UIT DE GESCHIEDENIS VAN RHENEN VI c NIEUWE KATOENMODE BRENGT DE ZOMER IN HET LAND i De heer J. Gaasbeek nam afscheid als godsdienstonderwijzer De rijke vondst op de Donderberg - Lijkbegraving en -verbranding - Het Vordel VEENENDAAL KVBOIET ROOSEVELT'S TEDDY-BEER IS 60 JAAR GEWORDEN! DERDE BLAD „DE VALLEI" DINSDAG 14 JANUARI 1964 Nr. 4 V. A. B. KIRPESTEIN CITY-MOTORS-EDE Bijzondere dienst in Oude Kerk Meer dan 160 miljoen beertjes! Een aardig nieuwtje uit de stoffencollecties is de zogenaamde „flued print", een druktechniek, waarbij fotografisch op koperplaten overgebrachte dessins gereproduceerd kunnen worden. Op deze wij ze zijn al zeer verdienstelijk bekende schilderijen op het doek ge bracht; een reproduktie op katoen dus, die de werkelijkheid nog beter benadert dan de reeds bekende papier reprodukties. Nu dient de fotogravure ook de mode met een effect, dat vele vrouwen wel zal aanspreken. Ander stoffennieuws: de abstracte bloemmotieven zijn alweer op de terugtocht, De bloemen zijn romantischer, echter; rozen schijnen de voorkeur te hebben. Een Nederlandse zomergarderobe zonder bloempjes is nu eenmaal ondenkbaar. De zogenaamde panels gaan er dit jaar dik in. Het zijn kant en kla re helften van jurken, die men maar aan elkaar behoeft te zetten om een compleet en alleraardigst japonnetje te verkrijgen. Dan zijn er zeer mooie bedrukte linnen-structuren, denim compo- sé's met grote mogelijkheden voor jonge vrouwen, en licht gewicht stoffen natuurlijk ook van katoen bedrukt met fijne pastel tinten. En wat de katoenen broderies betreft: ze zijn mooier en mo dieuzer dan ooit. laar op jaar brengt de mode ontwerper Dlck Holthaus een spectaculaire verrassing In de Katoen- now. in öic van 1964 heeft hij al rijn modellen in het wit gelaten. Dit grandlore spel mei toen laat overtuigend zien wat een grote verscheidenheid aan katoenen stoffen er bestaat en de geheel eigen functie die ze stuk voor stuk hebben. (Modellen Katoenshow 1964) \X' Er valt een climax in de bodemvondsten te Rh en en op te merken, een climax in hun rijkdom en belangrijkheid. Uit de tijd toen de metalen nog niet bekend waren, de steentijd, toerden slechts losse vondsten gedaan, zoals stenen bijlen, beitels, dolken, messen, schrabbers, polsbescher mers, hamers, netverzwaringen, een granieten wrijfschaal met bal e.d. De daaropvolgende brons tijd leverde bijlen, dolkjes, een zwaard met greep- tong, urnen. Uit de ijzertijd dateren ijzeren speer punten en aardewerk. In die periode verschijnen de Romeinen ten tonele, die vele voorwerpen na lieten. De vondsten worden rijker potjes van rood en zwart aardeiverk, een terra-sigillata-sch'aal tuitlampjes, paardjes van uitte pijpaarde, een reuk flesje, een zalf kruikje. Al deze voorwerpen zijn in het Streekmuseum te Rhenen te zien. ïoven links een verguld zilveren paardbroche, tweede helft 6e eeuw. Midden boven verguld bronzen beslagstuk van een paardetuig uit 530- I00. Het koord zonder eind is het eeuwigheidssymbool. Rechts een speld in de vorm van een zeepaard, brons, 6e eeuw. Onder een prachtige mantelspeld van verguld zilver 6e eeuw 9 cm. lang. JN HET Rijksmuseum van Oudheden te Leiden kwamen scherven van ruwe Germaanse aardewerkpotten terecht, in 1834 door professor Reuvens bij Remmer den gevonden, maar ook Romeinse voor werpen: een fraaie kom, een schoteltje, een glazen fles, een bronzen schaal, een godinnebeeldje, eveneens daar opgegra ven. Omvangrijker nog waren de vondsten uit de vroege middeleeuwen, de tijd die men nu graag als protohistorie betitelt. Zo werd in 1893 bij Levendaal een Mero- vingisch-Frankisch grafveld ontdekt, waaruit meer dan 100 potten en meerdere ijzeren wapenen te voorschijn kwamen, waarvan een collectie van 15 stuks aan Leiden geschonken werd o.a. twee speer punten, een strijdbijl, een ijzeren zwaard en een mooie pot van lichtrood aarde werk. Het grafveld op de Donderberg gINDS 1945 hebben de ontdekkingen van Merovingische cultuurresten elkaar in ons land verrassend snel opgevolgd. Voor al het vinden van een grafveld uit de 6e-7e eeuw te Bergeyk (N.-Br.) was van belang. Maar de grootste vondst werd in 1951 gedaan, toen een Merovingisch graf veld op de Donderberg bij Rhenen toe valligerwijze ontdekt werd bij een weg- verbreding. Een schok ging door de wereld van de archeologie bij het vernemen van het heuglijke nieuws van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonder zoek te Amersfoort, dat ruim 1000 graven waren gevonden waarvan het merendeel grafgiften of bijgaven be vatte, duizenden voorwerpen van aller lei aard. Te verheugender was de tijding omdat het eigenlijke gebied van de Merovingische cultuur niet in ons land ligt, maar in Noord-Frankrijk, Wallonië en in het Duitse Rijnland. Wel zijn in ons land vondsten gedaan langs de Rijn, Maas en Schelde, maar nooit een zo groot complex graven, gelegen langs de Rijksweg in een rechthoek van 40 bij 120 m. Lijkbegraving en crematie De graven op de Donderberg bleken van tweeërlei aard te zijn naar de wijze van begraving. Er waren skeletgraven waarin de doden in uitgestrekte houding neder lagen in de richting noord-zuid, oost-west of daartussen in. Zij bleken zuiver Merovin gisch. Andere die dat niet waren, bevatten resten van crematie, waarbij de as van het verbrande lijk oorspronkelijk in eigenaar dige bekers van een dubbelkegelmodel werd bewaard. Lijkverbranding was niet-Frank- isch, maar kwam veel voor in de streken langs de Noordzee. Er lag een geheel andere religieuze opvatting aan ten grondslag dan aan lijkbegraving: men poogde niet de ge vreesde zielgeest van de dode op aarde vast te houden, maar vcrontstoffelijkte hem door het vuur, zodat hij met de bevrijdende vlam ten hemel kon stijgen. Enkele aardewerkvondsten te Rhenen wij zen op banden met het niet-Merovingische kustgebied, dat Angel-Saksisch of Anglo- Fries van cultuur was, waarvan naast de crematiegraven op de Donderberg vele sporen in onze noordelijke provincies zijn aangetroffen. Grafgiften en voordeelrecht In de skeletgraven vond men ruim 2000 voorwerpen: glazen, bekers en schaaltjes, aardewerkpotten, snoeren kralen van glas pasta en barnsteen, mantelspelden, broches, haar- en mantelspelden, hangers, munten, gespen, leerbeslag, armbanden, spinschijfjes, vogelspelden, baardtangetjes om te epileren, vingerringen, sleutels, houten emmers, oor bellen, schildknoppen, riemtongen enz. enz. Een man gaf men zijn krijgsuitrusting mee, waaraan het leerbeslag, de riemtongen en de schildknoppen herinneren. De vrouw legde men ter ruste met haar sieraden en huishoudelijk gerief als glazen of aarden bekers en schalen met spijs en drank. Be paalde voorwerpen werden zozeer geacht tot de persoon te behoren, dat ze hem of haar in het graf werden meegegeven in het bewustzijn, dat ze hem of haar te pas zouden komen in het andere leven. In het laatste nummer van het Rechts geleerd Magazijn Themis komt een artikel voor over de historische achtergrond van het voordeelrecht in het nieuwe Burgerlijk Wetboek, waarin gesteld wordt dat de nieu we regeling gelijkenis vertoont met het oude recht van voordeel in de zin van gedeelte van de erfenis vóóraf. De grafgiften ver dwenen, vooral onder invloed van het chris tendom, maar toch niet geheel. Zij werden weliswaar niet meer in de graven gelegd, doch gingen over in objeten van erfrecht. De oudste zoon ontving voortaan de grafgiften van de vader, vooral de wapenen, de oudste dochter of meer dere dochters die van de moeder, siera-1 spreken van de kunstige weefwerken, wel den e.d. Aan dat voordeelrecht, dat dus aan de erfenis voorafging, kwam in 1809 door de invoering van het Wet boek van Napoleon een eind. Maar ziedaar, volgens het nieuwe Burger lijk Wetboek kunnen de echtgenoten een vóór-deel ontvangen als het huwelijk door de dood wordt ontbonden, een vóór-deel, dat tevens een voordeeltje" is, in inboedel, kleren en kleinodiën! Ten oosten van Eist bij de Franse weg op Zwijnbergen komt de veldnaam Het Vordel nog voor, hoogst waarschijnlijk ontleend aan het oude gebruik van voordeel recht. Het zal in de middeleeuwen een vor- denlich of vordeellic goed geweest zijn, een terrein dat ongesplitst en ongedeeld op de oudste zoon overging. Hoogstaande Merovingische kunstzin De grafgiften waarvan vele in het Streek museum te Rhenen te bezichtigen zijn, tonen in hun bonte verscheidenheid hoe hoog de ambachtskunst in de vroege middeleeuwen stond. Zelfs een nuchter wetenschapsman als Dr. P. Glazema, die de opgravingen leid de, kwam in vervoering toen hij de schatten aanschouwde en riep uit: „Het zijn niet alleen de pottenbakker en de smid, maar ook de goud- en zilver smeden, de wever, de glasblazer, de brons gieter, de kuiper, die hier ten tonele ver schijnen als ongemeen knappe ambachts lieden. En wat te denken van de materiële welstand van hen, die zich met dit goud en zilver hebben getooid en die met het kost bare glas en bronswerk het interieur van hun woningen stoffeerden, om haar niet te ke wij van afbeeldingen uit deze tijd kennen, doch die helaas in de graven niet bewaard bleven." (P. Glazema-J. IJping, Merovin- ische ambachtskunst 1956). Wij reproduceren hier enige foto's wel willend voor de Vallei afgestaan door de conservatrice van het Streekmu seum, mejuffrouw Aleid van de Bunt. Het paardje is een verguld-zilveren bro che met sporen van niëlloversiering, date rend uit de tweede helft van de 6e, eeuw. Niëllo is een mengsel van verschillende me talen met zwavel, dat in putjes, in het metaal geslagen of gestoken, gesmolten werd. In het midden boven een verguld-bronzen beslagstuk van een paardetuig uit 530-600 Rechts een zeepaardspcld of fe.-speld van brons 6e eeuw. Onder aan een prachtige mantelspeld van verguldzilver met een niël loversiering in de randen. Zij is wel 9 cm lang. Over andere grafgiften een volgend maal. Wij spreken de wens uit, dat alle voor werpen, te Rhenen en omgeving in de bo dem gevonden, ook die te Leiden bewaard worden, eens in een gezamenlijke tentoon stelling aan de minnaars van geschiedenis en schoonheid getoond zullen worden. D. PHILIPS De heer Gaasbeek zei overigens dat niet de mens, maar God alle lof toe komt. Het is altijd mijn begeerte ge weest in Gods Koninkrijk te mogen ar beiden. Als jongen van 18 jaar, toen ik daar onder het orgel zat, was ik al tijd al getroffen. Dhr. Gaasbeek bepaalde de gemeente bij 2 Timotheus 2 vers 8: „Houdt in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de Nieuwe Rusthuis gaat „De Engelenburgh" heten Het nieuwe bejaardentehuis, dat waar schijnlijk in mei van dit jaar gereed zal komen, krijgt de naam „De Engelen burgh". De hervormde stichting koos deze naam om de aansluiting die er bestaat met het te stichten wooncomplex en op histo rische gronden. Het stuk grond aan de Kerkewijk, waarop het moderne rusthuis verrijst, had vroeger deze naam. Intussen blijkt er grote belangstelling te bestaan voor opname in dit prachtige bejaardente huis. Er zijn al vele aanvragen binnenge komen. Pas medio februari zullen de ka mers en zelfstandige flats worden toe gewezen. „HET WITTE SCHAAP" WORDT OPGEVOERD VOOR GEM. PERSONEEL Voor de personeelsvereniging van de gemeente Veenendaal zal de toneelvereni ging S.K.F. het blijspel in drie bedrijven „Het witte schaap van de familie" op voeren. Deze toneelavond vindt plaats op vrij dag 17 januari a.s. in de zaal van de brandweerkazerne aan de Industrielaan. Op woensdag 12 febr. zal Lode van Gent voor dezelfde personeelsvereniging een lezing houden over het onderwerp „Tus sen Berbers en Arabieren". Een en an der zal dan met dia's worden verduide lijkt. Na drie maanden ook bejaarde man overleden na kolendampvergiftiging In het gezin van het bejaarde echtpaar De Kleuver aan de Eenvoudlaan deed zich eind september een geval van ko lendampvergiftiging voor. De 70-jarige mevr. De Kleuver werd daarbij het slachtoffer. De echtgenoot, de 71-jarige heer W. J. de Kleuver werd met vrij ern stige vergiftigingsverschijnselen opgeno men in het Chr. Streekziekenhuis te Ben- nekom. Vorige week woensdagavond overleed ook deze bejaarde heer aan de gevolgen van de kolendampvergiftiging. De begrafenis heeft gisteren (maandag) plaats gehad op de algemene begraaf plaats te Veenendaal. VEENENDAAL doden is opgewekt." In een vermanen de predikatie tot de gemeente vroeg de heer Gaasbeek om altijd getuige te zijn van Jezus Christus. De scheidende godsdienstonderwijzer verklaarde zeer veel te hebben geleerd van wijlen ds. M. Jongebreur. Van mijn negende jaar af tot aan zijn tra gische dood is hij mijn leermeester ge weest. Ook de gehele gemeente Vee nendaal heeft veel geleerd van deze onvergetelijke herder en leraar, aldus de heer Gaasbeek. Op 16 febr. 1930 moest ik voor het eerst preken in mijn eigen geboorte plaats Veenendaal in een waarnemings- dienst voor wijlen ds. N. v. d. Snoek. Ik maakte wel bezwaren, want ik had pas examen gedaan. Maar ds. v. d. Snoek zei: Het is U opgelegd en ik heb toen het Woord bediend uit Psalm 73. Op 17 juli 1930 overkwam ds. Jonge breur dat vreselijke ongeluk. Enkele weken later moest ik preken in Rens- woude. Het gebeurde had mij zo aan gegrepen dat ik bepaald werd bij het woord: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijne ruiteren. Ik preekte ge makkelijk op die zondagmorgen. De eer komt niet aan mij toe. Gloria in Excelsis Deo, „God alleen de eer", zo moet onze samenvatting zijn, aldus de heer Gaasbeek. Ik was ook wel eens moedeloos, maar werd dan gesterkt door de woor den van zieken en bejaarden. Het Woord is een goudmijn, een diamant met veel facetten en daaruit kan men onmetelijke rijkdommen putten, zo be sloot de heer Gaasbeek zijn afscheids rede. Toespraken Hierna volgden de toespraken. De heer Gaasbeek dankte het gemeente bestuur voor hun belangstelling en aanwezigheid. Het is een bewijs dat de burgerlijke Overheid meeleeft met de kerkelijke gemeente. Moge de Heere U kracht en wijsheid schenken, temeer nu U leiding moet geven aan een zo grote gemeente, die dezer dagen de 25.000ste inwoner verwacht. De scheidende godsdienstonderwijzer dankte achtereenvolgens ds. Vroeginde- wey voor de waardering, die deze pre dikant had voor „mijn eenvoudige ar beid als medewerker". Voorts woorden van dank aan de kerkeraad van de Geref. Kerk. de Centrale Hervormde Kerkeraad en Wijkkerkeraden. Verte genwoordigers van het Chr. Streekzie kenhuis werden hartelijk toegesproken alsmede hoofden van scholen, de zen dingscommissie, de catechisanten en vele anderen. Ds. Vroegindewey vertolkte de ge voelens van de Hervormde Gemeente met een kort slotwoord. U was een man van de oude stempel en hebt met trouw en liefde gewerkt. Wij voelen het als een gemis, dat U thans afscheid neemt. Vooral onze bejaarden zullen Uw steun en troost moeten missen, aldus ds. Vroegindewey. Het was misschien niet gemakkelijk voor U te moeten ar beiden tussen zoveel predikanten, maar wij hebben in volle vriendschap sa mengewerkt. De gemeente zong dhr. Gaasbeek de zegenbede uit Psalm 134 toe, waarna de godsdienstonderwijzer voor het laatst de zegen uitsprak. In een bijzondere kerkdienst in de Oude Kerk nam de heer J. Gaasbeek zondag morgen afscheid van de Hervormde Gemeente. De kerkdienst werd bijgewoond door de burgemeester van Veenendaal, mr. dr. J. Hazenberg, de wethouders De Ruyter en Van Kuyk en de gemeentesecretaris, de heer D. van Manen. Voor de dienst begon dankte de heer Gaasbeek allen, die hadden bijgedragen de af scheidsreceptie op donderdagavond tot een onvergetelijke te maken. Hij dankte voor de overweldigende belangstelling en voor de gaven die hij mocht ontvangen. Cartoon over Roosevelts jachtpartij, die tot het ontstaan van de teddy beer leidde. Men zou het hem niet aanzien maar toch is hij dit jaar al zestig. Hij bezit nog steeds die guitige uitdrukking, dat robuuste lijf en die heldere ogen. Reden hiervan is misschien, dat hij zo oud als hij is honderd keer per dag over de gehele wereld opnieuw wordt „geboren". Zyn naam? TEDDY-BEER! Er zijn al meer dan 160 miljoen van die leuke beertjes vervaardigd sinds de eerste vorm en gestalte kreeg onder de vaardige naald van 'n mevrouw 'n Brooklyn in de Ver. Sta ten in 't jaar 1903. En, wat heeft dit beertje met zijn heldere kraaloogjes (waaraan gepeuterd kan worden zon der dat 'ie een spier vertrekt) een lief de in vele kleine harten gebracht! Wat is eigenlijk het geheim van Teddy's charme? Niemand kan het precies zeggen maar vriendelijk is hij zeker. Hij heeft heerlijk zachte poot jes in plaats van scherpe klauwen en hij heeft een dappere toet, die ver trouwen inboezem' als de schaduwen in de kinderkamer langer worden... AMERIKAANS VAN OORSPRONG? Toen Teddy beroemder begon te wor den en op aog grotere schaal werd ge liefkoosd, werd het bijna onvermijde lijk dat andere landen dan Amerika hem als „eigengingen beschouwen. Engeland, Duitsland en zelfs Rusland hielden vol, dat de teddy-beer hun na tionale trots was maar de heer B. F. Michtom te New York meent het bewijs te hebben dat Teddy voor de volle honderd procent Amerikaans is' Het is begonnen, zo zegt deze direc teur van sen grote speelgoedfabriek, toen president Theodore Roosevelt op jacht was in Mississippi en geen jong beertje wilde neerschieten toen hij hei diertje onder vuur kreeg. Een teke naar van een krant maakte er een spotprentje op, dat sterk de aandacht trok en dat Morris Michtom op het idee bracht zijn vrouw te vragen om eens zo'n speelgoedbeertje te maken. Zij nam een lapje pluche, een hand vol opvulsel en naaide er een paar schoenknoopjes als oogjes aan. (Het origineel is thans in het Roosevelt Museum te Sagamore Hill in Ame rika geëxposeerd). Het beertje werd zo snel populair dat Michtom een fa briek liet bouwen om de produktie van teddy-beertjes ter hand te ne men en op het ogenblik is zijn zoon directeur van het bedrijf. Maar ieder een kan teddy-beren maken en tiental len firma's over de gehele wereld doen dat dan ook. Soms is teddy bruin, de andere keer weer honingkleurig en zelfs kanariegeel. Teddy - beer spreekt alle talen maar het allerbeste is hij thuis in de ongesproken taal van de liefde Ieder jaar weer opnieuw is het de Katoenshow van 'net Nederlands Katoeninstituut te Arnhem beschoren om, heel vroeg in het jaar aan vrouwelijk Nederland de nieuwe katoenmode te tonen. Zo ook nu, want de Katoenshow 1964 heeft in Amsterdam een dezer dagen zijn première beleefd en zal binnen enkele weken een tournee door het land gaan maken. Deze show biedt de vrouw binnen de tijd van een uur een duidelijk overzicht van hetgeen 19 Nederlandse katoenfabrikanten haar ter ere voor de komende zonnige seizoenen hebben bedacht. In de Ka toenshow 1964 zijn bijna 60 stoffen verwerkt in 50 modellen, afkom stig uit de ateliers van grote mannen op dit gebied, namelijk van Ernst Jan Beeuwkes, Arnould Diepeveen, Ferry Offerman, Dick Holthaus en Peter Jongmans.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 5