DE MENS LEEFT NIET VAN VERKEER ALLEEN.... TTLelLs optiek pompvers r Jonge organist kreeg eervolle opdracht VERDWIJNEND VEENENDAAL „Canopus" bracht jonge ijsbeer Waardig afscheid van gemeentebode Van Remmerden in Amerongen „Speel jij maar in de Domkerk TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1963 Nr. 69 OPNIEUW IS VEENENDAAL ONTLUISTERD DAN EEN GEHEEL NIEUW VEENENDAAL Krokodillentranen H00FDSTR.54 - TEL:3184 NAAST DE APOTHEEK VEENENDAAL Waarvan akte Strijd tegen de kinderverlamming Er prikt iets in me, nu ik hier weg moet JAAP HUIBERS, een intelligente 19-jarige jonge man uit Overberg, heeft een week of wat geleden een hoogtepunt bereikt in zijn opbouw van een organisten-carrière. Zijn leermeester, de grote Stoffel van Viegen die tevens organist van de gigantische Utrechtse Domkerk is, riep hem Strbffel van Vielen °P zeker moment bij zich. In eerste instantie dacht Jaap een op- of aanmerking te krijgen op zijn o studie en het was dan ook heel begrijpelijk dat hij dit gesprek maar het liefst zo gauw moge- lijk achter de rug zou hebben. Hoe héél anders zou het echter lopen, want toen Jaap bij zijn leer meester zat kreeg hij géén reprimande of iets dergelijks. Integendeel: Stoffel van Viegen zei te gen zijn leerling: „Jaap, ik ga vier weken met vakantie en nu zou ik graag zien dat jij die perio de voor mij waarneemt als organist in de DomkerkPas toen de jonge Overbergenaar bui ten stond drong het in volle omvang tot hem door wat er eigenlijk gebeurd was. Hij, 19 jaar en nog maar pas aan het begin van zijn conservatorium-studie, was door Stoffel van Viegen goed bevonden officieel het schitterende orgel van de Domkerk te bespelen! Op dat moment zou hij het liefst dansend en jubelend de Utrechtse straten zijn ingerend om deze grote eer aan iedereen te vertellen. Natuurlijk deed hij dat niet want daar is Jaap Huibers een te rustige sympathieke knaap voor, maar dat hem dit innerlijk heeft aangesproken, behoeft geen nadere uitleg! Hoort U „Ik deed niets" „Lijkt het op Bach „De oplossing!" „De ontdekking" De toekomst „Interesse voor elkaar" De onvergetelijke ir. M. M. van Hoffen, in 1955 plotseling overleden, sprak op 31 mei 1952 bij de weder ingebruikstelling van de Doesburgerkorenmolen by Ede: „Natuur- en cultuurbeschermers worden geduld, meer niet. Ze worden beschouwd als dwazen, als bedelaars, die men wat geeft om van ze af te zijn. Er schort het een en ander aan de voorlichting of) dit gebied en hier ligt voor de overheid een taak, xvant als het volk het belang gaat inzien van cultuur- en natuurmonumenten, dan komt er geld ook. Dan zal men als beschermer niet meer in het defensief gedron gen worden, maar zich ook eens kunnen vermeien in ivijze besluiten, die er op ge richt zijn het dorps- en stadsbeeld en het landschap te verrijken" Ik beken gaarne tot deze dwazen en bedelaars gerekend te worden. Want kan men mooier en beter werk ver richten dan het beschermen van na tuur- en cultuurgoederen Tot mijn grote spijt ben ik echter niet zo opti mistisch als wijlen ir. Van Hoffen, wat de bestemming der gelden betreft, want deze worden meer besteed aan dempen en slopen. Ik moest aan zijn woorden denken, toen ik enige dagen geleden de fraaie lindebomen in het Gelderland geveld zag, die zulk een harmonisch geheel vormden met de daarachter gelegen karakteristieke huizen met waag uit de 18e eeuw. Ik begrijp wel dat de overheid redenen Verdwenen landschappelijke schoonheid aan het Benedeneind. Het watertje is gehad zal hebben die bomen te doen nGrift, maar een wetering die er nog op loost, komend van de Kade waar vellen. Maar kan ook zij zich niet ver- j gissen? In Haarlem wilde men deze n°9 een sluisje is, dat water uit het Maanderbroek doorlaat. De boerderij met de zomer het oudste stadsdeel, de Bake- beide bergen is in de oorlog verwoest. Zij lag waar nu woonhuis no. 18-19 staat. in Boven- en Benedeneind niet ver hogen, het water beter doen doorstro men, de huizen niet aansluiten op een riool inplaats van de Grift als zodanig te gebruiken? Wij zijn toch een volk van ingenieurs en waterbeheersers? Kon men de verbinding met de toe komstige Dragonderwijk niet een ander tracé laten volgen dan door de Prins Bernhardlaan, bijvoorbeeld langs een verbrede Vijgendam? Er blijft weinig behoorlijks over in ons goede Veenendaal. Zeker, daar is de nieuwbouw die hier en daar wat aardigs heeft, daar is de indrukwek kende Petrakerk, daar zijn enige fraaie landhuizen. Als echter al het oude met zijn patina van eeuwen toch moest ver dwijnen, zou men er dan niet beter aan doen een geheel nieuw Veenendaal te bouwen? Met dempen, slopen en het vellen van bomen komt men er ook niet. Zie maar eens de bedroevende beplanting van de Valleistraat, de De fraaie lindebomen aan het Gelderland, thans gerooid. Karakteristieke voor- troosteloze aanblik van de Zandstraat. name burgerwoningen met Gelderse Waag uit de 18e eeuw. De mens leeft niet van hygiëne en verkeer alleen nog niet de weg van de geringste weer stand? Kon men destijds de waterstand nessergracht, dempen. Maar door verzet en protest van bedoelde dwazen en bedelaars zag men er van af. In Leiden bestond indertijd het plan hetzelfde te doen met het oude Rapenburg en de Zuidsingel, maar ook dit werd voor komen. Ieder herinnert zich nog hoe de dempingsplannen in Amersfoort tot een minimum werden teruggebracht. In Franeker en Alkmaar ging het even zo. Achteraf blijkt dus, dat vele plan nen tot demping en sloping niet urgent waren. Het verlies dat Veenendaal weer lijdt voegt zich bij een reeks van vroe gere ontluisteringen, waarbij in vooral denk aan het dempen van het Beneden en Boveneind, de Zwaai, het water in de Zandstraat en aan het slopen van de talloze brugjes. Indien dit alles niet geschied ware, zou Veenendaal een mooie plaats ge bleven zijn, een tweede Giethoorn. Ik hoor mij al tegenwerpen dat de hygiëne de demping van de Grift eiste en dat de bomen aan het Gelderland moesten verdwijnen ter beveiliging van het verkeer: er kan beter een boom sterven dan een mens. Toegegeven. Maar toch vraag ik mij af of er geen andere oplossingen mogelijk waren. Bewandelde en bewandelt men Eén van de krokodillen in Ouwe hands Dierenpark is ondergebracht in een ruime glazen vitrine in het uitge breide aquarium. De omgeving is daar bij aangepast aan de natuurlijke om standigheden waarin krokodillen ge woon zijn te leven. Afgelopen week was het krokodillen- verblijf wel aan een opknappertje toe. Twee man hebben er een dag aan ge werkt om deze grote schoonmaak uit te voeren en er tevens allerlei jonge en nieuwe planten en beplantingen in aan te brengen. Van de krokodil had men niets te vrezen. Het dier is meestal zo lui, dat er soms dagen lang ogen schijnlijk geen leven inzit en het net lijkt of het een opgezet exemplaar is wat daar zo half met zijn kop boven water uitkomt. De gedaanteverwisseling van zijn verblijf verliep dan ook geheel volgens plan en toen alles klaar was keken de beide mannen met voldoening naar hun werk. Het was weer een uniek hoekje geworden daar in het aquarium. Maar zij hadden buiten de waard (in dit geval de krokodil) gerekend. Toen ze een half uur later terugkwamen om nog even een blik in het tropisch aan doend verblijf te werpen, bleek de an ders zo slome krokodil een ravage te hebben aangericht, die onbeschrijflijk was. Alle planten en andere versierin gen had het beest rigoureus vernield en plat geslagen. Het was alsof hij het ge roken had, dat er iets nieuws bij hem was binnengebracht. Al het werk was vergeefs geweest. En de krokodil zelf? Die vertrok geen spier, die lag als voorheen weer op zijn oude vertrouwde plekje in het warme water, echter met dit verschil dat hem de tranen over de wangen biggelden. Maardat waren dan ook wel ras echte krokodillentranen D. Philips. Het onder Noorse vlag varende vrachtschip „Canopus" heeft vanuit Tromsö in Noor wegen maandagmiddag een jonge ijsbeer naar Nederland gebracht, die bestemd was voor Ouwehands Dierenpark. Het schip meerde in de ochtenduren af in de IJsel- haven in Rotterdam, na de gehele nacht vanwege de storm voor de Nieuwe Water weg te hebben gekoerst. Met eigen transport heeft de heer Ou wehand de jonge beer afgehaald. Hij bleek ongeveer anderhalf jaar te zijn en was keurig „verpakt" in een ruime krat. Er was voldoende vlees en verse haring aan boord, zodat de beer op zijn reis naar ons land niets tekort is gekomen. Zoals bekend werd de beer gevangen nabij „Spitsbergen" door Noorse vissers in opdracht van de Noorse regering en voor rekening van Ouwehands Dieren park. Ijsberen zijn namelijk dermate be schermd, dat men ze alleen met een spe ciale licentie mag bemachtigen, precies zoals in ons land het geval is met reeën en herten. Bovendien heeft de heer Ou wehand een verklaring moeten tekenen dat hij de jonge beren niet zal verhan delen. Het stransport naar het dierenpark op de Grebbeberg verliep zonder moeilijk heden. Toen de nieuwe bewoner van het park in zijn voorlopig verblijf werd ge laten, een speciaal voor hem ontruimd gedeelte van de grote berenrots, kwa men echter al gauw de eerste moeilijk heden. Toen het dier, dat ongeveer 60 cm hoog is, in het water was gesprongen en - na vier weken in de krat te hebben gezeten - naar hartelust een robbertje ging zwemmen, zag het geen kans meer om op het droge te komen. Daarvoor hangt er namelijk een trapje in het bas sin, maar daarvan had het dier nog geen kaas gegeten. Hij zocht kennelijk tever geefs een hem zo vertrouwde ijsschots om op te klimmen. Wat men ook probeerde lXIEK£NFONPSLEV£RAWCIER] het gelukte niet de beer aan zijn pool- verstand te brengen dat hij via het trap je weer op zijn plateau kon komen. Men heeft tenslotte een grote ladder gehaald en die aan de altoos maar rond zwemmende nieuweling voorgehouden. Ten lange leste begreep de nieuwkomer wat van hem werd verlangd. Hij klom op de ladder en was zonder enige moeite in een wip boven. Men heeft hem nu zo lang in zijn nachtverblijf gelaten, opdat eerst een nieuwe trap is vervaardigd, die langer en breder is en dan zal deze jon ge ijsbeer, die nog wat geelachtig van kleur is, van de volledige vrijheid kunnen genieten en verder een onbezorgd bestaan kunnen gaan voeren. Intussen bereikte de heer Ouwehand het bericht, dat de vissers nabij „Spits bergen" binnen enkele dagen een tweede exemplaar hopen te bemachtigen. Men verwacht dat de speelkameraad niet lang meer op zich zal laten wachten. Men hoopt van de nieuwste aanwinst spoedig de naam vrij te geven. Daarvoor wordt eerst nog overleg gepleegd met de Noorse autoriteiten. Het dier zal dan één van de eersten zijn, dat zal worden inge schreven in het te ontwerpen register van de burgerlijke stand. De steeds groter wordende levende have van Ouwehands Dierenpark heeft de directie doen besluiten een soort burgerlijke stand in het leven te roe pen. Voor ons mensen is de burgerlijke stand niets anders dan een register van feiten die betrekking hebben op onze burgerlijke staat, zoals geboorte, hu welijk, echtscheiding en overlijden. In dezelfde geest wil men dit in het Rhenense dierenpark gaan doen voor de dieren; wanneer ze geboren zijn, welke naam ze hebben gekregen, wan neer ze zijn aangekocht, wanneer en tussen welke dieren een paring plaats vond (de ambtenaar van de burgerlijke stand zou in zo'n geval een huwelijks akte opmaken), kortom men zal er straks alle mogelijke bijzonderheden in kunnen terugvinden, in deze burger lijke stand voor het dier. (Ingezonden) Zoals u reeds bekend zal zijn, bestaat er momenteel een streven om de ach terstand, die in de gemeente Ede is op het gebied van de bestrijding van de kinderverlamming wegens de onvol ledigheid van het aantal injecties, die de kinderen tegen kinderverlamming hebben ontvangen, in te halen. Er is daarom een zodanige organisatie in het leven geroepen, waardoor nogmaals de gelegenheid wordt geboden alsnog deze injecties te ontvangen. In de maanden april, mei en juni van dit jaar organiseerde de Entgemeen schap voor de meest acute gevallen een avondcampagne. Uit het groot aantal ouders, die met hun kinderen aan deze oproep gevolg hebben gegeven, bleek, hoe velen deze gelegenheid hebben aangegrepen. Bovendien bestaat nu nog bij vele ouders de wens, dat hun kinderen het noodzakelijke aantal injecties tegen de kinderverlamming zullen ontvangen. Om alsnog aan deze behoefte tege moet te komen zal op onderstaande plaatsen voortaan maandelijks de ge legenheid worden geboden voor in enting tegen kinderverlamming. Dit is dus in principe bestemd voor die kinderen en jonge mensen van de jaargangen 1945 t/m 1961, die door al lerlei oorzaken nog niet of nog niet vol ledig zijn ingeënt. De ouders van de kinderen van de jaargangen 1958 t/m 1962 zijn in de af gelopen maanden door de wijkverpleeg sters van de Kruisverenigingen bezocht en degene, die via deze wijkverpleeg ster te kennen hebben gegeven, dat zij alsnog een oproep voor inenting wen sen te ontvangen, kunnen deze begin september verwachten. De ouders van de kinderen van de jaargangen 1945 t/m 1957 zullen niet door de wijkverpleegster worden be zocht, maar krijgen waarschijnlijk bin nenkort een schriftelijke of mondelinge aansporing, indien het aantal injecties tegen kinderverlamming niet volledig is geweest. Voor de goede orde wordt u nog medegedeeld, dat van geneeskundige zijde het nodig wordt geoordeeld, dat de kinderen geboren in 1945 t/m 1956 met drie injecties kunnen volstaan, ter wijl de jongere kinderen geboren vanaf 1957 t/m 1961 vier injecties nodig zullen hebben. Daarentegen komen de kinderen ge boren na 1-1-1962 niet meer in aan merking voor aparte injecties tegen kinderverlamming (polio), doch deze zullen - eveneens in totaal vier - injec ties met het D(iphterie); K(inkhoest); T(etanus); P(olio) vaccin ontvangen, doch alleen op het consultatiebureau voor zuigelingen of bij de huisarts. Degene, die kinderen heeft in de jaargangen 1945 t/m 1961 en nadere informaties wenst omtrent inenting te gen kinderverlamming, gelieve zich in verbinding te stellen met de afdeling Bevolking, alhier. Indien men in het bezit is van een oranje inentingsboekje of rose/blauwe inentingskaart, dient men deze bij elke inenting over te leggen. Schema polio-inentingen EDE; GGD-gebouw, Brouwerstraat 3, le donderdag van de maand, 16-16.30 uur (alleen op donderdag 5 sept. a.s. van 16-17 uur). BENNEKOM: Oranje Groene Kruisgeb. Kerkstraat, 2e vrijdag van de maand, 15.45-16.15 uur. Ger. Ver. gebouw in de Kraats, le vrijdhg van de maand, 16-16.16 uur. LUNTEREN: Groene Kruisgebouw, Wilbrinkstraat, le vrijdag van de maand, 16.30-17 uur. EDERVEEN: Chr. school, Schras 4, 2e woensdag van de maand, 15.45-16.15 uur. De gemeenteraad van Amerongen heeft de scheidende gemeentebode D. v. Remmer- den een waardig afscheid bereid donderdagavond na de raadsvergadering. Hem werd een bijzondere serenade en een zeer gezellig samenzijn bereid in de raadzaal, waar de heer van Remmerden door verschillende sprekers hartelijk werd toege sproken. De heer van Remmerden kwam in 1943 in gemeentedienst en werd in 1946 aangesteld als gemeentebode, met daaraan verbonden bijfuncties. Dat de scheidende gemeentebode zich onder zjjn collega's en bij zyn superieuren zeer geliefd heeft weten te maken, moge blijken uit de cadeaus en de zeer waarderende woorden die deze functionaris deze avond in ontvangst mocht nemen. Voorlopig zal men zijn persoon nog wel even op het gemeentehuis zien, totdat zyn werk geheel zal zijn) overgenomen. 'r$üZ i.hK Het was van Remmerden goed aan te zien, dat één en ander zorgvuldig voor hem verborgen gehouden was. Nauwe lijks was de raadsvergadering beëindigd, of de plaatselijke muziekvereniging mar cheerde aan, onder tromgeroffel van het tamboercorps van „Ons Genoegen". De familie van Remmerden stond met het volledige gemeentebestuur en perso neel van het gemeentesecretarie op het bordes van het gemeentehuis om de se renade in ontvangst te nemen, waarna het gezelschap zich naar de raadzaal be gaf. Na de scheidende gemeentebode toege dronken te hebben, was het de burge meester mr. jhr. O. R. van de Bosch die de rij der sprekers opende. Spreker me moreerde in zijn toespraak het afscheid dat Amerongen nu van de gemeentebode gaat nemen en noemde de grote gave van v. Remmerden nl. als een zeer goed to neelspeler en vond dit ook terug in zijn werk. Hij zag de heer van Remmerden ook altijd als een ambassadeur in de bes te zin voor Amerongen. Spreker wenste tenslotte de heer van Remmerden in de toekomst een heel goede tijd toe en hoop te dat hij nu hij meer tijd zou krijgen, zijn vele liefhebberijen o.a. zijn schilders talent enz. zou ontplooien en dat van Remmerden een vreugdevol centrum in zijn familie zou zijn. Elke levensfase, zo zei spreker is een droom, welke tot leven komt. Tenslotte bood spreker namens de gemeente Amerongen de heer van Rem merden een schilderij aan, n.l. „Het Brugmans Pompje" van Troelstra (een schilderstuk van Amerongen). De heer van Remmerden, anders zo goed van de tongriem gesneden bekende tijdens zijn dankwoorden, dat hij nu niet zo gemakkelijk de woorden kon vinden. (Hij was zichtbaar ontroerd). Ik heb al tijd veel drukte gehad, zo zei de spre ker, over mijn pensionering „maar nu prikt er iets in me", nu ik hier weg moet. Hij dankte vervolgens het ge meentebestuur de secretaris enz., voor de altijd zo prettige samenwerking en was zeer dankbaar gestemd, allen hier zo vol tallig bijeen te zien. Hij hoopte dan ook dat zijn opvolger dezelfde medewerking zou krijgen, die hij altijd had mogen on dervinden. Hij hoopte ook, de jaren die hem nog toegemeten zullen zijn, te wij den aan zijn liefhebberijen. Verder spraken deze avond nog o.a. het oudste raadslid de heer H. Blankestein, wethouder G. J. van Barneveld, de heer F. C. Magedans en de heer G. J. Buis. Tussen de sprekers door werden nog vele oude herinneringen opgehaald en toonde de heer D. van Remmerden, die zich weer geheel herwonnen had, een smakelijk verteller. Tenslotte was het de burge meester die het slotwoord sprak. 's Middags had de heer van Remmer den afscheid genomen van het gemeente- personeel waaronder het presoneel van de secretarie. Hierbij had de heer van Remmerden een prachtige schildersdoos met ezel in ontvangst mogen nemen. We hebben de jonge zoon van het kleine Overberg in de hoofdstad van onze provincie opgezocht en wéar dacht u dat we hem vonden? Natuurlijk! Achter het orgel in de Domkerk. De touristen kijken wel even vreemd op als we rechtsstreeks naar de preek stoel lopen en daar op een witte knop drukken. Het orgel, hoog in de kerk, zwijgt onmiddellijk, en enkele seconden later duikt uit een klein deurtje een jonge donker bebrilde knaap op. Hij is klein van stuk, zodat hij nog jonger lijkt dan hij in werkelijkheid is. „Jaap Huiberszegt hij en met een nodigt hij ons uit boven te komen kijken. Via een smalle houten trap met steile treden staan we even later bij het in drukwekkende klavier van het kerk orgel. Wie wel eens een kerkorgel van dichtbij heeft bekeken, zal zich kunnen indenken hoeveel knoppen, toetsen en registers er bij dit orgel te pas komen. Het is voor hem als vanzelfsprekend dat we ook de tonen van dit instru ment willen horen. Hij schuift de bank wat dichterbij en laat dan zijn slanke, soepele vingers over de vier klavieren dansen. Tege lijkertijd zwerven zijp voeten over het pedaal en zó, met handen en voeten, ontlokt hij het instrument een zee van schitterende muziek die om de reus achtige pilaren heenspoelt, door de ge welven wordt teruggekaatst en dan langzaam in de kerk wegsterft. De jonge organist ziet ons niet eens meer. Hy gaat totaal op in zyn spel en zo dichtby als hy ty- dens het gesprek was, zo onwezen- Iyk ver is hy nu. Plotseling trekt hij vrijwel alle re gisters open. Nóg indringender, nóg ge weldiger wordt de muziek. Het orgel jubelt en gehoorzaamt feil loos elke spierbeweging van de jongen op de grote bank. De vakantiegangers die de kerk bezichtigen blijven staan. Ze worden als het ware door de mu ziek gegrepen en kunnen niet meer verder. „Hoort uvraagt Jaap als de laatste tonen zijn weggestorven. „Een machtig orgel In een ruime nis, halverwege de Utrechtse Domtoren, vertelt Jaap over zijn liefde voor de orgel-muziek. „Ik ben drie jaar op het Lyceum ge weest, maar dat wou niet. Ik zat veel meer achter het orgel dan op school. Man, ik deed niets dan spelen. Waar op? Nou, we hadden thuis een kabinet orgeltje en daar improviseerde ik maar wat op. Jaik speeld al toen ik vijf was. Zal wel in de familie zitten. Mijn broertje van zeven is er ook niet bij weg te slaan." Toen Jaap zeven jaar was mocht hij van zijn ouders orgelles nemen. „Dat ging dan na schooltijd maar echt precies mijn les studeren was er niet altijd bij. Ja m'n moederze zette me steeds weer aan het werk, maar ik zag het nut er van niet in. De vrijheid in de muziek trok me aan en dat je dan eerst hard en nog eens hard moet studeren: ach, ik begreep het ei genlijk niet. Soms had ik een paar kleine stuk jes ingestudeerd en dan vroeg ik: „mama, lijkt dat al wat op Bach Het zitten-blijven op het Wageningse lyceum zou echter, achteraf gezien, een keerpunt betekenen in het leven van Jaap Huibers. „Omdat het in Veenendaal al niet wilde op het lyceum, hadden m'n ou- derfs me naar Wageningen gedaan en daar leerde ik Stoffel van Viegen ken nen. Een man voor wie ik een diep respect koester. Hij is weergaloos mu zikaal en een ongekend organist. Hij gaf muziek-les aan het lyceum en toen ben ik maar zo eens met hem gaan praten. Hij luisterde een hele tijd naar me en vroeg tenslotte of ik eens op een zondagmorgen naar de Domkerk wil de komen. Nog geen week later zat ik naast hem op de bank tijdens de kerk dienst. Na de dienst mocht ik ook wat spelen en je kunt je niet voorstellen wat voor belevenis dat voor me was". Met de lyceum-studie ging het echter fout. Jaap bleef zitten en van de zijde van zijn ouders zal daar ongetwijfeld menig hartig woord over gezegd zijn. „Jjawe wisten eigenlijk niet wat er gebeuren moest, maar in één keer was dé oplossing er! Ik mocht naar het Conservatorium in Utrecht". Vanaf dat moment bleek Jaap zijn draai gevonden te hebben. Hij door stond een zwaar toelatings-examen met glans enbegon intensief te stu deren. „Ja, toen kwam ik tot de ontdekking dat er enorm hard gewerkt moest wor den. Mijn studie werd zo uitgebreid dat ik op kamers ging wonen in Utrecht. Zodoende mocht ik ook studeren op het Dom-orgel. Tussendoor heb ik mu ziek geschreven voor 3-stemmig koor. Dat is al uitgegeven ook". Op verzoek van zijn leermeester is hij tijdelijk organist van de Domkerk. „Tot nu toe is alles prima gegaan," zegt Jaap, „maar soms krijg je o zo veel kritiek. Na de kerkdienst wachten ze je op. Op het conservatorium heeft Jaap een vriendinnetje leren kennen uit Hil versum. Ze studeert viool en we hebben sa men in de Buurtkerk een concert ge geven. Of er belangstelling is voor deze muziek? Jazeker! Alle concerten hier worden enorm druk bezocht. Het is net of de mensen al dat moderne ge schetter beu zijn. Ze willen muziek horen, maar dan échte!" Hij heeft nu nog vier jaar studie voor de boeg en dan? „Och.je kunt alle kanten op. Leraar aan een mu ziekschool of een privé-praktijk. Maar mijn doel is het hoofdvak theorie te gaan studeren. Dan kun je later leraar aan een conservatorium worden". Jaap is, behalve musicus in hart en nieren, ook een nuchter mens. Hij had een lange vakantie en om zijn zakgeld wat aan te vullen werd hij drie weken lang gids op de Domtoren. Vijfmaal per dag liep hij de 465 tre den en gaf in vier talen alle bijzonder heden aan de nieuwsgierige bezoekers door. Als wij de toren afdalen zegt hij on gevraagd: „Als het me later lukt, dan blijf ik niet in Holland. Ik vind dat de mensen hier zo zakelijk en koel zijn. Hier is nooit ergens tijd voor. Ze hebben het altijd maar druk. En ik vind het juist zo mooi dat de mensen interesse voor elkaar hebben. Ik zit heus niet aan het oude vast, maar hier wordt in een dorp zo geroddeld en gekltest en dan nog liefst altijd het slechtste. Neeik ben ook in Denemarken geweest. Daar zijn de mensen heel anders. Ze hebben tijd voor elkaar en ze proberen elkaar als mens te zienEn daar ontbreekt het bij ons nog wel eens aan

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3