Dourgouti en Kesariani moeten weg!
Setter Set
NEDERLANDSE HULPACTIE LAATSTE KANS
VOOR VLUCHTELINGEN IN GRIEKENLAND
Ds. De Jager deed intrede in Rotterdam
Armeniërs
Grootscheepse
collecte
AMERONGEN
CHEVROLET
ARAM
ARAM
KHENEN
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 18 OKTOBER 1963
Nr. 83
U doet langer met
nylons
Fa, L. HEY
Brand
Kesariani onder water
Nieuwe hoop
Thessaloniki
Katerini
Laatste kans
V. A. B.
KIRPESTEIN
CITY-MOTORS-EDE
DE
GROTE
OPSTAND
Onder grote belangstelling van de zijde zijner nieuwe gemeente Rotterdam-
Vreewijk, wijkgemeente Strevelswijk, vond zondag 13 oktober de bevestiging en
intrede plaats van ds. J. de Jager, gekomen van Amerongen. Aan de vacature,
ontstaan door het vertrek als koopvaar dij predikant naar Singapore van ds. P. D.
„DOURGOUTI EN KESARIANI MOETEN WEG"
Athene Zo leven op dit moment nog steeds mensen in de Atheense vluch-
telingenwijk Dourgouti. Veertig jaar geleden zetten Armeniërs die naar Grie
kenland uitweken deze en dergelijke hutten neer. Ze worden nog steeds „be
woond"! In totaal zyn er in Griekenland (en Turkije) nog drieduizend men
sen die geholpen moeten worden. Als dat is gebeurd, is het vluchtelingen
hulpprogramma der VN in Europa geheel ten einde.
is voor een
jes en^daarlangs^ allemaal lieve poppenhuisjes, schilderachtig om
zien in hun mooie blauwe, rode, rose, witte en okerkleurig geschil-
i 4 v derde muren. Er vóór vaak een vertederend goed verzorgd minia-
IL v4 tuur bloementuintje. Maar dan ga je binnen en je ziet het. Dit is
een mensenverblijf. Gezinnen van vijf en meer personen in kamer
tjes van twee bij drie meter met daarboven soms een wrak, wankel zoldertje waarop enigen van hen 's nachts slapen. De rest op het overdag opgestapelde beddegoed beneden.
Dat is Dourgouti. Spookdorpje in Athene, sinds 1922 een gemeenschap van berustende mensen Er is maar één slotsom. Dit moet weg. Er moet een oplossing komen! Dourgouti
ligt op nog geen honderd meter afstand van de brede moderne Avenue Syggou die van Athene naar de blauwe baai leidt waaraan in de verte het romantische Piraeus ligt.
En wie verder rijdt langs de palmen en de eucalyptussen komt bij
Hellenikon, het vliegveld waar dag in dag uit ladingen vreemdelingen
aankomen en vertrekken. Maar hebben zij wel eens gehoord van
Dourgouti? Weineen.
En het is er toch zo duidelijk. Nog aan de rand van de stad, een paar
hoge huizenblokken en opeens zit je midden in het vluchtelingen
probleem.
Dourgouti dateert van 1922. Dat was
een rampjaar voor Griekenland. Het ein
de van de Grieks-Turkse oorlog bracht
1.25 miljoen vluchtelingen in het land.
Later vertrokken weliswaar 350.000 Tur
ken maar dat kon toch nauwelijks enige
verlichting brengen. Daar stonden ze dan,
de mensen van wie soms hun voorouders
al vijf eeuwen geleden uit het vaderland
waren weggetrokken.
Onder degenen die in het oude Hellas
hun toevlucht zochten waren ook tien
duizenden Armeniërs. Een merkwaardig
volk: een der eerste christengemeen
schappen in Klein Azië, in het gebied dat
nu Turkije, Perzië en Sowjet-Armenië
wordt genoemd. Door alle eeuwen heen
werden zij vervolgd om hun geloof maar
waarschijnlijk ook door het feit dat zij
zich door grote ijver en bekwaamheid,
hun zin voor orde en reinheid steeds weer
opnieuw boven anderen uitwerkten.
Eerst zochten zij steun bij Byzantium,
later, na de vrijmaking van Griekenland,
bij Athene. Van 1880 tot 1920 werd meer
dan anderhalf miljoen van hen vermoord,
een miljoen trok weg. En in 1922 vlucht
ten zij met de Griekse legers naar het
enige land waar zij hun hoop op konden
vestigen.
Maar er was geen plaats, geen hulp,
niets. Er was alleen de chaos. Een paar
Armeniërs bezaten grond op de plek die
Dourgouti heet, een armelijke, kale, har
de bodem. Daar begonnen zij hun huis
jes te bouwen. Uit kleisteen, stro, leem en
wat hout. Zij schilderden ze fris op. Zo
ontstond het dorp Dourgouti.
Inmiddels werd Griekenland verder ge
teisterd. Eerst kwamen de crisisjaren,
daarna de tweede wereldoorlog, toen de
burgerstrijd, in 1953 en in 1955 zware
aardbevingen en steeds maar weer op
nieuw vluchtelingen, vluchtelingen. Van
elke vijf Grieken is er vandaag één een
vluchteling.
Duizenden Armeniërs en vele van an
dere nationaliteiten trokken weg of kon
den zich ergens in Griekenland een be
staan opbouwen. Maar er bleef altijd een
rest voor wie geen uitkomst was. En
daarom vindt U nu nog in Dourgouti
mensen die hier veertig jaar gewoond
in de nieuwe modekleuren
Hoofdstraat 43, Telefoon 2183
Frans Halslaan 26 Telefoon 3044
_2l
hebben, jonge mannen en vrouwen die er
geboren en opgegroeid zijn. Zij konden
geen huisvesting vinden, trokken bij hun
ouders in.
Het grote probleem is de hygiëne. De
Armeniërs zijn van nature bijzonder hel
der. Alleen daardoor is het te verklaren
waarom er zonder riolering en met een
beperkte watervoorraad nog nooit epide
mieën zijn voorgekomen. Niet alleen de
armzalige straatjes zijn schoon en hun en
beddegoed en huisraad, maar ook zij zelf
zien er keurig uit. Goed gewassen, met
herstelde kleding. Maar altijd loert het
brandgevaar. Toen wij door een van de
straatjes liepen was het weer eens zover.
De weduwe Heikenous Hekemian 67 hol
de jammerend naar buiten. Achter haar
aan kwamen de rookwolken. Het knetter
de, vlammen schoten op. Jammerend
stortte zij zich in de armen van de buren
en meteen was het steegje in rep en roer.
Mensen schoten toe, ontfermden zich
over het beetje huisraad. Er kwam een
man aanlopen met een groene plastic
tuinslang. Even daarna spoot een water
straaltje op het dak en tegen het achter
muurtje want daar was opeens kortslui
ting ontstaan. Ach, ze zijn het gewend, die
van Dourgouti. Na tien minuten al wer
den de zwarte rookwolken grijs, daarna
wit en tenslotte was er alleen de door
dringende stank van verbrand hout. Het
huisje, geblakerd van binnen, het pakpa
pier aan de zoldering verzengd. 'sMiddags
gingen alle bezittingen naar binnen en
betrok de weduwe Hekemian met haar
dochter van 26 en zoon van 30 opnieuw
haar hut.
Op het laatste nippertje zou zij na veer-
jaar dan toch nog op straat komen te
staan. Want over een paar maanden kan
zij verhuizen naar een van de nieuwe ap
partementen die in Athene voor de vluch
telingen gebouwd worden.
'sZondags is het de grote dag in Dour
gouti. Dan komen allen bijeen in het
kleine kerkje, van buiten meer op een
schuur lijkend, naast de smederij van
Stepan Idjadja. Daar, in dat schone, hou
ten Godshuis zeggen zij hun oude gebe
den, zingen hun weemoedige gezangen,
kussen hun ikonen.
Zo is dat nu, op dit moment, oktober
1963 in Dougouti in Athene. Het stemt je
tot nederigheid als je ziet wat een mens
wat een volk kan doorstaan en in opge
wektheid, in een diep Godsvertrouwen
een leven aanvaardt dat voor ons ondenk
baar is.
Dourgouti maakt de diepste indruk.
Toch is Kesarani, een andere krottenwijk
in Athene, eigenlijk nog erger. Maar hier
ziet het er veel tijdelijker uit. Het lijkt
er op alsof dit er nog maar pas staat en
dat er morgen wel een bulldozer zal ko
men om alles op te ruimen. Toch bestaat
Keserani al veertig jaar! Toen Dourgouti
vol was kwamen nog steeds Armeniërs
Athene binnen. Zij konden nergens een
plaats vinden om een huisje neer te zet
ten. Tot zij aan een droge sloot kwamen.
De oevers daarvan konden zij bebouwen
met hun hutten.
'sZomers gaat het wel. Dan is het er
rommelig maar droog. In het najaar be
gint het. Met angst en vrezen zien zij de
eerste herfstregens vallen. De droge bed
ding wordt een stroompje, een snelle
beek en het water wast. Het klimt op te
gen de randen, bereikt de muurtjes die
de huisjes moeten beschermen, gaat over
de hoge stoepen en dan is er weer een
vlucht van de lager gelegen bewoners
naar diegenen die hoger zitten. Dan zijn
alle hutten tot barstens toe vol.
Direct na de televisie-uitzen
ding van a.s. maandagavond
over de hulp aan de vluchte
lingen, zullen in Veenendaal
150 scholieren met de collec
tebus huis-aan-huis gaan
collecteren.
De jongelui zijn leerlingen
van de Kon. Julianaschool,
het Chr. Lyceum en de Ich-
thusulo.
Zij hopen vanzelfsprekend
op een zo gunstig mogelijk
resultaat.
Stel hen niet teleur!
Help de vluchtelingen!
GEEF DUS GUL!
Intussen moet er toch verwarmd wor-
den. Op de grond, in een uitsparing,
wordt bruinkool gestookt, de rook ont-
wijkt door de half geopende deur. Elk
jaar komen er in Dourgouti en Kesarani
mensen om door kolendamp. Het gebeurt
dat bewoners van een van de wijkenein-
delijk een woning krijgen of naar elders
vertrekken. Dan moet hun krot binnen I
vier en twintig uur worden afgebroken,
anders trekken er nieuwe bewoners in!
Open plekken getuigen ervan. Soms is de
gemeente er niet vlug genoeg bij: de hut
opnieuw bewoond en de slopers moeten
wegtrekken.
Vlak bij Dourgouti en Kesarani verrij
zen nieuwe huizenblokken. De hutbewo
ners kijken er verlangend naar. Zal ook
voor hen eens de dag aanbreken dat zij
echt kunnen wónen, zullen mannen en
vrouwen van nu veertig jaar die hier
geboren werden, opgroeiden, trouwden,
kinderen kregen, voor het eerst in hun
leven een niet lekkend dak boven het
hoofd krijgen? Ja, want er wordt voor
hen gewerkt. Wie naar de rotsige berg
rug Imitos rijdt in het zuidoosten van de
stad ziet wat er tot stand kan worden ge
bracht. Daar zijn de eenvoudige appar
tementen van de wijk Kareas. Er zijn
winkels, een wijkhuis, een bejaardencen
trum, een kleuterschool, jongens en meis
jes krijgen er een opleiding.
Hier wonen in dertien huizenblokken
ruim duizend vluchtelingen en opnieuw
bevangt je de beklemming als de men
sen je in hun karige woningen trots rond
leiden, je niet laten gaan voor je geproefd
hebt van de zelfgemaakte loekoemi (Tur
kish deliht) waar een glaasje water en
een kelkje cognac bij hoort.
Op een uur vliegen van Athene ligt
Thessaloniki. Ook daar zijn vluchtelingen
al jaren in ellendige omstandigheden on
dergebracht. Ik ben op bezoek geweest
bij Wit-Russen, brave, goed ontwikkelde
mensen die nu nog wonen in de stenen
barakken, door de Fransen in de eerste
wereldoorlog gebouwd. Zij hangen met
al hun vezels aan het oude Rusland, nog
zie je overal de portretten van de bemin
de tsaar, de relikwieën van een tijd die
nooit terugkomt.
Maar er is de jeugd. Er zijn de kinderen
die hier opgegroeid zijn, die vloeiend
Grieks spreken en die zich tot uitsteken
de en bekwame Griekse burgers ontwik
kelen.
En eveneens is er de nieuwbouw, zijn
er al de bejaardentehuizen, de woning
blokken, de nieuwste van een uitvoering
en een kwaliteit waar wij ons in Neder
land niet voor behoeven te schamen. Ik
was in een van die appartementen toen
juist de nieuwe bewoners binnenkwamen.
Zij dwaalden door de kamers, betastten
de muren, keken steeds maar weer op
nieuw. Voor het eerst in hun generatie
een huis!
Weer anders is de toestand in Katerini,
op 70 kilometer van Thessaloniki. Het
dorpje bestaat geheel uit vluchteringen.
Het is een ordelijke, welvarende samen
leving geworden met mensen die dan
weliswaar van een uiterst klein inkomen
moeten leven maar die vrije burgers zijn
in een democratisch land.
Even buiten Katerini is de landbouw
nederzetting waar in kleine huisjes de
genen wonen die werken op de velden
met tabak en katoen. En weer een rustige
samenleving met weliswaar grote maat
schappelijke problemen maar met een
uiterst lage criminaliteit, beneden het
landsgemiddelde Dat geldt trouwens ook
voor Dourgouti en Kesariani. Prostitutie
bijvoorbeeld is in al deze gemeenschappen
volkomen onbekend.
Iedereen helpt iedereen. Soms kan men
heel weinig doen. In januari kwam uit
Kazikstan de weduwe Michaelidou Agapi
met haar drie kinderen (twee zoons van
negen en vijftien, dochtertje van veertien)
haar moeder bezoeken. Zij wilde hier
blijven.
In de wijk ergens aan de rand van de
nederzetting werd een stal voor een ezel
en een geit ontruimd. Daarin wonen nu
vier mensen. Vraag mij niet hoe het mo
gelijk is in een hutje met een vloeropper
vlak van twee bij twee meter. Maar ik
heb het gezien. Het is zo. In de hoek
brandt het godslichtje devoot voor de
ikoon. De naam Agapi, letterlijk ver
taald, betekent: liefde. Het buurtje wordt
in bittere ironie „het paradijs" genoemd.
Mocht u er ooit komen, leun dan nooit
tegen de wand van de stal. Hij valt an
ders beslist in elkaar. Nou ja, zegt men,
maar ze zijn in een heerlijk klimaat. O
ja? Toen zij hier kwamen in januari
vroor het, in februari was alles dik on
dergesneeuwd.
De enige troost die de weduwe Agapi
heeft is dat zij elke morgen als de nevels
wijken de trotse omtrekken van de
Olympus voor zich ziet oprijzen maar zij
heeft wel andere problemen aan het
hoofd dan te mediteren over de vergan
kelijkheid der goden die daar vroeger
gezeteld moeten zijn geweest.
Als je dan een half uur later in de mo
derne landbouwnederzetting komt zie je,
dat het anders kan: keurige, degelijke,
kleine boerenwoningen met een schuur er
naast voor het drogen en fermenteren
van de tabak. De bewoners bewerken
hun eigen lapje grond, meestal een hec
tare groot, krijgen, evenals de apparte
mentbewoners, op den duur hun woning
in eigendom. En dan zie je ook pas en
nog veel duidelijker dat dit mensen zijn
die geholpen moeten worden.
De Griekse regering heeft al veel ge-
Steegman die slechts een jaar in Rotterdam werkzaam was, is hiermede een
einde gekomen. Als bevestiger trad op ds. A. Baas van Katwijk aan de Rijn,
in zijn Leersumse jaren genabuurd collega en vriend van de Amerongse pastor.
Deze bevestiging vond plaats in een geheel bezette Irenekapel waarheen ook een
70-tal leden van ds. De Jager's laatste gemeente hun weg vonden. Als bevesti
gingstekst koos ds. Baas Mattheus 3 vers 14: „En Hij stelde er 12." In zijn predi
katie ontvouwde deze respectievelijk de betekenis welke dit door Jezus Zelf
gezonden zijn inhield voor de discipelen en voor allen die hen hoorden.
In de avonddienst, gehouden in de
Vredeskerk, deed ds. De Jager intrede
met 2 Samuel 9 vers 6 en 7a.
Aan de verleiding om „een goede in
druk te maken" door b.v. een serie
plannen te ontvouwen, wenste de nieu
we predikant te ontkomen. Het gaat
ook in deze eerste dienst die hij als
Rotterdams predikant met zijn gemeen
te mag hebben, niet om de prediker
maar om de Ander. Het gaat zelfs niet
om zijn gedachten over die Ander, zó
dat keurders en fijnproevers gelegen
heid ontvangen zouden de richting van
hun nieuwe dominee te bepalen, het
gaat alleen om Hem, „die U en de we
reld en de Kerk wil zegenen."
Hierna ging spr. over tot de behan
deling van de geschiedenis van David
en Mephiboseth. Deze laatste naam be
tekent „verspreider van schande". En
inderdaad is zijn leven tot dusver in
overeenstemming met deze vreselijke
naam geweest. Op één dag verloor hij
zijn vader (Jonathan) en grootvader
(Saul).
Na de verloren slag op Gilboa vlucht
te zijn voedster met hem naar Lodebar,
wat zeggen wil: niet veel zaaks, en op
deze vlucht is wellicht het ongeluk ge
beurd dat hem zijn verdere leven kreu
pel deed zijn aan beide voeten. Maar
het allerergste van deze „onderduiker"
in zijn ballingschap was de vloek die
op hem als nazaat van de door God
verworpen Saul rustte. Een ontmoeting
met David was dan ook het ergste wat
hem, naar zijn besef, overkomen kon.
In deze beklagenswaardige figuur is
meteen het beeld van onze eigen situ
atie getekend.
Misschien protesteert hier en daar
iemand, want het leven is goed in 1963.
INBRAAK
Vorige week is voor de vierde maal
in anderhalf jaar tijd ingebroken in de
consumptietent op het sportpark „De
Burgwal". Door het kapotslaan van een
ruit konden de dieven naar binnen ko
men. Daar alleen enig geld, snoepwaar
en limonade werd ontvreemd, vermoedt
men, dat er kinderen aan het werk zijn
geweest. Dit vermoeden vloeit voort uit
het feit, dat de geluidsinstallatie, welke
hier ook opgeslagen stond, volkomen in
tact is gebleven. De zaak is in handen
van de politie gegeven.
MINISTERIEEL OVERLEG IN
DEN HAAG.
In de Treveszaal in Den Haag vond
maandagochtend een overleg plaats
tussen de ministers van Sociale Zaken
van de Benelux-landen. Op de bijgaan
de overzichtsfoto, welke tijdens de ver
gadering werd gemaakt, zien we op de
achtergrond in het midden van de lan
ge tafel de Nederlandse minister van
Sociale Zaken drs. G. M. J. Veldkamp.
Maar onder schone schijn kan veel on
gerechtigheid schuil gaan. Op Golgotha
is openbaar geworden wat wij in we
zen zijn. Vervloekten voor God en
eeuwige ballingschap waardig.
De moderne mens ergert zich daar
aan en wil de werkelijkheid niet aan
vaarden dat hij, eens behorend tot het
koninklijk geslacht, door eigen schuld
is gevallen, verdreven naar Lodebar als
een gevloekte en verworpene.
Daarom moeten wij ons laten con
fronteren met de gekruiste Christus
en deze werkelijkheid willen aanvaar
den, opdat we beseffen hoe groot onze
zonde en ellende zijn. Zó groot dat Hij
daar moest staan en lijden en sterven
in onze plaats.
Hoewel David nog volop in de krijgs
bedrijven zit, denkt hij voortdurend
aan Jonathan en zijn verbond met hem.
Nu zal hij aan diens nazaten doen wat
hij aan Jonathan had wensen te doen.
Als Mephiboseth bevend voor hem
ter aarde ligt, bemoedigt David hem
met een „Vreest niet" en geeft hem zijn
koninklijke belofte van algeheel eer-
hestel doordat hij altijd zal zitten aan
's konings tafel, terwijl al Sauls goede
ren hem worden teruggegeven.
VEENENDAAL
Ook hier hebben wij onze naam in
te vullen. Hoe zullen we anders tot
deze genade komen? Wij zullen weer
„zondaren" moeten zijn die hun schuld
voor God beseffen en niets daarvan
verdoezelen. Alleen dan geldt ons het
woord van de Engel: Vreest niet want
ziet, ik verkondig U grote blijdschap.
En God zal ons genadig zijn, niet om
Jonathans wil, maar om Christus wil.
Vreselijk is het als we die zondaars-
naam niet willen aanvaarden. Maar
allen die waarlijk voor God „Mephi
boseth" willen zijn, zullen rijkelijk ge
zegend worden, met tijdelijke en eeu
wige goederen.
Aan deze dienst werkte mede het
Kerkkoor dat na de preek enkele lie
deren zong.
Ds. M. J. Ten Brugge Cathe sprak
namens de Centrale Kerkeraad, de
wijkgemeente Strevelswijk, de kring
collega's en de classis hartelijke woor
den van welkom en vertrouwen in een
goede samenwerking. Mede aanwezig
waren ook ds. G. Samson van Fijen-
oord, consulent, en ds. W. Sirag, die
op 3 november intrede hoopt te doen
in de wijk Lombardijen.
Het voorlopig adres van ds. De Ja
ger is Lede 119, Rotterdam, daar de
nieuwe woning aan de Randweg 100
nog niet kan worden betrokken.
(7) „Hongersnood?" vraagt Aram, de vrouw ont
steld aankijkend. „Wilt ge daarmee zeggen, dat deze
arme drommel gestorven is van de honger?" Maar
nog voor hij antwoord krijgt op de vraag, klinkt
onder hem vanuit een der straten het gerucht van
vele stemmen, overgaande in een luid geschreeuw.
Verrast buigt Aram zich over de brugleuning. In
de straat beneden hen dromt een troep schreeuwen
de en joelende burgers rond een paard en wagen.
Een der achterwielen is bij de as afgebroken, zodat
de kar scheef weggezakt ligt in de sneeuw. Twee
rijkgeklede ruiters trachten met hun rijzweep het
opdringende volk op een afstand te houden, maar
reeds is een magere vrouw langs een der paarden
heengegliptMet een wilde ruk scheurt zij het
dekkleed van de wagen„Graan graan
gilt dan haar schelle stem en onmiddellijk wordt
deze kreet overgenomen door tientallen anderen
„Verduiveld!" gromt Aram, „dat gaat daar mis.
Vooruit, Agua, Collo, er op af!"
(Wordt vervolgd)
daan voor de eigen vluchtelingen en bij
gedragen voor de tallozen van andere na
tionaliteiten zoals Russen, Armeniërs, Al-
baniërs, Roemenen en zo maar voort.
Maar Griekenland is zelf arm. Het wor
stelt met grote economische vraagstukken.
Het gaat er om deze vluchtelingen op
te heffen tot het niveau van de Grieken
zelf. Zij moeten geïntegreerd worden. Dat
is al met tienduizenden gebeurd, dank
zij het werk van de Hoge Commissaris
der Verenigde Naties voor Vluchtelingen
en de steun van vele regeringen en van
organisaties als de Wereldraad van Ker
ken. Er zijn in Griekenland en in Tur
kije alles bijeen nog een drieduizend
mensen voor wie gezorgd moet worden.
Door de Hoge Commissaris is aan Neder
land gevraagd bij te dragen tot het ver
wezenlijken van de plannen die gereed
liggen.
Er is geld voor nodig. Men hoopt
op drie miljoen gulden via een
bliksem-actie op maandag 21 ok
tober aanstaande via radio en
televisie op die maandagavond
van 20.20 tot 20.50 uur. Al was
het maar uit nieuwsgierigheid.
En bedenk: dit is hun laatste kans! Vol
gend jaar wordt het vluchtelingenhulp-
programma voor Europa afgesloten en de
aandacht gericht op Azië en Afrika.
Als het dan niet gelukt is deze mensen
op een minimum te brengen dan is het
voorbij. Daarom moet het gelukken. Dour
gouti en Kesariani moeten weg!
RDV—DLC (10-10>
De Rhenense Dam Vereniging speelde
tegen DLC uit Druten een uitwedstrijd.
DLC promoveerde het afgelopen sei
zoen naar de eerste klasse en bleek
een sterke kandidaat te zijn. De RDV
mag dan met drie invallers hebben ge
speeld, de einduitslag was maar liefst
een remise van 10-10. De heer L. A.
Lieuwen van RDV wist tenslotte met
een achterstand van niet minder dan
drie schijven toch nog een overwinning
uit het vuur te slepen, anders was RDV
verloren. De beslissende partij K. v. d.
Pol - A. J. v. Zoelen eindigde in re
mise.
King kent, kent ook dat
heerlijke verkwikkende
gevoel, dat elk tablet
onmiddellijk geeft.
Neem King, bereid uit
het zuivere natuur
product en ga de dag
tegemoet met frisöe
moed en frisse mond.
De natuurzuivere