CU... EEN WASAUTOMAAT BERKO ELECTRO BERKO ELECTRO 1998.- f 100.- f 898.- KII K U R IJ K - f 300.- VERDIENEN Bij Berko Veenendaal f 698.- Voor nog geen f 5.- per week in huis. Berko Elektro, Patrimoniuml. 45-47, Veenendaal. JANNIE'S ONDERGANG f 9.95 Onze reclameaanbieding Sensationele aanbieding in T.V. 59 cm. Supergrootbeeld met U.H.F. en 2e programma. Speciale beeldbuis met goud filter, volledige garantie. VERKOOPS-PRI]S f 998.- TELEFOON (08385) 2954 iTleorouw! nu ook voor Deze Castor-automaat bij U in huis 7 7 7 voor slechts I 6.- per week. Vanaf heden verhuren wij; Radio-T.V.-Centrlfuges-Wasmachines- Automaten e.a. electr. huishoudelijke apparaten alle merken ZONDER VOORUITBETALING Direct in huis - Volledige garantie Dit is alleen weer mogelijk bij de BERKO speciaalzaken| Wacht niet langer maar neem TV FEUILLETON PATRIMONIUMLAAN 45-47 - VEENENDAAL - TEL. (08385) 29 54 MAANDEREIND 50 - EDE - TEL. (08380) 30 59 Castor volautomatische wasmachine en voor5 kg wasgoed Voor Uw oude wasmachine of centrifuge terug Slechts te betalen Voor de kille avonden heeft BERKO een grote sortering in STRALERS STRAALKACHELS RADIATOREN BADKAMERKACHELS EN VENTILATORKACHELS reeds v.a. 'n T.V. super grootbeeld 59 cm reeds voor 85 cent per dag in huis? Vraagt inlichtingen I Nog slechts enkele stuks radio's van 99, en wascombinaties van f475,— DOOR GRE DE BOER (13) Opeens schrok Kees op „Goeie, ik zou haast m'n verrassing vergeten. Een ogen blik, ik ben zo - terug". Hij ging naar de keuken en kwam vrijwel dade lijk terug met twee slaatjes. „Daarop had ik mezelf vanavond willen tracteren", zei hij lachend. „Maar nu deel ik mezelf er in mede. Of houd je niet van een slaa tje?" „Nou, en of. Het ziet er moorddadig uit. Heb je het zelf klaargemaakt?" Ja, dat is een van mijn weinige hob by's. Een beetje knoeien met overgehou den aardappelen, wat sla, garnalen of ha ring, uitjes, mayonaise en een augurkje. O, ik eet dikwijls op stille avonden zo'n allegaartje. Ik heb altijd de nodige ingre diënten in huis, zie je?" „Dan maak ik later, als we getrouwd zijn, dikwijls een slaatje voor je klaar, hoor." „Fijn, ik verheug me er al op. Zo, en nu nemen we nog een glaasje en drinken op elkanders geluk". De klok sloeg half één en één uur, zon der dat beide het merkten. Maar toen de klok half twee sloeg, schrok Jannie op. „O, Kees, m'n laatste tramik kan niet eens meer thuiskomen Onzin, meisje, er rijden ook taxi's in Amsterdam". Ze stond resoluut meteen op. „Bel er dan maar gauw eentje voor me op, want ik ga nu toch naar huisGoeie gena de, zeg al half tweeikik schaam me doodZo laat ben ik nog nooit thuis gekomen". Kees haalde zijn schouders op. „Voor wie moet je je schamen? Hebben wij iets gedaan, dat onbehoorlijk is? Nu dan? Als je thuiskomt, slaapt Ria als'een os". Maar hij liep toch naar de winkel en bestelde telefonisch een taxi, die vijf mi nuten later voor de deur stond. Nog eens omhelsden beiden elkaar. „Maf ze, lief je", zei hij zacht, terwijl hij nog eens over haar glanzende haren streek, alvo rens zij haar hoed opzette. Ze gaf hem nog gauw een kus terug. „Tot morgen! Kom je theedrinken? dan is Ria er ook". „Afgesproken. Tot morgen dan". Toen de auto wegsnorde, keerde Kees terug naar zijn kamertje en overzag de rommel. Maar hij liet alles staan, zoals het stond en ging meteen naar de slaap kamer. Dc Ria, die niemand kent Ria opende op Nieuwjaarsdag de deur en stond meteen perplex. Daar zaten Jannie en Kees vlak naast elkaar, de ar men om elkander geslagen. Onmiddellijk begreep ze, dat die twee het eens gewor den waren. Ze gooide haar tas ouderge woonte in een hoek en kwam op het tweetal toe. Als ik het goed begrijp, kan ik jullie geluk wensen, niet", zei ze op hartelijke toon. „Allereerst de beste wensen voor het nieuwe jaar, ja, jullie beiden. Jannie sliep vanmorgen nog als een roos, toen ik de deur uit ging, en ik heb haar maar niet wakker gemaakt. Ik dacht, vanmid dag is het ook nog nieuwjaar". „Dank je, voor je goede wensen, Ria", antwoordde Kees op zijn gewone rustige toon. „En wederzijds een gelukkig nieuw jaar". Ook Jannie drukte de uitgestoken hand van haar vriendin en zei toen blozend: „Kees, als oude kennis van me, ken je al. Mag ik je nu Kees Kooger voorstellen, mijn aanstaande man". „Zo, de kogel is dus door de kerk", lachte Ria. „Dan nogmaals mijn geluk wensen, luitjes. Enfin, het spreekwoord zegt immers: „Oude liefde roest niet, weet je wel? Dat zette die schipper ook op zijn boot". Jannie keek haar verwonderd aan. „Welke schipper?" „O, hoe hij heette, weet ik niet. Maar hij kende het spreekwoord eveneens en daarom zette hij het op zijn schuit. Dan hoefde hij het ding nooit meer te schilde ren". Kees lachte hartelijk. Hij begreep de mop dadelijk. „Zo," vervolgde Ria, terwijl ze haar mantel uittrok en haar hoed afzette, „en wanneer is de bruiloft? of duurt dat nog even?" „Daar hebben we nog niet over ge sproken", antwoordde Jannie verlegen. „Och, dat is ook wel te begrijpen. Voorlopig leven jullie nog in de eerste roes. Nou, je hebt anders best oud en nieuw gevierd, hoor. Het was bij twee- en, toen ik je de sleutel in het slot hoorde steken." Jannie keek verwonderd naar haar vriendin, die een kop thee voor zich in schonk. „Was je dan nog wakker?" „Nee, hoor. Ik heb heerlijk van oud in nieuw geslapen, maar ik werd wak ker van een auto voor de deur. Dus je verloofde heeft je netjes met de wa gen thuisgebracht." „Nee, dat wilde ik niet. Daarvoor was het al veel te laat." „Nou, of jullie een prettige oude jaarsavond hebben gehad, zal ik maar niet vragen. Dat ligt voor de hand en anders kan ik dat nog wel aan jullie gezichten zien." Ze zette zich aan het tafeltje, tegen over het tweetal en keek toen naar de doos met taartjes, die er stond. „Zo, heeft meneer de bruidegom al getracteerd?" „Ze waren nog over van gister avond," verduidelijkte Kees, „en toen heb ik ze vanmiddag maar meegeno men hierheen." „Heel verstandig, Kees. Ria Berghuiè is dol op taartjes. Eén van haar vele ondeugden." „Dan zul je een banketbakker moe ten zien te krijgen", meende Kees te moeten opmerken. Ria nam een lik van de room en keek hem verbaasd aan. „Waarom? Om taartjes te kunnen eten? Kom, kom, zolang ze nog niet duurder zijn dan een dubbeltje, kan ik ze ook wel krijgen zonder banketbakker erbij". Kees keek haar nog eens aan en zei: „Zeg. je had het over je vele ondeug den. Welke zijn de andere, behalve taar tjes eten?" Ria nam een fikse hap van de room en keek Kees met half dichtgeknepen ogen aan. „Dat is voor mij een weet en voor jou een vraag, jongeman. Overi gens, verdiep je maar niet in mijn on deugden, maar zoek ze bij je verloofde Of is die feilloos?" „Niemand is feilloos", antwoordde Jannie. „En als je van elkaar houdt, dan let je veel minder op wederzijdse fouten". „Natuurlijk", antwoordde Ria nuch ter. „Nu leven jullie als in een droom, en het huwelijk is de wekker, die jullie weer wakker maakt". „Ria," schrok Jannie op, „wat kun jij toch af en toe wonderlijk cru iets zeg gen!" „O, neem me niet kwalijk. Let maar niet op mij, jongens, zo ben ik nu een maal. Maar de gebakjes zijn heerlijk, Kees; je mag ze nog eens meer mee brengen. Ik hoop, dat jullie een lange verlovingstijd zullen hebben en dat Kees dikwijls op visite zal komen." „O ja? Maar als je denkt, dat Kees altijd wat meebrengt, dan vergis je je. We gaan nu sparen, wat jij, Kees?" „Ria plaagt maar een beetje", ver- goeilijkte Kees. Maar in stilte dacht hij bij zichzelf: wat een wonderlijke vrouw is die Ria toch. Ik beklaag de man, die haar misschien nog eens ten altaar zal voeren." „Ze zijn mieters, jongens" zei Ria, opnieuw een keuze doende uit de doos. „Ik neem er nóg een". „Nou, zeg," viel Jannie enigszins hef tig uit, „bescheiden ben je ook niet bepaald". „Goed gezien, geliefde vriendin, want als je bescsheiden bent, kom je niet ver in de wereld. En bovendien, jullie ver looft je toch maar éénmaal, niet? Kees, ik kom vast op je bruiloft; als er maar schalen vol zoetigheden zijn, dan ben ik zeker van de partij". „Als je maar zorgt voor een tafel heer", antwoordde Kees grinnikend. „Op onze bruiloft komen uitsluitend paren". „O," weerlegde Ria luchtig, „dat is geen bezwaar, hoor. Er komen aardige mannen genoeg aan het loket. Tegen die tijd pik ik er wel eentje uit als chaperonneur. Zeg ik dat goed?" „Ria, je bent onuitstaanbaar", zei Jannie, die nu werkelijk gepikeerd scheen. „Och, wat geeft dat. Moet je geen aandacht aan schenken. Ik heb zwaar de pé in. Vanmiddag m'n baas geluk kig nieuwjaar gewenst en verleden jaar kreeg ik een rijksdaalder en wat denk je, dat ik vanmiddag kreeg? Niks, noppes. „Van harte hetzelfde, juffrouw Berghuis", zei hij met z'n uitgestreken tronie." „Wel", zei Kees lachend, „dat is toch aardig van die man." „Best mogelijk, maar ik had liever een knaak." „O, als het dat is vervolgde Kees droog. „Wens mij dan ook maar eens een gelukkig nieuwjaar, misschien dat je dan van mij een rijksdaalder krijg." Ria stak haar hand uit. „Ja, geef maar. Ik ben gek op geld." „Kees, als je het doet, hoor viel Jannie uit. En toen tot Ria: „Zeg, je hebt toch niet gedronken? Je bent toch niet tipsy?" „Alleen maar koffie vanmorgen en thee vanmiddag. Zwam maar niet lan ger. Het is morgen wel weer over. En berg nu die doos met taartjes eens op, want, ik zou in staat zijn een derde te nemen". Jannie sloot de doos en stond op om die in het dressoir te bergen. Maar ze keek haar vriendin onderwijl hoofd schuddend aan en zei: „Ria, ik sta ver stomd. Zó heb ik je nog nooit meege maakt Ria lachte en stak een sigaret op. „Nou, dan is dat weer eens wat anders. Altijd hetzelfde verveelt op de duur. Zeg Kees, je opent zaterdag je nieuwe zaak, hè? Ja, ik weet het ook van één van m'n collega's. Die woont daar in de buurt en die had vanmorgen zo'n krantje, waarin een advertentie van je stond. Ik kom zaterdagmiddag even langs, als ik m'n dienst er op heb zit ten. Mag ik?" „O, waarom niet?" antwoordde Jannie op afgemeten toon. „En als je voor een gulden besteed, krijg je een aansteker cadeau." „Hebben we al," zei Ria, wijzende op Kees' Sinterkiaasgeschenk, dat op het ta feltje stond. „Maar ik kom toch een pak je sigaretten kopen, hoor. Ik wil die nieuwe tent ook wel eens zien". Jannie liep naar het radiotoestel en zocht naar muziek. Ria trok Kees aan de revers van zijn jas en vroeg: „Blijf je bij ons eten. Kees?" „Als dat kan?" „Natuurlijk, waarom niet? Dan eet Jan nie wel een beetje minder, wat jij, Jan nie? Als je verliefd bent, heb je vast veel minder nodig, heb ik wel eens horen zeg gen. Nou, dan ben ik vast en zeker niet verliefd, want ik moet altijd veel eten." „Ben je niet bang voor je lijn?" vroeg Kees spottend. Ria lachte en rekte zich behaaglijk uit. „O nee, ik ben vast en zeker een binnen vetter. Ik kan net zoveel eten als ik wil, maar zwaarder wordt ik toch niet. Dus in dat opzicht behoef ik me geen zorgen te maken". Kees bleef ook na de maaltijd. Hij no digde Ria mee uit om de avond door te brengen in de stad, maar deze wees de uitnodiging vriendelijk af. „Reuze leuk, Kees, dat je je ook over een arme vrijgc- zellin wilt ontfermen, maar ik moet mor gen vroeg weer op de Centraal zijn en dus ga ik bijtijds de koffer in. Bovendien, wat moet ik als vijfde wiel aan de wa gen erbij doen? Nee hoor, gaan jullie maar lekker met z'n tweeën tortelen. Ik vermaak me wel tot een uur of tien met een boek en daarna kruip ik tussen de manufacturen". Om half acht gingen ze de deur uit, stijf gearmd. Op een afstand van het raam keek Ria het paar na, dat het bre de plein overstak naar lijn 24. Toen nam ze een sigaret en zoog die in brand, waar na ze de kamer enkele malen op en neer liep. Bij de spiegel bleef ze staan en keek naar haar beeld. „Jou moeten ze niet, Ria Berghuis", zei ze zacht tegen zichzelf, „omdat ze je niet kennen. Maar dat is je eigen schuld, want van 'smorgens vroeg tot 'savonds laat in het bijzijn van ande ren een masker en daarvoor is iedereen bang. En alleen, als je er zeker weet, dat je alleen bent, leg je dat masker van je af en ben je die andere Ria, die niemand kent en die je aan niemand durft te ver- Ze draaide zich naar de enige schemer lamp in de kamer, die brandde en trok dc stekker los, zodat de kamer in een vol slagen duister lag. Slechts een heel smal schijnsel van een paar straatlantarens wierp een smalle bleke baan in de ka mer. Ria smeet de half opgerookte siga ret in een asbak en viel toen neer op de divan, waarop ze hartstochtelijk snikte. Op de middag van de opening was Jan nie laat met haar werk. Er waren bizon der veel brieven en zo werd het over énen, voor ze geheel klaar was. Hoewel ze zich inhield, was ze inwendig spin nijdig. Tergend langzaam tekende haar baas de brieven, en toen ze eindelijk alle enveloppen had dichtgeplakt en gezegeld liep het al naar half twee. Van naar huis gaan, om eerst wat te eten zou geen spra ke meer kunnen zijn. Nu ja, ze kocht onderweg wel wat, een paar koeken of zo. Eerst maar die lamme brieven pos ten, dan was ze van alles af. (wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 12