SPAANSE WIJN Zoel rood of wit - per 1/1 fles van 240 voor
APPELMOES 2 Grote gezinspotten
LEVERPASTEI 3»,
DOPERWTJES „,n
BOERENKAAS
MET RECHT VAN KOOP
Mijn advies
aan alle bruidjes
JANNIE'S
ONDERGANG
N.V. FORTA
begrafenis
A. W. de Haas
Fa. J. van Ginkel
Wolvilt 12,90-/14,90
Haarvilt 19,50 -/ 22,50
Holborn 27,50
Flêchet 39,50
Stetson 39,50
Borsalino
f 39,50
49,50 - 52,50
Kijk eens kritisch naar de hoed
die U draagtWanneer kleur en model
niet meer in overeenstemming zijn
met de eisen, die U als goed geklede man
aan deze „hoofdzaak" moet stellen,
wordt het tijd even bij ons
binnen te stappen.
U vindt de hoed die U staat
(in de kleur die U wenst)
in de prijs die U past.
ds% J&e
Hoofdstraat Veenendaal
Herenmode Konfektie
y,H URE
TECHNISCH TEKENAAR
TIMMERLIEDEN
METSELAARS
en OPPERLIEDEN
Aann.bedrijf G. W. J. van Schaik
Guido Gezelle
AUTODROP
J. WALRAVEN
Voor een
Het jachtseizoen is geopend
Pouliersbedrijf C. BERKHOF
doosje theezakjes van Simon de Wit een
pvoor
Ui
fsiih
|s|s|s
Is|s|s
1SISIS
|s|s|s
|s|sfs
ssssss
Isfsis
|s|s|s
isisis
cSfsfs
|s|s|s
isIsis
cXUQ Deiegen -500 gram van 210 voor
In Veenendaal komen wij gratis horen en bezorgen. Telefoon 2015 - Hoofdstraat 93
FEUILLETON
NIEUWS
Stationsweg 211 te WOUDENBERG
Telefoon 03498-654
Fabriek van plaatstalen centrale
verwarmingsketels
vraagt een
of aankomend technisch tekenaar.
Vereisten:
U.T.S.-diploma of gelijkwaardige
opleiding, leeftijd ongeveer 20 jaar.
Geboden wordt een prettige werkkring
op de technische afdeling voor het
tekenwerk en de werkvoorbereiding.
Aanmelding aan bovenstaand adres.
GEVRAAGD
voor werken in Bennekom, Wage-
ningen en Oosterbeek.
Tijdsduur 2lh jaar.
Aanmelden Graaf van Rechteren-
weg, Oosterbeek, Tel. 08307-3605
en Cederlaan, Bennekom,
Tel. 08379-2911
Paadje 19 LAREN (N.H.)
(1830-1899) was R.K. gees-
telijke maar tevens de
grootste van de Vlaamse
lyrische dichters. Opvallend i
was zijn meesterschap over j
de taal, die hem in staat
stelde vloeiende verzen vol
kleur en klank te doen
maken. In een rol AUTO
DROP vindt u op elke ta
bletverpakking een interes
sant verhaal. Vraag naar
van V.S. Leeuwarden
Per rol 25 ct.
GEVRAAGD
nette winkeljuffrouw
liefst met winkelwerk
bekend.
Hoog loon: 50,a 60,
Werkkleding vrij
14 dagen vakantie per jaar.
SLAGERIJ
Hoogstraat 16, Wageningen
met auto's zijn wij speciaal
ingericht
4-8 persoons auto's
disponibel.
N.V. v/h Fa. Wed.
Kerkewijk 87, Veenendaal
Telefoon 2845
59 cm. - volautomatisch -
met 2e programma - in L Q9R
huur F.43.29 per maand. ötO«
AREL huren voordeliger dan kopen op huurkoop
en veel goedkoper dan enig ander huursysteem
AREL-HUUR
24 maanden a F. 43.29
na 2 jaar te betalen
HUURKOOP
eerste betaling
18 maanden a F. 43.05
F. 1038.96
F. 44.88
F. 1083.84
F. 269.12
F. 774.90
F. 1044.02
VOOR DEZE F. 39.82 MÉÉR HEBT U:
gedurende de huur géén reparatiekosten
geen verzekeringskosten
geen aanbetaling
U spaart terwijl U kijkt
na 2 jaar huur kunt U dit prachtige toestel
kopen voor slechts F. 44.88
Laat U eens volledig voorlichten door:
PATRIMONIUMLAAN 39
VEENENDAAL TEL. 2193
•yMWfWf'y.'.v.
dus voor HAZEN, FAZANTEN en WILDE
KONIJNEN etc. (dagelijks verkrijgbaar) naar
Boslaan 113 Telefoon 2865 Veenendaal
Na dat ene grote besluit van uw leven neem vlug nog
'n tweede - ook heel belangrijk. Haal voortaan de bood
schappen bij Simon de Wit en spaar daar ongemerkt
voor uw „appeltje voor de dorst". Dan hebt u altijd
geld achter de hand. In alle Simon de Wit-winkels
kunt u bij elke gulden die u besteedt een spaarzegel
a 10 cent kopen. Zó 50 gulden ongemerkt en vlug
gespaard, levert u mhar liefst TIEN gulden
EXTRA op. IIccl gemakkelijk: Een vol spaar-
.zegelboekje kan in elk willekeurig Simon de Wi
filiaal DIRECT worden ingewisseld voor 60 gulden
contant. Geld waarmee u fijn kunt kopen:
wannéér, waar en wat u zelf wilt
CHOCOLADELETTER
i lï'MIVÉ
cS|s|s
is|s|s
Is|s|s
|s|s|s
|s|s|s
fsSsSs
fsfs|s
fsfScS
fs|s|s
is|s|s
Islsis
samen voor
samen voor
.literblik van 109 voor
r. Goudse volvette
95
100
88
198
bovenstaande geldig tlm 6 november '63'
SI
IM
-v"r - :?,t
•rsrszszszs;
10
•N
1 DE WIT
DOOR GRE DE BOER
(18)
„Als jij komt", verbeterde Jannie.
„Goeie, en ze zegt oom Kees tegen
hem".
„Dat heb ik zelf voorgesteld. Dat ge-
meneerwat heb je er aan".
Zo ontstond het eerste meningsver
schil. En Ria, die de mensen beter ken
de dan Kees en Jannie samen, dacht
bij zichzelf: Ik zie die twee nog niet ge
trouwd. Maar enfin, als dat kind een
maal beter zal zijn
Dinsdags was Kees weer in het Gast
huis. En toen ze een poosje met elkaar
gebabbeld hadden, vroeg Leentje op
eens: „Wie was die juffrouw, oom Kees,
die zondag bij u was?"
„Dat is tante Jannie. Daar ga ik mee
trouwen".
Leentje keek hem verbaasd aan.
„Bent u dan niet getrouwd, oom?
Hebt u dan geen kinderen?"
Kees lachte en schudde zijn hoofd.
„Nee, meisje, zover ben ik nog niet.
Maar ik ga nu gauw trouwen, hoor".
„O", zei het kind en dacht een poosje
na. En opeens zei ze: „Is tante Jannie
wel aardig?"
„Ze is reuze-lief", verzekerde Kees
vol vuur. „En ik houd erg veel van
haar".
Van zijn verdere plannen met Leen
tje had Kees nog niets verteld aan zijn
verloofde. Het kon immers helemaal
niet doorgaan, als Leentje soms zelf
niet zou willen. Hij wilde eerst zeker
heid, alvorens hij Jannie op de hoogte
stelde. En toen hij die had, sprak hij er
over met zijn beschermelinge.
„Leentje", zei hij op een middag, toen
hij weer naast haar bed zat. „Wat zou
je ervan zeggen, als je niet meer naar
huis gaat?"
Ze keek hem met grote ogen aan.
„Niet meer naar huis? Moet ik dan al
tijd in het Gasthuis blijven?'
„Welnee, malle meid. natuurlijk niet.
Over een dag of wat ben je beter. Dat
heeft de dokter gezegd. En nu heb ik
een plannetje. Als je hier in het Gast
huis weg gaat, kom ik je halen met de
auto. Dan rijden we naar mijn huis en
dan kom je bij me wonen. En dan mag
je in september weer naar school om te
leren. Hoe zou je dat vinden?"
De ogen werden nog groter, maar
toen kwam er een teleurstellende trek
over haar gezicht. „Dat meent U niet,
he, oom Kees?"
„Ja, zeker, meisje. Je hebt me zelf
verteld, dat je zo graag had willen
doorleren. Welnu, je gaat niet terug
naar de Rozendwarsstraat, maar komt
bij mij. En als je dan weer goed kunt
lopen, ga je in september naar school".
„Bedoelt U, dat ik dan altijd bij U
blijft? Ook eten en slapen en zo?"
Kees knikte bevestigend.
Het kind had lange tijd voor zich
uitgekeken. „Dat zou erg fijn zijn", zei
ze tenslotte. Maar meteen er achteraan
verschrikt, „Ja, maar dat vindt vader
niet goed".
Kees had haar uitgelegd, dat vader en
moeder het beiden goed vonden en dat ze
natuurlijk op gezette tijden naar huis
mocht, als ze zou willen. En dat vader en
moeder ook wel eens in de P.C. Hooft-
straat zouden komen.
Pas toen het eigenlijk goed tot haar
doordrong, wat dit allemaal betekende:
nooit meer terug naar die vuile kamer
in de Rozendwarsstraat, nooit meer ruzie
thuis, maar weer mogen lerentoen
had ze zich opgericht en Kees gezicht
naar zich toegetrokken en blozend een
kus gedrukt op zijn wang.
's Avonds, toen Kees op de Amstelveen-
seweg was gekomen, vertelde hij van zijn
verdere plannen met Leentje. Ria had la
te dienst en dus zaten ze met z'n beiden
bij de haard. Het was nog koud buiten.
Jannie keek hem stom verbaasd aan en
fronste toen haar wenkbrauwen. „Bedoel
je hiermee, dat je dat kind bij je in huis
neemt? Maar Kees, dat meen je toch
niet?"
„Ja waarom niet? Ik ben vastbesloten
voor haar te blijven zorgen. Over een
paar weken kan ze het ziekenhuis verla
ten en dan houdt ze tot September va
kantie. Dan kan ze wat beter leren lo
pen en een beetje genieten van het mooie
weer. We zullen er terdege van profiteren
en gaan van de zomer een paar weken
naar zee. En in september gaat ze naar
de H.B.S. om verder te leren. Dat wil ze
graag."
Jannie's verwondering steeg nog meer.
„Maar Kees, dat kun je toch niet doen?
Je woont helemaal alleen, zonder enige
vrouwelijke hulp dan een werkster. Jij,
en zo'n meisje alleen, dat past toch niet?"
Daarin heb je gelijk. Vóór Leentje haar
intrede doet, heb ik een huishoudster."
„Neem je een huishoudster?"
Hij lacht. „Wees maar niet jaloers, hoor,
want ik neem er wel een van middelbare
leeftijd. En bovendien, het is toch maar
tijdelijk. Als we getrouwd zijn, verdwijnt
zij weer en dan gaan we fijn met z'n
tweetjes, jij en ik voor Leentje zorgen."
Jannie probeerde hem ervan te over
tuigen. dat hij een taak op zich ging ne
men, die ongetwijfeld boven zijn kracht
ging. „Begrijp toch, Kees, dat je niet het
minste verstand hebt van opvoeding. Je
bent zelf nog jong. Wat weet je van alle
grillen en nukken van zo'n kind? Hoe
oud is ze eigenlijk? Dertien?"
„Over twee maanden wordt ze vijftien
antwoordde Kees. „Maar dat doet allé-
maal niets terzake. Ik zal uitzien naar
een vrouw met ervaring, zo mogelijk een
weduwe, die zelf kinderen heeft. Nee, die
neem ik er niet bij. Ik accepteer alleen
een weduwe met kinderen als deze al
zelfstandig zijn. Tot ons huwelijk zorgt zij
dan met mij samen voor Leentje. En
daarna pakt ze weer haar biezen en neem
jij haar plaats in. Wat dacht je, dat wij
dat met z'n tweeën niet zouden opknap
pen? En acht jij je niet bekwaam om
zo'n meisje mee te helpen behoorlijk op
te voeden? Dan denk je wel erg gering
van jezelf."
Jannie schudde haar hoofd niet-begrij-
pend. „Ik kan van jou de laatste tijd geen
hoogte meer krijgen, Kees," zei ze. Maar
de jongeman trok haar op zijn schoot en
knuffelde haar. „Laten we er geen ruzie
over maken, liefje", zei hij, haar een har
telijke kus gevend. ,Ten slotte hebben wij
elkander toch en dat is het voornaamste".
Ze nestelde zich gewillig in zijn armen,
maar diep in haar binnenste knaagde er
wat, iets, wat ze nog niet kon definiëren.
Juffrouw Fransman deed 1 april haar
intrede. Ze was weduwe van een spoor-
man, die tijdens het rangeren verongelukt
was. Er waren twee getrouwde kinderen,
die beiden in Groningen woonden en de
huishoudster had bedongen, dat ze eens
in de maand een weekeind naar haar kin
deren zou mogen gaan. Waartegen Kees
niet het minste bezwaar had. Over de
verdere voorwaarden was men het gauw
eens geworden en toen Kees vertelde, dat
hij een veertienjarig meisje in huis zou
krijgen, verhelderde de blikken van de
vrouw. Want ze hield van kinderen.
Op de dag van het ontslag haalde Kees
haar met een taxi uit het Wilhelminagast-
huis. Leentje, die het hart van de meeste
verpleegsters gestolen had, werd door een
hele schaar uitgeleide gedaan. Steunend
op de arm van haar beschermer, trad ze
naar buiten, in het zonlicht van de mooie
voorjaarsdag, en Kees hielp haar voor
zichtig in de wagen stappen. Er werd
gewuifd en daarna reed men naar de P.
C. Hoofdtstraat.
Juffrouw Fransman, die beslist geen
„mevrouw" genoemd wilde worden, ik
ben maar van doodgewone afkomst, had
ze gezegd en hoewel Kees betoogd had,
dat iedere gehuwde vrouw recht had op
de titel van „mevrouw", bleef de huis
houdster op haar standpunt: juffrouw
Fransman, en anders niet had op eigen
initiatief een taart gekocht (daar denken
mannen toch niet aan) met „welkom
thuis" er op. En die taart prijkte nu op
het tafeltje in de tussenkamer.
Nieuwsgierig stapte het meisje, weder
om gesteund door Kees, uit de wagen en
liep de sigarenwinkel binnen. Ze keek
eens rond en knikte tegen de winkelbe
diende, dit haar eveneens vriendelijk be
groette. Daarna gingen ze door naar ach
teren, waar juffrouw Fransman in ponti
ficaal op haar pupil stond te wachten.
„Zo," zei Kees, „.terwijl hij de deur
achter zich sloot, „en dit is nu juffrouw
Fransman, de huishoudster, die ook voor
je zorgen zal. Fn dit is onze Leentje, die
vanaf vandaag Lenie gaat heten, niet
waar?"
Het meisje gaf de huishoudster verlegen
een hand, maar juffrouw Fransman, die
het kind hinkende had zien binnenkomen,
werd ontroerd en nam het in haar armen.
Ze drukte een hartelijke kus op beide
wangen en zei: „Hartelijk welkom, Le
nie. Kom, laat ik even je manteltje uit
doen en ga dan maar eens lekker zitten."
Het kind bloosde en keek toen naar de
tafel. „O, wat leuk," zei ze, de letters le
zend: „Welkom thuis. Is dat voor mij?"
De huishoudster knikte. „Houd je van
taart?"
„Nou, en of!" zei ze oprecht. „Wie lust
dat nu niet? Oom Kees heeft in het
Gasthuis ook eens een taart meegeno
men.... die was binnen het uur al op
Jeetje, wat een leuke kamer, oom Kees.
Woont U nu hier?"
Kees knikte en ging eveneens zitten.
„Ziezo", zei de huishoudster, die inmid
dels het manteltje had weggehangen. „En
nu ga ik eens een lekkere kop koffie
klaarmaken. En dan eten we samen wat
van de taart. Maar jij moet 'm aansnij
den, hoor. Dat hoort zo."
„Ja, oom Kees?" Ze keek de man vra
gend aan.
Dze knikte. „Ja, jij bent vandaag het
feestvarken. Dus jij moet tracteren."
Het werd een leuke morgen, 's Middags
na het brood eten, zei juffrouw Frans
man: „Zo, nu zal ik je je kamertje eens
wijzen ja, je krijgt eeneigen kamer,
helemaal alleen voor jezelf en dan ga
je een middagdutje doen, want vanavond
komt er visite en dan moet je weer een
beetje uitgerust zijn."
Gedwee ging het kind met de oudere
vrouw mee en Kees knikte voldaan. Die
twee zullen best met elkaar overweg
kunnen. Dat had hij al bekeken.
's Avonds waren Jannie en Ria beiden
op bezoek. Kees had ze getweeën uitgeno
digd en voor dit geval had Ria de uitno
diging ook aangenomen. Inwendig was ze
razend nieuwsgierig naar de bescherme
linge van Kees. Ze wilde wel eens zien,
wat voor kind het was. Van Jannie had
ze er tot nu toe niet veel goeds over ge
hoord. Maar ja
Lenie had een beetje verlegen de da
mes een hand gegeven. Tegen Jannie had
ze tante gezegd. Maar Ria, die haar har
telijk tegemoet was getreden, zei meteen:
„Zeg jij ook maar tante hoor: tante Ria.
Dat vind ik veel leuker".
„Graag, tante Ria," ontwoordde het
meisje zacht. Maar meteen was ze weer
enthousiast en zei: „Ik heb een mooie
taart gekregen, kijk maar. „Welkom
thuis" staat er nog op. Dat hebben we
bewaard voor vanavond. Ik moet 'm zelf
aansnijden, heeft oom Kees gezegd, want
ik ben 't feestvarken. Is 't niet, juffrouw?
Dit laatste tot de huishoudser.
Deze knikte en nam dadelijk weer de
honneurs waar. Ze vroeg: „drinken de
dames koffie? Ja? Allebei suiker en
melk?" Jannie knikte slechts, maar Ria
zei: „Graag, juffrouw."
Kees presenteerde sigaretten en Lenie, die
in het hoekje bij de haard zat, wat voor
heen de plaats was van Jannie, keek van
de een naar de ander. Toen begon ze te
vertellen, van het gasthuis, van zuster
Jo, die altijd moppen vertelde, van zuster
Hannie, die gauw ging trouwenEn
meteen hield ze verschrikt haar mond en
keek van Jannie naar Kees, en van Kees
naar Jannie.
„U gaat ook gauw trouwen, he, tante
Jannie? Met oom Kees, he? Komt U
dan ook hier wonen?"
Jannie lachte wat schor. „Ja, dat zal
wel moeten, he?" antwoordde ze enigs
zins sarcastisch. Kees wilde wat zeggen,
maar juffrouw Fransman kwam binnen
met de koffie en Lenie moest opnieuw
haar kunst vertonen in het aansnijden
van de taart. Een taak, waarvan ze zich
overigens voortreffelijk kweet.
Het waren voornamelijk Ria en Lenie,
die die avond het woord voerden. Jannie
zat een beetje verveeld te kijken en
rookte de ene sigaret na de ander.
Een enkele maal voegde de huishoudster
zich in het gesprek en Ria, die haar en
kele malen van terzijde had aangekeken,
moest toegeven, dat het een keurige
vrouw was. Kees had een goeie keuze
gedaan.
Om half tien ging Lenie naar bed. De
huishoudster bracht haar weg, nadat ze
de meisjes een hand en oom Kees schuch
ter een kus op zijn wang had gegeven.
Zacht zei ze, terwijl haar handje nog in
de zijne lag: „Dank je wel, oom Kees,
voor alles
Kees haalde zijn huisbartje voor de dag
en nadat de huishoudster ook was weer
gekeerd, zaten ze nog gezellig een uurtje
te drinken en te praten.
Kees vertelde van zijn plannen met Lenie.
„Ze heeft een goed stel hersens en ik zal
haar laten leren, wat ze zelf wil. Voorlo
pig gaat ze in september naar de H.B.S.
Tot zolang heeft ze vakantie en moet ze
eerst weer een beetje leren lopen."
Om kwart voor elf stond Ria op. „Ik
smeer 'm," zei ze, „want ik heb morgen
vroege dienst. Half zes achter het loket".
Jannie stond eveneens op. „Ik ga gelijk
mee," zei ze, „want ik heb een beetje
hoofdpijn."
Het afscheid tussen Kees en Jannie was
die avond een beetje koel. Maar Kees had
er niet zoveel erg in. Ze zou wel bij
draaien, was zijn oordeel. Doch de huis
houdster, die die avond gemerkt had, dat
Jannie de verloofde was van Kees, dacht
er het hare van.
De Breuk
Kees keek eens naar de paperassen
voor zich en schoof ze bij elkaar. Mor
gen zou hij de boel wel afmaken. Nu had
hij er geen zin meer in. En opnieuw stak
hij een sigaret op en keek naar het
lachende gezicht van Lenie op het portret.
De klok in de kamer sloeg half tien.
Over een uurtje zou ze thuis zijn. Ze was
naar een verjaarspartijtje van een harer
vriendinnen, een klassegenote.
En hij dacht weer terug aan die eer
ste avond, dat Lenie hier in huis was.
Van dat ogenblik af dateerde eigenlijk de
verwijdering tussen hem en zijn verloof
de. Hij keek eens naar zijn hand, waar
aan enkele maanden de ring gezeten had.
Nu was die vinger weer leegvoor
goedOok deze teleurstelling was
voorbij.
Ja, de verwijdering was geleidelijk aan
groter geworden. Aanvankelijk had hij
nog gedacht dat het zo'n vaart niet zou
lopen. Maar toen Lenie de volgende
morgen tegenover Kees zat en de
huishoudster in de keuken bezig was met
de afwas, vroeg het meisje: „Oom Kees?"
„Wat is er, Lenie?"
„Houdt U erg veel van tante Jannie?'
Kees keek haar verrast aan. „Waarom
vraag je dat zo, meisje?"
„O, zo maar. Ik heb altijd gedacht, dat
mensen, die van elkaar houden, heel an
ders waren. Zo blij, ofvrolijkja,
ik weet het eigenlijk niet."
Kees lachte. „Maar ik ben ook blij."
Ja, U. Maar tante Jannie was gister
avond zo stil en
„Ze had hoofdpijn, meisje."
„O."
„Wat wilde je nog meer zeggen."
Het kind aarzelde. „Ik weet niet, of ik
het wel zeggen mag."
Kees moedigde haar aan. Geen gehei
men, hoor. Je mag oom Kees alles ver
tellen."
Ze kreeg nu wat meer durf. „Tante
Jannie keek me gisteravond een paar
keer aan."
„Ja?"
Lenie knikte. „Ik lachte naar haar,
maar tante Jannie keek erg lelijk naar
me. Zou ze
„Dat zal wel komen door haar hoofd
pijn, Lenie. Ze is heus erg aardig."
Het meisje knikte opnieuw en zweeg
verder maar.
Kees stond op. „Zo," zei hij opgewekt.
„Het is mooi, zonnig weer. Nu gaan we
samen een klein stukje wandelen, jij en
ik.
(Wordt vervolgd)