Nieuwsblad voor Veenendaal Omstreken Blijde Kerstboodschap Is KERSTMIS HET HUIS MET DE LICHTEN er ook daar een Want xiet9 ik verkondig U grote blijdschap99 Een droevige Kerstmis voor Henry Ford /f Kerst 36© JAARGANG VRIJDAG 21 DECEMBER 1963 Nr. 101 Uitgave: drukkerij „De Gelderse Vallei" Veenendaal Verschijnt tweemaal per week in: Veenendaal Amerongen Eist Rhenen Achterberg Overberg De Haar Ede Kade Maanderbuurt Ederveen Renswoude Scherpenzeel Dierenklacht bij de Kerstboom Mt M< "E,REN Assurantie-, Hypotheek- en Woningbureau BROUWER Redaktie en administratie: Parallelweg 10 - Veenendaal Tel. 0 8385-2022 (2 lyncn) - Giro 563427 Redaktie: W. F. ter Hoeven Advertenties en abonnementen kunnen ook worden opgegeven by de agentschappen van „De Vallei" in plaatsen van verschUnlng DE ALLEI ADVERTENTIES Advertentieprijs per mm 15 cent Speciale kontraktprijzen op aanvraag Minimum per advertentie 4,50 Rubriek Vraag en Aanbod 1-10 woorden 1,elk woord meer 10 cent Abonnementsprijs 1,95 per kwartaal Losse nummers 15 cent Het KERSTFEEST is sinds zijn oorsprong een feest van blijd schap, hoop en verwachting. De manier waarop het gevierd wordt, moge verschillend zijn de feitelijke betekenis is in de loop der eeuwen nooit veranderd. Maar om op het punt BLIJDSCHAP te rug te komen: ontvangen wij het naderende feest allemaal als een blijde kerstboodschap? Voor de moderne mens anno 1962, die het in vrijwel alle omstandigheden „voor de wind gaat" zoals we dat plegen uit te drukken, zal deze vraag naar de uiterlijke vorm niet moeilijk te beantwoorden zijn. We maken plannen, zorgen voor een prachtige kerstboom, nodigen gasten uit, kortom we doen ons uiterste best om tenminste de nodige gezelligheid te creëren. Of er daarnaast innerlijke blijdschap is DOCH ER ZIJN OOK MENSEN DIE HET NIET VOOR DE WIND GAAT! Vaak wonen en leven zij vlak naast ons! Zij zijn geslagen door het le ven, zien in vele gevallen geen uitkomst meer en toch voor hen is ook de b 1 ij d e kerstbood schap! Hoe zien zij dit feest? Zijn ze door het lot verbitterd? We heb ben getracht hierop een antwoord te geven door middel van een aantal vraaggesprekken met gehandicapten uit onze omgeving. Let wel: het is niet de bedoeling om een domper op het nederende feest te zetten door een soort van klaaglied aan te heffen. Integen deel de bedoeling van deze reportage, die dank zij de welwil lende medewerking van de geintervieuwden tot stand kon komen, is, om ons allen even stil te laten staan bij die medemensen welke eigenlijk nooit vergeten zouden mogen worden. Zeker niet bij de viering van het KERSTFEEST! Op twee krukken strompelt JAN VOORTHUIZEN (53) aan de Van Ree- deweg in Renswoude van de divan naar z(jn stoel aan de andere kant van de kachel. Alleen kan hy het niet hy moet geholpen worden. Tot zijn vijfenveertigste jaar was hij een gezonde, sterke kerel, die zijn jeugd op de boerderij van zijn vader was be gonnen. In de oorlog trouwde hij met een Veenendaals meisje. Hij werkte hard en de toekomst leek rooskleiirig. De eerste slag die hem trof was het verlies van zijn enig kind. Later - nu acht jaar geleden - begon hij ontzettend moe te worden. De verlammende ziek te kwam geleidelijk: eerst moeheid, toen ging het lopen steeds slechter en de laatste drie jaar kan hij helemaal niet meer lopen. Jan Voorthuizen vertelt: „De dok ters brachten me naar het ziekenhuis. Ze onderzochten me keer op keer.... maar ze zeggen je niks hè! Ze zeggen niet waar het vandaan komt en ze zeg gen ook niet: je komt er af. Jadat heeft me wel in mijn lichaam gezeten. En nou zit ik er meeD'r was hier pas nog iemand die zei: Jan, jij hebt vroeger wat kilometers gelopen Maar 't is overalleen kan ik niks meer.... m'n vrouw moet me overal mee helpen. De eerste keer dat ik als invalide m'n centen moest halen, ston den de tranen in mijn ogen. Nou niet meer.ik weet dat ik niet meer kan". Hij laat zien dat hij zelfs met zijn handen soms niet meer bij machte is, de krant om te slaan. We vragen hoe deze twee mensen het kerstfeest gaan vieren. Zijn vrouw die pas terug is uit het ziekenhuis van een zware operatie („zet u maar, dat ik haar niet kan mis sen!") zegt het ons eerlijk: ,,'t Is hier altijd somber - je zit elke dag in de armoe en je ziet geen uit komst meer. De kerst vieren we net als altijd met z'n tweetjes. Op de radio luisteren we naar de kerkdiensten. Te levisienee dat kunnen we niet be talen. We hebben het nog nooit gezien 't moet wel mooi zijn zeggen ze. Mensen komen hier ook zelden. Er komt hier nooit eens iemand over of zo om te vragen hoe het is of zo. Ach.... en fami liedat wordt zachies aan ook min derWaarom moet ons dat zo treffen? Je wordt wel eens moedeloos maar we hopen er op om weer beter te worden". Zó gaan deze twee mensen het Kerst feest tegemoet! GEORGE MAHULET- TE (21), zyn ouders (moeder 39 en vader 52) en zyn vyf broer tjes en zusjes, vieren het Kerstfeest in het woonoord De Bruine- horst te Ederveen. In den vreemde, ver van hun geboorteland. De beweeglijke jon geman die uitstekend Nederlands spreekt, schrikt helemaal niet als we totaal onver wacht de woonkamer binnenstappen. Even min als zijn ouders; het is bekend dat deze mensen uitermate gast vrij zijn. Elf jaar lang zit de ze familie uit een dorpje bij Bandoeng nu al in ons land. Ze wonen in omstandigheden, waarmee wij Hollanders pertinent geen genoegen zou den nemen. Het zou anders kunnen want er zijn nieuwe huizen aangeboden maar.. George zegt: „De kerk (de zgn. Zuid- Molukse kerk) komt bij ons altijd op de eerste plaats. Als we verspreid zitten kun nen we bijzonder moeilijk naar de kerk. Hier hebben we een Ambonese predikant en een kerkzaaltje. Hoe wij het kerstfeest vieren? Ja, hoe moet ik dat nu precies uit leggen. Kijkmaandagavond gaan we allemaal, óók de kinderen, eerst naar de kerk. Ja, natuurlijk hebben we in de kerk een kerstboom. Nou en dan om kwart voor twaalf zijn we allemaal weer in eigen familiekring. We gaan om de tafel zitten en mijn vader gaat dan bid den. Als het twaalf uur middernacht is en mijn vader hardop gebeden heeft, dan richt hij tot ons een vermanend woord. Begrijpt u het....? Tegen mijn jongste broertje zal hij bijvoorbeeld zeggen dat hij beter zijn best op school moet doen ennou ja, ....van alles. Ik ben toe vallig het oudste kind en die heeft ook het recht om tegen zijn jongere broers en zusters iets te zeggen. Om kwart over twaalf komen de families bij elkaar op bezoek en dan eten en drinken we iets. Iedereen geeft aan iedereen, arm of rijk, daar kijken we niet naar!" Inderdaad, de band is bij de Ambonezen bijzonder sterk. En toch als buitenstaan der wordt je onmiddellijk in hun kring opgenomen. Gastvrij en voorkomend! MaarAls Soekarno weg was, zou den mijn ouders terug gaan, dat weet ik zeker", zegt George. Dus er is wel de gelijk heimwee naar het land waar hun wieg stond. Met die gedachte in hun hart vieren zij Kerstmis! „Als je niets meer kunt doen, ben je eigenlijk een nietsnut in de maatschappij!" Deze bittere woor den klinken in de woonkamer van de familie VIEGEN aan de Kersweg te Amerongen. Ze worden uitge sproken door moeder Viegen (59) die aan astmatische bronchitus lijdt. Vroeger dienstbode in Amerongen, trouwde ze toen ze 18 jaar was. Haar man werd in 1942 afgekeurd voor zijn beroep en was vijf jaar invalide. Sinds 1947 Is hij benzinepomp-bediende wat hij op zijn 69-jarige leeftijd nog steeds doet. Niet omdat hij het zo plezierig vindt, maar uit sluitend om zijn te lage uitkering bij te zullen. Moeder Viegen: „Ik heb rheuma gehad, dat mijn handen een paar dagen helemaal krom gestaan hebben. Ik heb zeven keer in het ziekenhuis gelegen, de laatste keer voor een operatie aan mijn ogen, maar het ergste is mijn bronchitus. Ik heb het vaak ontzettend benauwd en dat is wel eens heel erg geweest. Als ik me nou maar niet te druk maak, dan gaat het wel. Maar ja, je wilt wel eens wat doen he.... als je niks doet, dan voel Je je als een niets nut in de maatschappij". De jongste dochter (17), een actief meis je dat direct al met thee kwam aandra gen, moet noodgedwongen thuisgehouden worden. Vader Viegen zegt: „Als zij nu ook uit werken kon, dan hoefde Ik niet meer naar de pomp toe". zie verder pag. 2 Heer, ik dacht dat G'ook de dieren in Uw hart gesloten hadt. Ach, hoe komt het dan dat men ons soms mishandelt, en ook dat men zo weinig op de noden van de dierenwereld let? Soms na jaren trouwe vriendschap worden wij op straat gezet! Heer, ach, geef dat onze baas, in ons zijn medeschepsel ziet. Open Gij gesloten harten, sta ons bij in ons verdriet. A. HS „VOOR MENSEN DES WELBEHAGENS LEIDEN ALLE WEGEN NAAR BETHLEHEM." Lucas 2 16 De weg van de wereldmachten naar Bethlehem „En het geschiedde in dié dagen, dat er een bevel uitging van Keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden in geschreven." Zo begint de geschiedenis van Jezus1 geboorte in Bethlehem. Toen de evangelist Lucas dat neerschreef zal hij stil geglimlacht hebben: die Augustus wil door zijn volkstelling er achter komen hoe rijk en sterk hij wel is - en God laat ons zien, dat .die machtige Keizer eigenlijk niets anders kan doen, dan Gods plan verwerkelijken, zo dat Zijn Zoon in Bethlehem geboren wordt. Op de markt in Rome stond een gouden mijlpaal, van waar de afstanden in de wereld werden geteld: zóveel mijl naar Athene, zóveel naar Constantinopel Alle wegen leiden naar Rome. Hier is het middelpunt der wereld! Vie op het Kerstfeest over die Augustus leest, glimlacht met Lucas mee: nee, alle wegen leiden naar Bethlehem. Daar in die Kribbe ligt de Heer der wereld. Onbewust en ongewild moeten alle machthebbers in de wereld meewer ken aan Zijn plan. Terecht wordt heel de wereldgeschiedenis ingedeeld: zó veel jaren vóór en zoveel jaren na de komst van Christus. Hij is hej middelpunt waar alles om draait en waarvan alles uitgaat. In de spanningen van vandaag zou je bijna het lachen verleren. Bij de krant en de radio zou soms de angst tegen je opkruipen. Als je hoort van het ijzeren gordijn en de vluchtelingen kampen, van Chroestjew en Berlijn en Cuba. Alleen dit Kerstevangelie kan die angst verdragen en de glimlach der hoop weer over het gezicht doen spe len: Dat Kind in de Kribbe, Die Heiland is toch de Here. i De weg uit de hemel naar Bethlehem fa, dat is de blijde boodschap van het Kerstfeest. Gods Zoon daalt uit de hoge hemel neer en ligt als Kindje in de Kribbe. Wij weten de juiste wegen op aarde niet te vinden. Dat is onze menselijke nood en de oorzaak van al onze verwarring. Erger is nog: De :ir de hemel is ons toegesloten. God hebben wij door de zonde buiten ons leven gezet. Zó zijn alle deuren naar een blijde toekomst in 't slot gevallen. En de wegen naar een vrederijk op aarde afgesloten. Maar Gods Zoon daalt neer tot onze redding. Die Kribbe is daar het teken van. Het teken van wat Hij komt doen in onze verloren wereld. Gods Zoon maakt Zich ons men sen precies gelijk jen zoekt de laagste plaats onder ons. Hij dook zo diep mogelijk onder in onze armoede en el lende. Die Kribbe is nog maar de eerste stap op Zijn weg naar de diepte, naar het Kruis, naar de verlating van Zijn Vader. De Kribbe is het teken dat Hij al onze eenzaam heid en ellende, al onze schulden op Zich laden wil. Jezus neemt onze armoede op Zich om ons Zijn rijkdom te ge ven. Jezus komt in onze eenzeemheid in, om ons Gods gemeenschap te hergeven. Jezus daalt uit de hemel neer, om ons de weg naar de nieuwe hemel en aarde te ontsluiten. Zijn weg uit de he mel, wordt onze weg ten^ hemel. De weg van U naar Bethlehem „Laten wij naar Bethlehem gaan" zeiden de herders tot elkaar, toen zij de Kerstboodschap hadden gehoord. Zij begrepen: de boodschap ons gebracht, is een oproep. De weg naar de Kribbe, naar de Heiland der wereld is ons gewezen, opdat wij die zouden gaan. Daar dienen al die toespraken en liederen in de kerken en door de radio voor: om u de weg te wijzen en u op te roepen naar Jezus te gaan. Hij is nu wel weer bij Zijn Vader in de hemel en veel machtiger Here dan Augustus, maar Hij is nog precies dezelfde als toen Hij neerdaalde op aarde. Over uw zonde, uw angst en uw zorgen en moei ten en tranen is Hij bewogen. Hij is verlangend u tot God terug te brengen. Nog altijd zijn Zijn Kribbe en Kruis de tekenen van Zijn Genade en Barmhartigheidzó is Jezus, zó is God over ons zondaren bewogen. Hier toont zich Zijn hart. Hier is plaats voor ieder mens, die met zich zelf is vastgelopen, die door God* Geest ontdekt is aan zijn verlorenheid en schuld. Plaats voor oud en jong. Kom dan, och bom dan. ga naar Bethlehem, ga zoals u bent. Kom en kniel en zie: Hier is uw Heiland en zó is uw God. Ds. J. Dijkstra, Rhenen „Ik zou er al mijn geld, ja, zelfs mijn leven voor over hebben, om een einde aan die oorlog te maken," zei de kleine man met het scherp-besneden gezicht tot Theodore Dalavigne, reporter bij een krant in Dearborn, U.S.A., toen zij samen wandelden door de lanen van zijn land goed. Al uw geld, dat is nogal zoiets", ont- woordde Delavigne. „Maar ehmag ik dat in de krant zetten?" „Je gaat je gang maar." Zo begon het. Het grote avontuur van Henry Ford, multimiljonair, automagnaat en van de ene op de andere dag vre desapostel. Augustus 1915. Op de slagvelden van Vlaanderen laten dagelijks tienduizenden jonge mensen het leven. De Lusitania is zojuist getorpedeerd. In de loopgraven van Yperen klinkt voor het eerst het alarm „GIFGAS"! Henry Ford vindt dit allemaal ver schrikkelijk. Hij komt er rond voor uit. Men mag het gerust in de krant zetten. Het kómt ook in de krant. Maar dan vraagt hij zich af, of hij niet wat al te gul is geweest met zijn toe stemming, want bij postzakken vol stro men de adhaesiebetuigingen binnen. En dat niet alléén. Velen achten hem, de man, die tot nu toe alles is gelukt, de aangewezen per soon om die dwaze Europese oorlog, zo geheel in strijd met de verstandige, zake lijke Amerikaanse opvattingen, te stop pen. Immersbestaat niet de kans, dat straks ook Amerika in deze oorlog wordt betrokken, dat ook de eigen jonge mensen straks dit inferno worden inge jaagd? Rosika Schwimmer is het de Hon gaarse jodin die het pleit beslecht. Zij heeft internatinolae bekendheid verwor ven als voorvechtster van vrouwen- en mensenrechten. Zij is doorgedrongen tot de kanselarijen van Europa, tot oorlog voerenden en neutralen. Zij weet, waar over zij spreekt. Zij heeft de ellende met eigen ogen gezien. Volgens haar.vaste overtuiging is die gehele oorlog een zaakje van de militairen die nu wel moeten doorgaan tot het bloe dige einde, tot overwinning of nederlaag. De staatslieden, weet zij, willen het einde liever vandaag dan morgen, of het nu de Duitser Von Benthem Hollweg of de Brit se Lord Grey is, nog gezwegen van de neutralen. Maar iemand moet de ban doorbreken. Zij gelooft, dat Henry Ford die man is. Henry Ford gelooft het ook. Hij is ge wend, dat alles wat hij doet hem gelukt. Hij is de man, die in Amerika altijd in het nieuws is. Hij heeft de reputatie van sociaal-denkend, vooruitstrevend zaken man. Hij houdt ervan om de dingen groot te doen en met veel fanfare. En hij be schikt over geld. veel geld. Voor de Amerikaanse kranten is alles wat Henry Ford zegt en doet nieuws. Geheel Amerika weet binnen korte tijd, dat Henry Ford een einde aan de oorlog Zie verder pag. 4 WAAROM DIE BOOM, ZO VOL VERSIERD MET BALLEN, ZILVER, LINT? WAAROM DIE ENE DAG VAN 'T JAAR GEZONGEN VAN HET KIND? HEER JEZUS IS GEEN „KINDJE KLEIN", EEN KERSTBOOM VRAAGT HIJ NIET. HIJ STREKT DE HANDEN REDDEND UIT, MAAR VRAAGT GEEN WIEGELIED. HIJ STAAT RECHTOP EN KIJKT ONS AAN, ZIJN OOG VOL LIEFDE-EN WACHT. MAAR WIJ, WE KIJKEN NAAR EEN BOOM EN ZINGEN: STILLE NACHT. ALLEEN DIE ENE DAG VAN 'T JAAR WORDT SOMS AAN HEM GEDACHT. DE AND'RE DAGEN STAAT HIJ DAAR EN KLOPT, EN HOOPT, EN WACHT. A. H. De mannen op zaal volgden vanuit hun bedden de bedrij vigheid van de nachtzuster, die haar armen vol had met pakjes. Dat waren de kerst geschenken, die ze straks zou ronddelen. Ze legde de pakjes onder de kerstboom, die op gang voor de ingang van de zaal stond, daarna wees ze naar een paar mannen, die hun bed uit mochten. „Als jullie me nu helpen met de versiering", zei ze, „dan steken we daarna de kaarsen aan". „All right!" en „Oké, zus ter!" riepen de mannen en sprongen hun bedden uit; ze hielden, zonder uitzondering, van de zaalzuster, die hen on der bedwang wist te houden met haar glimlach en zachte stem. Ook om haar zachte handen, die nooit pijn veroor zaakten, maar haar patiënten soms zo wonderlijk rust kon den geven en hun opstandig heid wisten te bedwingen. Zoals de mannen hielden van zuster Gerda, hield deze van de mannen. Zo vond ze 't ook nu, op kerstavond, prettig, de mannen, die de avond niet met hun vrouwen en kinderen konden doorbrengen, dit ge noegen te bereiden. Nadat de versiering was aangebracht en de kaarsen waren ontstoken, kwam een collega van de zaalzuster om versnaperingen rond te bren gen; zuster Gerda deelde de geschenken uit. Met een ze- \/zrha<xl 7 ^Loor— m de ver pleegster de bedankjes van de patiënten in ontvangst; de één na de ander drukte haar de hand. Ze dacht met verbazing: met hoe weinig volwassen mannen als dezen op haar zaal gelukkig konden zijn. Ze leken nu zelf wel kinderen. Toen het tijd was om te gaan slapen deed zuster Gerda de lichten uit; op verzoek van de mannen bleef de kerst boom nog een uur branden. Over en weer klonk geroep van: „Wel te rusten, mannen!" en „rustige wacht, zuster!" Zuster Gerda voelde zich moe en dacht onwillekeurig aan de lange nacht, die zij wakend moest doorbrengen. Kerstnacht.... zij hoopte op een rustige wacht. Op het zelf de moment kwam met haasti ge stap de chirurg de gang op. Kortaf vroeg hij de verpleeg ster: „Zuster, hebt u nog een bed vrij?" „Op de grote man nenzaal, dokter?" „Neen, me neer ziet er wel naar uit dat hij klasse kan betalen - heel sjiek gekleed en een slee van een auto, al ligt die nu als een opgerold stuk blik tegen een boom". De verpleegster deed of ze de cynische toon van de arts niet opmerkte. Ze be greep, dat hij ontstemd was aan het werk te moeten, nu hij op 't punt stond met zijn vrouw bij vrienden kerstfeest te gaan vieren. „Een zwaar gewonde, dok ter?" „Flinke hoofdwond, gekneus de handen en gescheurde beenspier. Er valt wel wat te krammen". Zie verder pag. 4 3UN6UAN& PRISHA pontiAc OMC6A voor betere uurwerken H0QFDSTP 91 VEENENDAAL Alle verzekeringen Hypotheken Verkoop vaste goederen Woningbeheer Taxatie* Beëdigd als makelaar en taxatenr Veenendaal, Kanaalweg 2 - Tel. 2918

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1963 | | pagina 1