reünie aan het Ontario-meer! DE KAAPKOLONIE ALS GEEL VAN DE BATAAFSE REPUBLIEK DE STRIJD OM DE GEZONDHEID (II) Pantertroffeeën in bezit van VC Veenen daal (dames) en Achilles (heren) TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1963 Nr. 75 Geëmigreerde Veenendalers hielden Opleidingscursussen voor voetbalscheidsrechters Speurtocht door het onbekende ,Weet je dat Nonchalant Gemist hartelijke dank over voor deze groet uit het verre Canada. „Nergens wordt zo Vèèèns gepraat als hier..V' Succes gewenst Enting van varkens is weer mogelijk WEER OF GEEN WEER 0 Deze groep oud-streekgenoten hielden in Canada een gezellige reuni. Onge twijfeld staan er vele bekende gezich ten op, maar omdat er geen bijschriften bij de foto's waren, kunnen wij tot onze spijt de namen niet vermelden. Ten einde in het nog steeds bestaande tekort aan scheidsrechters te voorzien, ligt het in het voornemen van de scheids- rechterscommissie van de Afd. Utrecht van de K.N.V.B. om in de loop van de maand oktober te beginnen met een nieuwe opleidingscursus voor scheids rechter. Deze cursus zal wekelijks één avond duren en gedurende zes achtereenvolgen de weken plaats vinden. Kosten zijn aan het volgen van deze cursus niet verbon den. Bij voldoende deelname zal de cursus te Amersfoort, Hilversum, Utrecht en andere plaatsen op nader vast te stellen data plaats vinden. Voor het volgen van deze cursussen worden manlijke candidaten gevraagd (waarbij vooral wordt gedacht aan oud spelers of jeugdleiders) in de leeftijd van 18 tot 35 jaar. Opgaven voor deze cursussen kunnen worden gedaan tot 28 september a.s. aan de Afdelings-administrateur, Biltstraat 194, Utrecht. Op dezelfde plaats in CANADA waar enige eeuwen geleden een aantal ontdekkingsreizigers onder leiding van een ze kere La Salie voet aan wal zette, zyn onlangs weer een aantal „ontdekkingsreizigers" byecn geweest. Er was natuurlijk wel enig verschil tussen beide gebeurtenissen. Toen La Salie voor het eerst van zyn leven in Burlington - gelegen aan de baai van het geweldige Ontario-meer - kwam, was het een woest land en uitsluitend bewoond door Indianen. Het nageslacht heeft de plaats van de landing in ere gehouden en omgewerkt tot een park dat vanzelfsprekend de naam van de ontdekkingsreiziger draagt. De recente invasie op deze historische plek werd teweeg geb.racht door moderne ontdek kingsreizigers, oftewel emigranten! Oud-Veenendalers en andere geëmigreerde streekgenoten die op 2 september in dit park van heinde en verre byeen kwamen om er als het wa,re een klein-Veenendaal te stichten. Wy zouden dit alles niet wereldkundig hebben kunnen maken, wanneer een der initiatiefnemers, J. v. d. HORST, ons dit niet in een uit voerige brief had geschreven. Ily deed er zelfs een aantal foto's by die op deze reünie zyn gemaakt, helaas zonder bij schriften, zodat iedereen voor zich maar moet uitzoeken wie er die dag in het pa,rk zyn geweest. Het belangrijkste was: onze oud-streekgenoten hebben het die dag bijzonder gezellig gehad. Zonder dat wy er aan deze kant van de aardbol iets van afwisten, is op de tweede september onze streek hét gesprek van de dag geweest! Aan het begin van deze eeuw begon de mens voor het eerst te ontdekken, dat hij voor wat de bestrijding van zijn ziekten betreft, niet afhankelijk was van hetgeen hij in de natuur kon ontdekken. Natuurlijk is de natuur ook nu nog een belangrijke leverancier van grondstoffen voor de geneesmiddelen- fabricage, bijvoorbeeld bij de antibiotica. Maar de monopoliepositie is toch duidelijk verloren. Wel blijft de natuur leermeester van de moderne speur der, die de raadsels van het leven wil ontwarren om het leven zelf te kun nen beschermen. De moderne scheikunde heeft zich vooral ten doel gesteld plantaardige en dierlijke stoffen nauwkeurig en systematisch te onderzoe ken om de chemische structuur te kunnen vaststellen. Het doel van deze analyse is duidelijk. Door langs kunstmatige weg dezelfde chemische struc turen na te bouwen bereidt men zichzelf copiën van het leven. Als de che mici hebben gevonden uit welke elementen een bepaalde werkzame stof is opgebouwd probeert men de rangschikking van de atomen in het molecuul van de stof te ontdekken. Het gaat hierbij vaak om zeer gecompliceerde chemische verbindingen. Deze speurtocht door het onbekende heeft al vaak resultaten opgeleverd. Vele belangrijke geneesmiddelen zijn tot stand geko men door deze chemische structuren na te bouwen. Kamfer en coffeïne bijvoorbeeld konden vroeger alleen uit plantaardige stoffen worden vervaardigd, nu weet men deze producten synthetisch te be reiden. Boeiend voor de wetenschap is het verhaal hoe chemici jaren gele den via de nogal gebrekkige procedure van zoeken en nabootsen tot de ont dekking kwamen, dat zij een waardevol, pijnstillend middel hadden „ge maakt". Bij pogingen om kinine het natuurproduct tegen hoge koortsen te analiseren, stuitten zij op een verbinding van azijnzuur en aniline, die uit stekend als koortsstillend middel bleek te voldoen. Volgens de redenatie, dat wat men gevonden heeft de basis kan zijn van veel meer ontdekkingen, be gonnen de chemici een groot aantal azijnzuurverbindingen te bereiden. Op deze manier ontdekte men tenslotte het antipyrine, een pijnstillend middel, en het fenacetine, een middel tegen hoofdpijn en rheumatische pijnen. Geneesmiddelen kunnen slechts zelden in pure vorm worden toegediend. De pharmaceutische industrie is verdeeld in twee takken: de bereiding van de werkzame bestanddelen, het feitelijk medicijn, en de fabricage van de pharmaceutische preparaten, de eindproducten, waarin de werkzame be standdelen zijn ondergebracht. Syntetische bereiding, de weg dus langs de reageerbuisjes in het laboratorium, is niet de enige mogelijkheid bij de be reiding van geneesmiddelen. De grondstoffen voor de bereiding van genees middelen verdeelt men in vier groepen: organische stoffen van natuurlijke oorsprong, organische stoffen van sythetische oorsprong, anorganische stof fen en tenslotte de radio-actieve stoffen. Terwijl de pharmaceutische industrie veel natuurlijke grondstoffen via synthese „namaakt" of door geheel nieuwe kunstmatige stoffen vervangt, verwerkt de geneesmiddelenindustrie ook nog steeds voor een niet onaan zienlijk deel natuurlijke grondstoffen uit het planten- en dierenrijk van mi cro-biologische oorsprong en zelfs uit het menselijk lichaam .bestanddelen van het bloed bijvoorbeeld). Vooral de Nederlandse geneesmiddelenindustrie heeft zich toegelegd op vervaardiging van grondstoffen uit het plantenrijk. De voornaamste zijn kinine, coffeïne, cocaïne en morfine. Een belangrijk deel van de productie hiervan kan worden uitgevoerd. (Wordt vervolgd) En als Wout Blauwkous nog altijd zijn „stukkie" schrijft zal het zijn oude hart wel goed doen! Uit deze opname blijkt wel hoe gezellig het de tweede september in het La Sal- le-park geweest moet zijn. Het veertiende Panter Volleybal Tournooi. is ondanks het feit, dat op het laatste moment enkele ploegen verstek lieten gaan, uitstekend geslaagd. Het damesteam van Wat er die dag al zo gebeurd is? Laten we de brief van de heer Van der Horst woordelijk citeren. Hij schrijft: „Terwijl de jongere, merendeels in Canada geboren generatie zich druk be zig hield om elkaar in zo kort moge lijke tijd nat te gooien, waren de oude ren nóg drukker met elkaar de hand te drukken en herinneringen op te ha len. Uitroepen als: weet je dat die en die ook getrouwd zijn, waren niet van de lucht! En het kwam allemaal uit be trouwbare bron: De Vallei. Wanneer iemand zich niet gauw genoeg kon her inneren wie bedoeld werd, was er al tijd wel iemand die bij het noemen van een ANDERE naam dan waarmee de persoon geboren was, uitkomst wist te brengen Het was maar goed dat niemand van de tegenwoordige Veenendaalse ge meenteraad aanwezig was, want de goede man zou zijn hoofd hebben ge schud over de nonchalante manier, waarop met straatnamen omgesprongen werd. Want wie gaat er nu Julianast.raat zeggen als „het Haoverlaand" nog zo gcmakkelyk over de lippen rolt en je gaat toch niet de schande van iedereen op je hals halen door Bca- VC Veencndaal slaagde er in de eerste prijs in de damcsafdcling te incasseren, ter wijl by de heren het Dclftsc studententeam „Achilles" zich na veel spanning de sterkste toonde. Het spelpeil was in beide afdelingen zeer behoorlijk en de toe schouwers zijn ook wat spanning betreft volledig aan hun trekken gekomen. We waren zelfs zo gelukkig dat we de Bovenkamps, die hier met vakantie zijn, in ons midden te hebben. Velen kwamen honderden kilometers ver om het mee te kunnen maken. Zij die het eerst eens wilde aanzien of waarvan ons de adressen niet be kend waren hebben een gezellige dag gemist. Om er zeker van te zyn dat zy volgende keer ook aanwezig kun nen zyn, willen we iedereen die adressen heeft van oud-streekge noten in Canada of Amerika ver- Wij, aan deze kant van de oceaan, leven zeer zeker met u mee en we ho pen van de volgende reüni een nog uit voeriger brief te mogen ontvangen, zo dat we, ondanks de enorme afstanden, toch op de hoogte blijven van eikaars belevenissen. Tenslotte een speciale wens voor de heer Van der Horst. Wij hopen dat u vele reacties zult krijgen op uw ver zoek om adressen. De volgende reünie moet nóg groter - en als het maar even mogelijk is - nog Veenser worden! In de damesafdeling speelden SVV, Uni- tas en VC Veenendaal een hele competi tie. Het VCV-team wist ongeslagen te blijven. Slechts tegen Unitas werd een maal gelijk gespeeld. De VCV-dames bleken vergeleken met het team, dat vo rig seizoen uit de hoofdklasse degradeer de, beslist meer inhoud te hebben ge kregen. Behalve het feit, dat Wil Schoe- maker-Versteeg weer ouderwets op dreef was, viel ook het goede spel van de beide debutanten Lieneke van Hardeveld en Anneke Dykhuizen op. Wanneer straks de aanval nog zal worden versterkt met Ire ne Bcut, de conditie nog wat wordt opge voerd en het samenspel hechter wordt, dan kunnen de VCV-sters met behoor lijke kansen starten in de overgangsklas se. In de herenafdeling waren de ploegen volkomen aan elkaar gewaagd, wat ook wel blijkt uit het feit, dat geen der teams ongeslagen wist te blijven. De grootste verrassing van het tournooi was het uit stekende spel van het reserve team van VC Veenendaal. In dit team speelden Willemsen en Sipkema, die vorig jaar nog in het eerste team speelden, een uit stekende party. Doch ook Veenhof met zijn keiharde aanvallen stelde zijn kan didatuur voor een plaats in het eerste team. Dat VC 1 van 2 verloor (7-15 en 12-15!) is er het beste bewijs van, dat de samenstellingen van de teams zoals ze zich op dit tournooi presenteerden, nog niet de meest ideale is. In het eerste herenteam bleven Jansen, van den Bosch, Suydam en Bovenschen ditmaal beslist onder de verwachtingen. VCV 1 had en kele spelers, die van volleybal een soort krachtsport maakten: of het kon niet, op iedere set-up moest een keiharde klap gegeven worden. Hierdoor verwaarloos den de VCV-crs het verrassingselement, ook de conditie van verschillende spelers was matig. Slechts in één wedstrijd heeft VCV 1 werkelijk goed gespeeld en dat was te gen Achilles. Met 15-12 en 15-6 werd de kampioenen door de VCV-ers geklopt. Slik. Bos en van de Bovenkamp waren de uitblinkers. Nogal tegen viel de ploeg van SVV. De Utrechters waren geen schim meer van het team, dat vorig jaar zo sterk het kampioenschap van de le klas veroverde. VC Veenendaal speelde tegen de Utrechters gelijk, doch het reserve team klopte SVV zonder al te veel moei te, een fraaie prestatie. Het Arnhemse EAVV bleek een goede aanval te hebben, doch kwam in de verdediging net iets te kort om de beslissende wedstrijd tegen Achilles tot een goed einde te brengen. In een fraai duel bleef Achilles met 15-13 en 17-15 de baas. Aan het einde van het tournooi kon voorzitter Sipkema met veel voldoening de prijzen uitreiken. Eindstanden: Dames 1 VC Veenendaal met 7 punten 2 Unitas-Doorn 4 punten 3 SVV-Utrecht 1 punt. Heren 1 Achilles-Delft 6 punten 2 EAVV-Arnhem 5 punten 3 en 4 VC Veenendaal I en II 4 p. 5 SVV Utrecht 1 punt. trixstraat te zeggen inplaats van „Boerselaand"? En je kunt toch niet over de Molen straat praten inplaats van over „De Hucht" als je niet in het vaarwater wilt raken met de Schoenmannen en de v. d. Loosdrechts die vlak naast je staan? Nee - na deze dag zijn we wel tot de conclusie gekomen dat er zelfs in Veenendaal niet zo onvervalst Veens gesproken wordt als wij het nog kun nen in Canada. zoeken, deze VANDAAG NOG op te sturen aan: v. d. HORST 15 DALLNER ROAD APT. 207 DOWNSVIEUW ONT. CANADA Tot zover de brief van de reünie initiatiefnemer, emigrant J. van der Horst. Mede namens alle streekgenoten brengen we hem en alle reünisten onze J. VAN DER HORST SCHREEF opspraak blijven verwekken! De Mist voerde administratieve hervor mingen in aan de Kaap. De centrale regering zou bestaan uit de Gouverneur bijgestaan door een Raad van vier leden, ondergeschikt aan de Raad voor Aziatische Zezittingen in het moederland. Een Raad van Justitie was afhankelijk van de Gouverneur en bezat het recht van appèl naar Den Haag. De bestaande districten werden met twee uitgebreid, te weten Tulbagh en Uitenhage, de machten van de districtshoofden (landdrosten) werden uit gebreid, elk district werd onderverdeeld in wijken met veldkornetten aan het hoofd. Ten opzichte van de godsdienst was De Mist een voorstander van vrijheid. Het stelsel van de Staatskerk verviel, de Katholieken verkregen vrijheid van uitoefening van hun godsdienst, elke gemeente moest van nu af zijn eigen predikanten bezoldigen. De Luther se Kerk werd erkend en de sedert de dagen van Jan van Riebeeck bestaande kerk voort spruitend uit de Reformatie werd krachtens de kerkelijke ordonnantie van De Mist (1804) ondergeschikt gemaakt aan de staat en tevens aan de classis Amsterdam. De gevestigde Kaapse kolonisten waren niet tevreden met deze inbreuken op de bestaande traditie, ook met betrekking tot het toekennen van het recht aan de landdrosten en heemraden om als bevestigers van burgelijke huwelijken op te treden. Op het gebied van onderwijs en opvoeding streefde De Mist naar verbetering cn hetzelf de kan worden verklaard ten opzichte van de landbouw en de veeteelt, m.a.w. het boe renbedrijf. Hij verklaarde tevens een voor stander te zijn van de afschaffing van de slavernij en ten opzichte van de niet-blanke bevolking in het reeds voorheen besproken grensgebied in het oosten wendde hij alles aan om gebiedsscheiding door te voeren. Een geest van verandering was merkbaar tijdens het kortstondige bewind van de Ba taafse Republiek aan de Kaap, veranderin gen werden voorgesteld en gedeeltelijk in gevoerd waarvan de meesten de goedkeuring van de kolonisten wegdroegen. En bijgevolg kon men zelfs na jaren, bij het opmaken van de balans, in Zuid-Afrika nog op een prij zenswaardige wijze getuigen van een korte periode van zegenrijk Nederlands bestuur. De tijdsfactor zou echter als spelbreker optreden. Uit „Nieuws uit Zuid-Afrika" OP VOORWAARDEN VAN EEN ALGEMENE VERGUNNING De onlangs afgekondigde beperking van de mogelijkheid tot vrijwillige enting van varkens tegen mond- en klauwzeer is, zo als bekend, op bezwaren gestuit bij het agrarische bedrijfsleven, dat uit een oog punt van bedrjjfsbescherming tegen de gevreesde dierziekte grote waarde hecht aan een voorbehoedende werking van de enting. De minister van landbouw en visserij is thans aan de verlangens uit de praktijk van de veehouderij tegemoetgekomen. Met wijziging van de maatregel heeft mi nister Biesheuvel voor het gehele land, voor alle varkenshouders, de mogelijk heid geopend tot het inenten van varkens op algemene vergunning. Deze vergun ning is evenwel in het kader van even tueel noodzakelijke bestrijdingsmaatrege len aan door de directeur van de vee- artsenijkundige dienst gestelde voorwaar den gebonden. Deze voorwaarden zijn neergelegd in een schema van herhaalde entingen en met verplichting tot het bij houden van een entregister, dat onder controle staat van de veeartsenijkundige dienst. De nieuwe regeling is in werking getreden op maandag 16 september '63 j.l. De algemene vergunning geldt niet in geval van enting van varkens, bestemd voor export, waarvan het importerende land enting eist. Voor deze gevallen is een individuele vergunning van de vee- artsenijkundige dienst nodig. Badmeester Rompes van het Na tuurbad Bergbad heeft de afge lopen zomer een groot aantal dankbare leerlingen gehad aan oudere mensen, die op gevorderde leeftijd alsnog de zwemkunst machtig wilden worden. Het was een grote groep dames en heren die iedere morgen om zeven uur het water indook om dan via de aanwijzingen van de badmeester de spieren wat losser te maken. Toen de zomer in het begin van augustus plotseling verstek liet gaan, werd. het groepje zwemmers wat iedere morgen steevast op het appèl verscheen, steeds kleiner Tijdens de regenperiode waren er nog maar twaalf overgebleven, maarzij zwommen dan ook iedere morgen door, weer of geen weer. Het dozijn enthousiastelingen moest tenslotte wel stoppen om dat, na de sluiting van het seizoen, er geen water meer overbleef in het bassin. Vanaf dat moment werd beslo ten de komende winter het och- tendzwemmen door te zetten in het overdekte zwembad te Amers foort. Weer of geen weer door Dr. JAN PLOEGER Terwijl in Nederland voorbereidingen wor den getroffen voor de herdenking van het eeuwfeest van de herkregen onafhankelijk heid van Nederland loont het de moeite om bijvoorbeeld aan de hand van „1813. Platen verzameld door Mr. N. Beets" (Amsterdam, 1913) even terug te gaan naar één van de leidende figuren van dat jaar, te weten naar Gijsbert Karei graaf van Hoogendorp. In de geschiedenis van Nederland zal Van Hogendorp vooral bekend blijven met betrek king tot de door hem en F. van der Duyn van Maasdam op 20 november 1813 te Den Haag opgestelde, ondertekende en daarna verspreide proclamatie waarin deze Neder landse leiders besloten om het bestuur van Nederland in handen te nemen „tot de komst van Zyne Hoogheid" en aan het einde van deze aankondiging verklaarden „God helpt die genen, die zich zelve helpen". Ook in de geschiedenis van Zuid-Afrika heeft Van Hogendorp zich een plaats weten te verwerven, alhoewel deze plaats van be scheiden aard is. In het werk „In den spiegel van het verleden" (Utrecht, 1947) heeft dr. L. G. J. Verberne een samenvatting gegeven van het verband tussen Zuid-Afrika, met name de Kaapkolonie, en Van Hogendorp. Reeds vroeg, aldus Verberne, openbaarde Van Hogendorp in woord en geschrift be langstelling voor koloniale vraagstukken en kolonisatie en gedurende het korte tijdperk van het bewind van de Bataafse Republiek aan de Kaap de Goede Hoop ondernam Van Hogendorp pogingen om kolonisatieplannen le verwezenlijken nabij de Houtbaai (nabij Kaapstad) en verder oostwaarts aan de Plet- tenbergbaai. Met welslagen zijn deze pogin gen niet bekroond. Hetzelfde gold met be trekking tot een soortgelijk plan uitgaande van een gepensioneerd majoor, voorheen in dienst van het Nederlands leger, majoor Friedcich von Bouchenrüder. De oud-majoor verscheen in april 1803 te Simonstad om een jaar later te vernemen dat de autoriteiten hem het verdere verblijf in de kolonie ont zegden. Wij noemen Von Bouchenröder voor al omdat hij een tijdlang in nauwe verbinding stond met Van Hogendorp en omdat hij be schreven werd als „een projectenmaker". Met Van Hogendorp had hij één kenmerk gemeen: Beiden kenden de omstandigheden in de kolonie niet, botsten bijgevolg met de zienswijzen welke kenners van de kolonie er op nahielden ten opzichte van economische omstandigheden en maatschappelijke verhou dingen. Men zal, bij het nagaan van het ver loop van de plannen van Van Hogendorp evenwel steeds in gedachten moeten houden dat hij ernaar streefde om de banden tussen Nederland en de Kaap te versterken en zijn deel bij te dragen tot het herstel van de ont redderde Nederlandse welvaart. Een voorbeeld van rust en plattelandse gemoedeiykheid uit het verre verleden. Een keuken in'een Kaaps-Hollandse hofstede. Van Von Bouchenröder kan gezegd worden dat hij later invloed zou uitoefenen op de steeds groeiende belangstelling welke prof. U. G. Lauts voor Zuid-Afrika aan de dag zou leggen tijdens en kort na het tijdperk van de Grote Trek. Wij hebben reeds verwezen naar het besluit der Bataafse regering om Com missaris-Generaal De Mist en Generaal Janssens naar de Kaapkolonie te zenden na het einde van de eerste Britse Bezetting. De Mist had zich terdege voorbereid voor zijn taak, zoals overduidelijk blijkt uit de door hem opgestelde memorie. Uit ambtelijke be scheiden, mededelingen en reisbeschrijvingen had hij een studie van de Kaapkolonie ge maakt. Kenmerkend is zijn sterk geloof in de kracht van de rede, zijn onderschatting van het historisch gewordene en zijn be geerte om alles „als het ware door eenen elektrischen slag" te verbeteren. In dat op zicht kan de Mist als een kind van zijn tijd worden beschouwd, maar dan, zoals het zou blijken, in gematigde zin. Later zou een geschiedschrijver als prof. S. F. N. Gie dan ook aangaande De Mist en Janssens kunnen verklaren: „Sonder oor- drywing kan beweer wordt dat geen verant- woordelike gesagvoerder voor of na hulle met zo'n welgemeende en belangrike opdrag en met sooveel geesdrif om dit uit te voer, na Suid-Afrika gekom het as kommissaris De Mist en goewerneur Janssens nie, ver standige en bekwame manne pragtig saam- gewerk om hulle hoë doel te bereik". Na deze lof zou dr. A. Wijpkema later aantonen dat de invloeden van De Mist na het einde van het Nederlands bestuurstijdperk aan de Kaap nog ver zouden doorwerken in de ge schiedenis van de Boerenrepublieken. Een ongedateerde afbeel ding van het kasteel te Kaapstad zoals dit bouw werk er tegen het einde van de achttiende eeuw of aan het begin van de negentiende eeuw uitzag. Na hun aankomst aan de Kaap ondernamen zowel de Commissaris-Generaal als de Gou verneur landreizen om land en volk beter te leren kennen. Tijdens deze reis besefte De Mist dat hij, met betrekking tot het niet- blanke bevolkingselement, in zijn memorie tot verkeerde gevolgtrekkingen was gekomen, vooral naar aanleiding van de Engelse schrij ver Barrow. De Mist kwam tot de gevolg trekking dat Barrow in dit opzicht de blanke kolonisten belasterd had. Tijdens zijn landreis ontmoette De Mist een vroegere studiegenoot, de zendeling dr. Jo hannes T. van der Kemp, een voormalige Nederlandse officier, gekwalificeerd medicus van de Universiteit van Edinburgh en later zendeling in dienst van het Londens Zending genootschap. Na een theologische opleiding te hebben ontvangen en daarna geordend te zijn, kwam Van der Kemp in 1799 in Zuid- Afrika aan. Zijn arbeidsveld werd het oos telijk deel van de Kaapkolonie en daar begon hij het evangelie te verspreiden onder de niet-blanken. De Mist verkreeg geen hoge dunk van het werk door Van der Kemp op de nederzetting Bethelsdorp verricht. Hij vond er geen arbeidzaamheid en geen net heid. In de geschiedenis van Zuid-Afrika zou het optreden van Van der Kemp, die met een door hem vrijgekochte slavin getrouwd was, Het opengelegde binnenland. De beroemde Blauwe Trein de Z.A. expresse- trein, rydt door Tubaghkloof Generaal Jac. A. de Mist

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3