Dourgouti en Kesariani moeten weg! Setter Set NEDERLANDSE HULPACTIE LAATSTE KANS VOOR VLUCHTELINGEN IN GRIEKENLAND Ds. De Jager deed intrede in Rotterdam Armeniërs Grootscheepse collecte AMERONGEN CHEVROLET ARAM ARAM KHENEN TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 18 OKTOBER 1963 Nr. 83 U doet langer met nylons Fa, L. HEY Brand Kesariani onder water Nieuwe hoop Thessaloniki Katerini Laatste kans V. A. B. KIRPESTEIN CITY-MOTORS-EDE DE GROTE OPSTAND Onder grote belangstelling van de zijde zijner nieuwe gemeente Rotterdam- Vreewijk, wijkgemeente Strevelswijk, vond zondag 13 oktober de bevestiging en intrede plaats van ds. J. de Jager, gekomen van Amerongen. Aan de vacature, ontstaan door het vertrek als koopvaar dij predikant naar Singapore van ds. P. D. „DOURGOUTI EN KESARIANI MOETEN WEG" Athene Zo leven op dit moment nog steeds mensen in de Atheense vluch- telingenwijk Dourgouti. Veertig jaar geleden zetten Armeniërs die naar Grie kenland uitweken deze en dergelijke hutten neer. Ze worden nog steeds „be woond"! In totaal zyn er in Griekenland (en Turkije) nog drieduizend men sen die geholpen moeten worden. Als dat is gebeurd, is het vluchtelingen hulpprogramma der VN in Europa geheel ten einde. is voor een jes en^daarlangs^ allemaal lieve poppenhuisjes, schilderachtig om zien in hun mooie blauwe, rode, rose, witte en okerkleurig geschil- i 4 v derde muren. Er vóór vaak een vertederend goed verzorgd minia- IL v4 tuur bloementuintje. Maar dan ga je binnen en je ziet het. Dit is een mensenverblijf. Gezinnen van vijf en meer personen in kamer tjes van twee bij drie meter met daarboven soms een wrak, wankel zoldertje waarop enigen van hen 's nachts slapen. De rest op het overdag opgestapelde beddegoed beneden. Dat is Dourgouti. Spookdorpje in Athene, sinds 1922 een gemeenschap van berustende mensen Er is maar één slotsom. Dit moet weg. Er moet een oplossing komen! Dourgouti ligt op nog geen honderd meter afstand van de brede moderne Avenue Syggou die van Athene naar de blauwe baai leidt waaraan in de verte het romantische Piraeus ligt. En wie verder rijdt langs de palmen en de eucalyptussen komt bij Hellenikon, het vliegveld waar dag in dag uit ladingen vreemdelingen aankomen en vertrekken. Maar hebben zij wel eens gehoord van Dourgouti? Weineen. En het is er toch zo duidelijk. Nog aan de rand van de stad, een paar hoge huizenblokken en opeens zit je midden in het vluchtelingen probleem. Dourgouti dateert van 1922. Dat was een rampjaar voor Griekenland. Het ein de van de Grieks-Turkse oorlog bracht 1.25 miljoen vluchtelingen in het land. Later vertrokken weliswaar 350.000 Tur ken maar dat kon toch nauwelijks enige verlichting brengen. Daar stonden ze dan, de mensen van wie soms hun voorouders al vijf eeuwen geleden uit het vaderland waren weggetrokken. Onder degenen die in het oude Hellas hun toevlucht zochten waren ook tien duizenden Armeniërs. Een merkwaardig volk: een der eerste christengemeen schappen in Klein Azië, in het gebied dat nu Turkije, Perzië en Sowjet-Armenië wordt genoemd. Door alle eeuwen heen werden zij vervolgd om hun geloof maar waarschijnlijk ook door het feit dat zij zich door grote ijver en bekwaamheid, hun zin voor orde en reinheid steeds weer opnieuw boven anderen uitwerkten. Eerst zochten zij steun bij Byzantium, later, na de vrijmaking van Griekenland, bij Athene. Van 1880 tot 1920 werd meer dan anderhalf miljoen van hen vermoord, een miljoen trok weg. En in 1922 vlucht ten zij met de Griekse legers naar het enige land waar zij hun hoop op konden vestigen. Maar er was geen plaats, geen hulp, niets. Er was alleen de chaos. Een paar Armeniërs bezaten grond op de plek die Dourgouti heet, een armelijke, kale, har de bodem. Daar begonnen zij hun huis jes te bouwen. Uit kleisteen, stro, leem en wat hout. Zij schilderden ze fris op. Zo ontstond het dorp Dourgouti. Inmiddels werd Griekenland verder ge teisterd. Eerst kwamen de crisisjaren, daarna de tweede wereldoorlog, toen de burgerstrijd, in 1953 en in 1955 zware aardbevingen en steeds maar weer op nieuw vluchtelingen, vluchtelingen. Van elke vijf Grieken is er vandaag één een vluchteling. Duizenden Armeniërs en vele van an dere nationaliteiten trokken weg of kon den zich ergens in Griekenland een be staan opbouwen. Maar er bleef altijd een rest voor wie geen uitkomst was. En daarom vindt U nu nog in Dourgouti mensen die hier veertig jaar gewoond in de nieuwe modekleuren Hoofdstraat 43, Telefoon 2183 Frans Halslaan 26 Telefoon 3044 _2l hebben, jonge mannen en vrouwen die er geboren en opgegroeid zijn. Zij konden geen huisvesting vinden, trokken bij hun ouders in. Het grote probleem is de hygiëne. De Armeniërs zijn van nature bijzonder hel der. Alleen daardoor is het te verklaren waarom er zonder riolering en met een beperkte watervoorraad nog nooit epide mieën zijn voorgekomen. Niet alleen de armzalige straatjes zijn schoon en hun en beddegoed en huisraad, maar ook zij zelf zien er keurig uit. Goed gewassen, met herstelde kleding. Maar altijd loert het brandgevaar. Toen wij door een van de straatjes liepen was het weer eens zover. De weduwe Heikenous Hekemian 67 hol de jammerend naar buiten. Achter haar aan kwamen de rookwolken. Het knetter de, vlammen schoten op. Jammerend stortte zij zich in de armen van de buren en meteen was het steegje in rep en roer. Mensen schoten toe, ontfermden zich over het beetje huisraad. Er kwam een man aanlopen met een groene plastic tuinslang. Even daarna spoot een water straaltje op het dak en tegen het achter muurtje want daar was opeens kortslui ting ontstaan. Ach, ze zijn het gewend, die van Dourgouti. Na tien minuten al wer den de zwarte rookwolken grijs, daarna wit en tenslotte was er alleen de door dringende stank van verbrand hout. Het huisje, geblakerd van binnen, het pakpa pier aan de zoldering verzengd. 'sMiddags gingen alle bezittingen naar binnen en betrok de weduwe Hekemian met haar dochter van 26 en zoon van 30 opnieuw haar hut. Op het laatste nippertje zou zij na veer- jaar dan toch nog op straat komen te staan. Want over een paar maanden kan zij verhuizen naar een van de nieuwe ap partementen die in Athene voor de vluch telingen gebouwd worden. 'sZondags is het de grote dag in Dour gouti. Dan komen allen bijeen in het kleine kerkje, van buiten meer op een schuur lijkend, naast de smederij van Stepan Idjadja. Daar, in dat schone, hou ten Godshuis zeggen zij hun oude gebe den, zingen hun weemoedige gezangen, kussen hun ikonen. Zo is dat nu, op dit moment, oktober 1963 in Dougouti in Athene. Het stemt je tot nederigheid als je ziet wat een mens wat een volk kan doorstaan en in opge wektheid, in een diep Godsvertrouwen een leven aanvaardt dat voor ons ondenk baar is. Dourgouti maakt de diepste indruk. Toch is Kesarani, een andere krottenwijk in Athene, eigenlijk nog erger. Maar hier ziet het er veel tijdelijker uit. Het lijkt er op alsof dit er nog maar pas staat en dat er morgen wel een bulldozer zal ko men om alles op te ruimen. Toch bestaat Keserani al veertig jaar! Toen Dourgouti vol was kwamen nog steeds Armeniërs Athene binnen. Zij konden nergens een plaats vinden om een huisje neer te zet ten. Tot zij aan een droge sloot kwamen. De oevers daarvan konden zij bebouwen met hun hutten. 'sZomers gaat het wel. Dan is het er rommelig maar droog. In het najaar be gint het. Met angst en vrezen zien zij de eerste herfstregens vallen. De droge bed ding wordt een stroompje, een snelle beek en het water wast. Het klimt op te gen de randen, bereikt de muurtjes die de huisjes moeten beschermen, gaat over de hoge stoepen en dan is er weer een vlucht van de lager gelegen bewoners naar diegenen die hoger zitten. Dan zijn alle hutten tot barstens toe vol. Direct na de televisie-uitzen ding van a.s. maandagavond over de hulp aan de vluchte lingen, zullen in Veenendaal 150 scholieren met de collec tebus huis-aan-huis gaan collecteren. De jongelui zijn leerlingen van de Kon. Julianaschool, het Chr. Lyceum en de Ich- thusulo. Zij hopen vanzelfsprekend op een zo gunstig mogelijk resultaat. Stel hen niet teleur! Help de vluchtelingen! GEEF DUS GUL! Intussen moet er toch verwarmd wor- den. Op de grond, in een uitsparing, wordt bruinkool gestookt, de rook ont- wijkt door de half geopende deur. Elk jaar komen er in Dourgouti en Kesarani mensen om door kolendamp. Het gebeurt dat bewoners van een van de wijkenein- delijk een woning krijgen of naar elders vertrekken. Dan moet hun krot binnen I vier en twintig uur worden afgebroken, anders trekken er nieuwe bewoners in! Open plekken getuigen ervan. Soms is de gemeente er niet vlug genoeg bij: de hut opnieuw bewoond en de slopers moeten wegtrekken. Vlak bij Dourgouti en Kesarani verrij zen nieuwe huizenblokken. De hutbewo ners kijken er verlangend naar. Zal ook voor hen eens de dag aanbreken dat zij echt kunnen wónen, zullen mannen en vrouwen van nu veertig jaar die hier geboren werden, opgroeiden, trouwden, kinderen kregen, voor het eerst in hun leven een niet lekkend dak boven het hoofd krijgen? Ja, want er wordt voor hen gewerkt. Wie naar de rotsige berg rug Imitos rijdt in het zuidoosten van de stad ziet wat er tot stand kan worden ge bracht. Daar zijn de eenvoudige appar tementen van de wijk Kareas. Er zijn winkels, een wijkhuis, een bejaardencen trum, een kleuterschool, jongens en meis jes krijgen er een opleiding. Hier wonen in dertien huizenblokken ruim duizend vluchtelingen en opnieuw bevangt je de beklemming als de men sen je in hun karige woningen trots rond leiden, je niet laten gaan voor je geproefd hebt van de zelfgemaakte loekoemi (Tur kish deliht) waar een glaasje water en een kelkje cognac bij hoort. Op een uur vliegen van Athene ligt Thessaloniki. Ook daar zijn vluchtelingen al jaren in ellendige omstandigheden on dergebracht. Ik ben op bezoek geweest bij Wit-Russen, brave, goed ontwikkelde mensen die nu nog wonen in de stenen barakken, door de Fransen in de eerste wereldoorlog gebouwd. Zij hangen met al hun vezels aan het oude Rusland, nog zie je overal de portretten van de bemin de tsaar, de relikwieën van een tijd die nooit terugkomt. Maar er is de jeugd. Er zijn de kinderen die hier opgegroeid zijn, die vloeiend Grieks spreken en die zich tot uitsteken de en bekwame Griekse burgers ontwik kelen. En eveneens is er de nieuwbouw, zijn er al de bejaardentehuizen, de woning blokken, de nieuwste van een uitvoering en een kwaliteit waar wij ons in Neder land niet voor behoeven te schamen. Ik was in een van die appartementen toen juist de nieuwe bewoners binnenkwamen. Zij dwaalden door de kamers, betastten de muren, keken steeds maar weer op nieuw. Voor het eerst in hun generatie een huis! Weer anders is de toestand in Katerini, op 70 kilometer van Thessaloniki. Het dorpje bestaat geheel uit vluchteringen. Het is een ordelijke, welvarende samen leving geworden met mensen die dan weliswaar van een uiterst klein inkomen moeten leven maar die vrije burgers zijn in een democratisch land. Even buiten Katerini is de landbouw nederzetting waar in kleine huisjes de genen wonen die werken op de velden met tabak en katoen. En weer een rustige samenleving met weliswaar grote maat schappelijke problemen maar met een uiterst lage criminaliteit, beneden het landsgemiddelde Dat geldt trouwens ook voor Dourgouti en Kesariani. Prostitutie bijvoorbeeld is in al deze gemeenschappen volkomen onbekend. Iedereen helpt iedereen. Soms kan men heel weinig doen. In januari kwam uit Kazikstan de weduwe Michaelidou Agapi met haar drie kinderen (twee zoons van negen en vijftien, dochtertje van veertien) haar moeder bezoeken. Zij wilde hier blijven. In de wijk ergens aan de rand van de nederzetting werd een stal voor een ezel en een geit ontruimd. Daarin wonen nu vier mensen. Vraag mij niet hoe het mo gelijk is in een hutje met een vloeropper vlak van twee bij twee meter. Maar ik heb het gezien. Het is zo. In de hoek brandt het godslichtje devoot voor de ikoon. De naam Agapi, letterlijk ver taald, betekent: liefde. Het buurtje wordt in bittere ironie „het paradijs" genoemd. Mocht u er ooit komen, leun dan nooit tegen de wand van de stal. Hij valt an ders beslist in elkaar. Nou ja, zegt men, maar ze zijn in een heerlijk klimaat. O ja? Toen zij hier kwamen in januari vroor het, in februari was alles dik on dergesneeuwd. De enige troost die de weduwe Agapi heeft is dat zij elke morgen als de nevels wijken de trotse omtrekken van de Olympus voor zich ziet oprijzen maar zij heeft wel andere problemen aan het hoofd dan te mediteren over de vergan kelijkheid der goden die daar vroeger gezeteld moeten zijn geweest. Als je dan een half uur later in de mo derne landbouwnederzetting komt zie je, dat het anders kan: keurige, degelijke, kleine boerenwoningen met een schuur er naast voor het drogen en fermenteren van de tabak. De bewoners bewerken hun eigen lapje grond, meestal een hec tare groot, krijgen, evenals de apparte mentbewoners, op den duur hun woning in eigendom. En dan zie je ook pas en nog veel duidelijker dat dit mensen zijn die geholpen moeten worden. De Griekse regering heeft al veel ge- Steegman die slechts een jaar in Rotterdam werkzaam was, is hiermede een einde gekomen. Als bevestiger trad op ds. A. Baas van Katwijk aan de Rijn, in zijn Leersumse jaren genabuurd collega en vriend van de Amerongse pastor. Deze bevestiging vond plaats in een geheel bezette Irenekapel waarheen ook een 70-tal leden van ds. De Jager's laatste gemeente hun weg vonden. Als bevesti gingstekst koos ds. Baas Mattheus 3 vers 14: „En Hij stelde er 12." In zijn predi katie ontvouwde deze respectievelijk de betekenis welke dit door Jezus Zelf gezonden zijn inhield voor de discipelen en voor allen die hen hoorden. In de avonddienst, gehouden in de Vredeskerk, deed ds. De Jager intrede met 2 Samuel 9 vers 6 en 7a. Aan de verleiding om „een goede in druk te maken" door b.v. een serie plannen te ontvouwen, wenste de nieu we predikant te ontkomen. Het gaat ook in deze eerste dienst die hij als Rotterdams predikant met zijn gemeen te mag hebben, niet om de prediker maar om de Ander. Het gaat zelfs niet om zijn gedachten over die Ander, zó dat keurders en fijnproevers gelegen heid ontvangen zouden de richting van hun nieuwe dominee te bepalen, het gaat alleen om Hem, „die U en de we reld en de Kerk wil zegenen." Hierna ging spr. over tot de behan deling van de geschiedenis van David en Mephiboseth. Deze laatste naam be tekent „verspreider van schande". En inderdaad is zijn leven tot dusver in overeenstemming met deze vreselijke naam geweest. Op één dag verloor hij zijn vader (Jonathan) en grootvader (Saul). Na de verloren slag op Gilboa vlucht te zijn voedster met hem naar Lodebar, wat zeggen wil: niet veel zaaks, en op deze vlucht is wellicht het ongeluk ge beurd dat hem zijn verdere leven kreu pel deed zijn aan beide voeten. Maar het allerergste van deze „onderduiker" in zijn ballingschap was de vloek die op hem als nazaat van de door God verworpen Saul rustte. Een ontmoeting met David was dan ook het ergste wat hem, naar zijn besef, overkomen kon. In deze beklagenswaardige figuur is meteen het beeld van onze eigen situ atie getekend. Misschien protesteert hier en daar iemand, want het leven is goed in 1963. INBRAAK Vorige week is voor de vierde maal in anderhalf jaar tijd ingebroken in de consumptietent op het sportpark „De Burgwal". Door het kapotslaan van een ruit konden de dieven naar binnen ko men. Daar alleen enig geld, snoepwaar en limonade werd ontvreemd, vermoedt men, dat er kinderen aan het werk zijn geweest. Dit vermoeden vloeit voort uit het feit, dat de geluidsinstallatie, welke hier ook opgeslagen stond, volkomen in tact is gebleven. De zaak is in handen van de politie gegeven. MINISTERIEEL OVERLEG IN DEN HAAG. In de Treveszaal in Den Haag vond maandagochtend een overleg plaats tussen de ministers van Sociale Zaken van de Benelux-landen. Op de bijgaan de overzichtsfoto, welke tijdens de ver gadering werd gemaakt, zien we op de achtergrond in het midden van de lan ge tafel de Nederlandse minister van Sociale Zaken drs. G. M. J. Veldkamp. Maar onder schone schijn kan veel on gerechtigheid schuil gaan. Op Golgotha is openbaar geworden wat wij in we zen zijn. Vervloekten voor God en eeuwige ballingschap waardig. De moderne mens ergert zich daar aan en wil de werkelijkheid niet aan vaarden dat hij, eens behorend tot het koninklijk geslacht, door eigen schuld is gevallen, verdreven naar Lodebar als een gevloekte en verworpene. Daarom moeten wij ons laten con fronteren met de gekruiste Christus en deze werkelijkheid willen aanvaar den, opdat we beseffen hoe groot onze zonde en ellende zijn. Zó groot dat Hij daar moest staan en lijden en sterven in onze plaats. Hoewel David nog volop in de krijgs bedrijven zit, denkt hij voortdurend aan Jonathan en zijn verbond met hem. Nu zal hij aan diens nazaten doen wat hij aan Jonathan had wensen te doen. Als Mephiboseth bevend voor hem ter aarde ligt, bemoedigt David hem met een „Vreest niet" en geeft hem zijn koninklijke belofte van algeheel eer- hestel doordat hij altijd zal zitten aan 's konings tafel, terwijl al Sauls goede ren hem worden teruggegeven. VEENENDAAL Ook hier hebben wij onze naam in te vullen. Hoe zullen we anders tot deze genade komen? Wij zullen weer „zondaren" moeten zijn die hun schuld voor God beseffen en niets daarvan verdoezelen. Alleen dan geldt ons het woord van de Engel: Vreest niet want ziet, ik verkondig U grote blijdschap. En God zal ons genadig zijn, niet om Jonathans wil, maar om Christus wil. Vreselijk is het als we die zondaars- naam niet willen aanvaarden. Maar allen die waarlijk voor God „Mephi boseth" willen zijn, zullen rijkelijk ge zegend worden, met tijdelijke en eeu wige goederen. Aan deze dienst werkte mede het Kerkkoor dat na de preek enkele lie deren zong. Ds. M. J. Ten Brugge Cathe sprak namens de Centrale Kerkeraad, de wijkgemeente Strevelswijk, de kring collega's en de classis hartelijke woor den van welkom en vertrouwen in een goede samenwerking. Mede aanwezig waren ook ds. G. Samson van Fijen- oord, consulent, en ds. W. Sirag, die op 3 november intrede hoopt te doen in de wijk Lombardijen. Het voorlopig adres van ds. De Ja ger is Lede 119, Rotterdam, daar de nieuwe woning aan de Randweg 100 nog niet kan worden betrokken. (7) „Hongersnood?" vraagt Aram, de vrouw ont steld aankijkend. „Wilt ge daarmee zeggen, dat deze arme drommel gestorven is van de honger?" Maar nog voor hij antwoord krijgt op de vraag, klinkt onder hem vanuit een der straten het gerucht van vele stemmen, overgaande in een luid geschreeuw. Verrast buigt Aram zich over de brugleuning. In de straat beneden hen dromt een troep schreeuwen de en joelende burgers rond een paard en wagen. Een der achterwielen is bij de as afgebroken, zodat de kar scheef weggezakt ligt in de sneeuw. Twee rijkgeklede ruiters trachten met hun rijzweep het opdringende volk op een afstand te houden, maar reeds is een magere vrouw langs een der paarden heengegliptMet een wilde ruk scheurt zij het dekkleed van de wagen„Graan graan gilt dan haar schelle stem en onmiddellijk wordt deze kreet overgenomen door tientallen anderen „Verduiveld!" gromt Aram, „dat gaat daar mis. Vooruit, Agua, Collo, er op af!" (Wordt vervolgd) daan voor de eigen vluchtelingen en bij gedragen voor de tallozen van andere na tionaliteiten zoals Russen, Armeniërs, Al- baniërs, Roemenen en zo maar voort. Maar Griekenland is zelf arm. Het wor stelt met grote economische vraagstukken. Het gaat er om deze vluchtelingen op te heffen tot het niveau van de Grieken zelf. Zij moeten geïntegreerd worden. Dat is al met tienduizenden gebeurd, dank zij het werk van de Hoge Commissaris der Verenigde Naties voor Vluchtelingen en de steun van vele regeringen en van organisaties als de Wereldraad van Ker ken. Er zijn in Griekenland en in Tur kije alles bijeen nog een drieduizend mensen voor wie gezorgd moet worden. Door de Hoge Commissaris is aan Neder land gevraagd bij te dragen tot het ver wezenlijken van de plannen die gereed liggen. Er is geld voor nodig. Men hoopt op drie miljoen gulden via een bliksem-actie op maandag 21 ok tober aanstaande via radio en televisie op die maandagavond van 20.20 tot 20.50 uur. Al was het maar uit nieuwsgierigheid. En bedenk: dit is hun laatste kans! Vol gend jaar wordt het vluchtelingenhulp- programma voor Europa afgesloten en de aandacht gericht op Azië en Afrika. Als het dan niet gelukt is deze mensen op een minimum te brengen dan is het voorbij. Daarom moet het gelukken. Dour gouti en Kesariani moeten weg! RDV—DLC (10-10> De Rhenense Dam Vereniging speelde tegen DLC uit Druten een uitwedstrijd. DLC promoveerde het afgelopen sei zoen naar de eerste klasse en bleek een sterke kandidaat te zijn. De RDV mag dan met drie invallers hebben ge speeld, de einduitslag was maar liefst een remise van 10-10. De heer L. A. Lieuwen van RDV wist tenslotte met een achterstand van niet minder dan drie schijven toch nog een overwinning uit het vuur te slepen, anders was RDV verloren. De beslissende partij K. v. d. Pol - A. J. v. Zoelen eindigde in re mise. King kent, kent ook dat heerlijke verkwikkende gevoel, dat elk tablet onmiddellijk geeft. Neem King, bereid uit het zuivere natuur product en ga de dag tegemoet met frisöe moed en frisse mond. De natuurzuivere

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 3