ONTWIKKELINGSDECADE
DVSA oefende in Zeist tegen Patria
Helpt India zich
helpen
„DE WERELD WACHT EEN RAMP"
DERDE BLAD „DE VALLEI"
WOENSDAG 17 JULI 1963
Nr. 57
Geslaagden Techn. School
Wageningen
Supersonisch tijdperk biedt kwade verrassingen
kind
afbraak van de oude leefgewoonten
wordt bespoedigd door de trek van het
platteland naar de steden.
De veranderingen, die zich voltrek
ken, lijken heel veel op die, veroor
zaakt door de industriële revolutie in
Europa. En evenals dat in Europa
het geval was kunnen die verande
ringen gezin en individu voor grote
moeilijkheden plaatsen.
Vooral voor het kind kan de om
schakeling bijzonder lastig zijn; het
raakt verdoold in het niemandsland
tussen de traditionele maatschappij,
waarin zijn ouders opgroeiden, en de
geïndustrialiseerde maatschappij, die
rondom hem ontstaat.
Aan de andere kant kan de wereld
in een eeuw van grote veranderingen
juist al zijn hoop stellen op het op
groeiende kind, mits dit een redelijke
mate van bescherming geboden wordt
en een goede voorbereiding op de taak,
die voor hem ligt.
Anderen helpen zichzelf
te helpen
Veel van de ingrijpende veranderin
gen, die in de onderontwikkelde we
reld plaats grijpen, worden teweegge
bracht en gesteund door economische
en technisch bijstand van de rijke lan
den. Wij kennen zelf van nabij zo'n
vorm van hulp: het Marshall-plan. Dat
was een hulpprogramma van de Ver
enigde Staten, dat veel heeft bijgedra
gen tot het herstel van Europa na de
tweede wereldoorlog.
Deze hulp kan gegeven worden in
de vorm van hulp van land tot land
de zogenaamde bilaterale hulp of in
de vorm van hulp door een groot aan
tal landen tezamen, zoals bijvoorbeeld
belichaamd in de Verenigde Naties
de zogenaamde multilaterale hulp.
Het belang van
menselijke hulpbronnen
Het bevorderen van de economische
vooruitgang van onderontwikkelde ge
bieden bleek een heel wat ingewikkel
der taak te zijn dan de door het succes
van het Marshall-plan aangemoedigde
regeringsleiders dertien jaar geleden
konden vermoeden. De landen van
West-Europa mochten dan al zwaar
gehavend uit de wereldoorlog te voor
schijn zijn gekomen, zij hadden toch
een heleboel dingen in hun voordeel.
Zij bezaten industriële verworvenhe
den, die een hoge graad van ontwikke
ling hadden bereikt, en een grote re
serve aan technische kennis en vak
kundigheid, omdat hun bevolking al
jaren lang vertrouwd was geweest met
industriëel leven en een goed geordend
bestuur. Fabrikanten kenden hun mark
ten en zij wisten welke grondstoffen
zij nodig hadden en waar zij die van
daan konden krijgen. Om 's lands eco
nomie weer op gang te krijgen, was
het in veel gevallen alleen maar nodig
de door de oorlog verwoeste bedrijven
en fabrieken weer op te richten.
De onderontwikkelde landen daar
entegen beschikken niet over een der
gelijke ondergrond van een moderne
geïndustrialiseerde maatschappij of ver
keren nog in een beginstadium. Er zijn
maar heel weinig geschoolde arbeiders
en nog minder mensen, die leiding kun
nen geven. Menige belangrijke nationa
le hulpbron is en blijft onaangeboord.
In het algemeen heeft niemand daar
enige notie welke markten er bestaan
voor nieuwe artikelen. Het was niet te
voorkomen, dat de hulpprogramma's
voor onderontwikkelde landen, die in
1950 een aanvang namen, hier en daar
slecht uitpakten. In de betrekkelijk
korte tijd, die sindsdien verlopen is,
heeft men veel nuttigs geleerd en men
is nog steeds bezig te leren.
Een van de voornaamste van deze
lessen is, dat investeringen in mensen
zeker even belangrijk zijn als het ste
ken van geld in irrigatie werken, wegen,
Vrijwel alle organisaties, die zich met bepaalde onderdelen van ontwikkelingshulp
bezig houden, leggen er de nadruk op, dat hun werk zo belangrijk is voor kinderen.
Het is ongetwijfeld waar, dat iedere vorm van ontwikkeling van belang kan zijn
voor het opgroeiende geslacht. Maar het is goed, dat UNICEF, het Kinderfonds,
er is, de enige organisatie van de Verenigde Naties, die zich uitsluitend bezig houdt
met de belangen van kinderen en van de moeders, die hun het leven geven. In alle
ontwikkelingspogingen probeert UNICEF de bindende factor te zijn en te zorgen,
dat bij alle plannen de toekomst van het kind geen gelukkige bijkomstigheid maar
weloverwogen doel is.
spoorwegen, havens, fabrieken enzo
voort. In bepaalde fasen van nationale
ontwikkeling kunnen zij zelfs veel be
langrijker zijn.
Dat dit principe in het begin te zeer
over het hoofd werd gezien, is moge
lijk hieraan te wijten, dat het beleggen
van geld in mensen geen direct aan
toonbare resultaten oplevert. Nergens
in de boeken van de staat kan men op
inkomsten wijzen, die een direct gevolg
zijn van uitgaven voor gezondheid, on
derwijs en maatschappelijk welzijn.
Maar recente onderzoekingen bewijzen
zonneklaar, dat economische vooruit
gang in deze eeuw meer te danken is
aan menselijk vernuft dan aan investe
ring van kapitaal.
De behoefte van kinderen
Het is een bemoedigend teken, dat
de volken van onderontwikkelde lan
den beginnen in te zien, dat hun kin
deren een in alle opzichten even waar
devolle hulpbron zijn als hun grond,
hun rivieren en hun bezit aan mine
ralen. Helaas heeft deze gedachten-
gang nog weinig toepassing gevonden
in de verschillende drie-, vier- en vijf
jarenplannen, die de regeringen als
richtsnoer voor hun streven naar ont
wikkeling hebben opgesteld.
Alle organisaties van de Verenigde
Naties, die betrokken zijn bij de hulp
aan onderontwikkelde landen, concen
treren hun hulp steeds meer op de
hulp bij het opstellen van goed door
dachte plannen voor de ontwikkeling
van hun natuurlijke en menselijke
hulpbronnen. Deze „planning" is niet
het interessantste onderwerp om over
te schrijven, maar is wel uiterst be
langrijk om tot goede resultaten te ko
men. Ze is een dwingende noodzaak
voor de versnelde ontwikkeling van
landen, die te arm zijn om zich kost
bare vergissingen te kunnen veroor
loven. Bij deze „planning" en bij het
verschaffen van de middelen om de
plannen tot werkelijkheid te doen wor
den, speelt UNICEF, het Kinderfonds
van de Verenigde Naties, een heel be
langrijke rol. Een van de voornaamste
doelstellingen van UNICEF in deze ont
wikkelingsdecade is landen te helpen
goed gefundeerde plannen op te stellen
voor kinderen en jonge mensen en deze
programma's te doen inpassen in de al
gemene ontwikkelingsplannen.
In ongeveer dertig landen zijn ver
tegenwoordigers van UNICEF geves
tigd. Hun taak is voor een deel er op
toe te zien, dat door UNICEF gelever
de goederen prompt naar hun bestem
ming worden gezonden en gebruikt
worden voor het doel waarvoor zij
werden gegeven. Maar een ander en
nog belangrijker deel van hun taak be
gint al voordat de goederen en uitrus
tingen zelfs nog maar aangevraagd
zijn. Zij werken nauw samen met rege
ringsfunctionarissen en zo mogelijk
met particuliere organisaties bij het
opstellen van plannen en programma's,
die een betere toekomst voor de kin
deren ten doel hebben.
Uit: UNICEF BULLETIN
(Kinderfonds der Ver. Naties)
De zucht naar kennis in onderontwikkelde landen wordt door UNICEF en
de andere organisaties van de Verenigde Naties sterk aangemoedigd. Deze
Ethiopische vrouwen zullen kundige, moderne verpleegsters worden, ontoe
gankelijk voor het oude en vaak zo gevaarlijke bijgeloof op medisch gebied.
De Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties heeft de ter
mijn van 10 jaar tussen 1960
en 1970 uitgeroepen tot „Ont
wikkelingsdecade". Alle menselijke
hulpbronnen dienen te worden gemobi
liseerd om te bereiken, dat tegen 1970
een zodanige toestand is ontstaan dat
de z.g. ontwikkelingslanden een stijging
van het nationaal inkomen van 5 °/o per
jaar kunnen bereiken. Als wij er van
uit mogen gaan, dat de bevolkingsaan
was niet te sterk toeneemt, zou een der
gelijke stijging de individuele levens
standaard in de in ontwikkeling zijnde
landen in vijf en twintig jaar verdub
belen.
Het doel van de Ontwikkelingsdecade
is een groot aantal ontwikkelingslanden
te helpen zichzelf vooruit te helpen:
een eigen vooruitgang te scheppen, die
voortschrijden kan zonder hulp van bui
tenaf.
De plaats van het kind in
de ontwikkeling
Het kind in de geschiedenis. Door de
eeuwen heen werd de houding van
mensen ten opzichte van kinderen be
paald door geloofsovertuiging, bescha
vingsinvloeden en levenswijze. Ook
economische factoren speelden een gro
te en soms alls overheersende rol in de
'houding tegenover kinderen.
De liefde van de moeder tot het kind
is door de eeuwen heen een sterke
macht geweest, waarmee rekening dient
te worden gehouden. Het kind is het
zwakste, kwetsbaarste en minst produk-
tieve lid van de maatschappij. Daarom
kan zijn economische waarde buiten
beschouwing worden gelaten tot hij oud
genoeg is om te werken.
De houding van de primitieve mens
tegenover het kind zou ons vaak tegen
strijdig voorkomen. Het staat wel vast,
dat de primitieve mens graag kinderen
had. Een groot gezin gaf de man maat
schappelijk aanzien en bovendien de
zekerheid, dat hij op zijn oude dag
Het oude en het nieuwe
De hoofdstad van elk arm land heeft
tegenwoordig een moderne wijk, meest
al voorzien van weelderige hotels, die
buitenlandse toeristen moeten aantrek
ken. Dorpen, die tot enkele jaren ge
leden feitelijk geheel geïsoleerd lagen,
zien nu dagelijks een paar maal een
gammele autobus aankomen en weer
vertrekken.
In het midden van het dorp brult de
radio het nieuws omtrent de buiten
wereld uit. Op veel plaatsen worden
fabrieken opgetrokken en stuwdammen
gebouwd. De ongelijkmatige manier,
waarop moderne zaken worden geïn
troduceerd, leidt tot de gekste contras
ten.
Maar als het ooit al zo is geweest,
dat de mensen in onderontwikkelde
landen hun lot met fatalistische ge
latenheid aanvaardden, dan is dat nu
zeker niet meer waar. Overal beginnen
de mensen zich bewust te worden van
de grote materiële voordelen, die de
moderne beschaving kan bieden, en zij
eisen hun deel daarvan op.
Het Kind en de
verandering
De zo hoog nodige veranderingen
brengen ook hun problemen mee. In
bepaalde streken van tropisch Afrika
bijvoorbeeld vallen de traditionele le
vensgewoonten zo snel uiteen, dat jon
ge mensen vaak in botsing komen met
de houding van de oudere generatie.
In de van oudsher bestaande maat
schappij is de stam, de familie-groep
in heel groot verband of de dorpsge
meenschap de voornaamste eenheid
niet de individuele mens. Zoals het al
tijd gegaan is, is het goed. Het nieuwe
is geen belofte maar een bedreiging.
Maar in de maatschappij, die zich
nu overal begint te vormen, worden het
enkele gezin en de individuele mens de
voornaamste eenheden. De oude metho
den zijn meestal verouderde methoden
en men haakt naar het nieuwe. De
verzorgd zou worden en dat in het hier
namaals zijn geest onderhouden zou
worden door offers en gebeden.
Maar in tijd van nood kwam bij ver
scheidene primitieve volken kinder
moord voor pasgeboren kinderen
werden gedood door verstikking, ver
drinking of door hen eenvoudig aan
hun lot over gelaten. Soms werden
kinderen geofferd om boze goden te
behagen. Maar meestal werden zij toch
om economische redenen gedood. Onder
enkele volken was het regel lichame
lijk onvolwaardige kinderen of een ze
ker percentage van de babies van het
vrouwelijk geslacht van kant te maken.
Ook schijnt kindermoord wel toegepast
te zijn als ruwe vorm van geboortebe
perking om te zorgen, dat het aantal
mensen niet te groot werd in verhou
ding tot de bronnen van bestaan.
De opkomst van de grote monothe-
istische godsdiensten het geloof in
één God waaronder Jodendom, Boed
dhisme, Christendom en Islam bracht
een sterke ethische impuls voor een
betere behandeling van kinderen. Je
zus zei: „Laat de kinderen tot mij ko
men en houd hen niet tegen, want hen
is het Koninkrijk Gods". De Joodse Tal
moed bevat uitgebreide voorschriften
over de verplichtingen van ouders te
genover hun kinderen. Mohammed pre
dikte: „Doodt Uw kinderen niet, opdat
ge niet tot de bedelstaf vervalt". Maar
zelfs de beste wil om deze voorschrif
ten op te volgen kon niet verhinderen
dat de grote meerderheid van de we
reldbevolking tot voor zeer kort weinig
kon ondernemen om kinderen te be
schermen tegen honger, ziekte en dood.
De invloed van de
ontwikkelingsproblemen
op kinderen
menhang en zij beïn
vloeden in sterke ma
te het leven van kin
deren. Kinderen leven
nu eenmaal niet in
een afgesloten ruimte
zij leven in een ge
meenschap en zijn be
trokken bij de proble
men van de maat
schappij, waarin zij le
ven. Als er armoede
heerst met haar onaf
scheidelijke gezellen:
honger, ziekte en on
wetendheid. hebben
kinderen als de meest
kwetsbare groep van
de gemeenschap daar
het eerst van te lijden.
Van het aantal babies,
dat in de onderont
wikkelde landen wordt
geboren, sterft zeker
een derde deel voor zij
vijf jaar oud zijn. Niet
meer dan de helft van
de kinderen, die het
geluk hebben hun eer
ste levensjaren te
overleven, gaat naar
school. Een heel klein
percentage krijgt de opvoeding en op
leiding, die hen in staat moet stellen
het hoofd te bieden aan de sterk ver
anderende wereld, waarin zij opgroeien.
Onderontwikkelde
hulpbronnen
Gezondheidsdiensten, zuigelingen- en
kleuterconsultatiebureaus, scholen, vak
opleidingen en dergelijke zijn kostbaar.
Het spreekt vanzelf, dat wat een land
voor zijn kinderen kan doen, beperkt
wordt door de economische staat van
ontwikkeling, waarin het zich bevindt.
Men heeft wel eens gedacht, dat eco
nomische ontwikkeling voornamelijk
een kwestie was van het beleggen van
voldoende geld in stuwdammen, wegen,
krachtstations, fabrieken en andere pu
blieke en particuliere ondernemingen.
Als dat waar was, zou de beste methode
om de levensomstandigheden vart kin
deren in onderontwikkelde gebieden te
verbeteren zijn: voorlopig niet meer
te denken aan hun speciale behoeften,
maar zich te bepalen tot het bouwen
van dammen, fabrieken enzovoort.
De ervaring van de laatste tijd leert
echter, dat deze manier van aanpakken
op niets uitloopt. De economische ont
wikkeling van een land is zeker even
afhankelijk van mensen als van na
tuurlijke hulpbronnen en van indus
triële mogelijkheden.
Wanneer er niets kan worden ge
daan om de gezondheid en de ont
wikkeling van de opgroeiende ge
neratie te verbeteren, zal veel van
het in ontwikkelingsprojecten ge
stoken geld volkomen weggegooid
zijn. De kinderen en jonge mensen,
die nu opgroeien in Afrika, Azië en
Midden- en Zuid-Amerika vormen
een van 's werelds „onderontwik
kelde hulpbronnen".
De technische en economische ont
wikkeling van Europa en Noord-Ame-
rika heeft ontzaglijk veel verbeterd in
het lot van kinderen. O zeker, er zijn
nog veel te veel kinderen in eco
nomisch goed ontwikkelde landen
die tekort komen. Maar voor het
eerst in de geschiedenis van de
mensheid zijn zij uitzonderingen
geen regel!
Maar als wij de wereld als ge
heel bekijken, zien wij een heel
ander beeld. Ook al is er enige
vooruitgang te bespeuren, de le
vensomstandigheden van kinderen
in de uitgestrekte, volkrijke stre
ken, die nog in een vroeg stadium
van ontwikkeling verkeren, laten
nog alles te wensen over. Voor de
meeste landen ligt het verwezen
lijken van de meest elementaire
rechten van het kind nog in het
verre verschiet. De goede vul mag
er dan misschien wel zijn men
beschikt eenvoudig niet over de
middelen. Drie kwart van alle kin
deren ter wereld leven en groeien
op in de zogenaamde onderontwik
kelde wereld een wereld, waar
in honger, armoede en ziekte eer
regel zijn dan uitzondering en
waarin het voor het kind heel erg
moeilijk is zich voor te bereiden
op de ontzaglijke taak, die het
wacht. Al deze vraagstukken ver
tonen een nauwe onderlinge sa-^
Ter voorbereiding op de nieuwe competitie speelde DVSA zaterdagavond een oefen
wedstrijd achter 't Slot in Zeist tegen Patria, dat in de 4e klas van de KNVB speelt.
Het werd direct een vlotte en goede wedstrijd, waarbij beide elftallen zich volledig
gaven. DVSA speelde technisch wat beter en ook was het ploegverband beter ver
zorgd. Als gevolg hiervan kwam het Patria-doel dan ook al heel gauw onder zware
druk te staan.
Na enkele vergeefse aanvallen knalde
na 5 minuten spelen aanvoerder Bree-
schoten de bal onhoudbaar in 0-1. De
vreugde was evenwel van korte duur,
want door een misverstand in de verdedi
ging kwam Patria enkele minuten later
goedkoop aan de gelijkmaker 1-1. DVSA
bleef voorlopig toch het beste van het spel
behouden. Ware de Patria-keeper niet in
zulk een uitstekende vorm geweest, dan
had het er slecht uit gezien voor de Zeis-
tenaren. Na een kwartier spelen bracht
Joop van Viegen na een mooie aanval de
stand op 1-2. Het werd vervolgens een ge-
lijkopgaande en boeiende wedstrijd met
wisselende kansen. Vlak voor de pauze
kwam Patria aan de gelijkmaker 2-2 om
direct daarop zelfs de leiding over te ne
men 3-2.
In de tweede helft weer een gelijkop-
gaande strijd, waarbij het peil geleidelijk
wat zakte. Het bleef echter voortdurend
een aantrekkelijke wedstrijd met soms
prachtige combinaties van beide ploegen.
Na 20 minuten spelen weer een algemene
snelle DVSA aanval. C. van Ommeren
werd vrijgespeeld en onhoudbaar voor de
werkelijk voortreffelijke Patria-keeper
ging de bal opnieuw in het Patria-doel
3-3. Vlak voor het einde kende de scheids
rechter aan Patria een strafschop toe.
Deze veel te zware straf werd echter door
de DVSA-keeper tot corner verwerkt. De
scheidsrechter liet de strafschop echter
over nemen en er ontstond daardoor nogal
deining bij spelers en publiek wat tenslot
te eindigde in het weg zenden van 2
DVSA-spelers. Patria wilde de strafschop
niet benutten en gaf een zacht rollertje
op de DVSA-keeper. Deze wenste dit pre
sentje echter ook niet te accepteren en
liet de bal in het doel rollen 4-3. De aar
digheid was er totaal af en het was geluk
kig, dat deze wedstrijd hierna spoedig
eindigde. DVSA kan intussen weer op een
uitstekende wedstrijd terugzien en kan,
ondanks het vertrek van misschien enkele
prominenten naar het betaalde voetbal,
met vertrouwen de nieuwe competitie te
gemoet zien.
De junioren van DVSA namen zaterdag
deel aan het jeugdtournooi van HDS in
Leersum. In de eerste wedstrijd werd met
4-1 gewonnen van Opheusden. In de fina
le werd gespeeld tegen de junioren van
Patria uit Zeist. Na een spannende wed-
streid slaagde DVSA er in vlak voor het
einde het enige en winnende doelpunt in
deze wedstrijd te maken. Met 1-0 werd
dus gewonnen en daarmee beslag gelegd
op de eerste prijs, een mooie beker.
Afd. Metaalbewerken
E. Baars, Rhenen, T. C. Drost, Eist (U),
W. ter Haar, Rhenen, G. J. Looyen, Rhe
nen, D. J. Vahlkamp, Amerongen, H. G.
C. van Veenendaal, Amerongen, H. van
der Burg, Achterberg.
Afd. Autoherstelien
W. D. J. van de Kuinder, Veenendaal,
C. Meijering, Veenendaal, J. G. H. B.
van Oort, Rhenen, J. W. van Zetten,
Veenendaal.
Afd. Landbouwwerktuigherstellen
W. T. van Harrevelt, Rhenen, H. van
Kreel, Rhenen, J, van Kreel, Achter
berg, H. J. A. M. Nuijten, Veenendaal.
Afd. Elektrotechniek
P. C. A. van den Brink, Veenendaal,
G. A. van Driel, Rhenen, J. van Dijk,
Rhenen,
Afd. Elektro-sanitairtechniek
G. E. Beukhof, Veenendaal, J. Bouman,
Veenendaal, W. Diepeveen, Veenendaal,
J. W. D. Nathalia, Rhenen, A. Buiten
huis, Rhenen.
Afd. Instrumentmaken
P. H. Bekker, Rhenen, P. Broertjes, Vee
nendaal, W. J. Keijman, Rhenen, W.
Laan, Veenendaal, J. M. Nienhuis,
Rhenen.
Afd. Timmeren
M. van Laar, Achterberg, J. Nieuwen-
huis, Rhenen, G. van Viegen, Eist (U),
K. Vos, Achterberg.
Afd. Meubelmaker
D. van Dam, Rhenen,
Afd. Schilderen
E. A. van den Broek, Veenendaal, J. J.
Tollenaar, Achterberg.
Afd. Broodbanketbakken
A. H. van der Schouw, Rhenen, A. A. de
Vries, Veenendaal, C. van de Haar,
Veenendaal.
UNESCO HELPT INDIA ZICH
HELPEN
Het UNESCO-centrum heeft de op
leiding van sociale werkers in het ka
der van de landgiftbeweging onder zijn
projecten opgenomen. Er zijn door de
activiteit van de Indiase landgiftbewe
ging, die in 1951 door Vinoba Bhave
ten bate van de Indiase landlozen ge
start werd, nu al twee miljoen hectaren
land en 5.079 dorpen ten geschenke ge
geven door rijke en arme Indiase boe
ren. Voor de herverdeling van het land
en de ontwikkeling van de landbouw in
de gegeven dorpen is leiding nodig. De
landgiftbeweging leidt hiervoor sociale
werkers op. Voor deze opleidingen en
voor de bouw van irrigatieputten is in
Nederland al meer dan f 6.000,bij
eengebracht en naar India doorgezon
den.
Men zal nu voortaan ook zelf direct
hulp kunnen zenden door bij het UNES
CO-centrum te Amsterdam, Oranje
Nassaulaan 5, geschenkbonnen te be
stellen a 19,en deze zelf te verzen
den naar India. Men vestigt daarmee
een rechtstreeks contact. De bedoeling
van UNESCO's geschenkbonnensysteem
is verder om op deze wijze de moge
lijkheid te scheppen tot hulpverlening
zonder enige aftrek van onkosten. Des
gewenst zal UNESCO ook zelf de be
taalde geschenkbonnen graag verzen
den. UNESCO's giro is 194800. Bij stor
ting voor dit doel vermelden: landgift
beweging India.
Wie geen geld heeft kan toch helpen,
want men kan nu ook de alleraardigste
UNESCO-sluitzegels verkopen aan
vrienden, kennissen of verenigingsge
noten, om dan voor de opbrengst ge
schenkbonnen te verkrijgen bij het
UNESCO-centrum.
De sluitzegels worden zonder voor
uitbetaling door het UNESCO-centrum
verstrekt. Op deze wijze slaat men
twee vliegen in één klap. Men maakt
met de sluitzegels propaganda voor
UNESCO's prachtige hulpwerk en helpt
tegelijkertijd de Indiase dorpen zichzelf
te helpen.
CLANDESTIENE ZENDER
INGEREKEND
In samenwerking met de Rijkspolitie te
Haaksbergen hebben opsporingsambtena
ren van PTT zaterdag 6 juli j.l. de clan
destiene zender „Etherpiraat" opgespoord
en in beslag genomen. Daarbij is proces
verbaal opgemaakt tegen de 16-jarige
scholier W. P. J. te Haaksbergen.
OMZET VAN BIER
De bier-omzet in West-Duitsland en
West-Berlijn steeg in 1962 t.o.v. 1961
met 7°/o tot 62,2 miljoen hectoliter. Per
hoofd van de bevolking werd ruim 100
liter geconsumeerd tegen ca 50 liter
tien jaar geleden. Niettemin wordt in
vakkringen nog een verdere toeneming
verwacht. De omzet bestond in 1962
voor ruim 60 °/o uit flessenbier, deze
(toenemende) voorkeur voor flessenbier
verontrust de Westduitse bierbrouwe
rijen enigszins.
De Westduitse bierexport verminder
de in 1962 van 880.000 tot 864.000 hl,
daarentegen nam de invoer toe van
164230 hl in 1961 tot 244150 hl waarvan
41530 hl ter waarde van DM 1,1 mil
joen uit Nederland afkomstig was.
Over vijf tot tien jaren wacht de wereld een ramp. Dit is de stellige overtuiging
van dr. Bo Lundberg, de directeur van het Zweedse instituut voor luchtvaart-
onderzoek. De supersonische vliegtuigen, welke dan zullen worden gebruikt voor
het transatlantische verkeer, zullen een breed spoor van vernielingen op aarde
achterlaten. Kort nadat de toestellen zullen zijn ingezet op Amsterdam, zullen
er nog slechts weinig ruiten in Nederland zijn, die hun overtocht hebben over
leefd. Dit alles zal het gevolg zijn van de ietwat magische „sonic boom", de ge
martelde lucht, die het aardoppervlak treft als een vliegtuig door de geluids
barrière breekt.
De vliegtuigfabrieken werken op dit
moment al hard aan vliegtuigen, welke
meer dan honderd passagiers kunnen
vervoeren met snelheden van twee- tot
driemaal het geluid (Mach 2 - 3). Een
voorbeeld daarvan is de Convorde, pro-
dukt van nauwe samenwerking tussen
Britse en Franse luchtvaartindustrieën.
Met de Concorde steekt de Europese in
dustrie de Amerikaanse de loef af, want
verwacht wordt, dat het prototype vóór
1968 zal vliegen. De Amerikanen zullen
hun eigen projecten op dit gebied niet
vóór 1970 kunnen verwezenlijken. De
Amerikaanse Pan American luchtvaart
maatschappij heeft al zes Convordes be
steld en een optie genomen op een aan
tal volgende. Ook de Brazilianen heb
ben belangstelling getoond. Als het zo
ver is zullen ook ongetwijfeld de BOAC
en Air France met de supersonische
herriemakers gaan vliegen.
De vliegtuigen - nu nog alleen zicht
baar op de tekeningen - zien er re
volutionair uit. Lang, slank en uitge
rust met geweldige driehoeksvleugels,
welke nodig zijn om de stabiliteit te be
waren als met lage snelheden moet
worden geland. De luchtvaartwereld is
enthousiast over de nieuwe generatie
lijnvliegtuigen. Het zal nu mogelijk zijn
om in 2 uren van Parijs naar New
York te vliegen, 's Ochtends een ont
bijt onder de Eiffeltoren en 's middigs
een luch op Broadway zou, als er geen
tijdsverschil zou bestaan, mogelijk zijn.
Maar heel wat deskundigen, zoals dr.
Lundberg, zitten toch met de handen
in het haar.. Als wijze profeten voor
spellen zij het komende kwaad. Teveel
is nog onbekend, zo waarschuwen zij,
over de „sonic boom". Als een straal
jager door de geluidsbarrière breekt,
hoort men op de grond een of twee don
derslagen. Er kunnen enkele ruiten
sneuvelen; In Nederland is dat al meer
malen gebeurd. Maar bij toestellen zoals
de Concorde zullen de gevolgen nog
veel erger zijn. De „sonic boom" zal bij
deze reuzen niet alleen optreden als zij
kort na de start door de geluidsgrens
gaan, maar een blijvend verschijnsel
van ongekende kracht zijn, zo menen
de medestanders van dr. Lundberg. De
enorme luchtdruk zal over een strook
van honderd tot honderd vijf tig kilome
ter breedte de aarde geselen, ruiten
vernielen en gebouwtjes in elkaar druk
ken. „Moeten miljoenen mensen met de
narigheden zitten als een paar honderd
anderen een uurtje sneller over de
Oceaan willen gaan?", zo vraagt dr.
Lundberg. De toekomst moet het leren.