reünie aan het Ontario-meer!
DE KAAPKOLONIE
ALS GEEL
VAN DE BATAAFSE REPUBLIEK
DE STRIJD OM DE GEZONDHEID (II)
Pantertroffeeën in bezit van VC Veenen
daal (dames) en Achilles (heren)
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1963
Nr. 75
Geëmigreerde Veenendalers hielden
Opleidingscursussen voor
voetbalscheidsrechters
Speurtocht door het onbekende
,Weet je dat
Nonchalant
Gemist hartelijke dank over voor deze groet
uit het verre Canada.
„Nergens wordt
zo Vèèèns gepraat
als hier..V'
Succes gewenst
Enting van varkens is weer
mogelijk
WEER OF GEEN
WEER
0
Deze groep oud-streekgenoten hielden
in Canada een gezellige reuni. Onge
twijfeld staan er vele bekende gezich
ten op, maar omdat er geen bijschriften
bij de foto's waren, kunnen wij tot onze
spijt de namen niet vermelden.
Ten einde in het nog steeds bestaande
tekort aan scheidsrechters te voorzien,
ligt het in het voornemen van de scheids-
rechterscommissie van de Afd. Utrecht
van de K.N.V.B. om in de loop van de
maand oktober te beginnen met een
nieuwe opleidingscursus voor scheids
rechter.
Deze cursus zal wekelijks één avond
duren en gedurende zes achtereenvolgen
de weken plaats vinden. Kosten zijn aan
het volgen van deze cursus niet verbon
den.
Bij voldoende deelname zal de cursus
te Amersfoort, Hilversum, Utrecht en
andere plaatsen op nader vast te stellen
data plaats vinden.
Voor het volgen van deze cursussen
worden manlijke candidaten gevraagd
(waarbij vooral wordt gedacht aan oud
spelers of jeugdleiders) in de leeftijd van
18 tot 35 jaar.
Opgaven voor deze cursussen kunnen
worden gedaan tot 28 september a.s. aan
de Afdelings-administrateur, Biltstraat
194, Utrecht.
Op dezelfde plaats in CANADA waar enige eeuwen geleden een aantal ontdekkingsreizigers onder leiding van een ze
kere La Salie voet aan wal zette, zyn onlangs weer een aantal „ontdekkingsreizigers" byecn geweest. Er was natuurlijk
wel enig verschil tussen beide gebeurtenissen. Toen La Salie voor het eerst van zyn leven in Burlington - gelegen aan
de baai van het geweldige Ontario-meer - kwam, was het een woest land en uitsluitend bewoond door Indianen. Het
nageslacht heeft de plaats van de landing in ere gehouden en omgewerkt tot een park dat vanzelfsprekend de naam van
de ontdekkingsreiziger draagt. De recente invasie op deze historische plek werd teweeg geb.racht door moderne ontdek
kingsreizigers, oftewel emigranten! Oud-Veenendalers en andere geëmigreerde streekgenoten die op 2 september in dit
park van heinde en verre byeen kwamen om er als het wa,re een klein-Veenendaal te stichten. Wy zouden dit alles
niet wereldkundig hebben kunnen maken, wanneer een der initiatiefnemers, J. v. d. HORST, ons dit niet in een uit
voerige brief had geschreven. Ily deed er zelfs een aantal foto's by die op deze reünie zyn gemaakt, helaas zonder bij
schriften, zodat iedereen voor zich maar moet uitzoeken wie er die dag in het pa,rk zyn geweest. Het belangrijkste was:
onze oud-streekgenoten hebben het die dag bijzonder gezellig gehad. Zonder dat wy er aan deze kant van de aardbol
iets van afwisten, is op de tweede september onze streek hét gesprek van de dag geweest!
Aan het begin van deze eeuw begon de mens voor het eerst te ontdekken,
dat hij voor wat de bestrijding van zijn ziekten betreft, niet afhankelijk was
van hetgeen hij in de natuur kon ontdekken. Natuurlijk is de natuur ook nu
nog een belangrijke leverancier van grondstoffen voor de geneesmiddelen-
fabricage, bijvoorbeeld bij de antibiotica. Maar de monopoliepositie is toch
duidelijk verloren. Wel blijft de natuur leermeester van de moderne speur
der, die de raadsels van het leven wil ontwarren om het leven zelf te kun
nen beschermen. De moderne scheikunde heeft zich vooral ten doel gesteld
plantaardige en dierlijke stoffen nauwkeurig en systematisch te onderzoe
ken om de chemische structuur te kunnen vaststellen. Het doel van deze
analyse is duidelijk. Door langs kunstmatige weg dezelfde chemische struc
turen na te bouwen bereidt men zichzelf copiën van het leven. Als de che
mici hebben gevonden uit welke elementen een bepaalde werkzame stof is
opgebouwd probeert men de rangschikking van de atomen in het molecuul
van de stof te ontdekken. Het gaat hierbij vaak om zeer gecompliceerde
chemische verbindingen. Deze speurtocht door het onbekende heeft al vaak
resultaten opgeleverd. Vele belangrijke geneesmiddelen zijn tot stand geko
men door deze chemische structuren na te bouwen.
Kamfer en coffeïne bijvoorbeeld konden vroeger alleen uit plantaardige
stoffen worden vervaardigd, nu weet men deze producten synthetisch te be
reiden. Boeiend voor de wetenschap is het verhaal hoe chemici jaren gele
den via de nogal gebrekkige procedure van zoeken en nabootsen tot de ont
dekking kwamen, dat zij een waardevol, pijnstillend middel hadden „ge
maakt". Bij pogingen om kinine het natuurproduct tegen hoge koortsen
te analiseren, stuitten zij op een verbinding van azijnzuur en aniline, die uit
stekend als koortsstillend middel bleek te voldoen. Volgens de redenatie, dat
wat men gevonden heeft de basis kan zijn van veel meer ontdekkingen, be
gonnen de chemici een groot aantal azijnzuurverbindingen te bereiden. Op
deze manier ontdekte men tenslotte het antipyrine, een pijnstillend middel,
en het fenacetine, een middel tegen hoofdpijn en rheumatische pijnen.
Geneesmiddelen kunnen slechts zelden in pure vorm worden toegediend.
De pharmaceutische industrie is verdeeld in twee takken: de bereiding van
de werkzame bestanddelen, het feitelijk medicijn, en de fabricage van de
pharmaceutische preparaten, de eindproducten, waarin de werkzame be
standdelen zijn ondergebracht. Syntetische bereiding, de weg dus langs de
reageerbuisjes in het laboratorium, is niet de enige mogelijkheid bij de be
reiding van geneesmiddelen. De grondstoffen voor de bereiding van genees
middelen verdeelt men in vier groepen: organische stoffen van natuurlijke
oorsprong, organische stoffen van sythetische oorsprong, anorganische stof
fen en tenslotte de radio-actieve stoffen.
Terwijl de pharmaceutische industrie veel natuurlijke grondstoffen via
synthese „namaakt" of door geheel nieuwe kunstmatige stoffen vervangt,
verwerkt de geneesmiddelenindustrie ook nog steeds voor een niet onaan
zienlijk deel natuurlijke grondstoffen uit het planten- en dierenrijk van mi
cro-biologische oorsprong en zelfs uit het menselijk lichaam .bestanddelen
van het bloed bijvoorbeeld). Vooral de Nederlandse geneesmiddelenindustrie
heeft zich toegelegd op vervaardiging van grondstoffen uit het plantenrijk.
De voornaamste zijn kinine, coffeïne, cocaïne en morfine. Een belangrijk deel
van de productie hiervan kan worden uitgevoerd. (Wordt vervolgd)
En als Wout Blauwkous nog altijd
zijn „stukkie" schrijft zal het zijn oude
hart wel goed doen!
Uit deze opname blijkt wel hoe gezellig
het de tweede september in het La Sal-
le-park geweest moet zijn.
Het veertiende Panter Volleybal Tournooi. is ondanks het feit, dat op het laatste
moment enkele ploegen verstek lieten gaan, uitstekend geslaagd. Het damesteam van
Wat er die dag al zo gebeurd is?
Laten we de brief van de heer Van
der Horst woordelijk citeren. Hij
schrijft:
„Terwijl de jongere, merendeels in
Canada geboren generatie zich druk be
zig hield om elkaar in zo kort moge
lijke tijd nat te gooien, waren de oude
ren nóg drukker met elkaar de hand
te drukken en herinneringen op te ha
len.
Uitroepen als: weet je dat die en
die ook getrouwd zijn, waren niet
van de lucht!
En het kwam allemaal uit be
trouwbare bron: De Vallei. Wanneer
iemand zich niet gauw genoeg kon her
inneren wie bedoeld werd, was er al
tijd wel iemand die bij het noemen
van een ANDERE naam dan waarmee
de persoon geboren was, uitkomst wist
te brengen
Het was maar goed dat niemand van
de tegenwoordige Veenendaalse ge
meenteraad aanwezig was, want de
goede man zou zijn hoofd hebben ge
schud over de nonchalante manier,
waarop met straatnamen omgesprongen
werd.
Want wie gaat er nu Julianast.raat
zeggen als „het Haoverlaand" nog
zo gcmakkelyk over de lippen rolt
en je gaat toch niet de schande van
iedereen op je hals halen door Bca-
VC Veencndaal slaagde er in de eerste prijs in de damcsafdcling te incasseren, ter
wijl by de heren het Dclftsc studententeam „Achilles" zich na veel spanning de
sterkste toonde. Het spelpeil was in beide afdelingen zeer behoorlijk en de toe
schouwers zijn ook wat spanning betreft volledig aan hun trekken gekomen.
We waren zelfs zo gelukkig dat we
de Bovenkamps, die hier met vakantie
zijn, in ons midden te hebben. Velen
kwamen honderden kilometers ver om
het mee te kunnen maken.
Zij die het eerst eens wilde aanzien
of waarvan ons de adressen niet be
kend waren hebben een gezellige dag
gemist.
Om er zeker van te zyn dat zy
volgende keer ook aanwezig kun
nen zyn, willen we iedereen die
adressen heeft van oud-streekge
noten in Canada of Amerika ver-
Wij, aan deze kant van de oceaan,
leven zeer zeker met u mee en we ho
pen van de volgende reüni een nog uit
voeriger brief te mogen ontvangen, zo
dat we, ondanks de enorme afstanden,
toch op de hoogte blijven van eikaars
belevenissen.
Tenslotte een speciale wens voor de
heer Van der Horst. Wij hopen dat u
vele reacties zult krijgen op uw ver
zoek om adressen. De volgende reünie
moet nóg groter - en als het maar
even mogelijk is - nog Veenser worden!
In de damesafdeling speelden SVV, Uni-
tas en VC Veenendaal een hele competi
tie. Het VCV-team wist ongeslagen te
blijven. Slechts tegen Unitas werd een
maal gelijk gespeeld. De VCV-dames
bleken vergeleken met het team, dat vo
rig seizoen uit de hoofdklasse degradeer
de, beslist meer inhoud te hebben ge
kregen. Behalve het feit, dat Wil Schoe-
maker-Versteeg weer ouderwets op dreef
was, viel ook het goede spel van de beide
debutanten Lieneke van Hardeveld en
Anneke Dykhuizen op. Wanneer straks de
aanval nog zal worden versterkt met Ire
ne Bcut, de conditie nog wat wordt opge
voerd en het samenspel hechter wordt,
dan kunnen de VCV-sters met behoor
lijke kansen starten in de overgangsklas
se.
In de herenafdeling waren de ploegen
volkomen aan elkaar gewaagd, wat ook
wel blijkt uit het feit, dat geen der teams
ongeslagen wist te blijven. De grootste
verrassing van het tournooi was het uit
stekende spel van het reserve team van
VC Veenendaal. In dit team speelden
Willemsen en Sipkema, die vorig jaar
nog in het eerste team speelden, een uit
stekende party. Doch ook Veenhof met
zijn keiharde aanvallen stelde zijn kan
didatuur voor een plaats in het eerste
team. Dat VC 1 van 2 verloor (7-15 en
12-15!) is er het beste bewijs van, dat de
samenstellingen van de teams zoals ze
zich op dit tournooi presenteerden, nog
niet de meest ideale is. In het eerste
herenteam bleven Jansen, van den Bosch,
Suydam en Bovenschen ditmaal beslist
onder de verwachtingen. VCV 1 had en
kele spelers, die van volleybal een soort
krachtsport maakten: of het kon niet, op
iedere set-up moest een keiharde klap
gegeven worden. Hierdoor verwaarloos
den de VCV-crs het verrassingselement,
ook de conditie van verschillende spelers
was matig.
Slechts in één wedstrijd heeft VCV 1
werkelijk goed gespeeld en dat was te
gen Achilles. Met 15-12 en 15-6 werd de
kampioenen door de VCV-ers geklopt.
Slik. Bos en van de Bovenkamp waren de
uitblinkers. Nogal tegen viel de ploeg van
SVV. De Utrechters waren geen schim
meer van het team, dat vorig jaar zo
sterk het kampioenschap van de le klas
veroverde. VC Veenendaal speelde tegen
de Utrechters gelijk, doch het reserve
team klopte SVV zonder al te veel moei
te, een fraaie prestatie. Het Arnhemse
EAVV bleek een goede aanval te hebben,
doch kwam in de verdediging net iets te
kort om de beslissende wedstrijd tegen
Achilles tot een goed einde te brengen.
In een fraai duel bleef Achilles met 15-13
en 17-15 de baas.
Aan het einde van het tournooi kon
voorzitter Sipkema met veel voldoening
de prijzen uitreiken. Eindstanden:
Dames 1 VC Veenendaal met 7 punten
2 Unitas-Doorn 4 punten
3 SVV-Utrecht 1 punt.
Heren 1 Achilles-Delft 6 punten
2 EAVV-Arnhem 5 punten
3 en 4 VC Veenendaal I en II 4 p.
5 SVV Utrecht 1 punt.
trixstraat te zeggen inplaats van
„Boerselaand"?
En je kunt toch niet over de Molen
straat praten inplaats van over „De
Hucht" als je niet in het vaarwater wilt
raken met de Schoenmannen en de v.
d. Loosdrechts die vlak naast je staan?
Nee - na deze dag zijn we wel tot
de conclusie gekomen dat er zelfs in
Veenendaal niet zo onvervalst Veens
gesproken wordt als wij het nog kun
nen in Canada.
zoeken, deze VANDAAG NOG op
te sturen aan:
v. d. HORST
15 DALLNER ROAD APT. 207
DOWNSVIEUW ONT.
CANADA
Tot zover de brief van de reünie
initiatiefnemer, emigrant J. van der
Horst.
Mede namens alle streekgenoten
brengen we hem en alle reünisten onze
J. VAN DER HORST
SCHREEF
opspraak blijven verwekken!
De Mist voerde administratieve hervor
mingen in aan de Kaap. De centrale regering
zou bestaan uit de Gouverneur bijgestaan
door een Raad van vier leden, ondergeschikt
aan de Raad voor Aziatische Zezittingen in
het moederland. Een Raad van Justitie was
afhankelijk van de Gouverneur en bezat het
recht van appèl naar Den Haag. De bestaande
districten werden met twee uitgebreid, te
weten Tulbagh en Uitenhage, de machten van
de districtshoofden (landdrosten) werden uit
gebreid, elk district werd onderverdeeld in
wijken met veldkornetten aan het hoofd.
Ten opzichte van de godsdienst was De
Mist een voorstander van vrijheid. Het stelsel
van de Staatskerk verviel, de Katholieken
verkregen vrijheid van uitoefening van hun
godsdienst, elke gemeente moest van nu af
zijn eigen predikanten bezoldigen. De Luther
se Kerk werd erkend en de sedert de dagen
van Jan van Riebeeck bestaande kerk voort
spruitend uit de Reformatie werd krachtens
de kerkelijke ordonnantie van De Mist (1804)
ondergeschikt gemaakt aan de staat en tevens
aan de classis Amsterdam. De gevestigde
Kaapse kolonisten waren niet tevreden met
deze inbreuken op de bestaande traditie, ook
met betrekking tot het toekennen van het
recht aan de landdrosten en heemraden om
als bevestigers van burgelijke huwelijken op
te treden.
Op het gebied van onderwijs en opvoeding
streefde De Mist naar verbetering cn hetzelf
de kan worden verklaard ten opzichte van
de landbouw en de veeteelt, m.a.w. het boe
renbedrijf. Hij verklaarde tevens een voor
stander te zijn van de afschaffing van de
slavernij en ten opzichte van de niet-blanke
bevolking in het reeds voorheen besproken
grensgebied in het oosten wendde hij alles
aan om gebiedsscheiding door te voeren.
Een geest van verandering was merkbaar
tijdens het kortstondige bewind van de Ba
taafse Republiek aan de Kaap, veranderin
gen werden voorgesteld en gedeeltelijk in
gevoerd waarvan de meesten de goedkeuring
van de kolonisten wegdroegen. En bijgevolg
kon men zelfs na jaren, bij het opmaken van
de balans, in Zuid-Afrika nog op een prij
zenswaardige wijze getuigen van een korte
periode van zegenrijk Nederlands bestuur. De
tijdsfactor zou echter als spelbreker optreden.
Uit „Nieuws uit Zuid-Afrika"
OP VOORWAARDEN VAN EEN
ALGEMENE VERGUNNING
De onlangs afgekondigde beperking van
de mogelijkheid tot vrijwillige enting van
varkens tegen mond- en klauwzeer is, zo
als bekend, op bezwaren gestuit bij het
agrarische bedrijfsleven, dat uit een oog
punt van bedrjjfsbescherming tegen de
gevreesde dierziekte grote waarde hecht
aan een voorbehoedende werking van de
enting.
De minister van landbouw en visserij is
thans aan de verlangens uit de praktijk
van de veehouderij tegemoetgekomen.
Met wijziging van de maatregel heeft mi
nister Biesheuvel voor het gehele land,
voor alle varkenshouders, de mogelijk
heid geopend tot het inenten van varkens
op algemene vergunning. Deze vergun
ning is evenwel in het kader van even
tueel noodzakelijke bestrijdingsmaatrege
len aan door de directeur van de vee-
artsenijkundige dienst gestelde voorwaar
den gebonden. Deze voorwaarden zijn
neergelegd in een schema van herhaalde
entingen en met verplichting tot het bij
houden van een entregister, dat onder
controle staat van de veeartsenijkundige
dienst. De nieuwe regeling is in werking
getreden op maandag 16 september '63 j.l.
De algemene vergunning geldt niet in
geval van enting van varkens, bestemd
voor export, waarvan het importerende
land enting eist. Voor deze gevallen is
een individuele vergunning van de vee-
artsenijkundige dienst nodig.
Badmeester Rompes van het Na
tuurbad Bergbad heeft de afge
lopen zomer een groot aantal
dankbare leerlingen gehad aan
oudere mensen, die op gevorderde
leeftijd alsnog de zwemkunst
machtig wilden worden.
Het was een grote groep dames
en heren die iedere morgen om
zeven uur het water indook om
dan via de aanwijzingen van de
badmeester de spieren wat losser
te maken.
Toen de zomer in het begin van
augustus plotseling verstek liet
gaan, werd. het groepje zwemmers
wat iedere morgen steevast op het
appèl verscheen, steeds kleiner
Tijdens de regenperiode waren
er nog maar twaalf overgebleven,
maarzij zwommen dan ook
iedere morgen door, weer of geen
weer.
Het dozijn enthousiastelingen
moest tenslotte wel stoppen om
dat, na de sluiting van het seizoen,
er geen water meer overbleef in
het bassin.
Vanaf dat moment werd beslo
ten de komende winter het och-
tendzwemmen door te zetten in
het overdekte zwembad te Amers
foort.
Weer of geen weer
door
Dr. JAN PLOEGER
Terwijl in Nederland voorbereidingen wor
den getroffen voor de herdenking van het
eeuwfeest van de herkregen onafhankelijk
heid van Nederland loont het de moeite om
bijvoorbeeld aan de hand van „1813. Platen
verzameld door Mr. N. Beets" (Amsterdam,
1913) even terug te gaan naar één van de
leidende figuren van dat jaar, te weten naar
Gijsbert Karei graaf van Hoogendorp.
In de geschiedenis van Nederland zal Van
Hogendorp vooral bekend blijven met betrek
king tot de door hem en F. van der Duyn
van Maasdam op 20 november 1813 te Den
Haag opgestelde, ondertekende en daarna
verspreide proclamatie waarin deze Neder
landse leiders besloten om het bestuur van
Nederland in handen te nemen „tot de komst
van Zyne Hoogheid" en aan het einde van
deze aankondiging verklaarden „God helpt
die genen, die zich zelve helpen".
Ook in de geschiedenis van Zuid-Afrika
heeft Van Hogendorp zich een plaats weten
te verwerven, alhoewel deze plaats van be
scheiden aard is. In het werk „In den spiegel
van het verleden" (Utrecht, 1947) heeft dr.
L. G. J. Verberne een samenvatting gegeven
van het verband tussen Zuid-Afrika, met
name de Kaapkolonie, en Van Hogendorp.
Reeds vroeg, aldus Verberne, openbaarde
Van Hogendorp in woord en geschrift be
langstelling voor koloniale vraagstukken en
kolonisatie en gedurende het korte tijdperk
van het bewind van de Bataafse Republiek
aan de Kaap de Goede Hoop ondernam Van
Hogendorp pogingen om kolonisatieplannen
le verwezenlijken nabij de Houtbaai (nabij
Kaapstad) en verder oostwaarts aan de Plet-
tenbergbaai. Met welslagen zijn deze pogin
gen niet bekroond. Hetzelfde gold met be
trekking tot een soortgelijk plan uitgaande
van een gepensioneerd majoor, voorheen in
dienst van het Nederlands leger, majoor
Friedcich von Bouchenrüder. De oud-majoor
verscheen in april 1803 te Simonstad om een
jaar later te vernemen dat de autoriteiten
hem het verdere verblijf in de kolonie ont
zegden. Wij noemen Von Bouchenröder voor
al omdat hij een tijdlang in nauwe verbinding
stond met Van Hogendorp en omdat hij be
schreven werd als „een projectenmaker".
Met Van Hogendorp had hij één kenmerk
gemeen: Beiden kenden de omstandigheden
in de kolonie niet, botsten bijgevolg met de
zienswijzen welke kenners van de kolonie er
op nahielden ten opzichte van economische
omstandigheden en maatschappelijke verhou
dingen. Men zal, bij het nagaan van het ver
loop van de plannen van Van Hogendorp
evenwel steeds in gedachten moeten houden
dat hij ernaar streefde om de banden tussen
Nederland en de Kaap te versterken en zijn
deel bij te dragen tot het herstel van de ont
redderde Nederlandse welvaart.
Een voorbeeld van rust en plattelandse gemoedeiykheid uit het
verre verleden. Een keuken in'een Kaaps-Hollandse hofstede.
Van Von Bouchenröder kan gezegd worden
dat hij later invloed zou uitoefenen op de
steeds groeiende belangstelling welke prof.
U. G. Lauts voor Zuid-Afrika aan de dag zou
leggen tijdens en kort na het tijdperk van de
Grote Trek. Wij hebben reeds verwezen naar
het besluit der Bataafse regering om Com
missaris-Generaal De Mist en Generaal
Janssens naar de Kaapkolonie te zenden na
het einde van de eerste Britse Bezetting. De
Mist had zich terdege voorbereid voor zijn
taak, zoals overduidelijk blijkt uit de door
hem opgestelde memorie. Uit ambtelijke be
scheiden, mededelingen en reisbeschrijvingen
had hij een studie van de Kaapkolonie ge
maakt. Kenmerkend is zijn sterk geloof in
de kracht van de rede, zijn onderschatting
van het historisch gewordene en zijn be
geerte om alles „als het ware door eenen
elektrischen slag" te verbeteren. In dat op
zicht kan de Mist als een kind van zijn tijd
worden beschouwd, maar dan, zoals het zou
blijken, in gematigde zin.
Later zou een geschiedschrijver als prof.
S. F. N. Gie dan ook aangaande De Mist en
Janssens kunnen verklaren: „Sonder oor-
drywing kan beweer wordt dat geen verant-
woordelike gesagvoerder voor of na hulle
met zo'n welgemeende en belangrike opdrag
en met sooveel geesdrif om dit uit te voer,
na Suid-Afrika gekom het as kommissaris
De Mist en goewerneur Janssens nie, ver
standige en bekwame manne pragtig saam-
gewerk om hulle hoë doel te bereik". Na
deze lof zou dr. A. Wijpkema later aantonen
dat de invloeden van De Mist na het einde
van het Nederlands bestuurstijdperk aan de
Kaap nog ver zouden doorwerken in de ge
schiedenis van de Boerenrepublieken.
Een ongedateerde afbeel
ding van het kasteel te
Kaapstad zoals dit bouw
werk er tegen het einde
van de achttiende eeuw of
aan het begin van de
negentiende eeuw uitzag.
Na hun aankomst aan de Kaap ondernamen
zowel de Commissaris-Generaal als de Gou
verneur landreizen om land en volk beter te
leren kennen. Tijdens deze reis besefte De
Mist dat hij, met betrekking tot het niet-
blanke bevolkingselement, in zijn memorie
tot verkeerde gevolgtrekkingen was gekomen,
vooral naar aanleiding van de Engelse schrij
ver Barrow. De Mist kwam tot de gevolg
trekking dat Barrow in dit opzicht de blanke
kolonisten belasterd had.
Tijdens zijn landreis ontmoette De Mist een
vroegere studiegenoot, de zendeling dr. Jo
hannes T. van der Kemp, een voormalige
Nederlandse officier, gekwalificeerd medicus
van de Universiteit van Edinburgh en later
zendeling in dienst van het Londens Zending
genootschap. Na een theologische opleiding
te hebben ontvangen en daarna geordend te
zijn, kwam Van der Kemp in 1799 in Zuid-
Afrika aan. Zijn arbeidsveld werd het oos
telijk deel van de Kaapkolonie en daar begon
hij het evangelie te verspreiden onder de
niet-blanken. De Mist verkreeg geen hoge
dunk van het werk door Van der Kemp op
de nederzetting Bethelsdorp verricht. Hij
vond er geen arbeidzaamheid en geen net
heid. In de geschiedenis van Zuid-Afrika zou
het optreden van Van der Kemp, die met een
door hem vrijgekochte slavin getrouwd was,
Het
opengelegde
binnenland.
De
beroemde
Blauwe
Trein de Z.A.
expresse-
trein, rydt
door
Tubaghkloof
Generaal Jac. A. de Mist