseerd om te bereiken, dat tegen 1970 een zodanige toestand is ontstaan dat de z.g. ontwikkelingslanden een stijging van het nationaal inkomen van 5 °/o per jaar kunnen bereiken. Als wij er van uit mogen gaan, dat de bevolkingsaan was niet te sterk toeneemt, zou een der gelijke stijging de individuele levens standaard in de in ontwikkeling zijnde landen in vijf en twintig jaar verdub belen. Het doel van de Ontwikkelingsdecade is een groot aantal ontwikkelingslanden te helpen zichzelf vooruit te helpen: een eigen vooruitgang te scheppen, die voortschrijden kan zonder hulp van bui tenaf. De plaats van het kind in de ontwikkeling Het kind in de geschiedenis. Door de eeuwen heen werd de houding van mensen ten opzichte van kinderen be paald door geloofsovertuiging, bescha vingsinvloeden en levenswijze. Ook economische factoren speelden een gro te en soms alls overheersende rol in de 'houding tegenover kinderen. De liefde van de moeder tot het kind is door de eeuwen heen een sterke macht geweest, waarmee rekening dient te worden gehouden. Het kind is het zwakste, kwetsbaarste en minst produk- tieve lid van de maatschappij. Daarom kan zijn economische waarde buiten beschouwing worden gelaten tot hij oud genoeg is om te werken. De houding van de primitieve mens tegenover het kind zou ons vaak tegen strijdig voorkomen. Het staat wel vast, dat de primitieve mens graag kinderen had. Een groot gezin gaf de man maat schappelijk aanzien en bovendien de zekerheid, dat hij op zijn oude dag Het oude en het nieuwe De hoofdstad van elk arm land heeft tegenwoordig een moderne wijk, meest al voorzien van weelderige hotels, die buitenlandse toeristen moeten aantrek ken. Dorpen, die tot enkele jaren ge leden feitelijk geheel geïsoleerd lagen, zien nu dagelijks een paar maal een gammele autobus aankomen en weer vertrekken. In het midden van het dorp brult de radio het nieuws omtrent de buiten wereld uit. Op veel plaatsen worden fabrieken opgetrokken en stuwdammen gebouwd. De ongelijkmatige manier, waarop moderne zaken worden geïn troduceerd, leidt tot de gekste contras ten. Maar als het ooit al zo is geweest, dat de mensen in onderontwikkelde landen hun lot met fatalistische ge latenheid aanvaardden, dan is dat nu zeker niet meer waar. Overal beginnen de mensen zich bewust te worden van de grote materiële voordelen, die de moderne beschaving kan bieden, en zij eisen hun deel daarvan op. Het Kind en de verandering De zo hoog nodige veranderingen brengen ook hun problemen mee. In bepaalde streken van tropisch Afrika bijvoorbeeld vallen de traditionele le vensgewoonten zo snel uiteen, dat jon ge mensen vaak in botsing komen met de houding van de oudere generatie. In de van oudsher bestaande maat schappij is de stam, de familie-groep in heel groot verband of de dorpsge meenschap de voornaamste eenheid niet de individuele mens. Zoals het al tijd gegaan is, is het goed. Het nieuwe is geen belofte maar een bedreiging. Maar in de maatschappij, die zich nu overal begint te vormen, worden het enkele gezin en de individuele mens de voornaamste eenheden. De oude metho den zijn meestal verouderde methoden en men haakt naar het nieuwe. De verzorgd zou worden en dat in het hier namaals zijn geest onderhouden zou worden door offers en gebeden. Maar in tijd van nood kwam bij ver scheidene primitieve volken kinder moord voor pasgeboren kinderen werden gedood door verstikking, ver drinking of door hen eenvoudig aan hun lot over gelaten. Soms werden kinderen geofferd om boze goden te behagen. Maar meestal werden zij toch om economische redenen gedood. Onder enkele volken was het regel lichame lijk onvolwaardige kinderen of een ze ker percentage van de babies van het vrouwelijk geslacht van kant te maken. Ook schijnt kindermoord wel toegepast te zijn als ruwe vorm van geboortebe perking om te zorgen, dat het aantal mensen niet te groot werd in verhou ding tot de bronnen van bestaan. De opkomst van de grote monothe- istische godsdiensten het geloof in één God waaronder Jodendom, Boed dhisme, Christendom en Islam bracht een sterke ethische impuls voor een betere behandeling van kinderen. Je zus zei: „Laat de kinderen tot mij ko men en houd hen niet tegen, want hen is het Koninkrijk Gods". De Joodse Tal moed bevat uitgebreide voorschriften over de verplichtingen van ouders te genover hun kinderen. Mohammed pre dikte: „Doodt Uw kinderen niet, opdat ge niet tot de bedelstaf vervalt". Maar zelfs de beste wil om deze voorschrif ten op te volgen kon niet verhinderen dat de grote meerderheid van de we reldbevolking tot voor zeer kort weinig kon ondernemen om kinderen te be schermen tegen honger, ziekte en dood. De invloed van de ontwikkelingsproblemen op kinderen menhang en zij beïn vloeden in sterke ma te het leven van kin deren. Kinderen leven nu eenmaal niet in een afgesloten ruimte zij leven in een ge meenschap en zijn be trokken bij de proble men van de maat schappij, waarin zij le ven. Als er armoede heerst met haar onaf scheidelijke gezellen: honger, ziekte en on wetendheid. hebben kinderen als de meest kwetsbare groep van de gemeenschap daar het eerst van te lijden. Van het aantal babies, dat in de onderont wikkelde landen wordt geboren, sterft zeker een derde deel voor zij vijf jaar oud zijn. Niet meer dan de helft van de kinderen, die het geluk hebben hun eer ste levensjaren te overleven, gaat naar school. Een heel klein percentage krijgt de opvoeding en op leiding, die hen in staat moet stellen het hoofd te bieden aan de sterk ver anderende wereld, waarin zij opgroeien. Onderontwikkelde hulpbronnen Gezondheidsdiensten, zuigelingen- en kleuterconsultatiebureaus, scholen, vak opleidingen en dergelijke zijn kostbaar. Het spreekt vanzelf, dat wat een land voor zijn kinderen kan doen, beperkt wordt door de economische staat van ontwikkeling, waarin het zich bevindt. Men heeft wel eens gedacht, dat eco nomische ontwikkeling voornamelijk een kwestie was van het beleggen van voldoende geld in stuwdammen, wegen, krachtstations, fabrieken en andere pu blieke en particuliere ondernemingen. Als dat waar was, zou de beste methode om de levensomstandigheden vart kin deren in onderontwikkelde gebieden te verbeteren zijn: voorlopig niet meer te denken aan hun speciale behoeften, maar zich te bepalen tot het bouwen van dammen, fabrieken enzovoort. De ervaring van de laatste tijd leert echter, dat deze manier van aanpakken op niets uitloopt. De economische ont wikkeling van een land is zeker even afhankelijk van mensen als van na tuurlijke hulpbronnen en van indus triële mogelijkheden. Wanneer er niets kan worden ge daan om de gezondheid en de ont wikkeling van de opgroeiende ge neratie te verbeteren, zal veel van het in ontwikkelingsprojecten ge stoken geld volkomen weggegooid zijn. De kinderen en jonge mensen, die nu opgroeien in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika vormen een van 's werelds „onderontwik kelde hulpbronnen". De technische en economische ont wikkeling van Europa en Noord-Ame- rika heeft ontzaglijk veel verbeterd in het lot van kinderen. O zeker, er zijn nog veel te veel kinderen in eco nomisch goed ontwikkelde landen die tekort komen. Maar voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn zij uitzonderingen geen regel! Maar als wij de wereld als ge heel bekijken, zien wij een heel ander beeld. Ook al is er enige vooruitgang te bespeuren, de le vensomstandigheden van kinderen in de uitgestrekte, volkrijke stre ken, die nog in een vroeg stadium van ontwikkeling verkeren, laten nog alles te wensen over. Voor de meeste landen ligt het verwezen lijken van de meest elementaire rechten van het kind nog in het verre verschiet. De goede vul mag er dan misschien wel zijn men beschikt eenvoudig niet over de middelen. Drie kwart van alle kin deren ter wereld leven en groeien op in de zogenaamde onderontwik kelde wereld een wereld, waar in honger, armoede en ziekte eer regel zijn dan uitzondering en waarin het voor het kind heel erg moeilijk is zich voor te bereiden op de ontzaglijke taak, die het wacht. Al deze vraagstukken ver tonen een nauwe onderlinge sa-^ Ter voorbereiding op de nieuwe competitie speelde DVSA zaterdagavond een oefen wedstrijd achter 't Slot in Zeist tegen Patria, dat in de 4e klas van de KNVB speelt. Het werd direct een vlotte en goede wedstrijd, waarbij beide elftallen zich volledig gaven. DVSA speelde technisch wat beter en ook was het ploegverband beter ver zorgd. Als gevolg hiervan kwam het Patria-doel dan ook al heel gauw onder zware druk te staan. Na enkele vergeefse aanvallen knalde na 5 minuten spelen aanvoerder Bree- schoten de bal onhoudbaar in 0-1. De vreugde was evenwel van korte duur, want door een misverstand in de verdedi ging kwam Patria enkele minuten later goedkoop aan de gelijkmaker 1-1. DVSA bleef voorlopig toch het beste van het spel behouden. Ware de Patria-keeper niet in zulk een uitstekende vorm geweest, dan had het er slecht uit gezien voor de Zeis- tenaren. Na een kwartier spelen bracht Joop van Viegen na een mooie aanval de stand op 1-2. Het werd vervolgens een ge- lijkopgaande en boeiende wedstrijd met wisselende kansen. Vlak voor de pauze kwam Patria aan de gelijkmaker 2-2 om direct daarop zelfs de leiding over te ne men 3-2. In de tweede helft weer een gelijkop- gaande strijd, waarbij het peil geleidelijk wat zakte. Het bleef echter voortdurend een aantrekkelijke wedstrijd met soms prachtige combinaties van beide ploegen. Na 20 minuten spelen weer een algemene snelle DVSA aanval. C. van Ommeren werd vrijgespeeld en onhoudbaar voor de werkelijk voortreffelijke Patria-keeper ging de bal opnieuw in het Patria-doel 3-3. Vlak voor het einde kende de scheids rechter aan Patria een strafschop toe. Deze veel te zware straf werd echter door de DVSA-keeper tot corner verwerkt. De scheidsrechter liet de strafschop echter over nemen en er ontstond daardoor nogal deining bij spelers en publiek wat tenslot te eindigde in het weg zenden van 2 DVSA-spelers. Patria wilde de strafschop niet benutten en gaf een zacht rollertje op de DVSA-keeper. Deze wenste dit pre sentje echter ook niet te accepteren en liet de bal in het doel rollen 4-3. De aar digheid was er totaal af en het was geluk kig, dat deze wedstrijd hierna spoedig eindigde. DVSA kan intussen weer op een uitstekende wedstrijd terugzien en kan, ondanks het vertrek van misschien enkele prominenten naar het betaalde voetbal, met vertrouwen de nieuwe competitie te gemoet zien. De junioren van DVSA namen zaterdag deel aan het jeugdtournooi van HDS in Leersum. In de eerste wedstrijd werd met 4-1 gewonnen van Opheusden. In de fina le werd gespeeld tegen de junioren van Patria uit Zeist. Na een spannende wed- streid slaagde DVSA er in vlak voor het einde het enige en winnende doelpunt in deze wedstrijd te maken. Met 1-0 werd dus gewonnen en daarmee beslag gelegd op de eerste prijs, een mooie beker. Afd. Metaalbewerken E. Baars, Rhenen, T. C. Drost, Eist (U), W. ter Haar, Rhenen, G. J. Looyen, Rhe nen, D. J. Vahlkamp, Amerongen, H. G. C. van Veenendaal, Amerongen, H. van der Burg, Achterberg. Afd. Autoherstelien W. D. J. van de Kuinder, Veenendaal, C. Meijering, Veenendaal, J. G. H. B. van Oort, Rhenen, J. W. van Zetten, Veenendaal. Afd. Landbouwwerktuigherstellen W. T. van Harrevelt, Rhenen, H. van Kreel, Rhenen, J, van Kreel, Achter berg, H. J. A. M. Nuijten, Veenendaal. Afd. Elektrotechniek P. C. A. van den Brink, Veenendaal, G. A. van Driel, Rhenen, J. van Dijk, Rhenen, Afd. Elektro-sanitairtechniek G. E. Beukhof, Veenendaal, J. Bouman, Veenendaal, W. Diepeveen, Veenendaal, J. W. D. Nathalia, Rhenen, A. Buiten huis, Rhenen. Afd. Instrumentmaken P. H. Bekker, Rhenen, P. Broertjes, Vee nendaal, W. J. Keijman, Rhenen, W. Laan, Veenendaal, J. M. Nienhuis, Rhenen. Afd. Timmeren M. van Laar, Achterberg, J. Nieuwen- huis, Rhenen, G. van Viegen, Eist (U), K. Vos, Achterberg. Afd. Meubelmaker D. van Dam, Rhenen, Afd. Schilderen E. A. van den Broek, Veenendaal, J. J. Tollenaar, Achterberg. Afd. Broodbanketbakken A. H. van der Schouw, Rhenen, A. A. de Vries, Veenendaal, C. van de Haar, Veenendaal. UNESCO HELPT INDIA ZICH HELPEN Het UNESCO-centrum heeft de op leiding van sociale werkers in het ka der van de landgiftbeweging onder zijn projecten opgenomen. Er zijn door de activiteit van de Indiase landgiftbewe ging, die in 1951 door Vinoba Bhave ten bate van de Indiase landlozen ge start werd, nu al twee miljoen hectaren land en 5.079 dorpen ten geschenke ge geven door rijke en arme Indiase boe ren. Voor de herverdeling van het land en de ontwikkeling van de landbouw in de gegeven dorpen is leiding nodig. De landgiftbeweging leidt hiervoor sociale werkers op. Voor deze opleidingen en voor de bouw van irrigatieputten is in Nederland al meer dan f 6.000,bij eengebracht en naar India doorgezon den. Men zal nu voortaan ook zelf direct hulp kunnen zenden door bij het UNES CO-centrum te Amsterdam, Oranje Nassaulaan 5, geschenkbonnen te be stellen a 19,en deze zelf te verzen den naar India. Men vestigt daarmee een rechtstreeks contact. De bedoeling van UNESCO's geschenkbonnensysteem is verder om op deze wijze de moge lijkheid te scheppen tot hulpverlening zonder enige aftrek van onkosten. Des gewenst zal UNESCO ook zelf de be taalde geschenkbonnen graag verzen den. UNESCO's giro is 194800. Bij stor ting voor dit doel vermelden: landgift beweging India. Wie geen geld heeft kan toch helpen, want men kan nu ook de alleraardigste UNESCO-sluitzegels verkopen aan vrienden, kennissen of verenigingsge noten, om dan voor de opbrengst ge schenkbonnen te verkrijgen bij het UNESCO-centrum. De sluitzegels worden zonder voor uitbetaling door het UNESCO-centrum verstrekt. Op deze wijze slaat men twee vliegen in één klap. Men maakt met de sluitzegels propaganda voor UNESCO's prachtige hulpwerk en helpt tegelijkertijd de Indiase dorpen zichzelf te helpen. CLANDESTIENE ZENDER INGEREKEND In samenwerking met de Rijkspolitie te Haaksbergen hebben opsporingsambtena ren van PTT zaterdag 6 juli j.l. de clan destiene zender „Etherpiraat" opgespoord en in beslag genomen. Daarbij is proces verbaal opgemaakt tegen de 16-jarige scholier W. P. J. te Haaksbergen. OMZET VAN BIER De bier-omzet in West-Duitsland en West-Berlijn steeg in 1962 t.o.v. 1961 met 7°/o tot 62,2 miljoen hectoliter. Per hoofd van de bevolking werd ruim 100 liter geconsumeerd tegen ca 50 liter tien jaar geleden. Niettemin wordt in vakkringen nog een verdere toeneming verwacht. De omzet bestond in 1962 voor ruim 60 °/o uit flessenbier, deze (toenemende) voorkeur voor flessenbier verontrust de Westduitse bierbrouwe rijen enigszins. De Westduitse bierexport verminder de in 1962 van 880.000 tot 864.000 hl, daarentegen nam de invoer toe van 164230 hl in 1961 tot 244150 hl waarvan 41530 hl ter waarde van DM 1,1 mil joen uit Nederland afkomstig was. Over vijf tot tien jaren wacht de wereld een ramp. Dit is de stellige overtuiging van dr. Bo Lundberg, de directeur van het Zweedse instituut voor luchtvaart- onderzoek. De supersonische vliegtuigen, welke dan zullen worden gebruikt voor het transatlantische verkeer, zullen een breed spoor van vernielingen op aarde achterlaten. Kort nadat de toestellen zullen zijn ingezet op Amsterdam, zullen er nog slechts weinig ruiten in Nederland zijn, die hun overtocht hebben over leefd. Dit alles zal het gevolg zijn van de ietwat magische „sonic boom", de ge martelde lucht, die het aardoppervlak treft als een vliegtuig door de geluids barrière breekt. De vliegtuigfabrieken werken op dit moment al hard aan vliegtuigen, welke meer dan honderd passagiers kunnen vervoeren met snelheden van twee- tot driemaal het geluid (Mach 2 - 3). Een voorbeeld daarvan is de Convorde, pro- dukt van nauwe samenwerking tussen Britse en Franse luchtvaartindustrieën. Met de Concorde steekt de Europese in dustrie de Amerikaanse de loef af, want verwacht wordt, dat het prototype vóór 1968 zal vliegen. De Amerikanen zullen hun eigen projecten op dit gebied niet vóór 1970 kunnen verwezenlijken. De Amerikaanse Pan American luchtvaart maatschappij heeft al zes Convordes be steld en een optie genomen op een aan tal volgende. Ook de Brazilianen heb ben belangstelling getoond. Als het zo ver is zullen ook ongetwijfeld de BOAC en Air France met de supersonische herriemakers gaan vliegen. De vliegtuigen - nu nog alleen zicht baar op de tekeningen - zien er re volutionair uit. Lang, slank en uitge rust met geweldige driehoeksvleugels, welke nodig zijn om de stabiliteit te be waren als met lage snelheden moet worden geland. De luchtvaartwereld is enthousiast over de nieuwe generatie lijnvliegtuigen. Het zal nu mogelijk zijn om in 2 uren van Parijs naar New York te vliegen, 's Ochtends een ont bijt onder de Eiffeltoren en 's middigs een luch op Broadway zou, als er geen tijdsverschil zou bestaan, mogelijk zijn. Maar heel wat deskundigen, zoals dr. Lundberg, zitten toch met de handen in het haar.. Als wijze profeten voor spellen zij het komende kwaad. Teveel is nog onbekend, zo waarschuwen zij, over de „sonic boom". Als een straal jager door de geluidsbarrière breekt, hoort men op de grond een of twee don derslagen. Er kunnen enkele ruiten sneuvelen; In Nederland is dat al meer malen gebeurd. Maar bij toestellen zoals de Concorde zullen de gevolgen nog veel erger zijn. De „sonic boom" zal bij deze reuzen niet alleen optreden als zij kort na de start door de geluidsgrens gaan, maar een blijvend verschijnsel van ongekende kracht zijn, zo menen de medestanders van dr. Lundberg. De enorme luchtdruk zal over een strook van honderd tot honderd vijf tig kilome ter breedte de aarde geselen, ruiten vernielen en gebouwtjes in elkaar druk ken. „Moeten miljoenen mensen met de narigheden zitten als een paar honderd anderen een uurtje sneller over de Oceaan willen gaan?", zo vraagt dr. Lundberg. De toekomst moet het leren.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 5